Uw pensioen in het kort Pensioenregeling 2011 geldend voor werknemers voor wie op 31 juli 2011 het pensioenreglement 2008 N van toepassing is dan wel in dienst getreden op of na 1 augustus 2011 1 Uw pensioen in het kort 2011 Deze brochure is met zorg samengesteld. U kunt aan deze brochure echter geen rechten ontlenen. Bij twijfel zal het officiële, van toepassing zijnde pensioenreglement bepalend zijn. 2 Uw pensioen in het kort 2011 I N H O U D S O P G AV E 1. Inleiding 2. Voor wie geldt de pensioenregeling? 3. Hoe ziet de pensioenregeling eruit? 4 5 6 3.1 Ouderdomspensioen in de basisregeling 3.2 Partnerpensioen voor deelnemers in de basisregeling 3.3 Wezenpensioen voor deelnemers in de basisregeling 3.4 Beschikbare Premieregeling 3.5 Arbeidsongeschiktheidspensioen 3.5.1 Arbeidsongeschiktheidspensioen (module Excedent-arbeidsongeschiktheidspensioen, boven grensbedrag-AO) 3.5.2 Module risicoplus 3.6 Partner-, wezen- en arbeidsongeschiktheidspensioen voor aspirant-deelnemers 3.7 Pensioenaanspraken na beëindiging deelnemerschap 6 8 8 9 11 4. Keuzemogelijkheden 13 13 13 13 14 14 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 Vervroegde pensionering Deeltijdpensionering Omzetting van ouderdomspensioen in partnerpensioen Omzetting van partnerpensioen in ouderdomspensioen Variatie in pensioenuitkeringen 5. Pensioenpremie 11 12 12 12 15 5.1 Betalingsvoorbehoud 15 6. Pensioenuitkering 16 6.1 Uitbetaling 6.2 Inhoudingen op uw pensioenuitkering 6.3 Toeslagverlening 6.3.1 Toeslag pensioenrecht (actieve deelnemers) 6.3.2 Toeslag pensioenrecht (inactieve deelnemers) 16 16 16 16 18 7. Pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid 8. Pensioen en scheiding 20 21 21 22 8.1 Verevening van ouderdomspensioen 8.2 Vaststelling van bijzonder partnerpensioen 9. Waardeoverdracht 23 23 23 9.1 Wel of geen waardeoverdracht 9.2 Waardeoverdracht aanvragen 10.Informatieverplichtingen 11.Klachten- en geschillenregeling 12.Nuttige adressen 13.Begrippenlijst Bijlage I. Aangesloten onderneming 24 25 26 28 30 Stichting Pensioenfonds Staples 3 1. INLEIDING Deze brochure gaat over de pensioenregeling bij de Staples ondernemingen in Nederland die van toepassing is vanaf 1 augustus 2011. De brochure geeft antwoord op de vragen: wanneer kan ik met pensioen? hoeveel pensioen ontvang ik? wat ontvangen mijn partner en kinderen aan pensioen als ik overlijd? hoe zit het met mijn pensioenopbouw als ik arbeidsongeschikt word? wat gebeurt er met mijn pensioen als ik naar een andere werkgever ga? Pensioen is uw toekomstige inkomen. Ook is pensioen inkomen voor uw nabestaanden, wanneer u vóór of na de pensioendatum zou komen te overlijden. Het pensioen zal worden uitgekeerd omdat u deelneemt in de pensioenregeling van uw werkgever. Wij vinden het belangrijk om u inzicht te geven in de pensioenregeling die op u van toepassing is. Tenslotte is pensioen één van de belangrijkste arbeidsvoorwaarden. Mocht u na het lezen nog vragen hebben, dan kunt u uiteraard altijd contact opnemen met de HR-afdeling van uw werkgever of met het pensioenfonds. De pensioenregeling is ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds Staples. Deze brochure beschrijft alleen de hoofdlijnen van de pensioenregeling. Bijzondere situaties zijn hierin niet opgenomen. Ingeval u specifieke vragen heeft, raden wij u aan contact op te nemen uw HR-afdeling. U kunt ook via de website van het pensioenfonds een e-mail sturen aan uw HR-afdeling. 4 Uw pensioen in het kort 2011 2. VOOR WIE GELDT DE PENSIOENREGELING? De pensioenregeling geldt voor werknemers van de Staples ondernemingen in Nederland voor wie op 31 juli 2011 het pensioenreglement 2008 N van toepassing is dan wel werknemers die in dienst getreden zijn op of na 1 augustus 2011. Werknemers van 21 jaar of ouder worden als deelnemer opgenomen in de pensioenregeling. Werknemers die jonger zijn dan 21 jaar komen in aanmerking voor het aspirant-deelnemerschap. Stichting Pensioenfonds Staples 5 3. HOE ZIET DE PENSIOENREGELING ERUIT? De basispensioenregeling is een middelloonregeling (‘module middelloon’). De basisregeling heeft de vorm van een uitkeringsovereenkomst, dat wil zeggen dat van tevoren vaststaat hoe hoog de pensioenuitkering wordt. Deelnemers hebben aanspraak op: een ouderdomspensioen; een partnerpensioen; een wezenpensioen; een arbeidsongeschiktheidspensioen. Als u in 2011 meer verdient dan € 82.700 geldt voor u ook de excedentregeling. Deze excedentregeling is een beschikbare premieregeling (‘module beschikbare premie’). Aspirant-deelnemers hebben aanspraak op: een partnerpensioen; een wezenpensioen; een arbeidsongeschiktheidspensioen. 3.1 Ouderdomspensioen in de basisregeling Het ouderdomspensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin u 65 jaar wordt. Dit pensioen wordt levenslang aan u uitgekeerd. Het pensioen eindigt op de laatste dag van de maand waarin u komt te overlijden. De hoogte van het ouderdomspensioen is van een aantal zaken afhankelijk. De belangrijkste twee zijn het aantal jaren dat u aan de pensioenregeling hebt deelgenomen en het salaris dat u tijdens deelname hebt ontvangen. Ieder jaar dat u aan de pensioenregeling deelneemt, bouwt u namelijk een stukje van uw pensioen op. Op de pensioeningangsdatum bestaat uw totale pensioen uit een optelling van de jaarlijks opgebouwde (en eventueel verhoogde) pensioenen. Daarnaast ontvangt u een AOW-uitkering, waarvan de ingangsdatum afhangt van uw geboortejaar en maand. De hoogte van uw ouderdomspensioen wordt als volgt berekend: a) het pensioengevend jaarsalaris Uw pensioengevend jaarsalaris bestaat uit het totaal vast jaarinkomen bestaande uit het vast overeengekomen salaris per jaar plus de vakantietoeslag tot een maximum van € 82.700. 6 Uw pensioen in het kort 2011 Het is mogelijk dat uw werkgever afgesproken heeft om ook andere loonbestanddelen mee te tellen, zoals een 13de maand, vaste eindejaarsuitkering, provisie, commissie, ploegentoeslag, consignatietoeslag en persoonlijke toeslag. U kunt dit navragen bij uw werkgever. b) de franchise Over een deel van uw pensioengevend salaris bouwt u geen pensioen op. De pensioenregeling houdt er namelijk rekening mee dat u ook recht heeft op een AOW-uitkering. Daarom wordt voor de berekening van uw pensioen het pensioengevende jaarsalaris met een bepaald bedrag verlaagd. Dit bedrag, waarover dus geen pensioen wordt opgebouwd, noemen we de franchise. De franchise is voor 2014 vastgesteld op € 13.482 en dit bedrag wordt jaarlijks op 1 mei aangepast. Voor deeltijdwerkers wordt het jaarsalaris eerst berekend op basis van voltijd. Vervolgens wordt de franchise erop in mindering gebracht. De dan vast te stellen pensioengrondslag wordt ten slotte vermenigvuldigd met de geldende deeltijdfactor. De deeltijdfactor is de verhouding tussen het overeengekomen aantal arbeidsuren en het gebruikelijke aantal arbeidsuren bij de werkgever. c) de pensioengrondslag Jaarlijks bouwt u een percentage van de pensioengrondslag op aan pensioen. De pensioengrondslag bestaat uit het pensioengevende jaarsalaris minus de franchise. Voorbeeld: Pensioengevend jaarsalaris € 39.000 Franchise 1 mei 2014 -/- € 13.482 Pensioengrondslag € 25.518 d) het ouderdomspensioen Jaarlijks bouwt u 1,88% van de dan geldende pensioengrondslag op aan pensioen. Het ouderdomspensioen op uw 65-jarige leeftijd is dus gelijk aan het totaal van de opbouw per jaar en de indexaties. De formule om de jaarlijkse pensioenopbouw te berekenen is: Pensioengrondslag x opbouwpercentage Stichting Pensioenfonds Staples 7 Voorbeeld bij een voltijd dienstbetrekking: Pensioengrondslag x opbouwpercentage = Pensioenopbouw per jaar € 25.518 x 1,88 % = € 480 3.2 Partnerpensioen voor deelnemers in de basisregeling In de pensioenregeling is ook een partnerpensioen opgenomen. Dit zorgt ervoor dat uw partner financieel verzorgd achterblijft als u komt te overlijden. Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin u overlijdt. Dit bedraagt 70% van het vanaf 1 januari 2006 tot en met 31 december 2013 opgebouwde ouderdomspensioen plus het tot en met 31 december 2005 opgebouwde partnerpensioen en het vanaf 1 januari 2014 opgebouwde partnerpensioen van 1,4% van de pensioengrondslag per jaar en de indexaties (toeslagen). Als u voor de pensioeningangsdatum overlijdt, ontvangt uw partner naast het tot dat moment opgebouwde partnerpensioen ook een partnerpensioen op basis van uw laatst vastgestelde pensioengrondslag en een jaarlijkse opbouw van 1,4% in de veronderstelling dat u tot de leeftijd van 65 jaar in dienst was gebleven. Het partnerpensioen wordt toegekend aan de gehuwde partner, de bij de burgerlijke stand geregistreerde partner, of de partner met wie u ongehuwd samenwoont en die voldoet aan de in het pensioenreglement gestelde voorwaarden. 3.3 Wezenpensioen voor deelnemers in de basisregeling In de pensioenregeling is ook een wezenpensioen opgenomen. Als u overlijdt, ontvangen uw kinderen een wezenpensioen. Dit wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin u overlijdt. Dit wordt uitgekeerd tot het einde van de maand, waarin het kind de leeftijd van 21 jaar bereikt. Het wezenpensioen per kind bedraagt 14% van de som van het vanaf 1 januari 2006 tot en met 31 december 2013 opgebouwde ouderdomspensioen verhoogd met het per 31 december 2005 opgebouwde ouderdomspensioen; plus 20% van het vanaf 1 januari 2014 opgebouwde partnerpensioen en de indexaties (toeslagen). 8 Uw pensioen in het kort 2011 Als u vóór de pensioeningangsdatum overlijdt, bedraagt het wezenpensioen 14% van het tot en met 31 december 2013 opgebouwde ouderdomspensioen plus 20% van het tot de overlijdensdatum opgebouwde partnerpensioen plus 20% van het partnerpensioen op basis van uw laatst vastgestelde pensioengrondslag in de veronderstelling dat u tot uw 65e in dienst was gebleven. Bij meerdere kinderen wordt in totaal aan wezenpensioen maximaal 70% van het behaalbare ouderdomspensioen uitgekeerd. 3.4 Beschikbare Premieregeling Voor het salarisdeel boven € 82.700 geldt een beschikbare premieregeling (‘module beschikbare premie’). Vanaf 1 januari 2006 wordt het grensbedrag van € 82.700 bevroren, dat wil zeggen: niet meer verhoogd. Dit blijft zo tot een bedrag van € 60.000 inclusief indexaties hoger is dan € 82.700. Na die tijd wordt het grensbedrag jaarlijks verhoogd met de loonindex. Via deze excedentregeling wordt over het salarisdeel boven dit bedrag een premie beschikbaar gesteld voor de aankoop van extra pensioen. De premie is een percentage van het pensioengevend salaris boven het grensbedrag. Leeftijd op 1 januari Premiepercentage 21 - 24 25 - 29 30 - 34 35 - 39 40 - 44 45 - 49 50 - 54 55 - 59 60 - 64 6,0 % 7,3 % 8,9 % 10,8 % 13,2 % 16,1 % 19,9 % 24,6 % 30,8 % Voor iedere deelnemer die deelneemt aan de beschikbare premieregeling, wordt door het pensioenfonds bij een vermogensbeheerder een rekening geopend. Deze rekening staat weliswaar op naam van het pensioenfonds, echter het spaarsaldo is specifiek bestemd voor de deelnemer. De vermogensbeheerder belegt vervolgens de ingelegde premies volgens een bepaalde beleggingsmix. Het pensioenfonds biedt u een standaardbeleggingsmix aan. Deze beleggingsmix wordt naarmate de pensioendatum nadert zodanig aangepast dat naar het oordeel van het bestuur een maximale zekerheid van periodieke pensioenuitkeringen wordt bereikt. Stichting Pensioenfonds Staples 9 Als u geen gebruik wilt maken van de standaardbeleggingsmix, maar u wilt op een andere wijze – binnen de door de vermogensbeheerder aangeboden mogelijkheden – beleggen dan wordt er een klant- en risicoprofiel opgesteld. Dit wordt vastgelegd in een klantdossier. Hiervoor zult u een vragenlijst moeten invullen en alle benodigde informatie moeten verstrekken. U wordt vervolgens – op basis van uw klant- en risicoprofiel – geadviseerd over de spreiding van de beleggingen in relatie tot de duur van de periode tot de pensioendatum. De Stichting onderzoekt een keer per jaar of uw beleggingen zich binnen de geadviseerde grenzen bevinden. U ontvangt hier informatie over. Het rendement dat gemaakt wordt, komt geheel ten goede aan de rekening van de deelnemer. De enige kosten die in mindering worden gebracht zijn de aan- en verkoopkosten en de kosten inzake switchen. De overige kosten komen voor rekening van het pensioenfonds. Het totaal van premies en behaalde rendementen komt op de pensioendatum beschikbaar voor de aankoop van ouderdoms- en partnerpensioen. De beschikbare premieregeling heeft de vorm van een premieovereenkomst. Het kenmerk van een premieovereenkomst is dat geen pensioenbedrag wordt toegezegd, maar een premiebedrag. Dit premiebedrag wordt belegd. Met de premiestortingen en het daarover behaalde rendement wordt een kapitaal gevormd. Op de pensioendatum moet voor het kapitaal een pensioen worden aangekocht. Omdat de hoogte van het rendement niet van tevoren vaststaat en dus lager kan zijn dan verwacht, kan de hoogte van het kapitaal en het daarvoor aan te kopen pensioen tegenvallen. Dit rendementsrisico komt voor uw rekening. Wat betreft de hoogte van uw pensioen moet u er ook rekening mee houden dat het pensioentarief een onzekere factor is. Met het pensioentarief wordt bedoeld de prijs die op de pensioendatum moet worden betaald om op de pensioendatum 1 euro levenslang ouderdomspensioen aan te kopen. Naast de onzekerheid door het rendementsrisico is door de toenemende levensverwachting de kans aanwezig dat de prijs voor 1 euro pensioen in de toekomst hoger wordt. Dit betekent dat u voor hetzelfde kapitaal minder pensioen kunt aankopen. Dit wordt ook wel het lang leven risico genoemd. Dit komt dus, naast het rendementsrisico, ook voor uw rekening. Ook in de beschikbare premieregeling is een partnerpensioen verzekerd. Dit is een verzekering op risicobasis. Dit betekent dat u alléén verzekerd bent bij overlijden tijdens uw dienstverband. Gaat u uit dienst of overlijdt u na uw pensionering, dan is voor het salarisdeel boven € 82.700 géén partnerpensioen verzekerd, tenzij u ervoor hebt gekozen een partnerpensioen aan te kopen bij uitdiensttreding of pensionering. De risicopremies worden door de werkgever apart betaald en worden dus niet in mindering gebracht op de hiervoor vermelde beschikbare premies. 10 Uw pensioen in het kort 2011 3.5 Arbeidsongeschiktheidspensioen 3.5.1 Arbeidsongeschiktheidspensioen (module Excedentarbeidsongeschiktheidspensioen, boven grensbedrag-AO) Voor zover het pensioengevende salaris hoger is dan de WIA-uitkeringsgrens, heeft u recht op arbeidsongeschiktheidspensioen gedurende de uitkeringsperiode van de WIA en uiterlijk tot de pensioeningangsdatum. Als u eventueel een aanvullende uitkering van uw werkgever ontvangt, naast uw WIA-uitkering, gaat het arbeidsongeschiktheidspensioen pas in vanaf het moment dat de aanvullende uitkering is beëindigd. De maximale hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen is 70% van het deel van het pensioengevende salaris boven de WIA-uitkeringsgrens (grensbedrag-AO). De WIA-uitkeringsgrens bedraagt voor 2014 € 51.417. De maximale WIA-uitkering bedraagt 75% van dit bedrag (€ 38.563). Voorbeeld: Pensioengevend jaarsalaris WIA-uitkeringsgrens Verschil Maximaal arbeidsongeschiktheidspensioen (70%) -/- € 60.000 € 51.417 € 8.583 € 6.008 De hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen is vervolgens afhankelijk van het voor u geldende arbeidsongeschiktheidspercentage, vastgesteld door het UWV. Daarom wordt het pensioen vastgesteld op basis van onderstaande tabel. Percentage Percentage van het arbeidsongeschiktheid arbeidsongeschiktheids pensioen 100 % 80 % of meer 65 % tot 80 %72,5 % 55 % tot 65 %60 % 45 % tot 55 %50 % 35 % tot 45 %40 % Minder dan 35 %0 % Stichting Pensioenfonds Staples 11 Bovenstaande tabel is van toepassing als er sprake is van een WIA-uitkering (WGA). Ontvangt u een WAO-uitkering, dan is een andere tabel van toepassing. Voorbeeld bij 70% arbeidsongeschiktheid: Maximaal x Uitkeringspercentage = Arbeidsongeschikt- heidspensioen € 6.008 x 72,5 % = Arbeidsongeschiktheidspensioen € 4.356 3.5.2 Module risicoplus Het is mogelijk dat uw werkgever een extra verzekering voor u heeft afgesloten, waarin de volgende zaken zijn opgenomen: aanvullend partnerpensioen WGA-arbeidsongeschiktheidspensioen aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen U kunt bij uw werkgever navragen of deze extra verzekering ook voor u geldt. Hoe dit precies geregeld is, kunt u lezen in het pensioenreglement onder de module risicoplus. 3.6 Partner-, wezen- en arbeidsongeschiktheidspensioen voor aspirantdeelnemers Werknemers die de leeftijd van 21 nog niet hebben bereikt zijn aspirant-deelnemer. Aspirantdeelnemers hebben aanspraak op een partner-, wezen- en arbeidsongeschiktheidspensioen. De pensioenaanspraken van aspirant-deelnemers worden vastgesteld op basis van het laatst geldende pensioengevend jaarsalaris. Op het moment dat de aspirant-deelnemer deelnemer wordt of uit dienst treedt, vervallen de aanspraken van de aspirant-deelnemer. 3.7 Pensioenaanspraken na beëindiging deelnemerschap Na het einde van uw deelnemerschap in de pensioenregeling (anders dan door pensionering of arbeidsongeschiktheid), behoudt u aanspraken op ouderdoms-, partner- en wezenpensioen (ook wel premievrije aanspraken genoemd). Dit is bijvoorbeeld het geval als u uit dienst gaat. De hoogte van deze aanspraken is gelijk aan de aanspraken die u tot dat moment heeft opgebouwd. U ontvangt er een opgave van. Een nog niet ingegaan arbeidsongeschiktheidspensioen vervalt na beëindiging van het deelnemerschap. 12 Uw pensioen in het kort 2011 4. KEUZEMOGELIJKHEDEN In de pensioenregeling is een aantal keuzemogelijkheden opgenomen. Het gebruik maken van deze keuzemogelijkheden is overigens niet noodzakelijk. Als u hiervan geen gebruik maakt, gelden de standaardbepalingen uit het pensioenreglement. De keuzemogelijkheden betekenen dat de hoogte van uw ouderdomspensioen wijzigt. De gevolgen van de keuzemogelijkheden voor uw ouderdomspensioen kunt u berekenen met behulp van factoren die opgenomen zijn in de bijlage bij het pensioenreglement. 4.1 Vervroegde pensionering Voor het ouderdomspensioen geldt een pensioenrichtdatum van 65 jaar. U kunt het pensioenfonds verzoeken het ouderdomspensioen eerder of later in te laten gaan. De vroegst mogelijke datum is het moment waarop u de 60-jarige leeftijd bereikt en de laatste datum is de maand waarin de AOW-uitkering ingaat. Bij vervroegde pensionering wordt uw ouderdomspensioen lager en bij uitgestelde pensionering hoger. De hoogte van het partnerpensioen hoeft niet te wijzigen door vervroegde of uitgestelde pensionering. 4.2 Deeltijdpensionering Het is mogelijk om gedeeltelijk met pensioen te gaan en gelijktijdig parttime te blijven werken. Dit heet deeltijdpensioen. De periode dat u met deeltijdpensioen gaat moet minimaal een jaar zijn. Omdat hierdoor een gedeelte van uw ouderdomspensioen eerder ingaat dan de 65-jarige leeftijd, zal dit leiden tot een lager ouderdomspensioen. 4.3 Omzetting van ouderdomspensioen in partnerpensioen U kunt een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen bij pensioeningang en bij een eerdere beëindiging van het deelnemerschap gebruiken om een hoger partnerpensioen te verkrijgen. Na omzetting mag het verhoogde partnerpensioen niet meer dan 80% van het verlaagde ouderdomspensioen bedragen. Stichting Pensioenfonds Staples 13 4.4 Omzetting van partnerpensioen in ouderdomspensioen Op het moment van ingang van het ouderdomspensioen kunt u (een deel van) het partnerpensioen gebruiken om het ouderdomspensioen te verhogen. Na omzetting houdt u geen (of een lager) partnerpensioen over. 4.5 Variatie in pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen kunnen gedurende een periode van maximaal tien jaar aansluitend op de pensioeningangsdatum in aanvang hoger zijn dan in de periode daarna. Het hogere pensioen is maximaal 33% hoger dan het lagere pensioen. In de periode vóór 65 jaar kan een bedrag ter grootte van de dubbele AOW-uitkering voor een gehuwde buiten beschouwing blijven bij het vaststellen van deze fiscale grenzen. De hoogte van het partnerpensioen hoeft niet te wijzigen door de variatie in hoogte van het ouderdomspensioen. 14 Uw pensioen in het kort 2011 5. PENSIOENPREMIE De werkgever betaalt een groot deel van de kosten voor uw pensioenregeling. Door de deelnemers kan een deelnemersbijdrage verschuldigd zijn, waarvan de hoogte door de werkgever wordt vastgesteld. De deelnemersbijdrage wordt maandelijks of periodiek op uw maandsalaris ingehouden. Voor parttimers wordt de deelnemersbijdrage vastgesteld op basis van het pensioengevend jaarsalaris op fulltime basis en vervolgens vermenigvuldigd met de parttime factor. 5.1 Betalingsvoorbehoud Als het bedrijfsbelang dit noodzakelijk maakt als gevolg van een ingrijpende wijziging van omstandigheden kan de werkgeversbijdrage verminderd of zelfs helemaal gestopt worden. Als deze situatie zich voordoet zullen de pensioenaanspraken die u nog zou opbouwen aan de gewijzigde omstandigheden worden aangepast. U zult hiervan onmiddellijk schriftelijk op de hoogte worden gebracht. De pensioenaanspraken die u al heeft opgebouwd veranderen overigens niet. De mogelijke wijziging betreft dus alleen de in de toekomst nog op te bouwen pensioenaanspraken. Stichting Pensioenfonds Staples 15 6. PENSIOENUITKERING Ieder jaar krijgt u van het pensioenfonds een overzicht van uw pensioenopbouw. In dit overzicht staat hoeveel pensioen u kunt verwachten op uw 65-jarige leeftijd en wat u tot dan toe al heeft opgebouwd. 6.1 Uitbetaling Wanneer u met pensioen gaat, krijgt u een opgave van de hoogte van het ouderdomspensioen en van het nabestaandenpensioen. Het pensioenfonds betaalt het pensioen maandelijks aan u uit. 6.2 Inhoudingen op uw pensioenuitkering Op uw pensioenuitkering moet nog loonheffing (belastingen) en een bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) worden ingehouden. Het pensioenfonds houdt dit al op uw pensioen in voordat het fonds het pensioen aan u uitbetaalt. U krijgt elk jaar een opgave waarop precies staat hoeveel pensioen het pensioenfonds aan u heeft uitgekeerd en wat daarop is ingehouden aan loonheffing en inkomensafhankelijke premie Zorgverzekeringswet. 6.3 Toeslagverlening 6.3.1 Toeslag pensioenrecht (actieve deelnemers) Het pensioenfonds probeert de al opgebouwde pensioenen jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de loonindex. U hebt door deze verhoging en de verwachting voor de komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst. Voor de voorwaardelijke verhoging is bepalend dat, naar het oordeel van het bestuur, de financiële situatie van het fonds dit toelaat. Indien het bestuur in een jaar bepaalt dat dit niet het geval is, dan zal de werkgever een aanvullende storting doen tot het niveau van de loonindex. De aanvullende toeslag die mogelijk wordt door de aanvullende storting door de Werkgever zal niet meer bedragen dan noodzakelijk is om tezamen met de door het pensioenfonds verleende toeslag een toeslag van 1% te kunnen verlenen. Dit betekent dat de opgebouwde pensioenaanspraken jaarlijks gegarandeerd met de loonindex tot een maximum van 1% worden verhoogd om deze waardevast te houden. Er is geen recht op toekomstige toeslagen van meer dan 1%. De verhoging van uw pensioenaanspraak van meer dan 1% is voorwaardelijk. Een besluit om in enig jaar een toeslag te verlenen, vormt geen garantie voor te verlenen toeslagen in toekomstige jaren en houdt geen inperking in van de beleidsvrijheid die het bestuur op dit punt heeft. 16 Uw pensioen in het kort 2011 Het pensioenfonds voert periodiek een continuïteitsanalyse uit, volgens de voorschriften van de toezichthouder. Hieruit blijkt welk percentage van de maximale toeslag op de lange termijn verwacht mag worden. Het pensioenfonds zal dit percentage publiceren. Hieronder treft u de verhoging van de opgebouwde pensioenen aan die in de afgelopen drie jaar bij Stichting Pensioenfonds Staples hebben plaatsgevonden (de toeslagverlening). Tevens is vermeld in hoeverre deze toeslagverlening in overeenstemming was met het geformuleerde voorwaardelijke toeslagbeleid. Ten slotte treft u onze verwachting aan ten aanzien van de toekomstige toeslagverlening. Deze informatie kan onder andere van belang zijn bij uw keuze om al dan niet een waardeoverdracht toe te passen. Aanpassing Pensioenen Actieven Het pensioenfonds probeert jaarlijks het opgebouwd pensioen van actieve deelnemers te verhogen op basis van de loonindex-ontwikkeling. U hebt door deze verhoging en de verwachting voor de komende jaren niet meteen recht op verhogingen in de toekomst. Het pensioenfonds heeft voor deze voorwaardelijke toeslagverlening geen geld gereserveerd of een extra premie gevraagd om het (opgebouwde) pensioen in de toekomst te verhogen. Datum 1 januari 2012 1 januari 2013 1 januari 2014 Loonindex-stijging Toegepaste toeslagverlening 1,58 %1,00 % 1,71 %1,00 % 0,99 %0,99 % De toegepaste toeslagverlening in de jaren 2012, 2013 en 2014 was volledig in overeenstemming met het geformuleerde toeslagbeleid. Verwachting Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Staples verwacht – op basis van een uitgevoerde studie hiernaar – dat de verhoging van uw (opgebouwde) pensioen de komende jaren een groot deel van de genoemde index zal bedragen. De verhoging kan echter per jaar verschillen. Op onze website is het percentage van de maatstaf (stijging van de loon- c.q. prijsindex) opgenomen dat u bijna altijd ontvangt. De wijze waarop dit percentage is vastgesteld – en een toelichting hierop – is ook op onze website opgenomen. Stichting Pensioenfonds Staples 17 De voorwaarden waaronder de pensioenaanspraken- en rechten door middel van een toeslagverlening worden verhoogd, treft u aan in het pensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Staples. Hierin is ook opgenomen op welke wijze de ‘Prijsindex’ en ‘Loonindex’ worden vastgesteld. U kunt geen rechten ontlenen aan de in het verleden toegepaste verhogingen en de verwachtingen voor de komende jaren. 6.3.2 Toeslag pensioenrecht (inactieve deelnemers) Het pensioenfonds probeert de pensioenrechten van inactieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van het prijsindexcijfer. U hebt door deze verhoging en de verwachting voor de komende jaren niet meteen recht op verhogingen in de toekomst. Voor de voorwaardelijke verhoging is bepalend dat, naar het oordeel van het bestuur van het pensioenfonds, de situatie van het fonds dit toelaat. De verlening van toeslag wordt gefinancierd uit de beleggingsrendementen. Voor mogelijk nog in de toekomst te verlenen toeslag wordt geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. Het bestuur van het pensioenfonds beslist jaarlijks in hoeverre een toeslag kan worden verleend. Het bestuur zal daarbij een leidraad hanteren waarin zijn opgenomen de uitgangspunten die gelden voor toekenning van een indexatie. Indien de omstandigheden dit naar het oordeel van het bestuur noodzakelijk maken, kan het bestuur echter ook afwijken van de leidraad. Er is geen recht op toekomstige toeslagen. De verhoging van uw pensioenrecht is voorwaardelijk. Een besluit om in enig jaar een toeslag te verlenen, vormt geen garantie voor te verlenen toeslagen in toekomstige jaren en houdt geen inperking in van de beleidsvrijheid die het bestuur op dit punt heeft. Het pensioenfonds voert periodiek een continuïteitsanalyse uit, volgens de voorschriften van de toezichthouder. Hieruit blijkt welk percentage van de maximale toeslag op de lange termijn verwacht mag worden. Het pensioenfonds zal dit percentage publiceren. Hieronder treft u de verhoging van de opgebouwde pensioenen aan die in de afgelopen drie jaar bij Stichting Pensioenfonds Staples hebben plaatsgevonden (de toeslagverlening). Tevens is vermeld in hoeverre deze toeslagverlening in overeenstemming was met het geformuleerde 18 Uw pensioen in het kort 2011 voorwaardelijke toeslagbeleid. Ten slotte treft u onze verwachting aan ten aanzien van de toekomstige toeslagverlening. Deze informatie kan onder andere van belang zijn bij uw keuze om al dan niet een waardeoverdracht toe te passen. Aanpassing Pensioenen Inactieven Het pensioenfonds probeert jaarlijks het pensioen/opgebouwd pensioen van inactieve deelnemers te verhogen op basis van de ontwikkeling van de consumentenprijsindex. Het pensioenfonds heeft voor deze voorwaardelijk toeslagverlening geen geld gereserveerd of een extra premie gevraagd om het (opgebouwde) pensioen in de toekomst te verhogen. Datum 1 januari 2012 1 januari 2013 1 januari 2014 Prijsindex-stijging Toegepaste toeslagverlening 2,33 %0,00 % 2,03 %0,45 % 0,90 %0,33 % De toegepaste toeslagverlening in de jaren 2012, 2013 en 2014 was volledig in overeenstemming met het geformuleerde toeslagbeleid. Verwachting Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Staples verwacht – op basis van een uit-gevoerde studie hiernaar – dat de verhoging van uw (opgebouwde) pensioen de komende jaren een groot deel van de genoemde index zal bedragen. De verhoging kan echter per jaar verschillen. Op onze website is het percentage van de maatstaf (stijging van de loon- c.q. prijsindex) opgenomen dat u bijna altijd ontvangt. De wijze waarop dit percentage is vastgesteld – en een toelichting hierop – is ook op onze website opgenomen. De voorwaarden waaronder de pensioenaanspraken- en rechten door middel van een toeslagverlening worden verhoogd, treft u aan in het pensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Staples. Hierin is ook opgenomen op welke wijze de ‘Prijsindex’ en ‘Loonindex’ worden vastgesteld. U kunt geen rechten ontlenen aan de in het verleden toegepaste verhogingen en de verwachtingen voor de komende jaren. Stichting Pensioenfonds Staples 19 7. PENSIOENOPBOUW BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID Als u als deelnemer arbeidsongeschikt raakt, heeft u vanaf het moment dat u recht heeft op een wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA), recht op premievrije voortzetting van uw pensioenopbouw (ouderdoms-, partner- en wezenpensioen). Deze voortzetting van pensioenopbouw vindt volledig of gedeeltelijk plaats, afhankelijk van uw arbeidsongeschiktheidspercentage (vastgesteld door het UWV). De premievrije voortzetting eindigt op de pensioeningangsdatum of eerder, als u minder dan 35% arbeidsongeschikt bent. De mate van voortzetting van de pensioenopbouw is daardoor afhankelijk van het voor u geldende arbeidsongeschiktheidspercentage volgens de WIA. In de tabel kunt u aflezen in hoeverre de pensioenregeling wordt voortgezet. Bij een percentage arbeidsongeschiktheid van Bedraagt de voortzetting pensioenopbouw 80 % - 100 %100 % 65 % - 80 %72,5 % 55 % - 65 %60 % 45 % - 55 %50 % 35 % - 45 %40 % 25 % - 35 %0 % 15 % - 25 %0 % 20 Uw pensioen in het kort 2011 8. PENSIOEN EN SCHEIDING Als u gaat scheiden, heeft uw ex-partner recht op een deel van het pensioen dat u heeft opgebouwd. Dit recht kan zowel gelden voor het ouderdomspensioen als het partnerpensioen. 8.1Verevening van ouderdomspensioen Degene met wie u gehuwd bent geweest of met wie u een bij de burgerlijke stand geregistreerd partnerschap bent aangegaan, heeft recht op de helft van het ouderdomspensioen dat is opgebouwd tijdens de periode van huwelijk of geregistreerd partnerschap. Het kan overigens zijn dat u in de huwelijkse- of partnerschapvoorwaarden of in het scheidingsconvenant een andere verdeling heeft afgesproken. Het verdelen van het ouderdomspensioen noemen we verevening. Zowel u als uw ex-partner ontvangt een opgave van het ouderdomspensioen na scheiding. Overigens wordt het ouderdomspensioen ook verevend bij scheiding van tafel en bed. Er vindt geen verevening plaats bij beëindiging van het ongehuwd samenwonen. Op het moment dat uw ouderdomspensioen ingaat, krijgt uw ex-partner recht op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen. Het pensioenfonds keert het pensioen rechtstreeks uit aan uw ex-partner. Na het overlijden van uw ex-partner maakt het pensioenfonds weer het hele ouderdomspensioen aan u zelf over. U kunt afspreken dat u en uw ex-partner beiden een zelfstandig ouderdomspensioen krijgen. We spreken dan over conversie van het ouderdomspensioen. Daarbij zal ook het bijzonder partnerpensioen (als bedoeld onder 8.2) worden betrokken. Bij conversie gaat het verevende ouderdomspensioen in op het moment dat uw ex-partner dat wil (liggende tussen 60 en 65 jaar). Als uw ex-partner overlijdt, vervalt het verevende ouderdomspensioen definitief. Mocht u eerder komen te overlijden dan uw ex-partner, dan behoudt hij het verevende ouderdomspensioen. Het partnerpensioen (zoals aangegeven onder 8.2) is reeds door conversie komen te vervallen. Een aanvraag voor verevening of conversie kunt u tot twee jaar na de scheidingsdatum bij het pensioenfonds indienen. Het formulier voor die aanvraag is verkrijgbaar via uw echtscheidingsadvocaat of het is te downloaden op de website van de rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl). Stichting Pensioenfonds Staples 21 8.2 Vaststelling van bijzonder partnerpensioen In geval van scheiding heeft uw ex-partner (ook) recht op het partnerpensioen dat is opgebouwd tot het moment van einde van het huwelijk, geregistreerde partnerschap of de gezamenlijke huishouding. Ook hiervan kan door u en uw ex-partner zijn afgeweken in huwelijkse- of partnerschapvoorwaarden of in het echtscheidingsconvenant. Het deel van het partnerpensioen waarop uw ex-partner recht heeft, wordt een bijzonder partnerpensioen genoemd. Ingeval u overlijdt, zal uw ex-partner daarom het bijzonder partnerpensioen ontvangen. Bij conversie van het ouderdomspensioen (zie hierover onder 8.1) wordt ook het eventuele bijzondere partnerpensioen omgezet in ouderdomspensioen ten behoeve van uw ex-partner. Het bijzondere partnerpensioen komt daarmee te vervallen. 22 Uw pensioen in het kort 2011 9. WAARDEOVERDRACHT Als u een nieuwe baan heeft, dan zal dit gevolgen hebben voor uw pensioenopbouw. De opbouw bij de oude werkgever stopt en u wordt deelnemer in de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. U kunt ervoor kiezen om het pensioen dat u heeft opgebouwd bij uw oude werkgever over te dragen naar de pensioenuitvoerder van de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. U verkrijgt dan pensioenaanspraken in de nieuwe pensioenregeling. U heeft daardoor geen recht meer op pensioen van het oude pensioenfonds. Dit noemen we waardeoverdracht. Waardeoverdracht helpt om een pensioenbreuk te beperken of te voorkomen. Pensioenuitvoerders (pensioenfondsen en pensioenverzekeraars) zijn verplicht om mee te werken aan verzoeken tot waardeoverdrachten met betrekking tot dienstbetrekkingen die zijn beëindigd op of na 8 juli 1994. 9.1 Wel of geen waardeoverdracht U kunt waardeoverdracht overwegen als dit naar verwachting financieel voor u voordeliger is. Om dit te kunnen beoordelen is het relevant te weten hoe de financiële situatie van de oude en de nieuwe pensioenuitvoerder is, evenals hoe de pensioenregeling van de nieuwe werkgever luidt (vooral het type regeling en de toeslagbepaling). Voor meer informatie hierover kunt u zich wenden tot de oude of de nieuwe pensioenuitvoerder. Een tweede voordeel van waardeoverdracht is dat uw pensioenaanspraken bij één pensioenuitvoerder worden ondergebracht. Dit is voor uzelf overzichtelijker en u krijgt te zijner tijd van één pensioenuitvoerder pensioen uitbetaald. 9.2 Waardeoverdracht aanvragen U heeft recht op waardeoverdracht bij een individuele wisseling van werkgever (hierop zijn enkele specifieke uitzonderingen). Om recht te hebben op een waardeoverdracht moet u binnen zes maanden nadat u in dienst bent getreden bij uw nieuwe werkgever, bij uw nieuwe pensioenuitvoerder een verzoek tot waardeoverdracht indienen. Dan vraagt uw nieuwe pensioenuitvoerder een opgave op van uw pensioenaanspraken bij de oude pensioenuitvoerder. Aan de hand daarvan wordt een offerte opgesteld voor de waardeoverdracht. Als u hiermee akkoord gaat, wordt de waardeoverdracht in gang gezet. In het geval er geen sprake is van een wettelijk recht op waardeoverdracht – bijvoorbeeld omdat er sprake is van een collectieve waardeoverdracht of omdat de termijn van zes maanden is verstreken – kunnen de betrokken pensioenuitvoerders toch meewerken aan de waardeoverdracht. De pensioenuitvoerders zijn hier echter niet toe verplicht. Stichting Pensioenfonds Staples 23 10. I N F O R M AT I E V E R P L I C H T I N G E N Om de pensioenregeling goed te kunnen uitvoeren, is het van belang dat het pensioenfonds over voldoende informatie beschikt. Om deze reden bent u verplicht om aan het pensioenfonds alle gevraagde inlichtingen te verstrekken die voor de pensioenregeling van belang zijn. Het pensioenreglement geeft aan welke inlichtingen u moet verstrekken. Ook is het van belang dat u het pensioenfonds zo spoedig mogelijk op de hoogte brengt van een (nieuw) partnerschap, ontbinding van de partnerrelatie, overlijden van uw partner en een adreswijziging. Als u een wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA) ontvangt, bent u verplicht het pensioenfonds onmiddellijk op de hoogte te stellen van elke wijziging in de mate van arbeidsongeschiktheid (door UWV vastgesteld). Het pensioenfonds verstrekt u op verzoek: het pensioenreglement; een jaarverslag en de jaarrekening; de uitvoeringsovereenkomst; relevante informatie over beleggingen; informatie die specifiek voor u relevant is; een opgave van de hoogte van uw opgebouwde pensioenaanspraken (gewezen deelnemer); bij deelname aan de beschikbare premieregeling: informatie over beleggingsmogelijkheden en -portefeuille, de risicopositie en de kosten in verband met beleggen; een indicatie van het te bereiken kapitaal op basis van een drietal scenario’s (een pessimistisch, een midden- en een optimistisch); een indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen op de pensioendatum bij aanwending van het verzekerd kapitaal; een verklaring inzake beleggingsbeginselen; het kortetermijnherstelplan (indien aanwezig); het langetermijnherstelplan (indien aanwezig); de hoogte van de dekkingsgraad; informatie over het van toepassing zijn van een aanwijzing van de toezichthouder (indien aanwezig); informatie over de aanstelling van een bewindvoerder (indien aanwezig); informatie (berekening) over de gevolgen van uitruil. Verder verstrekt het pensioenfonds u de geldende klachtenregeling. 24 Uw pensioen in het kort 2011 11. KLACHTEN- EN GESCHILLENREGELING Mocht u een klacht hebben – of er ontstaat een geschil – dan geldt hiervoor een klachten- en geschillenregeling. Kort samengevat geldt bij een klacht of geschil de volgende procedure. Heeft u een klacht dan dient u dit schriftelijk te melden bij het pensioenfonds. U krijgt vervolgens een reactie van de afdeling Pensioenservice. Mocht u het met de uitkomst niet eens zijn, dan kunt u dit schriftelijk kenbaar maken aan het bestuur van het pensioenfonds. Hierop volgt een reactie van het bestuur. Indien niet volledig aan de klacht wordt tegemoet gekomen, doet het bestuur haar reactie vergezeld gaan van een uiteenzetting over de mogelijkheid om het ontstane geschil voor te leggen aan de Ombudsman Pensioenen of aan de burgerlijke rechter. Indien de klacht wordt voorgelegd aan de Ombudsman Pensioenen acht het pensioenfonds zich gehouden aan het advies dat de Ombudsman Pensioenen geeft aan het pensioenfonds, tenzij het bestuur van oordeel is dat zwaarwegende argumenten zich daartegen verzetten. De volledige procedure en de termijnen die hierbij gelden zijn opgenomen in de klachtenen geschillenregeling. Deze is te vinden op de website van het pensioenfonds en kan ook schriftelijk bij het pensioenfonds worden opgevraagd. Stichting Pensioenfonds Staples 25 12. NUTTIGE ADRESSEN Hieronder is nog een aantal nuttige adressen opgenomen. Stichting Pensioenfonds Staples Hoogoorddreef 62 1101 BE Amsterdam www.pensioenfondsstaples.nl Vereniging Gepensioneerden Buhrmann (CE/Staples) www.gepensioneerdenbuhrmann.nl Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen Postbus 93158 2509 AD Den Haag www.opf.nl Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag 070 – 333 44 44 www.minszw.nl Sociale Verzekeringsbank Het districtskantoor is afhankelijk van uw woonplaats. U kunt dit nalezen op de website. www.svb.org UWV (Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen) Het districtskantoor is afhankelijk van uw woonplaats. U kunt dit nalezen op de website. 0900 – 9294 www.uwv.nl 26 Uw pensioen in het kort 2011 Ombudsman Pensioenen Bordewijklaan 10 2591 XR Den Haag 070 – 333 89 99 www.ombudsmanpensioenen.nl Rijksoverheid formulier melding echtscheiding www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/scheiden/documenten-en-publicaties/ brochures/2009/10/06/formulier-mededeling-van-scheiding-in-verband-metverdeling-van-ouderdomspensioen www.mijnpensioenoverzicht.nl Stichting Pensioenfonds Staples 27 13. BEGRIPPENLIJST Aspirant-deelnemer Een aspirant-deelnemer is een werknemer van de Staples ondernemingen die jonger dan 21 jaar is. AOW Algemene ouderdomswet. Beschikbare premieregeling De werkgever stelt een premie beschikbaar voor de deelnemers. De premie is een percentage van het excedent-pensioengevend jaarsalaris en afhankelijk van de leeftijd. Voor iedere deelnemer waarvoor de beschikbare premieregeling geldt, wordt bij een vermogensbeheerder een BPS-rekening geopend op naam van de Stichting Pensioenfonds Staples. De (gewezen) deelnemer belegt de ingelegde premies in fondsen van de vermogensbeheerder. Het rendement op die beleggingen komt geheel ten goede van de rekening ten behoeve van de (gewezen) deelnemer. Deelnemer Een deelnemer is een werknemer van de Staples ondernemingen die 21 jaar of ouder is. Franchise Iedere Nederlander bouwt jaarlijks AOW op. Dit wordt uitgekeerd vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd en voorziet in een basispensioen. Over dit deel wordt geen pensioen opgebouwd, omdat dit al opgenomen is in de AOW. Gewezen deelnemer Als u geen pensioen meer opbouwt bij het pensioenfonds maar nog wel pensioenaanspraken bij het pensioenfonds hebt staan dan bent u een gewezen deelnemer, ook wel slaper genoemd. De gewezen deelnemer behoort tot de groep inactieve deelnemers. Loonindex Het indexcijfer van de CAO-lonen per maand inclusief bijzondere beloningen bij bedrijven, werkzaam in de particuliere sector (voor volwassenen en jeugdige werknemers) zoals dat wordt gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ouderdomspensioen De uitkering die u ontvangt vanaf de pensioeningangsdatum tot het moment dat u komt te overlijden. 28 Uw pensioen in het kort 2011 Partner Degene met wie u gehuwd bent, bij de burgerlijke stand een geregistreerd partnerschap bent aangegaan, of degene met wie u een gezamenlijke huishouding voert zoals omschreven in het pensioenreglement. Partnerpensioen De uitkering die uw partner ontvangt na uw overlijden. Pensioenfonds Stichting Pensioenfonds Staples. Pensioengerechtigde Degene die volgens de bepalingen van de statuten en het reglement periodieke pensioenuitkeringen ontvangt. De pensioengerechtigde behoort tot de groep inactieve deelnemers. Pensioengrondslag Het deel van uw pensioengevend jaarsalaris waarover u pensioen opbouwt. Dit is het pensioengevende jaarsalaris min de franchise. Pensioengevend jaarsalaris Het totaal vast bruto jaarinkomen (TVI) dat gelijk is aan 12 maal het vast overeengekomen maandsalaris of 13 maal het periodesalaris, vermeerderd met de vakantietoeslag, geldend per 1 mei op fulltime basis, als omschreven in de individuele arbeidsovereenkomst. Prijsindexcijfer De consumentenprijsindex, alle huishoudens, afgeleid, zoals die wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. UWV Uitkeringsorgaan werknemersverzekeringen. WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Stichting Pensioenfonds Staples 29 BIJLAGE I. AANGESLOTEN ONDERNEMING Per 1 januari 2014 zijn onderstaande ondernemingen aangesloten bij de Stichting Pensioenfonds Staples, dit geldt echter niet in alle gevallen voor alle medewerkers. Onderneming Vestigingsplaats Staples Nederland Holding BV Staples Nederland BV Tetterode-Nederland BV PSG Holding BV Staples Promotional Products Europe Ltd Amsterdam Almere Almere Almere Amsterdam Stichting Pensioenfonds Staples Hoogoorddreef 62 1101 BE Amsterdam 30 Uw pensioen in het kort 2011 Stichting Pensioenfonds Staples 31 Stichting Pensioenfonds Staples Hoogoorddreef 62 1101 BE Amsterdam 32 Uw pensioen in het kort 2011
© Copyright 2024 ExpyDoc