Download - Ars Aequi

6838 KwartaalSignaal 121
rechtstheorie
Rechtssociologie
AAK20116838
Dr. H.A.M. Weyers
Terug van weggeweest
Het is inmiddels een flink aantal jaren geleden dat het
laatste rechtssociologische signalement in Ars Aequi verscheen. De hoogste tijd om daar verandering in te brengen.
In mijn eerste bijdrage voor KwartaalSignaal beschrijf ik
vier boeken die uitstekend geschikt zijn voor studenten
die zich willen oriënteren op het vakgebied. De boeken
zijn nogal verschillend van aard. Het voordeel daarvan is
dat er voor iedereen wel een boek bij zit dat past bij zijn of
haar eigen wetenschappelijke temperament. De boeken die
ik hier kort schets zijn: 1) John Griffiths & Heleen Weyers
(red.), De sociale werking van recht. Een kennismaking
met de rechtssociologie en rechtsantropologie (4e druk),
Nijmegen: Ars Aequi Libri 2005; 2) Nick Huls, Actie en
reactie. Een inleiding in de rechtssociologie (2e druk), Den
Haag: Boom Juridische uitgevers 2009; 3) Rob Schwitters
(in samenwerking met anderen), Recht en samenleving in
verandering: inleiding in de rechtssociologie (2e druk), Deventer: Kluwer 2008; en 4) Marc Hertogh & Heleen Weyers
(red.), Recht van onderop. Antwoorden uit de rechtssocio­
logie, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2011.
Het eerste genoemde boek, De sociale werking van recht, is
een verzameling van zeventien artikelen van buitenlandse
wetenschappers die voor rechtenstudenten in het Nederlands zijn vertaald. Het boek begint met een uiteenzetting
van Griffiths (emeritus hoogleraar rechtssociologie aan
de Rijksuniversiteit Groningen) over rechtssociologie als
wetenschap en eindigt ook met een tekst van zijn hand
waarin hij zijn sociale werkingsbenadering uiteenzet.
De in de bundel opgenomen artikelen, veelal klassiekers
in de rechtssociologie, zijn voor een groot deel bron van
inspiratie geweest voor deze in Nederland meest gehanteerde benadering. Voorbeelden van klassieke teksten in
deze bundel zijn ‘Non-contractual relations in business: a
preliminary study’ van Stewart Macaulay (zie verderop) en
het meest geciteerde rechtssociologische artikel ‘Why the
haves come out ahead: speculations on the limits of legal
change’ van Marc Galanter. Hoewel deze teksten al tientallen jaren geleden geschreven zijn, blijven ze onverminderd
actueel.
Actie en reactie is geschreven door de Rotterdamse hoog­
leraar rechtssociologie Nick Huls. Anders dan bij De
sociale werking gaat het hier om een inleiding in het vakgebied. Huls heeft zijn vlot geschreven boek onderverdeeld
in vijf delen. In het eerste deel gaat hij in op de vraag wat
rechtssociologie is. In de vier volgende delen bespreekt hij
wisselwerkingen tussen recht en samenleving, wetgevingspraktijken, toegang tot het recht en de rol van advocaten
daarbij, en de legitimiteit van de rechter. Hij sluit zijn
boek af met een mooi uitgewerkt voorbeeld van de totstandkoming en de effectiviteit van de Wet schuldsanering
natuurlijke personen. De rode draad in dit boek zijn Huls’
ideeën over de maatschappelijke rol van het recht in de
samenleving. Karakteriserend voor dit boek is de enthousiaste toon van een direct betrokkene bij juridische processen.
Ook het derde boek, Recht en samenleving in verandering,
is een inleiding voor rechtenstudenten. Rob Schwitters
(universitair hoofddocent aan de UvA) heeft vier van de
negen hoofdstukken geschreven. De andere hoofdstukken zijn verzorgd door vier auteurs die verbonden zijn
aan de Radboud Universiteit. Recht en samenleving is
een duidelijk thematisch ingedeeld boek. Het boek opent
met een uiteenzetting van de discipline. Vervolgens is er
een hoofdstuk over de totstandkoming van recht en een
over de effectiviteit van recht. Verder zijn er een aantal
hoofdstukken waar juridische beroepsgroepen – zoals de
rechterlijke macht, ambtenaren, en advocaten en notarissen – centraal staan. Het boek wordt afgesloten met twee
hedendaagse thema’s: recht en de multiculturalisatie van
de samenleving en de sociaalwetenschappelijke aspecten
van supranationaal recht. Schwitters’ boek heeft een meer
academische sociologische invalshoek dan dat van Huls.
Dat blijkt niet alleen uit de strakkere opbouw maar ook
uit de uitgebreide inbedding van de teksten in wetenschappelijke literatuur.
Het laatste en tevens jongste boek dat ik bespreek is
Recht van Onderop. Dit boek is een bundel van 22 teksten
waarin 26 Nederlandse rechtssociologen de stand van
zaken op het terrein waar zij deskundig zijn schilderen.
Het boek is bedoeld om de rechtssociologie toegankelijk te
maken voor een breder publiek, waarbij met name gedacht
wordt aan mensen die actief zijn in de juridische praktijk.
Het boek biedt een actueel overzicht van de Nederlandse
rechts­sociologie. Een van de voordelen van dergelijke verzamelingen is dat de hoofdstukken los van elkaar gelezen
kunnen worden. In dit boek wordt dat nog eens benadrukt,
doordat er voor elk wat wils in staat. Zo zal een rechter
geïnteresseerd zijn in het antwoord op de vraag hoe de
burger het recht beleeft, een advocaat in het antwoord op
de vraag hoe geschillen ontstaan en verlopen en ambtenaren in het antwoord op: wie klaagt er bij de ombudsman en
wat zijn de effecten van zijn werk? Dit boek is onderverdeeld in vijf hoofdthema’s: wetgeving, rechtshandhaving,
rechtspraak en geschilbeslechting, recht in het ogen van
de burgers, en verschillende rechtsgebieden zoals arbeidsrecht en migrantenrecht.
Samenvattend gaat het om vier qua invalshoek en stijl
nogal verschillende boeken. De overeenkomsten tussen de
boeken vormen de kern van de onderzoeksterreinen van de
rechtssociologie: de totstandkoming van recht, de effectiviteit van recht, de activiteiten en structuur van de juridische
beroepen, en de rechtssociologie als wetenschappelijke
discipline. Kenmerkend voor deze discipline is dat ze zich
als een buitenstaander buigt over het recht en een extern
perspectief hanteert in de bestudering van het recht.
rechtstheorie
Tot slot een beroemd voorbeeld van een van de meest onderzochte, en voor juristen vaak als opzienbarend ervaren,
stellingen van de rechtssociologie (de relational distancestelling).
Stewart Macaulay onderzocht in de jaren vijftig de
betekenis van contractenrecht in bedrijven. Hij deed dat
niet door het contractenrecht te bestuderen (dat hij als
hoogleraar contractenrecht wel in de vingers had), maar
door mensen in bedrijven te ondervragen hoe zij overeenkomsten opstellen en wat zij doen als die overeenkomsten niet nagekomen worden. Zijn bevinding was dat het
contractenrecht slechts van geringe betekenis is in beide
situaties. Hij ontdekte verder dat deze kleine rol van het
recht niet betekende dat de ondernemers in een normloze
situatie werkten. Duidelijk werd dat andere normen dan
het recht, zoals fatsoen en wederkerigheid, de onderlinge
verhoudingen reguleerden. Op basis van Macaulays
onderzoek kon een algemene stelling verwoord worden:
wanneer mensen duurzame, sterk verknoopte onderlinge
verhoudingen met elkaar hebben, dan maken ze weinig
gebruik van recht om geschillen te beslechten; recht krijgt
een grotere rol bij geschilbeslechting wanneer deze onderlinge verbanden minder hecht zijn.
Veel rechtenstudenten vragen zich af of Macaulays
bevinding nog wel interessant is in deze tijd. De Nijmeegse rechtssocioloog Jettinghof stelde zich die vraag
ook en onderzocht met Macaulay als uitgangspunt de
hedendaagse kunststofverwerkende industrie en de
bouwnijverheid. Zijn bevinding (onder andere te vinden
in Recht van Onderop en in N. Doornbos, N. Huls en
W. van Rossum, Rechtspraak van buiten. Negenendertig
door de rechtssociologie geïnspireerde annotaties, Deventer: Kluwer 2010, is dat de bereidheid van bedrijven om
te procederen vooral afhankelijk is van de aard van de
tegenpartij. Waar het gaat om klanten en toeleveranciers
waarmee men duurzame relaties heeft, blijken bedrijven doorgaans zeer terughoudend met procederen. Dat
is anders bij concurrenten of de overheid. Daar vrezen
ze bij klachten of conflicten geen relatieverlies en wordt
de vraag al of niet procederen vooral een economische
kosten-baten analyse.
Het voorbeeld laat zien dat er sociale wetmatigheden te
ontdekken zijn in de werking van recht. Wetmatigheden
waarmee alle juristen hun voordeel kunnen doen.
KwartaalSignaal 121 6839