Ook dit jaar verstrekken wij u graag de

Ook dit jaar verstrekken wij u graag de eindejaarstips voor 2014, praktische tips voor u als
ondernemer en/of particulier.
Inhoudsopgave:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Wet Werk en Zekerheid
Wijzigingen pensioen en lijfrente
Werkkostenregeling verplicht per 1 januari 2015
Los extra af op uw hypotheekschuld
Maak nog gebruik van de verruimde schenkingsvrijstelling
Hevel vermogen voordelig over naar uw kinderen
Overweeg om de BV in 2014 dividend te laten uitkeren
Voorstellen autobelastingen 2016
Uitleg "naheffing" van belasting
Wettelijk minimumloon januari 2015
Verruimde schenkingsvrijstelling en woning in aanbouw
Vragen over de eindejaarstips?
Indien u vragen heeft over de eindejaarstips of geïnteresseerd bent in een advies op maat
kun u ons bereiken op de volgende telefoonnummers of via [email protected]
Almelo:
Dedemsvaart:
Epe:
0546 - 86 66 55
0523 - 61 22 53
0578 - 61 33 73
Wet Werk en Zekerheid
Op 1 januari 2015 treedt de Wet Werk en Zekerheid in werking. Die wet bevat een aantal
veranderingen in het arbeidsrecht. De wet bevat ook wijzigingen die pas op een later moment van
kracht worden.
Proeftijd
De mogelijkheid om een proeftijd te bedingen in een arbeidscontract vervalt voor contracten met
een duur tot zes maanden. In contracten met een duur langer dan zes maanden maar niet langer dan
twee jaar mag een proeftijd worden opgenomen van maximaal een maand. De proeftijd mag
maximaal twee maanden bedragen als de arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor twee jaar of
langer of voor onbepaalde tijd.
Let op: In een cao kunnen afwijkende proeftijden worden geregeld!
Concurrentiebeding
Met ingang van 1 januari 2015 vervalt in beginsel de mogelijkheid om een concurrentiebeding op te
nemen in contracten voor bepaalde tijd. Alleen in bijzondere gevallen is een concurrentiebeding nog
toegestaan.
Aanzegtermijn
Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt in beginsel van rechtswege door het verstrijken
van deze bepaalde tijd. Behoudens andere afspraken is opzegging of aanzegging nu niet nodig. De
werkgever moet vanaf 1 januari 2015 tenminste één maand voor het einde van tijdelijke contracten
van zes maanden of langer schriftelijk laten weten dat hij het dienstverband niet wil voortzetten of
een voorstel voor een nieuw contract doen. De werkgever die zich daar niet aan houdt, moet de
werknemer een vergoeding van één bruto maandsalaris betalen.
Let op: Dit geldt ook voor tijdelijke contracten die voor 1 januari 2015 zijn afgesloten!
Wijzigingen pensioen en lijfrente
Per 1 januari 2015 worden de fiscale mogelijkheden voor de opbouw van oudedagsvoorzieningen
verder beperkt. De opbouw- en premiepercentages voor de pensioenopbouw zijn verlaagd en het
pensioengevend inkomen wordt gemaximeerd op een bedrag van € 100.000. Ook de
opbouwmogelijkheden voor partner- en wezenpensioen worden beperkt. Om over het deel van het
inkomen dat uitgaat boven een bedrag van € 100.000 toch een vorm van oudedagsvoorziening op te
kunnen bouwen kan op vrijwillige basis een zogenaamde netto lijfrenteverzekering worden
afgesloten. De premie hiervoor is niet aftrekbaar. Wel is de waarde van de netto lijfrente vrijgesteld
in box 3. De uitkeringen worden t.z.t. niet belast in box 1.
De betaalde premies voor een lijfrenteverzekering zijn onder voorwaarden aftrekbaar. De aftrekbare
premie voor een lijfrente bedraagt in 2014 maximaal 15,5% van de premiegrondslag. Per 1 januari
2015 daalt de maximale aftrek voor lijfrenten naar 13,8%.
Tip: Om de aftrekruimte voor lijfrentepremie in 2014 te benutten moet de premie uiterlijk op 31
december van dit jaar betaald zijn!
Werkkostenregeling verplicht per 1 januari 2015
Met ingang van 1 januari 2015 is de werkkostenregeling verplicht voor alle werkgevers en vervalt de
keuzemogelijkheid voor de oude regeling. De werkkostenregeling in de loonbelasting omvat de
systematiek van vergoedingen en verstrekkingen aan personeel.
Uitgangspunt is dat alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers loon vormen, ook al zijn de
kosten voor 100% zakelijk. Binnen de vrije ruimte kunnen vergoedingen en verstrekkingen
belastingvrij gegeven worden. De vrije ruimte bedraagt 1,2% (2014: 1,5%) van de totale fiscale
loonsom van de onderneming. Er hoeft niet per werknemer bijgehouden te worden wat er vergoed
of verstrekt wordt. Overschrijdt het totale bedrag aan vergoedingen en verstrekkingen de vrije
ruimte, dan is het meerdere belast tegen een eindheffing van 80% voor rekening van de werkgever.
Voor bepaalde categorieën van vergoedingen en verstrekkingen gelden gerichte vrijstellingen,
waardoor deze niet ten laste van de vrije ruimte komen. Is de vergoeding hoger dan de norm van de
gerichte vrijstelling, dan is het bovenmatige deel belastbaar loon van de werknemer. Voor zover er
nog vrije ruimte beschikbaar is kan het bovenmatige deel daaraan worden toegerekend. Naast
gerichte vrijstellingen geldt voor bepaalde categorieën een nihilwaardering.
Los extra af op uw hypotheekschuld
Gezien de lage rente die banken betalen op spaartegoeden kan het aantrekkelijk zijn om (extra) af te
lossen op uw hypotheekschulden. Hoewel de hypotheekrente momenteel historisch laag is, ligt deze
toch een aantal procenten hoger dan de spaarrente. Boetevrije aflossing is vaak mogelijk tot 10 of
zelfs 20% van de oorspronkelijke hoofdsom. Aflossing met spaargeld verlaagt bovendien de
rendementsgrondslag van box 3.
Tip! Overweeg om extra af te lossen op uw hypotheek.
Maak nog gebruik van de verruimde schenkingsvrijstelling
Tot en met 31 december 2014 geldt nog een verruimde vrijstelling voor schenkingen ter financiering
van de eigen woning van € 100.000. Tot die datum is de vrijstelling niet beperkt tot een bepaalde
familierelatie tussen schenker en verkrijger en geldt evenmin een beperking qua leeftijd van de
verkrijger.
Het bedrag van € 100.000 wordt verminderd met eerder toegepaste verhoogde vrijstellingen, voor
zover het gaat om schenkingen van ouders aan kinderen voor de eigen woning of de studie van hun
kind.
Per 1 januari 2015 vervalt deze verruiming en geldt alleen een verhoogde schenkingsvrijstelling
tussen ouders en kinderen. Mensen met een eigen woning in aanbouw die de schenking die zij in
2014 hebben ontvangen niet geheel hebben kunnen besteden in dat jaar, mogen het resterende
bedrag in 2015 besteden aan de betaling van de bouwtermijnen. Voorwaarde hiervoor is dat zij in
2014 tenminste de eerste termijn voor de bouw van de woning hebben betaald.
Let op: een schenking voor een verbouwing hoeft niet al in 2014 te zijn besteed, daarvoor geldt een
ruimere termijn!
Hevel vermogen voordelig over naar uw kinderen
Ter besparing van erfbelasting na uw overlijden kan het zinvol zijn om al tijdens uw leven een deel
van uw vermogen over te dragen aan uw kinderen. Het is verstandig om een schenkingsprogramma
op te stellen. Spreiding van schenkingen over een bepaalde periode kan leiden tot een optimaal
gebruik van de jaarlijkse vrijstelling voor schenkingen aan kinderen.
Tip! Schenken kan door geld te geven, maar ook 'op papier'. U moet de schenking dan wel vastleggen
in een notariële akte en jaarlijks een rente van 6% betalen over het geschonken bedrag.
Schenkingen aan uw kinderen in 2014 zijn vrij van schenkbelasting tot een bedrag van € 5.229 per
kind. Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar geldt eenmalig een verhoogde vrijstelling van € 25.096.
Deze eenmalig verhoogde vrijstelling kan verder worden verhoogd tot € 52.281 als de schenking
betrekking heeft op financiering van de eigen woning van het kind of op een dure studie van het
kind.
Tot 1 januari 2015 geldt voor een schenking die verband houdt met de eigen woning een verhoogde
vrijstelling van € 100.000 en gelden geen leeftijdseisen.
Boven de vrijstelling geldt een tarief van 10% over de eerste € 117.214 en van 20% over het
meerdere.
Voor schenkingen aan anderen, bijvoorbeeld kleinkinderen, is het belastingvrije bedrag € 2.092.
Let op: Als u gebruik wilt maken van de verhoogde vrijstelling voor een schenking aan uw kinderen
moet u daarop in de aangifte schenkbelasting een beroep doen.
Let op: Aangifte schenkbelasting voor schenkingen aan kinderen in 2014 moet vóór 1 maart 2015
gedaan zijn.
Overweeg om de BV in 2014 dividend te laten uitkeren
Het kan voordeliger zijn om de BV dividend uit te laten keren aan werknemers met een aanmerkelijk
belang in plaats van meer salaris te betalen. Het maximale tarief van de inkomstenbelasting bedraagt
52%. Van iedere extra euro loon houdt u dus 48 cent over. Winst van de BV is tot een bedrag van €
200.000 belast met 20% vennootschapsbelasting. Als de winst van de BV meer bedraagt dan €
200.000 geldt voor het meerdere een tarief van 25%. Na betaling van vennootschapsbelasting blijft
dus 80% over. Van de resterende 80% gaat 25% af als de BV die uitkeert als dividend. Van iedere
euro dividend houdt u dus 60 cent over! Het BV-recht kent een verplichte uitkeringstoets voor een
dividenduitkering om vast te stellen dat de BV na de dividenduitkering aan haar verplichtingen kan
voldoen. Deze uitkeringstoets geldt ook voor besluiten tot uitkering van winst over oude jaren. Niet
alle winst van de BV is vrij uitkeerbaar: er kunnen bepaalde verplichte winstreserves zijn.
Let op: Als de goedkeuring voor de dividenduitkering niet gegeven had mogen worden, dan zijn de
bestuurders en aandeelhouders privé aansprakelijk voor het ontstane tekort.
Dit jaar geldt tot een bruto dividend van € 250.000 een tarief van 22% in box 2 van de
inkomstenbelasting. Dat betekent een mogelijke belastingbesparing van 3% van maximaal € 250.000,
dus € 7.500.
Tip! Overweeg om nog in 2014 dividend uit te keren om gebruik te maken van het lagere
belastingtarief.
Uitstel van dividenduitkeringen tot na 1 januari 2015 kost 25%, maar kan wel weer leiden tot
besparing van inkomstenbelasting in box 3.
Let op: Houd wel rekening met de gebruikelijkloonregeling.
Voorstellen autobelastingen 2016
De staatssecretaris van Financiën heeft snel gereageerd op de kritiek die van alle kanten is geuit op
de in de tweede nota van wijziging op het Belastingplan 2015 voorgestelde veranderingen in de
autobelastingen. In de derde nota van wijziging is een variant opgenomen die wel voldoet aan de
wensen van diverse betrokken partijen. Het gaat nog steeds om aanpassingen voor het jaar 2016, dat
als een overgangsjaar is aangemerkt. Tot en met 2015 zijn diverse zaken wettelijk geregeld door de
invoering van de Wet Autobrief 1. Met ingang van 2017 moet de herziening van het belastingstelsel,
inclusief de autobelastingen, geregeld zijn.
Bijtelling auto van de zaak in 2016
De voorgestelde bijtellingspercentages voor auto’s die in het jaar 2016 voor het eerst op kenteken
worden gezet zijn als volgt.
Percentage catalogusprijs auto CO2-uitstoot
4%
0 g/km
15%
1-50 g/km
21%
51-106 g/km
25%
>106 g/km
Gevolgen huidige auto van de zaak
Deze aanpassingen hebben geen invloed op de geldende bijtelling voor auto’s die voor 2016 te naam
zijn gesteld. Bepalend voor de hoogte van de bijtelling is het geldende percentage op het moment
van ingang van het leasecontract of het tijdstip waarop de auto voor het eerst te naam wordt
gesteld.
Overige voorstellen autobelastingen
Nulemissie-auto’s blijven vrijgesteld van MRB. Voor semi-elektrische auto’s (CO2-uitstoot van 1 - 50
g/km) komt er een halve vrijstelling in de MRB. De derde nota van wijziging bevat verder een
verhoging van de drie hoogste schijven in de BPM (106-155 g/km; 156-174 g/km en meer dan 174
g/km).
Semi-elektrische auto’s
Over het nut van de fiscale stimulering van semi-elektrische auto’s bestaan grote twijfels. In de
praktijk zouden deze auto's vaak op conventionele autobrandstoffen rijden. De staatssecretaris gaat
het praktijkverbruik van semi-elektrische auto’s (CO2-uitstoot van 1- 50 g/km) in kaart brengen. In de
Autobrief 2 zal hij de Kamer informeren over de uitkomsten van dat onderzoek en over de wijze
waarop een bijdrage aan de vermindering van de CO2-uitstoot kan worden geleverd.
Uitleg "naheffing" van belasting
In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld over de “naheffing” van inkomstenbelasting. De afbouw van
de algemene heffingskorting en de arbeidskorting die in het Belastingplan 2014 en de
Begrotingsafspraken 2014 zijn opgenomen konden niet volledig verwerkt worden in de
loonbelastingtabellen en de voorlopige aanslagen 2014. Daardoor zullen naar schatting tussen de 5
en 6 miljoen belastingplichtigen bij de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2014 gemiddeld € 150
meer moeten betalen of minder terugkrijgen. In de tabel voor bijzondere beloningen, zoals
vakantiegeld, dertiende maand of bonus wordt tot en met 2014 geen rekening gehouden met de
afbouw van heffingskortingen. Per 1 januari 2015 zal dit wel het geval zijn.
De afbouw van de algemene heffingskorting kon in de zomer van 2013 niet meer worden verwerkt in
programmatuur voor de vaststelling van voorlopige aanslagen. Voor alle belastingplichtigen is
uitgegaan van de maximale algemene heffingskorting van € 2.103. De staatssecretaris van Financiën
vindt niet dat sprake is van fouten bij de Belastingdienst en wijst erop dat de Kamer al in 2013 op de
hoogte was van dit fenomeen.
Wettelijk minimumloon januari 2015
De hoogte van het wettelijk minimumloon wordt halfjaarlijks aangepast aan de algemene
welvaartsontwikkeling. Per 1 januari 2015 vindt de volgende aanpassing plaats. Het
aanpassingspercentage voor afronding bedraagt 0,4435. De vermenigvuldigingsfactor komt dan op
1,004435. Vermenigvuldiging van deze factor met het wettelijk minimumloon per 1 juli 2014 leidt tot
een wettelijk minimumloon per 1 januari 2015 van € 1.501,80 per maand. Dit bedrag geldt voor
werknemers van 23 jaar en ouder bij een voltijds dienstverband. Voor jongeren gelden afgeleide
bedragen.
Wettelijk minimum(jeugd)lonen per 1 januari 2015
Leeftijd
Percentage Per maand Per week Per dag
23 jaar en ouder 100
1.501,80
346,55
69,31
22 jaar
85
1.276,55
294,55
58,91
21 jaar
72,5
1.088,80
251,25
50,25
20 jaar
61,5
923,60
213,15
42,63
19 jaar
52,5
788,45
181,95
36,39
18 jaar
45,5
683,30
157,70
31,54
17 jaar
39,5
593,20
136,90
27,38
16 jaar
34,5
518,10
119,55
23,91
15 jaar
30
450,44
103,95
20,79
Verruimde schenkingsvrijstelling en woning in aanbouw
De tijdelijk verruimde schenkingsvrijstelling is een crisismaatregel die is bedoeld om de woningmarkt
te stimuleren. Volgens deze verruimde regeling kan in de periode van 1 oktober 2013 tot en met 31
december 2014 een belastingvrije schenking in verband met een eigen woning worden gedaan van
maximaal € 100.000. Het geschonken bedrag moet vóór 1 januari 2015 aan de aankoop van de
woning of aan aflossing van de hypotheekschuld zijn besteed.
Het kabinet heeft onlangs in antwoord op Kamervragen meegedeeld dat, wanneer in 2014 niet het
volledige bedrag van de schenking aan termijnen voor een woning in aanbouw kon worden besteed,
de tijdelijk verruimde vrijstelling ook van toepassing is mits het resterende bedrag wordt besteed aan
de eerstvolgende bouwtermijn(en) in 2015.
Bij uitgaven voor verbetering of onderhoud van een eigen woning gold al een ruimere
bestedingstermijn. In die gevallen mag een in 2014 gedane schenking in 2014, 2015 en 2016 worden
aangewend zonder nadelige gevolgen voor de verruimde vrijstelling. De achtergrond hiervan is dat
een verbouwing vaak langer loopt zodat het moment van besteding van de schenking lastiger te
plannen is dan bij de aanschaf van een woning of de aflossing van de hypotheek. De woning moet
wel in 2014 al eigendom zijn van de ontvanger van de schenking.