het hoofd de vinger de hand het oog het oor de

augustus/september
2014
het hoofd
de vinger
de hand
het oog
het oor
de neus
de arm
de schouder
de mond
de buik
het been
de knie
de voet
de teen
Wat behandelen we in de klas tijdens het thema Mensen:
Taal:
- In onze woordenschatlessen hebben de volgende woordclusters een plek:




Hoofd, schouders, knie en teen,
over ons lichaam en alle onderdelen daarvan. Hoe ziet ons lijf eruit? Maar ook: wat doe je met je
handen, je ogen, je knieën enz. Daarbij komen ook bijvoorbeeld begrippen als ‘je armen spreiden’,
‘met je ogen knipperen’, ‘in het rond kijken’ en ‘de houding’ aan bod.
Dank je wel, daar ben ik blij mee!
over hoe je je voelt en hoe je dat kunt (laten) zien aan een ander. We praten o.a. over mopperen,
stampvoeten, elkaar begroeten, afscheid nemen. En wat is bijvoorbeeld ‘een compliment’ en hoe
geef of ontvang je dat?
Alle mensen!
over je familie en wie en wat daarbij hoort. Op wie lijk je? Wat is je gezin?
Passen en meten
allerlei begrippen die horen bij het meten van lengte en gewicht.
- Letters en klanken:
In groep 1 staat tijdens dit thema de i centraal. In groep 2 herhalen we deze klank en is de u de nieuwe
klank en letter. Let op de uitspraak van de klanken!
Rekenen:
- we maken een getallenboekje. In groep 1 zoeken we allerlei dingen waar er 1 van zijn. Zo komt het getal
1 in allerlei vormen en betekenissen terug door het thema heen.
In groep 2 doen we hetzelfde met het getal 6. Waar zijn er 6 van? Hoe ziet de 6 eruit?
-
-
We gaan passen en meten. We meten hoe lang we zijn. Zijn we gegroeid? Wie is het langst? We
zetten het op een rij en maken zo een grafiek.
‘je kunt ook allerlei dingen meten, bijvoorbeeld met je handen of je voeten. Geeft dat hetzelfde
resultaat? We spreken een maateenheid af.
Ook het tellen staat centraal dit thema.
We tellen hoeveel ogen, neuzen, oren, vingers, handen, etc. we hebben… we tellen dit bij onszelf
en bij de ander.
Spelletjes voor thuis:
 Leuk om thuis te doen: fluisterspelletjes of geluiden raden (met de ogen dicht).
 Laat u kind smaken proeven en leer het zo wat zoet is of juist zuur. Zout is heel anders en bitter ?
 Voel hoe zacht iets kan zijn, hoe glad of juist heel ruw. Met de ogen dicht voel je beter en raden wat
er onder een doek ligt is nóg leuker.
 Bekijk samen met uw kind een fotoboek of foto’s van toen uw kind nog baby was… of misschien wel
van toen u nog baby was. Bespreek samen met uw kind wat u ziet. (waren je haren toen lang of
kort? Kon je al lopen? Kon je al praten?)
Filmpjes kijken op internet over het thema?
 ideeën voor beweegspelletjes: www.beweegkriebels.nisb.nl
 een filmpje over passen en meten
http://m.schooltvbeeldbank.nl/po.html#/video.html?id=20120618_rekenmmp2_01&c=pk
 een filmpje van sesamstraat “een toren tot aan je oren”
http://m.schooltvbeeldbank.nl/po.html#/video.html?id=20140403_toren01&c=pk
 het liedje hoofd, schouders, knie en teen met bewegingen.
https://www.youtube.com/watch?v=FNsofwzZ6AQ
Dit boek lezen we in groep 2
Dit boek lezen we in groep 1
Leuke boeken om thuis te lezen tijdens dit thema zijn:
Het is leerzaam, belangrijk en zeker ook leuk om uw kind voor te lezen…
Tips:
 Bekijk de voorkant… Als we naar de voorkant kijken kunnen wij dan bedenken waar
het boek over gaat?
 Bekijk alle prenten in het boek en bespreek wat er allemaal te zien is. (nog niet
voorlezen)
 Lees het boek voor en stel na het lezen vragen over het boek.. Wat gebeurde er? Over
wie ging het verhaal?