advies over het pleegzorgfonds 2015 voor regiogemeenten

MEMO
Aan
: contactpersonen regio’s Noord-Holland (m.u.v. stadsregio Amsterdam)
Van
: Marja Oud, regio West-Friesland
Datum
: 28-8-14
Onderwerp: advies over pleegzorgfonds 2015 voor regiogemeenten
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Concept tekst advies
Provinciaal pleegouderfonds
De provincie heeft naast de financiering van de pleegzorgaanbieders (voor werving, begeleiding en
vergoeding van de pleegouders) vanaf 2010 een extra financiering van incidentele kosten mogelijk gemaakt
door het oprichten van het pleegzorgfonds. Pleegouders maken in de praktijk kosten voor hun
pleegkinderen die niet door de reguliere pleegzorgvergoeding worden gedekt en die zodanig zijn dat van de
pleegouders niet verwacht mag worden dat zij deze kosten uit eigen middelen betalen. Voorwaarde is dat
de kosten dringend zijn en op geen enkele andere wijze kunnen worden vergoed. (waarvoor geen
voorliggende (gemeentelijke) voorzieningen bestaan.)
Deze extra vergoeding helpt ook om te voorkomen dat de pleegouders om financiële redenen met de
opvang stoppen. Voor de provincie is de pleegzorg de laatste jaren een speerpunt omdat deze vorm van
opvang niet alleen veel goedkoper is dan uithuisplaatsing in een residentiele instelling maar ook omdat uit
onderzoek is gebleken dat het opgroeien in een gezin veel positieve effecten heeft op het kind.
Het pleegouderfonds is alleen bestemd voor de pleegkinderen in de 6 jeugdzorgregio’s in Noord-Holland.
Stadsregio Amsterdam behoort hier niet toe. Het fonds is bedoeld voor kosten die de pleegouders maken
die buiten de pleegvergoeding vallen. Zoals medicijnen, orthodontie, kinderopvang. Zie ook bijlage uitgaven
t/m 3e kwartaal.
Pleegoudersfonds is ondergebracht bij Nationale Fonds Kinderhulp (NFK). Het NFK beheert de middelen.
Voor het beheer/de coördinatie brengt het NFK € 5.000,- in rekening. Deze kosten komen ten laste van het
fonds. Er is een subsidierelatie tussen de provincie en NFK. Per kwartaal stelt NFK een rapportage van de
uitgaven op. Jaarlijks is er een overleg tussen de provincie, het fonds (Marion Schut) ) en een
contactpersoon vanuit het provinciaal instellingenberaad Jeugdzorg (Ton van voorden van het Spalier) over
de stand van zaken en de toekenningscriteria. De deelname vanuit het instellingenberaad Jeugdzorg is
kosteloos.
Voordelen voor het onderbrengen bij het NFK: kennis over financieringsmogelijkheden vanuit andere
fondsen is aanwezig, onderzoek naar andere middelen binnen het eigen fonds, beperkte administratie- en
coördinatiekosten.
In de provincie zijn ca. 880 pleeggezinnen. De aanvragen voor een extra vergoeding komen voor 60%
vanuit Parlan (West-Friesland, Kop van Noord-Holland en regio Alkmaar), 28% vanuit OCK Het Spalier
(IJmond en Zuid-Kennemerland) en 12% vanuit Oké’s in het Gooi.
De aanvragen worden door de pleegouders ingediend bij de pleegzorgbegeleiders van de
pleegzorgaanbieders (in West-Friesland (Parlan). De aanvraag wordt door de contactpersoon van de
pleegzorgaanbieder ingebracht bij het NFK. De beoordeling vindt plaats door een commissie die 1x per 6
weken samenkomt. De aanvraag worden kritisch getoetst en er wordt nagegaan of er geen andere
vergoeding/voorliggende voorziening beschikbaar is.
Per kind kan maximaal € 1.000,-- worden gedeclareerd met een maximum van € 2.500,-- per gezin.
De pleegzorgbegeleiders houden de gegevens betreffende de declaraties aan het pleeggezin bij en houden
het maximumbedrag hierbij in de gaten.
2015
Voor 2015 stort de provincie nog een bedrag van € 100.000 in het fonds. Beschikbaar budget in 2015 ligt
tussen de € 150.000 en € 170.000,--.
De jaarlijkse uitgaven liggen rond de € 120.000. De provincie adviseert ambtelijk om een jaarbegroting te
maken en het bedrag te verdelen over de regio’s op basis van de eerdergenoemde percentages. (indien de
regio’s ook met andere aanbieders voor 2015 een inkooprelatie aangaan, zal de verdeling anders worden.)
Over het pleegzorgfonds in 2015 hebben de ambtelijke contactpersonen van de 6 regio’s, de ambtenaar
van de provincie, de directeur van het kinderfonds en de contactpersoon vanuit het instellingenberaad een
aantal keren overleg gevoerd. Zij komen gezamenlijk tot onderstaand advies:
Ambtelijk advies
1. Beheer van het fonds voor het jaar 2015 overnemen en hiervoor een ambtelijke begeleidingsgroep
instellen bestaande uit ambtelijke contactpersonen van de Noord-Hollandse regio’s,, één
contactpersoon per regio.(voorstel vanuit de regio’s Noord-Kop, Alkmaar en West-Friesland één
gezamenlijke contactpersoon, gelet op de bovenregionale samenwerking en het werkgebied van
de pleegzorgaanbieder Parlan). Vanuit de begeleidingsgroep is er één contactpersoon die de
contacten onderhoudt met de contactpersoon van NFK.
2. Aan het beheer de voorwaarden stellen dat de coördinatiekosten van NKF ten laste van het
pleegzorgfonds worden gebracht en de afvaardiging vanuit de instellingen aan de
begeleidingsgroep kosteloos plaatsvindt;
3. Provinciale criteria en werkwijze van het fonds voor het jaar 2015 overnemen. De huidige
contactpersoon vanuit het Provinciaal Instellingenberaad Jeugdzorg blijft ook in 2015 betrokken en
zorgt voor terugkoppeling naar alle pleegzorgaanbieders in Noord-Holland.
Het NKF stuurt in 2015 de kwartaalrapportages naar de regio’s toe. De rapportages worden
ingedeeld per regio;
4. De begeleidingsgroep in het jaar 2015 op basis van de kwartaalrapportages een advies laten
opstellen over de financiering van het pleegouderfonds per 1-1-16;
5. Uitspreken dat de overname van het beheer in 2015 niet automatisch leidt tot voorzetting van het
fonds per 1-1-16. Het is aan de gemeenten of zij in 2016 e.v. ook een dergelijke voorziening willen
creëren voor de pleegouders. Het budget dat in 2015 binnen het fonds beschikbaar is, is het
maximale bedrag.