Notitie Algemeen Arbeidsvoorwaardenbeleid van de NVJ voor 2015

Notitie Algemeen Arbeidsvoorwaardenbeleid van de NVJ voor 2015 - 2016
Aan
: Verenigingsraad
Van
: Bestuur
Datum : 21 oktober 2014
NOTITIE ALGEMEEN ARBEIDSVOORWAARDENBELEID van de NVJ voor 2015 en 2016
De NVJ wil investeren in echte banen, vakmanschap en beloning
Ook in het snel veranderende medialandschap heeft de journalistiek een belangrijke
maatschappelijke rol te vervullen. Zaken onthullen die partijen in machtsposities liever
buiten de openbaarheid houden, is ook in de 21ste eeuw hard nodig. De journalistieke
infrastructuur staat onder druk, met name in de regio. Dat vraagt om slim en efficiënt
werken, samenwerkingsverbanden zoeken, en innoveren, met behoud van journalistieke
kernwaarden als onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, creativiteit en diepgang.
Een sterke NVJ is, als beroepsvereniging en belangenbehartiger, cruciaal om zeker te stellen
dat journalisten onafhankelijk, in vrijheid, en tegen een fatsoenlijke beloning kunnen
werken.
Het is belangrijk dat werkgevers investeren in de journalistiek. Speerpunten zijn
werkgelegenheid in de vorm van echte banen, een professionele beroepsuitoefening en
goede lonen en arbeidsvoorwaarden. Sluitende afspraken over deze thema’s zijn bepaald
niet vanzelfsprekend en kunnen alleen bereikt worden door strategisch slim te opereren in
het besef dat het bij onderhandelen uiteindelijk draait om belangen en geld. Bij technisch
ingewikkelde doorrekeningen wordt, indien nodig, externe expertise ingeschakeld.
De omgeving waarin het vak wordt uitgeoefend verandert in een snel tempo, gedreven door
technische ontwikkelingen. De journalistieke sector staat onder druk en moet nieuwe
mogelijkheden verkennen en werken aan nieuwe verdienmodellen die ook op termijn de
journalistiek kunnen financieren.
Bij dagblad- en tijdschriftuitgevers volgt de ene reorganisatie op de andere. Ook bij de
omroep wordt de komende jaren verder bezuinigd. Tegelijkertijd zijn er mediabedrijven, met
name in de dagbladsector, die ondanks de trendmatige terugloop van omzetten uit
abonnees en adverteerders jaar op jaar uitstekende financiële resultaten behalen.
Mediabedrijven hebben de structurele omzetdaling sinds begin deze eeuw, nog versterkt
door de crisis die in 2008 begon, vooral beantwoord met elkaar opvolgende
kostenbesparingsprogramma’s en ingrepen in de organisaties die ook de redacties hebben
geraakt. De NVJ probeert te bewerkstelligen dat de resultaten van die ingrepen niet alleen
terechtkomen bij aandeelhouders. Bedrijfsresultaten moeten ook worden aangewend voor
investeringen en bijdragen aan behoud en verbetering van de positie van degenen die de
kern vormen van elk mediabedrijf: de makers.
Werkgelegenheid
Werk is prioriteit. Banen – vast of tijdelijk - of opdrachten zijn van het allergrootste belang.
Jongeren moeten betere waarborgen krijgen om te kunnen doorstromen naar een vaste
baan. Nu zitten ze te vaak of te lang in tijdelijke en/of flexibele contracten. Dat geldt niet
alleen voor jongeren, maar voor veel meer journalisten die – vaak noodgedwongen – jaren
onderdeel uitmaken van de zogenaamde flexibele schil. Velen van hen verrichten dezelfde
journalistieke werkzaamheden als hun collega’s in vaste dienst, vaak hebben die ook een
structureel karakter, maar tegen veel slechtere beloning en voorwaarden.
Er zijn de afgelopen jaren al honderden journalistieke banen verloren gegaan. Ondanks dat
verslechterde perspectief op de arbeidsmarkt, leveren de opleidingen jaarlijks grote
aantallen hoog gekwalificeerde jonge mensen af die een journalistieke carrière ambiëren.
Daardoor staan de tarieven en arbeidsvoorwaarden in de sector onder druk.
De NVJ waarschuwt dat de kwaliteit van het journalistieke werk in gevaar komt als er te
weinig tijd en te weinig beloning voor beschikbaar is. Met name de journalistieke
infrastructuur in de regio is een punt van zorg. Er zijn wel interessante online initiatieven op
journalistiek gebied, maar verdienmodellen waarmee de journalistieke infrastructuur
blijvend bekostigd kan worden zijn er nog niet.
Daarom is het zaak wat er is zoveel mogelijk in stand te houden en ondertussen te werken
aan vernieuwing. Maar dan wel zo dat er een vitale beroepsgroep blijft die met passie in de
journalistiek wil werken tegen een fatsoenlijke beloning. Voor veel journalisten die geen
vaste baan hebben, maar via andere constructies en contractvormen als journalist aan de
slag zijn, is dat doel nog ver weg.
Vernieuwing is een grote uitdaging en daar wil de NVJ een actieve rol in spelen. Tegelijk
staat de NVJ voor borging van journalistieke kernwaarden en van goede
arbeidsvoorwaarden, op breed sectorniveau en op bedrijfsniveau. Al jaren is er sprake van
een fors verlies aan journalistieke werkgelegenheid. Stimulansen van cao-partijen voor
nieuwe arbeidsparticipatie hebben onvoldoende effect. Van de jonge journalisten die via
instroomprojecten werkervaring opdoen, stroomt ongeveer de helft door naar een vaste
baan. De anderen blijven vaak wel verbonden aan het bedrijf waar ze ervaring hebben
opgedaan, maar dan via andere contractvormen die weinig zekerheid bieden.
Speciale aandacht is nodig voor journalisten die bij een reorganisatie op straat komen te
staan en weer bij hun voormalige werkgever aan de slag gaan tegen sterk verslechterde
arbeidsvoorwaarden. In feite verlegt de werkgever allerlei risico’s (op ziekte of
arbeidsongeschiktheid bijvoorbeeld) naar de zelfstandige zonder daarvoor de bijbehorende
risicopremie te willen betalen. Dit is ook het geval bij situaties waarin de werkgever via
allerlei constructies de verplichting om een journalist op zeker moment in dienst te nemen
omzeilt. Het feit dat de risico’s verlegd worden naar de oud-werknemer/zelfstandige zou
eigenlijk moeten resulteren in een hogere beloning. De zzp’er moet immers zelf zaken
regelen die voor degenen met een vast dienstverband collectief zijn geregeld. Het tegendeel
is echter het geval.
Kwaliteit van het werk
De NVJ ijvert voor kwalitatief goed werk met perspectief en zekerheden. Voor journalisten
van alle leeftijden geldt dat er voldoende kansen moeten zijn op dynamisch werk,
opleidingen onder werktijd, en goede mogelijkheden om werk en privé flexibel te
combineren. Elke journalist, jong of oud, moet binnen een leeftijdsbewust personeelsbeleid
eigen keuzes kunnen maken. Een goede balans tussen werk en privé is voor elk individu een
fundament voor gewoon goed werk.
Vakmanschap en professionaliteit zijn belangrijke waarden in de journalistiek. Het is van
belang om daarin te blijven investeren. De NVJ wil harde afspraken maken over
(persoonlijke) opleidingsbudgetten. Het is tijd voor dwingende investeringen in journalistiek
vakmanschap. Algemene opleidingsbudgetten zijn nu vaak niet effectief of worden als eerste
wegbezuinigd. De NVJ ijvert voor een andere aanpak door het opleidingsbudget te
individualiseren. De NVJ maakt niet alleen afspraken maar ziet er ook op toe dat die zodanig
zijn vormgegeven dat de NVJ kan controleren of ze ook door werkgevers worden nageleefd.
Echte banen
Ook in de journalistiek is in toenemende mate van een flexibele schil. De wildgroei aan
onzekere contracten zorgt bij werknemers voor grote onzekerheid over inkomen en
werktijden. Het uitgangspunt van de NVJ is dat structureel werk wordt uitgevoerd door
journalisten met een vast dienstverband. De NVJ zet zich in voor echte journalistieke banen,
die voldoende bestaanszekerheid bieden en toegang biedt tot sociale zekerheid.
De NVJ zoekt naar manieren om ontduiking van de cao via schijnconstructies aanpakken en
werkt daarbij samen met medezeggenschapsorganen binnen redacties en mediabedrijven.
De wet Werk en Zekerheid biedt nieuwe spelregels die bedoeld zijn om werknemers meer
zekerheid te bieden. De NVJ zet zich in om deze nieuwe wetgeving aan de cao-tafels te
vertalen in daadwerkelijk zekerheid biedende afspraken.
De NVJ ijvert binnen een brede lobby van de vakbeweging ook voor verdere wettelijke
maatregelen die de kwaliteit van arbeidscontracten aan de onderkant van de arbeidsmarkt
verbeteren.
Waar sprake is van structurele werkgelegenheid, moet deze ook met vaste banen ingevuld
worden. Dit is ook een investering in het borgen van kennis en kunde op redacties.
Schijnconstructies met flexibele arbeid onder slechte voorwaarden – in de vorm van
onzekere contracten zoals payrollcontracten, schijnzelfstandigheid en nulurencontracten –
worden bestreden.
Dit vraagt om heldere en controleerbare afspraken, waarbij werkgevers meer aangesproken
kunnen worden op hun verantwoordelijkheden. Dat kan door met cao-partijen afspraken te
maken over de maximale omvang van de flexibele schil. Dat kan ook door nauw samen te
werken met ondernemingsraden. Dat kan door aan de cao-tafel af te spreken de bewijslast
om te keren: de werkgever moet aantonen dat de cao wordt nageleefd als daar twijfel over
bestaat.
Beloning en koopkracht
Verbetering van koopkracht is het uitgangpunt. De NVJ wil in de loonruimte een
compensatie van de verwachte inflatie (volgens de CPB-raming van juni 2014 is die in 2014
1,25 % en in 2015 1,5 %). De NVJ wil meehelpen investeren in de journalistieke sector, reden
om een deel van de loonruimte (maximaal 1 procent) in te zetten voor arbeidsverruimende
maatregelen (zoals gegarandeerde instroomprojecten), arbeidsvoorwaarden op maat,
kwaliteitsborging en opleiding).
Collectieve regelingen moeten voorzien in arbeidsvoorwaarden die werknemers zelf op maat
kunnen toepassen. Met het op ondernemingsniveau faciliteren van een persoonlijk budget
kan een ieder tijdens zijn loopbaan voorzieningen treffen voor individuele keuzes voor
verlof, zorg of pensioen.
Gelijk werk betekent ook gelijke beloning. De NVJ wil een in beginsel gelijke behandeling van
tijdelijke werknemers, freelancers en vaste krachten binnen redacties en zet zich in om
verschillen te verkleinen. Dit geldt voor beloning, maar ook voor
arbeidsongeschiktheidsregelingen, pensioen, scholing en andere rechten. De NVJ vindt dat
er samenhang moet zijn en huldigt het principe dat afspraken over arbeidsvoorwaarden op
een bepaalde journalistieke werkvloer dan ook voor iedere journalist van toepassing moeten
zijn.
Zelfstandigen
De positie van zelfstandige werkers in de journalistiek moet sterk worden verbeterd. De
tarieven zijn de afgelopen jaren met ongeveer 30 procent gedaald. De gemiddelde
zelfstandige in de journalistiek heeft een jaarinkomen van 20.000 euro. Zelfstandigen
moeten gemakkelijker toegang krijgen tot collectieve pensioenregelingen, een goede en
betaalbare verzekering tegen arbeidsongeschiktheid en ruimere faciliteiten voor scholing.
Jongeren
Jongeren moeten betere mogelijkheden krijgen om zich een goede positie op de
arbeidsmarkt te verwerven. Met instroomprojecten wil de NVJ de vitalisering van redacties
op gang houden en jonge journalisten aan werkervaring helpen. Om te voorkomen dat
instromers na een of twee jaar daarna te worden vervangen door weer nieuwe instromers
en hierover zijn afspraken te maken, maar onder voorwaarde dat werkgevers deze ook
nakomen. Het perspectief van een vaste baan moet sneller binnen handbereik liggen.
Ouderen
De vergrijzing in de mediasector verdient een antwoord. De NVJ vindt het belangrijk om via
scholing te investeren in de arbeidsmarktpositie van ouderen. Nu ouderen geacht worden
door te werken tot hun 67ste moeten er ook plannen komen voor leeftijdsbewust
ouderenbeleid dat journalisten in staat stelt om op een gezonde manier tot aan hun
pensioen in de journalistiek actief te blijven. Met ‘Werken op Maat’, flexibel vroegpensioen,
seniorendagen en andere vormen van leeftijdsbewust personeelsbeleid, kunnen ouderen
langer gezond aan het werk blijven. Jong-voor-oud-regelingen zijn een manier om redacties
voorzien van nieuw bloed. Door 60-plussers bijvoorbeeld met arrangementen korter te laten
werken (80 % werken, 90 % loon en 100 % pensioenopbouw) kunnen jongeren de
vrijkomende ruimte invullen. Leeftijdsbewust personeelsbeleid biedt mogelijkheden om
tussen 20 en 67 jaar een evenwicht te vinden tussen werk, inkomen en vrije tijd. Meer
flexibilisering van de arbeidsduur is een optie.
Pensioenen
De NVJ neemt als uitgangspunt dat collectief en solidair gedragen pensioenregelingen voor
elke werker in de journalistiek beschikbaar moeten zijn. Er moet daarbij een gezond
evenwicht zijn tussen de lusten en lasten voor jong en oud. De NVJ streeft ook naar een
gezonde kostenbalans voor het toekomstig pensioen van de huidige jonge generatie. Er
moeten garanties zijn voor betaalbare pensioenregelingen die ook in de toekomst
solidariteit als fundament hebben. Deze uitgangspunten zijn nader uitgewerkt in een
pensioenvisie die samen met FNV Kiem is opgesteld.
Normen en voorwaarden waaraan pensioenregelingen van journalisten minimaal moeten
voldoen dienen te worden verankerd in de cao’s, bijvoorbeeld in de vorm van een minimum
pensioen cao.
Journalistieke cao
De NVJ ziet een brede journalistieke cao als een instrument om waarborgen te bieden voor
journalistieke arbeid en al hetgeen ermee samenhangt. Binnen een journalistieke cao kan de
NVJ een vuist ballen, om de belangen van journalisten te dienen.
De NVJ staat niet afwijzend tegenover modernisering van arbeidsvoorwaardelijke afspraken,
maar modernisering mag geen synoniem zijn voor versobering. Uitgangspunt is dat bij
modernisering de totale waarde van het pakket aan arbeidsvoorwaarden voor elk van de
beroepsgroepen voor wie een cao wordt afgesloten, minimaal op hetzelfde niveau blijft en
dat er echt wordt geïnvesteerd in een vitale journalistieke sector.
De NVJ is als behartiger van de belangen van alle in de journalistiek werkzame individuen de
overlegpartner. Ten aanzien van de bepaling van de primaire arbeidsvoorwaarden en de
journalistieke waarden ziet de NVJ zich als de overlegpartner met
branchevertegenwoordigende organisaties. De NVJ blijft ook voor de secundaire en andere
arbeidsvoorwaarden een rol op ondernemingsniveau vervullen.
Binding
Om tot in lengte van jaren de belangenbehartiger te zijn voor de werkers in de journalistiek
is een nauwe band met de leden van cruciaal belang. Om voeling te houden met de leden
dient de NVJ regelmatig – dat wil zeggen minimaal eens per jaar - een rondje langs de velden
te maken om zo rechtstreeks te horen wat zij belangrijk vinden. Ook op andere manieren,
bijvoorbeeld door regelmatige contacten met vertegenwoordigers van
medezeggenschapsorganen, dient de NVJ de vinger aan de pols te houden.
De wensen van de leden, mede verwoord door de sectiebesturen, dienen aan de basis te
liggen van het pakket waarmee onderhandelingsdelegaties van de NVJ de werkgevers
tegemoet treden. De NVJ vaardigt onderhandelingsdelegaties af die evenwichtig zijn
samengesteld en over de ervaring en expertise beschikken die nodig zijn om tot resultaten te
komen. En - heel belangrijk - waarin de leden zich herkennen.
Nu er al met een secties-overstijgende onderhandelingsdelegatie is gewerkt, is het zaak om
duidelijke afspraken te maken over de rol van de secties bij het beoordelen van
onderhandelingsresultaten. Een werkgroep of commissie arbeidsvoorwaarden is een optie.