position paper over de Wet langdurige zorg

Wat goed werkt bij ouderen, werkt niet altijd zo bij mensen met dementie
Daarom is meer sturing op resultaat en kwaliteit voor deze doelgroep noodzakelijk
in de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Rondetafel 14 april 2014
De nieuwe Wet Langdurige Zorg (Wlz) is ontzettend belangrijk voor mensen met dementie, aangezien
veel mensen met deze ziekte zorg ontvangen die onder deze wet valt. Ter illustratie: in 2013 hadden
80.805 mensen met dementie een indicatie voor een verblijf in een verpleeg- of verzorgingshuis en dit
aantal stijgt. Dit is al bijna de helft van de mensen waar de Wlz op is toegerust (200.000 personen).
Alzheimer Nederland is van mening dat een aantal essentiële punten voor mensen met dementie
(nog) niet goed geregeld is de Wlz. Zo is de patiënt onvoldoende gebruikt als vertrekpunt, waardoor er
nog veel onduidelijkheden zijn. Daarnaast missen wij de nauwe samenhang tussen de Wlz, Wmo en
Zvw. Hierdoor vrezen wij dat op dit moment veel mensen tussen wal en schip vallen. Dit lichten we
hieronder toe.
Patiënt als vertrekpunt
Voor mensen met dementie en hun mantelzorgers zijn de volgende drie prioriteiten essentieel:
dagbesteding, casemanager en persoonlijke verzorging. Alzheimer Nederland constateert dat de
patiënt met dementie en zijn familie onvoldoende is gebruikt als vertrekpunt voor de wet. Het wordt na
het lezen van de Memorie van Toelichting (MvT) niet duidelijk welke route iemand met dementie moet
doorlopen binnen de Wlz. Bovendien is het ook onduidelijk hoe dit zorgtraject verloopt als er sprake is
van overgang van de Wmo naar de Wlz. Dit wordt het best geïllustreerd door de afspraken over de
inzet van de casemanager en indicatiestelling:

Casemanager - Het is niet duidelijk wanneer mensen met dementie op hulp kunnen rekenen van
een casemanager. Het uitgangspunt is dat mensen met dementie onder de aanspraak
wijkverpleging (Zvw) worden gepositioneerd. Hier valt ook de casemanager onder. Maar op het
moment dat iemand een Wlz-indicatie krijgt, is het onduidelijk of en op welke manier deze persoon
de casemanager nog kan inschakelen. Immers: in de Wlz wordt de casemanager in het geheel
niet genoemd; ook niet voor zorg zonder verblijf of PGB. Terwijl deze inzet daar juist van groot
1
belang is, conform de Zorgstandaard Dementie!
Oplossing: Alzheimer Nederland pleit voor wettelijke borging van het recht op een casemanager
bij dementie, ook binnen de Wlz!

Indicaties - In principe is er geen herindicatie mogelijk binnen de Wlz, tenzij de zorgbehoefte dit
verlangt. Dementie is een progressieve ziekte. Na diagnose is al duidelijk dat de zorgvraag steeds
zwaarder wordt. Het is dan ook logisch dat het zorgprofiel hierop ingericht wordt. Echter, binnen
de Wlz wordt vooralsnog geen rekening gehouden met de progressieve aard van dementie. Als
we echt voor een stelselwijziging gaan, moet dit in de Wlz opgenomen worden. We weten immers
dat de vraag naar zwaardere zorg varieert gedurende het ziekteverloop: dementie is een
dynamische ziekte (p.41, Zorgstandaard Dementie).
Oplossing: Alzheimer Nederland pleit voor het opnemen van Advanced Care Planning. Oftewel: in
de zorgprofielen in de Wlz wordt rekening gehouden met het ziekteverloop.
1
In de nota naar aanleiding van verslag van de Wmo staat op pag. 53 het volgende: “Wanneer het zelfstandig thuis wonen niet
meer gaat en aan iemand wordt zorg verleend op grond van de Wlz, treedt die aanspraak op Wlz in de plaats van de aanspraak
op wijkverpleging en de daaruit voortvloeiende zorg bij dementie”.
Sturing op kwaliteit en resultaat
Om goede zorg voor mensen met dementie in de Wlz te borgen, benadrukt Alzheimer Nederland het
belang van sturing op kwaliteit en resultaat. Bovendien pleiten wij voor het invoeren van prikkels:

Kwaliteit – In de Wlz staat beschreven dat zorgkantoren hun zorg accuraat zullen inkopen op
basis van kwaliteit. Daarnaast wordt er een Kwaliteitsagenda opgesteld met aandacht voor het
opleidingsniveau en de deskundigheid van zorgverleners. Hiervoor moeten nieuwe
beroepsprofielen opgesteld worden. Binnen de Wmo daarentegen, krijgen gemeenten de
beleidsvrijheid om landelijke kwaliteitsstandaarden uit te werken. De beroepsgroep gaat werken
met professionele standaarden die voorhanden zijn, waaronder de Zorgstandaard Dementie die
net is opgenomen in het Register van het kersverse Zorginstituut Nederland. Beide
wetsvoorstellen werken met een ander kwaliteitskader. Veel duidelijker voor de patiënt, maar ook
veel effectiever, is als de kwaliteitskaders van beide wetten op elkaar afgestemd worden!.
Oplossing: De bestaande Zorgstandaard Dementie in beide wetten gebruiken als meetlat van
kwaliteit. Want waarom het wiel opnieuw uitvinden, als er een goed bruikbaar instrument ligt waar
beide wetsvoorstellen hun kwaliteitsindicatoren op af kunnen stemmen.

Integrale zorg – De samenwerking tussen verschillende disciplines, zoals specialist
ouderengeneeskunde, huisarts en geriater wordt niet geborgd in de Wlz. Er is geen sprake van
integrale multidisciplinaire zorg, terwijl deze samenwerking cruciaal is, willen mensen met
dementie goede zorg kunnen ontvangen (zie Zorgstandaard Dementie).
Oplossing: aandacht voor integrale zorg opnemen in de Wlz– deze bekostiging van dementiezorg
kan gerealiseerd worden op basis van de Zorgstandaard Dementie.

Resultaat – Willen we kunnen sturen op resultaat, is een ziektespecifieke monitoring
noodzakelijk. In de MvT staat dat er een algemene monitoring komt binnen de Wlz.
Oplossing: Alzheimer Nederland pleit ervoor deze monitor uit te breiden, zodat specifiek gekeken
wordt naar een grote doelgroep van de Wlz: mensen met dementie.

Invoeren van (financiële) prikkels – Vanaf het moment dat de hervormingen langdurige zorg
van start gingen, heeft Alzheimer Nederland gepleit prikkels in de Wmo in te voeren. Dit is niet
alleen belangrijk voor het goed functioneren van de Wmo, maar dit raakt ook de Wlz. In de Wlz
staat beschreven dat de CIZ bij een Wlz- aanvraag niet hoeft te toetsen of gemeenten voldoende
zorg hebben ingekocht en aangeboden. Hier is namelijk de lokale democratie voor. Dat klinkt
logisch vanuit het perspectief van beleidsvrijheid voor gemeenten. Maar helaas ontbreekt hierdoor
ook elke prikkel voor gemeenten om tot het uiterste te gaan om mensen met dementie zo lang en
goed mogelijk thuis te ondersteunen. Op dit moment zijn er geen (financiële) prikkels voor
gemeenten om zorg die thuishoort in de Wmo uit de Wlz te houden, ondanks de onafhankelijke
indicatiestelling. Niets doen loont voor gemeenten, maar niet voor mensen met dementie. Risico is
dat méér cliënten aanspraak zullen doen op Wlz.
Oplossing: Alzheimer Nederland pleit voor het opnemen van prikkels in de Wmo en Wlz. Wij
denken bijvoorbeeld aan prikkels gericht op het zoveel mogelijk vertragen van afname van
zelfredzaamheid (want meer is niet mogelijk bij mensen met dementie). Of prikkels om de afname
van mogelijkheden van mensen met dementie zo goed en zo deskundig mogelijk te compenseren.
Kortom: als de patiënt als vertrekpunt wordt genomen, ziet Alzheimer Nederland de volgende
verbeterpunten voor de Wlz:
1. Meer duidelijkheid over de route die de patiënt doorloopt in het zorgtraject. Voor mensen met
dementie is deze duidelijkheid ontzettend belangrijk. Zo moet bijvoorbeeld helder worden wanneer
de patiënt aanspraak kan maken op respijtzorg, dagbesteding en de casemanager – het kan niet
zo zijn dat de inzet van de casemanager niet mogelijk is onder de Wlz;
2. Een betere aansluiting van de Wlz op de Wmo en Zvw. Dit geldt onder andere voor de
afstemming van kwaliteitskaders. De inzet van de Zorgstandaard Dementie biedt hiertoe de
oplossing;
3. Inbouwen van prikkels in de Wmo en Wlz. We moeten voorkomen dat mensen met dementie
tussen wal en schip vallen;
4. Meer sturing kwaliteit en resultaat.
Meer informatie:
Julie Meerveld - 06 128 999 16, [email protected]