PREEK 2 FEBRUARI 2014 PGN NUENEN

PREEK 2 FEBRUARI 2014
PGN NUENEN
Viering Klassieke Vorm
Lezingen: Sefanja 3; 9 - 13 en Matteüs 5, 1 tm 13
Thema: 'Dit is utopia'
Preek
'Dit is utopia'
U hebt vast wel eens gehoord van Thomas More, de Engelse humanist uit de 16e
eeuw die een roman schreef met de titel 'utopia'. Zijn boek was bedoeld als
aanklacht tegen het vroeg-kapitalistische Engeland van de zestiende eeuw en
beschrijft een utopische heilstaat op een niet bestaand eiland. Privé-eigendom is hier
afgeschaft, grond is een gezamenlijk goed en geld bestaat niet. Geluk staat hoog in
het vaandel, en van schaarste in voedsel en goederen is hier geen sprake. Mensen
vervullen de taken waar ze het meest geschikt voor zijn en werken zo hard als ze
aankunnen. Iedereen krijgt wat hij nodig heeft.
Dat is natuurlijk leuk om te weten als je kijkt naar dat nieuwste product van John de
Mol, 'Dit is utopia'. Een reality-programma, waarbij 15 mensen een jaar lang in
afgezet gebied hun ideale samenleving mogen opbouwen. Ze wonen in een oude
loods, waar stromend water en een electriciteits-aansluiting de enige voorzieningen
zijn.
Op oudejaarsdag hebben de bewoners de loods betrokken en sinds dat moment
worden ze met camera's gevolgd. De vraag is of ze in staat zijn het met elkaar te
rooien en hun idealen te verwezenlijken, zoals in het utopia van Thomas More. Of,
zoals de begeleidende titelsong verwoordt: 'Is it heaven or is it hell?'
Prettige bijkomstigheid is dat de bewoners wel een kluis met 10.000 euro hebben,
waar ze hun dagelijkse boodschappen van kunnen betalen en wat investeringen mee
kunnen doen.
Ik kijk niet zo vaak televisie, maar ik kijk wel naar de compilatie van de dagelijkse
uitzendingen. Ik vind het best fascinerend te zien welke dynamiek er kan ontstaan in
een heel divers samengestelde groep. Wat ik zo fascinerend vind: op de eerste
avond zaten alle nieuwe deelnemers gebroederlijk bij elkaar in een kringetje en
deelden met elkaar hun idealen. Ze zouden samen verantwoordelijk zijn voor alle
beslissingen. Geld dat binnen zou komen zou voor de hele groep bestemd zijn. Ieder
mocht zijn of haar talenten inzetten en zijn of haar dromen verwezenlijken. Geweldig,
een jaar lang samen deze uitdaging aangaan! 'Let's make a story to tell!'
Maar nog geen paar weken later heeft de harde werkelijkheid alle dromen al
ingehaald: er zijn conflicten, er wordt geroddeld en ruzie gemaakt, kou,
hongeringheid en moeheid spelen parten en de meeste deelnemers lijken niet meer
te denken aan de dromen die ze nog maar kort daarvoor met elkaar gedeeld hebben.
We kunnen natuurlijk allemaal kritische kanttekeningen maken bij de hele formule
van dit programma, en bij de uitgangspunten, maar daarmee blijft de vraag wel
staan: hoe komt het toch dat mensen zo snel hun droom uit het oog verliezen? Een
paar weken...!
Wij vragen ons wel eens af hoe het komt dat de kerk zo ver verwijderd geraakt is van
het evangelie dat Jezus predikte. Een goede vraag! Tegelijk is het goed ons te
realiseren dat het evangelie er nog steeds is! Het heeft ons weten te bereiken over
een tijdspanne van 2000 jaar. En dat in eerste instantie zonder boekdrukkunst,
televisie, internet en andere media.
Het is op zijn minst een klein wonder dat we vandaag kunnen lezen over het utopia
van de profeet Sefanja. En met elkaar kunnen delen wat Jezus te zeggen heeft over
het echte geluk. 'Let's make a story to tell....'
Koninkrijk van God
Laten we eerst eens kijken naar dat visioen van Sefanja. Hij was de profeet in het
levend kerstverhaal op de Weverkeshof, weet u nog? De profeet die zijn toehoorders
de droom van vrede en blijdschap voorhield voor al die mensen die daar helemaal
geen reden voor hadden: voor vluchtelingen, voor mensen met verdriet, voor mensen
in het duister, voor mensen die vervolgd worden. Maar daaraan vooraf gaan ook
scherpe woorden die Sefanja tot Israel spreekt namens de Eeuwige: het onrecht
moet stoppen, de wetteloosheid. Een utopie is nooit los verkrijgbaar: daar zijn ook
offers voor nodig: inzicht, ommekeer, overgave... Maar dat is nodig met het oog op
Gods koninkrijk.
Dat koninkrijk is ook wat Jezus op het oog heeft in zijn bergrede. Dat koninkrijk is niet
zo georganiseerd als wij onze samenleving organiseren. Daarin is zoiets als 'geluk'
iets anders dan wat wij eronder verstaan.
In onze wereld worden mensen gelukkig genoemd die rijk zijn. Of die gezond zijn.
Die een vaste baan hebben en een fijne relatie. Kinderen die het goed doen.
Anderen kijken meer basaal: geluk begint allereerst met een dak boven je hoofd, het
niet al te koud hebben, met voldoende eten. Met elkaar niet de hersens inslaan. De
piramide van Maslow, waaraan de bewoners van utopia momenteel hun handen vol
hebben. Zo zeer, dat ze voorlopig weinig ruimte hebben voor hoger gestemde
idealen, zoals zelfontplooiing.
Jezus kijkt heel anders naar geluk. Hij brengt geluk in verband met leven met God.
Lees maar terug: In elk van zijn uitspraken over geluk wordt ook God genoemd.
Bijvoorbeeld: het echte geluk is voor mensen die weten dat ze God nodig hebben.
Want voor hen is Gods nieuwe wereld.
U-topia
Is dat niet wereldvreemd? Ja, dat is het. Heel letterlijk: wereld-vreemd. Vreemd aan
deze wereld. Het is ook niet echt vàn deze wereld en in die zin u-topia. Want dat
betekent tenslotte heel letterlijk: een niet-bestaande plaats. Ou-topos in het Grieks.
Maar het woordje u-topie kan ook komen van eu-topos, en betekent dan: een heel
gelukkige plaats. Dat is het dubbele van het woord utopie.
Het geluk waarvan Jezus spreekt, heeft ook die dubbelheid: het gaat om het echte
geluk, dat niet samenvalt met onze definities van geluk.
Het is in eerste instantie dan ook niet bedoeld voor degenen die het in onze wereld,
in onze verhoudingen, in onze samenlevingen al goed hebben, maar juist voor al die
mensen die uit de geluksboot dreigen te vallen: al die treurenden, al diegenen die
lijden onder rechteloosheid, al diegenen die vervolgd worden vanwege hun geloof
(denk aan het lot van Christenen in Syrie of de Centraal-Afrikaanse Republiek. Denk
ook aan Sjiieten die naar het leven worden gestaan door Soenieten enzovoort...).
Zijn woorden zijn ook bedoeld voor degenen die niet de touwtjes van de macht in
handen hebben: de zachtmoedigen, de barmhartigen, de mensen die eerlijk willen
blijven tot het bittere eind.
Voor al diegenen is het echte geluk, 'want voor hen is het koninkrijk van de hemel'.
Wacht even: het koninkrijk der hemelen. Is dit nu weer dat waar we zo kriebelig van
worden? Die uitgestelde belofte van 'later in de hemel komt het wel goed?' En voeg
je hier op aarde maar in je lot?
Nee! Ik heb het al vaker gezegd: als Jezus spreekt over het koninkrijk der hemelen
gaat het over wat in deze vertaling genoemd wordt 'Gods nieuwe wereld'.
Die nieuwe wereld, dat is niet alleen iets van na onze dood, maar dat is de wereld die
wij nu al kunnen ont-dekken, die wij met Gods hulp vorm kunnen geven. Het is utopia
in de dubbele zin van het woord: Niet al een bestaande, fysieke, plaats, maar wel
een gelukkige plaats die eigenlijk al voor het grijpen ligt!
Een plek die we kunnen bereiken als we ons openstellen voor Gods liefde. Dan
bedoel ik ècht openstellen. Dat kan alleen door voorbij te zien aan ons ego. Door ons
niet meer te identificeren met alles wat ons overeind moet houden: status, geld,
ambitie, en vooral meningen... Door onszelf en anderen ruimte te geven. Dat is niet
makkelijk. We voelen ons vaak gekwetst, aangevallen, tekort gedaan. We begrijpen
elkaars woorden verkeerd en laten ons leiden door misverstanden. Anderen stoken
de vuurtjes die zo ontstaan maar al te makkelijk op met allerlei veronderstellingen.
Dat kan overal gebeuren, niet eens moedwillig, want we zijn allemaal maar mensen,
maar voor je het weet heb je een veenbrandje. Ons ego trekt zovaak een wandje op
tussen ons en onze medemensen en tussen ons en Gods liefde. En dat is niet nodig.
Maar het gaat verder dan dat. Een zenspreuk luidt: 'Ondergedompeld in water strekt
u uw handen uit naar een dronk.'
We leven vaak alsof we straatarm zijn, en dorstig proberen we ons stukjes geluk en
rijkdom toe te eigenen, die we vervolgens angstvallig bewaken. Maar we zijn al
onmetelijk rijk! Gods werkelijkheid, Gods majestueuze aanwezigheid, die hele
mysterievolle luister van het Gods Rijk - het is overal, we zijn er in ondergedompeld,
maar we zien het niet! Dit is utopia! De plek die je niet kunt zien, maar er wel is. Die
wij kunnen bewonen, als we zuiver van hart worden.
Als we vriendelijk zijn, als we doen wat God wil, als we vrede sluiten! Dat is het geluk
waarvan Jezus spreekt. Dat is utopia, dat is het koninkrijk der hemelen.
Arnold
Ik weet hoe graag u daar voorbeelden van wilt hebben, hoe graag u wilt dat het
concreet wordt. Daarom wil ik u iets persoonlijks vertellen.
Afgelopen maandag nam ik afscheid van een oude, heel dierbare vriend en collega,
52 jaar en gestorven aan ALS, een dodelijke spierziekte. Het laatste jaar van zijn
leven heeft hij compleet verlamd op bed gelegen. Hij kon niet meer eten, niet meer
drinken, niet meer spreken en nog geen vinger meer bewegen. Hij kon alleen zijn
ogen nog maar bewegen en daarmee een computer besturen. Zo heeft hij in dat
laatste jaar, letter voor letter, een boek geschreven met de titel 'Een kleine
geïmproviseerde geloofsleer.' Ik heb het hier liggen, u kunt het straks inzien. Een
goed boek, dat met humor en vaart, maar altijd integer, vragen probeert te
beantwoorden die gelovigen zoal kunnen hebben: 'Bestaat God?' Zou oma ons
kunnen horen? Komt de poes in de hemel?'
Er kwam een reporter langs van de plaatselijke krant die vroeg: Meneer Renkema, u
kunt niets meer. Wat betekent dat voor u? Hij antwoordde lettertje voor lettertje op de
computer: Ik kan nog altijd liefhebben.
Zijn boek eindigt met een hoofdstuk over dankbaarheid.
Niet over Job, niet over angst, niet over dood, niet over schuld, maar over
dankbaarheid. Ik wil u de laatste alinea graag voorlezen, om te laten zien dat het
kan: dat er mensen zijn die zelfs in de grootste ellende in staat zijn iets van het
koninkrijk te laten oplichten. We zijn het zelf die het gordijntje kunnen wegtrekken dat
ons scheidt van Gods liefde.
'Het geloof krijg je cadeau, net als deze dag en als dit leven. De barsten in je
wereldbeeld krijg je cadeau, net als het licht dat daardoor binnenvalt, net als je
naasten. Een hemelse vader die zegt 'Kind, al het mijne is het uwe' krijg je cadeau,
net als zijn hemelse liefde en genade en net als, van tijd tot tijd, de kans zelf in
vrijheid iemands naaste te zijn, tot heil van die ander en tot eer van Gods heilige
naam.'
Dit is het echte geluk. Dit is het koninkrijk van God. Dit is utopia. Laten we dat
verhaal waar maken.
Amen