INTERLINE GYNAECOLOGIE 2014 januari 2014 Inleiding Deze Interline gaat over de volgende werkafspraken: - Subfertiliteit (herzien) - de Overgang (herzien) - PCO(S) (nieuw) - Endometriose (nieuw) De werkgroep bestaat uit: Gynaecologen: Joke Schutte Mieke Joostens Huisartsen: Kitty van Groeningen Ellen Brand-Piek Roy Jurriaans Apothekers: Marianne Venema Wobbe Hospes Casusschets 1 Een 17-jarig goed verzorgde, slanke Sandra komt op uw spreekuur omdat zij graag de pil wil als anticonceptie. Bij de anamnese geen bijzonderheden, wel een onregelmatige cyclus variërend van 48-60 dagen. Vraag 1: Wat doet u? 1. U schrijft de pil voor met de gebruikelijke voorlichting. 2. Anders. Zij blijkt zich vaak te scheren en heeft acne. Daarmee is er een hoge verdenking op PCO. Vraag 2: Hoe legt u dit uit? Vraag 3: Welke adviezen geeft u haar? Casusschets 2 Dolores is 17 jaar en komt op uw spreekuur omdat zij de laatste 5 maanden een toenemende pijnlijke menstruatie heeft. Zij is niet seksueel actief, heeft ook geen anticonceptiewens. De menarche was op 14-jarige leeftijd, met meteen vrij regulaire cycli. Vraag 1: Wat is uw beleid? 1. 2. 3. 4. Geen specifieke actie, desgewenst pijnstilling. Nadere diagnostiek, bv inwendig onderzoek. U adviseert oac in verband met de pijn. Anders. Zij is nu 20 jaar, inmiddels wel seksueel actief en klaagt over een diepe dyspareunie. U besluit tot een gynaecologisch inwendig onderzoek. Vraag 2: Wat denkt u te kunnen vinden bij gynaecologisch onderzoek? U vindt bij dit onderzoek geen afwijkingen. Vraag 3: Vraagt u een vaginale echo aan? 1. Ja 2. Nee Casusschets 3 Mevrouw De Vlieger, 53 jaar bezoekt uw spreekuur vanwege ‘overgangsklachten’. Zij menstrueerde de laatste jaren onregelmatig, de laatste menstruatie was 15 maanden geleden. Bij navraag wat zij bedoelt met overgangsklachten, vertelt zij vooral erg veel last van opvliegers te hebben en daarnaast enige dyspareunie te ervaren. Vraag 1: Wat is uw advies en beleid? 1. U legt haar uit dat deze klachten bij haar leeftijd horen en adviseert daar geen medicatie voor te gebruiken. 2. Idem uitleg, maar u adviseert haar eventueel niet-hormonale medicatie te gebruiken. 3. Idem uitleg, maar u adviseert haar tijdelijk hormonale medicatie te gebruiken. 4. Anders. Casusschets 4 Het echtpaar Ferti komt bij u op het spreekuur. Er is sprake van een onvervulde kinderwens. De heer is 28 jaar oud, mevrouw 27. Het echtpaar heeft nog geen kinderen, mevrouw is G0P0. Mevrouw is 3 maand geleden gestopt met de pil vanwege de kinderwens. Sindsdien is de cyclus nog niet duidelijk op gang gekomen, ze heeft nog niet gemenstrueerd. Bij navraag bleek mevrouw voor start van pil ook al een lange menstruatiecyclus te hebben. Vraag 1: Wat zijn uw eerste overwegingen? 1. Geen actie. 2. Verwijzing gynaecologie. 3. Anders Hetzelfde paar, echter met een normale cyclus bij mevrouw, geen tekenen PCO. Het paar is nu ruim een jaar ongewenst kinderloos. Bij uitdiepen van de anamnese blijkt er een regelmatige coïtus zonder problemen te zijn. In de voorgeschiedenis van de vrouw zijn er ook geen bijzonderheden. Vraag 2: Zijn u nog andere factoren bekend die de fertiliteit kunnen beïnvloeden? Vraag 3: Doet u nu lichamelijk onderzoek? 1. Ja 2. Nee U besluit conform NHG standaard de Chlamydia Antistof Titer (CAT) te bepalen en spermaonderzoek uit te voeren. De heer is ondertussen 29 en mevrouw 28. Uitslagen: - CAT is negatief - Spermaonderzoek: VCM > 3x10(6) met 20% progressief bewegende spermatozoa Vraag 4: Wat doet u? (zie desgewenst NHG tabel) 1. Expectatief beleid nog 6-12 maanden. 2. Sperma-onderzoek met enkele weken herhalen gezien lage percentage. 3. Overleg met het echtpaar over een eventuele verwijzing. 4. Verwijzen. 5. Anders.
© Copyright 2024 ExpyDoc