OER 2014 -2015 facultair hoofdstuk FCJ Masteropleidingen III

OER 2014 -2015 facultair hoofdstuk FCJ Masteropleidingen
III
FACULTEIT COMMUNICATIE & JOURNALISTIEK
vastgesteld door de faculteitsdirectie op 27 januari 2014
instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op ……. 2014.
Deze versie treedt in werking op 1 september 2014 en vervangt alle voorgaande versies.
A.
Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:
Artikel 14 Algemene inrichtingseisen
In de studiegids/cursusbeschrijving staat vermeld in welke vorm het onderwijs van de cursussen wordt
aangeboden. Voor cursussen die in een blended vorm worden aangeboden, wordt hierbij een voorbehoud
gemaakt in verband met de tijdige beschikbaarheid van de gewenste digitale omgeving. De student kan aan
deze omschrijving dan ook geen rechten ontlenen.
Artikel 24 Inschrijving voor tentamens
1.
Door zich in te schrijven voor een cursus, is de student automatisch ingeschreven voor de eerste
tentamenmogelijkheid die bij die cursus hoort.
Voor studenten die voor een tentamen staan ingeschreven, staat de inschrijving gelijk aan het gebruik
maken van die tentamenmogelijkheid.
Voor een herkansing (tweede tentamenmogelijkheid c.q. hertentamen) dient student zich separaat in te
schrijven.
2.
3.
Artikel 25 Tentamenkansen
1.
De student heeft per studiejaar twee kansen om aan een tentamen van dezelfde cursus deel te nemen.
2. Indien een student ingeschreven staat voor een cursus en tentamen, of een hertentamen, maar niet aan het
tentamen of hertentamen deelneemt, verliest hij een tentamenkans in dat studiejaar.
3. Herkansing van een afgelegd tentamen is slechts mogelijk als de beoordeling van het desbetreffende
(onderdeel van) het tentamen onvoldoende is. Bij deelname aan een herkansing vervallen alle eerdere
beoordelingen.
Wanneer een student een onvoldoende haalt voor een praktische oefening of daarmee vergelijkbare
werkvormen, dient hij de praktische oefening in beginsel het daaropvolgende studiejaar over te doen.
Vanwege de aard van de praktische oefening kan namelijk een tweede tentamenkans in hetzelfde studiejaar
niet worden gegarandeerd. In de studiegids staat aangegeven welke cursussen onder de noemer van
praktische oefening dienen te worden gerangschikt.
4.
B.
Nadere facultaire Regelgeving:
De Faculteit kent de volgende nadere regelgeving die een integraal onderdeel van de OER vormen:
n.v.t.
C.
1
Masteropleiding van de faculteit Communicatie en Journalistiek
M Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving
1.
M Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving
OER 2014 -2015 facultair hoofdstuk FCJ Masteropleidingen
1.1. De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende:
Naam opleiding:
M Journalistiek in een Crossmediale Nieuwsomgeving
Engelse naam:
M Cross Media Journalism
CROHO-nummer:
70091
Aangeboden te:
Utrecht
Varianten:
deeltijd
Bekostigd:
nee
Graad:
Master Cross Media Journalism
Afkorting graad
M Jour
Specialisaties:
Studielast:
60 EC
1.1.1. Eindkwalificaties:
De volgende vier eindkwalificaties van de opleiding zijn geformuleerd.
1.
op adequate wijze, gefundeerd en op masterniveau journalistieke verhalen te researchen en produceren
hierbij inspelend op de specifieke behoeften van verschillende media.
Een crossmedia productie omvat het onderzoek van de journalistieke vraag (het verhaal), de keuze in media, de
eisen waaraan de productie moet voldoen, de productie en de uitvoering van een journalistiek verhaal. Het
journalistieke verhaal, “story telling” is een rode draad in dit hoofddoel
2.
gefundeerde standpunten innemen over de meest recente ontwikkelingen in de professie en deze
ontwikkelingen vertalen naar het journalistieke productieprocessen
kritisch, gefundeerd en genuanceerd mee te debatteren over de kennis van, impact van en toekomst van nieuwe
media in een veranderende nieuwsomgeving. Het debat gaat over die kritische situaties waarin de master
journalist zicht onderscheidt van een bachelor journalist: onder andere over de effecten van nieuwe media op de
praktijk en de organisatie van de journalistiek of de journalist, kunnen meebeslissen over keuzes in journalistieke
producties of bijvoorbeeld eisen die nieuwe media en crossmediale producten stellen aan producenten en/of
journalisten.
3.
leiding geven aan zowel journalistieke productieprocessen in veranderende journalistieke omgeving
(lijnmanagement) als aan journalistieke innovatieprojecten (innovatiemanagement)
leiding geven aan alle betrokkenen in een journalistieke werkomgeving in verandering. het betreft hier kennis
over en toepassing van leiderschapsvaardigheden, bestuurskundige en managementmodellen en principes.
4.
toegepast onderzoek doen naar innovatieve toepassingen en de implementatie in de journalistieke
praktijk
op adequate wijze en gefundeerd een onderzoek op te zetten en uit te voeren op basis van een thema: wat
betekent het toepassen van nieuwe media en innovatieve toepassingen ervan voor de praktijk en de organisatie
van de journalistiek en de journalist. Van de masterstudent wordt ook verwacht dat hij de uitkomsten vertaalt
naar innovatieve toepassingen en de implementatie in de journalistieke praktijk.
1.2. Vooropleidingseisen
Naast een afgeronde hbo-opleiding (bij voorkeur) Journalistiek of Communicatie is journalistieke
werkervaring (3 jaar of meer) verplicht.