Raamreglement PWO Associatie

Raamreglement praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek,
Associatie KU Leuven
Toepassingsgebied:
Dit reglement regelt de toepassing van de middelen voor Praktijkgericht Wetenschappelijk
Onderzoek (PWO) in de associatie KU Leuven. De door de overheid toegekende bedragen worden
door de hogescholen besteed aan het opzetten van een organieke ondersteuningsstructuur en aan
het uitvoeren van projecten van Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek. Dit reglement heeft
enkel betrekking op de middelen door de hogescholen voorzien voor het uitvoeren van deze
projecten. Het reglement is opgesteld in uitvoering van Art. 2, 48° van hogescholendecreet van 13 juli
1994, aangepast in het decreet van 23 december 20111.
Definitie:
PWO is een vorm van onderzoek die geworteld is in de beroepspraktijk2 en die bijdraagt aan de
verbetering en innovatie van die beroepspraktijk. Dit vindt plaats door het genereren van kennis en
inzichten, maar ook door het leveren van toepasbare producten en ontwerpen en concrete
oplossingen voor praktijkproblemen. Daarbij is het onderzoek doorgaans multi- en of transdisciplinair
van aard en ingebed in een scala van interne en externe organisatorische verbanden. Dit met behoud
van de wetenschappelijke betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek zelf.3
Binnen de associatie KU Leuven wordt praktijkgericht onderzoek verder geconcretiseerd: Het omvat
activiteiten die gerelateerd zijn aan ontwerp en ontwikkeling van nieuwe producten, diensten,
method(iek)en, (beleids)maatregelen en structuren waarbij een vertaling en integratie van
theoretische kennis naar concrete toepassingen of nieuwe contexten centraal staat. Het betreft ook
onderzoeksactiviteiten die verband houden met het implementeren, evalueren en testen van al deze
aspecten.
Praktijkgericht onderzoek kent een nauwe relatie met het onderwijs via de bijdrage aan
onderwijsactiviteiten, de professionalisering van docenten en curriculumvernieuwing. Doordat het
onderzoek relevant is voor – en impact heeft op – het werkveld, het onderwijs en de bredere
samenleving, vindt de verspreiding en publicatie van de kennis via vele uiteenlopende kanalen plaats
en aan diverse doelgroepen2.
Modaliteiten van praktijkgericht onderzoek
Een project met als doel het uitvoeren van Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek noemen we
een PWO-project. Een PWO-project
1. heeft een vooraf bepaalde duur (min 1 jaar, max 3 jaar);
1
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012, Staatsblad 30 december 2011
De term beroepspraktijk is een term die niet gebruikelijk is in Vlaanderen, en er een vrij enge invulling kent. In
dit reglement zal daarom de term werkveld gebruikt worden. In de definitie passen we dit niet aan omdat de
definitie letterlijk is overgenomen van de Nederlandse Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek.
3
Definitie praktijkgericht onderzoek, Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek, Nederland.
2
2. is gericht op een bepaalde behoefte in het werkveld, die al dan niet door het werkveld zelf of
derden geëxpliciteerd is;
3. is niet gekoppeld aan een resultaatsverbintenis, maar wel aan een inzetsverbintenis;
4. maakt optimaal gebruik van bestaande kennis uit onderzoek en het werkveld;
5. beoogt een optimale betrokkenheid van actoren in de hogescholen (zoals docenten,
studenten), het werkveld en andere kennisinstellingen;
6. streeft naar een resultaat dat in de ruime zin valoriseerbaar is in en door het werkveld.
Kwaliteitszorg
De ex – ante evaluatie van voorstellen voor PWO houdt rekening met volgende kenmerken:
1. De voorstellen worden beoordeeld door een selectiecommissie die minimaal een
vertegenwoordiging uit het werkveld en uit de wetenschappelijke wereld bevat.
2. De selectiecommissie beoordeelt de voorstellen minimaal op volgende criteria:
a. Het voorgestelde onderzoek voldoet aan de hoger vermelde definitie van
praktijkgericht onderzoek;
b. Het voorstel gaat in op een voor het werkveld relevante vraag;
c. Het voorstel is realiseerbaar binnen de voorziene termijn en het gevraagde budget;
d. Het voorstel bevat concrete doelen met verifieerbare indicatoren;
e. Het voorstel hanteert een wetenschappelijk correcte methode;
f.
Het voorgestelde onderzoek is relevant voor de onderwijsactiviteiten van de
betrokken hogescholen;
g. Het voorstel bevat expliciet disseminatie-acties en waar mogelijk valorisatie.
Geselecteerde voorstellen worden tijdens de uitvoering opgevolgd door een stuurgroep met voor het
onderzoek relevante actoren uit het werkveld en de wetenschappelijke wereld.
Voor elk PWO-project wordt een eindverslag opgesteld dat een beschrijving bevat van de
inhoudelijke vooruitgang en activiteiten en een verantwoording vormt voor de besteding van de
financiële middelen. Dit eindverslag wordt besproken op een bijeenkomst van de hoger vermelde
stuurgroep.
In elke hogeschool wordt de selectie, evaluatie en monitoring van de PWO-projecten meer in detail
uitgewerkt in een intern reglement.
Rapportering
Jaarlijks wordt er over de besteding van de PWO-middelen en de gerealiseerde output gerapporteerd
in het jaarverslag van de hogeschool en in het jaarverslag onderzoek van de associatie.
Nieuwe PWO-projecten worden jaarlijks gemeld aan de associatie zodat een inventaris van de
lopende PWO-projecten in de associatie kan opgesteld en verspreid worden.