BEWEGINGSAPPARAAT Tijdens de toets moeten we inspectie en

BEWEGINGSAPPARAAT
Tijdens de toets moeten we inspectie en palpatie van 1 gewricht laten zien. Het
handigste is om hiervoor knie, vingerkootje of pols te nemen. Ook doen we tijdens de
toets het lichamelijk onderzoek maar aan 1 kant van het lichaam.
Schouder
Inspectie
Kijken naar vorm, uiterlijk en kleur
Vorm en uiterlijk:
 Symmetrie
 Sleutelbeen
 Welvingen, holtes
 Hoge schouders
 Zwelling (kan duiden op ontsteking, artrose)
Kleur:
Een rode kleur betekent ontsteking huid of gewricht. Voelen of het warm is!
Palpatie
 Pijnlijk? Kan duiden op peesontsteking.
 Kan je de gewrichtsspleet voelen (bij kleinere gewrichten)? Bij artrose of langdurige
gewrichtsproblemen kan het anders aanvoelen.
 Voelen rand clavicula en schouderdak
 Aan de voorkant het deel van de schouder dat naar voren steekt = benige punt
 Schouderblad rondom bevoelen (achterkant)
Functie onderzoek actief
 Schouders optrekken en laten zakken
 Abductie, zijwaarts tot recht boven hoofd
 Adductie, hand en arm voor je langs strekken, moet tot 90 graden kunnen
 Anteflexie, beide armen naar voren en recht boven hoofd
 Retroflexie, beide armen naar achteren
 Exorotatie, vanuit ellebogen hand naar buiten draaien
 Endorotatie, ellebogen van je af en polsen op de rug.
Functie onderzoek passief
Doe je in de praktijk alleen bij afwijkingen actief onderzoek. Voor de toets wel doen.
Achter pt gaan staan en pt hierboven beschreven bewegingen laten ondergaan.
Weerstandstest
Gewricht stilhouden, weerstand bieden bij bewegingen. Opdracht aan patient: duw mijn
hand weg. Opnieuw abductie, adductie, anteflexie, retroflexie, exorotatie, endorotatie.
Heup
Belangrijk na te gaan waar mensen pijn aan geven. Pijn in de liezen kan van het
heupgewricht komen. De kop van de heup zit nl in de lies.
Functie onderzoek actief
 Abductie, been naar buiten bewegen





Adductie, been over andere been kruisen
Anteflexie, knie naar de neus trekken
Retroflexie, op je buik liggen en been gestrekt omhoog doen.
Exorotatie, knie in 90 graden., onderbeen naar binnen draaien
Endorotatie, knie in 90 graden, onderbeen naar buiten draaien
Functie onderzoek passief
Normaal alleen bij afwijkingen.
Weerstandstest
 Been omhoog en naar beneden tegen hand laten duwen
 Spreiden en sluiten benen tegen handen (vuisten er tussen zetten)
 Knie in 90 graden, hand naar binnen en buiten duwen
Knie
Functie onderzoek actief
 Buigen en strekken.
Functie onderzoek passief
Loopt het soepel? Verend eindgevoel?
Weerstandstest
Knie in 90 graden. Hak naar bil en hak nar uiteinde bed tegen hand aan laten duwen.
Gewrichtsspleet: knie in 90 graden en aan zijkanten onder knieschijf voelen.
Rug
 Lordose is holling naar voren, kyfose is bolling naar achteren.
Normaal is lumbale lordose, thoracale kyfose en cervicale lordose. Kan ook versterkt
of verstreken zijn.
 Kijken of de wervels in een rechte lijn staan en eventueel voelen
 Scoliose: als wervels niet in rechte lijn staan. Kan komen door beenlengteverschil.
Nagaan door de handen op de bekkenkam te zetten. Ook kijken naar luchtfiguren =
de ruimte tussen arm en romp. Symmetrisch?
 Naar voren en achteren buigen.
 Torsie: schouders naar links en rechts draaien, bekken laten staan (eventueel
vasthouden)
 Zijwaartse flexie
 Kloppijn op uitsteeksels wervels
Nek
 Torsie links en rechts
 Retroflexie
 Anteflexie
 Flexie zijwaarts (oor naar schouders links en rechts)
Looppatroon bekijken: soepelheid heup en knie, symmetrisch?
Gewoon en koorddansersgang
Hakken en tenen lopen: test kracht voetheffers en – strekkers.