Clausule bladen

Clausuleblad MKB
A. Blusmiddelen
In het gebouw dienen blusmiddelen (blustoestel of brandslanghaspel) aanwezig te zijn op goed zichtbare en bereikbare
plaatsen. Projectering van de blusmiddelen dient te geschieden volgens NEN 4001:2006.
Onder een blustoestel wordt verstaan:
- een AFFF schuimblusser van minimaal 6 liter;
- een CO2 blusser van minimaal 5 kilogram;
- een goedgekeurde brandslanghaspel;
- in de naaste omgeving van gasolie opslagtanks een ABC poederblusser van minimaal 6 kilogram.
De blusmiddelen dienen zich in werkvaardige toestand te bevinden.
De blustoestellen dienen jaarlijks door een erkend servicebedrijf op bedrijfszekerheid te worden gecontroleerd.
B. Inbraakpreventie
De inbraakpreventie dient te voldoen aan de normen van de Verbeterde Risicoklasse Indeling (VRKI), tenzij op de polis
anders is vermeld en/of schriftelijk anders met u is overeengekomen.
Daarnaast bent u als verzekerde verplicht:
- In het bezit te zijn van een borg beveiligingscertificaat
- De beveiliging ingeschakeld te hebben buiten de reguliere werken/of openingstijden en gedurende de perioden dat
er voor langere tijd geen personen in de beveiligde bedrijfsdelen aanwezig zijn.
- Indien de beveiliging zich om welke reden dan ook niet in een werkvaardige toestand bevindt dit zo spoedig mogelijk,
doch uiterlijk op de eerstvolgende werkdag mede te delen aan het beveiligingsbedrijf. Indien de beveiliging niet binnen
3x24 uur gerepareerd kan worden de verzekeraar hiervan zo spoedig mogelijk na het bekend worden hiervan in te
lichten en de voorschriften van de verzekeraar op te volgen;
gedurende de tijd dat de beveiliging zich niet In werkvaardige toestand bevindt of gedurende de tijd dat het signaal
van de elektronische beveiliging niet door de alarmcentrale wordt doorgegeven aan verzekerde of een vervanger cq.
vertegenwoordiger van verzekerde of de politie, maatregelen te treffen om te voorkomen dat er een geringere graad
van beveiliging optreedt. Er dient een onderhoudscontract afgesloten te zijn bij een erkend beveiligingsbedrijf
C. Brandgevaarlijke werkzaamheden
Indien verzekerde opdracht aan derden geeft tot het verrichten van werkzaamheden met gebruikmaking van open
vuur - zoals lassen, snijden, vlamsolderen, verfafbranden, dakdekken e.d. - ten behoeve van installatie, aanbouw,
onderhoud, reparatie, demontage of afbraak van gebouwen, machines etc., hij de volgende maatregelen zal nemen:
A. Genoemde werkzaamheden mogen uitsluitend worden verricht onder toezicht van personeel van verzekerde;
B. Brandbare stoffen, behalve die waarmee of waaraan de werkzaamheden plaatsvinden, moeten verwijderd worden tot
op een veilige afstand (bij lassen of snijden 10 meter) of, indien dit onmogelijk is, dienen zij beschermd te worden;
C. Een medewerker moet aanwezig zijn met brandslang of brandblusser.
Blijkt in geval van schade, dat in de onmiddellijke omgeving van de plaats waar de brand vermoedelijk is uitgebroken
werkzaamheden als hierboven omschreven zijn uitgevoerd, dan dient verzekerde aan te tonen dat genoemde
voorzorgsmaatregelen zijn getroffen. Heeft echter verzekerde aan de uitvoerder(s) der werkzaamheden voor de
aanvang van de werkzaamheden een door verzekerde en uitvoerder(s) ondertekend
“Formulier Brandgevaarlijke Werkzaamheden” van het Nationaal Centrum voor Preventie afgegeven, dan dienen
verzekeraars te bewijzen dat verzekerde bovengenoemde voorzorgsmaatregelen niet heeft getroffen.
D. Acculaders
Indien acculaders aanwezig zijn dient de plaats van de acculader aan de volgende voorwaarden te voldoen:
- Aan de wand dient een voorziening te zijn gemaakt waaraan de laadsnoeren opgehangen kunnen worden .
- Binnen een afstand van 2 meter mag geen opslag van brandbare materialen plaatsvinden.
Vervolgblad
E. Opslag brandbare goederen/zaken buiten het gebouw(en)
Een stalen met slot afgesloten containers zijn binnen deze 5 meter toegestaan.
Er mogen geen brandbare goederen/zaken binnen een straal van 5 meter van de gevels van het gebouw worden opgeslagen.
Indien dit niet kan worden gerealiseerd dan dient er een deugdelijke erfafscheiding te zijn geplaatst.
F. Rookverbod
In het gehele bedrijf dient een rookverbod van toepassing te zijn met uitzondering van de daarvoor aangewezen ruimte(n).
Deze ruimtes dienen te zijn voorzien van dubbelrings asbakken (horecamodel) en vlamdovende afvalbakken.
G. Sprinkler-, doormeld- of brandmeldinstallatie
In verband met de aanwezigheid van een bij het Bureau voor Sprinklerbeveiliging geregistreerde sprinklerinstallatie
en/of doormeldinstallatie en/of brandmeldinstallatie is een reductie op de premie verleend.
Voor handhaving van de registratie is vereist:
A. dat tenminste elk half jaar door of namens het Bureau voor Sprinklerbeveiliging een inspectie wordt uitgevoerd,
op grond waarvan door dit bureau een certificaat van deugdelijkheid kan worden verstrekt;
B. dat de installatie niet - ook niet voor kortere tijd - buiten bedrijf wordt gesteld zonder voorafgaande toestemming
van het Bureau voor Sprinklerbeveiliging.
C. dat de voorschriften van het Bureau voor Sprinklerbeveiliging worden opgevolgd.
Wordt hieraan niet voldaan of biedt de installatie naar het oordeel van het Bureau voor Sprinklerbeveiliging niet meer
de bescherming, welke er redelijkerwijs van mag worden verwacht, dan is dit bureau bevoegd de registratie in te trekken.
Nadat de registratie is ingetrokken heeft de verzekeraar het recht:
A. hetzij de verzekering door schriftelijke opzegging met inachtneming van een termijn van 30 dagen en restitutie van
onverdiende premie te beëindigen;
B. hetzij vanaf het moment dat de registratie is ingetrokken bijbetaling van premie te vorderen tot het bedrag van de
verleende premiereductie. Alle kosten verbonden aan inspectie en registratie van de installatie zijn voor rekening van
de verzekerde.
H. Koelinstallaties/Vriesmeubels
Koelapparatuur van koel- en vriesruimten/kasten dient volgens de geldende normen en regelgeving (brandveilig) te
zijn geïnstalleerd en dienen vrij te worden gehouden van brandbare zaken. Een onderhoudscontract is verplicht met
uitzondering van apparatuur voor huishoudelijk gebruik.
I. Werkplaats
- Brandbare isolatie dient te zijn afgewerkt met brandwerende beplating.
- In de directe omgeving van de werkplek dient voor onmiddellijk gebruik een draagbaar blustoestel beschikbaar te zijn.
- Brandbare stoffen, behalve die waarmee of waaraan de werkzaamheden plaatsvinden, dienen tot op een veilige
afstand (bijlassen of snijden 10 meter) te zijn verwijderd of, indien dit onmogelijk is, brandwerend te zijn beschermd.
- Tussen een half uur en een uur na beëindiging van de werkzaamheden dient de werkplek door verzekerde of door
een vervanger cq. vertegenwoordiger van verzekerde te worden gecontroleerd op een beginnende brand.
- De branders mogen niet onbeheerd worden gelaten. Branders die niet daadwerkelijk worden gebruikt dienen te
worden gedoofd of laag gedraaid op een brandersteun te worden geplaatst.
- Opslag van brandgevaarlijke stoffen in de directe omgeving van de werkplaats moet voldoen aan de richtlijnen als
vastgelegd in PGS 15.