interview Dimitri-2014

interview
Schrijver Dimitri Verhulst na de
premiére: “Ik ben een tevreden man.”
door José Cutileiro
Dimitri Verhulst werd vorig jaar benaderd door
regisseur Ola Mafaalani van het Noord Nederlands
Toneel met het verzoek om zijn boek ‘De laatkomer’
te mogen bewerken voor theater. Mafaalani’s
enthousiasme sprak de Vlaamse successchrijver
onmiddellijk aan en hij gaf groen licht. Jongstleden
september woonde Verhulst de première bij en hij is
aangenaam verrast.
“Het is ontroerend in feite, want je begint te schrijven
aan een boek in alle eenzaamheid, in alle onwetendheid
ook over wat het gaat worden. Vervolgens is het klaar en
dan belt Ola mij niet veel later. Zij spreekt met zo veel
liefde over het boek, dat ik zeg: ‘ik voel dat jouw hart
ligt bij ‘De laatkomer’, doe er jouw ding mee. Ik ga me er
niet mee bemoeien, ik wil jouw creativiteit niet fnuiken.’
En uiteindelijk zijn we nu hier en is het een hele mooie
voorstelling geworden. Ontroerend waar het ontroerend
moet zijn, pijnlijk waar het pijnlijk moet zijn, de humor
blijft gehandhaafd en tot mijn grote verbazing zijn mijn
teksten overeind gebleven. Ik ben een zeer tevreden
man. Het is met respect voor mijn werk en mijn taal op
de planken gebracht. Ola heeft haar theatrale visie, haar
ritme, haar manier van vertellen eraan toegevoegd.”
Wat vond je de mooiste scène in het stuk?
“Wanneer voor de eerste keer de dochter in gesprek
treedt met de vader en hem rechtstreeks de vraag stelt:
‘herken je mij nog, weet je wie ik ben?’ Je weet dan
dat hij eigenlijk zou willen zeggen: ‘ja, maar ik speel
een toneelstuk’. Dan zie je dat iemand binnen een
toneelstuk een ander toneelstuk speelt. Dat dubbele,
wat je niet hebt in het boek, heb je hier dan wel op de
bühne. Dat vond ik aangrijpend, ondersteund ook door
de soundtrack. Ik vond het geweldige muziek die in de
voorstelling zat.”
Zelf groeide je op in een gesticht. ‘De laatkomer’
speelt zich af in een bejaardentehuis. Zie je
parallellen tussen beide instellingen?
“Je moet samenleven met mensen waar je niet voor
gekozen hebt om mee samen te leven. Dat is een
beetje de rode draad in mijn boeken, zij het een
dunne. Voor ‘Problemski Hotel’ ben ik een tijdje in een
asielzoekerscentrum gaan wonen om research te doen.
Daar zie je een zelfde soort samenlevingsmechanisme.
In kleinere settings maken we dat allemaal wel eens
mee. Op school, op het werk, maar daar is het van negen
tot vijf. In die instellingen is het 24 uur per dag, zeven
dagen in de week. Hypocrisie is dan een interessante
levensstrategie. Ik ben er groot fan van omdat het ons
helpt met elkaar te leven zonder elkaar de kop in te
slaan. Daar valt voor te pleiten. Ik heb een huis gekocht
en de buurman ook en daar willen we nog dertig jaar
blijven wonen. Laten we dan net doen of we mekaar
aardig vinden. Je hoeft daar niet in te overdrijven,
elkaar verrot te kussen of met bloemen en taarten te
overladen. Maar als we met gedoseerde hypocrisie een
oorlog kunnen vermijden, dan steek ik de loftrompet
daarvoor.”
“Durven, gewoon durven”
Zo er al een boodschap in ‘De laatkomer’ zit,
vind je dat die ook goed doorkomt in het theater?
“Ik vind het altijd gevaarlijk om te zeggen dat ik een
boodschap zou hebben. Ik wil geen prediker zijn. Al
vrees ik dat veel schrijvers en ik ook eigenlijk mislukte
predikanten zijn. Dat ene zinnetje hè, dat je spijt kan
hebben van dingen die je gedaan hebt in het leven, maar
dat is lang niet zo erg als spijt hebben van dingen die je
niet gedaan hebt. Daarom heet het ook ‘De laatkomer’.
Het gaat over iemand die te laat in het leven de moed
heeft om de dans met zijn eigen leven te leiden. Durven,
gewoon durven. In de zin dat af en toe je hart je iets
influistert wat je kop niet durft te doen om pragmatische
redenen, zoals de lening voor het huis die nog moet
worden afbetaald. Of de kinderen, en wat zij eventueel
zouden vinden van de midlifecrisis van hun vader.”
Dimitri Verhulst werd ingehaald door zijn eigen boek.
Niet lang na verschijning van ‘De laatkomer’ verbrak
hij zijn relatie en knoopte een verhouding aan met zijn
grote jeugdliefde.
“Het werd niet de beste reclame die ik kan maken
voor het terugkeren naar je jeugdliefde… Afijn, het is
uitgelopen op een mislukking. Maar ik hoef mij niet de
rest van mijn leven te beklagen dat ik het niet gedaan
heb. Er is geen achtergehouden illusie.”
13