1/2 JANUARI FEBRUARI 2014 INSPIREREND BETROUWBAAR PRAKTISCH WIJ LANCEREN HET JAAR VAN DE GROENE KINDEROPVANG! MOET JE DOEN DE PLANNEN VAN ASSCHER KINDEROPVANGTOTAAL.NL METHODE voor PIENTERE PEUTERS Jaarcongres van het vakblad BQSJMt3FF)PSTU&EF WBOUPUVVS Kinderopvang en Brede Scholen: Samen sterker! De druk vanuit de overheid neemt toe: kinderopvangorganisaties en scholen zullen meer (moeten) gaan samenwerken. Hoe kan de kennis over jonge kinderen zo optimaal mogelijk worden ingezet in een tijd waarin dagarrangementen, integrale kindcentra en een doorgaande leerlijn een must worden? Door krachten te bundelen staan onderwijs en kinderopvang samen sterker! t t t In teambuildingsessies krijgt uw samenwerking een boost! Krijg antwoord op uw vragen over knelpunten in wet- en regelgeving Vroegbo ek Schrijf u in korting! vóór 14 m aar t 2014 Werk samen aan een doorgaande pedagogische lijn Expertsprekers zoals Yvette Vervoort en Job van Velsen gaan u helpen samen te werken door middel van praktische informatie en best practices. Voor alle directies, managers, beleidsmedewerkers in de kinderopvang en Brede Scholen. Dit congres is een samenwerking tussen tijdschrift Management Kinderopvang en het Landelijk Steunpunt Brede Scholen. Kijk voor het programma en inschrijven op: www.reedbusinessevents.nl/mko 27 14 INHOUD FOTO CLAUDIA KAMERGORODSKI 32 4 Wij worden groen! 4 Kort en krachtig met panelvraag, EHBO-tip en koken met Bas! 10 Elke dag naar buiten! Bij kinderopvang Zon! in Delft is het jaar altijd groen 14 Praten en uitleggen Pedagogische interactievaardigheden in de praktijk 16 Spotlight op Peuterspeelzaal De Toverfluit 17 Straf, nieuwe column door Steven Pont 18 Nieuwe rubriek Groen moet je doen! 20 De plannen van Asscher Laten we 2013 maar snel vergeten! Volgens mij gaat dat jaar de boeken in als het dieptepunt in de geschiedenis van de 22 Pientere peuters Methode voor getalenteerde kinderen kinderopvang. Nog nooit was er zoveel vraaguitval, gingen zoveel kinderopvangorganisaties failliet en verloren zoveel pedagogisch medewerkers hun baan. Met de plannen van minister Asscher is er meer duidelijkheid gekomen over de toekomst van de sector en komt er hopelijk rust in de tent. Kortom, in 2014 kunnen we weer opbouwen in plaats van afbreken. De pedagogische kwaliteit kun je op verschillende manieren een slinger geven. Wij hebben dit jaar groene kinderopvang als speerpunt gekozen. Samen met 24 Een gekleurde groep De eerste column van onze nieuwe columnist Dorien Gerritsen. Plus drie eervolle vermeldingen 27 Een andere kijk op kinderen met Pikler 30 De gastouder Het belang van een pedagogisch kader Groen Cement hebben we 2014 uitgeroepen tot het Jaar van de Groene Kinderopvang. Want buiten spelen, liefst in een meer natuurlijke buitenruimte, stimuleert zo’n beetje alle ontwikkelingsgebieden van kinderen. We komen er steeds meer achter hoe belangrijk het is om te bewegen. Het is toch van den zotte dat er valtrainingen voor kinderen moeten komen omdat hun motoriek zich onvoldoende heeft kunnen ontwikkelen? Dit jaar besteden wij veel aandacht aan groene kinderopvang. In dit nummer vind je daar al een voorproefje van. Naast het tijdschrift zal ook ons Jaarcongres in het teken 31 Mijn Passie ‘Kinderopvang en school worden gelijkwaardige partners’ 32 Het belang van vriendschap in de groep Uit het werk van Elly Singer 34 Groen weekprogramma voor de bso Uitgelicht: zelf lantaarns maken staan van groene kinderopvang. Samen met Groen Cement organiseren we een bruisende 36 Kids Actief Wees goed voor je lijf! dag met kennissessies én veel doe-sessies op een natuurterrein. Zet 21 mei vast in je 38 Gespot Innovatie in de kinderopvang agenda; binnenkort hoor je hier meer over. Ik wens jullie een heel mooi, opbouwend, gelukkig, gezond en groen 2014 toe! Marike Vroom hoofdredacteur Kinderopvang [email protected], @marikevroom KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 3 KORT EN KRACHTIG SAMENSTELLING MARIANNE VELSINK De redactie KINDEROPVANG STELT ZICH VOOR Een nieuw jaar, een beetje vernieuwd blad en een beetje nieuwe redactie. Op de foto van links naar rechts: Marianne Velsink (web- en printredacteur), Alexandra Sweers (web- en printredacteur), Harriët Teijen (freelance eindredacteur) en Marike Vroom (hoofdredacteur). Op de foto ontbreekt freelance eindredacteur Marianne Wenneker. Panelvraag ‘HET IS GOED DAT HET PEUTERSPEELZAALWERK AAN DEZELFDE KWALITEITSEISEN MOET VOLDOEN ALS DE KINDEROPVANG’ ‘De peuterspeelzaal moet een laagdrempelige voorziening zijn, waar kinderen elkaar kunnen ontmoeten. Het is volgens mij niet bedoeld voor ouders die werken, gezien het korte tijdsbestek dat kinderen hier doorbrengen. Dat kwaliteitseisen enigszins verbeterd worden, vind ik goed. Vooral op het gebied van risico en gezondheid. Veel dingen zijn nu te vrijblijvend.’ KARLA NOORDMAN, EIGENARESSE AGRARISCHE KINDEROPVANG DE KLEINE KORNUITEN, HART VOOR KINDEREN EN GROEN, MOEDER VAN 5, CREATIEF, RUIMDENKEND EN GEZONDE WORKAHOLIC ‘Sinds de wet OKE zijn de toetsingskaders van de GGD voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk ongeveer gelijk. Wat dat betreft voldoen beide grotendeels al aan dezelfde kwaliteitseisen. Dat is een goede zaak. Want kinderen hebben recht op gelijke basiskwaliteit van professionele opvoeding. De grote vraag is echter wel of de huidige kwaliteitseisen recht doen aan beide werksoorten die ontwikkelingsstimulering voor kinderen en opvoedingsondersteuning voor ouders als maatschappelijke taak op zich nemen. Een goede aanvulling op de huidige kwaliteitseisen zijn de aanvullende voorwaarden voor VVE gecertificeerde Voorscholen, zoals het ontwikkelingsvolgsysteem en de doorgaande lijn.’ ANJA BOOI, PEDAGOOG EN GESPECIALISEERD IN HET JONGE KIND, GEWERKT VOOR O.A. MAX KINDEROPVANG EN KOREIN KINDERPLEIN. 4 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 ‘Ja, het is goed dat het peuterspeelzaalwerk aan dezelfde kwaliteitseisen moet voldoen. Ik ben echt verbaasd over het feit dat schijnbaar niet overal de peuterspeelzalen aan dezelfde kwaliteitseisen voldoen als aan de kinderopvang. Ik vind het dan ook niet meer normaal dan dat het gebeurt. 2016 is voor mij al een beetje te laat. Begin er maar meteen mee. Vergeet alleen niet om ook vrijwilligers toe te laten, zodat er af en toe eens wat extra’s kan worden gedaan.’ JACQUELINE KIEFTE-DALMAN, GETROUWD, MOEDER VAN MAARTJE (7 MAANDEN) EN SINDS 2005 WERKZAAM ALS GASTOUDER Te lezen op KINDEROPVANGTOTAAL.NL WIJ DOEN GEZOND! WAT DOEN KINDEROPVANGORGANISATIES OM DE KINDEROPVANG ZO GEZOND MOGELIJK TE MAKEN EN TE HOUDEN? EN WIE HEEFT ER TIPS VOOR COLLEGA’S? EEN RUBRIEK VAN PAUL LAPORT. Overgewicht is een groot probleem in Nederland. Van de veertigplussers is meer dan 50% (!) te zwaar. Uit diverse onderzoeken blijkt dat hetzelfde geldt voor ongeveer 15% van de kinderen. Vooruitstrevend beleid SKL Kinderopvang in Leeuwarden voert een heel vooruitstrevend gezondheidsbeleid. Aliza Visser kan er lang en enthousiast over vertellen. ‘In januari 2012 zijn we gestart met het beleid. Daarvoor hebben we advies ingewonnen bij een diëtiste van het ziekenhuis. Inmiddels is het beleid gemeengoed geworden bij alle 28 locaties.’ Werkelijk alle voedingsaspecten zijn door SKL onder de loep genomen. Om medewerkers en ouders bij het beleid te betrekken, zijn diverse informatiebijeenkomsten georganiseerd. Aliza: ‘De voorbeeldfunctie van pm’ers vinden wij zeer belangrijk. Gezond leven en eten kan geleerd worden. En daar moet je volgens ons zo vroeg mogelijk mee beginnen.’ Geen traktaties Op de locaties van SKL Kinderopvang wordt tijdens feestjes en verjaardagen niet meer getrakteerd. ‘Dat was voor ouders misschien wel de meest ingrijpende verandering,’ vertelt Visser. Maar in de praktijk blijken kinderen het nauwelijks te missen. Er wordt nu op een andere manier volop aandacht besteed aan het feestelijke gebeuren. ‘We wilden bereiken dat niet de eetmomenten het ritme van de dag bepalen, maar dat de activiteiten leidend zijn.’ • Water in plaats van sap slaat nog niet aan • Mannenonderzoek kan door met nieuwe sponsor • Asscher wil kwaliteitsonderzoek gastouderopvang • Cultuureducatie bij Korein • Een op zeven kinderen woont in eenoudergezin • Nieuw: het Werken-in-Duitsland-loket • Vier-ogenprincipe werkt niet in de praktijk • SKA start kinderopvang met een klein label • Kober neemt afscheid van 140 medewerkers • Ouders vinden plezier en lekker spelen het belangrijkst Reacties van lezers Ondanks de investering van 2,5 miljoen slaan de plannen voor meer water in de kinderopvang nog niet bepaald aan. Wil de kinderopvang er niet aan? Of staan we er wel voor open om alleen water te schenken in plaats van fruitdrank? Heidy Amory ‘Meteen invoeren! Kijk maar eens goed welke gifstoffen in die drankjes zitten.’ C.W Vermaesen ‘Een tip: Maak een ‘waterpunt’ waar standaard kleine schenkkannetjes staan gevuld met water en glaasjes zodat de kinderen zelf gedurende de hele dag kunnen inschenken.’ KC Petito’s & Amigo’s ‘Sinds 1 januari bieden wij onze kinderen vaker water aan. We vinden het een goed initiatief van JOGG.’ M.G.H Vermeulen ‘2,5 miljoen euro voor zoiets.... Belachelijk en zonde van het geld.’ Marjan van Baekel ‘Wij geven diksap, wat meer aangelengd en water voor wie wil. Zijn er wel bewust mee bezig, maar gaan zeker niet helemaal op water over!’ Laura van Helden ‘Wat is er mis met erg verdunde limonade? Niet meer dan 2x per dag. Sap helemaal weren vind ik niet nodig.’ HEB JIJ TIPS OM GEZONDER TE ZIJN? DEEL & MAIL ZE NAAR [email protected]. VERMELD DAARBIJ ‘WIJ DOEN GEZOND!’ KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 5 KORT EN KRACHTIG verslikken TEST JE PEDAGOGISCHE KENNIS IE VAN THEMA: ORGANISAT DE GROEP (4-13) DOOR LOES KLEEREKOPER, AUTEUR VAN HET PEDAGOGISCH KADER KINDERCENTRA 0-4 JAAR. UIT PEDAGOGISCH KADER KINDERCENTRA 4-13 JAAR, HOOFDSTUK 12 1. Regels in de BSO a) Moeten door de leiding worden vastgesteld b) Hoeven niet door alle kinderen begrepen te worden, als ze zich er maar aan houden c) Hangen of liggen duidelijk zichtbaar in de groepsruimte of de gang 2 Open deurenbeleid a) Is voor alle kinderen geschikt b) Vraagt speciale aandacht voor de jongste kinderen c) Betekent dat de pedagogisch medewerkers weinig hoeven te doen 3. Nieuwe kinderen a) Vinden zelf uit hoe het in de groep toegaat b) Hebben extra aandacht en uitleg nodig van de pm’s c) Worden vanzelf opgenomen door de andere kinderen De antwoorden vind je op pagina 9. Het kan gebeuren dat een kind zich tijdens het eten verslikt. Meestal lost zich dat vanzelf wel op, maar wat doe je als een kind geen adem meer kan halen? Zolang het kind stevig hoest, huilt en kan ademhalen tussen het hoesten: stimuleer zo mogelijk het kind te blijven hoesten en houd het kind in de gaten. Als het kind niet meer hoest en (bijna) geen adem kan halen, onderneem dan actie: - Bel 112 - Laat het kind vooroverbuigen - Geef met de hiel van de hand stoten tussen de schouderbladen, ondersteun daarbij de borstkas met de andere hand. Helpt het stoten niet? - Ga achter het kind staan, sla je armen rond de borstkas. - Plaats je vuist met de duim in de hand tussen navel en onderkant borstbeen. - Omvat deze vuist met de andere hand en trek beide handen met een ruk schuin omhoog naar je toe. Herhaal dit een aantal keren. - Kinderen moeten na deze handeling door een arts op inwendig letsel worden onderzocht. BRON: WWW.EHBO.NL SKATEN bij Dak! D kindercentra uit Den Haag Dak pakten uit in de kerstvakantie! p De aanmeldingen voor de workshops D sskate en breakdance stroomden binnen. Uiteindelijk deden ruim b 200 kinderen van 6 tot 13 jaar mee. 2 6 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 CUPCAKES ZIJN NIET ALLEEN LEKKER, JE KUNT ZE OOK MOOI VERSIEREN MET KINDEREN EN DE INGREDIËNTEN ZIJN SIMPEL. MEESTERKOK BAS DE BONTE, DIE FULLTIME WERKT BIJ KINDEROPVANG OP STOOM IN HAARLEM, LEGT UIT HOE JE BASIS-CUPCAKES MAAKT. DE KINDEREN KUNNEN NATUURLIJK MEEHELPEN. EET SMAKELIJK! CUPCAKES KOKEN MET BAS MAKEN DIT HEB JE NODIG: - 250 gr zelfrijzend bakmeel - 250 gr zachte roomboter - 250 gr witte basterdsuiker - 3 eieren - eventueel lauw water - 4 zakjes vanillesuiker - mixer - cakevormpjes - oven Agenda 5 februari 10 maart Inspiratie Dag voor het Jonge Kind NJI congres Jeugd in onderzoek ZO MAAK JE ZE: - Klop de boter en suiker tot een luchtig beslag, vijf minuten met de mixer op de hoogste stand. Mix de eieren er één voor één doorheen. - Zet de mixer nu op de laagste stand en roer het zelfrijzend bakmeel erdoor. Voeg tot slot een scheutje water toe. - Vul de cakevormpjes tot de helft en plaats ze in een voorverwarmde over (170 graden). - Bak de cakejes tot ze droog zijn van binnen en mooi goudbruin minuten). (ongeveer 20-30 min 75% 22 april 15 t/m 23 februari Voorjaarsvakantie Midden en Zuid 22 februari t/m 2 maart Voorjaarsvakantie Noord 2 maart Carnaval Jaarcongres Management Kinderopvang 21 mei Jaarcongres Kinderopvang: Groene Kinderopvang van de kinderen in de leeftijdsgroep 9-14 heeft een mobieltje. In de leeftijdsgroep 13-14 jaar is dat percentage opgelopen tot 98%. Vier op de tien kinderen zeggen ‘echt niet zonder mobiele telefoon te kunnen.’ BRON: NOS JEUGDJOURNAAL (ONDERZOEK ONDER 1706 RESPONDENTEN) KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 7 … is de pedagogisch medewerker Met Kinderopvang TV zijn de pedagogisch medewerkers zelf aan het woord: met talloze korte video’s en oefeningen verdiepen zij zich in het beroep en bekwamen zich in het pedagogisch gesprek. Individueel en in teamverband. En met het eigen Pedagogisch JournaalǀĞƌďŝŶĚĞŶnjŝũŚĞƚƉĞĚĂŐŽŐŝƐĐŚďĞůĞŝĚŵĞƚĚĞĚĂŐĞůŝũŬƐĞƉƌĂŬƟũŬ͘ Meer info of scherpe aanbieding? [email protected] of (030) 233 1330 DIT KORT ZIJN EN KRACHTIG WIJ OUDERS EN KINDEREN OVER ‘HUN’ KINDERCENTRUM Handen wassen! Het is niet zo goed gesteld met de handhygiëne in de kinderopvang. Heel eerlijk: hoe vaak was jij je handen? Volgens de officiële handhygiënerichtlijn moet je je handen op de volgende momenten wassen: - vóór het aanraken en bereiden van voedsel - vóór het eten of helpen bij eten - vóór wondverzorging - na toiletgebruik/billen afvegen - na hoesten/niezen/snuiten - na het verschonen van een kind - na contact met lichaamsvocht (zoals speeksel, snot, of braaksel). Tijdens het onderzoek van de GGD RotterdamRijnmond samen met het Erasmus MC bleek dat pm’ers gemiddeld tijdens 42 procent van de handhygiënemomenten de handen ook daadwerkelijk wasten. Dat moet beter. Daarom kunnen alle kinderdagverblijven nu meedoen met het programma Heel gewoon, Handen schoon. Als extra ondersteuning, worden er in maart 2014 speciale trainingssessies georganiseerd, waarin deelnemers worden getraind om zelf de kennis- en teamtraining op hun kinderdagverblijf aan collega’s te geven. Kinderdagverblijven kunnen hieraan kosteloos deelnemen, maar het aantal plaatsen is beperkt. KIJK OP WWW.HEELGEWOONHANDENSCHOON.NL VOOR MEER INFORMATIE, OF STUUR EEN EMAIL NAAR [email protected] OM JE AAN TE MELDEN. Klant: Simone Schravenhoff (33) en dochter Bobbie (10 maanden) Kindercentrum: locatie ‘t Hummeltje Stichting Kinderdagverblijven Wassenaar TEKST EN FOTO CARLA OVERDUIN Waarom kinderopvang? ‘Ik denk dat het voor kinderen heel goed is om met andere kinderen om te gaan. Ze worden er socialer van. Aan onze dochter Teddie van vier merkte ik dat de overstap naar de basisschool veel minder groot was.’ Werk? ‘Ik heb jaren accountancy gestudeerd. Ik vind het belangrijk om daar iets mee te doen. Daarom werk ik drie dagen per week bij een administratiekantoor voor onderwijsinstellingen. Bobbie gaat twee dagen naar Hummeltje en is één dag bij een oma. Dat betekent meer uitdaging en afwisseling dan zeven dagen hetzelfde ritme thuis.’ Kosten? ‘Die zijn hoog: 630 euro per maand voor twee dagen per week. Daarvan krijgen we 199 euro terug: we betalen dus veel zelf.’ Overheidsbeleid? ‘Niet goed. De overheid wil dat moeders blijven werken? Zorg dan ook dat kinderopvang betaalbaar is.’ Plus/min aan Hummeltje? ‘Grote ruimtes, ze gaan veel naar buiten, ontzettend leuke juffies die erg begaan zijn met ouders en kinderen, een heel toegankelijke sfeer. Je merkt wel dat de organisatie zoekende is. Onlangs is een reorganisatie aangekondigd met als gevolg een reductie van het aantal personeelsleden. De oorzaak is een teruggang van het aantal kinderen door de verlaging van de overheidsbijdrage.’ Verticaal? ‘Teddie zat in een verticale groep, Bobbie nu in een horizontale. Voor baby’s is zo’n horizontale groep leuk, maar vanaf twee jaar trekken kinderen zich echt op aan de oudere kinderen. Ze zijn dan toe aan een uitdaging. ’t Hummeltje lost dit op door de kinderen een aantal uren te laten meedraaien in de groep van 2 tot 4 jaar.’ Straks bso? ‘Dat vind ik te lange dagen voor een kind. We denken wel aan een dag sport-bso als de kinderen oud genoeg zijn.’ De antwoorden op de Pedagogische test van pagina 6 zijn 1: C, 2: B, 3: B KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 9 BIJ ZON! is het jaar altijd groen Dit jaar start het Jaar van de Groene Kinderopvang. Ook tijdschrift Kinderopvang doet hier volop aan mee. We weten in de kinderopvang wel dat buitenspelen gezond en leuk is voor kinderen, maar vervallen toch vaak in ons bekende stramien waar ‘binnen zijn’ de basis is. Bij Kinderopvang ZON! in Delft is dit anders. TEKST MARIANNE VELSINK FOTO’S KINDEROPVANG ZON 10 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 ‘Ik geloof dat we het verschil kunnen maken’ Wie: Janneke van den Bos Wat: Directeur van Kinderopvang ZON! en initiatiefnemer van de Stichting Groen Cement. Niet iedereen heeft een grote natuurbuitenruimte. Wat als je dat niet hebt? ‘Het maakt niet uit wat de beperkingen zijn. Dat is het mooie van buiten: je kunt er altijd naartoe. Er is geen groen beleid voor nodig. Buitenspelen moet je niet ingewikkelder maken dan het is, want het is zo simpel.’ worden alle ontwikkelingsgebieden gestimuleerd.’ Wat vinden kinderen zo fijn aan buiten zijn? ‘Alle beperkingen zijn daar weg. Je mag gillen, rennen, vies worden. Je kunt je uitleven en je kunt je aan één stuk door verwonderen.’ Je mag gillen, rennen, vies worden Naar buiten gaan kan ook wel en gedoe zijn. ‘Binnen schilderen met een groep peuters is ook gedoe. Maar misschien is dat ‘gedoe’ ook wel gewoon je werk. Als je echt met je hart kiest voor je vak, dan wil je het beste voor kinderen. Buiten ontdekken kinderen meer en Dat raakt me heel erg. De toename van dikke kinderen en gedragsproblemen komt hier ook vandaan. Ik vind dat we een signaal moeten afgeven.’ Hoe kunnen we dat doen? ‘Liefde voor de natuur kun je niet op een iPad leren. Dat doe je buiten, waar je je echt kunt verwonderen om dingen. Als kind voelde ik me bijzonder als ik bovenin een boom klom. Op die momenten groeit je liefde en de respect voor de natuur. Deze liefde moeten we doorgeven door het kinderen zelf te laten ervaren.’ Moet de kinderopvang deze taak op zich nemen? Waarom ben je zo begaan met het onderwerp buitenspelen? Maak je je zorgen? ‘Duizenden kinderen zitten dagelijks binnen. Ze komen alleen buiten als ze de auto uitstappen van en naar school. ‘Ik geloof dat we het verschil kunnen maken. Begin met te bedenken wat je nu binnen doet en wat ook in de buitenlucht kan: eten, een kringgesprek, lezen, bewegingsspellen. Probeer het eens een week.’ KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 11 ‘Buiten wordt er meer samengewerkt’ Wie: Nathan van Witzenburg Wat: Pm’er en manager op de bso van Kinderopvang ZON! Hoeveel procent van je werk ben je buiten? ‘90 procent van de tijd denk ik. Soms ga ik juist naar buiten als het regent en blijf ik binnen als de zon schijnt. Het cliché van alleen maar naar buiten gaan als het droog is, help ik graag de wereld uit. Dus regent het hard, dan gaan we er juist op uit! Je kunt je er toch op kleden?’ rug in het gras met de hoofden tegen elkaar aan. Vervolgens proberen ze al liggend en met de mond open het gras in de mond van de ander te gooien. Plezier gegarandeerd!’ Het cliché van alleen maar naar buiten gaan als het droog is, help ik graag de wereld uit Kun je je buiten overal vermaken? ‘Je hebt geen bos nodig om je buiten te vermaken. Een sloot is genoeg, maar natuur is ook de wind of de regen. Soms is alleen een grasveld al voldoende. Je legt twee kinderen op hun 12 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 Wat merk je aan kinderen als ze buiten zijn? ‘Dat ze letterlijk meer ruimte hebben en zich vrijer voelen. Dat leidt tot minder ruzie. Buiten wordt er meer samengewerkt, ook door kinderen van verschillende leeftijden.’ Is jullie eigen buitenruimte voldoende of trek je er met de kinderen veel op uit? ‘We gaan regelmatig met de (bak)fietsen op pad. Ik vind afwisseling goed voor de kinderen. Maar denk dan niet meteen: ‘ik moet naar het strand, ik moet naar het bos’. Denk eenvoudiger, bijvoorbeeld: we gaan vandaag iets doen met water. Dat vind je overal.’ Laat je kinderen altijd vrij in hun buitenspel of doe je groepsactiviteiten? ‘Vaak doe ik een suggestie voor een leuke speelplek. Als we naar het meer gaan, vermaakt ieder zich op z’n eigen HET JAAR VAN DE GROENE KINDEROPVANG Groen Cement en tijdschrift Kinderopvang hebben 2014 uitgeroepen tot het Jaar van de Groene Kinderopvang. Wat gaat er gebeuren? manier. De één zoekt een kikker, de ander bouwt iets van takjes. Wat goed werkt, is een competitie: wie kan de grootste kikker vinden? Wie kan de mooiste hut bouwen?’ Heb je nog leuke tips voor speelmateriaal? ‘Stel dat je te weinig uitdaging in je eigen buitenruimte vindt, haal dan natuurmateriaal naar je locatie toe. Vraag de gemeente bijvoorbeeld om snoeimateriaal op jouw pleintje neer te leggen. En dan bouwen maar. Dieren doen het ook altijd goed. Heb je niet de ruimte of mogelijkheid om bijvoorbeeld konijnen te houden, ga dan naar www.diereneducatie.nl waar je voor een week wandelende takken, een hamster, schildpadden en meer kunt lenen.’ • Drie regiobijeenkomsten van Groen Cement waar groene ondernemers en de kinderopvang elkaar kunnen ontmoeten. • 21 mei: Kinderopvang Festival in het teken van groene kinderopvang. Het wordt een bruisende doe-dag voor pm’ers. Veel activiteiten vinden vooral buiten plaats. • De ‘metselaars’ van Groen Cement organiseren speciale activiteiten en kortingen in het kader van het themajaar. • Lancering van de website www.jaarvandegroenekinderopvang.nl met daarop de zoekmachine ‘Groengelinkt’ waar je gericht op zoek kunt gaan naar groene initiatieven bij jou in de buurt. • Reguliere themadagen als de Modderdag en de Nationale Buitenspeeldag staan in het teken van de Groene Kinderopvang. • Het kwaliteitsmerk groene kinderopvang blijft ook in 2014 doorgaan. Voldoe je aan de groene kwaliteitseisen? Meld je dan aan bij Groen Cement. ZOEK JE HULP BIJ HET VERGROENEN VAN JE LOCATIE(S)? DAN KUN JE HULP VRAGEN VIA [email protected] OF KIJK OP WWW.GROENCEMENT.NL. KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 13 PEDAGOGISCHE INTERACTIEVAARDIGHEDEN IN DE PRAKTIJK PRATEN en uitleggen De zes pedagogische interactievaardigheden zijn de basis van de kinderopvangpedagogiek. Iedere pedagogisch medewerker zou de theorie achter deze vaardigheden moeten kennen. Maar hoe werkt het in de praktijk? In een serie van zes artikelen laat pedagoog Natasja de Kroon zien hoe je er in de praktijk mee kunt werken. Deze derde aflevering: praten en uitleggen. TEKST NATASJA DE KROON FOTO WILBERT VAN WOENSEL E en van de belangrijkste taken van een pedagogisch medewerker is praten en uitleggen. Kinderen leren praten doordat er tegen hen gepraat wordt. Zo raken ze vertrouwd met het ritme, de structuur en de klanken van de taal. Alleen al daarom is het belangrijk dat je als pm’er de hele dag bewust met de kinderen praat en benoemt wat er gebeurt en wat je doet. Gebarentaal Ook als kinderen zelf nog niet kunnen praten, begrijpen ze vaak al veel. Als je ziet wat kinderen kunnen begrijpen en duidelijk maken met gebaren, sta je echt versteld. Door via gebaren te communiceren, kunnen jonge kinderen al goed duidelijk maken wat ze willen en voelen zich daardoor prettiger en veiliger. De kinderen worden rustiger en huilen minder. Voordoen Het helpt als je de kinderen steeds laat zien wat je bedoelt. Als je bijvoorbeeld wilt dat een kind een kopje op tafel zet, doe je dit voor terwijl je het benoemt. Laat zien hoe je je eigen jas aan de kapstok ophangt. Je zult zien dat de kinderen je 14 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 beter zullen begrijpen. Doe dit ook bij kinderen die al wel zelf kunnen praten. Andere woorden Kinderen die al een beetje kunnen praten, begrijpen nog lang niet alles wat er tegen hen gezegd wordt en kunnen ook niet alles zeggen wat hen bezighoudt. Het is belangrijk om je dit te realiseren. Soms hoor je jezelf zeggen: “Nou heb ik toch al zo vaak gezegd dat…” Doe op zo’n moment even een stapje terug. Ga ervanuit dat de kinderen het niet expres doen. Probeer zo concreet mogelijk en in andere woorden uit te leggen wat je van de kinderen verwacht. Heel vaak vertellen we de kinderen wat ze niet mogen (rennen, schreeuwen, gooien…), maar zeggen we niet wat het gewenste gedrag is. Een voorbeeld. Op een ochtend liep ik binnen op een verticale groep. Alle kinderen zaten aan tafel. Er werd voorgelezen en gezongen. In al zijn enthousiasme ging een jongetje van een jaar of een steeds staan in zijn tripp trapp stoel. Elke keer werd hij voorzichtig teruggeduwd op zijn billen. “Nee, je mag niet staan.” Ik vroeg de pedagogisch medewerker om hem uit te leggen waarom hij niet VERTEL HET MET PLAATJES Voor kinderen helpt het als je regels visualiseert. In ruimtes waar ze bijvoorbeeld niet met schoenen mogen komen, plak je een foto van een schoen met een kruis erdoor op de deur. Zo kunnen kinderen de regel makkelijker begrijpen en onthouden. Op dezelfde manier kun je laten zien wat er gaat gebeuren, met foto’s of pictogrammen. mocht staan: omdat ze bang was dat hij anders zou vallen. Hij begreep haar en bleef zitten. Uitleggen wat er gebeurt Bij de vaardigheid praten en uitleggen gaat het ook (en vooral) om de kinderen te ondersteunen in het uitleggen wat zij bedoelen. Een kind zegt niet: “Als de andere kinderen zo dicht bij me komen, voel ik me bedreigd en dan sla ik.” Nee, een kind slaat gewoon. Het ligt voor de hand om dan alleen op het gedrag te reageren: “Je mag niet slaan.” Maar als je kunt uitleggen wat er gebeurt, help je DOEN • Laten zien wat je bedoelt, voordoen • Nogmaals uitleggen in andere woorden • Visualiseren wat je bedoelt (met plaatjes) • Beschrijven wat je ziet en gevoel kind benoemen • Gedrag afkeuren (‘Ik vind het niet leuk wat jij doet’) • Moeilijke woorden betekenisvol gebruiken • Aan ouders laten zien met welke woorden je bezig bent NIET DOEN • Kind afkeuren (‘Ik vind jou stout’) • Moeilijke woorden weglaten hij klaar en ging hij weer lekker spelen, helemaal vrolijk en ontspannen. Moeilijke woorden een kind veel meer. “Lieverd, ik weet dat je het niet fijn vindt als ze zo dichtbij komen, maar je mag niet slaan. Zeg maar dat je het vervelend vindt.” Let erop dat je altijd heel duidelijk benoemt dat je het gedrag afkeurt en niet het kind. Je zegt dus niet: “Jij bent vervelend of jij slaat altijd,” maar “Ik vind het niet leuk dat jij slaat.” Als je kinderen zo corrigeert, voorkom je dat ze negatief over zichzelf gaan denken. Raden Voor jonge kinderen is het moeilijk om alles wat ze voelen in woorden uit te drukken. Je helpt kinderen door te beschrijven wat je ziet en het gevoel van het kind daarbij te benoemen. Ook hierbij kunnen plaatjes of foto’s je helpen. Maar soms is het ook gewoon een kwestie van raden. Zo kwam er op een dag een jongetje heel hard huilend naar mij toe. Ik nam hem op schoot en vroeg wat er gebeurd was. Of hij zich pijn had gedaan. Of hij gevallen was. We kwamen er niet uit. Uiteindelijk vroeg ik hem of hij misschien gewoon zin had om even te huilen. Als antwoord ontspande hij en begon hij nog harder te huilen. Na ongeveer een minuut was Praten en uitleggen is ook belangrijk om de (taal)ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Elk woord dat jij minimaal zeven keer betekenisvol gebruikt, zal door een kind worden opgepikt. Kinderen houden van taal, ook van moeilijke woorden. Gebruik nieuwe woorden op verschillende momenten en tijdens verschillende activiteiten, zodat kinderen er vertrouwd mee raken. Vertel ook aan de ouders met welke woorden jullie bezig zijn. Hang bijvoorbeeld een briefje op de deur met de woorden die bij het thema horen. Daarmee kunnen ouders thuis verder praten met hun kind. < NATASJA DE KROON IS PEDAGOOG (WWW.NATASJADEKROON.NL) EN OPRICHTER VAN KINDERCENTRUM DE BUITENKANS. DE ZES INTERACTIEVAARDIGHEDEN ZIJN IN 2004 GEÏNTRODUCEERD DOOR MARIANNE RIKSEN WALRAVEN. DAARNA ZIJN ZE UITGEWERKT DOOR HET NCKO EN VOOR TOEPASSING IN DE PRAKTIJK GEPUBLICEERD IN HET BOEK ‘DE NCKO-KWALITEITSMONITOR’. KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 15 PEUTERSPEELZALEN SAMENSTELLING HARRIËT TEIJEN Het peuterspeelzaalwerk is constant in beweging. Harmonisatie, VVE, wachtlijsten of juist sluitingen: wat speelt er achter de deuren van peuterspeelzalen? In deze rubriek geven we het woord aan peuterspeelzalen zelf. Deze maand: Peuterspeelzaal Toverfluit in Nieuw Vennep. Spotlight op... PEUTERSPEELZAAL TOVERFLUIT ERGERNIS – EXPERIMENT – INNOVATIEF – KAN BETER – FAVORIET – SAMENWERKING – TOEKOMST – TRAANTJE – TROTS – VERANDERING Uit onze lijst van tien onderwerpen koos peuterleidster Monique van Wouw voor deze vier thema’s: SAMENWERKING ‘Het team van de Toverfluit werkt al heel wat jaren met elkaar samen. In de twaalf jaar dat we bestaan is er maar heel weinig wisseling van personeel geweest. Dit is prettig, omdat we heel goed op elkaar ingespeeld zijn en weten wat we aan elkaar hebben. Maar ook voor de kinderen en ouders is het erg fijn dat er altijd dezelfde gezichten zijn. De continuïteit blijft zo goed gewaarborgd en het voelt veilig en vertrouwd voor iedereen.’ TRAANTJE ‘Bij “traantje” denk ik gelijk aan het wenproces waar ieder kind en ook menig ouder doorheen gaat. Het is voor een peuter van net twee jaar best heel spannend: wat gaat er allemaal gaat gebeuren “op school”, tussen al die nieuwe kinderen en vreemde juffen? Voor ouders is het ook een hele stap om hun kleintje achter te laten en er maar op te vertrouwen dat die het naar 16 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 zijn zin zal hebben. Wij nemen dan ook echt de tijd om dit wenproces goed te laten verlopen. Het kind bij je nemen, troosten als het verdrietig is, elkaar leren kennen en vertrouwen opbouwen. En zowel kind als ouder kan hier best wel eens een traantje bij laten!’ TOEKOMST ‘De Stichting Kinderopvang Haarlemmermeer, waar de Toverfluit onder valt, kijkt naar de toekomst. Je kunt niet stil blijven staan, want de tijd van nu brengt veranderingen met zich mee. Zowel in pedagogisch opzicht als op gebied van kwaliteitseisen. Zo werken wij sinds een paar jaar met de Piramide-methode, waarin alle ontwikkelingsgebieden van peuters aan bod komen, van sociale, emotionele en taalontwikkeling tot de motoriek. Kinderen die extra (taal)ondersteuning nodig hebben krijgen begeleiding van onze vaste tutor. Zij komt eens per week met deze kinderen individueel of in kleine groepjes werken. Op dit moment besteden we ook extra aandacht aan interactief lezen met kleine groepjes kinderen. Om met alle nieuwe ontwikkelingen mee te gaan, krijgen we regelmatig bijscholing. Zo blijven we bij de tijd en blijft ons werk interessant, afwisselend en boeiend.’ TROTS ‘Ik ben trots op ons team en op “onze” speelzaal! Op de manier waarop we werken, maar vooral ook hoe we dat met elkáár doen. En daarbij bedoel ik ook de inzet van de ouders. We hebben namelijk een actieve oudercommissie die ons ondersteunt met allerlei hand- en spandiensten: van helpen bij feestjes tot raamschilderingen maken. Al met al kunnen we alle vijf met trots zeggen dat we hier al heel wat jaar met heel veel plezier werken en dit nog heel lang zo willen houden!’ < JIJ OOK MET JE PEUTERSPEELZAAL IN DE SPOTLIGHT? MAIL JE NAAM, DE NAAM VAN DE SPEELZAAL WAAR JE WERKT EN EEN KORTE MOTIVATIE NAAR [email protected] O.V.V. ‘RUBRIEK SPOTLIGHT’ EN WIE WEET KIEZEN WE JE UIT! COLUMN FOTO ANP Straf Steven Pont Mag je op een kinderdagverblijf de kinderen die je onder je hoede hebt straffen? En is er dan een verschil tussen een KDV of een bso? Onlangs was ik op een kinderdagverblijf en daar werd tot mijn verbazing een kind van nog geen twee even op de gang gezet omdat het storend gedrag in de groep vertoonde. Ik wist niet wat ik meemaakte. Het komt natuurlijk door die Jo Frost, die op televisie kinderen op hun naughty chair zet en op die manier de orde in het gezin herstelt. Ze stuurt kinderen naar de gang of naar een hoek van de kamer en daar moeten ze maar eens goed nadenken over wat ze hebben gedaan en daarna moeten ze dan ‘sorry’ zeggen. Wat niemand op lijkt te vallen is hoe ‘leeg’ zo’n sorry klinkt. Het is een volledig afgedwongen woordje waar het kind vaak geen bal van meent. Dat ouders die volledig van het pedagogische pad af zijn dit maniertje aangeleerd krijgen doet mijn wenkbrauwen al fronsen, dat het op televisie komt nog meer en dat het zoveel navolging krijgt nog weer meer. De vraag blijft dan ook, mag zoiets ook in de professionele kinderopvang (of het nu de naughty chair is of iets anders)? Hoort het straffen van een kind bij een kindcentrum dat claimt dat daar pedagogiek wordt bedreven? Mijn antwoord op deze vraag zou zijn: nee. En mogen ouders er dus van uitgaan dat professionals andere middelen hebben? Mijn antwoord op deze vraag zou zijn: ja. Daarom zeg ik: straffen hoort niet thuis in de kinderopvang. En als je dit nou de grootste apekool vindt die je ooit in dit blad hebt gelezen, dan hoop ik via de redactie een mailtje van je te krijgen. Want de geschiedenis heeft meer dan eens bewezen dat ik door goede argumenten best op andere gedachten te brengen ben. < Alles over het kind op één veilige plek Quebble is eenvoudig, veilig en gratis. Schrijf je nu in op Quebble.com! KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 17 Het is het jaar van de groene kinderopvang. Daarom besteedt Kinderopvang dit jaar extra aandacht aan groen&milieu. MOET JE DOEN! FOTO JANTIEN WEITJENS SAMENSTELLING MARIANNE WENNEKER In deze rubriek allerlei groene tips voor (buiten)spelen, leuke activiteiten om te doen met de kinderen en milieuvriendelijk schoonmaken. Plus een tip voor in je agenda. Op de agenda Op 1 maart gaan bij de Vogelbescherming de camera’s van Beleef de Lente weer open. Ze hebben De natuur ontdekken [0-4] een speciale site voor kinderen. Ook is het heel leuk om een aantal vogelsoorten van dichtbij te volgen. De Vogelbescherming is partner van het Jaar van de Groene Kinderopvang. www.beleefdelentejunior.nl Van sneeuw naar water Voor kinderen is het feest als er sneeuw uw ligt! En dat feest houdt niet op als ze e vanwege de kou weer naar binnen moeten. Neem een lading sneeuw in n een bak of emmer mee naar binnen, liefst in een doorzichtige (aquarium)bak. bak. Binnen kunnen de kinderen verder spelen pelen met de sneeuw. En ze zullen verbaasd sd staan over wat er vervolgens met de sneeuw gebeurt: van sneeuw naar water. Het is prachtig om samen mett de kinderen te praten over wat je ziet et en hoe dat komt. Zet de bak dus op een n goed zichtbare plek. In de tuin Binnentuintje Bi B t i tj In het staartje van de winter is er buiten nog niet zo heel veel te zaaien. Maar je kunt natuurlijk wel een binnentuintje maken. Heel eenvoudig, door kiemzaden of peulvruchten te laten kiemen in bakjes of potjes op de vensterbank. Je hebt er speciale kiemschaaltjes voor, maar met vochtige watjes lukt het ook. Heel bekend en lekker voor op brood zijn natuurlijk tuinkers of waterkers. Maar wat dacht je van basilicumkers? Of zonnebloemkers? Probeer eens een paar verschillende soorten en vergelijk hoe ze groeien. Zorg wel dat de zaden niet uitdrogen, want anders lukt het niet. Als je met tussenpozen van een of twee dagen steeds opnieuw zaait, kun je lang blijven knippen. Eet smakelijk! 18 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 Trek die stekker eruit! Milieuvriendelijk schoonmaken Middelen zonder Wist je dat in de meeste schoonmaakmiddelen stoffen zitten die niet goed zijn voor je kinderen en het milieu? Die stoffen zorgen er bovendien niet eens voor dat de locatie schoner wordt. Dus dat kan best zonder! Vraag erom bij www.babybegood.nl/kinderopvang. je leverancier of kijk voor meer tips op: www.babybegood.nl/k FOTO THETHRIFTRESS.COM Duurzaam 1 3 2 4 De kosten voor gas en elektra drukken flink op de maandelijkse balans. Door energiezuinige apparaten (A+++) aan te schaffen, ze bewust te gebruiken en ze niet in stand-by stand te laten staan, zijn er op jaarbasis vele tientallen euro’s te besparen. Veel apparaten staan het grootste gedeelte van de dag en nacht in de stand-by modus. Daardoor gaat veel stroom verloren. Of die paar Watt per apparaat echt veel uitmaken? Jazeker! Een gemiddeld huishouden verliest per jaar al zo’n € 100,- door apparaten die in de stand-by stand blijven staan. Dit is 4% van het totale Nederlandse stroomverbruik! Tip: maak dagelijks aan het einde van de dag een rondje door de locatie om te checken of alle apparaten echt uitstaan. Dat kun je doen met de hand of met een uitschakelbare stekkerdoos. Om 100% inzicht te krijgen in je stand-by verbruik, kun je een energiemeter gebruiken. KIJK OOK EENS OP WWW.DEGROENEGIRAF.NL EN WWW.JAARVANDEGROENEKINDEROPVANG.NL Groene activiteit (4-12) Valentijnkrans Binnenkort is het weer Valentijn. Tijd om met de kinderen ‘romantische’ knutsels te maken. Voor dit hart heb je nodig: • 2 keukenpapierrollen of ongeveer 4 wc-rollen • schaar • verf • kwast • lege zakken van chips of koekjes met zilverkleurige binnenkant (schoongemaakt) • lijmpistool of in ieder geval andere heel stevige lijm • lint Zo maak je het: Buig je keukenrol of wc-rol dubbel zodat er een hartvorm ontstaat. Knip de rol in ongeveer gelijke delen. Buig de scherpe vouw een beetje terug met je vingers, zodat je leuke hartvormige delen krijgt en geen scherpe hoeken. Maak van lege koekof chipsverpakkingen mooie kleine snippers die je als glitters kunt gebruiken. Zijn alle delen opgedroogd, neem dan een stevige lijm en plak ze samen tot een krans. Maak de krans eventueel groter door een extra ring van hartjes toe te voegen. Bind een lint om de krans en hang de krans op. Deze krans kun je nog jaren gebruiken! Tip 1: Natuurlijk hoeft de krans niet alleen rood te zijn. Rood, roze en wit samen geeft ook een mooi effect. Of laat de kinderen zelf verzinnen wat zij mooi vinden. Tip 2: Dit is ook een leuk moederdagcadeau. BIJDRAGEN VAN GROEN CEMENT (WWW.GROENCEMENT.NL), GROENE GIRAF (WWW.DEGROENEGIRAF.NL), ACTIVITHEEK (WWW.ACTIVITHEEK) EN BABY BE GOOD (WWW.BABYBEGOOD.NL/KINDEROPVANG). KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 19 DE PLANNEN VAN ASSCHER KINDEROPVANG kijkt vooruit Begin december kwam dan eindelijk de langverwachte brief van minister Asscher ‘Een betere basis voor peuters’, waarin hij uit de doeken doet hoe het kabinet toewerkt naar een nieuw kinderopvangstelsel. Wat staat er in zijn brief? TEKST MARIANNE VELSINK NU EEN VERSNIPPERD STELSEL Kinderopvang, peuterspeelzalen, voorschoolse opvang – wat is wat? En wie brengt welke peuter naar welke voorziening? Hoe is het nu geregeld? Een overzicht. Kinderopvang Peuterspeelzalen Voorscholen Als je het simpel uitlegt, is de kinderopvang bedoeld om ouders aan het werk te houden en krijgen. Het woord ‘arbeidsmarktinstrument’ hoor je vast wel eens voorbij komen. Maar daarmee doe je de kinderopvang tekort. Minister Asscher heeft in zijn brief letterlijk geschreven dat kinderopvang ook een pedagogische opdracht heeft. Kinderen van 0 tot 12 jaar gaan naar de kinderopvang omdat ze daar gestimuleerd worden in hun ontwikkeling. Van kleinschalige gastouderopvang tot grote bso’s: kinderopvang is divers en er is heel veel keus. Ouders die werken, hebben recht op kinderopvangtoeslag. De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het aantal uren van de minst werkende ouder. Dit betekent dat alleen werkende ouders een toeslag ontvangen voor kinderopvang. Sinds de Wet OKE in 2010 heeft het peuterspeelzaalwerk een professionaliseringsslag gemaakt. Peuterspeelzalen met alleen vrijwilligers op de groep komen niet meer voor. De kwaliteit van peuterspeelzalen wordt gecontroleerd en ze worden pas geregistreerd in het Landelijk Register als ze voldoen aan kwaliteitseisen. Het beleid rondom peuterspeelzalen verschilt per gemeente. In sommige gemeenten in een peuterspeelzaalplek zo betaalbaar door subsidies van de gemeente, dat er wachtlijsten zijn. Andere gemeenten hebben het peuterspeelzaalwerk al volledig geharmoniseerd met de kinderopvang. Op de peuterspeelzaal kunnen in principe alle kinderen (2-4 jaar) terecht, zowel van werkende als niet werkende ouders. De opvangtijden beslaan een dagdeel. Zowel kinderdagverblijven als peuterspeelzalen mogen zichzelf een voorschool noemen. Dat mag alleen als ze kinderen met een taalachterstand vroeg- en voorschoolse educatie bieden. Deze plekken worden gefinancierd vanuit de gemeente. De gemeente is verantwoordelijk voor het realiseren van voldoende vve-aanbod van goede kwaliteit voor alle doelgroepkinderen. Hiervoor verstrekt het Rijk subsidie. De hoogte van de subsidie verschilt per gemeente en is afhankelijk van het aantal kinderen met een taalachterstand in de gemeente. De voorschool is beschikbaar voor alle kinderen (van werkende en niet werkende ouders), mits er een taalachterstand is geconstateerd. 20 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 DE PLANNEN PEUTERSPEELZAAL ONDER DE WET KINDEROPVANG De belangrijkste wijziging die minister Asscher met zijn brief in gang heeft gezet, is het peuterspeelzaalwerk volledig onder de wet Kinderopvang te brengen. Dat klinkt als een logische stap na de Wet OKE, maar is nog niet zo eenvoudig gerealiseerd. Het betekent voor peuterspeelzalen waarschijnlijk onder andere dat: • alle leidsters op PW-3 niveau geschoold zijn • het vierogenprincipe ingevoerd wordt • er een oudercommissie moet worden samengesteld • er andere eisen worden gesteld aan o.a. inrichting • er andere eisen worden gesteld aan leidster-kindratio • ouders de speelzaal bekostigen vanuit een kinderopvangtoeslag. Er zijn nog veel meer consequenties. Minister Asscher gaat in zijn brief nog niet precies in op deze veranderingen voor de peuterspeelzaal. Omdat de regels pas ingaan op 1 januari 2016 worden ze de komende twee jaar belangrijk. Dan zal worden bepaald of alle regels uit de wet Kinderopvang ook voor de peuterspeelzaal gaan gelden en of, bijvoorbeeld, het woord ‘peuterspeelzaal’ verdwijnt. De branche krijgt veel inspraak in de uitvoering van de plannen. Waarom wil Asscher kinderopvang en peuterspeelzalen samenvoegen? Dit is natuurlijk de belangrijkste vraag. Voor wie is het handig dat het peuterspeelzaalwerk verdwijnt en opgaat in kinderopvang? Minister Asscher is hier sinds het eerste moment dat hij in de regering plaatsnam helder in. Niet alleen kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en voorschoolse opvang moeten op elkaar worden afgestemd, dat geldt ook voor het onderwijs. De eerste stap die Asscher zet is de financiering van de drie opvangvormen gelijktrekken. Het voordeel is er in de eerste plaats voor ouders, die vaak door de bomen het bos niet meer zien. Omdat het gemeentelijk beleid nogal eens verschilt, weten veel ouders niet wanneer zij in aanmerking komen voor een subsidieplek in de voorschool en wanneer voor een plek in de kinderopvang. Ook komt er een einde aan de ‘zwarte’ peuterspeelzalen met VVE-kinderen en ‘witte’ kinderdagverblijven met kinderen van (hoogopgeleide) ouders. Een ander voordeel is dat de overheid beter kan controleren of de geboden kwaliteit voldoende is, als alle opvanglocaties aan dezelfde eisen moeten voldoen. Minister Asscher vindt het belangrijk dat alle kinderen dezelfde kansen krijgen en dat een kind dat met een taalachterstand met dezelfde woordenschat aan de basisschool begint als een kind dat van huis uit meer gestimuleerd is. Asscher spreekt in zijn brief zelfs de hoop uit dat ouders sneller geneigd zijn aan het werk te gaan als zij kunnen rekenen op opvang van hoge kwaliteit. Het laatste voordeel is dat samenwerking tussen kinderopvang, voorschool, peuterspeelzalen én het onderwijs makkelijker wordt als er zo min mogelijk belemmeringen zijn. Tussen wal en schip? Het lijkt of een groep kinderen buitenspel gezet wordt. Kinderen van tweeverdieners kunnen terecht in de kinderopvang. Hun ouders krijgen immers kinderopvangtoeslag. Kinderen van niet-werkende ouders moeten een taalachterstand hebben, om een deels betaalde plek in de voorschool te krijgen. Hoe zit het met de kinderen die geen taalachterstand hebben en van wie ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag? De VNG en andere belanghebbende partijen uit de sector hebben aangegeven voor alle kinderen een aanbod te willen doen. Het kabinet gaat met de VNG en met de branche in gesprek over een aanbod voor de groep kinderen die nu buiten de boot valt. KWALITEITSVERBETERING Hoewel de kinderdagopvang afgelopen jaar een lichte kwaliteitsverbetering vertoont, vindt minister Asscher dat er nog verbeterpunten zijn. Dit jaar wordt er onderzoek gedaan naar de kwaliteit van peuterspeelzalen. Het kabinet wil met branchepartijen afspraken maken over structurele scholing van pedagogisch medewerkers om kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling. Onderdeel van deze scholing moet een goede beheersing van de Nederlandse taal zijn. Een taalrijke omgeving is immers een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Daarnaast wil het kabinet dat er een betere mix van mbo- en hbo-functies komt op de werkvloer. Vanuit het werkveld is volop gereageerd op de brief van Asscher. Wil je de brief lezen en de reacties? Ga dan naar www.kinderopvangtotaal.nl en zoek op het Dossier ‘Naar een nieuw stelsel’. KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 21 Pientere PEUTERS METHODE VOOR GETALENTEERDE KINDEREN Sommige kinderen ontwikkelen zich sneller dan anderen. Fanny Cattenstart bedacht een methode om pientere peuters te herkennen en aan te sluiten bij hun talenten. TEKST FEMKE VAN DEN BERG FOTO’S RAYMOND VAN DER KNAAP D insdagmiddag 15.45 uur. Bij kinderdagverblijf De Hazelaar verkleden Elsa (3) en Mirthe (3) zich als prinsessen. ‘Wil je mij de paarse jurk geven met de zes lintjes eraan?’, vraagt Elsa aan Mirthe. Die duikt in de verkleedkist en haalt er een roze rok met stroken uit. ‘Nee, niet die,’ zegt Elsa beslist. ‘Ik wil de paarse.’ Mirthe doet een nieuwe poging en tovert een blauwe Doornroosje-jurk tevoorschijn. Elsa trekt een boze frons in haar voorhoofd. ‘Ik zeg toch de paarse!’ schreeuwt ze. ‘Waarom geef je die niet?!’ Ze geeft Mirthe een harde duw. Die begint van schrik te huilen. Pedagogisch medewerker Jeltsje zegt tegen haar collega Anne: ‘O jee, Elsa heeft weer een woedeuitbarsting. De derde al vandaag.’ Ze loopt naar de peuters toe, neemt Elsa apart en legt haar opnieuw uit dat ze andere kindjes geen pijn mag doen. Maar Elsa blijft boos. ‘Sociale vaardigheden zijn niet haar sterkste kant, hè?’ vindt Anne. Hoogbegaafd? Volgens talentbegeleider Fanny Cattenstart (van bureau Grip op Talent) is er met Elsa’s sociale vaardigheden niets mis. ‘Ze vraagt netjes wat ze hebben wil. Maar Mirthe begrijpt haar niet. De kleur paars en het getal zes kent zij nog niet.’ Elsa is verder in haar ontwikkeling dan Mirthe en de meeste andere leeftijdgenootjes; mogelijk is ze hoogbegaafd. 22 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 Jongens bouwen blokken na van spelkaarten. Met behulp van zo’n spel kun je zien hoe ver de kinderen zijn in hun ontwikkeling. ‘Dat kun je op jonge leeftijd niet met zekerheid vaststellen, maar je ziet al wel dat sommige kinderen een forse ontwikkelingsvoorsprong hebben,’ zegt Fanny. Als baby en dreumes zijn ze heel wakker, alert en energiek. Hun ontwikkeling verloopt vlot en ze hebben een sterke eigen wil. Als peuter vallen ze op door hun grote taalvaardigheid, opmerkzaamheid en behoefte aan autonomie. Meestal kennen ze al veel kleuren, cijfers en letters. Doordat ze voorlopen op hun leeftijdgenootjes, vaak ook sociaal, matchen deze kinderen meestal niet goed met de groep. En ze vervelen zich regelmatig. Dat kan zorgen voor frustratie, woede, verdriet, gedragsproblemen en later ook leer- en motivatieproblemen. ‘Het is belangrijk dat je als pm’er begrip toont voor wat het kind ervaart en benoemt waardoor dat komt,’ zegt Fanny. ‘Jeltsje kan bijvoorbeeld aan Elsa uitleggen dat niet alle kinderen dezelfde kennis hebben. Ook kan ze aangeven dat Elsa altijd om hulp mag vragen als het samenspelen niet goed lukt.’ Handvatten In 2013 ontwikkelde Fanny de methode Pientere Peuters. Deze helpt pm’ers bij het herkennen en stimuleren van talenten van (mogelijk) hoogbegaafde kinderen. De methode bevat achtergrondinformatie, tips om kinderen te observeren met gebruik van spelmateriaal, handreikingen voor de omgang met ouders en ideeën om de kinderen uit te dagen. ‘De aanpak is zeker niet bedoeld om kinderen het etiket “hoogbegaafd” op te plakken, maar wel om pm’ers handvatten te geven, zodat zij pientere kinderen beter kunnen begrijpen en begeleiden,’ zegt Fanny. Eerlijke antwoorden Kinderopvangorganisatie De Kleine Wereld (locatie Ceintuurbaan) in Amsterdam experimenteerde met Pientere peuters. ‘We zijn heel enthousiast’, vertelt assistent-vestigingsmanager Bianca Nouws. ‘We kijken nu anders naar álle kinderen in de groep en proberen gerichter aan te sluiten bij hun interesses en mogelijkheden. Ook zijn we er alerter op dat er hele slimme koppies tussen kunnen zitten.’ Bianca vertelt dat ze het gedrag van pientere peuters nu ook beter kan plaatsen: ‘Een kind uit mijn groep vroeg steeds veel aandacht van de pm’ers. Ik begrijp inmiddels beter waarom. Deze peuter had gewoon geen aansluiting met leeftijdgenootjes, doordat het cognitief ver voorliep.’ Fanny vertelt dat kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong zich vaker richten op volwassenen. Ze zijn nieuwsgierig, denken veel na en stellen vol- Een meisje speelt met kleurentorentjes. Aan haar verrichtingen kun je zien hoe ver ze is in haar ontwikkeling. wassenen graag ingewikkelde vragen. Fanny adviseert om hen eerlijke antwoorden te geven. ‘Zeg niet te gauw: daar ben jij te jong voor. Een kind dat complexe vragen stelt, is klaar voor complexe antwoorden.’ Stimuleren Bij De Kleine Wereld wordt bij de aanschaf van materialen tegenwoordig meer rekening gehouden met kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Ze kiezen bewust ook speelgoed dat bestemd is voor oudere kinderen, zoals smart games (logische denkpuzzels): ‘We gaven een kind laatst een puzzel voor kinderen van zeven jaar en ouder. Na dagen oefenen lukte het om de puzzel te maken. Dit kind had heerlijk gespeeld en was reuze trots.’ Kinderen die meer aankunnen kun je bovendien extra stimuleren door uitdagende activiteiten te koppelen aan ‘gewoon’ speelgoed, zoals blokken. Vraag een kind bijvoorbeeld eens om een kasteel te bouwen en laat hem dan de verschillen en overeenkomsten zoeken tussen zijn kasteel en de dierentuin die een ander kind maakte. Of geef een vrije knutselopdracht: leg papier, lijm en schaar neer en vraag kinderen iets te maken over het thema ‘winter’. Fanny: ‘Deze kinderen houden ervan een opdracht naar eigen inzicht uit te voeren.’ Schoolkeuze VVE-PROGRAMMA’S EN PIENTERE PEUTERS • Uk & Puk differentieert naar leeftijd en ontwikkeling. Bij iedere activiteit worden meerdere mogelijkheden beschreven om het niveau te verhogen. Zo kan de pm’er meer uitdaging bieden aan kinderen die een snellere ontwikkeling laten zien. • Piramide laat zien hoe je pientere kinderen signaleert. Met een geïntegreerde aanpak voor pientere kinderen daagt de pm’er kinderen op hun eigen niveau uit en stimuleert zij de brede ontwikkeling. Bij de uitvoering van activiteiten staat het (denk)proces centraal. Dat prikkelt pientere kinderen om te onderzoeken. • Uitgangspunt van Kaleidoscoop is dat je als pm’er ieder kind begeleidt en stimuleert tot actief leren en het aanbod afstemt op zijn interesses, niveau en behoeften. Door een rijke speelleeromgeving en een uitdagend dagschema met interessante activiteiten aan te bieden, komen ook (hoog)begaafde kinderen aan hun trekken. Bij Pientere Peuters hoort een overzicht van wat een kind moet kennen en kunnen op het moment dat het naar het basisonderwijs gaat. ‘Dat geeft houvast bij het vaststellen van een voorsprong,’ vindt Marjolein Tijsterman, pedagoog bij De Kleine Wereld. ‘Ook helpt het in het gesprek met ouders. Met het overzicht kun je beter aangeven hoe ver een kind voorloopt. Ouders kunnen daar dan rekening mee houden en bijvoorbeeld een basisschool kiezen die de behoeften van begaafde kinderen begrijpt.’ < MEER INFORMATIE: WWW.GRIPOPTALENT.NL KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 23 Onze nieuwe COLUMNIST Na onze oproep oeep voor een nieuwe columnist kwamen er verrassend veel leuke columns binnen. We hebben Dorien Gerritsen als winnaar gekozen; de komende 10 nummers lees je op deze plek een column van haar hand. Er kan helaas maar één winnaar zijn, maar drie andere inzendingen, van René Dubelaar, Marianne Faassen en Sylvana Snijder, willen we je niet onthouden. Daarom kun je in dit nummer ook hún columns lezen. Omdat ze wat ons betreft een eervolle vermelding verdienen. EEN GEKLEURDE GROEP DOOR DORIEN GERRITSEN Een paar maanden geleden ben ik aan een nieuw avontuur op een ander kinderdagverblijf begonnen. Tegelijk met Davu: een acht maanden oude, Afrikaans baby. Lekkere spekbenen en wangen om in te bijten. Davu krijgt papflessen, veel papflessen. ‘Lieve Davu mag geen honger hebben en als hij huilt, helpt de fles hem. Oh en voor het slapen mag er ook een fles in, daar slaapt Davu beter van.’ Mama vertrekt en ik verwerk even de flesseninformatie. Gaandeweg leren Davu en ik elkaar beter kennen, net als mama en ik. Moeder spreekt slecht Nederlands en ook het cultuurverschil maakt dat het meer tijd kost om haar vertrouwen te winnen. Ze stelt zich elke week meer open, we komen er wel. Hij heeft hier niet zoveel zin in de flessen en graait naar stukjes fruit en brood die zijn vriendjes oppeuzelen. Als ik dit met moeder bespreek en haar een voedingsschema van de groep meegeef, raakt ze lichtelijk in paniek. ‘Moet hij één fles op? Weinig is niet goed, moet eten!’ Ik blijf de flessen geven. Het is haar kind en zij bepaalt uiteindelijk wat hij eet en drinkt. Het is mij duidelijk dat voeding in deze cultuur een belangrijke rol speelt. Maar na een week gaat Davu spugen na de fles. Het lijkt teveel. Moeder komt hem halen en herkent het spugen van thuis. Ik probeer moeder met een oplossing te laten komen en stel haar een vraag: ‘Hij is niet ziek hè? Wat zou het kunnen zijn dat Davu na zijn fles spuugt en niet na het andere voedsel?’ Na een stilte zegt moeder dat één fles genoeg is, mits hij écht, écht genoeg eet. Ik bied aan om hem hier ’s middags groente te geven. Er ontstaat een glimlach bij moeder en ze slaakt een grote zucht. ‘Ja, dat is goed… Helemaal goed.’ De winnende column 24 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 ‘IK WERK VANUIT HET HART VOOR KINDEREN’ Eervolle vermelding Dorien Gerritsen: ‘Ik tel 32 lentes en woon sinds drie jaar in Hilversum met mijn partner en (stief)kindje van 6. Lange tijd reisde ik de wereld over. Zo heb ik tweemaal zes maanden op Curaçao en Java gewoond, waar ik werkte als au-pair en klassenassistent. Dat waren fantastische ervaringen. Jarenlang werkte ik in Veenendaal op een babygroep en daarna in Hilversum op een peutergroep. In 2012 heb ik de opleiding voor gezins- en opvoedcoach afgerond. Door de crisis werd mijn contract in juli niet omgezet in een vaste aanstelling; ik kreeg de gebruikelijke time-out. Ik zette Opvoedwijs op, een eigen bedrijf in opvoedondersteuning (zie www.opvoedwijs.nl), en begeleid nu een à twee dagen per week ouders die worstelen met opvoedvragen. Ook vond ik gelukkig snel weer fulltime werk bij kinderopvang “De gouden sleutel” in Hilversum, op een verticale groep. Collega’s zullen mij omschrijven als oplettend, gek en gedreven. Ik werk vanuit het hart voor kinderen. Met mijn column hoop ik ouders, collega’s een kijkje in de kinderopvangkeuken te geven.’ Zomaar een dagje op de kinderopvang DOOR RENÉ DUBELAAR, PEDAGOGISCH MEDEWERKER OP STOOM Het is zomervakantie en de kinderopvang is de hele dag open. Ik heb dus een lange werkdag voor de boeg. Het is de eerste keer dat ik als kersvers gediplomeerd pedagogisch medewerker meehelp met een lunch. Er zijn ongeveer 40 kinderen verdeeld over vier tafels. ‘Mijn’ tafel heeft ongeveer tien jonge kinderen, vanaf 4 jaar en ouder. Ik voel mij nog wat onwennig. Helpen boterhammen smeren en bekers water/melk inschenken? Het doet mij even terugdenken aan mijn opleiding SPW4. Voor de beeldvorming: ik heb een scholingsproject naar onderwijsassistent gevolgd wegens een grote bankenreorganisatie/fusie. Op mijn vijftigste, zelf vader van een puber, wilde ik heel graag deze opleiding volgen. Na anderhalf jaar studieboeken en stagelopen op een basisschool had ik het papiertje op zak. En ja, meester René klinkt wel, toch? Terug naar mijn tafel. Ik zie een meisje in een wolk van gestampte muisjes een enorme hap van haar boterham nemen, een ander heeft chocoladepasta tot aan de oren en eentje zit met z’n vinger in de pindakaaspot. Het zijn lange tafels en ik zit aan het hoofd. Tja, als meester mag je toch wel een vooraanstaande plaats aan tafel hebben? Nu zie ik een jong ventje dat zijn boterham zelf gesmeerd heeft; eerder geplamuurd. In zijn handjes de chocoladehagelslag en met een zeer geconcentreerd gezicht de doos boven zijn boterham aan het legen. Ik zie de boterham verdwijnen onder een enorme berg chocoladekorrels. Glunderend kijkt-ie mij aan. De moed zinkt mij in de schoenen. Ligt hier dan echt mijn nieuwe toekomst? Opeens wordt er zachtjes op mijn arm getikt. Ik kijk opzij en zie het meisje met het ‘wit gestampte muisjes-gezicht’. Ze vraagt: ‘Burgemeester, kan je mijn schoenveter strikken?’ KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 25 Eervolle vermelding Barbie en Ken DOOR MARIANNE FAASSEN-TEEUWEN, PEDAGOGISCH MEDEWERKER OP STOOM Ons huis voelt en lijkt leeg zonder de kinderen. Mijn zoon en dochter wonen sinds een paar maanden allebei op kamers. In de slaapkamers is het nog steeds een drukke boel, de kamers staan bomvol verleden tijd. Mijn man zegt vaak dat ik spulletjes moet wegdoen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Aan alles kleeft wel een mooie, warme, lollige of belangrijke herinnering. Het speelgoed is stil, maar weggooien voelt als verraad. Vooral na het zien van Toy Story. Wie durft nu nog speelgoed weg te doen? Speelgoed heeft ook gevoel! De kinderen op de bso vertel ik over de barbies van mijn dochter. Hoe ze met de poppen speelde en welke namen ze hen gaf. ‘Juffie, mogen wij er een keer mee spelen?’ Ik word blij van deze vraag en vind het een heel prettig idee. ’s Avonds duik ik de kast in en pak de barbie-doos. Daar liggen ze dan, boven op elkaar, de een keurig in haar bruidskleding, de ander zonder benen. Ik heb een vrolijke boodschap: ‘Jullie mogen met me mee.’ Eerst moet ik ze fatsoeneren. Daar zit ik dan op de grond met alle Barbies, Ken’s en de ukkies om me heen. Ik word overmand door herinneringen. De eerste tranen kan ik moeilijk weerstaan. Kom op, aankleden en vertroetelen! Na een klein uurtje zien ze er weer prachtig uit. Bruidje-, Zeemeermin-, Mode-, Prinses Barbie, Beach Ken en de kleine Kelly´s hebben er zin in. De bso-meisjes komen direct op me afrennen. ‘Juf, heb je de barbies mee?’ De barbies worden voorzichtig uit de tas gehaald en geven uren spelplezier. Wat heerlijk om te zien en te horen, al dat gebabbel. Barbie en Ken leven weer! 26 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 Eervolle vermelding De eerste dag DOOR SYLVANA SNIJDER, PEDAGOGISCH MEDEWERKER EN MANAGER DE DROOM KINDERDAGVERBLIJVEN Als ze de groep op stapt, is de spanning van haar gezicht af te lezen. Ze kijkt om zich heen en weet niet zo goed wat ze zal doen. ‘Goeiemorgen!’ zeg ik, terwijl ik voor het raam een ouder uitzwaai. ‘Goeiemorgen...’ antwoordt ze. Ze kijkt nog steeds om zich heen. Het jongetje klemt ze stevig in haar armen. Ik probeer haar gerust te stellen, ik snap hoe ze zich voelt. Je kind voor het eerst wegbrengen naar een kinderdagverblijf is niet makkelijk, hoe leuk en gezellig het er ook uitziet op de groep. Ze zet het jongetje op de grond. Hij blijft staan en kijkt naar de spelende kinderen, zij doet hetzelfde. Ik pak hem bij zijn hand en vraag of hij misschien ook naar mama wil zwaaien. Hij zegt niets, maar zij knikt en zegt: ‘Dat lijkt me wel een goed idee.’ Ze geeft hem een knuffel en loopt naar de deur. Ik zeg haar dat ze altijd mag bellen om te vragen hoe het gaat. We zwaaien, ze gaat naar school en het jongetje en ik gaan samen op de grond zitten. ‘En nu?’ lijkt hij te denken. Na 5 minuten speelt hij met de auto’s, na 10 minuten klimt hij van m’n schoot en loopt naar de glijbaan. Na 15 minuten zie ik een lachende peuter. Hij vindt het leuk! Ik denk aan zijn moeder, hoe lastig ze het vond om weg te gaan. En ik maak een foto van haar lachende zoontje, voor in de fototrein. Hij hoort er nu ook bij! Ze belt die dag twee keer en beide keren kan ik haar vertellen dat het goed gaat, dat hij het naar zijn zin heeft en heerlijk speelt. Als ze hem die middag ophaalt – eerder dan verwacht – ziet ze er opgelucht uit. Ze knuffelt haar mannetje weer, en deze keer lachen ze allebei. PIKLER geeft een andere kijk op kinderen Je opvoeding en opleiding bepalen je ‘kindbeeld’ en hoe je nu zelf met kinderen omgaat. Onderstaande voorbeelden gaan uit van een verschillend kindbeeld. Welk beeld spreekt je aan? Voorbeeld 1: Tim, 14 maanden, trekt zich op aan de bak met houten treinrails. ‘Goed zo,’ zegt Rachel (stagiaire). Tim kijkt naar Rachel en pakt een stuk rails. ‘Goed zo.’ Tim haalt meer rails uit de bak. ‘Wil je met de trein spelen?’ Rachel begint enthousiast de baan in elkaar te zetten terwijl Tim de bak verder leegruimt. ‘Goed zo,’ zegt Rachel weer. Als de treinbaan klaar is, loopt ze weg. Wanneer ze terugkomt met het treintje heeft Tim de treinbaan gedeeltelijk afgebroken en doet de rails in de bak. ‘Heb je de rails stukgemaakt? We gingen toch treintje rijden?’ Behendig repareert ze de baan en laat Tim zien hoe het treintje rijdt. Ze zingt daarbij een liedje over de verschillende kleuren van de wagonnetjes. Tim lacht, gaat zitten en kijkt hoe Rachel speelt. Voorbeeld 2: Tim, 14 maanden, trekt zich op aan de bak met houten treinrails. ‘Ja, Tim je hebt je opgetrokken,’ zegt pedagogisch medewerker Hanna. Tim lacht naar haar en pakt een stuk rails. ‘Je speelt met de rails.’ Tim haalt meer rails uit de bak. Hanna loopt weg en komt terug met een grote handtas die ze naast Tim legt. Als hij haar aankijkt, zegt ze: ‘Ik heb de grote tas naast je neergelegd.’ Tim lacht, gaat op zijn knieën zitten en begint geconcentreerd de rails in de tas te doen, daarna schudt hij de tas leeg boven de bak, pakt twee rails, slaat ze tegen elkaar en ruimt dan opnieuw de bak leeg en vult de tas. Hanna kijkt vanaf een afstandje hoe Tim speelt. Hedie Meyling, Emmi Pikler Stichting Nederland: ‘De overeenkomst tussen deze twee voorbeelden is dat Tim aandacht van de volwassene krijgt. Hij heeft speelgoed, kan zich vrij bewegen; kortom Tim is tevreden. Het verschil is dat Rachel en Hanna een ander “kindbeeld” hebben. Rachel leert op het ROC om kinderen te stimuleren en te prijzen. Hanna leerde van haar leidinggevende (Pikler Pedagoog) om het kind eerst te observeren. Hanna kijkt waar Tim is in zijn spelontwikkeling - in en uit doen en geeft hem voldoende materiaal om dat op zijn manier te kunnen oefenen. Zo leert hij vanuit eigen initiatief en in eigen tempo te leren. Hoe fijn is het voor Tim als hij zelf mag ontdekken hoe rails in elkaar passen op het moment dat hij er aan toe is. Dit beïnvloedt Tims zelfbeeld, zijn gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen voor het leven. Hanna’s andere kijk op kinderen bepaalt ook de manier waarop ze Tim verzorgt. Dit alles geeft haar meer voldoening in haar werk. Daarom wil zij de Pikler Opleiding volgen, om nog meer over kinderen en zichzelf te leren.’ < PIKLER OPLEIDING In maart 2014 begint de Pikler Opleiding. Deze parttime opleiding is geschikt voor leidinggevenden, pedagogen en pedagogisch medewerkers. Kijk op www.pikler.nl voor meer informatie. KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 27 Altijd al eens een vakblad willen proberen? Neem nu een introductieabonnement* op je favoriete vakblad en profiteer van de korting. * Hierna loopt het abonnement verder als een jaarabonnement met 25% korting. Wenst u niet te continueren dan kunt u voor ontvangst van het laatste nummer opzeggen. www.winteractie.reedbusiness.nl Profiteer nu van ons warme aanbod! 3 nummers voor slechts €10,- KINDEROPVANG Kinderopvang stimuleert jou als pedagogisch medewerker het beste uit jezelf te halen! Kinderopvang is inspirerend, betrouwbaar en praktisch. Bel 0314-358 358 of bestel online via www.winteractie.reedbusiness.nl MANAGEMENT KINDEROPVANG Management Kinderopvang is uw brug tussen beleid & uitvoering! Het blad bericht over de ontwikkelingen in de branche, bedrijfsvoering en maakt hierbij ook de vertaalslag naar de dagelijkse praktijk in de kindercentra. DE GASTOUDER Het belang van het pedagogisch kader In deze rubriek belicht de Gastouderacademie telkens een hoofdstuk uit het pedagogisch kader voor de gastouderopvang. Deze eerste keer: het belang van het pedagogisch kader. TEKST CLARINE DE LEVE EN HELEEN ABRAHAMSE (GASTOUDERACADEMIE VAN VYVOJ, ONDERZOEKEN, OPLEIDEN EN VERNIEUWING) Goede opvang bieden doe je niet zo maar. Geen kind en familie is gelijk. Elke dag is anders. Bij een gastouder krijgt het kind de gelegenheid om nieuwe dingen mee te maken. En als er meerdere kinderen zijn, leert het met andere kinderen om te gaan, samen te spelen en nog veel meer. Tussendoor organiseert de gastouder haar eigen gezin of het huishouden van de ouder(s). Dat is toch niks bijzonders? Dat deden de volwassenen in grote gezinnen vroeger toch ook? Het verschil tussen toen en nu, is dat het niet om de opvoeding van de eigen kinderen gaat. Dat je niet bijvoorbeeld als familielid of buurvrouw even op de kinderen van een ander past, maar als gastouder met kennis van zaken en betrokkenheid bij het kind. Hoe kun je dit op een verantwoorde manier doen? Daarvoor is het Pedagogisch kader gastouderopvang ontwikkeld. Het biedt praktische informatie en achtergrondkennis, waarmee gastouderbureaus en gastouders kunnen nadenken over de manier waarop zij de opvang willen organiseren en inhoud geven. Het pedagogisch kader biedt een leidraad voor het pedagogisch beleidsplan van het gastouderbureau, het dagprogramma tijdens de opvang, en onderwerpen voor deskundigheidsbevordering. En niet in de laatste plaats: veel stof voor gesprekken met ouders en collega-gastouders. 30 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 Wat vinden gastouders ervan? Dineke Korf, gastouderbureau De Bult: ‘Door het pedagogisch kader kun je als gastouderbureau echt ergens voor staan. Ik ben nu minder “bang” om ons pedagogisch beleid uit te leggen.’ Heidi Loosman, Gastouderbureau De Bult: ‘Ik ben er meer over gaan nadenken en ga nu in het beleidsplan specifieker beschrijven hoe er wordt gewerkt.’ MIJN TIP ‘Gebruik het pedagogisch kader als inspiratiebron om te beschrijven waar je als bureau echt voor staat en durf je daarin te onderscheiden. Hoe ik dat zelf doe? Aan de hand van de vier pedagogische doelen en daarbinnen de interactievaardigheden schrijf ik een specifiek pedagogisch plan. Daarmee kan ik de ouders concreet duidelijk maken wat ik van hen verwacht tijdens de opvang. Er is ruimte voor eigen ontwikkeling, niet alleen van de kinderen, maar ook van de gastouders. Daarvoor geef ik dankzij het pedagogisch kader praktische handvatten.’ HANNEKE MARKHORST – VAN KESTEREN GASTOUDERBUREAU BLOEI MIJN PASSIE ‘Kinderopvang en school worden gelijkwaardige partners’ René Spieringhs (36) is pedagogisch medewerker bij bso Rendierhof in Tilburg. Een gedreven vakman. Hij zit in de projectgroep IKC, woonde de hoorzittingen over de kinderopvang bij in Den Haag én is raadslid voor de SP in Tilburg. TEKST CARLA OVERDUIN FOTO JOOP WEVER IKC: ‘We zijn al negen jaar gevestigd in basisschool Rendierhof en werkten altijd al veel samen, maar nu formaliseren we dat in een Integraal Kindcentrum. In augustus zijn we een pilot begonnen voor intensieve samenwerking waarbij op termijn kinderopvang en school gelijkwaardige partners worden.’ Concreet: ‘Onze bso is gericht op ontdekken. We hebben bijvoorbeeld een lab om proefjes te doen en computers uit elkaar te halen. Als wij er niet zijn, kan de school dit gebruiken. Ander voorbeeld: wij begeleiden kinderen met huiswerk, maar dat is soms best ingewikkeld. De lijnen zijn dusdanig kort dat we snel bij een leerkracht kunnen aankloppen voor uitleg of dat een docent naar de bso komt.’ Doorgaande lijn: ‘Dat is het streven bij onder meer cultuureducatie. Neem een thema zoals “Speelgoed, vroeger en nu”. De school behandelt de theorie en in de bso gaan we aan de slag om speelgoed te maken of bezoeken we het speelgoedmuseum.’ Toegankelijk: ‘Naar mijn idee moet het aanbod binnen een IKC voor iedereen toegankelijk zijn, dus ook de bso. Kinderen die geen kinderopvang afnemen, moeten zich wel voor bso-projecten kunnen inschrijven. Zo willen we kinderen met achterstanden in taal of sociale vaardigheden in de zomermaanden uitnodigen voor twee weken Summer School waarbij ze spelend leren. Hiervoor hebben we bij de gemeente een subsidieaanvraag ingediend.’ -ETENßWETENßENßVERBETERENßVANßDEß KWALITEITßVANßUWßKINDEROPVANG Mijn ideaalbeeld is een kindercentrum waarbij vrije tijd en educatie elkaar afwisselen -ETß6ERBETER-ETERß $IRECTßAANßDEßSLAGß Øß6ERGELIJKINGß VANßUWßRESULTATENßMETßANDEREßKINDEROPVANGORGANISATIESß INßDEßGROOTSTEßBENCHMARKßVANß.EDERLANDß Øß/NTWIKKELDß SAMENßMETßDEßKINDEROPVANGBRANCHEß Øß!UTOMATISCHß CONTINUßENßPERIODIEKßONDERZOEKß Øß6RAGENLIJSTENßNAARß EIGENßWENSENßAANPASSENß Øß!UTOMATISCHEßRAPPORßTAGES -EERßWETENß +IJKßOPßWWWVERBETERMETERNLß 6ERBETER?METER /FßNEEMßCONTACTßOPßß VERBETERMETER VANGORCUMNL SP: ‘Ik heb jeugd, onderwijs en sport in mijn pakket. De SP wil dat iedereen mag meedoen in onze samenleving. In deze crisistijd vallen steeds meer mensen buiten de boot. Ik vind dat kinderen overal aan moeten kunnen meedoen.’ Ideaal: ‘Mijn ideaalbeeld is een kindercentrum waarbij vrije tijd en educatie elkaar afwisselen. Een paar lesuren, dan een uur toneel, gevolgd door enkele lesuren en daarna buiten sporten. Dan volg je beter het bioritme van een kind.’ Zwabberbeleid: ‘Een ramp voor de kinderopvang. Eerst betaalde de overheid te ruim, vervolgens die desastreuze afbreuk. Er is gelukkig een trendbreuk merkbaar; ik hoop dat de geldstroom vanaf 2014 stabiliseert. Anders kunnen we nooit vooruit plannen.’ < JIJ OF JE COLLEGA OOK IN DEZE RUBRIEK? STUUR EEN MAIL NAAR DE REDACTIE: [email protected] O.V.V. ‘MIJN PASSIE’ KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 31 VAN 2 TOT 4 JAAR HET BELANG VAN 0 TOT 2 JAAR LESSEN UIT HET BOEK SPEELS, LIEFDEVOL EN VAKKUNDIG van vriendschap IN DE GROEP Vriendjes halen het beste in elkaar naar boven. Ze dagen elkaar uit, helpen elkaar en leren met elkaar rekening houden. Hoe schep je als pm’er een positief klimaat voor het creëren van vriendschappen? Deel 4 van de lessen uit het boek Speels, liefdevol en vakkundig. TEKST HELEEN VAN DER VELD FOTO WILBERT VAN WOENSEL K inderen van dezelfde leeftijd zoeken elkaar graag op. Vanaf drie jaar gaan ze wat vaker spelen met kinderen van hetzelfde geslacht, vooral bij activiteiten die worden gezien als ‘typisch’ voor jongens of voor meisjes. Zelden zullen twee meiden samen de auto’s uit de garage rijden; als een meisje met auto’s speelt is dat in de regel met 32 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 een jongen. Activiteiten als puzzelen, tekenen en buiten spelen doen jongens en meisjes graag met elkaar. Voor kinderen op het kinderdagverblijf speelt de culturele achtergrond niet mee bij het sluiten van vriendschappen. Vooral het delen van interesses, geslacht en leeftijd is bepalend. Kinderen die bevriend zijn, tonen hun affectie door elkaar te omhelzen, te aaien, intensief samen te spelen en door koosnaampjes te gebruiken als Emmaatje, Paul, PauliePaul. Ze spelen graag dezelfde spelletjes en lachen veel samen. De invloed van de groepsindeling Pedagogisch medewerkers hebben een grote invloed op het ontstaan en behouden van kindervriendschappen. Dat begint al met de manier waarop de groepen zijn ingedeeld, horizontaal of verticaal. Omdat er in een verticale groep minder kinderen van dezelfde leeftijd zitten, is de kans op een hechte vriendschap kleiner. Dat geldt ook voor groepen met een wisselende bezetting. Vriendschap sluiten kost tijd. Kinderen die vanaf hun babytijd tot hun tweede jaar in een vaste groep zitten zijn beter in staat vriendschappen te sluiten dan kinderen die in die periode van groep gewisseld zijn. Vriendschappen die in de babytijd ontstaan kunnen jaren duren, mits ze de vriendschap kunnen onderhouden. WEETJES OVER PEUTERVRIENDSCHAPPEN • Ieder kind vindt het fijn om bij de groep te horen en daarnaast vrienden te maken. • Vriendschappen ontstaan vooral bij gelijke interesse. • 75% van de driejarigen speelt typische jongens en meisjesdingen het liefst met iemand van de eigen sekse. • Kindervriendschappen hebben een positieve invloed op empathie, hulpvaardigheden en cognitieve vaardigheden. • Als de groepssamenstelling vaak verandert, hebben vriendschappen minder kans. En als twee subgroepen voortdurend met elkaar botsen, komt dat het wij-gevoel niet ten goede. Voor de pedagogisch medewerker is zo’n situatie lastig, omdat er zoveel kinderen bij betrokken zijn. Onderlinge verhoudingen Hou bij het verplaatsen van kinderen, bijvoorbeeld van een dreumesgroep naar de peutergroep, rekening met bestaande vriendschappen en bekijk per geval of je die vriendschap intact laat of juist niet. Het kan even duren voor je in de gaten hebt dat één kind dominant is en het andere kind afwijst of overschaduwt. Kijk daarom goed naar de onderlinge verhoudingen en volg de gesprekken zo nu en dan kritisch. Zoals tussen Adriaan en Teun, waarbij Teun steeds zinnetjes te horen krijgt als ‘Jij bent alleen mijn vriend, als ik op jouw fiets mag.’ Als deze situatie voortduurt, zou je – in samenspraak met de ouders – de kinderen kunnen scheiden als ze naar een volgende groep gaan. Het wij-gevoel Kinderen maken graag deel uit van een groep. Ze zijn gevoelig voor een goede algemene sfeer. Dan pas ontstaat het wij-gevoel en zijn ze in staat vriendschappen te sluiten. Vanaf drie jaar ontstaan er subgroepen, soms complex van aard. Is er bijvoorbeeld een leider bij wie anderen in de gunst willen komen, dan gaat dat niet altijd zonder slag of stoot. ZO BEVORDER JE HET WIJ-GEVOEL • Benader het kind als persoon en als lid van de groep. • Zing en dans met de kinderen en vier samen feest. • Geef kinderen de kans om te helpen en mee te denken aan oplossingen. • Maak samen met de kinderen rituelen. Kijken naar de groep als geheel Bij problemen in de groep is het verleidelijk om een kind als schuldige aan te wijzen. Zo verdeel je ongemerkt de groep in ‘leuke’ en ‘moeilijke’ kinderen. Maar het terechtwijzen of apart zetten van kinderen heeft geen effect in een groep waar het wij-gevoel ontbreekt. Om het wij-gevoel terug te krijgen in de groep, moet je juist naar de groep als geheel kijken. Neem bijvoorbeeld Jeroen. Hij is een gevoelig kind en als hij geïrriteerd is, wordt hij agressief. De pedagogisch medewerkers ergeren zich aan Jeroen en geven hem bijna automatisch de schuld van elk conflict dat zich in zijn buurt afspeelt. De andere kinderen begrijpen dat en weten dat ze ongestraft het speelgoed van Jeroen kunnen afpakken. Pas als de pm’ers dit gevoelige kind gaan steunen, wordt het rustiger en wordt het moeilijke gedrag in de groep minder. Het geheim van een positieve groep In een positieve groep zorgt de pm’er dat alle kinderen oog hebben voor elkaar. Bij verdriet nodigt ze de kinderen uit elkaar te troosten, door ze te betrekken bij moeilijke of verdrietige situaties. Door gebruik te maken van de sociale drang van kinderen om te helpen – en ze daarvoor ruim te complimenteren – creëer je dat wij-gevoel. Ook rust en duidelijkheid zijn belangrijk voor een positieve sfeer. Als kinderen weten waar ze aan toe zijn, voelen ze zich veilig. Het is – op elk niveau – daarom slim de regels te benoemen. Tijdens elke knutselactiviteit kun je benadrukken dat het fijn is om te werken als het een beetje stil is. De kinderen zullen dat na verloop van tijd ook zelf ervaren. Samen spelen en plezier maken, dat maakt een fijne groep. < KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 33 Weekprogramma 03 tot en met 07 Februari Hallo allemaal, Voor ouders is het fijn om te weten wat hun kinderen zoal doen op de bso. Dat kun je ze laten weten in een weekprogramma. Voor pm’ers geeft zo’n programma bovendien structuur. En als je de activiteiten zo ‘groen’ mogelijk maakt, ben je ook nog eens duurzaam bezig! Op deze pagina’s tref je een voorbeeldprogramma aan, met een activiteit uitgelicht. Dit jaar is het jaar van de Groene Kinderopvang. Deze week gaan we aan de slag met activiteiten waarmee we de kinderopvang kunnen verduurzam en. Dit doen we onder andere door energ ie te besparen. Woensdag 5 februari 13:30 uur We gebruiken alledaagse spullen die je normaal gesproken misschien wel weg zou gooien. Ook gaan we op stap naar de boerderij in de buurt om te ontde kken dat wat je van dichtbij haalt, heel lekker , gezond en duurzaam is! Groetjes, Het BSO-Team Donderdag 6 februari 16:00 uur Maandag 3 februari 16:00 uur 16:00 uur 16:30 uur Vrijdag 7 februari 16:00 uur Sokkenslang; tochtstopper Oude sokken met een gaatje niet weggooien maar meenemen! We gaan ze gebruiken voor het maken van een super slang. Wel graag even de sokken wassen. Blikken Lantaarns Nog lege blikken thuis? Niet weggooien! We maken er sfeerlic htjes van. 16:00 uur Vul je schatkist! Ga je niet creatief aan de slag met het maken van een bliktelefoon? Ga dan mee naar buiten. Neem van huis een leeg eierdoosje mee als je die nog hebt. Dit wordt jouw schatkist die je nodig hebt voor het volbrengen van een zoekopdracht. Spel: Land, lucht, water Dinsdag 4 februari Terug in de tijd: Bliktelefoon Een experiment; kun je telefoneren met behulp van blikken? We gaan het testen....heb je thuis nog lege blikken ? Maak ze vast schoon en neem ze mee. Libelle maken We zoeken plastic doppen, verschillende andere plastic vorme n en plastic flesjes. Neem je wat mee van huis? Dan maken wij hier dat typische insect met bijzondere ogen. Let op; het is een beetje een technisch werkje dus zeker ook leuk voor jongens! Heb jij een goed reactievermogen? En kennis van het land, de lucht en het water? Dan is dit spel ideaal voor jou! 16:00 uur Op stap naar de Bio boerderij! Voor alle ouders: vandaag kunt u bij ons op de BSO een lijst meenemen met daarop een overzicht van alle groentes per seizoen. Zo kunt u duurzaam groente en fruit inkope n. Ook krijgt u de recepten mee van wat de kinderen vandaag gemaakt hebbe n met het fruit en groente van de boerderij. Zelf yoghurt maken Leuk om te leren en als je eenma al weet hoe het moet kun je het thuis nog veel vaker doen! WEEKPROGRAMMA BSO www.doenkids.nl M et een weekprogramma maak je voor ouders veel makkelijker zichtbaar wat je allemaal doet. Via de Activitheek kun je je eigen activiteitenprogramma wekelijks in een handomdraai samenstellen. De Activitheek heeft een 34 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 database met ruim 600 activiteiten op het gebied van sport, spel, creativiteit, drama, techniek, chemie, natuur en koken. Deze activiteiten bieden veel inspiratie en kant-en-klare draaiboeken en er is ook volop ruimte voor je eigen creativiteit. Tip: maak elke week een programma MEER INFO: WWW.DOENKIDS.NL. DE GROENE EN DUURZAME ACTIVITEITEN ZIJN SAMENGESTELD IN SAMENWERKING MET DE GROENE GIRAF, EEN ORGANISATIE DIE KINDEROPVANGONDERNEMERS HELPT BIJ HET DUURZAMER ONDERNEMEN (WWW.DEGROENEGIRAF.NL). Het weekprogramma op de pagina hiernaast met groene activiteiten is samengesteld door Doenkids en De Groene Giraf. Het programma is voor lezers van Kinderopvang gratis te downloaden op www.kinderopvangtotaal.nl/activitheek. Blikken lantaarns Deze lichtjes kun je maken met behulp van de vrieskou buiten! Hiervoor heb je nodig: • Lege (conserven)blikken • Hamer • Spijker • Verf • Penseel • IJzerdraad • Tangetje • Vorst (of een diepvries) Start ruim van tevoren met het verzamelen van lege blikken. Vul ze met water en zet ze in de diepvries. Vriest het? Zet de blikjes dan gewoon buiten neer! De lantaarns maak je als volgt: 1. Verwijder de etiketten van het blikje, vul het met water en zet het in de vriezer (of buiten als het stevig vriest!). Doordat het water een ijsmassa wordt, kun je straks gemakkelijk met de spijkers patronen slaan in het blikje. 2. Als het water bevroren is, haal je het blikje uit de vriezer en sla je met een hamer en een spijker een gat in het midden aan de bovenkant. Draai het blikje om en maak een gat recht tegenover het eerste gat. Dit is straks om met een ijzerdraadje het blikje op te kunnen hangen. 3. Maak nu een ontwerp met een spijker en een hamer, eventueel kun je het ook eerst tekenen met een stift. Een vorm van een hartje of sterretje is bijvoorbeeld leuk! 4. Wanneer je ontwerp klaar is laat je het ijs smelten en droog je het blikje. 5. Als je het blikje omdraait zie je aan de onderkant een bobbel, dit komt door het bevriezen van het water en is makkelijk op te lossen met een klap van de hamer. Je deukt het blikje dus gewoon weer terug in de oude vorm. 6. Knip een stuk ijzerdraad af van 30 cm. Buig de uiteinden met een tang in de vorm van een haak en stop ze in de gaten die je aan de bovenkant gemaakt hebt. Hiermee kun je het blikje ophangen. 7. Pak nu de verf, verf meerdere lagen over de lantaarn en het handvat. Buitenlak werkt het best, maar je kunt ook normale verf gebruiken. 8. Stop een waxinelichtje in de lantaarn als de lak droog is. < KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 35 KIDS ACTIEF SAMENSTELLING CARLA OVERDUIN THEMA: LESJE LIJF Wees goed voor je lijf, is de boodschap aan kinderen. In Amsterdam werd recent het boekje Het blije bordje van Bobbie over beter eten in ouder- en kindcentra uitgedeeld. Een onderwerp waarbij ook de kinderopvang een rol heeft. Neem als thema daarom eens ‘Lesje lijf’. Een week waarin alles over het lichaam en gezondheid centraal staat. Kinderen leren hoe hun lijf werkt, hoe het reageert en hoe ze het beter kunnen gebruiken. Benader het onderwerp positief, dus hoe prachtig ons lichaam in elkaar steekt en hoe we er heel lief voor kunnen zijn. ALLE LEEFTIJDEN Meten is weten Hang een meetlat aan de muur en zorg dat er ruimte is om er de namen van de kinderen naast te schrijven. Eén voor één gaan de kinderen met hun rug tegen de muur staan en worden ze gemeten. De namen komen naast de lengte. Ook de pedagogisch medewerker doet mee. Je kunt na een paar maanden nogmaals meten. Wie is er gegroeid? Een uitdaging: laat één van de oudere kinderen proberen om de kinderen op een rijtje te zijn van klein naar groot. • Leg deze week de nadruk op gezond eten. Houd het eenvoudig, focus op groenten en fruit. Maak samen kleurrijke fruitsalades en kook samen een gezond soepje. • Bewegen hoort erbij. Doe kniebuigingen, rek- en strekoefeningen of trimmen-op-de-plaats voor elk spelletje, voorlezen of kringgesprek. • Verzamel posters van het menselijk lichaam. Je kunt ook van alles van internet printen. De doorsnee van een oog, plaatjes van hersenen en hoe zien darmen er eigenlijk uit? Grote posters zijn natuurlijk het handigst om mee te decoreren. Medische organisaties en dokters hebben wellicht oud materiaal. • Laat de kinderen alles wat met het lichaam te maken heeft knippen uit oude magazines. Oren, hoofden, neuzen, armen, benen. Maak verzamelcollages op grote vellen papier. Eén met hoofden, één met haren, et cetera. Decoreer de wanden hiermee. • Met handen en voeten kun je prima stempelen. Combineer waterverf met blote handen en voeten en stempel een paar fraaie decoraties bij elkaar. 4 TOT 6 JAAR Bevroren dans ALLE LEEFTIJDEN Muziek maken met je lijf Je lijf wordt helemaal blij van muziek. Je kunt met je lichaam geluiden maken en dansen. Daag de kinderen uit met een zacht muziekje op de achtergrond. Welke geluiden kun je maken, probeer om beurten een geluid. Klappen in de handen, sissen, fluiten, zuchten, zingen, klakken met je tong, knippen met je vingers, stampen met je voeten. Maak geluiden op de muziek, zodat het een heel lichaamsorkest wordt. 36 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 Dansen is leuk met je hele lichaam, maar prikkel de kinderen tot iets veel moeilijkers: bevroren dansen. Neem een toverstaf (elk kleurig stafje is geschikt) en bevries eerst de hele groep. Iedereen staat stokstijf stil. Het toverstafje kan een deel van het lichaam ontdooien. Dus als je bij een kind één arm aanraakt, mag het kind alleen maar met die arm dansen. Raak je het hoofd aan, dan mag het vrolijk met het hoofd dansen, maar de rest van het lichaam is nog steeds bevroren. Elke keer als je weer iets aanraakt, mag het kind ook daarmee bewegen. Tot iedereen alles beweegt. Dan bevries je de hele boel en begin je weer opnieuw. 1 TOT 4 JAAR Activiteit van de maand: DE DOKTER IS NIET ENG 4 TOT 6 JAAR Hallo, orgaan! Organen zijn weefsels in ons lichaam met een belangrijke functie. Laat de kinderen kennismaken met de belangrijkste organen. Begin met een mooie plaat (eenvoudig te downloaden van internet) of leen van de biologieles van de basisschool een pop van een mens, waarin de organen worden weergegeven. • Hart: leer de kinderen hoe je bij elkaar en bij jezelf op je pols je hartslag kunt voelen. We gaan met z´n allen tellen. Hoe snel klopt je hart? Met de oudste kinderen kun je een minuut lang tellen, met jongere kinderen is het voldoende om hardop de hartslag te laten horen: boem boem boem. Spring vervolgens een minuut lang op de plaats. Voel dan opnieuw, het hart gaat nu veel sneller. Vertel ook waarom het hart sneller gaat: vanwege de inspanning wil het hart snel het bloed rondpompen naar onder andere de spieren, zodat je kunt blijven springen. • Longen: in de longen zuig je lucht door in te ademen. Daardoor worden ze groter en zet je borstkas uit. Probeer het uit. • Huid: je huid is een handig jasje dat je beschermt tegen kou, zon, bacteriën, enzovoort. Als je nog een tijdje langer springt, wordt je gezicht rood en wie het koud heeft, lijkt een beetje blauw. Als je het heel warm hebt, ga je zweten. En wrijf eens zachtjes over je huid, dan zie je dat je rood wordt. • Darmen en nieren: leg uit wat nieren en darmen doen met je eten en drinken. Voel je het wel eens een beetje borrelen in je buik als je veel hebt gedronken? 4 TOT 6 JAAR Ik zie ik zie… Laat kinderen twee aan twee tegenover elkaar zitten en op een vel papier alleen de ogen schilderen. Zijn ze bruin met zwarte wimpers en donkere wenkbrauwen? Of juist blauw met blonde wimpers en wenkbrauwen? Zijn er sproetjes te zien op de huid? Het resultaat is een mooi wandje oogkunstwerken. Soms moet je naar de dokter of het ziekenhuis voor een onderzoek of een prikje. Dat is best eng. De steriele ruimten, de witte jassen – het geeft al snel het gevoel dat hier rare dingen gebeuren. Bezoek daarom met een groepje een (huis)arts of ziekenhuis. De kinderen mogen spelen in de wachtkamer en een aardige doktersassistente of de huisarts kan de behandelkamer laten zien. Hoe werkt een stethoscoop, wat is een hartfilmpje en welke interessante objecten zie je allemaal? MEER UITSTAPJES OM KINDEREN VERTROUWD TE MAKEN MET ‘ENGE PLEKKEN’? KIJK OP WWW.KINDEROPVANGTOTAAL.NL EN KLIK OP ‘ACTIVITEIT VAN DE MAAND’. 2 TOT 4 JAAR Dit is je neus us Een lesje lijf. Benoem lichaamsdelen chaamsdelen door ze aan te wijzen en gezamenlijk het woord uit te spreken: neus, oog, hoofd, oor, arm, buik, billen, benen, voeten. Ga dan op een zacht kleed of een mat op de grond liggen, ongeveer op een meter uit elkaar en ga al die lichaamsdelen leren kennen. Snuif allemaal door je neus, maak een vuist met je hand, steek je been in de lucht en knipper met je ogen. Wie kan zijn buikspieren aanspannen? En spierballen laten zien? WWWEETJES www.lerendoorspelen.com/lijf.htm: leuke website met alles over je lijf, bijvoorbeeld spelletjes met mond, oren, neus en ogen. www.kinderpleinen.nl: klik op ‘Lichaam’ en je vindt een enorme hoeveelheid websites over het menselijk lichaam. Even surfen op bijvoorbeeld ‘proefjes met zintuigen’ of ‘ogen’ en je hebt een enorme bron aan inspiratie. www.sciencelive.nl/ onderzoeken/leren-met-je-lichaam: Science Live deed een onderzoek onder 500 kinderen over de invloed van het lichaam op leren. Aardig om te lezen en misschien om zelf ook eens onderzoekjes te doen. KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 37 GESPOT Speciale editie: Innovatie in de kinderopvang Lekker ‘quebblen’ met ouders Maak een gratis account aan op Quebble en ontmoet daar de ouders van andere kinderen op jouw groep. Op Quebble kun je op een veilige manier foto’s, filmpjes, artikelen en anekdotes met ouders delen. Je kunt er ook in contact komen met andere opvoeders rondom een kind. Een account aanmaken is gratis. www.quebble.com VOOR WIE WELKE APP? Samenslim Digitaal voorlezen Welke apps zijn geschikt voor welke kinderen? De website Digidreumes.nl is ontwikkeld voor de kinderopvang en ouders. Je vindt er informatie en beoordelingen over apps. De beoordelingen komen van experts van Stichting Mijn Kind Online. Zo weet je dat je een objectief oordeel krijgt op aantrekkelijkheid, betrouwbaarheid en gebruiksvriendelijkheid. Ook is gekeken naar de educatieve waarde, de geschiktheid voor een bepaalde leeftijd en de ontwikkelingsgebieden van kinderen die worden aangesproken. www.digidreumes.nl Voorlezen kan op allerlei manieren. Je kunt het ook doen met je tablet, laptop of computer. Bereslim biedt digitale prentenboeken en leerzame spellen aan voor peuters en kleuters. Het digitale boek brengt het verhaal letterlijk tot leven door geluidseffecten, muziek en bewegende figuren. De spelletjes helpen kinderen bij lezen en schrijven. Voor een schoolpakket (ook geschikt voor de kinderopvang en de peuterspeelzaal) betaal je 495 euro abonnementskosten per jaar. www.bereslim.nl Jij en je team Mindconnexion is een nieuwe digitale tool om de persoonlijkheid van individu en team in beeld te brengen en bespreekbaar te maken. Mindconnexion is ook als App verkrijgbaar. De tool is goed toe te passen voor zelfreflectie, ontwikkel- en loopbaantrajecten, teambuilding, netwerken, organisatieadvies, bedrijfsbranding en marketingstrategie. Mindconnexion laat bijvoorbeeld zien waarin mannen en vrouwen gelijk en anders (kunnen) zijn. De tool werkt niet met lange vragenlijsten maar met kleurfiguren. De app kost € 2,69. Zie www.mindconnexion.nl 38 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 C Communicatie via de app v C Communiceren met ouders kan ook via een aapp. Een groot deel van jullie klanten heeft z’n ssmartphone altijd op zak en wil maar wat graag horen hoe hun kind het heeft op de groep. h Een voorbeeld van een ouderapp is de OuderE Konnect app van Konnect. Je kunt foto’s delen K met ouders, een schriftje bijhouden waarop m ouders kunnen reageren of berichtjes sturen naar o een ontvangen van ouders. De App is beschikbaar voor Android en Apple telefoons en tablets. v Ga naar www.konnect.nl voor meer informatie. G PEDAGOGISCHE APP Kiddie App biedt pedagogische ondersteuning bij de opvoeding van peuters en kleuters van 2-4 jaar. Door middel van het voorlezen van interactieve verhaaltjes op de iPad/iPhone en leuke liedjes leert een kind wat ‘gewenst’ gedrag is. De app bevat vier thema’s: slapen, eten, zindelijkheid en lief zijn. Met de beloningsborden in de app motiveer en beloon je een kind optimaal. Je kunt de vorderingen op de beloningsborden delen op Facebook, zo kun je familie bij de vorderingen betrekken. De app kost € 2,69. www.kiddie-app.com RECENSIE COLOFON Opvoedingsproblemen 4-12 jarigen RECENSIE ANNEMIEK WAAGE, WAAGEENCOACH Hét vaktijdschrift voor allen die betrokken zijn bij de opvang van kinderen. Een uitgave van Reed Business Media. Jaargang 24, nummer 1/2 2014. Kinderopvang verschijnt 10 maal per jaar. Coverfoto Wilbert van Woensel Uitgever Ben Konings Hoofdredactie Marike Vroom [email protected] Deze herziene druk van het reeds eerder verschenen Opvoedingsvragen 4-12 jarigen gaat over alledaagse opvoedingsproblemen bij kinderen in de basisschoolleeftijd. Het doel van de schrijfster is duidelijk: het basisschoolkind beter leren begrijpen zodat professionals goede adviezen aan ouders kunnen geven. Daarmee ben je in de opvoeding al preventief bezig voor later, want kinderen van nu voelen zich vaak onbegrepen door hun opvoeders. Met heldere strategieën gericht op deze leeftijdsgroep en geïllustreerd met mooie zwart-wit foto’s neemt het boek de lezer mee in de emotionele wereld van het vier tot twaalfjarige kind. De auteur legt steeds een specifiek probleem helder uit, met concrete voorbeelden en uitwerkingen. Vervolgens geeft ze adviezen om met deze alledaagse opvoedingsproblemen om te gaan zodat het probleem op een voor het kind (en de volwassene) emotioneel veilig en begripvolle wijze kan worden aangepakt. Vele onderwerpen als leefregels, mediaopvoeding, onaangepast gedrag, boosheid, jaloezie, angsten en pesten worden in het 148 pagina tellende boek besproken. Het kan niet anders dan dat ieder onderwerp daarmee wat aan de oppervlakte blijft. Dit is echter niet onaangenaam. Pakkend, met niet meer tekst dan nodig, krijg je als lezer een beeld van het probleem, een mogelijke oplossing of gedragsadvies dat je als professional aan ouders kunt geven. Want dat is namelijk de bedoeling van het boek: opvoedadvisering aan ouders door allen die hier beroepsmatig mee te maken hebben. De groep professionals is vrij breed, van kinderartsen tot aan pedagogisch medewerkers in de kinderopvang, van sportleiders tot kinderpsychiatrie. Mijns inziens gaat het boek daar mank. Een te brede groep wordt aangesproken waardoor het nergens specifiek wordt. Voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvangis het echter heel goed te gebruiken. Zowel voor hun eigen omgang met kinderen als om vragen van ouders te kunnen beantwoorden. Marleen Oosterhof-van der Poel, Handleiding voor opvoeders. Uitgeverij Van Gorcum, ISBN 9789023251255. Prijs: € 27,75. Eindredactie Harriët Teijen, Marianne Wenneker Redactie Marianne Velsink, Alexandra Sweers Redactieraad Nathalie v.d. Berg, Ellen de Boer, Heleen Dasberg-Hylkema, Wilma Ebregt, Ruben Fukkink, Judith Geenen, Yvonne Gundelach, Ans Janssen, Judith Kuiten, Dennis Lahuis, Jacqueline Schoemaker, Elly Singer, Daphne Swart Redactieadres Radarweg 29 Postbus 152, 1000 AD Amsterdam Telefoon: (020) 515 92 22, Telefax: (020) 515 97 00 [email protected], www.kinderopvangtotaal.nl Redactiesecretariaat Nicoline Kramer (020) 515 97 43 Vormgeving Verheul Media Supporters, Alphen aan den Rijn Lithografie en druk Deltahage bv, Den Haag Advertentie-exploitatie Cross Advertising Telefoon: (010) 742 10 23, [email protected] Marketing Šejla Dmitrovic Telefoon: (020) 5159787, [email protected] Klantenservice Postbus 808, 7000 AV Doetinchem Telefoon: (0314) 35 83 58 (op werkdagen tussen 8.30 en 17.00 uur). Fax: (0314) 34 90 48. [email protected] Abonnementen Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Opgave via www.elseviergezondheidszorg.nl of bij onze Klantenservice. Abonnementen lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 30 dagen voor de vervaldatum bij onze Klantenservice wordt opgezegd via telefoonnummer (0314) 35 83 58. De opzegging wordt schriftelijk bevestigd. Ook voor informatie over uw lopende abonnement kunt u contact opnemen met onze klantenservice. Jaarabonnementsprijzen Particulieren € 137,27. Studenten € 65,60. Voor informatie: afd. Klantenservice (0314) 35 83 58. Jaarabonnementen gaan in op het moment van aanmelding. Na aanmelding krijg je een acceptgiro toegestuurd. (Alle prijzen zijn inclusief BTW en verzendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden.) Voor het betalen per acceptgiro wordt € 2,50 (incl BTW) aan administratiekosten in rekening gebracht. Voor electronische facturatie en automatische incasso worden geen kosten berekend. Suggesties of opmerkingen? Laat het ons weten. Stuur je reactie naar: Reed Business Media Afdeling Marketing, Postbus 152, 1000 AD Amsterdam Wet Bescherming Persoonsgegevens Uw opgegeven gegevens kunnen worden gebruikt voor het toezenden van informatie en/of speciale aanbiedingen door Reed Business Media en speciaal geselecteerde bedrijven. Indien u hiertegen bezwaar heeft, stuurt u dan een brief naar Reed Business Media, t.a.v. Adresregistratie, Postbus 808, 7000 AV Doetinchem © Auteursrecht voorbehouden. Behoudens de door de wet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN-nummer 0926-0838. KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014 39 Tijdens NLdoet krijgt u het voor elkaar. Doe mee met de grootste vrijwilligersactie van ons land. Meld snel de klussen van uw organisatie aan op nldoet.nl NLdoet. 21 en 22 maart 2014.
© Copyright 2025 ExpyDoc