handleiding-voor-meetsysteem-belastingsproeven (834.55kB)

BIBLIC
RUK
KJSS&LrV
"
OS
W E R K D O C U M E N T
HANDLEIDING VOOR MEETSYSTEEM BELASTINGSPROEVEN
door
ing. J. Ardon
1982-128 Abw
juni
r
161
F
/62<r)fl
3120
M I N I S T E R I E
VAN
V E R K E E R
EN
W A T E R S T A A T
R I J K S D I E N S T
V O O R DE
I J S S E L M E E R P O L D E R S
S M E D I N G H U I S
- L E L Y S T A D
3120
INHOUD
Biz,
1. INLEIDING
5
2. SYSTEEM MODULES
2.1. Digitale uitleeseenheid
2.2. Meetsysteem voor de verplaatsing (inductief)
2.2.1. Afregeling meetversterker
2.2.2. Bediening tijdens proeven
2.3. Meetsysteem voor de belasting
2.3.1. Bediening
2.4. Meetsysteem voor waterniveau (waterpas)
5
5
5
6
6
6
6
7
3. SERVICE
7
3.1. Interne callibratie
3.2. Aanpassingen
Bijlagen
I Vooraanzicht met aanduiding bedieningsorganen
II Achteraanzicht met aanduiding van connectoren
III Modificaties
7
7
-51. INLEIDING
Bij de beproeving van funderingen wordt een belasting aangebracht op
het te meten object. Voor de interpretatie van de proef moeten gegevens
verzameld worden over belasting en verplaatsing van het proefobject al
dan niet gerelateerd aan de tijd.
Voor het meten van de belasting is in het meetsysteem een drukdoos met
signaalversterker opgenomen. De aan deze versterker gekoppelde coraparator-relaisschakelaar kan de hydrolische vijzelpomp bedienen, zodat automatisch een gewenste belasting gehandhaafd kan worden. Voor het meten
van de verplaatsing van het proefproject zijn twee systemen beschikbaar.
Een inductieve lineaire verplaatsingsopnemer zal toegepast worden als
ter plaatse een vast referentiepunt beschikbaar is. Ligt het referentiepunt op enige afstand dan wordt de verplaatsing overgebracht met twee
als waterpas fungerende communicerende vaten. De verandering van waterniveau in het vat dat aan het referentiepunt is gekoppeld, wordt gemeten
met een piezo resistieve drukmeter. Het meetsysteem is verder uitgerust
met een digitale uitleeseenheid. Via een schakelknop kan ieder meetsignaal verbonden worden met de uitleeseenheid. Afregeling en directe waarneming is daarmee eenvoudig mogelijk. Aangepaste meetsignalen van verplaatsing en belasting kunnen afgetakt worden naar een tweekanaals Y-T
recorder, zodat het verloop van de proef geregistreerd kan worden.
2. SYSTEEM MODULES
2.1. Digitale uitleeseenheid
Voor het afregelen van instelwaarden en voor het weergeven van de diverse meetsignalen is het meetsysteem uitgerust met een digitale uitleeseenheid type DA 4318 (F. nr 77415). De aangeboden spanning ligt
doorgaans tussen -10 en +10 volt. De instelling van knop 1 (bijlage 1)
geeft aan welke waarde in de uitlezing verschijnt bij een ingangsspanning van 10 volt. Schakelaar knop 2 dient voor de selectie van het gewenste meetsignaal.
- stand 1 - inductieve verplaatsingsopnemer
- stand 2 « belasting
- stand 3 • waterniveaumeter
- stand "Null" • afregeling uitlezing op '0000' met stelschroef 3.
De schakelaar in het front dient in positie "int" te staan voor goede
uitlezing. In de stand "start ext" zal een foutieve uitlezing ontstaan,
die niet varieert.
2.2. Meetsysteem voor de verplaatsing (inductief)
De inductieve verplaatsingsopnemer is samengesteld uit:
- opnemer type
W 20 TS
F. nr. 4612
- meetversterker KWS 3073
F. nr. 76061.
Deze verplaatsingsopnemer is geschikt voor een meettraject van
-20
0
+20 mm. De correct ingestelde versterker levert overeenkomstig de positie van de meetstift een uitgangsspanning van
-10
0
+10 Volt. In stand 1 van schakelaar 2 (bijlage 1) is
dit signaal zichtbaar op de digitale uitlezing. Met de bereikschakelaar
1 in stand 2000 geldt : meetwaarde • uitlezing x 0.01 mm.
2140/7.6.1982/hk
-6-
2.2.1. Af rege1ing meetversterker
- Zet meetbereikschakelaar 1 in stand 2000 en keuzeschakelaar 2 in de
stand 1.
- Breng schakelaar 11 in uiterst linkse positie "Nullpunkt".
- Met stelschroef 8 de uitlezing op '0000' afregelen.
- Sluit meetstift met verlengkabel aan \mty
op de
(zie bijlage 2)
u & versterker
De meetstift in een statief plaatsen.
- Breng brugkeuzeschakelaar 7 in stand
- Zet brugvoedingsschakelaar 13 op 2,5 <
- Breng knoppen 4 en 5 in 'mil' positie en schakelaar 11 op 0.2.
- Fixeer de positie van de meetstift zodanig dat de uitlezing ongeveer
'mil' wordt.
- Met knoppen 4 en 5 kan nu de uitlezing op '0000' afgeregeld worden.
- Breng bereikschakelaar 11 in positie 2.
- Wanneer via drukknop 12 het callibratiesignaal wordt opgeroepen kan
met stelschroef 6 de uitlezing op '2000' gesteld worden.
- Plaats nu bereikomschakelaar 11 in positie 20 (het uitgangssignaal van
de sensor is 10 x groter dan het callibratiesignaal).
2.2.2. Bediening_ti-2dens_p_roeven
Na de afregeling van de versterker geeft de uitlezing in 0.01 mm de positie weer van de meetstift t.o.v. het huis. Is een recorder via de
recorder uitgang (bijlage 2) verbonden dan varieert dit stuursignaal
tussen -10 en +10 Volt. Het nulpunt en het meetbereik van de recorder
dient hierop afgestemd te worden.
De meetstift wordt voor aanvang van de proef in uitgangspositie gebracht.
Bij zakking zal dit dus bij voorkeur in positie van ongeveer -2000 zijn.
Met knoppen 4 en 5 kan deze waarde binnen enge grenzen verschoven worden.
Is tijdens de proef de zakking meer dan 40 mm, dan is een herpositionering van de meetstift nodig. Afregeling van het nieuwe nulpunt is ook
dan weer mogelijk met knoppen 4 en 5. Alle andere bedieningsorganen van
versterker KWS 3073 blijven in de posities zoals in de afregelprocedure
is ontstaan.
2.3. Meetsysteem voor de belasting
Het meetsysteem voor de belasting bestaat uit
- drukdoos type RA voor 200 Mp
F.nr. 45801
- meetversterker type MG 3150 A
F.nr. 67372
- grenswaarde schakelaar type GR 3543 F.nr. 38178
De maximale uitgangsspanning van het systeem bedraagt 0
10 Volt
overeenkomstig een aangebrachte belasting van 0
200 Mp. Dit meetsignaal is beschikbaar aan de recorderuitgang van de meetversterker
(aansluitplaat 3802 A - zie bijlage 2).
Intern is het meetsignaal doorgeschakeld naar de grenswaardeschakelaar.
En vandaar uit is een verbinding aanwezig naar de digitale uitlezing.
In de stand "Messen" kan de belasting afgelezen worden.
2.3.1. Bediening
Instelling van nulpunt vindt plaats met aangesloten drukdoos in onbelaste toestand (zie bijlage 1 voor aanduidingen)
- Schakelaar 1 in stand 2000 (belasting = uitlezing x 0.1 Mp)
- Schakelaar 2 in stand 2
- Schakelaar 14 in stand "Messen"
- Breng met stelschroef 10 de uitlezing op '0000*
- Schaalknop 9 instellen op '0'
-7-
- Met schakelaar 14 in de stand 'Schaltpunkt 1' verschijnt de ingestelde waarde van knop 15 in de uitlezing. Stel de knop op een belastingswaarde waarbij de vijzel moet afschakelen.
- Schakelaar 14 in stand "messen"
- Recorder verbinden met versterker aan sluitplaat 3802 A (bijlage 2)
- Breng ingangsgevoeligheid in overeenstmming met maximaal te verwachten belasting (200 Mp = 10 Volt)
- Breng met nulpunt instelling de pen op de "0" as.
Het meetsysteem voor de belasting is nu gereed. Het verschil in schakelpunt van de vijzelpomp is ingesteld op ca. 0,6%, d.w.z. 1,2 Mp. Het is
mogelijk deze schakelhysterese terug te brengen tot 0,5% (= 0,5 Mp).
Hierbij bestaat echter de kans dat het schakelrelais gaat klapperen
(zie bijlage 3 voor ingestelde hysterese).
2.4. Meetsysteem voor waterniveau
Het meetsysteem voor het bepalen van de verplaatsing via het waterpas
is opgebouwd uit:
- drukopnemer type 15023
F. nr.
- meetwaarde omvormer type 15123 F. nr. 050139
De meetwaardeopnemer is afgestemd op een maximaal meettraject van
0
100 mm waterkolom met een dichtheid van P = 1 gr/dm3. Met stelschroef '.A^" op de omvormer kan het meettraject ingesteld worden van
20 tot 100 mbar (= mm waterkolom). De instelling van het meettraject
vereist twee exact bekende referentieniveaus. Afregeling is ook mogelijk met de ijktank van afdeling Waterhuishouding.
Het nulpunt kan met stelschroef '•*• 0 •*' verschoven worden tussen 0 en
80% van het totale meetbereik.
Het analoge uitgangssignaal vormt een elektrische stroom van 0-20 mA.
Bij aansluiting op Bu 7 en Bu 9 (bijlage 2) vindt omzetting plaats
naar een meetspanning van 0-10 Volt. In stand 3 van schakelaar 1 (bijlage 1) en schakelaar 2 op (10.000) is de meetwaarde afleesbaar in
0,01 mm bij een meettraject van 100 mbar.
Indien het stroomuitgangssignaal is aangesloten op Bu 7 en Bu 9 dan
kunnen deze punten doorgekoppeld worden naar de recorder voor registratie van het niveau. De ingangsgevoeligheid van de recorder dient ingesteld te zijn op 10 Volt.
3. SERVICE
3.1. Interne callibratie
In deze handleiding is de bediening en afregeling voor het gebruik tijdens proeven beschreven. Naast de beschreven afregelorganen bezit de
meetapparatuur nog een aantal interne afregelpunten, die slechts eenmalig ingesteld behoeven te worden. Het verdient echter aanbeveling
deze afregeling te laten controleren voordat het meetsysteem wordt ingezet bij beproevingen.
3.2. Aanpassingen
Bij een bepaalde proefopzet kan aanpassing van meettrajecten wenselijk
zijn. Hierbij valt ook te denken aan koppeling van deze apparatuur aan
andere installaties. Deraodulaireopbouw van het meetsysteem maakt,
binnen zekere grenzen, aanpassingen mogelijk.
Voor het opheffen van storingen en het uitvoeren van callibratie en
aanpassingen kunt u contact opnemen met sectie Elektronica van subafdeling Waterhuishouding.
®®©
Figuur I.
Vooraanzicht meetsysteem met aanduiding bedieningsorgaan
Bijlage I.
MODIFICATIES
Datum
Omschrijving
Bijlage 3
Uitgevoerd
door: