Antwoorden technische vragen OAE 26 sep 2014 Participatiewet

Antwoorden op technische vragen d.d. 26 september 2014 van Ouderen Appel Eindhoven,
Participatiewet.
1A. Welke rol gaat Ergon spelen met betrekking tot de uitvoering van de Participatiewet.
Ergon voert namens de 5 gemeenten in de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Regio
Eindhoven (GRWRE) de Wsw uit. Alle ontwikkelingen in het kader van de Participatiewet zijn op dit moment
nog niet uitgekristalliseerd. De landelijke overheid moet bepaalde lagere wetgeving nog vaststellen, een
aantal budgetten is nog niet bekend en we willen nog discussies met uw raad voeren.
Daarnaast moeten we in het kader van het regionale Werkbedrijf samenwerken met
werkgevers(organisaties), werknemersorganisaties, UWV, de regiogemeenten en onze sw-organisaties. Het
gaat dan over afstemming rondom onder meer integrale werkgeversbenadering, één basispakket van
voorzieningen (zoals loonkostensubsidie en beschut werken) en eenduidige registratie van werkzoekenden.
Ook moeten er afspraken gemaakt worden over de zogenaamde landelijke 125.000 garantiebanen op basis
van het Sociaal Akkoord.
Op basis van de door uw raad vastgestelde beleidslijn willen we in de komende periode dit inhoudelijke
samenwerkingstraject gaan vormgeven, in goede samenwerking met bovengenoemde partners. De
ontwikkeling hiervan moet begin 2015 plaatsvinden. Vervolgens kunnen de voorstellen ten aanzien van het
nieuwe voorzieningenpakket op grond van de Participatiewet (zoals loonkostensubsidie en beschut werken)
via de Verordening sociaal domein aan uw raad voorgelegd worden.
Op basis daarvan wordt vervolgens beoordeeld welke structuur daarbij het beste past. Tot die tijd borgen we
de dienstverlening aan nieuwe doelgroepen.
De exacte rol van Ergon is op dit moment daardoor nog niet te duiden. We willen nog geen definitieve,
onomkeerbare keuzes maken. Dit is ook in het ‘beleidsarme’ Jaarplan 2015 Ergon opgenomen.
1B. Wanneer valt het officiële besluit of Ergon de Participatiewet gaat uitvoeren?
Samen met de regiogemeenten en Ergon wordt onderzocht welke structuur het beste past bij de keuzes over
voorzieningen en de regionale samenwerking in het kader van het Werkbedrijf zoals bij het antwoord op
vraag 1A is aangegeven. Dit zal in juni 2015 in het bestuur van Ergon tot besluitvorming leiden en vervolgens
aan de gemeenteraden voor een eindoordeel voorgelegd worden via het Jaarplan Ergon 2016-2019.
1C. Is Ergon voldoende voorbereid om de uitvoering van de uitvoering van deze wet per 1 januari 2015
ter hand te nemen?
Ergon staat er goed voor, de wachtlijst is de afgelopen jaren fors gekrompen en er zijn veel mensen geplaatst.
Ook is bij Ergon de Herstructureringsoperatie 2012-2015 nagenoeg afgerond . We hebben u hierover
periodiek geïnformeerd via de Raadsinformatiebrieven voortgang uitvoering Wsw. Hierdoor is een solide,
flexibele organisatie tot stand gebracht die goed kan anticiperen op nieuwe ontwikkelingen.
Al geruime tijd werken Ergon, het UWV en de 5 deelnemende gemeenten aan de GRWRE ‘Ergon’ volop samen
op het gebied van werk en inkomen. Door de vorming van het regionale Werkbedrijf (op grond van de
Participatiewet) is dit uitgebreid zodat alle 14 gemeenten en alle sw-bedrijven (Ergon, WVK en WSD-groep) in
onze arbeidsmarktregio participeren.
1D. Wat verwachten de deelgemeenten van Ergon?
Zoals is aangegeven bij het antwoord op vraag 1, zijn de regiogemeenten vertegenwoordigd in het bestuur
van de GRWRE Ergon. In dit bestuur vindt de gezamenlijke oordeels- en besluitvorming plaats rondom onder
andere de jaarrekening, jaarverslagen en jaarplannen. In het Jaarplan Ergon 2015, dat in april 2014 is
vrijgegeven door het bestuur van de GRWRE voor behandeling in de gemeenteraden van de deelnemende
gemeenten, is de beleidsarme lijn opgenomen. In dit jaarplan 2015 is ook opgenomen dat we begin 2015 het
proces starten om te komen tot een beleidsrijk, meerjarig jaarplan 2016-2019.
1E. Wat gaat er voor Ergon na 1 januari 2015 concreet veranderen?
Na 1 januari 2015 kan er niemand meer instromen in de Wsw. De huidige werknemers behouden hun rechten
en plichten. Dat betekent dat het aantal Wsw-werknemers in de komende decennia langzaam zal teruglopen
als gevolg van natuurlijk verloop. Ergon blijft de dienstverlening aan de huidige Wsw-werknemers verzorgen.
Verder zal Ergon zorg dragen voor de zogenaamde ‘zachte landing’ van nieuwe doelgroepen. Dit betreft het
samen met het UWV en de gemeente uitvoeren van loonkostensubsidies en detacheringsconstructies voor
de nieuwe doelgroepen totdat besluitvorming heeft plaatsgevonden over de nieuwe instrumenten op grond
van de Participatiewet. Zoals reeds is vermeld worden de voorbereidingen in regionaal verband opgepakt en
wordt het nieuwe instrumentarium vóór 1 juli in de gemeenteraden ter besluitvorming voorgelegd.
Nadat duidelijk is wat de rol van Ergon wordt in het kader van de Participatiewet zullen we concreet kunnen
aangeven wat er nog meer verandert.
2 Kunt u vertellen op welke wijze u als werkgever naast langdurige werkcontracten aan dienstverlening
uw voorbeeldfunctie neemt ten opzichte van overige werkgevers door als gemeente mensen met een
grote afstand een dienstverband aan te bieden. A. Hoeveel mensen met een grote afstand tot de
arbeidsmarkt heeft u in september 2014 in dienst (al dan niet via detachering)? B. Hoeveel diverse
arbeidscontracten hanteert u voor deze doelgroep (bijvoorbeeld via detachering of een tijdelijk contract,
vast contract of inhuur via derden)? C. Hoeveel mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt bent u
van plan in dienst te nemen uitgesplitst over de jaren 2015, 2016, 2017 en 2018 (al dan niet via
detachering)?
Op 16 september jl. heeft de gemeente Eindhoven als werkgever het certificaat PSO (Prestatieladder Socialer
Ondernemen) ontvangen. De Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) is een keurmerk voor bedrijven en
instellingen om onafhankelijk aan te tonen wat hun bijdrage is aan de werkgelegenheid voor mensen met
een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Met dit certificaat spreken we het voornemen uit om binnen één jaar
minimaal trede 1 te behalen. Dat betekent dat, in onze grootte klasse, de directe (mensen in dienst) en
indirecte bijdrage (uitbesteed aan organisaties met een PSO indicatie) bij elkaar opgeteld op minimaal 1% uit
dient te komen.
We bieden als gemeente op dit moment al detacheringen en werk- en stageplekken aan mensen die behoren
tot de doelgroep PSO. Het exacte inzicht om hoeveel mensen dit gaat ontbreekt nog. De PSO schrijft namelijk
diverse criteria voor waar wij nu nog niet op registreren. Uit een eerdere inventarisatie onder vast personeel
blijkt dat ongeveer 2,8% vanwege een arbeidsbeperking gebruik maakt van hulpmiddelen. Dit zijn vooral
medewerkers die gedurende hun loopbaan bij de gemeente Eindhoven een beperking hebben gekregen en
voldoen om die reden niet aan de PSO criteria. De doelgroep PSO betreft mensen met een bepaalde
(aantoonbare) indicatie voordat ze bij ons in dienst komen.
Los daarvan stelt de PSO ook kwalitatieve eisen (passend werk, integratie op de werkvloer, functioneren en
ontwikkeling, begeleiding) waar een extra investering voor nodig is. Trede 1 realiseren wij naar verwachting
binnen een jaar met de bestaande inzet (o.a. detacheringen en uitbestedingen Ergon en de werk- en
stageplekken). Met de uitbesteding aan Ergon zorgen we op een andere manier voor werk voor mensen met
een arbeidsbeperking. Zo kopen we als gemeente op dit moment jaarlijks EURO 8,77 miljoen (excl. BTW) in bij
Ergon (groen, post, schoonmaak). De (externe) vacaturestop beperkt voorlopig de werving & selectie van
nieuwe collega's uit de PSO doelgroep. Verder kent de gemeente Eindhoven op dit moment geen functies op
een minimumniveau. De mogelijkheden om dit aantal via job carving/crafting (het uitzuiveren van functies
door er taken uit te halen en te bundelen tot nieuwe - in de regel lager gekwalificeerde – functies) uit te
breiden vormt onderdeel van het plan van aanpak PSO. Ook onderzoeken we het eventueel terughalen van
uitbestede werkzaamheden (reshoring). Wij verwijzen verder naar de raadsinformatiebrief ‘Stand van zaken
PSO en het certificaat van de gemeente Eindhoven’ die wij op 22 september naar u verzonden.
3. Wat gebeurt er met de mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die nu in detachering elders
werken als de economische groei stagneert of daalt? Verliezen zij hun baan of zijn er andere opties en zo
ja welke dan? (Denk in dit geval bijvoorbeeld aan de ongeveer 350 mensen die op dit moment bij DAF
zijn gedetacheerd. Wat gebeurt er met hen als DAF de stekker uit het traject trekt? Hoe stelt u zich dan
op?
Met de invoering van de Participatiewet blijft uiteraard de Wsw bestaan, inclusief de rechten en plichten.
Onze inzet is om het huidige beleid voort te zetten. Dat betekent dat we blijven stimuleren dat onze Wswwerknemers in zo regulier mogelijke omstandigheden kunnen werken. Hiervoor bieden we ondersteuning,
begeleiding en ontwikkeling. Om te bevorderen dat mensen de stap naar ‘buiten’ zetten blijven we borgen
dat mensen terug kunnen vallen op een ‘binnen-plek’ als dat noodzakelijk blijkt. Zij worden dus niet
ontslagen maar worden herplaatst. Ook zullen wij tijdelijke contracten bij gebleken geschiktheid conform de
huidige procedure omzetten in contracten voor onbepaalde tijd. Werknemers behouden daarmee de
zekerheid binnen de Wsw zoals zij die nu ook hebben.
4. Hoe gaat de gemeente Eindhoven vanaf 1 januari 2015 om met de zorgplicht?
Zie antwoord op vraag 3.
5. Hoeveel mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben op dit moment, september 2014,
een tijdelijk contract? Hoeveel mensen van deze groep krijgen op termijn, binnen een jaar, een vast
contract en hoeveel mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben op dit moment,
september 2014, een vast contract bij de gemeente Eindhoven?
Zie het antwoord op vraag 2.
6. Hoe gaat u de afbouw van de sociale werkvoorziening zo begeleiden dat zoveel mogelijk mensen met
een arbeidshandicap een duurzaam arbeidscontract, al dan niet via detachering krijgen of behouden?
Zie ook het antwoord op vraag 3. We blijven deze mensen ondersteunen en blijven begeleiding, training,
opleiding en scholing aanbieden.
7. Wat betekenen al de op stapel staande veranderingen vanaf 1 januari 2015 voor de bedrijfsvoering van
Ergon?
Zie ook het antwoord op vraag 1A. Deze vraag kan beantwoord worden als de exacte rol van Ergon op het
gebied van de Participatiewet duidelijk wordt.