Najaar 2014

magazine over werken en leren
in de metaalbewerking
WWW.OOM.NL | NAJAAR 2014
Uit de anonimiteit
Vakwerk mag gezien worden
Hoezo saai en stoffig?
Techniek
is emotie
Lees het op pagina 16
Hoe werkt...
DE MULTI TOOL TRAC
Kijk op pagina 26
TIEN
TOP
TIPS
Voor het imago!
reid
Lees de tips versp
ine
az
ag
m
dit
in
IN DIT
NUMMER:
COLUMN
Dr. ir. Martijntje Smits
is ingenieur en techniek­
filosoof en werkt als senior
onderzoeker aan de
Universiteit Utrecht.
Ze wordt gefascineerd
door de gevolgen van
nieuwe wetenschap en
technologie voor de
samenleving.
Daar bij
die molen
Vakantie, dat is proeven aan het paradijs. Aan een zorgeloze
wereld: relaxed, vredig, ongerept en met zo min mogelijk afwas
en e-mail. Het liefst in een omgeving met ruige bergen, lieflijke
meertjes of palmstranden, want landschappen met afvalovens,
hoogspanningslijnen en tankstations zijn taboe. Ook energiecentrales, snelwegen en hijskranen wil je liever niet zien als je
uit je pensionraam kijkt.
We reizen per vliegtuig of per TGV, iPad en digitale camera
op zak. Toch, al die apparaten vloeken met dromen over het
bestemmingsoord. Het liefst verstoppen we onze apparaten,
of we maken ze zo klein mogelijk. Of we verpakken ze in strak,
esthetisch design. Of allebei. En als dat niet lukt, moeten ze uit
het zicht: liefst aan de landsgrenzen of langs de snelweg.
Verdwijntrucs zijn er niet alleen op reis: ook thuis en op straat
verdwijnt techniek achter façades. Wie weet nog precies hoe
apparaten werken, waar ze vandaan komen en wie ze heeft
gemaakt? Laat staan dat we ze zelf gaan repareren.
Toch heb ik tijdens mijn fietsvakantie genoten van een
imposant stuk techniek: de fraaie watermolen van Haaksbergen,
gebouwd in 1548, gerenoveerd in 1986. Toen ik erlangs reed,
was de molen volop in bedrijf. Buiten raasden de waterschoepen,
binnen denderde het enorme raderwerk. De molenaar liet zien
hoe vlaszaad werd vermalen tot heldere lijnzaadolie en graan tot
meel. Het spul werd verkocht aan plaatselijke bakkers, honderd
procent duurzaam. Niks geen façade, elke productiestap volkomen
transparant. Mooi vak, molenaar.
Kan nieuwe techniek niet zichtbaarder zijn, zoals die
watermolen? Gemak of veiligheid zijn geen excuus voor
verstoppen. Wat verborgen blijft, kan niet inspireren en
nieuwsgierig maken. Laat de imagocampagne dáár beginnen,
bij technieken en ambachten uit de kast halen. Dat je apparaten
weer kunt demonteren, repareren en in elkaar zetten. Je zult
zien, dan stromen de vakopleidingen boordevol.
08
Saai, stoffig?
10
Onzichtbare
kunstenaars
Wat Ton Hartevelt van
TechniekTalent.nu betreft,
nemen we voor eens en voor
altijd afscheid van de stereotiepe
beelden van techniek.
Op anonieme bedrijventerreinen
worden de mooiste dingen
gemaakt. Dingen om heel trots
op te zijn.
16
Techniek is emotie
22
Iedereen doet alles
28
De kracht van reclame
Nu ‘harde’ techniek vrijwel is
verdwenen uit de dagelijkse
leefwereld, wordt het tijd om
de menselijke kant van de
sector te laten zien.
De medewerkers van Rimas
zijn multi-inzetbaar. En dat moet
ook wel: het bedrijf werkt aan
grote projecten, vaak bestemd
voor de export.
Machinefabriek Boessenkool
besteedt één procent van zijn omzet
aan marketing. De resultaten
zijn verbluffend.
En verder...
4
15
24
26
35
37
Eerst
Dialoog
Onderwijs
Hoe werkt...
De helpdesk
Regiomanagers
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
3
EERST
IMAGOTIP 2
websites of
Laat in uitingen als
t
t het eindproduc
wa
n
advertenties zie
gt.
aa
dr
rkt of bij
is waaraan je we
De Maker
Peter Kunen (47)
Meewerkend voorman productie bij Dr. Jekill & Mr. Hyde in Belfeld
‘Wij bouwen elektronisch instelbare uitlaten voor Harley Davidson, Victory, Indian en Suzuki. Vanuit heel
Europa bepalen klanten zelf de samenstelling van hun uitlaat. Wij assembleren hem en sturen hem op in een
speciaal ontworpen doos. Onze uitlaten beheersen het geluid volledig. Voor de wet zijn maximale decibellen
vastgesteld bij stilstand en tussen vijftig tot tachtig kilometer per uur. Voor de overige snelheden is er geen
norm. Ons uitlaatsysteem meet hoe hard je rijdt en bepaalt elektronisch hoe hard het geluid mag zijn.
Hierdoor rijd je altijd met het maximale wettelijk toegestane geluid. En dat wil je, een Harley moet tenslotte
wel als een Harley klinken. Ik hoor trouwens vanaf grote afstand of een uitlaat van ons is. Het is een ronde,
warme sound. Ik ben er trots op, want daar heb ik handmatig aan gewerkt. Mijn werk is ook mijn hobby.
Met collega’s maken we vaak een ritje en ook de baas gaat dan mee. Op zondagochtend verzamelen we
op de zaak en je mag een motor gebruiken van het bedrijf. Dan testen we meteen nieuwe onderdelen. En ja,
in een tunnel krijg je de grootste glimlach. Je eigen geluid kaatst terug. Prachtig.’
tekst eN foto rob overmeer
4
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
Toen & Nu
‘Er heerst
hier een
echte
Westlandmentaliteit’
Aanraders
Knap karretje
Ook in Amerika pakken steeds meer
mensen de fiets. En is er dus vraag
naar stevige, veelzijdige stadsfietsen.
In de publiekswedstrijd Oregon
Manifest konden mensen stemmen
op de meest ideale stadsfiets.
Vijf steden deden mee aan de wedstrijd en dat leverde
verrassende innovaties op: van een uitschuifbare bagagedrager
tot een kettingslot dat in het frame verdwijnt. Winnaar is het
futuristische ontwerp Denny uit Seattle. Het heeft elektrische
trapondersteuning en automatische versnellingen. De batterij
neem je makkelijk mee, waardoor je ’m thuis of op je werk kunt
opladen. De fiets op slot zetten doe je met het vlinderstuur, dat
in zijn geheel is los te halen, maar ook met een hoekje aan een
paal kan worden geklikt. De verlichting gaat automatisch aan
en er zijn zelfs richtingaanwijzers. En de spatborden zijn kleine
vegertjes die achter op de banden staan. Binnenkort zal Denny
in productie worden genomen in een oplage van honderd stuks.
Waarom
niet?
De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. En dat heeft
invloed op het werk en de werkplek. In Toen & Nu vertellen metaal­
bewerkers over toen en over nu. Deze keer: Henry Huiskens (52)
van Metazet/FormFlex in Wateringen over hoe een metaalbewerker
voor de glastuinbouw uitgroeide tot een innovatief en veelzijdig
internationaal bedrijf.
TOEN ‘Onze oprichter Leo van
Adrichem begon in 1978 met zes
mensen in een klein bedrijfspand
in Kwintsheul, midden in het
Westland. Leo zat in de kassenbouw en zag kansen voor een
bedrijf dat voor de tuinders in
de omgeving dingen als haken,
beugels en andere ondersteuningsmiddelen maakte voor in de kas.
Het ging vooral om las-, stans- en
zetwerk in series van enkele
honderden stuks. In die tijd
produceerde Metazet bijvoorbeeld
veel staande buisrailsteunen, waarover de verwarmingsbuizen werden
gelegd. Over die buizen kon je
dan weer allerlei systeempjes met
wielen laten rijden. Het grootste
deel van wat onze mensen deden
was handwerk en ook de werkomgeving was heel anders dan
nu, rommelig en lawaaierig.’
NU ‘Na een aantal verhuizingen
en uitbreidingen zit Metazet/
FormFlex nu met 75 collega’s in
een prachtig pand in Wateringen.
Daarnaast hebben we vestigingen
in Polen en Canada en nog eens
zeven verkooppunten wereldwijd.
Negentig procent van wat we doen
is inmiddels dan ook voor de
export. De werkplaats van nu is
van alle moderne techniek voorzien: van las- en draadbuigrobots
tot platen- en kokerlasers. We
leveren nog altijd veel maatwerk
aan de tuinbouw en ontwikkelen
ook veel nieuwe producten, zoals
de Virto, een elektrische driewielige
stascooter. Onze mensen blijven
hier lang werken, waardoor we niet
alleen een hecht team zijn, maar
ook veel kennis in huis hebben
voor innovaties. Er heerst hier
een echte Westland-mentaliteit:
hard werken, niet zeuren, passie
hebben voor het product, samenwerken en flexibel zijn.’
Kleding kun je natuurlijk in
elkaar naaien, maar de
Hongaarse modeontwerper
Zita Merényi pakt het anders
aan: zij gebruikt de soldeerbout. De lasnaden zijn ruwe
metalen lijnen, die opvallend
op de kledingstukken aanwezig zijn. Haar Provo-CUT
collectie is gemaakt van
grijs neopreen (surfpakstof).
Met warmte smelten de
verschillende stukken aan
elkaar, waarbij een rafelige
rand ontstaat. Volgens de
ontwerper zijn de lasnaden
een soort littekens, die verwijzen naar de langdurige en
tijdelijke sporen die mensen
op de aarde en op hun eigen
lichaam achterlaten.
www.fb.com/merenyi.zita
Voor hem en haar
Handig voor vrouwen of mannen met lang haar: de Leatherdos.
Deze eenvoudige haarclip is niet wat hij lijkt, hij herbergt drie
soorten schroevendraaiers, een moersleutel, een winkelwagenmuntje, een liniaal en een zaag. En dat levert een
win-winsituatie op: je haren zijn uit je gezicht én je hebt je
eigen mobiele gereedschapskist altijd bij je.
€ 6 via http://eu.monkeybusiness.co.il
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
5
EERST
HET
CV
VAN...
Edith Guldenaar
CNC­draaier bij Van Haandel Metaal, Boekel
Minder
ongelukken met
Healthy Metal
Uit cijfers van de Inspectie SZW blijkt
dat jonge werknemers in de metaal relatief
vaker een ongeval hebben dan oudere werk­
nemers – vooral door het onveilig werken
met machines. De online tool Healthy Metal
moet daar verandering
in brengen.
Edith Guldenaar (43) switchte twintig jaar geleden
van de mode naar de metaal. Inmiddels zou ze niet
anders meer willen.
Een meisjesdroom, de metaaltechniek?
‘Helemaal niet. Ik heb de huishoudschool gedaan,
richting textiele werkvormen. Vervolgens ging ik naar
de modevakschool. Maar werk vinden in die branche
leek onmogelijk. Ik had baantje na baantje, soms in
een winkel, maar ook in de kassen. Alles om maar aan
het werk te zijn.’
Beginscherm
Healthy Metal
The Game
Wat gaf je een duwtje in de goede richting?
‘Ik deed een beroepskeuzetest op het Arbeidsbureau.
De uitkomst: technisch onderlegd. Dat kwam in mijn
dossier. Toen in 1994 de campagne Vrouwen in de
metaal startte, ben ik benaderd: ik kreeg de kans om
me te laten omscholen. Na een bezoek aan de open
dag was ik meteen enthousiast.’
En, zat vanaf dat moment je loopbaan
in de lift?
‘Zeker. Op school was het fantastisch. Het klikte goed
met de andere meiden, maar ook met de mannen die
een herintredersscholing deden. Het was een mooie
tijd. Daarna heb ik fijne banen gehad. Geen dag
zonder werk gezeten.’
Het is best een ommezwaai, van mode
naar techniek.
‘Nou, het gekke is, toen ik me moest oriënteren op
een middelbare school, ben ik al op de lts gaan kijken.
Ik vond het fantastisch, maar in die tijd was dat geen
optie voor een meisje. Tenminste, niet waar ik vandaan
kom. Dus ik was het snel weer vergeten. Maar het heeft
er dus altijd ingezeten. Ik hou ervan om van niets
iets moois te maken. Het materiaal, of het nu stof is
of metaal, maakt me niet veel uit.’
Is het nooit een probleem geweest,
een vrouw te zijn in de metaal?
‘Om eerlijk te zijn, ik denk weleens dat het in mijn
voordeel heeft gewerkt. Ooit heeft een secretaresse
mijn sollicitatie eruit gepikt en haar baas gezegd dat
hij mij moest nemen. Nee serieus, het werk past bij me.
Bij vorige werkgevers was ik ook praktijkbegeleider,
dat was gaaf, anderen laten zien hoe mooi ons vak is.
En het stimuleerde me om zelf te blijven leren, ik wilde
een waardevolle coach zijn voor de leerlingen.’
6
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
Twee keer zoveel ongevallen bij jongeren onder de 25 jaar.
Hoe komt dat?
Anja van Vlerken, projectleider Metaal van Inspectie SZW: ‘Het
blijkt dat machine-ongevallen vooral gebeuren door het gebrek aan
competenties. De jonge werknemers missen kennis en ervaring.
Op school is de aandacht vooral gericht op het maken van een
goed werkstuk en te weinig op het veilig maken van een werkstuk.’
Voelen die jonge medewerkers dan niet aan dat ze nog
niet handig genoeg zijn voor bepaalde werkzaamheden?
‘Ze zijn vaak niet assertief genoeg. Als de voorman een jonge
werknemer vraagt of hij een taak wil uitvoeren, dan zal deze vaak
toestemmen – bang om anders als onbekwaam gezien te worden.
Daarnaast kan het ook zo zijn dat de machines in het bedrijf verschillen met die op school. Daar moeten beide partijen alert op
zijn. De jonge medewerker moet het aangeven, het bedrijf moet
er bewust naar vragen.’
Wat is Healthy Metal precies?
‘Healthy Metal is een digitale en interactieve tool, ontwikkeld
door de Inspectie SZW. Doel: jongeren bewust maken van de
risico’s die zij lopen tijdens hun werk. Per beroep, zoals lasser,
monteur of machinebankwerker, zijn er filmpjes en vragen die
direct linken aan werkelijke situaties. Je kunt het in je eentje maar
ook met een groep spelen en het is heel geschikt om bijvoorbeeld
bij beroepsopleidingen in te zetten. Elk ongeluk dat we kunnen
voorkomen is belangrijk. Want die ongelukken kunnen zeer ernstig
zijn, zelfs met dodelijke afloop.’
Bekijk de tool op www.healthymetal.nl
Lezersactie
KNIP UIT DIE BON!
GRATIS naar
het Museum van het k
Nederlandse Uurwer
FOTOSERIE ED
VAN DER ELSKEN
Van 13 september 2014 tot en met 4 januari 2015 is in museum
Boerhaave in Leiden de tentoonstelling Hit & Run te zien,
met unieke foto’s van Ed van der Elsken. In de jaren tachtig
schoot de bekende straatfotograaf een fotoserie in het
natuurkundig laboratorium NatLab in Eindhoven. Geen
wetenschapsfoto’s, maar beelden van onderzoekers en
technici in hun werkomgeving. Razendsnel en zonder flits
(‘hit & run’) zette hij ze op de gevoelige plaat. De foto’s zijn
nooit eerder buiten Philips te zien geweest.
www.museumboerhaave.nl
eleeuwen gemaakt.
Uurwerken worden al sinds de Midd
aandrijfgewicht en waren
Ze bestonden uit tandwielen en een
ens in de zeventiende
Huyg
n
stiaa
Chri
zeer onregelmatig, tot
In het Museum van het
eeuw het slingeruurwerk uitvond.
re torenuurwerken van
stoe
je
Nederlandse Uurwerk vind
horloges van bewerkt
jnde
verfi
ook
r
maa
gesmeed ijzer,
, versierd met graveer- en
messing en kunstig gedreven goud
erken van de zestiende
uurw
dse
erlan
Ned
zaagwerk. Van alle
voorbeelden te zien. Daarbij
tot en met de twintigste eeuw zijn
steld waarmee de meesters
onge
tento
hap
is ook het gereedsc
ing hun kunstwerken
van de ambachtelijke metaalbewerk
uit kijken!
ogen
je
lang
maakten. Hier kun je uren
erk
Museum van het Nederlandse Uurw
ns
Scha
se
Zaan
3,
Kalverringdijk
1509 BT Zaandam
www.mnuurwerk.nl
TOP 3 Discovery Channel
Discovery Channel is een Amerikaanse zender met
verrassend leuke populair­wetenschappelijke programma’s.
Metaaljournaal selecteerde er drie die je niet mag missen!
1 Rise of the machines
Ontdek de techniek achter de meest tot de verbeelding sprekende
machines en voertuigen ter wereld. Van een megatruck met
banden zo hoog als twee personen tot helikopters die werken als
vliegende hijskranen. En van supersnelle treinen en raceauto’s
tot een nieuw type vrachtvliegtuig dat een moderne variant is op
de oude zeppelin. Dinsdag om 22.00 uur
2 Fat’n furious
Zwaarlijvige mannen knappen oude auto’s op, waarbij het
naast originele uitstraling vooral draait om het opvoeren van de
acceleratie. Aan het einde wordt een van de auto’s getest op een
racecircuit. Zaterdag om 21.00 uur
3 How it’s made
Een programma dat laat zien
hoe alledaagse producten worden
gemaakt, van kunstbloemen en
telefoonsnoeren tot metalen velgen.
Dagelijks op verschillende tijden
Meer programma’s en
video’s vind je op
www.yourdiscovery.com/nl
✃
Bon!
bewijs voor
gratis toegang
voor maximaal 4 personen
TOEGANGSBEWIJS.
KNIP UIT EN NEEM MEE ALS
Museum van het Nederlandse
Deze bon biedt gratis entree bij het
nen (normaal € 10 p.p.) en
asse
Uurwerk voor maximaal 2 volw
is geldig t/m 31 december 2014.
actie
De
.
p.p.)
5
€
aal
(norm
eren
2 kind
te openingstijden.
exac
de
voor
rk.nl
urwe
Kijk op www.mnu
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
7
VOORAF
‘Stereotiepe
beelden zitten
diep geworteld’
8
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
‘MET JE
HANDEN
WERKEN KRIJGT
WEER STATUS’
IMAGOTIP 3
aring met techniek
Een positieve erv
stles
gen. Als je een ga
stimuleert leerlin
echt leuk is.
die
t
da
or
vo
n
geeft, zorg er da
t je ze
n duidelijk uit wa
En leg de leerlinge
m.
aro
laat doen en wa
Al enige tijd stellen overheid, bedrijven en scholen alles in het werk
om jongeren te interesseren voor techniek. Ton Hartevelt, manager
Communicatie bij TechniekTalent.nu, zou het wel van de daken
willen schreeuwen: techniek is fantastisch!
tekst annemiek de gier foto’s hans van den heuvel
Er is de afgelopen tijd veel gezegd en geschreven
over het slechte imago dat techniek zou hebben
bij jongeren. Is dat inderdaad zo?
‘Ja, nog altijd willen veel jonge mensen liever een
kantoorfunctie dan een loopbaan in de techniek.
Stereotiepe beelden van mannen in blauwe overalls,
stoffige werkplaatsen en zwaar lichamelijk werk zitten
diep geworteld. Gelukkig komen steeds meer partijen
– scholen, ouders, media – erachter dat die beelden niet
kloppen. Door nieuwe ontwikkelingen is techniek in
een veel breder perspectief komen te staan en het lijkt
erop dat dat besef langzaam begint door te dringen.’
Is dat imagoprobleem typisch Nederlands?
‘In andere Europese landen zien we in meer of mindere
mate dezelfde houding, een beetje afhankelijk van de
rol die de maakindustrie in de samenleving speelt.
Maar ook in de landen om ons heen is techniek groten­
deels uit het straatbeeld verdwenen, jongeren komen
er minder mee in aanraking. Dus hebben ze er ook
automatisch minder affiniteit mee.’
De overheid is inmiddels af van het idee dat
Nederland puur een dienstenland zou moeten zijn
en stelt de technische sector weer centraal in
haar beleid. Is daar al effect van te merken?
‘Er is duidelijk meer aandacht voor de rol van Nederland
op het gebied van technische innovatie en specialistische
nicheproducten. Maar ook het belang van traditioneel
vakmanschap wordt weer onderkend: met je handen
werken krijgt weer status. Bij scholen zien we dat ze zich
actiever richten op het brede potentieel. Niet zozeer de
klassieke bèta’s, die kiezen vanzelf al voor een technische
richting. Maar juist die latente groep, waarin ook vrouwen
en allochtonen een belangrijk aandeel hebben. Er is iets
gaande in de maatschappij, dat is zeker. Wist je dat de
TU Eindhoven dit jaar vijftig procent meer vrouwelijke
eerstejaarsstudenten heeft geworven?’
Bijvoorbeeld ‘Water, energie en natuur’, ‘Lifestyle en
design’ en ‘Mens en medisch’. Veel jongeren hebben
affiniteit met dit soort mens­ en maatschappijgerelateerde
onderwerpen. Daar spelen we op in door te laten zien dat
techniek voor allerlei problematieken een oplossing
biedt. Je oma kan bij wijze van spreken langer zelfstandig
thuis blijven wonen dankzij moderne technische snufjes.
Op deze manier gaat techniek echt leven.’
Is het bedrijfsleven wel klaar voor deze
benadering?
‘Deze nieuwe visie op techniek vraagt van bedrijven in
eerste instantie een andere houding. Een open houding
richting scholen en richting het brede potentieel aan
nieuwe medewerkers. Door bijvoorbeeld bedrijfs­
bezoeken te organiseren en gastlessen te verzorgen,
bied je leerlingen een eerlijk beeld van wat werken in
een technisch bedrijf inhoudt en met een beetje geluk
bind je ze daarmee al een beetje.’
Waar bestaat het werk van TechniekTalent.nu uit?
‘Wij verbinden zowel landelijk als regionaal alle partijen
die zich sterk maken voor instroom en behoud van
technisch talent. In de regio zorgt TechniekTalent.nu
ervoor dat scholen en bedrijfsleven meer en intensiever
met elkaar samenwerken. Leerlingen ontdekken hoe
interessant techniek is. Docenten krijgen meer en
betere kennis over techniek. En het bedrijfsleven komt
in contact met jongeren die in de toekomst misschien
wel bij hen komen werken.’
U bent zo enthousiast, waarom werkt u zelf
eigenlijk niet in de techniek?
‘In mijn optiek doe ik dat wel! Vroeger werkte ik bij
reclamebureaus, maar bij TechniekTalent.nu heb ik echt
een specifieke missie: meer jongeren in de techniek.
Er is veel te doen, maar het is geweldig als je ziet dat
je inspanningen resultaat opleveren.’ ❚
Wat is de truc, hoe verleid je latente techneuten?
‘Bij TechniekTalent.nu werken we met het BètaMentality­
model, dat de techniek onderverdeelt in zeven werelden.
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
9
IN BEELD
Onzichtbare
kunstenaars
Talloze vakmensen maken de mooiste dingen in anonieme
werkplaatsen. Hen beter zichtbaar maken, kan ervoor zorgen
dat meer jongeren inzien hoeveel mogelijkheden de metaal
eigenlijk biedt.
tekst carolien lindeman foto’s jeroen hofman
Z
elf iets maken en daar trots
op zijn, we gieten die bood­
schap er bij kinderen van
jongs af aan in. Ook bedrijven in
de techniek mogen trots zijn op
de producten die ze maken.
TechniekTalent.nu (een samen­
werkingsverband van acht technische
sectoren waaronder de metaalsector)
moedigt grotere zichtbaarheid aan,
want, zo stellen zij: ‘Jongeren zijn
visueel ingesteld en willen graag
Gelukkig zien steeds meer
jongeren in dat de metaal­
bewerking aantrekkelijke
perspectieven biedt
iets ervaren. Het liefst staan de
jongens en meiden – van vmbo tot
vwo – midden in de keuken van de
techniek.’ Hetzelfde geldt voor de
ondertekenaars van het Techniek­
10
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
pact; deze scholen, bedrijven en
overheden hebben afspraken ge­
maakt om de aansluiting van het
onderwijs op de arbeidsmarkt in
de technieksector te verbeteren.
Als onderdeel van het pact zijn
bedrijven actiever betrokken
bij het onderwijs, zodat meer
leerlingen voor techniek kiezen.
meer eerstejaars ingeschreven voor
een technische opleiding. Ook van
individuele scholen komen positieve
geluiden over het nieuwe school­
jaar. Het ROC in Leiden meldt
bijvoorbeeld dat de opleiding
Mechatronica met een groei van
21 procent aanmeldingen hun sterkst
groeiende opleiding van het jaar is.
TECHNIEK POPULAIRDER
OP DE VOORGROND
Gelukkig zien ook steeds meer
jongeren in dat de metaalbewerking
aantrekkelijke perspectieven biedt
voor de toekomst en kiezen zij steeds
vaker voor een bètatechnische
opleiding. Uit cijfers van het Platform
Bèta Techniek blijkt dat steeds meer
middelbare scholieren kiezen voor
een N­profiel, dat voorbereidt op een
bètatechnische opleiding. Een groot
deel van die groei is zelfs te danken
aan meisjes, die steeds vaker voor dit
profiel kiezen. Op de universiteit zet
deze trend zich door en hebben zich
afgelopen schooljaar twaalf procent
De samenwerking tussen bedrijfs­
leven en onderwijs werpt dus zijn
vruchten af: het lijkt erop dat we de
techniek weer gaan omarmen en er
trots op zijn. De geportretteerde
vakmensen in dit artikel zíjn trots
op hun werk, maar verrichten dat
relatief onzichtbaar op afgelegen
bedrijventerreinen. Wij zetten ze
even op de voorgrond. ❚
‘Het einde van de
automatisering is nog
lang niet in zicht’
Jeroen Erinkveld
Senior applications specialist bij Key Technology in Beusichem.
Zoekt de grenzen van optische automatisering op.
‘Ik ben Machine Vision specialist voor Europa op het gebied van optische sorteermachines. Deze sorteren bijvoorbeeld
de frietjes met een verkleurd plekje eruit, of de takjes uit een bessenvoorraad. Met onze klanten onderzoek ik hoe hun
machine kan worden geoptimaliseerd. Het leuke is dat ik meestal verder moet kijken dan de machine zelf, naar het
hele proces in een fabriek. De oplossing kan optisch, mechanisch of softwarematig zijn. Ik zit vaak in het buitenland
en heb met verschillende mensen te maken. Sorteermachines worden steeds vaker ingezet, zelfs voor snoep.
Het einde van de automatisering is dus nog lang niet in zicht.’
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
11
IN BEELD
‘Dit is echt
een ambacht’
Ton Vriesekoop
Directeur en eigenaar van HPV Lumière in Heemskerk.
Leerde kroonluchters restaureren van zijn vader en opa.
‘Voor mijn werk komen veel disciplines samen, zoals metaalbewerking, elektrotechniek en chemie. Daarnaast blijf
ik leren doordat ik wekelijks nieuwe soorten kroonluchters tegenkom. Leuk aan mijn werk vind ik dat ik artistiek
bezig ben en de mooiste kunstschatten in handen krijg. Daarvoor kom ik op bijzondere plekken zoals het Paleis op de
Dam, het Mauritshuis, ambassades en grand hotels over de hele wereld. Voor mij blijft het de grootste uitdaging om
kroonluchters in historische gebouwen weer in hun originele staat terug te brengen en tegelijkertijd aan te passen
aan de moderne tijd. Dit is echt een ambacht.’
12
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
IMAGOTIP 4
met
me voor het vak
Deel je enthousias
l.
wi
ren
ho
ar
ma
iedereen die het
‘Op het eindresultaat
ben ik altijd trots’
Hans Strick
Lasser bij Fiction Factory in Amsterdam­Noord.
Kent geen grenzen bij het maken van mooie en nuttige voorwerpen.
‘Als we iets nog niet kunnen, dan leren we het. Daardoor is mijn werk heel divers. Ik heb net geholpen een bijna honderd
jaar oude windmolen te restaureren. Ook bouwden we een van de grootste 3D­printers ter wereld. En je komt onze
interieurs overal tegen, bijvoorbeeld bij Urban Outfitters, G­Star en Douwe Egberts, maar ook in musea als het
Amsterdamse Stedelijk en het Fries Museum. Wij maken hiervoor soms ook de ontwerpen. Elke klus is een uitdaging.
Bij elke tekening die ik voor me krijg, moet ik opnieuw kijken hoe ik dat mooi kan produceren, maar op het eindresultaat
ben ik altijd trots.’
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
13
IN BEELD
‘Plotseling wist ik:
dat wil ik ook’
Lotte en Cees Pronk
Smeden bij Smederij Cornelis Pronk.
Lotte leert het vak van haar vader en wil niets liever dan hem opvolgen.
‘Vijf jaar geleden vroeg ik of er een plek vrij was in de opleiding smeden die jaarlijks in onze smederij gegeven wordt.
Ik heb toen de opleiding gedaan, en werk nu zo vaak als kan in de smederij van mijn vader. We maken hekwerken,
kunstwerken voor op graven en eigenlijk alles wat de klant maar vraagt. Ik vind het bijzonder dat je van een harde
bonk ijzer iets heel moois kunt maken. Je maakt nooit tweemaal hetzelfde; je moet altijd creatief zijn. In 2011 volgde ik
een stage bij een smederij in Duitsland. De eigenares had het bedrijf van haar vader overgenomen. Plotseling wist ik:
dat wil ik ook. Toen ik thuiskwam heb ik het mijn vader verteld. Hij was er helemaal stil van.’
14
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
DIALOOG
Gert de Bruijn heeft een bedrijf dat tuinmachines verkoopt, verhuurt,
onderhoudt en repareert. Hij merkt dat het lastig is om de stagiairs te motiveren.
Van Yvonne van Sark, partner van jongerencommunicatiebureau YoungWorks
en specialist op het gebied van jongerentrends en jongerencommunicatie,
ontvangt hij graag tips.
Gert & Yvonne
10 september 2014, 10:33 uur
Van: Gert de Bruijn
Aan: Yvonne van Sark
Stagiairs
12 september 2014, 16:14 uur
Van: Yvonne van Sark
Aan: Gert de Bruijn
Re: Stagiairs
Beste Yvonne,
Hallo Gert,
Elk jaar heb ik een aantal stagiairs in mijn bedrijf rondlopen. Ik vind het belangrijk om jongeren een kans te
geven om te leren en te groeien. Het is dus niet zo dat ik
aan goedkope krachten wil komen – het kost namelijk
best veel tijd en energie om stagiairs te begeleiden.
Al hoop ik natuurlijk wel dat ik de getalenteerde jongens
en meisjes enthousiast krijg, zodat ze bij mij aan de slag
willen gaan. Want het is niet eenvoudig om goede mensen
met een gedegen technische opleiding te vinden.
Heel herkenbaar! De stagiairs van nu zijn heel anders
dan die van pakweg vijftien, twintig jaar geleden. Veel
jongeren zijn mondiger, maar dat wil niet per se zeggen
dat ze zekerder zijn. Overigens is het ook niet zo dat het
onderwijs tegenwoordig geen eisen meer stelt, opleidingen
zijn eerder zwaarder dan lichter geworden. Wij volwassenen
hebben de neiging om onszelf terugkijkend te overschatten.
Dat geeft niet, doe je voordeel met die kennis.
Daar zit meteen de moeilijkheid: hoe wakker ik dat
enthousiasme aan? Soms heb ik het gevoel dat ik hen
er aan de haren bij moet trekken. Ze krijgen veel vrijheid
en kansen, maar dat pakt lang niet altijd goed uit. Soms
zeggen ze dat ze toch liever een kantoorbaan willen.
Of ze willen veel meer dan ze op dit moment kunnen.
Toen ik die leeftijd had (ik ben nu 33) was ik altijd bezig,
brommertjes uit elkaar schroeven, erachter komen hoe
iets in elkaar zit. Maar buiten werktijd interesseert de
techniek ze al helemaal niet. Met social media zijn ze
wel superhandig.
Heb je concrete tips voor me?
Vriendelijke groet,
Gert de Bruijn
Een valkuil is om te verwachten dat zij techniek meteen
al net zo leuk vinden als jij, ook al hebben jullie dezelfde
studierichting gedaan. Die liefde moet groeien. Deel je
enthousiasme voor het vak en wees, zeker in het
begin, heel duidelijk in wat je van hen vraagt. En geef
complimentjes voor wat goed gaat.
Bedenk dat voor veel leerlingen een stage leuker is dan
naar school gaan. Ik zou ermee beginnen hen op hun
gemak te stellen, zodat ze zich thuis voelen binnen jouw
bedrijf. Wees oprecht geïnteresseerd, als ze zich erkend
voelen geven ze jou ook meer. Maak gebruik van waar ze
goed in zijn: laat je stagiairs bijvoorbeeld meedenken
over je website. Zo zal hun waardering voor jouw bedrijf
en de werkzaamheden vanzelf groeien.
Succes!
Hartelijke groet,
Yvonne
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
15
THEMA
Techniek
is emotie
Nu techniek steeds minder zichtbaar is in het dagelijks
leven, moeten we potentiële jonge vakkrachten op een
nieuwe manier proberen te bereiken. Namelijk door trots
uit te stralen en hen de menselijke kant van het vak te laten
zien. ‘Het gaat erom dat je jongeren raakt.’
tekst annemiek de gier ILLUstRAtIes PePijn barnard
E
‘Als je elke dag met
techniek bezig bent,
ben je waarschijnlijk
enthousiast over
zaken als processen
en materialen’
16
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
r was een tijd dat technische
bedrijven vanzelfsprekend
onderdeel uitmaakten van
het leven in dorpen en steden.
Smederijen, timmerwerkplaatsen,
autogarages, sloperijen, je vond ze
gewoon om de hoek. Tegenwoordig
lijkt techniek te zijn verdwenen uit
ons blikveld. Vanwege uitdijende
werkzaamheden (en ook vanwege
steeds strengere milieuregels) zijn
veel technische bedrijven verhuisd
naar anonieme bedrijventerreinen
aan de rand van de stad. Met als ge­
volg dat de afstand tussen bedrijven
en potentiële nieuwe vakkrachten
letterlijk veel groter is geworden.
SAAIE NERDS
Is het dus eigenlijk wel zo vreemd
dat te weinig jongeren kiezen voor
een opleiding en een loopbaan in de
techniek? Verplaats je eens in hun
wereld, waarin het heel normaal is
om geen idee te hebben wat zich
afspeelt aan de binnenkant van een
mobiele telefoon, een scooter of een
wasmachine. Waarin technische
bedrijven eigenlijk volledig onzicht­
baar zijn en het dus ook moeilijk is om
je een beeld te vormen bij het soort
banen dat deze bedrijven bieden.
Misschien is het wel logisch dat veel
jongeren bij techniek nog altijd
denken aan vies en zwaar werk, een
mannenwereld, een natuurlijke
habitat van saaie nerds. En nee,
natuurlijk stroken deze beelden
allang niet meer met de werkelijk­
heid. En ongetwijfeld zijn er ook
heus wel voldoende jongeren met
aanleg voor een technisch beroep.
Het is dus de kunst om jonge mensen
te verleiden. Inmiddels is door­
gedrongen dat dat alleen lukt als
technische opleidingen en bedrijven
op een nieuwe manier zichtbaar
zijn (door te laten zien wat techniek
écht is) en inspelen op wat techniek
voor jongeren aantrekkelijk maakt.
De overheid houdt zich al enige tijd
intensief bezig met deze imago­
Ivon Schenkels
Validatie-/kalibratietechnicus bij MSD Animal Health in Boxmeer
‘Al een aantal jaar ben ik rolmodel voor VHTO, het Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen
en bèta/techniek. Dat betekent dat ik vmbo-scholen bezoek en praat met meisjes die voor hun
vakkenkeuze staan. Ik vertel over mijn werk en zij mogen vragen stellen. Je merkt: ze hebben
geen idee wat techniek inhoudt, ze associëren het met een lopende band in een fabriek.
Laat staan dat ze weten wat voor soort banen de techniek biedt. Hoe ik hen enthousiast
maak? In eerste instantie door hen te laten zien dat ik echt een vrouw ben. Als ik binnenkom
in een jurk en met gelakte nagels, heb ik bij wijze van spreken mijn eerste punten al verdiend.
Daarnaast weid ik niet te veel uit over de taken die ik in mijn werk verricht. Ik vertel altijd dat
ik medicijnen voor dieren maak. Dat is iets wat iedereen kan begrijpen. Als jongeren verband
zien en vooral ook maatschappelijk nut, is het veel makkelijker om hun interesse te wekken.’
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
17
THEMA
De nieuwe beelden
van techniek
De TechniekBeeldbank van
TechniekTalent.nu is een beeldbank
met foto’s van mannen en vrouwen
op de werkvloer. Het zijn beelden die
enthousiasme en trots uitstralen en die
de emotie achter het werk laten zien,
iets wat belangrijk is als je jongeren wilt
bereiken. Communicatiemedewerkers,
journalisten of P&O-functionarissen van
bedrijven kunnen deze beelden inzetten
bij communicatie over techniek, zodat
jongeren geïnteresseerd raken en nieuwsgierig worden. Gebruik van de beelden
is gratis, eenmalige registratie volstaat.
Kijk voor meer informatie op
www.techniekbeeldbank.nu
kwestie: in 2012 lanceerde het
Kabinet in samenwerking met het
bedrijfsleven een pakket aan maat­
regelen om zo veel mogelijk mensen
over te halen in de technische sector
te gaan of blijven werken. De aanpak
van het Kabinet bestaat uit ver­
schillende stappen, waarvan de
eerste stap is betere voorlichting
te geven aan kinderen en jongeren
over de mogelijkheden van een
carrière in de techniek. 3.500 klassen
in het basisonderwijs krijgen op dit
moment bezoek van technici die
kinderen vertellen over hun vak.
Ook krijgen scholen extra geld om de
interesse van scholieren in techniek
te stimuleren. Daarnaast wil het
Kabinet het techniekonderwijs
op alle niveaus verbeteren en aan­
trekkelijker maken.
TE ALGEMEEN
Ook uit andere hoeken komen
verschillende initiatieven die het
imago van de techniek bij jongeren
willen verbeteren. Ton Hartevelt
is Manager Communicatie bij
TechniekTalent.nu, een samen­
werkingsverband van acht technische
sectoren – waaronder de metaal­
sector/OOM. ‘Dat die beelden van
vies werk en blauwe overalls bestaan
in de hoofden van jongeren, heeft
‘Iemand kiest niet
voor techniek,
maar vindt het
bijvoorbeeld wel
fantastisch om met
auto’s bezig te zijn’
18
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
de sector enigszins aan zichzelf te
danken’, stelt hij. ‘Als je elke dag
met techniek bezig bent, ben je
waarschijnlijk enthousiast over
zaken als processen en materialen.
Maar besef: mensen die nog niet
in de techniek werken, delen dat
enthousiasme niet. Voor hen draait
het om emotie, ze willen geraakt
worden. Tijdens een gastles of rond­
leiding jongeren ‘iets over techniek’
vertellen, heeft dus geen enkele zin,
dat is veel te algemeen. Het heeft
meer zin om jongeren bewust te
maken van wat ze met techniek
kunnen, bijvoorbeeld medische
apparatuur maken, nog betere
zonnepanelen ontwikkelen, aero­
dynamische treinen ontwerpen,
interieurs bouwen. Pas dan gaan ze
begrijpen hoeveel verschillende
kanten techniek heeft en hoeveel
mogelijkheden dat eigenlijk biedt.’
TechniekTalent.nu ontwikkelde
samen met reclamebureau Het
Stormt de TechniekBeeldbank, een
website vol ‘nieuwe beelden van
techniek’ (zie kader). Op deze foto’s
zijn jonge mensen te zien in een
aansprekende technische omgeving.
Ze zijn bedoeld voor onder andere
journalisten en pr­adviseurs van
bedrijven om te gebruiken bij hun
communicatie. Doel: zichtbaar
maken dat de techniek een trotse
sector is met echte mensen, positief,
vol mogelijkheden en vooral ook
vol plezier.
VOELEN
Natuurlijk kunnen bedrijven ook
heel veel zelf ondernemen om
zich op een goede manier onder
de aandacht van potentiële jonge
vakkrachten te brengen. Je kunt je
bijvoorbeeld presenteren op een
regionale banenbeurs, via beroepen­
wedstrijden in contact komen
met technische talenten, bedrijfs­
bezoeken organiseren, gastlessen
aanbieden op scholen in de buurt,
meedoen aan initiatieven als
Girlsday, enzovoort. Toch is het
hierbij wel belangrijk om te bezinnen
eer je begint, stelt gedragsweten­
schapper Jeroen Siebelt van d&b
(bureau voor toegepaste gedrags­
wetenschappen, dat op dit moment
met TechniekTalent.nu onderzoek
doet naar de associaties van vmbo’ers
bij hun studiekeuze). ‘Als je als
metaalbedrijf duurzaam je imago
wilt gaan verbeteren, is het goed
om eerst bij een paar dingen stil te
staan. Vraag je eens af: wat wil je
dat iemand voelt bij jouw bedrijf?
Techniek op zichzelf is heel abstract,
er valt zo veel onder. Maar je zet
Bert Meister
Smid in de Bellamystraat in
Amsterdam
‘Mijn opa begon deze smederij in 1909.
Midden in een woonwijk, dat was toen
heel gewoon — er zaten hier meer
technische bedrijfjes. Inmiddels zijn die
allemaal verhuisd naar industrieterreinen
buiten de stad, alleen wij zitten er nog.
We maken dingen die niet bij de ijzerhandel te krijgen zijn en we smeden
ook nog een middag in de week, om
het vak gangbaar te houden en door
te geven. Ook al hebben we een echte
buurtfunctie, toch ga ik ermee stoppen
binnenkort. Mijn compagnons zijn met
pensioen gegaan en ik kan de grote
smederij zelf niet open houden. Graag
was ik verderop in de straat doorgegaan,
maar ik krijg geen vergunning vanwege
mogelijke geluidsoverlast. Verhuizen naar
een industrieterrein is voor mij geen optie.
Ik ben boven deze smederij geboren,
mijn hele familie woont hier in de straat.
Iedereen kent ons, op een andere
plek ben ik anoniem. Wat mij betreft
zou elke buurt in Amsterdam een
plein moeten hebben met een aantal
ambachtelijke bedrijfjes bij elkaar.
Zo blijft techniek zichtbaar.’
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
19
THEMA
mensen pas echt in beweging met
iets concreets. Iemand kiest niet
voor ‘techniek’, maar vindt het
bijvoorbeeld wel fantastisch om
met auto’s of met duurzame energie
bezig te zijn. Laat dus op je website,
in je advertenties en in je presentaties
echt zien wat je als bedrijf maakt,
of waar je aan bijdraagt. Houd steeds
in je achterhoofd: wat raakt de groep
die ik wil bereiken, en wat niet?’
(als je meer wilt lezen over hoe je als
bedrijf je imago kunt verbeteren,
blader dan dit nummer van Metaaljournaal van voor naar achteren door
en verzamel de tien imagotips)
VEEL TE WINNEN
Het goede nieuws is dat er – zeker bij
het midden­ en kleinbedrijf – nog
veel te winnen valt op het gebied van
imagoverbetering. Uit een onderzoek
van SEOR (Erasmus Universiteit)
blijkt dat maar liefst 42 procent
van de schoolverlaters met een
technische opleiding uiteindelijk
niet doorstroomt naar een technisch
beroep, onder andere omdat
bedrijven met interessante vacatures
niet voldoende zichtbaar waren.
Uit een ander onderzoek van NRC
Carrière onder hoger opgeleiden in
de techniek blijkt dat 97 procent
van de ondervraagden trots is op
zijn werk, maar dat ook 91 procent
vindt dat het belang van techniek
voor de samenleving wordt onder­
schat. Het imago van de sector en
het aanzien van het werk krijgen
respectievelijk een 6,4 en een 6,3.
Dat kun je natuurlijk als een
probleem beschouwen, maar
het is eerder een uitdaging: we
moeten de wereld laten zien dat
techniek een oneindig interessante
en boeiende sector is. En vooral
ook: dat techniek onmisbaar is
voor een goede toekomst. ❚
Jef Poldervaart
Creatief directeur van reclamebureau Het Stormt in Rotterdam
‘Onder onze klanten zijn de technische sector en roc’s sterk vertegenwoordigd.
Dat is niet toevallig: techniek fascineert mij. En dan vooral de mens erachter,
iets waarvoor de sector de laatste jaren wellicht wat te weinig aandacht heeft
gehad. Uit onderzoek blijkt dat docenten heel anders tegen techniek aan
kijken dan studenten. Docenten zien zogeheten ‘oude beelden’ voor zich,
waarin de handeling centraal staat. Studenten zijn juist meer geïnteresseerd
in de menselijke kant, in wat je met techniek allemaal kunt doen. Ik zie het als
mijn persoonlijke missie om docenten enthousiast te krijgen voor deze ‘nieuwe
beelden’. Als eerste moet de verandering op scholen gaan plaatsvinden:
een geïnspireerde docent helpt studenten op een bepaald spoor. Daarna
is het zaak om bij het bedrijfsleven aan te haken. Als we het op deze manier
aanpakken, levert het onderwijs straks busladingen vol goede, gemotiveerde
mensen af en zijn bedrijfsscholen niet meer nodig.’
IMAGOTIP 5
en wil je
pen: welke mens
Denk in doelgroe
en weten,
ns
me
ze
de
n
lle
bereiken, wat wi
l in je
e, enzovoort. Verte
waar zitten ze me
evant is
rel
t
wa
t
da
n
ee
communicatie all
je wilt bereiken.
voor de groep die
20
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
Architectuurhistoricus
Vincent van Rossem:
Hoe de techniek van
ons verwijderd raakte
‘Ik ben opgegroeid in Wageningen en
ik kan me de smid nog herinneren. Mijn
ouders brachten daar onze kachel naartoe als die moest worden gerepareerd
of onderhouden. De geur van het metaal
en de werkruimte kan ik me nog goed
voor de geest halen. Inmiddels is die
smid al lang en breed verdwenen.
Waarschijnlijk heet hij nu ‘constructiebedrijf’ en zit hij in een vierkante
blokkendoos ergens langs de snelweg.
En waarom zou hij ook niet? Tegenwoordig laten mensen geen frames voor
tafels meer maken, ze gaan liever naar
Ikea. Bovendien is de wetgeving steeds
strenger geworden. Machines maken
lawaai en lawaai geeft overlast. Dat
pikken mensen niet meer, we zijn ontzettende trutten geworden. Dus kozen
smederijen, houthandels, timmerbedrijven, sloperijen, noem het maar
op, eieren voor hun geld. Vroeger waren
garages een soort metaalbedrijven.
Ook dat is naar de bliksem, auto’s zijn
nu allemaal computergestuurd. Ik was
een keer met mijn oude Citroën DS bij
een garage in Amsterdam, maar ik werd
weggejaagd. Ze weten helemaal niet
meer wat ze met zo’n oude auto aan
moeten. Ik kon als jonge man mijn
brommer blind uit elkaar halen en weer in
elkaar zetten. Kom daar nog maar eens
om. Het lijkt mij een goed plan om het
oude beroepsonderwijs weer op te
poetsen. In mijn jeugd kon je naar de
ambachtsschool. Dat was misschien
de onderkant, maar je leerde er wel wat.
Het imago van handwerk moet ook
verbeteren. Ik snap niet dat een lasser
minder verdient dan ik, terwijl hij een
vakman is. Ik heb ooit een cursus lassen
gedaan, maar het nooit onder de knie
gekregen. Je hebt geen idee hoe
moeilijk dat is.’
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
21
CURSISTEN
Iedereen
doet alles
Rimas Technology Group uit Beringe levert wereld­
wijd onder meer productielijnen, assemblagelijnen
en profielsystemen. Uiteenlopende projecten, waar­
bij het handig en efficiënt is als medewerkers niet
één, maar meer taken kunnen uitvoeren.
tekst marloes de moor foto mark van der zouw
roductielijnen voor zonne­
panelen en auto’s, montage­
P
lijnen voor assemblagewerkplekken,
profielsystemen van Bosch Rexroth.
Rimas werkt aan grote projecten,
vaak bestemd voor de export – en
dat vereist flexibiliteit en veelzijdig­
heid van de medewerkers. Het
opleidingsbeleid van Rimas is er
daarom op gericht om de werknemers
zo veel mogelijk vaardigheden bij
te brengen. Ze zijn inmiddels dan
ook van alle markten thuis. Is het
wat rustiger aan de productiekant,
dan kunnen ze ook een tekening aan­
passen of een ontwerp maken. Valt
er weinig te tekenen, dan helpen ze
de monteurs bij de productie.
ALLERLEI OPLEIDINGEN
‘In principe kunnen onze mede­
werkers in elke functie op goed niveau
werken’, vertelt Rimas­directeur
Mark Verstraten. ‘Wij bieden hen
veel verschillende opleidingen om
de kennis op peil te houden. Dat zijn
taalcursussen, maar ook trainingen
op het gebied van het bedienen van
apparatuur, tekenen en veiligheid.’
Zeven medewerkers deden bijvoor­
beeld de cursus ‘Veilig werken met
de bovenloopkraan’. Dat was nuttig,
vindt montagemedewerker Maurice
de Bruyn. ‘Tijdens de cursus merkte
22
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
ik dat er toch wat kleine dingen in­
gesleten waren die ik niet helemaal
veilig deed. Zo heb ik geleerd dat
je een hijsoog maar één keer mag
gebruiken, terwijl wij dat voorheen
wel vaker deden. We hebben het
oude hijsoog meteen weggegooid.’
ALLROUND
Magazijnmedewerker Mark Gout
deed dezelfde cursus. ‘Bij het bouwen
van frames werk je vaak met zware
profielen. Die kun je beter optillen
met een kraan dan met een hef­
truck. Ik weet nu hoe je met het
zwaartepunt omgaat en hoe je de
kraan kunt stilhouden als hij gaat
zwiepen. In mijn werk had ik daar
direct profijt van.’ Enkele productie­
medewerkers volgden een cursus
voor het Inventor Tekenprogramma.
Volgens Verstraten is dat een goed
voorbeeld van bijscholing die de
medewerkers allround maakt.
Servicecoördinator Johan Peeters
is hierdoor nu goed thuis in
3D­tekeningen openen en lezen:
‘Als er problemen met machines
zijn, komen mensen bij mij terecht.
Dankzij de cursus kan ik zelf
tekeningen van reserve­onderdelen
openen en kijken welke besteld zijn,
zonder dat ik daarvoor iemand
anders hoef lastig te vallen.’ ❚
IMAGOTIP 6
ken,
dewerkers aantrek
Wil je nieuwe me
drijf
be
je
n
va
en
ett
laat dan alle fac
de
collega’s, de sfeer,
zien, dus ook de
voort.
zo
en
n,
de
he
lijk
opleidingsmoge
Van links naar rechts: Maurice de Bruyn,
Mark Gout, Mark Verstraten en Johan Peeters
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
23
ONDERWIJS
Leren en werken
op niveau 4
tekst annemarie vestering foto’s rob overmeer
D
oor de toenemende automatisering
van machines worden er steeds
hogere eisen gesteld aan mede­
werkers op de werkvloer. Het OBM
Midden­Nederland ontwikkelde daarom
de Technologieroute, een tweejarige
opleiding op mbo­niveau 4 voor allround
CNC­verspaner of mechatronicus.
De opleiding bestaat uit een combinatie
van leren en werken. Leerlingen gaan
bij het begin van de opleiding direct
in dienst bij een metaalbedrijf uit de
scholingspool van het OBM. Theorie­
lessen volgen ze op het Techcollege in
Nieuwegein. Het eerste jaar gaan ze twee
dagen naar school en werken ze drie
dagen in het bedrijf. Het tweede jaar zijn
ze één dag op school en vier dagen bij
het bedrijf. De opleiding is bedoeld voor
leerlingen die de havo of het vwo hebben
afgerond (of beschikken over een
vergelijkbaar niveau) en biedt goede
doorgroeimogelijkheden naar het hbo.
24
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
‘We gaan nog
veel plezier aan
hem beleven’
Bram de Jong (29)
Leerling Techcollege Nieuwegein
CNC-verspanen, eerste jaar
IMAGOTIP 7
e
ort hebt aan goed
Roep niet dat je tek
k voor
ple
en
bb
he
we
liever:
vakmensen. Zeg
es
we
,
len
je succesverha
nieuw talent. Deel
.
ek
zo
op
r
aa
arn
zijn da
trots; veel mensen
‘Ik ben op de kunstacademie opgeleid tot docent
beeldende vakken en autonoom kunstenaar. Toen mijn
kunstenaarspraktijk op een dood spoor terechtkwam
besloot ik een baan te zoeken. Ik werkte als uitzendkracht
bij Heycop, toen Ko me vroeg of ik belangstelling had
voor de Technologieroute. In februari ben ik begonnen.
De opleiding is goed opgezet en qua niveau zeker
interessant voor havisten. De theorie sluit goed aan
bij waar ik in de praktijk mee bezig ben. Wat wel jammer is:
het machinepark op school is wat verouderd, we werken
daarom met computersimulatoren. Het zou goed zijn
als er meer in het beroepsonderwijs geïnvesteerd werd.
Maar ik ben heel erg blij met deze kans. Er is veel vraag
naar mensen met een bbl-4-opleiding en het is een fijn
gevoel om uitzicht te hebben op werk. De technische
ontwikkelingen gaan snel, er gaat zoveel gebeuren in de
komende decennia. Ik vind het boeiend om daarbij te zijn.’
Ko van Rijn (59)
Productieleider en praktijkopleider
bij Heycop bv Nieuwegein
‘Er is veel vraag
naar mensen
met een bbl-4
opleiding’
‘We waren erg tevreden over Bram. Daarom hebben we
hem voorgesteld de opleiding voor allround CNC-verspaner
te doen. Hij is nu een half jaar op streek en het gaat
hartstikke goed. Hij is superenthousiast en gaat met
sprongen vooruit. We gaan nog veel plezier aan hem
beleven. Wij moeten actief op zoek naar jonge vakkrachten.
De helft van ons personeel is vijftig jaar of ouder. Op de
werkvloer wordt veel meer gevraagd dan vroeger. Niveau
4 is echt een vereiste om met onze machines overweg
te kunnen. Mensen met een goed stel hersens, die zelfstandig én samen kunnen werken, verantwoordelijk zijn...
ze zijn nauwelijks te vinden. Wij zijn dus blij met de nieuwe
niveau 4-opleidingen. Natuurlijk moet je als bedrijf
investeren in zo’n nieuwe medewerker, maar gelukkig
wordt een deel van de kosten door OOM vergoed.’ ❚
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
25
HOE WERKT...
Hoe werkt …
DE MULTI TOOL TRAC?
Een stel boeren had er genoeg van om achterstevoren op de
tractor te moeten zitten om het werk te controleren. Ze klopten
aan bij machinefabriek Boessenkool in Almelo, die samen met
hen de Multi Tool Trac ontwikkelde. Een ergonomische tractor,
die nog elektrisch rijdt ook.
tekst annemarie vestering ILLUstRAtIes dik klut
Coproductie
Machinefabriek Boessenkool ontwikkelde de
Multi Tool Trac in krap twee jaar tijd. Het bedrijf
werkte daarin samen met zeven biologische
boeren, met Wissels Techniek (specialist in
voertuigentechniek) en met Paul van Ham
(expert in duurzame landbouw).
Ergonomisch werken
Met de Multi Tool Trac kan de boer de werkzaamheden die hij goed moet controleren
vóór zich laten plaatsvinden, en verschillende
werkzaamheden combineren. Werktuigen voor
ploegen, zaaien en walsen kunnen zowel voor,
onder als achter de tractor worden bevestigd.
De traploos verstelbare cabine maakt het
mogelijk om zowel voor- als achterop het
frame te zitten en de ruimte voor of achter
de cabine als laadvloer te gebruiken.
Oproep!
Heb jij ook een bijzondere
machine in je werkplaats die je
in Metaaljournaal wilt laten zien?
Mail naar: [email protected].
26
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
Vierwielaangedreven
en vierwielgestuurd
De wielbasis is 5,5 meter,
de totale lengte tussen voor- en
achterkant bedraagt 7,5 meter
De spoorbreedte is
tijdens het rijden
verstelbaar tussen
2,25 en 3,25 meter
Elektrisch rijden
Om te voorkomen dat bestuurders over de
motor heen zouden moeten kijken, is gekozen
voor elektrisch rijden. De vier wielen worden
onafhankelijk van elkaar aangedreven door een
watergekoelde elektromotor. De Multi Tool Trac
is met een snellaadpunt in dertig minuten
opgeladen, met een ‘gewoon’ stopcontact in
drie uur. Bij zware werkzaamheden is de accu
na een uur leeg. Dan slaat de generator aan
die de accu op peil houdt.
100% elektrisch
aangedreven
Verstelbare spoorbreedte
Om een zo groot mogelijk oppervlak te kunnen
bewerken, wilden de boeren een zo breed
mogelijk spoor op het land. Maar op de openbare
weg is slechts een spoorbreedte van 2,5 meter
toegestaan. De spoorbreedte van de Multi Tool
Trac kan daarom (tijdens het rijden!) worden
aangepast van 2,25 meter naar 3,25 meter
en vice versa.
Met 4 x 22 kW nominaal en
4 x 44 kW maximaal
Cabine
verstelbaar
Het frame heeft
een laadvermogen
van 5 ton
Automatische
gps­besturing
Voordelen
Drie werktuigen
tegelijk kunnen voor, onder en
achter de tractor worden
bevestigd
• Geen nek- en rugklachten door het
vele achteruitkijken.
• Gebruik van duurzame energie.
• Kleine draaicirkel en optimale trekkracht in
alle omstandigheden doordat elk wiel apart
wordt aangedreven en stuurbaar is.
• Rijdt dankzij gps-besturing altijd over
dezelfde sporen, zodat de rest van het land
niet beschadigd raakt.
• Breed op het land, smal op de weg.
• Gebruik van drie werktuigen tegelijkertijd.
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
27
REPORTAGE
‘Dat je vakwerk levert,
mag je best vertellen’
Lassen onder poederdek
is voor Pawel Ilkiewicz een
koud kunstje
28
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
DE
KRACHT
VAN
RECLAME
IMAGOTIP 8
drijf om
tie helpt je als be
Goede communica
den.
vin
te
ers
em
rkn
of we
de juiste klanten
Neem
n.
zij
t
os
itp
t geen slu
Maar dan moet he
er geld aan.
ed
ste
be
en
us
rie
communicatie se
Er zijn zoveel mooie bedrijven actief in de metaalsector,
zij zouden meer aan marketing moeten doen. Dat vindt Eelco Osse
van Machinefabriek Boessenkool. ‘Wat voor ons heel gewoon is,
is voor de buitenwereld vaak heel bijzonder.’
tekst marcel van engelen foto’s mark van der zouw
D
e voorzijde van Machine­
fabriek Boessenkool oogt
eenvoudig. Een beetje
ouderwets zelfs. Het
bedrijf ligt aan een kanaal in Almelo,
pal naast het hoofdkantoor van
Bolletje, waarvandaan in de zomer
een zoete geur walmt van vers­
gebakken pepernoten – gemaakt
met een wals uit de machinefabriek.
Maar de ruimtes achter de gevel
ademen een andere sfeer. Binnen
huist een machinepark waarvoor de
woorden high tech zijn uitgevonden.
Vanaf 2008, tegen de storm van de
economische crisis in, liet eigenaar
Eelco Osse drie nieuwe machine­
hallen verrijzen en hij verdubbelde
de fabrieksoppervlakte naar
8.000 vierkante meter. Er kwamen
twee bovenloopkranen die samen
120 ton kunnen hijsen. Een enorme
carrouseldraaibank waaraan de
Zuid­Koreaanse leverancier Hankook
tweeënhalf jaar werkte. En andere
geavanceerde apparaten waarmee
onderdelen worden gemaakt voor
uiteenlopende dingen als olietankers,
’s werelds meest prestigieuze
telescoop in Chili en MRI­scanners
die worden gebruikt in ziekenhuizen.
Mensen die bij Boessenkool op
bezoek komen, gaan meestal
geïmponeerd weer naar huis.
KRANTENKOPPEN
Het gaat Machinefabriek Boessen­
kool voor de wind. In 2013 groeide
de omzet met veertig procent naar
zeven miljoen euro. En als de voor­
tekenen kloppen, gaat het bedrijf
daar dit jaar weer ruimschoots
overheen. Dat komt uiteraard door
het werk dat wordt geleverd. Maar
zeker ook door de doelgerichte
marketing, zegt Osse. ‘Het is moeilijk
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
29
REPORTAGE
IMAGOTIP 9
gen die
unicatie geen din
Beweer in je comm
ren,
de
an
n
va
derscheid je
niet kloppen. On
iteiten.
tiv
ac
je
en
elf
jez
ht bij
maar blijf wel dic
Eelco Osse: ‘Ik hou er niet van om jezelf groter te maken
dan je bent. Maar kleiner maken hoeft ook niet.’
‘Marketing heeft
ons bedrijf bekender
gemaakt’
het een van het ander te onder­
scheiden. Maar één ding weet ik
zeker: zonder onze reclame­ en
pr­inspanningen waren we niet
geweest waar we nu zijn.’ Osse
besteedt ongeveer één procent
van zijn omzet aan marketing en
communicatie, onder meer in de
vorm van advertenties in vakbladen
en deelname aan beurzen. In de
fabriekshal hangen de tot posters
opgeblazen advertenties: veel beeld,
een korte tekst, een herkenbaar
bedrijfslogo en de pay off: ‘In top­
vorm voor techniek van formaat.’
Op de foto’s geen losse onderdelen
die het bedrijf produceert, maar een
olieplatform of een raketmotor – om
aan te geven waarvoor het bedrijf
oplossingen probeert te bedenken.
Boessenkool huurt een vaste
communicatiespecialist in, Geert
Havinga, die er ook voor zorgt dat
het bedrijf opvallend vaak de pers
haalt. Enkele koppen boven recente
artikelen: ‘Wij houden van uit­
30
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
Meten is weten, vindt werkplaatschef Arnold Meier
dagingen’ (Algemeen Dagblad),
‘Niet bang voor een oerknalletje’ (de
Volkskrant) en ‘Elektrische trekker
10 procent zuiniger’ (Cobouw).
Het zou de sector goed doen als
metaalbedrijven meer aan marketing
besteden, denkt Osse. ‘Er zijn zoveel
mooie, kleine metaalbedrijven waar
je nooit iets van hoort. Waarschijnlijk
komt dat doordat we techneuten
zijn, van nature toch wat introvert.
Dat is zonde. Voor die bedrijven zelf,
omdat ze omzet missen, én voor
de sector. Het heersende beeld is:
mannen in overalls die saai, zwaar
en vies werk doen. De hoogtechno­
logische en uitdagende kant mag
best wat meer worden belicht.’
DOOD PAARD
Ruim tien jaar geleden begon
Boessenkool werk te maken van
marketing. Osses vader en toen­
malige directeur Maarten Osse
kwam bij toeval in contact met
marketing­ en communicatie­
specialist Geert Havinga. ‘Ik weet
nog dat mijn vader tegen Geert zei:
“Je mag het proberen, maar houd er
rekening mee dat je aan een dood
paard sleurt”, want mijn vader zag
het aanvankelijk niet zitten. Maar
Havinga kreeg dat paard in beweging.’
Toen Eelco Osse de machinefabriek
in 2005 overnam, kreeg het extra
vaart. ‘Mijn vader ging uit van zijn
relaties. Onder mijn leiding zijn
we veel meer een technologisch
gedreven bedrijf geworden. En ik heb
geleerd dat het belangrijk is te laten
zien wat je kunt. Wat voor ons
gewoon is, is voor de buitenwereld
vaak heel bijzonder.’ Twee belang­
rijke kenmerken in de uitingen van
Boessenkool: dicht bij jezelf blijven
en steeds opnieuw laten zien waar
het bedrijf voor staat. Osse: ‘Ik hou
er niet van om jezelf groter te maken
dan je bent. Maar kleiner maken
hoeft ook niet. Dat wij bijvoorbeeld
werken voor de grootste oliebedrijven
is niet vanzelfsprekend. Het zegt iets
Maarten Osse blijft graag op de hoogte
en bezoekt zoon Eelco eens per week
over je, het betekent dat je vakwerk
levert. Dat mag je best vertellen.’
Osse zit zeker zes keer per jaar met
Havinga om tafel. Tussendoor heeft
hij voortdurend contact via telefoon
en mail. ‘Het kost wat geld en vooral
veel tijd, maar wij hebben verder
geen salesmedewerkers. Dit is alle
sales die we doen. Klanten moeten
ons weten te vinden.’ Overigens gaat
het bij marketing niet alleen om de
buitenwereld, heeft Osse geleerd.
‘Als je je met marketing gaat bezig­
houden, word je gedwongen na
te denken over het bedrijf en zijn
positionering. Wat zijn onze sterke
kanten, waar willen we naartoe?
Ik ben dol op uitdagingen en nieuwe
mogelijkheden, maar we moeten wel
keuzes maken. Ik spar daar vaak over
met Geert. Daar komt uit voort dat we
er bewust voor hebben gekozen ons
meer te richten op de energiesector.’
COMPLETE MIX
De metaalsector is wat betreft
marketing een vrij conservatieve
branche, ervaart marketing­ en
communicatiespecialist Geert
Havinga. Dat geldt voor meer
business to business­sectoren, waar
de markt bestaat uit relatief weinig
en grote afnemers. Iedereen kent
Geert Havinga: ‘Wat je communiceert,
moet overeenkomen met wat je doet’
ons al, krijgt Havinga nogal eens te
horen van bedrijven. ‘Maar als ik
dan onderzoek doe, blijkt dat enorm
tegen te vallen.’ Waar Havinga met
Boessenkool vooral aan heeft gewerkt
is het creëren van een duidelijke,
herkenbare identiteit. Dat heeft
volgens hem weinig te maken met
gladde verkooppraatjes: ‘Als je
geen goed product hebt, kun je wel
adverteren, maar nieuwe klanten
ben je dan snel weer kwijt. Commu­
nicatie is dienend. Dienend aan de
leverancier én dienend aan de doel­
groep. Wat je communiceert, moet
overeenkomen met wat je doet.’
Boessenkool waagt zich inmiddels
aan een breed scala aan marketing­
uitingen: adverteren in vakbladen,
beurzen bezoeken, persberichten
versturen, meedingen naar prijzen
(Boessenkool won onder meer
de tweede prijs bij de Erasmus
Innovation Award van de gelijk­
namige universiteit) en zelf een
jaarlijkse prijs uitloven voor beste
afstuderende leerling op de Almelose
middelbare school Pius X. Daarnaast
is directeur Osse actief op Facebook,
Twitter en LinkedIn. Osse: ‘Het een
is niet belangrijker dan het ander.
Je moet het allemáál doen, dan
gaat het balletje rollen. De totale
Opleiden en
ontwikkelen
Boessenkool werkt actief aan
het opleiden en ontwikkelen
van zijn medewerkers. In de
afgelopen vijf jaar maakte
het gebruik van de volgende
regelingen van OOM:
28 PTT’s
13 Leerwerkbijdragen
27 Stagevergoedingen
2 Ontwikkelbudgetten
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
31
REPORTAGE
Jan Bolk hijst een flens naar de kotterbank
Boessenkool:
voor complexe
en nauwkeurige
machines
Boessenkool is een machinefabriek met
een geschiedenis van 112 jaar. Eind jaren
zeventig nam Maarten Osse, de vader
van de huidige directeur, het bedrijf over.
Eelco Osse (39) studeerde werktuigbouwkunde aan de HTS en werkte onder
andere in Duitsland, voordat hij in 2005
aan het roer van de machinefabriek kwam
te staan. De machines of onderdelen die
Boessenkool maakt, worden gebruikt in
uiteenlopende branches. Een trouwe klant
is de Europese onderzoeksorganisatie
CERN in Genève, voor wie Boessenkool
een beam-pijp leverde voor ’s werelds
grootste deeltjesversneller. De laatste
jaren levert het bedrijf veel aan de grote
namen uit de olie-industrie, zoals Shell,
BP en Total. Boessenkool maakte onder
meer roterende koppelingen voor olie- en
LNG-tankers. Het bedrijf telt 47 werknemers. Dat is los van machinefabriek
Thomassen in Rheden, die in 2011 werd
ingelijfd. Daar werken nog eens 45
mensen aan vooral seriematige producten,
zoals behuizingen voor gasturbines en
compressoren.
www.boessenkool.com
32
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
marketingmix heeft ons bedrijf
bekender gemaakt. Zo is de opdracht
voor een aluminium structuur voor
een MRI­scanner eerst bij andere
bedrijven aangeboden. Het ging om
een precisie van enkele duizendste
millimeters. De mensen daar
durfden het niet aan en verwezen
de opdrachtgever door naar ons.
Kennelijk zat Boessenkool vooraan
in hun gedachten.’ Een ander
voorbeeld: met een prototype van
’s werelds eerste elektrisch aan­
gedreven tractor stond Boessenkool
op de ESEF­beurs in Utrecht, waar
journalisten van vakbladen als
Cobouw en Constructeur het nieuwe
fenomeen oppikten. Ook een aan­
wezige ambtenaar van het ministerie
van Economische Zaken raakte
enthousiast. Hij nodigde Osse uit
om de elektrotrekker te presenteren
op de Hannover Messe. De Duitse
beurs leverde veel internationale
media­aandacht op, waaruit
mogelijke nieuwe klanten zijn
voortgekomen uit de VS, Canada
en Frankrijk.
BEELD KANTELEN
Een belangrijk neveneffect van de
marketing, zeggen Osse en Havinga,
is dat de eigen medewerkers zich
bewuster worden van waar het
bedrijf voor staat. En trots zijn op
de aandacht voor hún bedrijf. Alle
vrienden en kennissen van werk­
plaatschef Arnold Meier weten in
elk geval waar hij werkt. Meier: ‘Er
stond wéér een stuk in de krant over
jullie, krijg ik geregeld te horen.
Dat is natuurlijk hartstikke leuk.’
Daarbij ontvangt Boessenkool
steeds meer open sollicitaties en
verzoeken voor stages. ‘Waar we
eerder vijf verzoeken binnenkregen
voor afstudeerstages, zijn het er nu
wel twintig’, vertelt Osse. ‘Studenten
van mbo­niveau, maar ook van de
Technische Universiteit. Dat doet ons
goed. Vakmensen zijn schaars, dus
is het belangrijk om jonge mensen
intern op te leiden. Als ze zichzelf
melden, zijn ze gemotiveerder.’
Tijdens rondleidingen die Osse door
zijn fabriekshallen geeft aan bij­
voorbeeld middelbare scholieren,
probeert hij het klassieke beeld
van een metaalbedrijf te kantelen.
‘Ik zeg niet: wij maken een frame
voor een klant. Ik vertel dat we mee­
werken aan een reuzentelescoop
in Chili. Of dat we werken voor een
Europese organisatie (CERN) waar
het internet is ontstaan, en waar ze
nu onderzoek doen naar de big bang.
Dat maakt mensen bewust van wat
deze industrie betekent. We zijn
hier niet dom aan het produceren,
we zoeken naar geavanceerde
oplossingen voor technologische
uitdagingen. De metaalsector is veel
diverser dan de meeste mensen
denken.’ ❚
TE GAST BIJ
Patricia
Storms
OOMINFO
Alles over OOM op de volgende pagina’s
wie wij zijn | wat wij doen | contactgegevens | onze regelingen | onze service | mijnoom.nl
onze regiomanager in Limburg
Aan het eind van een lange laan
met oude bomen staat Kasteel
Terworm. Op de historische binnenplaats staat Patricia al te wachten.
Haar telefoon piept regelmatig.
‘Deze plek heeft alles wat ik mooi
vind aan Limburg: bossen, kastelen,
heuvels en heerlijke wijn op een mooi
terras’, zegt Patricia enthousiast. ‘Ik
kom hier vaak in mijn vrije tijd om te
wandelen.’
Waar werk je precies?
‘Ik woon in de Westelijke Mijnstreek.
Thuis heb ik een kantoortje, maar
meestal ben ik met mijn Toyota
Hybride onderweg. Ik bezoek zo’n
honderd metaalbedrijven per jaar
door heel Limburg en een klein stukje
van Brabant. Vaak heb ik overleg met
sociale partners of metaalopleidingen.’
Wat is er bijzonder aan jouw regio?
‘In vijftien minuten ben je in België
of Duitsland. Hierdoor heb ik veel
aanvragen voor cursussen in het
buitenland, of Duitse en Belgische
studenten die stage willen lopen bij
een Nederlands bedrijf.’
Is het een voordeel dat je zelf
uit Limburg komt?’
‘Tijdens veel bijeenkomsten spreken
we in dialect. Ik merk dat mensen
het fijn vinden dat ik ook Limburgs
praat. Een soort herkenning, het is
onze moedertaal.’
Wat vind je mooi aan je werk?
‘De passie waarmee de mensen
werken in de metaalbranche. Iedereen
is trots op zijn werk. Dat vind ik mooi.
Ik hou echt van deze branche.’
En waar ben jij trots op?
‘Het is me samen met Kenteq gelukt
om jonge ondernemers uit Limburg
bij elkaar te krijgen. Ze ontmoeten
elkaar nu regelmatig om problemen
en thema’s te bespreken. En samen
met de Metaalunie heb ik het P&O-café
opgericht. Veel bedrijven willen meer
weten over personeelsbeleid. Vroeger
deden ze vaak niet aan functioneringsgesprekken. Nu wel.’
‘Mensen vinden het fijn
dat ik ook Limburgs praat’
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
33
Nieuws van OOM
OOM behoudt 200 leerlingen
voor de metaal
OOM leidt dit en komend schooljaar
200 leerlingen tijdelijk ‘boven de markt’
op, in samenwerking met scholings­
pools. De BBL’ers worden geholpen
aan een tijdelijke leerwerkplek, zodat
ze kunnen beginnen met hun opleiding
in de metaaltechniek.
Het schooljaar is weer begonnen. Toch zitten er
leerlingen thuis die liever met een opleiding in de
metaaltechniek waren gestart. De reden hiervoor
is dat zij nog geen leerwerkovereenkomst hebben, terwijl dat voor hun opleiding wel is vereist.
Dat komt bijvoorbeeld door een tekort aan leerwerkplekken in de regio, of doordat ze te laat
zijn gaan zoeken. Voor veel leerlingen zit er dan
niets anders op dan de opleiding uitstellen of
een andere opleiding te gaan doen.
Overbruggingstijd
Om zo veel mogelijk leerlingen voor de metaal
te behouden, start OOM nu met het tijdelijk
opleiden van BBL’ers ‘boven de markt’, in
samenwerking met scholingspools. Leerlingen
die wel staan ingeschreven voor een opleiding
in de metaaltechniek, maar niet beschikken over
een leerwerkovereenkomst, krijgen voor de duur
van maximaal een half jaar een parttime dienstverband aangeboden. In die tijd worden zij
intensief geschoold. Daarnaast worden de
leerlingen begeleid naar een reguliere leerwerkplek bij bedrijven in de sector. Door deze
‘overbruggingstijd’ worden de leerlingen beter
bemiddelbaar. Bovendien worden uitval en
vertraging in de opleiding voorkomen. Op
deze wijze begeleidt OOM via scholingspools
gedurende het huidige en het komende schooljaar 200 leerlingen naar een reguliere leerwerkplek.
Nieuwe stagebijdrage
Dit schooljaar is de stagebijdrage veranderd.
Werkgevers krijgen vanaf nu voor elke stagiair –
ongeacht hun niveau en achtergrond – dezelfde
bijdrage, namelijk 45 euro voor een volledige stageweek. Loopt de stagiair minder dan vijf dagen
per week stage, dan wordt de vergoeding naar
rato berekend. De vergoeding is beschikbaar
voor een maximum van twintig weken, voor ten
hoogste vijf stagiairs per niveau per schooljaar.
Aanvragen van de bijdrage, via MijnOOM,
kan tot maximaal een half jaar na aanvang
van de stage. Voor deze regeling geldt OP=OP,
dus wees er op tijd bij.
34
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
Blijf bij met de
kennisavonden van OOM
OOM organiseert dit najaar twee reeksen kennisavonden in de
regio. Op de kennisavond 3D-printen, CAD/CAM en lijmtechniek
worden de mogelijkheden van industrieel lijmen gedemonstreerd,
net als de werking van 3D-printers en de mogelijkheden van
CAD/CAM-software voor draaien, frezen en draadvonken.
Op de kennisavond Lasinnovaties zie je de nieuwste lasapparatuur
in werking en wordt informatie gegeven over de verschillende
lasgassen en het voorkomen van lasonvolkomenheden.
Op beide kennisavonden is ook aandacht voor de opleidingsmogelijkheden. De kennisavonden starten om 17 uur met
een broodje en eindigen om 20.30 uur met een drankje.
Deelname is gratis. Meld je wel even aan via de activiteitenkalender op www.kennisavond.nl.
De kennisavond
Lasinnovaties
vindt plaats op:
24
september
14
oktober
VLISSINGEN
GRONINGEN
29 19
oktober
VELSEN
NOORD
november
NIEUWEGEIN
De kennisavond
3D­printen,
CAD/CAM en
lijmtechniek
vindt plaats op:
22
oktober
NIEUWEGEIN
De helpdesk
Leerwerkbijdrage
voor praktijkopleiders
Praktijkopleiders spelen een cruciale rol bij
de begeleiding van leerlingen. Zij kunnen het
leren in de praktijk naar een hoger plan tillen.
Om de professionalisering van praktijkopleiders
een impuls te geven, komt OOM met een
speciaal aanbod van cursussen voor praktijkopleiders.
Praktijkopleider praktijkleren
Werkplekbegeleider praktijkleren
Kwalificerend beoordelen
•
•
•
De Leerwerkbijdrage voor praktijkopleiders
bestaat vooralsnog uit de volgende cursussen:
De Leerwerkbijdrage voor praktijkopleiders
kan binnenkort eenvoudig worden aangevraagd
via mijnoom.nl. Er kunnen maximaal 750
bedrijven gebruik maken van deze regeling,
met een maximum van 2 praktijkopleiders
per bedrijf. Kijk voor meer informatie over
deze regeling op www.oom.nl.
Ervaring telt
Oudere, ervaren medewerkers zijn van
grote waarde in de metaalbewerking.
Hoe zorgen zij ervoor dat ze hun vakkennis
kunnen overdragen op jongere collega’s,
zich kunnen blijven ontwikkelen en met
plezier hun werk blijven doen?
OOM biedt medewerkers van 45 jaar en
ouder kosteloos de workshop Ervaring telt.
Deelnemers worden uitgenodigd om na te
denken over hoe zij hun waarde voor zichzelf
en hun werkomgeving kunnen vergroten in
de toekomst.
De workshops vinden plaats van
oktober 2014 tot augustus 2015.
Data, locaties en inschrijfmogelijkheid
zijn te vinden op www.oom.nl/activiteiten.
In elk nummer van Metaaljournaal
geven we antwoord op de meest
gestelde vragen van werkgevers
en werknemers.
‘Mijn nieuwe medewerker is
onvindbaar in Mijnoom.nl.
Wat nu?’
‘Het duurt soms even voordat de
namen van nieuwe medewerkers in
Mijnoom.nl staan. OOM ontvangt
maandelijks een lijst met de namen
van nieuwe medewerkers van
MN Services, de organisatie die
de pensioenafdracht verzorgt van
alle medewerkers in de metaal en
techniek. Die namen voeren we in
in Mijnoom.nl. Vanaf dat moment
zijn ze zichtbaar in Mijnoom.nl en
kunt u via dit systeem een regeling
voor hen aanvragen.
Wilt u zo snel mogelijk een aanvraag doen voor uw nieuwe medewerker? Stuur dan een mailtje naar
[email protected] of bel met de afdeling
Vergoedingen van OOM.
Op het moment dat uw nieuwe
medewerker in Mijnoom.nl staat,
attenderen wij u daarop, zodat u
direct een aanvraag kunt doen.’
Lotte Vermeulen
medewerker
afdeling Vergoedingen
Voor meer antwoorden kunt u rechtstreeks bellen
naar de afdeling Vergoedingen van OOM: 0172 ­ 52 15 55
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
35
Over OOM
OOM is het opleidingsfonds van en voor 145.000
werknemers en 15.000 bedrijven in de metaal­
bewerking. OOM geeft voorlichting en advies
over scholing en draagt financieel bij in de kosten
daarvan. Dit gebeurt op basis van CAO­afspraken
die zijn gemaakt door sociale partners in de sector.
OOM wil hoger en beter opgeleid personeel in de
metaalbewerking, meer instroom van vakmensen en
een aantrekkelijker imago van de sector. OOM wil
daarmee dat bedrijven en werknemers beter voorbereid zijn op nieuwe ontwikkelingen en veranderende
omstandigheden in de economie en op de (arbeids)markt. Dat doet OOM door veel persoonlijk contact
en een klantgerichte, stimulerende aanpak. Daarbij
gaat OOM zorgvuldig en transparant om met sectorgelden. De dienstverlening van OOM heeft inmiddels
geleid tot bijscholing van 25.000 werknemers, de
instroom van 1.900 leerlingen en 7.000 bedrijven
die actief bezig zijn met scholing en opleiding.
Wie bestuurt OOM?
Het bestuur van OOM bestaat uit vertegenwoordigers
van werkgevers- en werknemersorganisaties; de
‘sociale partners’. De vertegenwoordigers van de
werkgevers zijn afkomstig uit de Koninklijke Metaalunie.
De werknemersvertegenwoordigers komen uit
FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en De Unie.
Contact
met oom
Via de regiomanagers en
bedrijfstakvoorlichters
OOM vindt het belangrijk om aanwezig
te zijn in het land. Daarom zijn er tien
regiomanagers en veertig bedrijfstakvoorlichters. Zij zijn het aanspreekpunt
voor werkgevers en werknemers.
Op het hoofdkantoor
Post: Postbus 15
2390 AA Hazerswoude-Dorp
Bezoek: Frankrijklaan 10
2391 PX Hazerswoude-Dorp
Tel: 0172 - 52 15 00
Fax: 0172 - 52 15 77
E­mail: [email protected]
Onze
regelingen
In 2014 kunnen werknemers en
werkgevers in de metaalbewerking
via OOM gebruikmaken van financiële
bijdragen voor scholing en ontwikkeling.
Persoonlijke Trainingstoelage
voor werknemers
Deze OOM-regeling vergoedt vijftig procent
van de kosten voor een opleiding, training of
cursus van een werknemer, tot een maximum
van € 750. Bedrijven kunnen voorafgaand
aan de cursus een bijdrage aanvragen.
Ontwikkelbudget
Investeren in uw personeelsbeleid? Vraag
dan een Ontwikkelbudget aan. Hiermee
beschikt u over een budget van € 1.800
om het personeelsbeleid van uw bedrijf
te verbeteren. Er is een Ontwikkelbudget
beschikbaar voor maximaal 600 bedrijven.
Metaaljournaal is een uitgave van het
Opleidings­ en Ontwikkelingsfonds
voor de Metaalbewerking (OOM).
OOM adviseert over scholing en
ontwikkeling van vakmanschap
in de metaalbewerking. OOM is
de uitvoeringsorganisatie van
sociale partners.
In het fonds zijn de volgende
organisaties vertegenwoordigd:
Vanuit werkgevers:
❚ Koninklijke Metaalunie, Nederlandse
Organisatie van ondernemers in het
MKB in de metaal
Vanuit werknemers:
❚ FNV Bondgenoten
❚ CNV Vakmensen
❚ De Unie
Na schriftelijke toestemming van OOM
is het mogelijk delen uit deze publicatie
over te nemen.
Leerwerkbijdrage
Aan de slag met een leerling in uw bedrijf?
Maak dan gebruik van onze Leerwerkbijdrage
als tegemoetkoming in de opleidingskosten
van een leerling. Voor het schooljaar 20132014 geldt een vernieuwde Leerwerkbijdrage.
Stagebijdrage
Biedt u een stageplaats aan een leerling
van vmbo, mbo (bol) of hoger onderwijs?
Dan komt u in aanmerking voor de stagebijdrage.
Ervaringscertificaat
Een ervaringscertificaat (EVC) maakt het
vakmanschap van uw werknemers inzichtelijk
en kan zelfs diploma’s opleveren. OOM heeft
een vergoeding voor EVC-procedures.
Jobstart
Jobstart is een vergoeding voor het opleiden
en begeleiden van werknemers uit een andere
sector, werkloze werkzoekenden (langer dan
drie maanden) en arbeidsgehandicapten die
bij een OOM-bedrijf aan de slag gaan.
Kijk op www.oom.nl/regelingen voor
meer informatie en de voorwaarden
van onze regelingen.
Colofon
❚ Hoofdredactie:
Michel Revet
❚ Eindredactie:
Annemiek de Gier
❚ Redactiecommissie:
Hans van den Berg, Frans Bothof,
May Enning, Martin Kusters,
Linda Roessen, Barbara Verhulst en
Erik Yperlaan
❚ Redactionele bijdragen:
Marcel van Engelen, Irene Geerts,
Annemiek de Gier, Carolien Lindeman,
Eline Lubberts, Marloes de Moor,
Rob Overmeer, Martijntje Smits en
Annemarie Vestering
❚ Fotografie:
Hans van den Heuvel, Jeroen Hofman,
Frank Hylkema, Rob Overmeer en
Mark van der Zouw
❚ Illustraties:
Pepijn Barnard en Dik Klut
❚ Strip:
Gerrit de Jager
❚ Bladmanagement:
Annemarie Vestering
❚ Grafische vormgeving:
Peter Kortleve
❚ Ontwerp, art­direction en productie:
Team Hilgersom, Amsterdam
❚ ISSN: 1568-0959
Onze medewerkers zijn bereikbaar
van ma. t/m vr. van 8.30 - 17.00 uur.
Op internet
www.oom.nl, www.mijnoom.nl
Vragen over uw aanvraag?
Bel direct met onze afdeling
Vergoedingen: 0172-52 15 55
36
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
Op www.oom.nl
staat deze meter
die aangeeft
hoeveel euro er
nog beschikbaar
is voor de
Persoonlijke
Trainingstoelage
PTT2014
Waarvoor
kan ik bij een
regiomanager
terecht?
Onze regiomanagers vertegenwoordigen OOM in
de regio. Bij hen kunt u terecht voor al uw vragen
over opleiden en ontwikkelen.
‘Uitleg over het
gebruik van de
Skillsmanager’
Rijnmond
Pieter Langeveld
T 06 304 112 11
E [email protected]
‘Vragen over de
samenwerking
met roc’s’
Zeeland en
West­Brabant
Jet Ruiter
T 06 519 908 33
E [email protected]
‘Hulp bij het
opstarten van
een EVC-traject’
‘Als u wilt weten wat bepaalde
innovaties betekenen voor
het opleidingsniveau van
uw medewerkers’
‘Informatie over
de verschillende
OOM-regelingen’
‘Begeleiding bij
het opstellen van
opleidingsplannen’
Utrecht, het Gooi,
Flevoland, Veluwe
Evert Polhoud
T 06 519 916 59
E [email protected]
‘Informatie over
scholingspools’
Friesland, Groningen
en Drenthe
Michiel Jansen
T 06 537 624 17
E [email protected]
Noord­Holland
Anton Verlaan
T 06 519 908 30
E [email protected]
‘Tips voor het aannemen
en begeleiden van
stagiairs en leerlingen’
Gelderland
Johan-Peter Leeuwenburg
T 06 533 661 48
E [email protected]
‘Het aanbod van workshops en kennisavonden
in de regio’
Rijnstreek en
Haaglanden
Maarten van het Schip
T 06 223 428 85
E [email protected]
Midden­ en
Oost­Brabant
Marcellino Kat
T 06 519 908 35
E [email protected]
Overijssel en de
Noordoostpolder
Jan Abbing
T 06 519 908 28
E [email protected]
‘Opleidings- en
ontwikkeladvies
op maat’
Limburg
Patricia Storms
T 06 209 568 03
E [email protected]
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
37
LAATST
IMAGOTIP 10
drijf om
tie helpt je als be
Goede communica
den.
vin
te
ers
em
rkn
of we
de juiste klanten
n.
zij
t
os
tie geen sluitp
Laat communica
ld aan.
en besteed er ge
us
rie
se
t
he
Neem
Gespot
Je komt er alleen als je er iets te
zoeken hebt. Techniekbedrijven
in Nederland; bijna altijd zijn
ze gehuisvest in gesloten
bedrijfsgebouwen op afgelegen
industrieterreinen. De dichte
dozen verhullen niet alleen wat
voor moois er gemaakt wordt,
maar ook de trots, de passie en
het vakmanschap van de makers.
Misschien is het niet eens zo
vreemd dat voor jongeren een
toekomst in de techniek niet
vanzelfsprekend is?
foto rob overmeer
38
| METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
Woordzoeker
Vul de woordzoeker in op www.metaaljournaal.nl en
maak kans op deze GoPro Action camera. Als je de
Maak de puzzel op
www.metaaljournaal.nl en
speel mee voor de prijzen
hoofdprijs niet wint, maak je altijd nog kans op een
van de andere prijzen.
5x 2e prijs
Bosch
Laser­waterpas
Hoofdprijs
GoPro HD Hero 3
Action camera
e
10x 320pmerteijrs
Meetlint
De woorden uit de lijst
BEELDBANK
staan kriskras verborgen
KUNSTENAAR
in het veld met letters.
TOOL
Als je alle woorden uit
ONZICHTBAAR
de lijst in het letterveld
KROONLUCHTER
hebt doorgestreept,
DECIBEL
vormen de overgebleven
GLASTUINBOUW
letters (in de leesrichting)
JONGEREN
de oplossing van de puzzel.
MIX
IMAGO
WINDMOLEN
SMEDERIJ
Dit zijn de winnaars
STAGIAIR
van de zomerpuzzel
EMOTIE
Dremel Platinum Multitool
JURK
Daniel Holleman uit Deurne
DOCENT
LASSER
Superman Collection
AUTOMAAT
Rick van Leeuwen uit Pijnacker
E.B. Dijks uit Elst
SMID
Niels Neggers uit Oirschot
BOUTEN
Jos Gransier uit Urmond
ZINK
A. Van Delft uit Drunen
DRAAD
Maglite Solitaire Zaklamp
Taco Albada Jelgersma uit Rotterdam
J.P.C. Kijzerwaard uit Hendrik Ido Ambacht
F.G. Josten uit Grubbenvorst
Wilfred Beens uit Deventer
Jorrit Jansen uit Dronten
Willem Groenendijk uit Gouda
Jan Willem Klijn Hesselink uit Aalten
Wim de Witte uit Sint Annaland
Emile van Loon uit Oirschot
M. Ton uit Krommenie
W
L
J
I
R
E
D
E
M
S
D
K
U
E
E
N
E
R
M
J
U
R
K
R
O
B
V
E
S
M
I
D
A
A
A
O
B
I
E
R
S
M
X
A
A
A
W O
N
C
E
E
A
R
D
U
B
N
I
N
I
E
M G
L
I
N
T
O
E
N
L
U
D
O
N
G
D
H
O
U
T
D
U
T
L
T
O
T
C
B
M
T
S
M
C
S
O
I
J
I
E
L
A
E
N
O
H
A
O
E
Z
I
N
K
A
N
U
L
T
L
T
N
E
C
O
D
T
T
K
E
E
G
O
S
T
A
G
I
A
I
R
N
R
METAALJOURNAAL NAJAAR 2014
|
39
retouradres
Postbus 15
2390 AA Hazerswoude-dorp