IPM in openlucht druiventeelt

IPM
in
Druiventeelt
EU-Richtlijn 2009/128
“Duurzaam gebruik pesticiden”
IPM als verplichte bestrijdingsstrategie
met ingang 1 januari 2014
voor alle plantaardige producties
2
IPM
Integrated Pest Management
Geïntegreerde Gewasbescherming
--“Beheersing van alle mogelijke gewasbeschermingsmethoden zodat
het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen tot een
economisch en ecologisch verantwoord niveau kan worden beperkt en
bovendien een oordeelkundig gebruik ervan de risico’s voor mens en
milieu zo laag mogelijk moet houden.”
3
Richtlijnen IPM
EU  8 algemeen beschreven beginselen of principes
BE  richtlijnen heringedeeld in 3 kernvoorwaarden met daarbij
telkens een praktische beschrijving van na te leven criteria per
teeltgroep (ref. Katern Richtlijnen IPM FRUIT Vlaamse Overheid – Landbouw en Visserij)
1.Preventie schadelijke organismen
2.Monitoring schadelijke en nuttige organismen
3.Interventie ter bestrijding of voorkomen schade
en aangevuld met een 4de vereiste nl.
4.Registratie
4
5
Controle en Certificering
“Aantonen dat voldaan is aan de toepassing van de richtlijnen”
 controle door onafhankelijke en erkende controle-organismen
 op basis van een Checklist IPM FRUIT
 volgens certificeringsregeling beschreven door de
organisatie Vegaplan vzw :
 controle 1 x om de 3 jaar
 controlepunten Niveau 1 : 100 % na te leven
Niveau 2 : 70 % na te leven
Niveau 3 : aanbevelingen
6
Criteria IPM Druiven
1) Bepaling toepasselijke controlepunten in de checklist
- Checklist is opgesteld voor alle teelten fruit
- Checklist is opgesteld voor zowel openluchtteelten als beschermde teelten
 maw bepaalde controlepunten zullen wel en andere zullen niet van toepassing zijn
Niveau
Standaard
Druiven openlucht
1
15
12
2
19
14
2) Bepaling minimum score voor certificatie
Niveau
Minimum score Druiven in openlucht
1
100 % = 12 op 12
2
min 70 % = min 10 op 14
7
Toepasselijke Controlepunten 1/2
1. PREVENTIE
Stimuleren van de biodiversiteit en ecologische structuren als reservoir voor nuttige organismen : min 2 maatregelen uit Bijlage 1
2
Over informatie beschikken van de geteelde druivenrassen omtrent de eigenschappen en tolerantie tegen ziekten/plagen
2
Uitvoeren visuele controle op ziekte- en plaagvrij zijn van aangeleverd plantenmateriaal
2
Enkel gebruik van gezond plantmateriaal
1
Bemesting baseren op bodem- en/of gewasanalyse
2
Gepaste maatregelen nemen bij erosiegevoelige percelen (75 tot 80 % grasbedekking tussen rijen) conform Bijlage 2
1
Voorkomen van de verspreiding van schadelijke organismen dmv hygiënmaatregelen : min 2 maatregelen uit Bijlage 3
1
Het gebruik van gewasbschermingsmiddelen verduurzamen door aangepaste teelttechniek : min 1 maatregel uit Bijlage 4
2
2. MONITORING
Waarnemen schadelijke en/of nuttige organismen en behandeling tal dan niet toepassen ifv schadedrempels : min 1 uit Bijlage 5
1
Informatie hebben omtrent de ziekten , plagen, onkruiden, nuttigen in de druiventeelt
1
3. INTERVENTIE
Oordeelkundige keuze van bestijdingsmethoden : min 1 van de maatregelen uit Bijlage 6
2
Gebruik selectieve gewasbeschermingsmiddelen (aangeduid in lijst erkende gewasbeschermingsmiddelen)
2
Gewasbeschermingsmiddelen kiezen met grootste efficïëntie en minste giftigheid en risico op resistentie en milieu
2
Gewasbeschermingsmiddelen gebruiken in het stadium van hoogste efficiëntie tov schadelijke en het minste effect tov nuttigen
2
In het bezit zijn van de Lijst van erkende gewasbeschermingsmiddelen in druiven openlucht
1
8
Gebruik van een officieel gekeurd spuittoestel
1
Berekenen van de correcte hoeveelheid van het te gebruiken product om resten te voorkomen
2
Lege verpakkingen spoelen, veilig bewaren en vervolgens inleveren via Phytofar Recover
1
Gebruiken van driftreducerende doppen of driftreducerende maatregelen
2
Respecteren van een spuitvrije bufferzone van minstens 3 m en meer volgens opgave pesticide tov oppervlaktewater (meer
1
Spuitresten voldoende verdunnen en terug op het laatst behandelde perceel aanbrengen aan hoge snelheid en lage druk
2
Toepassing van gewasbeschermingsmiddelen volgens de erkende techniek
1
Resistentie beheersen door dosissen respecteren volgens het etiket van de gewasbeschermingsmiddelen
1
Resistentie beheersen door afwisselen van middelen met verschillend werkingsmechanisme (andere chemische familie)
2
Bij risico op resistentie niet-chemische of biologische middelen en methoden toepassen
2
4. REGISTRATIE
Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen registreren conform de vereisten van het FAVV
1
Bijlagen :
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Maatregelen ter bevordering nuttige organismen, biodiversiteit en ecostructuren
Maatregelen ter voorkoming van bodemerosie
Hygiënemaatregelen ter voorkoming van de verspreiding van schadelijke organismen
Maatregelen om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te verduurzamen
Monitoren van ziekten en plagen
Keuze van de bestrijdingsmethoden
9
X
X
X
X
X
10
X
X
X
X
11
X
X
X
12
X
X
X
X
X
X
X
X
13
1. PREVENTIE
Stimuleren van de biodiversiteit en ecologische structuren als reservoir voor nuttige organismen : min 2 maatregelen uit Bijlage 1
2
Op een geschikte manier plaatsen en/of in stand
houden van nestkasten en/of zitstangen voor
vogels (mezen, roofvogels, enz.)
Op een geschikte manier plaatsen van kunstmatige
schuil- en nestplaatsen voor wilde solitaire bijen
(Osmia, Andrena,…) en/of voor de overwintering van
nuttige insecten (gaasvliegen, lieveheersbeestjes,
enz.)
14
Aanleggen of in stand houden van een bloemenstrook of een wilde
vegetatiestrook met een breedte van minimum 1 m
15
1. PREVENTIE
Over informatie beschikken van de geteelde druivenrassen omtrent de eigenschappen en tolerantie tegen ziekten/plagen
2
Uitvoeren visuele controle op ziekte- en plaagvrij zijn van aangeleverd plantenmateriaal
2
Enkel gebruik van gezond plantmateriaal
1
 Info eigenschappen druivenrassen zie erkende praktijkcentra
 Plantmateriaal : Plantenpaspoort / Gecertificeerd virusvrij
Bemesting baseren op bodem- en/of gewasanalyse
2
 Uitvoering regelmatige en gepaste bodem/gewasanalyses door erkende
instellingen en vergezeld van een relevant en correct bemestingsadvies
16
1. PREVENTIE
Gepaste maatregelen nemen bij erosiegevoelige percelen (75 tot 80 % grasbedekking tussen rijen) conform Bijlage 2
1
Voorkomen van de verspreiding van schadelijke organismen dmv hygiënmaatregelen : min 2 maatregelen uit Bijlage 3
1
 Regelmatige reiniging machines en apparatuur
 Ontsmetten van snoeischaren, snoeimessen en oogstmateriaal
Het gebruik van gewasbschermingsmiddelen verduurzamen door aangepaste teelttechniek : min 1 maatregel uit Bijlage 4
2
 Pleksgewijze of gelokaliseerde behandeling
 Beperken van de breedte van de zwartstrook
17
2. MONITORING
Waarnemen schadelijke en/of nuttige organismen en behandeling tal dan niet toepassen ifv schadedrempels : min 1 uit Bijlage 5
1
Informatie hebben omtrent de ziekten , plagen, onkruiden, nuttigen in de druiventeelt
1
Visuele waarneming van schadelijke en nuttige organismen met het
blote oog vof dmv kleurvallen, feromoonvallen of lokplaten
Waarnemingen en waarschuwingsberichten van erkende instanties
Klimatologische waarnemingen dmv weerstation
Teeltbeleiding door een erkende adviesdienst of voorlichter
18
3. INTERVENTIE
Oordeelkundige keuze van bestijdingsmethoden : min 1 van de maatregelen uit Bijlage 6
2
Gebruik maken van natuurlijke vijanden : introductie ; bevorderen nuttige populatie zie ecomaatregelen ; gebruik van selectieve pesticiden of
middelen die het minst schadelijk effect hebben op nuttige organismen
19
3. INTERVENTIE
Gebruik selectieve gewasbeschermingsmiddelen (aangeduid in lijst erkende gewasbeschermingsmiddelen)
2
Gewasbeschermingsmiddelen kiezen met grootste efficïëntie en minste giftigheid en risico op resistentie en milieu
2
Gewasbeschermingsmiddelen gebruiken in het stadium van hoogste efficiëntie tov schadelijke en het minste effect tov nuttigen
2
In het bezit zijn van de Lijst van erkende gewasbeschermingsmiddelen in druiven openlucht
1
20
3. INTERVENTIE
Gebruik van een officieel gekeurd spuittoestel
1
Berekenen van de correcte hoeveelheid van het te gebruiken product om resten te voorkomen
2
Lege verpakkingen spoelen, veilig bewaren en vervolgens inleveren via Phytofar Recover
1
Gebruiken van driftreducerende doppen of driftreducerende maatregelen
2
Respecteren van een spuitvrije bufferzone van minstens 3 m en meer volgens opgave pesticide tov oppervlaktewater
1
Spuitresten voldoende verdunnen en terug op het laatst behandelde perceel aanbrengen aan hoge snelheid en lage druk
2
Toepassing van gewasbeschermingsmiddelen volgens de erkende techniek
1
Resistentie beheersen door dosissen respecteren volgens het etiket van de gewasbeschermingsmiddelen
1
Resistentie beheersen door afwisselen van middelen met verschillend werkingsmechanisme (andere chemische familie)
2
Bij risico op resistentie niet-chemische of biologische middelen en methoden toepassen
2
 = Puur Wettelijke Vereisten
 = Goede Agrarische Praktijken “Gewasbescherming”
(ref. Praktijkgids Gewasbescherming Vlaamse Overheid)
21
22
4. REGISTRATIE
Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen registreren conform de vereisten van het FAVV
1
Vereisten FAVV zoals omschreven in de autocontrolesectorgids G040 Primaire Plantaardige Productie
Het gebruik gewasbeschermingsmiddelen en biociden moet ten laatste 7 dagen na de uitvoering geregistreerd
worden. De landbouwer kan gebruik maken van bestaande documenten (bv. spuitdagboek, veldboek, …), een
perceels/teeltfiche invullen of een ander soort document gebruiken. De behandeling van opgeslagen producten dient
tevens geregistreerd te worden.
Voor gewasbeschermingsmiddelen, moeten de volgende gegevens geregistreerd worden :
- Commerciële benaming van het gebruikte product
- Datum toediening
- Behandelde teelt
- Locatie van de behandelde teelt (partij nummer of perceelnummer of opslageenheidnummer1)
- Partijnummer
- Gebruikte dosis per ha of per ton1
- Behandelde oppervlakte of hoeveelheid1
- Plantdatum
- Oogstdatum of datum van het in de handel brengen
- Bemonsteringsdatum en niet-conforme analyseresultaat (indien nodig)
23
Vereiste registraties gewasbescherming in praktijk
 Perceelsgegevens : per perceel opgave van
locatie, oppervlakte, variëteit(en), plantjaar
 Spuitregister : per behandeling opgave van
datum, behandeld perceel, naam Gwbm, dosis (kgof l/ha), reden
 Oogstgegevens : per perceel/variëteit opgave van
datum oogst, hoeveelheid
24
IPM audit ... algemeen
- Aangekondigd bedrijfsbezoek
- Controle documenten, registraties
- Controle productiematerieel
- Controle bedrijfsinfrastructuur
- Controle percelen
... desgewenst simultaan met andere audits
zoals oa Autocontrole Sectorgids G040PPP
25
IPM audit ... praktisch
Aanwezigheid/Conformiteit doc/reg & Visuele controle teelttechniek en materieel
-Perceelsregister incl verzamelaanvraag, kaartplannen, risicolocaties ...
- Nieuwe aanplantingen : plantenpaspoort / Kwaliteitscertificaten plantgoed
- Kennis omtrent geïntegreerde productiemethoden
- Fytolicentie
- Keuringsattest spuittoestel
- Attest Phytofar Recover en tijdelijke opslag lege verpakking pesticiden
- Actuele Lijst Erkende Gewasbeschermingsmiddelen in druiventeelt openlucht
- Spuitregisters en Oogstdata
- Registratie waarnemingen, reden van bespuiting, gehanteerde schadedrempels
- Advies (analyserapporten) bemesting en uitgevoerde bemesting
- Zuiverheid Snoei- en oogstmaterieel
- Spuittoestel (sticker keuring, staat van onderhoud, doppen)
- Fytolokaal (indien ook G040) en vulplaats (Niv. 3)
- Perceel : ecomaatregelen, gras- en zwartstrook, vallen, aanwezigheid nuttigen
- In/out dossier (indien ook G040)
- ..........
26
Veel succes ...
SGS BELGIUM NV, Noorderlaan 87, 2030 Antwerpen
Guy Mattys
03/5454745 ; 0475/978149 ; [email protected]
27