dit plan - Groninger Krant

BANENPLAN VOOR ARBEIDSGEHANDICAPTEN (HET “P 1000 plan”)
• Aanleiding.
De gesubsidieerde arbeid in de stad is de afgelopen jaren
noodgedwongen afgebouwd. De werkloosheid neemt toe en het
herstel van de economie lijkt te zijn ingezet. Maar een vacaturegroei,
zeker voor de onderkant van de arbeidsmarkt, is op korte termijn niet
te verwachten.
De Gemeente Groningen heeft meer dan 10.000
bijstandsgerechtigden. Dat is veel te veel. De gemeente heeft een reintegratiebeleid en een arbeidsmarktbeleid. Maar er kan veel meer
worden gedaan, zeker ook voor de mensen met de minste kans op
regulier werk.
Daar komt bij dat de gemeente en het bedrijfsleven de komende
jaren voor een enorme opgave staan. Samen moeten zij de komende
jaren meer mensen met een arbeidshandicap aan de slag helpen. In
heel Nederland zijn dit 100.000 voor het bedrijfsleven en 25.000 voor
de overheid.
Voor de financiering van de begeleiding naar werk wordt het reintegratiedeel van het P-budget gebruikt. In 2014 hebben we
hiervoor E 18,5 miljoen beschikbaar. Een groot deel hiervan (7.6
miljoen) wordt uitgegeven aan gesubsidieerde arbeid. De kosten zijn
erg hoog voor een kleine groep mensen, terwijl de gemeente nog
ruim 10.000 mensen in de bijstand aan de slag wil helpen. Bovendien
gaat het systeem mank voor wat betreft de doorstroming; en is er
sprake van een “locked in”effect.
Door de afbouw van de gesubsidieerde arbeid komt er in 2015 meer
geld beschikbaar binnen het re-integratie-deel van het
Participatiebudget; de vrijval bedraagt E 4,6 miljoen per 1 januari
2015. Dat geld kunnen we inzetten maar dan op zo’n wijze dat de
nadelen van het huidige systeem van gesubsidieerde arbeid worden
vermeden.
Echte banen worden niet gecreëerd door de overheid alleen.
Bedrijven en onze publieke sector zorgen samen voor echte
werkgelegenheid. De gemeente kan daarbij behulpzaam zijn en
werkgelegenheid stimuleren door allerlei, liefst tijdelijke, regelingen.
Daarnaast kan de gemeente als werkgever ook een bijdrage leveren.
• Wat kunnen werkgevers doen?
Met VNO/NCW is een paar keer gesproken over de mogelijkheden.
De werkgevers zien een boel op zich afkomen.
Allereerst zal de gemeente proberen zoveel mogelijk SW-ers bij
reguliere werkgevers te plaatsen, bij voorkeur via
groepsdetacheringen. Zo worden werkgevers ontzorgd en
werknemers krijgen de begeleiding en de zekerheid die zij nodig
hebben om goed te kunnen functioneren.
Verder is er het “nieuwe beschutte werken”. Dit is onder de
Participatiewet een nieuw instrument. Het gaat om mensen die extra
begeleiding en ondersteuning nodig hebben in een beschermde
omgeving Landelijk gaat het om 30.000 plaatsingen. In de gemeente
Groningen blijft dus beschut werk bestaan.
En dan hebben we de 100.000/25.000 afspraak voor mensen met een
arbeidshandicap. De werkgevers gaan voor 100.000 banen zorgen, de
overheid voor 25.000. Het gaat ook hier om mensen met een
arbeidsbeperking die niet in staat zijn om het wettelijk minimumloon
te verdienen. Werkgevers kunnen loonkostensubsidie krijgen ter
compensatie, de gemeente neemt zijn eigen verantwoordelijkheid
om mensen met een arbeidshandicap in dienst te nemen.
Verder hebben we ook nog de BBL-plekken (Beroepsbegeleidende
Leerweg) , bedoeld voor jongeren die met name bij MKB-ers worden
opgeleid. Het is een combinatie van werken en leren.
En tenslotte zal de gemeente, in het kader van Social Return (sociaal
aanbesteden) steeds meer van bedrijven eisen dat ze bij een contract
met de gemeente, ook werkplekken creëren voor mensen met een
arbeidshandicap. Wat de PvdA betreft wordt de grens voor Social
Return de komende jaren verlaagd van minimaal €500.000 naar
€250.000. vendien gaan we ook Social Return ook inzetten in de
publieke sector, bij subsidierelaties.
De werkgevers in Groningen zijn bereid om mee te werken aan
programma’s gericht op het creëren van die banen voor
arbeidsgehandicapten. Maar ze stellen wel een aantal voorwaarden:
• “ontzorging” en “ont-bureaucratisering”. Het is voor
werkgevers moeilijk een weg te vinden in het doolhof van
regels. Ze willen één loket.
• Belangrijkste voor werkgevers is de motivatie van de
betrokkenen, de mensen moeten echt willen.
• De werkgevers willen zich niet, althans niet in de beginjaren,
vastleggen op aantallen. Ook willen ze geen verplichting om
mensen meteen in vaste dienst te nemen, ze willen flexibiliteit
als de nieuwe werknemers niet bevallen of niet gemotiveerd
zijn.
• Ze willen bij ieder plan vanaf dag 1 betrokken zijn; ze zijn
allergisch voor vanuit de overheid vastgestelde verplichtingen.
• Wat kunnen we doen om de werkgevers te helpen?
De gemeente zou het volgende kunnen doen:
• Met VNO/NCW Noord en MKB Noord ontwikkelen we een
globaal plan om zo veel mogelijk arbeidsgehandicapten bij
werkgevers te plaatsen, al dan niet met loonkostensubsidie.
• De gemeente maakt één loket voor de werkgevers en neemt de
administratieve rompslomp uit handen. Ook zorgt de gemeente
in overleg met de werkgever voor de juiste begeleiding.
• We benaderen een tiental werkgevers, van klein tot groot, die
“ambassadeur”van het plan zijn. Zij worden op regelmatige
wijze betrokken bij iedere stap in het proces.
• Wat kan de gemeente zelf doen?
Activering
Gesubsidieerde arbeid is te duur en leidt niet tot doorstroming. Maar
er is wel veel te doen, nuttige werkzaamheden in de non-profit sector
die met het wegvallen van de gesubsidieerde arbeid in het gedrang
komen.
We hebben nog het instrument van de Participatiebanen, de P
banen. Het gaat hierbij om maatschappelijk nuttige activiteiten,
vooral in de non-profit sector. De “werknemer” ontvangt een
maandelijkse vergoeding van E 100,- bovenop zijn/haar
bijstandsuitkeringen de “inlener” ontvangt een jaarlijkse vergoeding
van E 1.000,- voor begeleiding.
Het extraatje van E. 100,- is niet belast en heeft ook geen invloed op
inkomensafhankelijke regelingen zoals bijzondere bijstand.
Deze Participatiebanen zouden we een nieuw leven in kunnen
blazen. We zouden dit instrument vooral open kunnen stellen voor
mensen met een arbeidshandicap maar dan wel met een aantal
wijzigingen of voorwaarden:
• De regeling is tijdelijk, voor een periode van 2 jaar om het “lock
in”effect tegen te gaan. Ieder half jaar wordt samen met de
begeleider bekeken hoe ver iemand zich heeft ontwikkeld. Na
een jaar volgt een beoordelingsgesprek om te kijken of iemand
al door kan groeien.
• Voor de regeling geldt een vrijwillige deelname. Medewerkers
moeten gemotiveerd zijn.
• Er kunnen meer prikkels worden ingebouwd bv een hogere
inleenvergoeding en een diversificatie met betrekking tot de
inzet van de “werknemers”. Voor P banen minder dan 16 uur
per week bv 50 E en voor volledige P banen bv 150 E per
maand.
• Meer nadruk op doorstroming naar regulier werk, tegen
minimumloon met cao.
• Er mag geen sprake zijn van verdringing van regulier werk.
Voor E 2 miljoen per jaar kunnen we rond de 1000 P-banen
scheppen. In verhouding tot de loonkostensubsidiebanen is dit
een instrument dat veel goedkoper is,
Met zo’n P-baan behouden mensen structuur, worden of blijven
tot op zekere hoogte arbeidsfit en werken ze mee aan allerlei
nuttige maatschappelijke taken.
Nadeel hiervan is natuurlijk wel dat deze P-banen vooral, zo niet
uitsluitend, gerealiseerd zullen worden in de non-profit-sector.
De gemeente als werkgever
Daarnaast is de gemeente zelf werkgever. De gemeente zal de
komende jaren het goede voorbeeld moeten geven als
werkgever en beleid moeten ontwikkelen hoe de komende
jaren meer arbeidsgehandicapten in dienst genomen kunnen
worden. Een belangrijke start is om bij laaggeschoold werk te
kiezen voor inbesteden in plaats van aanbesteden.
Echt werk echt betalen
Op dit moment zijn er nog meer dan 150 mensen aan het werk
op een gesubsidieerde plek in het kader van het 200 banenplan.
Dit plan is ontwikkeld door werkgevers in de publieke sector,
omdat het belangrijk werk is en veel mensen dit werk al
jarenlang doen. De PvdA vindt dat als zowel de werkgevers zelf
als de gemeente tot de conclusie komen dat de organisaties, de
buurthuizen of de stad niet zonder deze medewerkers kunnen,
er in feite sprake is van een gewone baan. Gewone banen
moeten dan ook gewoon betaald worden: gewoon salaris van
minstens het minimumloon. De komende jaren moet gesproken
worden in hoeverre dit te realiseren is.
Pilot verloning van de uitkering
De PvdA wil via arbeidsmarktregio Groningen een aanvraag
indienen bij het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid voor een pilot tot verloning van de uitkering.
Het P-budget is namelijk krap. Aan de andere kant, wordt er
veel geld uitgegeven in het zogeheten ‘Inkomensdeel’, dit zijn
de totale uitkeringen die de gemeente verstrekt. Door de
uitkering te verlonen, kunnen meer mensen door middel van
loonkostensubsidie in het bedrijfsleven aan de slag geholpen
worden. Een rekenvoorbeeld: Minimumloon is € 18.000,- per
jaar, een uitkering kost € 12000,- per jaar. De gemeente betaalt
dit bedrag als loonkostensubsidie aan de werkgever, de
werkgever legt hier € 6000,- per jaar bij en betaalt ten minste
minimumloon uit aan de werknemer. Hiervoor geldt een
maximum van 2 jaar, waarbij na een jaar wordt gekeken in
hoeverre de loonwaarde van de werknemer is gestegen en met
een intentie om de werknemer bij goed functioneren na twee
jaar in dienst te nemen.
Maart 2014