Write Now! 2014 voorronde Leuven Esa Denaux 2e Prijswinnaar

Write Now! 2014 voorronde Leuven
Esa Denaux
2e Prijswinnaar
Gerijpte wijn
Vroeger maakte oma de taart, maar nu moet Kelly het zelf doen. Het recept heeft ze nooit
kunnen onthouden en naar het kerkhof om raad kan ze ook niet, dus zoekt ze maar op
Google. Ze weet eerst niet welke zoekterm in te voeren, typt ‘omataart’ en krijgt enkel taarten
voor oma’s. Na lang denken herinnert ze zich de naam van de koekjes. Met ‘peti beure taart’
als zoekterm heeft ze meer succes.
Terwijl ze de koekjes in de koffie doopt fluit ze een deuntje. Met haar scheve tanden lukt dat
goed; ze kan zelfs twee tonen tegelijk fluiten, meteen ook één van haar miskende talenten.
Het recept vertelt haar dat ze boter moet mengen met twee eetlepels suiker, maar rebels
voegt ze er drie aan toe, een zoete streek die oma ook altijd uithaalde.
Als de taart in de koelkast staat sms’t ze Percy of het voetbal al voorbij is. Ze krijgt niet
onmiddellijk antwoord en richt haar aandacht op de decoratie van de woonwagen, een
erfenis van oma. Vandaag voelt het aan als een vroeg verjaardagscadeau. Met
rozenblaadjes maakt ze een spoor naar de kleine slaapkamer met zetel-annex-bed en
televisie. Op het nachtkastje steekt ze een geurkaars aan. Vervolgens vouwt ze één flap van
de donsdeken uitnodigend open.
De woonkamer laat ze met rust, maar ze haalt wel de taart uit de koelkast en versiert die in
de plaats. Met veelkleurige Smarties vormt ze een vijfentwintig. Als ze eindelijk klaar is,
stuurt ze weer een sms. Of hij het niet vergeten is?
***
De man aan de deur is niet Percy, maar oom Frank. Hij is flink verdikt sinds de laatste keer
dat ze hem zag. Nu past zijn lichaamsbouw tenminste bij zijn pafferige gezicht. Aan zijn haar
is echter niets veranderd; het is nog steeds zo vet dat het glimt in de middagzon.
‘Wat doe jij hier?’ Ze blijft de deur vasthouden en steekt enkel haar hoofd buiten.
Hij laat een uitnodiging zien. Kelly herkent oma’s handschrift en moet onwillekeurig
glimlachen. Het is waarschijnlijk één van de laatste dingen die oma nog gedaan heeft. Dat ze
oom Frank heeft uitgenodigd is niet verwonderlijk, want behalve Kelly is hij het enige
familielid dat haar overleefd heeft.
‘Mag ik binnenkomen?’ vraagt hij voorzichtig. Wanneer hij ziet dat ze niet geneigd is de deur
verder te openen, voegt hij toe: ‘Ik heb een pakje voor je mee.’
Kelly kijkt naar de fles in zijn handen. ‘Wijn heb ik zelf.’
‘Voor de gezelligheid. Dat is niet het echte cadeau.’
Oom Frank gaf haar vroeger altijd mooie pakjes. Vijftien jaar geleden had hij haar
bijvoorbeeld een barbiepop gegeven. Niet zo’n Steffi, met te bruine armen en een
platgeslagen gezicht, maar een echte Barbie, met lang blond haar en onmogelijk lange
benen. Ze had nog nooit zo’n mooie pop gezien en had zich de rest van de dag stilgehouden
terwijl oma en oom Frank een geanimeerd gesprek hadden gevoerd aan de keukentafel.
‘Je hebt nog een ander pakje?’ Maar haar beslissing is al gemaakt; ze doet de deur open. ‘Ik
heb niet veel in huis, enkel taart. Ik verwacht trouwens bezoek.’
‘Vrienden?’ Hij neemt plaats op de kleine keukenkruk, plaatst de fles op tafel en doet alsof hij
hier al jaren thuis is. Ondanks zijn schijnbaar relaxte houding merkt Kelly dat hij aan een los
velletje bij zijn duim friemelt.
‘Mijn lief.’ Ze legt een opener op tafel en neemt twee lege kopjes van ongelijke grootte.
Wijnglazen heeft ze niet.
‘Taart?’ vraagt ze terwijl oom Frank de wijn inschenkt. Ze wacht niet op het antwoord, snijdt
een flink stuk omataart af en zet het voor zijn neus. Zelf neemt ze niets, ook de wijn laat ze
staan. Met de armen gekruist gaat ze zitten. ‘Je bent nog geen haar veranderd,’ zegt ze.
Ze voelt hoe zijn blik over haar gezicht glijdt. Zo had hij ook naar haar gekeken toen ze haar
barbiepop bewerkt had met een roodpaarse stift. Haar oma had haar oor tussen duim en
wijsvinger genomen en geroepen: ‘Wat heb je nu gedaan met het mooie cadeau van oom
Frank?’ Hij had oma gesust met de woorden: ‘Het is niet erg, moeke. Ik vind de Barbie zo
nog mooier.’ Dat hij, toen oma even naar de buren moest, zoals vaker zijn hand in Kelly’s
broek had gestoken, is ze ondertussen al half vergeten.
***
‘Hij is er nog steeds niet,’ zegt oom Frank.
‘Vast nog aan het voetballen.’ Ze neemt nu ook een stuk taart en geeft oom Frank zijn
tweede.
‘Hebben jullie elkaar zo ontmoet?’
‘Nee, via het internet,’ zegt ze. ‘Op een datingsite.’ Ze had toen expres geen foto gebruikt,
maar toch had er iemand op haar profiel gereageerd. Percyke_89, zo heette hij, en in een
mail vol spelfouten had hij haar uitgenodigd in zijn stamcafé. In de reply had ze meteen ja
gezegd en gevraagd wat ze moest dragen. ‘Nix groen,’ had hij geantwoord. ‘Da’s van de
Cercle.’
‘En het is serieus?’ Oom Frank neemt de fles en schenkt zichzelf nog een kopje. ‘Zeker dat
je niets wil?’ Ze haalt haar schouders op. Hij schuift uitnodigend de volle mok naar haar toe.
Wanneer hij zijn handen vrij heeft, frunnikt hij weer aan de nagelriem van zijn duim. Door het
zachte getrek is er een scheurtje ontstaan.
‘We zijn al drie maanden samen.’ In die tijd hadden ze nog geen seks gehad, maar dat zei ze
er niet bij. Kelly had wel gewild, het eerste afspraakje al. Ze was met hem meegegaan ook al
had hij gezegd dat hij de weg alleen kon vinden. In bed had ze geprobeerd hem warm te
maken, eerst met haar handen, daarna met haar mond. Zij was echter het enige dat die
avond overeind gekomen was. ‘Het ligt niet aan jou,’ had hij gezegd toen ze haar kleren weer
aantrok.
‘Blij dat je goed terechtgekomen bent.’ Oom Frank schraapt zijn keel. ‘Ben je al wat bekomen
van de schok?’
‘Ja, hoor. Het gaat. Vandaag wil ik niet droevig zijn.’ Ze neemt een hap taart om de krop in
haar keel weg te nemen. Wanneer dat niet lukt, neemt ze een grote teug wijn. ‘Hij komt zo,
heus.’ Ze begreep dat Percy eerst zijn voetbalmatch wilde spelen om het dan te vieren met
zijn vrienden. Daarna zou hij wel komen, ook al deed hij dat op seksueel vlak niet.
Het is haar verjaardag en hij had het beloofd. ‘Daar twijfel ik niet aan,’ zegt oom Frank met
een gezicht alsof hij het toch betwijfelt. Hij schenkt haar mok weer vol. ‘Doe je ondertussen
mijn pakje open?’
Een flauwe glimlach verschijnt op Kelly’s gezicht. ‘Ligt het in de auto?’ Oom Franks cadeaus
waren altijd groot en ze kan zich niet voorstellen dat het pakje in zijn jaszak past.
‘Ik heb het bij me.’ Hij zoekt in zijn leren jack over de rugleuning en geeft haar een
enveloppe. Ze verbergt haar teleurstelling wanneer ze de omslag aanneemt, maar hij voelt
zwaar aan dus wie weet zit er toch nog iets leuks in, misschien een halsketting of een set
nieuwe oorringen. Met haar nagel als briefopener onthult ze de inhoud: een bundeltje
bankbiljetten. Ze doet niet de moeite om te tellen. Er zit zelfs geen kaartje bij.
‘Misschien kan je iets doen aan…’ Hij wijst naar haar gezicht. ‘Weg laten laseren of zo.’
Op het moment dat ze wil antwoorden hoort ze gemorrel aan het slot. ‘Zie je. Zei ik het niet!’
Ze springt recht en trekt de deur open. Daarop valt Percy bijna de woonwagen in.
‘Geen tijd, liefje,’ zegt hij. ‘Ik ben mijn portefeuille vergeten. Michael heeft al een tournee
generale gegeven, nu is het mijn beurt.’ Gehaast loopt hij door de woonwagen. Af en toe tilt
hij iets op, opent hij een lade of kast.
‘Blijf je niet voor een stukje?’
Hij stopt even en kijkt naar de taart. ‘Geef je me anders de helft mee voor in de kroeg? Kan
ik onmiddellijk mijn schuld afbetalen. Aha!’ Hij houdt zijn portefeuille in de lucht.
‘Je hebt het beloofd,’ zegt Kelly.
‘Maar schatje, we zitten in het midden van een biljartspel. Ik kan ze toch niet zo maar in de
steek laten.’ Hij wil haar op de mond kussen, bedenkt zich en geeft haar een afscheidskus
op de kaak. ‘Morgen maak ik het goed, beloofd.’ Hij steekt zijn vinger in de taart en duwt
door de smeuïge bovenkant. ‘Lekker, hoor.’ Hij steelt nog snel een paar Smarties en haast
zich dan naar buiten.
***
Een hol geluid weerklinkt wanneer Kelly de fles neerzet en aan haar laatste kop wijn begint.
‘Het huis is mooi versierd,’ zegt oom Frank. Hij laat zijn blik over de rozenblaadjes glijden,
raapt een blaadje op dat door het dichtslaan van de deur zijn kant is uitgewaaid en streelt het
zachtjes.
Ze neemt zijn bewegingen in zich op en vraagt dan: ‘Denk je nog aan vroeger?’
‘Misschien moet ik maar vertrekken,’ zegt oom Frank.
Ze komt onbeholpen recht, licht schommelend op haar benen. ‘Ik heb nog taart,’ zegt ze
snel.
‘Ik denk dat ik liever ga.’ Hij schuift de enveloppe naar haar toe. ‘Denk er nog eens over na.’
‘Wacht.’ Ze neemt zijn hand en legt deze op haar broeksknoop. Smekend kijkt ze hem in de
ogen.
‘Zo werkt het niet.’ Hij laat zijn hand over haar buik glijden, ontwijkt haar borsten en stopt ten
slotte bij de wijnvlek op haar gezicht. ‘Jij bent wel veranderd.’