Informatiebrief Zaaknummer: Z - 19971 Documentnummer: 9463/2 Datum: 15 juli 2014 Onderwerp: Regionale Woonagenda Holland Rijnland 2014 Bijlage(n): 1. Concept regionale Woonagenda Holland Rijnland 2. Concept planlijst Bouwprogramma Holland Rijnland (vertrouwelijk) Geachte Raad, In de regio Holland Rijnland zal het aantal inwoners en huishoudens de komende vijftien jaar naar verwachting nog verder toenemen. Misschien nog wel belangrijker: de leeftijd en samenstelling van huishoudens verandert flink door vergrijzing en gezinsverdunning. Daar komt bij de economische en kredietcrisis met strengere hypotheekeisen, dalen van woningwaardes, stagnatie in de bouw en verkoop van nieuwbouw. Overigens zijn er sinds kort de eerste tekenen van herstel in de economie en op de woningmarkt. Om goed in te kunnen spelen op de nieuwe omstandigheden hebben de gemeenten in Holland Rijnland deze regionale woonagenda opgesteld. Met de woonagenda willen de gemeenten de woningmarkt versterken. Ook is er een belangrijke koppeling met het ruimtelijk beleid, zoals dat is vastgelegd in de provinciale Visie Ruimte en Mobiliteit en (inter)gemeentelijke structuurvisies. Deze agenda vervangt de vorige regionale woonvisie uit 2009. Deze woonagenda richt zich op een beperkt aantal thema’s die regionaal van belang zijn. De gewenste ontwikkelingsrichting wordt op hoofdlijnen aangegeven. Het is een leidraad zodat de gemeenten binnen Holland Rijnland optimaal kunnen werken aan de versterking van de regionale woningmarkt. Ook is deze agenda de basis voor verantwoording van bestemmingsplannen. De Ladder voor duurzame verstedelijking is doorlopen. Gemeenten hoeven plannen die zijn afgestemd binnen deze agenda niet afzonderlijk te rechtvaardigen aan de provincie, regio of buurgemeenten. Nut en noodzaak zijn dan al aangetoond. De belangrijkste thema’s zijn: Woningbouwprogramma kwantitatief WBR en het woningbouwcontingent De Woningbehoefteraming (WBR) van de Provincie geldt als basis voor het contigent (wat maximaal gebouwd mag worden). De Voorschotense projecten passen niet volledig binnen het Voorschotense contigent. De gemeenten in subregio West hebben gezamenlijk echter minder plannen dan het contigent toelaat. Dit betekent dat in subregio West (waar Voorschoten onder valt) alle plannen uitgevoerd kunnen worden. Tot nu toe zijn de Voorschotense plannen dus allemaal opgenomen als uitvoerbaar met uitzondering van onzekere plannen (plannen die nog niet concreet zijn, zie verder: Categorie 3). Planlijst en afwegingskader Zonder regionaal afgestemd en provinciaal goedgekeurde planlijst, moet elk bestemmingsplan afzonderlijk met de provincie overlegd worden. Met een regionaal afgestemde planlijst en afwegingskader hoeft dat niet zolang de gemeenten binnen die afspraken blijven. De planlijst wordt zowel kwantitatief als kwalitatief afgestemd met de regiogemeenten. Dit om te voorkomen dat elke gemeente voor dezelfde doelgroep bouwt of voor bepaalde doelgroepen juist te weinig. De planlijst kent een afwegingskader (bijlage) die kansrijke projecten voorrang geeft. Projecten die langere tijd niet ontwikkeld worden, kunnen dalen op de planlijst. Er zijn vier categorieën: 1. Direct uitvoerbaar voor 2020 Voorwaarden: vastgesteld bestemmingsplan en passend binnen contigent (WBR). 2. Reserve plannen voor 2020 2.a. Voorwaarden: vastgesteld bestemmingsplan zonder ontwikkelaar, bestemmingsplannen in voorbereiding of nieuwe initiatieven maar wel passend binnen het contigent (WBR). 2.b. Zelfde voorwaarden als 2.a. maar niet passend binnen het contigent (WBR). 3. In meerdere opzichten onzeker Voorwaarden: plannen die waarschijnlijk niet voor 2020 worden ontwikkeld en plannen die nog niet verder zijn dan visievorming. 4. Plannen op basis van bestuurlijke afspraken 4.a. Voorwaarden: plannen voor een bovenregionale vraag/bestuurlijke afspraken (zoals Gras voor glas). 4.b. Voorwaarden: plannen voor een (sub)regionale vraag. De Voorschotense projecten zijn nu als volgt ingedeeld: Categorie 1 Cat. 2.a. Noord Hofland Vlietwijk II Cat. 2.b. Cat. 3 Cat. 4.a. Intratuin Jachtwerf Duivenvoorde Starrenburg 3 Bijdorp Deltaplein Segaar-Arsenaal Beresteijn MOC-terrein Cat. 4.b. v/d Hoevenpark Categorie 1 en 2.a. kunnen (na vaststelling van regionale planlijst) zonder verder overleg worden uitgevoerd. Mochten plannen uit categorie 3 in de toekomst toch richting ontwikkeling gaan dan is t.z.t. nodig dat dit of binnen het contigent van subregio West past of dat andere gemeenten plannen hebben die niet doorgaan. Plannen in categorie 4 (a & b) vallen door bestuurlijke afspraken buiten het contigent. Woningbouwprogramma kwalitatief Ladder voor duurzame verstedelijking De provincie Zuid-Holland vraagt de regio ook om een onderbouwing van de woningprogrammering op de basis van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking. Deze is inmiddels verankerd in het Rijksbeleid (artikel 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening) en maakt onderdeel uit van de provinciale Verordening Ruimte en kent drie treden: 1. Nieuwbouwplannen passen aantoonbaar in regionale dan wel bovenregionale behoefte; 2. Eerst inbreiden, dan uitbreiden; 3. Multimodale ontsluiting bij uitbreiding. Marktkansen per subregio Voor wat betreft de woonmilieus valt Voorschoten onder ‘Centrum kleinstedelijk’ dit komt door de hoge bouwdichtheid, voorzieningen (o.a. OV) en de geografische verbinding met Leiden. De lage bebouwing en het groen rondom de bebouwde kern zijn weliswaar dorpse kenmerken maar zorgen niet voor de kwalificatie ‘Dorps’. De combinatie hiervan, beste uit twee werelden, maakt Voorschoten tot de beste woongemeente van Zuid-Holland. Puur dorps of puur stedelijk verliest aantrekkingskracht. Dit vertaald zich ook naar de marktkansen (Voorschoten valt onder West): Scheiden Wonen en Zorg In de agenda staan drie belangrijke opgaven voor Holland Rijnland om samen met corporaties en zorgaanbieders en private investeerders op te pakken: 1. Stimuleren (preventieve) aanpassing van woningen aan wensen en behoeften van seniorenhuishoudens. Maar wel zo, dat de woning op langere termijn ook weer voor een andere doelgroep aantrekkelijk is. 2. Voorzien in behoefte aan geschikt, verzorgd en intramuraal wonen. 3. Transformatie van vrijkomend zorgvastgoed. Sociale woningbouw Er is een tekort aan sociale woningbouw in Holland Rijnland van 15% en in subregio West een tekort van 9%. Dit is relatief laag. Bijkomend probleem is de beschikbaarheid ervan. Mensen verlaten hun goedkopere woning niet wanneer ze meer gaan verdienen (lage doorstroom). De vraag is of we in de regio, en in Voorschoten, sociaal willen blijven bijbouwen terwijl de werkelijke behoefte lager is. Stel de economie en de woningmarkt trekken weer aan, mensen verlaten hun sociale woning dan hebben we een overschot aan ongewenste woningen (t.o.v. de bevolkingsopbouw in de (sub)regio). Er wordt nu geadviseerd de 30% te verlagen naar 15% sociale nieuwbouw en aanvullend acties te ondernemen die de doorstroom bevorderen. Individuele gemeenten mogen wel een hoger percentage opnemen in een lokale Woonvisie. De inzageperiode duurt tot 26 augustus 2014. Voorschotenaren kunnen hun zienswijzen direct aan Holland Rijnland richten. Als Voorschotens perspectief onderbelicht is, kan dit worden aangescherpt n.a.v. een zienswijze. Op dit moment lijkt hier geen aanleiding toe. Mocht de commissie WRG toch aanleiding zien dan kan de zienswijze nog voor de opvolgende raad worden aangeleverd (1 oktober 2014). Met vriendelijke groet, het college van burgemeester en wethouders, secretaris burgemeester
© Copyright 2024 ExpyDoc