Begeleiding van de dyslectische leerling

Dyslexiebeleidsplan
Schooljaar 2014-2015
1
Inhoud
Inhoudsopgave
2
Inleiding
3
Begeleiding van de dyslectische leerling:
 begeleiding buiten de reguliere lessen Meerssen
 begeleiding binnen de reguliere lessen
Specifieke maatregelen voor dyslectische leerlingen bovenbouw en
onderbouw:
 Proefwerken in een groter lettertype
 Aangepaste beoordeling van de spelling in de onderbouw
 Specifiek voor het vak Nederlands
 Bespreken van toetsen
 Inzage in toetsen
 Specifiek voor de bètavakken
Tekstverwerker
4
5
6
8
8
8
11
11
11
12
Tekst-naar-spraaksoftware
13
Het dyslexiepaspoort
14
Financiële kosten en vergoedingen:
 Remedial teaching
 Belastingaftrek voor hulpmiddelen dyslexie
 Kosten dyslexieonderzoek
Aangepast lesprogramma Frans of Duits leerjaar 3
16
16
17
18
Aangepast examen doen bij een handicap
19
De Septembermededeling
20
Verzwaarde examenregeling
21
Gesproken schoolboeken
22
Handreiking voor dyslectische leerlingen en hun ouders
23
Belangrijke links:
 Compenserende software en hardware
 Regelingen en voorzieningen bij dyslexie
 Aanpassingen bij het centraal examen
 Dedicon
 Balans Magazine
25
25
25
25
26
2
Inleiding
“Dyslexie” betekent letterlijk “ niet goed kunnen lezen”. Het komt bij ongeveer drie
procent van de leerlingen voor.
11% van alle leerlingen op het Stella Maris College Meerssen / Valkenburg is
dyslectisch.
Een omvangrijke doelgroep, die bijzondere aandacht nodig heeft, want dyslexie is
een complex probleem. Dyslectische leerlingen zijn niet dom of lui, hun falen is geen
onwil.
Deze leerlingen doen vaak extra hun best, besteden vele uren aan huiswerk en
scoren dan toch nog een onvoldoende. Veel leerlingen verliezen hun zelfvertrouwen,
worden gespannen en faalangstig of geven het op. Ze vermijden tenslotte, zoals
iedere gezonde volwassene, datgene waar ze moeite mee hebben.
Dyslexie is een handicap die niet te verhelpen is. Ook niet met extra hulp en
aandacht. Wel kunnen we de gevolgen van dyslexie beperken door de begeleiding in
school te intensiveren. Hulp en ondersteuning zijn gedurende de hele schooltijd
noodzakelijk, want een leerling met een handicap heeft recht het onderwijs te
doorlopen op een manier die aangepast is aan zijn of haar mogelijkheden.
M. Schoemaker en M. Weusten
Zorgcoördinatoren Stella Maris College Meerssen
M. van den Broek en O. Grootjans
Zorgcoördinatoren Stella Maris College Valkenburg
3
Begeleiding van de dyslectische leerling
De begeleiding binnen de school is gericht op een tweetal punten:
1. het bevorderen van de zelfstandigheid van de leerling en het leren omgaan
met de handicap;
2. het voorkomen van negatieve gevolgen van dyslexie en het leveren van
schoolprestaties.
Remediëren in Meerssen


aanleren van spellingstrategieën: woordbeeldstrategie, regels en
inprentstrategieën: klank – letterkoppelingen
taak -/ werkhouding.
Compenseren



spelling soepel beoordelen
materiële compensatie: dyslectische leerlingen mogen gebruik maken
van een laptop, tekst – spraaksoftware, kopieën klasgenootjes en
dergelijke. Wanneer een leerling gebruik wil maken van een ICThulpmiddel, eist de school een onderbouwde verklaring van een
deskundige.
spellingkaart Nederlands
Dispenseren





extra tijd
vergroot lettertype
ingesproken examens
ingesproken schoolboeken
examens digitaal voor toepassing voor spraaksoftware.
Corrigeren



leergedrag structureren
inzicht geven in spellingstructuren
grammaticaregels visualiseren
4
Begeleiding buiten de reguliere lessen in Meerssen
klas 1
Groep
Groep 1
dyslectisch
leerlingen uit de
H/TL en Havo klas
Groep 2
dyslectische
leerlingen uit de
Havo/Atheneum-,
Atheneum- en
Gymnasium klas
Welke begeleiding
Wanneer
Duur van de
begeleiding
Remedial teaching Vanaf 2 september
De eerste 5 lessen
moderne vreemde 2014
zijn gericht op het
talen
“leren leren”.
Dinsdagmiddag
(methode “leren is
Periode 1 = 8e lesuur een makkie”)
Periode 2 = 7e lesuur
Na de
Vanaf 2 september
herfstvakantie wordt
2014
een vervolgtraject
aangeboden voor
Dinsdagmiddag
Periode 1 = 7e lesuur dyslectische
Periode 2 = 8e lesuur leerlingen met
hardnekkig
problematiek.
Deze begeleiding
loopt door tot het
einde van het
schooljaar.
 Belangrijk om te weten:
 In klas 1 vindt de begeleiding plaats in groepjes van maximaal 15 leerlingen.
Dat betekent dat de rt. niet altijd aansluit bij de begeleidingsvraag van de
leerling.
 De eerste 5 lessen zijn gericht op het “leren leren”.
Alle dyslectische leerlingen uit klas 1 kunnen hier aan deelnemen.
 Dinsdag 7 oktober krijgen de leerlingen een aantal signaleringsonderzoekjes.
Aan de hand van deze uitkomsten en het leerlingvolgsysteem worden
leerlingen geselecteerd die in aanmerking komen voor het vervolgtraject van
de rt.
 Na elke periode wordt de begeleiding geëvalueerd en wanneer nodig
gecontinueerd of afgesloten.
Klas 2 t/m 6
Voor wie
Dyslectische
leerlingen vanaf
klas 2 voor wie
specifieke
remediëring
noodzakelijk is.
Welke begeleiding
Moderne vreemde
talen
Nederlands
Wanneer
De rt. vindt plaats
op dinsdagmiddag
en
donderdagochtend.
Dat kan betekenen
dat de leerling een
reguliere les mist.
Duur van de
begeleiding
Maximaal 12 lessen
5
 Belangrijk om te weten
 Individuele begeleiding is vooral noodzakelijk bij die leerlingen waarbij de
problematiek zeer hardnekkig is. Vooraf wordt altijd nagegaan wat er precies
nodig is om de leerling op school zo goed mogelijk te begeleiden.
 Is de vakspecifieke begeleiding adequaat uitgevoerd of is daar nog meer
winst te behalen?
 Maakt de leerling voldoende gebruik van compenserende middelen?
 Zet de leerling de hem verleende faciliteiten voldoende in?
 Is de leerling zich bewust van zijn eigen problematiek en mogelijke
‘oplossingen’ daarvoor?
 Kosten
Klas 1
Klas 2 t/m 6
€30 -, per periode
€90 -, voor het hele schooljaar
Individuele begeleiding is € 5,00 per les
Maximaal 12 lessen = € 60 -,
Begeleiding binnen de reguliere lessen
Dyslectische leerlingen hebben in de les speciale aandacht nodig. Het is dan ook
belangrijk dat een docent rekening houdt met de specifieke behoeften van deze
leerlingen. Nu is het begrijpelijk dat een docent niet zijn hele manier van lesgeven
kan afstemmen op enkele dyslectische leerlingen. Daarom staan hieronder
didactische en pedagogische richtlijnen vermeld die niet alleen effectief zijn voor
leerlingen met dyslexie, maar evenzeer van belang kunnen zijn voor alle leerlingen.











Praat duidelijk en schrijf duidelijk op het bord.
Geef, wanneer de leerling hierom vraagt, goede kopieën van
aantekeningen en oefeningen, zodat hij zijn eigen werk kan corrigeren.
Accepteer eenvoudig taalgebruik; deze leerlingen hebben soms moeite
met het onder woorden brengen van wat ze precies bedoelen.
Controleer het gemaakte huiswerk, vooral bij de moderne vreemde talen.
Laat de dyslectische leerling samenwerken met een leerling die
bijvoorbeeld taalvaardiger is.
Geef nooit zomaar een leesbeurt; bespreek dit altijd van tevoren zodat de
leerling zich kan voorbereiden.
Bied lesmateriaal en proefwerken duidelijk, overzichtelijk en in getypte
vorm aan. Wanneer de leerling hierom vraagt, in een vergroot lettertype.
Wanneer mogelijk, leesboeken op cassetteband aanbieden, zodat het kind
kan meelezen.
Geef de leerling ruim de tijd om een boek te lezen.
Dyslectische leerlingen kunnen moeite hebben met het overschrijven van
aantekeningen van het bord of het maken van goede dictaten.
Geef de leerling recht op nabespreking van schriftelijke overhoringen,
zodat hij kan aantonen dat hij de leerstof beheerst.
6
Wat iedere docent over dyslexie moet weten:









Fundamenteel is de acceptatie van het probleem; het is niet tijdelijk, maar
blijvend.
Leerlingen met hardnekkige lees- en schrijfproblemen worden nooit
leerlingen zonder lees- en schrijfproblemen, ongeacht de maatregelen die
genomen worden.
Deze leerlingen zijn niet ongeconcentreerd of niet gemotiveerd, maar
kunnen soms in de loop van de jaren gedemotiveerd geraakt zijn.
Deze leerlingen hebben vaak meer tijd nodig om informatie te verwerken,
maar zijn niet dom.
Deze leerlingen leren moeilijk informatie zonder samenhang uit hun hoofd.
Er bestaat niet één type dyslectische leerling.
Dyslexie is geen modeverschijnsel.
Dyslectische leerlingen reageren vaak langzamer dan leeftijdsgenootjes op
klassikaal gestelde vragen.
Dyslectische leerlingen maken ook wel eens hun huiswerk niet en
doorlopen net als alle leerlingen de puberteit!
7
Specifieke maatregelen voor dyslectische leerlingen
bovenbouw en onderbouw
Faciliteiten worden toegekend na overleg met de leerling, zijn ouders, mentor /
teamleider en zorgcoördinator. De faciliteiten worden door de zorgcoördinator
vastgelegd in het dyslexiepaspoort van de leerling. Docenten moeten deze faciliteiten
toestaan. Dit betekent dat elke sectie goed geïnformeerd is over dyslexie.
Dyslectische leerlingen kunnen recht hebben op de onderstaande maatregelen:
1. Proefwerken in een groter lettertype.
Binnen school worden toetsen automatisch vergroot aangeboden:
Lettertype:
Arial
Lettergrootte:
12 pt.
2. Aangepaste beoordeling van de spelling in de onderbouw
Aangepaste beoordeling vraagt om een eenduidige visie van een sectie en
goede afspraken. Wanneer cijfers worden gegeven, kan worden gekozen uit
de volgende mogelijkheden:

spelling wordt minder zwaar beoordeeld dan ander fouten;

trek niet meer dan een maximaal aantal punten af voor spelling.
Wanneer de bovenstaande aanpassing voor een dyslectische leerling
ontoereikend is, kan deze worden aangevuld met een of meer van de volgende
voorstellen:

herhalingen van spelfouten worden niet meegerekend;

fonetisch gespelde woorden worden niet fout gerekend;

alleen specifieke fouten worden meegerekend;

alleen de spelling van bepaalde onderdelen van het proefwerk wordt
meegeteld.
3. Specifiek voor het vak Nederlands
Voor het vak Nederlands gelden vanaf leerjaar 4 de vakspecifieke regels die
ook gelden bij het centraal examen.
Vakspecifieke regels centraal examen 2014
8
VWO
Tekst met vragen
 Bij de beoordeling van antwoorden op open vragen worden, gelet op de aard
van de opgaven, geen punten afgetrokken voor spelfouten. Voor idiomatische
en grammaticale oneffenheden geldt hetzelfde, tenzij het antwoord er minder
juist of zelfs fout door wordt.
 Bij enkele open vragen wordt aangegeven dat de kandidaat zich aan een
bepaalde antwoordlengte moet houden. Indien de kandidaat bij een dergelijke
vraag een antwoord geeft dat inhoudelijk volledig goed is en dat strikt, dus
zonder enige overschrijding, binnen de gegeven antwoordlengte valt, wordt
daarvoor een extra deelscore van 1 scorepunt toegekend.
 Voor alle open vragen met een maximum aantal woorden geldt: indien een
kandidaat een vraag herhaalt alvorens hij/zij tot een antwoord komt, worden
de woorden tot aan het eigenlijke antwoord (conform het beoordelingsmodel)
niet meegeteld.
Samenvatting
 De beoordeling van de samenvatting geschiedt aan de hand van een overzicht
van de in de opdracht gevraagde informatie-elementen.
 Bij het toekennen van scorepunten aan de informatie-elementen dient gelet te
worden op de inhoud, samenhang en formulering:
 Inhoud: de informatie-elementen dienen inhoudelijk correct te worden
weergegeven.
 Samenhang: indien de kandidaat een aantoonbaar onjuist verband legt
tussen twee informatie-elementen, dient aan één van beide, afhankelijk
van de gemaakte fout, geen punten te worden toegekend.
 Formulering: de weergave van de informatie-elementen moet
begrijpelijk zijn voor een lezer die de uitgangstekst niet kent. Het is de
kandidaat niet toegestaan telegramstijl te gebruiken. Voor een
informatie-element dat geheel in telegramstijl is weergegeven, dienen
geen scorepunten te worden toegekend. Voor een informatie-element
dat gedeeltelijk in telegramstijl is weergegeven, kan maximaal de helft
van het aantal scorepunten worden toegekend.
 De aftrek voor incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik in de
samenvatting bedraagt maximaal 4 scorepunten. Onder incorrecte
formuleringen en onjuist taalgebruik moet worden verstaan: fouten tegen de
regels voor interpunctie, voor het gebruik van hoofdletters, voor zinsbouw,
voor spelling, voor woordgebruik en voor woordvolgorde.
 Deze aftrekregeling dient als volgt te worden toegepast:
voor fouten tegen de regels voor interpunctie:
1 fout of 2 fouten - 0
3 of meer fouten - 1
voor fouten tegen de regels voor de overige categorieën:
1 fout of 2 fouten - 1
3 of 4 fouten - 2
5 of 6 fouten - 3
7 of meer fouten - 4
9
Fouten die herhaald worden, moeten gerekend worden als afzonderlijke
fouten. Bij de beoordeling van de spelling dient uitgegaan te worden van de
schrijfwijzen volgens de Woordenlijst Nederlandse Taal (het Groene Boekje)
van 2005.
 Het is de kandidaat toegestaan het genoemde maximumaantal woorden in de
samenvattingsopgave met 10% van het aantal toegestane woorden te
overschrijden. Indien door de kandidaat het aantal toegestane woorden met
meer dan 10% wordt overschreden, worden voor de grotere overschrijding per
vijf woorden 2 scorepunten afgetrokken. Zie verder het beoordelingsmodel.
HAVO
Tekst met vragen
 Bij de beoordeling van antwoorden op open vragen worden, gelet op de aard
van de opgaven, geen punten afgetrokken voor spelfouten. Voor idiomatische
en grammaticale oneffenheden geldt hetzelfde, tenzij het antwoord er minder
juist of zelfs fout door wordt.
 Bij enkele open vragen wordt aangegeven dat de kandidaat zich aan een
bepaalde antwoordlengte moet houden. Indien de kandidaat bij een dergelijke
vraag een antwoord geeft dat inhoudelijk volledig goed is en dat strikt, dus
zonder enige overschrijding, binnen de gegeven antwoordlengte valt, wordt
daarvoor een extra deelscore van 1 scorepunt toegekend.
 Voor alle open vragen met een maximum aantal woorden geldt: indien een
kandidaat een vraag herhaalt alvorens hij/zij tot een antwoord komt, worden
de woorden tot aan het eigenlijke antwoord (conform het beoordelingsmodel)
niet meegeteld.
Samenvatting
 De beoordeling van de samenvatting geschiedt aan de hand van een overzicht
van de in de opdracht gevraagde informatie-elementen.
 Bij het toekennen van scorepunten aan de informatie-elementen dient gelet te
worden op de inhoud, samenhang en formulering:
 Inhoud: de informatie-elementen dienen inhoudelijk correct te worden
weergegeven.
 Samenhang: indien de kandidaat een aantoonbaar onjuist verband legt
tussen twee informatie-elementen, dient aan één van beide, afhankelijk
van de gemaakte fout, geen punten te worden toegekend.
 Formulering: de weergave van de informatie-elementen moet
begrijpelijk zijn voor een lezer die de uitgangstekst niet kent. Het is de
kandidaat niet toegestaan telegramstijl te gebruiken. Voor een
informatie-element dat geheel in telegramstijl is weergegeven, dienen
geen scorepunten te worden toegekend. Voor een informatie-element
dat gedeeltelijk in telegramstijl is weergegeven, kan maximaal de helft
van het aantal scorepunten worden toegekend.
 De aftrek voor incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik in de
samenvatting bedraagt maximaal 4 scorepunten. Onder incorrecte
formuleringen en onjuist taalgebruik moet worden verstaan: fouten tegen de
10
regels voor interpunctie, voor het gebruik van hoofdletters, voor zinsbouw,
voor spelling, voor woordgebruik en voor woordvolgorde.
Deze aftrekregeling dient als volgt te worden toegepast:
voor fouten tegen de regels voor interpunctie:
1 fout of 2 fouten - 0
3 of meer fouten - 1
voor fouten tegen de regels voor de overige categorieën:
1 fout of 2 fouten - 1
3 of 4 fouten - 2
5 of 6 fouten - 3
7 of meer fouten - 4
Fouten die herhaald worden, moeten gerekend worden als afzonderlijke
fouten. Bij de beoordeling van de spelling dient uitgegaan te worden van de
schrijfwijzen volgens de Woordenlijst Nederlandse Taal (het Groene Boekje)
van 2005.
 Het is de kandidaat toegestaan het genoemde maximumaantal woorden in de
samenvattingsopgave met 10% van het aantal toegestane woorden te
overschrijden. Indien door de kandidaat het aantal toegestane woorden met
meer dan 10% wordt overschreden, worden voor de grotere overschrijding per
vijf woorden 2 scorepunten afgetrokken. Zie verder het beoordelingsmodel.
4. Bespreken van toetsen
Wanneer toetsen, werkstukken of schoolonderzoeken zijn nagekeken,
bespreekt de docent deze na teruggave of laat hij/zij leerlingen dit samen
doen, zodat zij van hun fouten kunnen leren. Soms is het noodzakelijk om
individueel met een dyslectische leerling het proefwerk te bespreken.
5. Inzage in toetsen
Een aantal dyslectische leerlingen heeft op school of thuis remedial teaching.
Voor de remedial teachers is het zeer zinvol wanneer zij feedback krijgen over
de resultaten en zien waaraan gewerkt moet worden. De docent of
zorgcoördinator kan proefwerken opsturen. Deze toetsen wordt altijd weer
binnen een week teruggeven aan de docent (natuurlijk met inhoud). Wanneer
een docent hier bezwaar tegen heeft, bestaat er de mogelijkheid om op school
toetsen in te zien.
6. Specifiek voor de bètavakken
Dyslectische leerlingen kunnen door hun automatiseringsproblemen en het
trage tempo ook moeite hebben met het automatiseren van de
basisvaardigheden rekenen / wiskunde / natuurkunde en scheikunde. Dit is
uiteraard niet bij alle dyslectische leerlingen het geval. Sommigen blinken zelfs
uit in de bètavakken.
In het dyslexierapport kan aangegeven staan dat de leerling recht heeft op:

het gebruik van een (grafische)rekenmachine
11
Tekstverwerker
De tekstverwerker
Het gebruik van een tekstverwerker met spelling- en grammaticacontrole is een
goede optie voor dyslectische leerlingen die veel moeite blijven houden met spellen
of die een moeilijk leesbaar handschrift hebben. Alvorens een leerling overgaat op
het gebruik van een laptop, wordt het probleem van de leerling goed in kaart
gebracht. Leidraad daarbij is de vraag: vormt deze technologie een effectieve - meer
winst dan verlies - oplossing voor de problemen van de leerling?

Het gebruik van een tekstverwerker wordt alleen toegestaan wanneer
het ook in een deskundigenverklaring staat aangegeven.

Ouders zijn verantwoordelijk voor de aanschaf van een laptop.

Spelling- en grammaticacontrole mag niet gebruikt worden wanneer
spelling het hoofdonderdeel van de toets is.

Laptop van de leerling blijft op school en er staat geen opgeslagen
informatie op.

De leerling werkt met twee USB-sticks: één voor de proefwerken en één
voor de aantekeningen / verslagen.

Docent plaatst de leerling zo tijdens de toets dat hij / zij zicht heeft op
het scherm.

Na afloop van het proefwerk meldt de leerling zich bij één van de
teamleiders om de toets uit te printen. Teamleider verwijdert het
proefwerk van de stick.

De leerling ondertekent een contract. Daarin staat dat hij/zij de laptop bij
toetsen mag gebruiken, mits hij geen gebruik maakt van opgeslagen
informatie. Wanneer hij/zij hierop wordt betrapt, eindigt het gebruik van
de laptop.
12
Tekst-naar-spraaksoftware
Tekst-naar-spraaksoftware
Tekst-naar-spraaksoftware omvat programma’s die digitale tekst kunnen voorlezen.
De leerling leest de tekst mee op het scherm en kan zich al luisterend direct op de
inhoud richten. Deze software voorkomt dat vragen en opdrachten fout worden
gelezen.

Het gebruik van tekst-naar-spraaksoftware wordt alleen toegestaan
wanneer het ook in een deskundigenverklaring staat aangegeven.

Ouders zijn verantwoordelijk voor de aanschaf van een laptop en software.

Proefwerken en schriftelijke overhoringen worden digitaal aangeleverd
door de docent (stick verkrijgbaar bij zorgcoördinator).

Docent of leerling zet het proefwerk op de laptop zodat de leerling met
tekst-naar-spraaksoftware kan werken.

Er zullen leerlingen zijn die gebruik maken van een dubbelscherm:
luisteren naar gesproken tekst en het maken van het proefwerk.

Leerling maakt altijd gebruik van oordopjes.

Docent plaatst de leerling zo tijdens de toets dat hij / zij zicht heeft op het
scherm.

Als de leerling klaar is zet hij/zij het proefwerk terug op de stick van de
docent of hij/zij zet het proefwerk op zijn eigen stick en gaat deze
rechtstreeks uitprinten bij één van de teamleiders.

Ouders maken zelf een keuze in het aanbod van voorleessoftware.
13
Het dyslexiepaspoort
Eenmaal gemaakte schoolafspraken dienen door leerlingen en docenten uitgevoerd
te worden. Het betekent dat docenten deze schoolafspraken bij de hand hebben en
weten over welke leerlingen het gaat. Het dyslexiepaspoort is hierbij een belangrijk
hulpmiddel omdat:
 de docent het dan niet hoeft te onthouden;
 de leerling is medeverantwoordelijk voor het krijgen van de afgesproken
faciliteiten
 de docent kan op het paspoort zien wat de afgesproken faciliteiten voor deze
leerling zijn.
Opmerking: het dyslexiepaspoort is alleen voor leerlingen met een officiële
dyslexieverklaring
Dyslexiepaspoort van
Compenserende faciliteiten:
 Extra tijd of vermindering vragen (bij 50 minuten staat een verlening
van 15 minuten en bij 100 minuten staat een verlening van 30
minuten)
 Vergroten teksten en toetsen (verantwoordelijkheid van leerling)
 Aangepaste beoordeling spelling Nederlands
(conform regels sectie Nederlands)
 Aangepaste beoordeling van moderne vreemde talen
(conform regels sectie moderne vreemde talen)
 Kopieën van aantekeningen (kopiëren van een medeleerling)
 Gesproken schoolboeken
 Spellingkaart Nederlands
Dispensaties:
 Vrijstelling voorlezen ( zonder voorbereiding)
 Vrijstelling schriftelijke overhoringen op het bord
Gebruik ondersteunende technologie:
(alleen met toestemming van zorgcoördinator)
 Tekstverwerker / tablet
 Software van tekst naar spraak
Augustus 2014
14
Verantwoordelijkheid
leerling
Tijdens de les:




Vraag of je een leesbeurt mag voorbereiden
Zorg voor goede aantekeningen; kopieer ze anders
Schrijf het huiswerk goed op
Vraag indien nodig om hulp
Huiswerk






Plan je werk
Werk ieder dag; werk vooruit
Werk niet overdreven lang
Vraag om software die bij de methode hoort
Lees een tekst opnieuw als je niet weet wat er staat
Maak aantekeningen of schema's tijdens het huiswerk
Bij toetsing




Lees goed
Controleer je werk; niets vergeten
Vraag zo nodig extra tijd
Vraag om alternatieve toets mogelijkheden
Algemeen
Probeer met de vakken en opdrachten die je goed kunt de cijfers op te halen
Augustus 2014
Leerlingen zijn er zelf verantwoordelijk voor dat docenten tijdig weten
dat ze rekening moeten houden met bovenstaande faciliteiten.
15
Financiële kosten en vergoedingen
Remedial teaching
Klas 1
Klas 2 t/m 6
€30-, per periode
€90-, voor het hele schooljaar
Individuele begeleiding is € 5,00 per les
Maximaal 12 lessen = € 60 -,

Ouders gaan akkoord met de kosten voor de RT bij de definitieve inschrijving
middels een handtekening

Dyslectische leerlingen zijn niet verplicht om deel te nemen aan de remedial
teaching. De rt. wordt na schooltijd aangeboden.
Belastingaftrek voor hulpmiddelen dyslexie
Niet meer aftrekbaar
Per 1 januari 2014 komt de fiscale aftrekpost voor 'specifieke zorgkosten' te
vervallen.
Vanaf dat moment moeten mensen een verzoek indienen bij de gemeente voor het
terugkrijgen van specifieke zorgkosten.
De ervaringen van ouders met de mogelijkheid om de kosten van hulpmiddelen bij
dyslexie van de belasting af te trekken zijn heel verschillend. Bij de ene ouder wordt
het door een inspecteur geaccepteerd als kosten voor een chronische ziekte en een
andere ouder krijgt een afwijzing omdat dyslexie niet onder de chronische ziekten
zou vallen. Er is dus sprake van rechtsongelijkheid en onduidelijkheid.
Welke hulpmiddelen?
Volgens de belasting moet het hulpmiddel om voor aftrek in aanmerking te komen
nodig zijn, om de persoon in staat te stellen tot het verrichten van normale
lichaamsfuncties. In het uitvoeringsbesluit is hierbij ook nog de eis neergelegd dat
het middel van zodanige aard is dat het hoofdzakelijk door zieke of invalide personen
wordt gebruikt (voor meer dan 70%).
Een laptop valt dus niet onder deze hulpmiddelen, omdat deze ook door mensen
zonder functiebeperking worden gebruikt. Hulpmiddelen als een daisyspeler,
readingpen en softwareprogramma's als Kurzweil, Sprint en Tutor zijn speciaal voor
mensen met een functiebeperking ontwikkeld. De noodzaak van het gebruik kan
aangetoond worden, als in de aanvullende omschrijving bij de dyslexieverklaring de
noodzaak van het gebruik van het hulpmiddel wordt genoemd.
16
Voorwaarden
De belastingdienst geeft drie voorwaarden waar iemand aan moet voldoen om voor
deze vaste aftrek in aanmerking te komen:
 op 31 december 2004 jonger zijn dan 65 jaar
 geen recht hebben op vaste aftrek voor arbeidsongeschiktheid
 daadwerkelijk jaarlijks meer dan € 307,00 aan specifieke uitgaven hebben
Wanneer u aan bovenstaande voorwaarden kan voldoen is het dus zeker de moeite
waard om de kosten op te geven bij uw belastingopgave. Vanwege chronische ziekte
mag u per gezinslid waarvoor u tenminste € 307,00 aan daadwerkelijke specifieke
uitgaven heeft gemaakt, een bedrag van € 776,00 opgeven bij de belastingopgave,
ongeacht het werkelijk uitgegeven bedrag.
Let op: Bij elektronische aangifte verschijnt de pagina 'vaste aftrek voor chronische
ziekte' pas als u bij specifieke uitgaven meer dan € 307,00 aan aftrekbare kosten
hebt ingevuld. Afhankelijk van de belastingschijf waarin uw inkomen valt is het
belastingvoordeel € 240,00 tot € 400,00, ongeacht het werkelijke bedrag dat is
uitgegeven.
Kosten dyslexieonderzoek
Dyslexie zorg na 1-1-2015
De diagnostiek en behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie zal als aparte
regeling per 1-5-2015 overgeheveld worden naar de gemeenten. Samen met de
jeugd GGZ komt ook de vergoedingsregeling dyslexie onder de verantwoordelijkheid
van de gemeenten.
Er zijn tot op heden nog veel onbeantwoorde vragen.
Waarschijnlijk zullen de volgende regels gaan gelden:
1. gemeenten hebben zorgplicht dus ook wat betreft de Ernstige Enkelvoudige
Dyslexie
2. gemeenten krijgen beleidsvrijheid (o.a. over prijs en het aantal te behandelen
kinderen)
3. de gemeenten gaan afzonderlijk de diagnostiek en behandeling vorm geven
Aan de samenwerkingsverbanden zal worden gevraagd om de uitvoering van de
vergoedingsregeling te coördineren.
17
Aangepast lesprogramma Frans of Duits in
leerjaar 3
In de eerste drie leerjaren van havo en vwo zijn zowel Frans als Duits verplicht. Er
kan geen ontheffing worden verleend aan dyslectische leerlingen. Wel mag de
school in de eerste drie leerjaren zelf invulling geven aan het onderwijs in de tweede
moderne vreemde taal, omdat er, met uitzondering van Engels, geen kerndoelen zijn
voor de moderne vreemde talen.
In uitzonderlijke gevallen kunnen dyslectische leerlingen in leerjaar 3 in aanmerking
komen voor een aangepast lesprogramma Frans of Duits. Een aangepast
lesprogramma kunnen ouders schriftelijk aanvragen bij de teamleider. Dit kan aan
het einde van leerjaar 2 of in de eerste periode van leerjaar 3.
Overeenkomst aangepaste
lesprogramma Frans of Duits Havo-Vwo
Leerjaar 3
Naam leerling:
Adres:
Klas:
Schooljaar: 2011-2012
Aanvrager:
Leeshandicap: Dyslexie
Aangepast lesprogramma Frans of Duits
Doorstroommogelijkheden bovenbouw
HAVO
Per 1 augustus 2007 is een tweede moderne vreemde taal in de bovenbouw van het havo in drie van de vier profielen niet
verplicht (NT, NG en EM).
Havoleerlingen met een aangepast lesprogramma Frans kunnen in de bovenbouw niet meer het profiel cultuur en
maatschappij kiezen.
VWO
Leerlingen in de bovenbouw van het atheneum moeten naast Engels een tweede moderne vreemde taal volgen. Leerlingen
met dyslexie kunnen hiervan ontheffing krijgen.
De leerling moet in plaats van de taal een vervangend vak kiezen met een normatieve studielast van ten minste 440 uren. De
keuze is afhankelijk van het aanbod van het Stella Maris College. Voor leerlingen op het gymnasium is geen
ontheffingsmogelijkheid geregeld, omdat daar de klassieke taal in plaats van de tweede moderne vreemde taal komt.
18
Aangepast examen doen bij een handicap
Voor eindexamenleerlingen met een handicap is het mogelijk om op aangepaste
wijze examen te doen. Het gaat hierbij om leerlingen die wel de algemene
begaafdheid hebben om het examen met goed gevolg af te leggen, maar door een
beperking of stoornis hinder ondervinden bij het afleggen van het examen onder
normale condities.
Deze regeling kan van toepassing zijn op leerlingen met bijvoorbeeld ADHD, ADD,
autisme, NLD, spraak- en taalproblemen, dyslexie en dyscalculie.
Bij aanpassingen wordt alleen de vorm waarop het examen wordt afgenomen
veranderd en niet de inhoud. Alle leerlingen maken hetzelfde examen en het wordt
voor iedereen op dezelfde wijze nagekeken.
Artikel 55 Eindexamenbesluit
De mogelijkheid om aangepast examen te doen voor leerlingen met een beperking,
is vastgelegd in Artikel 55 Eindexamenbesluit. Op grond van artikel 55 mag de
directeur van de school bepalen óf een leerling aangepast examen mag doen en op
welke wijze.
Aanpassingen gelden zowel voor de schoolexamens als het centraal examen en
moeten door de school gemeld worden aan de Onderwijsinspectie. De directeur
moet de benodigde aanpassingen vóór 1 november van het jaar ervoor aanvragen.
Bij een niet-zichtbare handicap moet een verklaring worden overlegd van een
ter zake deskundige psycholoog, orthopedagoog of arts, waarin de diagnose
wordt gesteld. Op grond van deze deskundigenverklaring heeft de leerling
recht op verlenging van de examentijd met 30 minuten.
Andere benodigde aanpassingen en hulpmiddelen moeten in de
deskundigenverklaring staan vermeld, of aantoonbaar aansluiten bij het
begeleidingsadvies in de verklaring. Ook moet de leerling hiermee op school al
geruime tijd hebben gewerkt.
De tekst van artikel 55 is te vinden op www.examenblad.nl.
Om bij het centraal schriftelijk examen gebruik te mogen maken van hulpmiddelen
moet de leerling in de dagelijkse situatie gebruikmaken van hulpmiddelen die ook in
de deskundigenverklaring van de leerling worden genoemd. Dat betekent dat men
in het begin van het schooljaar voorafgaande aan het examenjaar op het laatst
kan beginnen met het toestaan van het gebruik van hulpmiddelen. Bij voorkeur
start de leerling zo vroeg mogelijk in de schoolloopbaan met het gebruik
hiervan.
19
Niet verplicht
De directeur van de school is overigens niet verplicht om aanpassingen toe te staan.
Een goed contact met de school is dus van essentieel belang.
Het is ook niet handig om de beperking zo lang mogelijk voor de school te
verzwijgen. Als er namelijk andere aanpassingen en hulpmiddelen nodig blijken te
zijn, moet de leerling daar op school al enige tijd mee gewerkt hebben.
De Septembermededeling
In de Septembermededeling is informatie te vinden over de toegestane
hulpmiddelen voor leerlingen met dyslexie.
Net als vorige jaren wordt ten behoeve van kandidaten met een leesbeperking bij de
schriftelijke examens het volgende geleverd:
a.
Voor kandidaten die op grond van het deskundigenrapport recht hebben op auditieve
ondersteuning, is op bestelling een Daisy-cd met ingesproken tekst beschikbaar, of
een PDF (tekstbestand) voor audio-middels- spraaksynthese (kunstmatige stem). De
Daisy is alleen beschikbaar voor het eerste tijdvak. Als een kandidaat recht heeft op
auditieve ondersteuning, geldt dat voor eerste én tweede tijdvak en moet de school
in het tweede tijdvak zelf een voorziening treffen. Overigens geldt het recht op audio
dan ook voor het schoolexamen; ook daar moet de school dan een met de
ingesproken tekst gelijkwaardige voorziening hebben getroffen.
b.
Sinds het centraal examen 2007 worden de examens geleverd in een grotere letter
(punt 11) en voor havo en vwo in een ander lettertype dan voorheen. Waar voorheen
dyslectische kandidaten grootschrift nodig hadden, is dat door de grotere letter en
het andere lettertype voor een deel van de kandidaten niet meer nodig. Vanaf 2013
wordt het lettertype vergroot naar 12pt.. Als les- en toets materiaal voorafgaand aan
het centraal examen in punt 12 was, is er geen reden om tot vergroting over te gaan.
Als de dyslectische kandidaat zijn examen maakt aan de computer, kan hem ook in
plaats van een papieren vergroting de digitale PDF worden aangeboden. Daarbij kan
hij steeds op maat en naar wens vergroten.
c.
Bij vergroting kan het zijn dat de maatvoering van een tekening niet meer klopt. Ook
zijn soms essentiële grijsnuances in de vergrote kopie niet zichtbaar. De algemene
regel is dan ook: de kandidaat met een leesbeperking gebruikt het vergrote werk
voor het lezen, en gebruikt voor afbeeldingen en tekeningen een origineel examen.
Incidenteel blijkt ook info uit tabellen e.d. weg te vallen. Dat laatste kan worden
voorkomen door de pdf niet rechtstreeks vergroot af te drukken maar eerst 1 op 1, en
daarna op de kopieermachine te vergroten.
20
d.
Bij beperkingen mag de school aanpassingen treffen in de vorm waarin het examen
wordt aangeboden. Een voorbeeld daarvan is audio of grootschrift. De exameneisen
zelf echter gelden onverkort. Dat geldt ook voor de spellingseisen bij Nederlands, en
bij Engels GL/TL. De school mag de kandidaat echter wel hulpmiddelen aanreiken.
Een vaak functioneel hulpmiddel is de computer als schrijfgerei. De spellingscontrole
(Nederlands of Engels) mag door de kandidaat worden gebruikt. Als de kandidaat
een zeer ernstige leesbeperking heeft die het toetsenbord van de computer
onbruikbaar maakt, kan de school contact opnemen met de inspectie.
Verzwaarde examenregeling
De volgende drie nieuwe exameneisen zorgen voor de verzwaring van het
eindexamen:
 Vanaf 2011-2012 geldt voor alle leerlingen dat het gemiddelde cijfer over alle
vakken van het CE voldoende moet zijn (ten minste een 5,5)
 Vanaf 2011-2012 geldt voor vmbo-leerlingen in de basisberoepsgerichte
leerweg dat het schoolexamen van het schooljaar 2011-2012 net zo zwaar
meetelt als het CE. De regel dat het eindcijfer van het SE twee keer meetelt is
daarmee komen te vervallen.
 Vanaf schooljaar 2012-2013 geldt voor leerlingen in havo en vwo dat je
maximaal één 5 als eindcijfer voor de kernvakken Nederlands, Engels en
Wiskunde mag hebben. Het gaat hier om de eindcijfers, dus het gemiddelde
van het schoolexamen (SE) en het centraal eindexamen (CE).
Deze nieuwe regelingen kunnen nadelige gevolgen hebben voor leerlingen met
dyslexie, omdat het CE steeds zwaarder meetelt en daarin leesvaardigheid een
prominentere rol speelt dan in het SE. Bij de kernvakkenregeling kunnen zij nadeel
ondervinden van het feit dat daarin geen compensatie mogelijk is.
De correctievoorschriften houden geen rekening met leerlingen met dyslexie.
Eventuele aanpassingen gelden alleen voor de vorm waarop het examen wordt
afgenomen (extra tijd, groot formaat), maar er wordt niets veranderd aan de inhoud
of aan de beoordelingseisen. Alle leerlingen maken hetzelfde examen en er wordt
voor iedereen op dezelfde wijze nagekeken.
21
Gesproken schoolboeken
Met ingang van het schooljaar 2009-2010 zijn scholen in het voortgezet onderwijs
verplicht om schoolboeken gratis beschikbaar te stellen. Dit geldt ook voor
aangepaste (gesproken) schoolboeken voor leerlingen met dyslexie. Scholen in het
primair en (voortgezet) speciaal onderwijs waren hiertoe al verplicht.
Leerlingen met dyslexie die gebruik maken van gesproken boeken, hebben ook
gewoon de papieren versie van deze schoolboeken nodig. Zo krijgen ze inzicht in de
opbouw en structuur van het boek en hebben ze de beschikking over eventuele
foto's, tabellen, grafieken en andere afbeeldingen. Daarnaast kunnen ze meelezen
tijdens het luisteren.
Gesproken schoolboeken worden geproduceerd door Dedicon, met subsidie van het
ministerie van OCW.
Afspraken schooljaar 2014-2015
 Leerlingen of ouders bestellen zelf de door hen gewenste ingesproken
leerboeken bij Dedicon (www.dedicon.nl).
 Voor registratie is een verklaring leeshandicap noodzakelijk.
 Dedicon brengt een bijdrage van € 4,50 per boek, per leesvorm, per leerling,
per schooljaar in rekening.
 De kosten kunnen op school gedeclareerd worden. Leerlingen of ouders
dienen een kopie in van de factuur bij de zorgcoördinator.
 School vergoed alleen de ingesproken boeken (Daisybestand, Kurzweil,
Sprint, ClaroRead en L2S).
 Bestellingen worden aangegaan voor een periode die betrekking heeft op een
schooljaar/studiejaar.
 Leerlingen of ouders zijn verantwoordelijk voor het terugsturen van alle
ingesproken boeken aan het einde van het schooljaar.
 Bij beschadiging of verlies komen de volledige kosten voor rekening van de
ouders.
 AMIS is een gratis programma voor Windows computers waarmee u
DAISY-bestanden kunt afspelen. www.daisy.org/amis/download/translations
22
Handreiking voor dyslectische leerlingen en hun
ouders
Overzicht vrijstelling en faciliteiten voor leerlingen met dyslexie
uit: Dyslexie, een praktische gids voor scholen voor voortgezet onderwijs,
Heleen Schoots-Wilke, bijlage 8 - blz. 53 t/m 55.
Zelfstandigheid
1. Werk zelf aan je dyslexie
 Met dyslexie heb je meer tijd voor je huiswerk nodig dan je klasgenoten.
 Richt je zoveel mogelijk op het leggen van verbanden, concentreer je niet
op de feitjes, maar probeer de grote lijn van de tekst te begrijpen.
 Dyslexie is geen excuus om minder te doen, zoek wat voor jou de beste
manier van leren is.
 Vraag als het nodig is om hulp.
Effectief studeren
2. Neem voor het studeren de tijd
 Probeer uit hoe je het beste kunt leren.
 Plan meer tijd voor je huiswerk, want je hebt meer tijd nodig.
 Maak nooit twee of meer taalvakken achter elkaar.
 Begin je huiswerk altijd met het moeilijkste vak (meestal zijn dit talen).
3. Studeer en werk op een zo rustig mogelijke plek
 Ga in de klas vooraan zitten.
 Leer thuis niet met muziek, tv, mobieltje en msm
 Studeer in de stilste kamer.
 Doe desnoods oordoppen in.
4. Neem lessen op verschillende manieren op
 Lees, spreek uit, schrijf op en stel je iets voor, bijvoorbeeld bij het leren van
nieuwe woorden.
 Lees, spreek uit en luister naar jezelf
 Schrijf het woord op en fantaseer over de betekenis.
5. Vat lessen samen en leer je eigen samenvatting
In teksten staan veel onnodige woorden.
 Maak een schema of samenvatting met kernwoorden.
 Met die eigen samenvatting ken je de les al bijna.
 Vertel daarna bij elk geschreven kernwoord wat je weet.
 Van de samenvatting van een ander leer je weinig.
23
Niet-talige vakken
6. Raak niet in paniek als je iets niet snel begrijpt;
je bent goed in vakken met weinig taal, maar een instructie met veel informatie
gaat soms te snel.
 Geen paniek: kijk er nog eens naar, lees opnieuw.
 Vraag om herhaling. Laat het bezinken.
 Na een paar dagen begrijp je het vanzelf.
7. Oefen extra
Sommige dingen, zoals sommen, worden door oefening geleerd.
Dyslectici krijgen wat langzamer dan anderen de nodige routine.
 Maak bijvoorbeeld wat meer oefensommen dan de anderen.
 Later kun je de sommen beter gebruiken dan veel anderen.
8. Probeer vooruit te werken
 Vraag om een lijst met te verwachten moeilijke woorden.
 Leer proefwerken en toetsen zo lang mogelijk van tevoren.
 Herhaal ze nog een keer tussendoor.
 Vraag om het huiswerk ruim van tevoren op te geven.
Lezen
9. Lees zo veel mogelijk
 Lees iedere dag voor jezelf serieus een half uur hardop.
 Mensen lezen steeds gemakkelijker als zij ouder worden. Dat geldt ook
voor jou.
 Ga het weer eens echt proberen.
 Over één jaar kun je dan veel beter lezen en schrijven.
10. Lees een tekst opnieuw als je niet begrijpt wat er staat.
 Lees rustig, herlees, regel na regel, alinea na alinea.
 Vraag je af wat je gelezen hebt en wat de kern is.
 Streep trefwoorden aan als je de inhoud te snel vergeet.
Schrijven
11. Maak een schema voordat je gaat schrijven
 Schrijf in een schema de belangrijkste onderwerpen.
 Maak daarna een uitgebreid schema met trefwoorden.
 Schrijf daarna pas je verhaal.
12. Verbeter je spelling
 Vraag een overzicht van spellingregels.
 Controleer steeds wat je geschreven hebt.
 Gebruik daarbij een woordenboek en de spellingregels.
 Ieder schoolvak heeft zijn eigen 'vakwoorden'.
 Vraag de docent een lijst te maken. Leer die vooruit.
24
Je toekomst
13. Keuze van je beroeps - of vervolgstudie
Misschien is het nu nog niet belangrijk, maar houdt rekening met dyslexie,
zowel voor je vakkenpakket als voor je toekomstplannen. Bijna alle
soorten werk kun je aan; er zijn een paar minder geschikte beroepen.
 Bespreek dat met je mentor.
Belangrijke links
Compenserende software en hardware
Er komen steeds meer ICT- of digitale hulpmiddelen beschikbaar voor leerlingen in
het voortgezet onderwijs. Als een kind van deze hulpmiddelen gebruik maakt, is het
aan te raden om op school en thuis met dezelfde voorzieningen te werken. Er zijn
hulpmiddelen voor het lezen, voor spelling en voor beide. Kijk voor meer informatie
op www.balansdigitaal.nl (home> stoornissen> steunpunt dyslexie> dyslexie op
school> hulpmiddelen>ICT-hulpmiddelen)
Regelingen en voorzieningen bij dyslexie
Voor leerlingen met dyslexie bestaat er een aantal regelingen en voorzieningen.
Sommige voorzieningen zijn bedoeld voor thuis, andere voor school. Kijk voor meer
informatie op de volgende site www.balansdigitaal.nl (home> stoornissen>
steunpunt dyslexie> dyslexie op school> regelingen en voorzieningen).
Aanpassingen bij het centraal examen
Informatie over aangepaste examens vindt u op www.examenblad.nl (home> havo of
vwo> septembermededeling> 1.3.2. kandidaten met een leesbeperking (dyslexie)
Dedicon
Heb je dyslexie?
Leer je beter als je luistert?
Dedicon luisterboeken helpen!
Meer informatie?
www.dedicon.nl
25
Balans magazine
Balans is de landelijke vereniging voor ouders van kinderen met
ontwikkelingsstoornissen bij leren en/of gedrag, waaronder ADHD, dyslexie en PDDNOS.
Waarom Balans?
Omdat:

ontwikkelingsstoornissen bij leren en/of gedrag het leven van een kind, zijn
ouders en verdere omgeving ernstig kunnen verstoren

deze problemen zo vroeg mogelijk aangepakt moeten worden om schadelijke
gevolgen te voorkomen

er in de maatschappij nog veel misverstanden over deze problemen zijn ('het
ligt aan de opvoeding', 'het is onwil van het kind'), terwijl het meestal
stoornissen zijn met een neurobiologische achtergrond.

de toekomst van een kind er heel anders uit kan zien als het een goede
behandeling krijgt
Waarom een oudervereniging?
Omdat:

ouders vaak op zoek zijn naar goede informatie over de stoornis van hun kind

ouders samen meer kunnen bereiken dan alleen

het voor de meeste ouders een enorme opluchting is te beseffen dat er meer
ouders met deze problemen zijn

ouders die in dezelfde situatie zitten veel van elkaar kunnen opsteken
Niet alleen voor ouders!
Balans is er ook voor personen in de naaste omgeving van kinderen met
ontwikkelingsstoornissen bij leren en/of gedrag, zoals medewerkers binnen het
onderwijs en de hulpverlening. Ook op hen is de informatie van Balans gericht.
Is Balans uw vereniging?
Herkent u zichzelf hierin als ouder of anders betrokkene bij kinderen met
ontwikkelingsstoornissen bij leren en/of gedrag, dan is Balans uw vereniging!
Informatie over lid worden en welke voordelen dat heeft, vindt op
www.balansdigitaal.nl.
26