21 mei 2014 - Gemeente Utrecht

Wijkraad Zuidwest
Postbus 5013,
3502 JA Utrecht
Aan het college van B en W,
t.a.v. mw. M. Jongerius
cc: wijkwethouder P. Jansen, raadsleden
Datum: 21 mei 2014.
Betreft: Advies inzake collegeakkoord.
Geacht college,
De Wijkraad Zuidwest heeft kennis genomen van het Coalitieakkoord "Utrecht maken we samen" en
met name van het hierin geuite voornemen tot samenvoeging van leefbaarheidsbudget en flexibel
welzijnsbudget in 2015 tot een initiatievenbudget.
Nu de uitwerking van dit plan nog pas aan het begin staat wil de Wijkraad vanuit haar
praktijkervaring graag een 4-tal adviezen geven.
Wij gaan daarbij uit van het naar onze mening doel van het huidige leefbaarheidsbudget: het de
burgers mogelijk maken zelf initiatieven te ontplooien ter verbetering van hun eigen leefomgeving,
op basis van een voldoende draagvlak in hun omgeving. De burgers krijgen op die wijze als het ware
een mogelijkheid een klein deel van het gemeentelijk budget te besteden aan zaken, die hen aan het
hart gaan. Dit past in uw voornemen, verwoord op verschillende plekken in het coalitieakkoord,
eigen initiatief van burgers te faciliteren.
Hiermee hangt naar onze mening en ervaring onverbrekelijk samen, dat de uitvoering van het
budgetprogramma op zo laag mogelijk niveau wordt gerealiseerd, waardoor de wijkregisseurs nu,
behoudens bij zeer omvangrijke aanvragen, de centrale rol bij de toekenning spelen. Dit zonder dat
afstemming met wijkwethouder of vakafdelingen hierdoor tekort komt.
Ons eerste advies is de uitvoering van het nieuwe initiatievenbudget op decentraal niveau te houden,
bij de wijkregisseurs, waar aanvragen door lokale kennis snel beoordeeld kunnen worden en
aanvragers een persoonlijk aanspreekpunt hebben. Een meer centralistische uitvoering van het
initiatievenbudget zou voor ons reden tot zorg zijn.
Een ander aspect is de termijn van afhandeling en concrete uitbetaling van toegezegde gelden aan
de burgers. In de vorige collegeperiode is het beoordelings- en afhandelingsproces aangepast, met
onder andere inschakeling van het subsidiebureau. Ons is ter ore gekomen dat het proces
langduriger is geworden dan voorheen, vermoedelijk door toename van het aantal stappen en
betrokkenen in de gemeentelijke organisatie. Daadwerkelijke uitbetaling laat daardoor ook langer op
zich wachten.
Ons tweede advies is dan ook om in het kader van het door U voorgenomen programma "Utrecht:
goed geregeld" de snelheid te evalueren waarmee de gemeente actieve burgers antwoordt en
uitbetaalt. Evaluatie van het huidige afhandelingsproces rond het leefbaarheidsbudget kan hierbij
dienstig zijn. Voorkom dat de (vaak niet gefortuneerde) aanvrager/bewoner/initiatiefnemer als
burger voorfinancier van de gemeente moet worden.
U noemt in het coalitieakkoord ook als wens, dat aanvragen uit het budget co-financiers kennen. Dit
is op zich geen nieuw verschijnsel, ook nu komt dit voor. Het is ons echter niet duidelijk, of het
college dit als preferentie of als eis wil gaan hanteren.
Ons derde advies is deze co-financiering niet als eis te hanteren.
Dit op grond van de volgende argumenten:
- een aanvraag gaat nu al gepaard met een inspanning van de betrokken burgers: ideevorming,
plannen, draagvlak zoeken, organiseren. Niet voor niets is het gezegde: tijd is geld. Niet onderschat
moet worden welke eigen bijdrage de actieve burger op deze wijze al levert; is bedoeld dat deze
burger de gewenste activiteiten of voorzieningen ook deels zelf gaat betalen? Dan zou de kwantiteit
van initiatieven wel eens sterk qua stadsdeel kunnen gaan verschillen. Is de gemeente zich
voldoende bewust van haar rol als partner van de actieve burger?
- de vraag is, welke andere co-financiers beschikbaar zijn. De meeste, die wij ons kunnen voorstellen
(b.v. corporaties, fondsen, ondernemingen met MVO-programma) hebben een eigen subsidiebeleid
en zullen alleen geld geven als een activiteit daarin past, of zij organiseren een wedstrijd onder eigen
leden (b.v. RABO Dichtbijfonds). Het eigen initiatief van de burger wordt zo getoetst door
buitenstaanders.
De gedachte, dat de burger over een deel van het publieke budget medezeggenschap heeft,
verdwijnt op deze wijze makkelijk uit beeld. Extreem gesproken kan zelfs gebeuren, dat de gemeente
de co-financier subsidieert omdat die enkele burgers warm voor zijn zaak heeft gekregen. Wij
vermoeden ook, dat in zeker een deel van onze wijk burgers geen groot netwerk hebben richting
financieringsbronnen, hun mogelijkheden hun leefomgeving positief te beïnvloeden mogen niet
achterblijven bij die van andere Utrechters. Het kan in de huidige situatie voor de gemeente
noodzakelijk zijn te bezuinigen, ook op het leefbaarheidsbudget, maar het is een illusie te denken,
dat co-financiering dit gat gegarandeerd gaat vullen.
Tenslotte: uw college heeft het voornemen te gaan evalueren hoe de werkwijze met sociaal
makelaars heeft bijgedragen aan de doelstelling: het inspelen op en ondersteunen van activiteiten en
initiatieven vanuit de wijk. Wij willen daarnaast als vierde advies geven ook te bezien of de
doelstelling voldoende wordt ondersteund met communicatieplatforms waarop de burger zelf actief
kan zijn. Als voorbeeld: Jijmaakt Utrecht.nl.
Met belangstelling zien wij uw reactie tegemoet.
Namens de Wijkraad Zuidwest,
Mw. A. van Maarseveen, voorzitter