Bekijk het inkijkexemplaar

1/2
JANUARI
FEBRUARI 2014
INSPIREREND BETROUWBAAR PRAKTISCH
WIJ LANCEREN
HET JAAR
VAN DE
GROENE
KINDEROPVANG!
MOET
JE DOEN
DE PLANNEN
VAN ASSCHER
KINDEROPVANGTOTAAL.NL
METHODE
voor
PIENTERE
PEUTERS
Jaarcongres van het vakblad
BQSJMt3FF)PSTU&EF
WBOUPUVVS
Kinderopvang en Brede Scholen:
Samen sterker!
De druk vanuit de overheid neemt toe: kinderopvangorganisaties en scholen zullen meer (moeten) gaan
samenwerken. Hoe kan de kennis over jonge kinderen zo optimaal mogelijk worden ingezet in een tijd
waarin dagarrangementen, integrale kindcentra en een doorgaande leerlijn een must worden? Door
krachten te bundelen staan onderwijs en kinderopvang samen sterker!
t
t
t
In teambuildingsessies krijgt uw samenwerking een boost!
Krijg antwoord op uw vragen over knelpunten in wet- en regelgeving
Vroegbo
ek
Schrijf u in
korting!
vóór 14 m
aar t 2014
Werk samen aan een doorgaande pedagogische lijn
Expertsprekers zoals Yvette Vervoort en Job van Velsen gaan u helpen samen te werken door middel
van praktische informatie en best practices.
Voor alle directies, managers, beleidsmedewerkers in de kinderopvang en Brede Scholen.
Dit congres is een samenwerking tussen tijdschrift Management Kinderopvang en het Landelijk
Steunpunt Brede Scholen.
Kijk voor het programma en inschrijven op: www.reedbusinessevents.nl/mko
27
14
INHOUD
FOTO CLAUDIA KAMERGORODSKI
32
4
Wij worden groen!
4 Kort en krachtig met panelvraag,
EHBO-tip en koken met Bas!
10 Elke dag naar buiten! Bij kinderopvang Zon! in Delft is het jaar altijd groen
14 Praten en uitleggen Pedagogische
interactievaardigheden in de praktijk
16 Spotlight op Peuterspeelzaal
De Toverfluit
17 Straf, nieuwe column door
Steven Pont
18 Nieuwe rubriek Groen moet je doen!
20 De plannen van Asscher
Laten we 2013 maar snel vergeten! Volgens mij gaat dat jaar
de boeken in als het dieptepunt in de geschiedenis van de
22 Pientere peuters Methode voor
getalenteerde kinderen
kinderopvang. Nog nooit was er zoveel vraaguitval, gingen
zoveel kinderopvangorganisaties failliet en verloren zoveel
pedagogisch medewerkers hun baan. Met de plannen van
minister Asscher is er meer duidelijkheid gekomen over de toekomst van de sector en
komt er hopelijk rust in de tent. Kortom, in 2014 kunnen we weer opbouwen in plaats
van afbreken. De pedagogische kwaliteit kun je op verschillende manieren een slinger
geven. Wij hebben dit jaar groene kinderopvang als speerpunt gekozen. Samen met
24 Een gekleurde groep De eerste
column van onze nieuwe columnist Dorien
Gerritsen. Plus drie eervolle vermeldingen
27 Een andere kijk op kinderen
met Pikler
30 De gastouder Het belang van een
pedagogisch kader
Groen Cement hebben we 2014 uitgeroepen tot het Jaar van de Groene Kinderopvang.
Want buiten spelen, liefst in een meer natuurlijke buitenruimte, stimuleert zo’n beetje
alle ontwikkelingsgebieden van kinderen. We komen er steeds meer achter hoe belangrijk het is om te bewegen. Het is toch van den zotte dat er valtrainingen voor kinderen
moeten komen omdat hun motoriek zich onvoldoende heeft kunnen ontwikkelen?
Dit jaar besteden wij veel aandacht aan groene kinderopvang. In dit nummer vind je
daar al een voorproefje van. Naast het tijdschrift zal ook ons Jaarcongres in het teken
31 Mijn Passie ‘Kinderopvang en school
worden gelijkwaardige partners’
32 Het belang van vriendschap in de
groep Uit het werk van Elly Singer
34 Groen weekprogramma voor de
bso Uitgelicht: zelf lantaarns maken
staan van groene kinderopvang. Samen met Groen Cement organiseren we een bruisende
36 Kids Actief Wees goed voor je lijf!
dag met kennissessies én veel doe-sessies op een natuurterrein. Zet 21 mei vast in je
38 Gespot Innovatie in de kinderopvang
agenda; binnenkort hoor je hier meer over. Ik wens jullie een heel mooi, opbouwend,
gelukkig, gezond en groen 2014 toe!
Marike Vroom hoofdredacteur Kinderopvang
[email protected],
@marikevroom
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
3
KORT
EN
KRACHTIG
SAMENSTELLING MARIANNE VELSINK
De redactie
KINDEROPVANG STELT ZICH VOOR
Een nieuw jaar, een beetje vernieuwd blad en een beetje nieuwe redactie.
Op de foto van links naar rechts: Marianne Velsink (web- en printredacteur), Alexandra Sweers
(web- en printredacteur), Harriët Teijen (freelance eindredacteur) en Marike Vroom (hoofdredacteur).
Op de foto ontbreekt freelance eindredacteur Marianne Wenneker.
Panelvraag
‘HET IS GOED DAT HET PEUTERSPEELZAALWERK AAN DEZELFDE
KWALITEITSEISEN MOET VOLDOEN ALS DE KINDEROPVANG’
‘De peuterspeelzaal
moet een laagdrempelige
voorziening
zijn, waar
kinderen
elkaar kunnen
ontmoeten.
Het is volgens mij niet bedoeld voor
ouders die werken, gezien het korte
tijdsbestek dat kinderen hier doorbrengen. Dat kwaliteitseisen enigszins verbeterd worden, vind ik
goed. Vooral op het gebied van risico
en gezondheid. Veel dingen zijn nu
te vrijblijvend.’
KARLA NOORDMAN, EIGENARESSE AGRARISCHE
KINDEROPVANG DE KLEINE KORNUITEN, HART VOOR
KINDEREN EN GROEN, MOEDER VAN 5, CREATIEF,
RUIMDENKEND EN GEZONDE WORKAHOLIC
‘Sinds de wet OKE
zijn de toetsingskaders van de GGD
voor kinderopvang
en peuterspeelzaalwerk ongeveer gelijk.
Wat dat betreft voldoen beide grotendeels al aan dezelfde
kwaliteitseisen. Dat is een goede zaak.
Want kinderen hebben recht op gelijke
basiskwaliteit van professionele opvoeding.
De grote vraag is echter wel of de huidige
kwaliteitseisen recht doen aan beide werksoorten die ontwikkelingsstimulering voor
kinderen en opvoedingsondersteuning
voor ouders als maatschappelijke taak op
zich nemen. Een goede aanvulling op de
huidige kwaliteitseisen zijn de aanvullende
voorwaarden voor VVE gecertificeerde
Voorscholen, zoals het ontwikkelingsvolgsysteem en de doorgaande lijn.’
ANJA BOOI, PEDAGOOG EN GESPECIALISEERD IN HET
JONGE KIND, GEWERKT VOOR O.A. MAX KINDEROPVANG
EN KOREIN KINDERPLEIN.
4 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
‘Ja, het is goed
dat het peuterspeelzaalwerk
aan dezelfde
kwaliteitseisen moet
voldoen. Ik ben
echt verbaasd
over het feit dat
schijnbaar niet overal de peuterspeelzalen aan dezelfde kwaliteitseisen
voldoen als aan de kinderopvang.
Ik vind het dan ook niet meer normaal
dan dat het gebeurt. 2016 is voor mij al
een beetje te laat. Begin er maar meteen
mee. Vergeet alleen niet om ook vrijwilligers toe te laten, zodat er af en toe
eens wat extra’s kan worden gedaan.’
JACQUELINE KIEFTE-DALMAN, GETROUWD,
MOEDER VAN MAARTJE (7 MAANDEN) EN SINDS
2005 WERKZAAM ALS GASTOUDER
Te lezen op
KINDEROPVANGTOTAAL.NL
WIJ DOEN
GEZOND!
WAT DOEN KINDEROPVANGORGANISATIES OM DE KINDEROPVANG
ZO GEZOND MOGELIJK TE MAKEN EN TE HOUDEN? EN WIE HEEFT ER
TIPS VOOR COLLEGA’S? EEN RUBRIEK VAN PAUL LAPORT.
Overgewicht is een groot probleem in Nederland.
Van de veertigplussers is meer dan 50% (!) te zwaar.
Uit diverse onderzoeken blijkt dat hetzelfde geldt
voor ongeveer 15% van de kinderen.
Vooruitstrevend beleid
SKL Kinderopvang in Leeuwarden voert een heel
vooruitstrevend gezondheidsbeleid. Aliza Visser kan
er lang en enthousiast over vertellen. ‘In januari 2012
zijn we gestart met het beleid. Daarvoor hebben we
advies ingewonnen bij een diëtiste van het ziekenhuis. Inmiddels is het beleid gemeengoed geworden
bij alle 28 locaties.’
Werkelijk alle voedingsaspecten zijn door SKL onder
de loep genomen. Om medewerkers en ouders bij het
beleid te betrekken, zijn diverse informatiebijeenkomsten georganiseerd. Aliza: ‘De voorbeeldfunctie
van pm’ers vinden wij zeer belangrijk. Gezond leven
en eten kan geleerd worden. En daar moet je volgens
ons zo vroeg mogelijk mee beginnen.’
Geen traktaties
Op de locaties van SKL Kinderopvang wordt tijdens
feestjes en verjaardagen niet meer getrakteerd. ‘Dat was
voor ouders misschien wel de meest ingrijpende
verandering,’ vertelt Visser. Maar in de praktijk blijken
kinderen het nauwelijks te missen. Er wordt nu op
een andere manier volop aandacht besteed aan het
feestelijke gebeuren. ‘We wilden bereiken dat niet
de eetmomenten het ritme van de dag bepalen, maar
dat de activiteiten leidend zijn.’
• Water in plaats van sap slaat nog niet aan
• Mannenonderzoek kan door met nieuwe sponsor
• Asscher wil kwaliteitsonderzoek gastouderopvang
• Cultuureducatie bij Korein
• Een op zeven kinderen woont in eenoudergezin
• Nieuw: het Werken-in-Duitsland-loket
• Vier-ogenprincipe werkt niet in de praktijk
• SKA start kinderopvang met een klein label
• Kober neemt afscheid van 140 medewerkers
• Ouders vinden plezier en lekker spelen het belangrijkst
Reacties van lezers
Ondanks de investering van 2,5 miljoen slaan de
plannen voor meer water in de kinderopvang
nog niet bepaald aan. Wil de kinderopvang er
niet aan? Of staan we er wel voor open om alleen
water te schenken in plaats van fruitdrank?
Heidy Amory ‘Meteen invoeren!
Kijk maar eens goed welke gifstoffen in
die drankjes zitten.’
C.W Vermaesen ‘Een tip: Maak een
‘waterpunt’ waar standaard kleine schenkkannetjes staan gevuld met water en
glaasjes zodat de kinderen zelf gedurende
de hele dag kunnen inschenken.’
KC Petito’s & Amigo’s ‘Sinds 1 januari
bieden wij onze kinderen vaker water
aan. We vinden het een goed initiatief
van JOGG.’
M.G.H Vermeulen ‘2,5 miljoen euro voor
zoiets.... Belachelijk en zonde van het geld.’
Marjan van Baekel ‘Wij geven diksap,
wat meer aangelengd en water voor wie wil.
Zijn er wel bewust mee bezig, maar gaan
zeker niet helemaal op water over!’
Laura van Helden ‘Wat is er mis met erg
verdunde limonade? Niet meer dan 2x per
dag. Sap helemaal weren vind ik niet nodig.’
HEB JIJ TIPS OM GEZONDER TE ZIJN? DEEL & MAIL ZE NAAR [email protected]. VERMELD DAARBIJ ‘WIJ DOEN GEZOND!’
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
5
KORT
EN
KRACHTIG
verslikken
TEST JE
PEDAGOGISCHE
KENNIS
IE VAN
THEMA: ORGANISAT
DE GROEP (4-13)
DOOR LOES KLEEREKOPER, AUTEUR VAN HET PEDAGOGISCH
KADER KINDERCENTRA 0-4 JAAR. UIT PEDAGOGISCH KADER
KINDERCENTRA 4-13 JAAR, HOOFDSTUK 12
1. Regels in de BSO
a) Moeten door de leiding worden vastgesteld
b) Hoeven niet door alle kinderen begrepen te
worden, als ze zich er maar aan houden
c) Hangen of liggen duidelijk zichtbaar in de
groepsruimte of de gang
2 Open deurenbeleid
a) Is voor alle kinderen geschikt
b) Vraagt speciale aandacht voor de jongste kinderen
c) Betekent dat de pedagogisch medewerkers weinig
hoeven te doen
3. Nieuwe kinderen
a) Vinden zelf uit hoe het in de groep toegaat
b) Hebben extra aandacht en uitleg nodig van de pm’s
c) Worden vanzelf opgenomen door de andere kinderen
De antwoorden vind je op pagina 9.
Het kan gebeuren dat een kind zich tijdens het eten verslikt.
Meestal lost zich dat vanzelf wel op, maar wat doe je als een
kind geen adem meer kan halen? Zolang het kind stevig
hoest, huilt en kan ademhalen tussen het hoesten: stimuleer zo
mogelijk het kind te blijven hoesten en houd het kind in de
gaten. Als het kind niet meer hoest en (bijna) geen adem kan
halen, onderneem dan actie:
- Bel 112
- Laat het kind vooroverbuigen
- Geef met de hiel van de hand stoten tussen de schouderbladen, ondersteun daarbij de borstkas met de andere hand.
Helpt het stoten niet?
- Ga achter het kind staan, sla je armen rond de borstkas.
- Plaats je vuist met de duim in de hand tussen navel en
onderkant borstbeen.
- Omvat deze vuist met de andere hand en trek beide
handen met een ruk schuin omhoog naar je toe. Herhaal dit
een aantal keren.
- Kinderen moeten na deze handeling door een arts op
inwendig letsel worden onderzocht.
BRON: WWW.EHBO.NL
SKATEN
bij Dak!
D kindercentra uit Den Haag
Dak
pakten uit in de kerstvakantie!
p
De aanmeldingen voor de workshops
D
sskate en breakdance stroomden
binnen. Uiteindelijk deden ruim
b
200 kinderen van 6 tot 13 jaar mee.
2
6 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
CUPCAKES ZIJN NIET ALLEEN LEKKER, JE KUNT ZE OOK
MOOI VERSIEREN MET KINDEREN EN DE INGREDIËNTEN
ZIJN SIMPEL. MEESTERKOK BAS DE BONTE, DIE FULLTIME
WERKT BIJ KINDEROPVANG OP STOOM IN HAARLEM,
LEGT UIT HOE JE BASIS-CUPCAKES MAAKT. DE KINDEREN
KUNNEN NATUURLIJK MEEHELPEN. EET SMAKELIJK!
CUPCAKES
KOKEN MET BAS MAKEN
DIT HEB JE NODIG:
- 250 gr zelfrijzend bakmeel
- 250 gr zachte roomboter
- 250 gr witte basterdsuiker
- 3 eieren
- eventueel lauw water
- 4 zakjes vanillesuiker
- mixer
- cakevormpjes
- oven
Agenda
5 februari
10 maart
Inspiratie
Dag voor het
Jonge Kind
NJI congres Jeugd
in onderzoek
ZO MAAK JE ZE:
- Klop de boter en suiker tot een luchtig beslag, vijf minuten met de
mixer op de hoogste stand. Mix de eieren er één voor één doorheen.
- Zet de mixer nu op de laagste stand en roer het zelfrijzend bakmeel
erdoor. Voeg tot slot een scheutje water toe.
- Vul de cakevormpjes tot de helft en plaats ze in een voorverwarmde
over (170 graden).
- Bak de cakejes tot ze droog zijn van binnen en mooi goudbruin
minuten).
(ongeveer 20-30 min
75%
22 april
15 t/m 23 februari
Voorjaarsvakantie
Midden en Zuid
22 februari
t/m 2 maart
Voorjaarsvakantie
Noord
2 maart
Carnaval
Jaarcongres
Management
Kinderopvang
21 mei
Jaarcongres
Kinderopvang:
Groene
Kinderopvang
van de kinderen in de leeftijdsgroep 9-14 heeft
een mobieltje. In de leeftijdsgroep 13-14 jaar
is dat percentage opgelopen tot 98%. Vier op de
tien kinderen zeggen ‘echt niet zonder mobiele
telefoon te kunnen.’
BRON: NOS JEUGDJOURNAAL (ONDERZOEK ONDER 1706 RESPONDENTEN)
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
7
… is de pedagogisch medewerker
Met Kinderopvang TV zijn de pedagogisch medewerkers zelf aan het woord: met talloze
korte video’s en oefeningen verdiepen zij zich in het beroep en bekwamen zich in het
pedagogisch gesprek. Individueel en in teamverband. En met het eigen Pedagogisch
JournaalǀĞƌďŝŶĚĞŶnjŝũŚĞƚƉĞĚĂŐŽŐŝƐĐŚďĞůĞŝĚŵĞƚĚĞĚĂŐĞůŝũŬƐĞƉƌĂŬƟũŬ͘
Meer info of scherpe aanbieding? [email protected] of (030) 233 1330
DIT
KORT
ZIJN
EN
KRACHTIG WIJ
OUDERS EN KINDEREN
OVER ‘HUN’ KINDERCENTRUM
Handen wassen!
Het is niet zo goed gesteld met de handhygiëne in de kinderopvang. Heel eerlijk: hoe
vaak was jij je handen? Volgens de officiële
handhygiënerichtlijn moet je je handen op
de volgende momenten wassen:
- vóór het aanraken en bereiden van voedsel
- vóór het eten of helpen bij eten
- vóór wondverzorging
- na toiletgebruik/billen afvegen
- na hoesten/niezen/snuiten
- na het verschonen van een kind
- na contact met lichaamsvocht
(zoals speeksel, snot, of braaksel).
Tijdens het onderzoek van de GGD RotterdamRijnmond samen met het Erasmus MC bleek
dat pm’ers gemiddeld tijdens 42 procent van
de handhygiënemomenten de handen ook
daadwerkelijk wasten. Dat moet beter.
Daarom kunnen alle kinderdagverblijven nu
meedoen met het programma Heel gewoon,
Handen schoon. Als extra ondersteuning,
worden er in maart 2014 speciale trainingssessies georganiseerd, waarin deelnemers
worden getraind om zelf de kennis- en
teamtraining op hun kinderdagverblijf aan
collega’s te geven. Kinderdagverblijven
kunnen hieraan kosteloos deelnemen, maar
het aantal plaatsen is beperkt.
KIJK OP WWW.HEELGEWOONHANDENSCHOON.NL
VOOR MEER INFORMATIE, OF STUUR EEN EMAIL NAAR
[email protected]
OM JE AAN TE MELDEN.
Klant: Simone Schravenhoff (33) en dochter
Bobbie (10 maanden)
Kindercentrum: locatie ‘t Hummeltje Stichting
Kinderdagverblijven Wassenaar
TEKST EN FOTO CARLA OVERDUIN
Waarom kinderopvang? ‘Ik denk dat het voor kinderen heel goed
is om met andere kinderen om te gaan. Ze worden er socialer van.
Aan onze dochter Teddie van vier merkte ik dat de overstap naar
de basisschool veel minder groot was.’
Werk? ‘Ik heb jaren accountancy gestudeerd. Ik vind het belangrijk
om daar iets mee te doen. Daarom werk ik drie dagen per week bij
een administratiekantoor voor onderwijsinstellingen. Bobbie gaat twee
dagen naar Hummeltje en is één dag bij een oma. Dat betekent meer
uitdaging en afwisseling dan zeven dagen hetzelfde ritme thuis.’
Kosten? ‘Die zijn hoog: 630 euro per maand voor twee dagen per
week. Daarvan krijgen we 199 euro terug: we betalen dus veel zelf.’
Overheidsbeleid? ‘Niet goed. De overheid wil dat moeders blijven
werken? Zorg dan ook dat kinderopvang betaalbaar is.’
Plus/min aan Hummeltje? ‘Grote ruimtes, ze gaan veel naar buiten,
ontzettend leuke juffies die erg begaan zijn met ouders en kinderen,
een heel toegankelijke sfeer. Je merkt wel dat de organisatie zoekende
is. Onlangs is een reorganisatie aangekondigd met als gevolg een
reductie van het aantal personeelsleden. De oorzaak is een teruggang
van het aantal kinderen door de verlaging van de overheidsbijdrage.’
Verticaal? ‘Teddie zat in een verticale groep, Bobbie nu in een
horizontale. Voor baby’s is zo’n horizontale groep leuk, maar
vanaf twee jaar trekken kinderen zich echt op aan de oudere
kinderen. Ze zijn dan toe aan een uitdaging. ’t Hummeltje lost dit
op door de kinderen een aantal uren te laten meedraaien in de
groep van 2 tot 4 jaar.’
Straks bso? ‘Dat vind ik te lange dagen voor een kind. We denken
wel aan een dag sport-bso als de kinderen oud genoeg zijn.’
De antwoorden op de Pedagogische test
van pagina 6 zijn 1: C, 2: B, 3: B
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
9
BIJ ZON!
is het jaar
altijd groen
Dit jaar start het Jaar van de Groene Kinderopvang. Ook tijdschrift Kinderopvang
doet hier volop aan mee. We weten in de kinderopvang wel dat buitenspelen
gezond en leuk is voor kinderen, maar vervallen toch vaak in ons bekende stramien
waar ‘binnen zijn’ de basis is. Bij Kinderopvang ZON! in Delft is dit anders.
TEKST MARIANNE VELSINK FOTO’S KINDEROPVANG ZON
10 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
‘Ik geloof dat we het
verschil kunnen maken’
Wie: Janneke van den Bos
Wat: Directeur van Kinderopvang
ZON! en initiatiefnemer van de
Stichting Groen Cement.
Niet iedereen heeft een grote
natuurbuitenruimte. Wat als je
dat niet hebt?
‘Het maakt niet uit wat de beperkingen
zijn. Dat is het mooie van buiten: je kunt
er altijd naartoe. Er is geen groen beleid
voor nodig. Buitenspelen moet je niet
ingewikkelder maken dan het is, want
het is zo simpel.’
worden alle ontwikkelingsgebieden
gestimuleerd.’
Wat vinden kinderen zo fijn aan
buiten zijn?
‘Alle beperkingen zijn daar weg. Je mag
gillen, rennen, vies worden. Je kunt je
uitleven en je kunt je aan één stuk door
verwonderen.’
Je mag gillen, rennen,
vies worden
Naar buiten gaan kan ook wel
en gedoe zijn.
‘Binnen schilderen met een groep
peuters is ook gedoe. Maar misschien
is dat ‘gedoe’ ook wel gewoon je werk.
Als je echt met je hart kiest voor je vak,
dan wil je het beste voor kinderen.
Buiten ontdekken kinderen meer en
Dat raakt me heel erg. De toename van
dikke kinderen en gedragsproblemen
komt hier ook vandaan. Ik vind dat we
een signaal moeten afgeven.’
Hoe kunnen we dat doen?
‘Liefde voor de natuur kun je niet op een
iPad leren. Dat doe je buiten, waar je je
echt kunt verwonderen om dingen. Als
kind voelde ik me bijzonder als ik bovenin een boom klom. Op die momenten
groeit je liefde en de respect voor de
natuur. Deze liefde moeten we doorgeven
door het kinderen zelf te laten ervaren.’
Moet de kinderopvang deze taak
op zich nemen?
Waarom ben je zo begaan met
het onderwerp buitenspelen?
Maak je je zorgen?
‘Duizenden kinderen zitten dagelijks
binnen. Ze komen alleen buiten als ze
de auto uitstappen van en naar school.
‘Ik geloof dat we het verschil kunnen
maken. Begin met te bedenken wat
je nu binnen doet en wat ook in de
buitenlucht kan: eten, een kringgesprek,
lezen, bewegingsspellen. Probeer het
eens een week.’
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
11
‘Buiten wordt er
meer samengewerkt’
Wie: Nathan van Witzenburg
Wat: Pm’er en manager op de bso van
Kinderopvang ZON!
Hoeveel procent van je werk ben
je buiten?
‘90 procent van de tijd denk ik. Soms
ga ik juist naar buiten als het regent
en blijf ik binnen als de zon schijnt.
Het cliché van alleen maar naar buiten
gaan als het droog is, help ik graag de
wereld uit. Dus regent het hard, dan
gaan we er juist op uit! Je kunt je er
toch op kleden?’
rug in het gras met de hoofden tegen
elkaar aan. Vervolgens proberen ze al
liggend en met de mond open het gras
in de mond van de ander te gooien.
Plezier gegarandeerd!’
Het cliché van
alleen maar
naar buiten gaan als
het droog is, help ik
graag de wereld uit
Kun je je buiten overal vermaken?
‘Je hebt geen bos nodig om je buiten
te vermaken. Een sloot is genoeg,
maar natuur is ook de wind of de regen.
Soms is alleen een grasveld al voldoende. Je legt twee kinderen op hun
12 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
Wat merk je aan kinderen als ze
buiten zijn?
‘Dat ze letterlijk meer ruimte hebben
en zich vrijer voelen. Dat leidt tot
minder ruzie. Buiten wordt er meer
samengewerkt, ook door kinderen van
verschillende leeftijden.’
Is jullie eigen buitenruimte
voldoende of trek je er met de
kinderen veel op uit?
‘We gaan regelmatig met de (bak)fietsen
op pad. Ik vind afwisseling goed voor
de kinderen. Maar denk dan niet meteen:
‘ik moet naar het strand, ik moet naar
het bos’. Denk eenvoudiger, bijvoorbeeld: we gaan vandaag iets doen met
water. Dat vind je overal.’
Laat je kinderen altijd vrij in
hun buitenspel of doe je groepsactiviteiten?
‘Vaak doe ik een suggestie voor een
leuke speelplek. Als we naar het meer
gaan, vermaakt ieder zich op z’n eigen
HET JAAR
VAN DE GROENE
KINDEROPVANG
Groen Cement en tijdschrift Kinderopvang
hebben 2014 uitgeroepen tot het Jaar van de Groene
Kinderopvang. Wat gaat er gebeuren?
manier. De één zoekt een kikker, de
ander bouwt iets van takjes. Wat goed
werkt, is een competitie: wie kan de
grootste kikker vinden? Wie kan de
mooiste hut bouwen?’
Heb je nog leuke tips voor speelmateriaal?
‘Stel dat je te weinig uitdaging in je
eigen buitenruimte vindt, haal dan
natuurmateriaal naar je locatie toe.
Vraag de gemeente bijvoorbeeld om
snoeimateriaal op jouw pleintje neer
te leggen. En dan bouwen maar.
Dieren doen het ook altijd goed.
Heb je niet de ruimte of mogelijkheid
om bijvoorbeeld konijnen te houden,
ga dan naar www.diereneducatie.nl
waar je voor een week wandelende
takken, een hamster, schildpadden en
meer kunt lenen.’
• Drie regiobijeenkomsten van Groen Cement waar groene ondernemers
en de kinderopvang elkaar kunnen ontmoeten.
• 21 mei: Kinderopvang Festival in het teken van groene kinderopvang.
Het wordt een bruisende doe-dag voor pm’ers. Veel activiteiten vinden
vooral buiten plaats.
• De ‘metselaars’ van Groen Cement organiseren speciale activiteiten en
kortingen in het kader van het themajaar.
• Lancering van de website www.jaarvandegroenekinderopvang.nl met
daarop de zoekmachine ‘Groengelinkt’ waar je gericht op zoek kunt gaan
naar groene initiatieven bij jou in de buurt.
• Reguliere themadagen als de Modderdag en de Nationale Buitenspeeldag
staan in het teken van de Groene Kinderopvang.
• Het kwaliteitsmerk groene kinderopvang blijft ook in 2014 doorgaan.
Voldoe je aan de groene kwaliteitseisen? Meld je dan aan bij Groen Cement.
ZOEK JE HULP BIJ HET VERGROENEN VAN JE LOCATIE(S)? DAN KUN JE HULP VRAGEN VIA [email protected]
OF KIJK OP WWW.GROENCEMENT.NL.
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
13
PEDAGOGISCHE INTERACTIEVAARDIGHEDEN
IN DE PRAKTIJK
PRATEN
en uitleggen
De zes pedagogische interactievaardigheden zijn de basis van de kinderopvangpedagogiek. Iedere pedagogisch medewerker zou de theorie achter deze vaardigheden
moeten kennen. Maar hoe werkt het in de praktijk? In een serie van zes artikelen
laat pedagoog Natasja de Kroon zien hoe je er in de praktijk mee kunt werken.
Deze derde aflevering: praten en uitleggen. TEKST NATASJA DE KROON FOTO WILBERT VAN WOENSEL
E
en van de belangrijkste taken van
een pedagogisch medewerker is
praten en uitleggen. Kinderen
leren praten doordat er tegen hen
gepraat wordt. Zo raken ze vertrouwd
met het ritme, de structuur en de
klanken van de taal. Alleen al daarom
is het belangrijk dat je als pm’er de hele
dag bewust met de kinderen praat en
benoemt wat er gebeurt en wat je doet.
Gebarentaal
Ook als kinderen zelf nog niet kunnen
praten, begrijpen ze vaak al veel. Als je
ziet wat kinderen kunnen begrijpen en
duidelijk maken met gebaren, sta je
echt versteld. Door via gebaren te
communiceren, kunnen jonge kinderen
al goed duidelijk maken wat ze willen
en voelen zich daardoor prettiger en
veiliger. De kinderen worden rustiger
en huilen minder.
Voordoen
Het helpt als je de kinderen steeds laat
zien wat je bedoelt. Als je bijvoorbeeld
wilt dat een kind een kopje op tafel zet,
doe je dit voor terwijl je het benoemt.
Laat zien hoe je je eigen jas aan de kapstok
ophangt. Je zult zien dat de kinderen je
14 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
beter zullen begrijpen. Doe dit ook bij
kinderen die al wel zelf kunnen praten.
Andere woorden
Kinderen die al een beetje kunnen praten,
begrijpen nog lang niet alles wat er tegen
hen gezegd wordt en kunnen ook niet
alles zeggen wat hen bezighoudt.
Het is belangrijk om je dit te realiseren.
Soms hoor je jezelf zeggen: “Nou heb
ik toch al zo vaak gezegd dat…” Doe op
zo’n moment even een stapje terug.
Ga ervanuit dat de kinderen het niet
expres doen. Probeer zo concreet mogelijk en in andere woorden uit te leggen
wat je van de kinderen verwacht. Heel
vaak vertellen we de kinderen wat ze
niet mogen (rennen, schreeuwen,
gooien…), maar zeggen we niet wat
het gewenste gedrag is. Een voorbeeld.
Op een ochtend liep ik binnen op een
verticale groep. Alle kinderen zaten
aan tafel. Er werd voorgelezen en
gezongen. In al zijn enthousiasme ging
een jongetje van een jaar of een steeds
staan in zijn tripp trapp stoel. Elke keer
werd hij voorzichtig teruggeduwd op
zijn billen. “Nee, je mag niet staan.”
Ik vroeg de pedagogisch medewerker
om hem uit te leggen waarom hij niet
VERTEL HET MET PLAATJES
Voor kinderen helpt het als je
regels visualiseert. In ruimtes waar
ze bijvoorbeeld niet met schoenen
mogen komen, plak je een foto van
een schoen met een kruis erdoor
op de deur. Zo kunnen kinderen
de regel makkelijker begrijpen en
onthouden. Op dezelfde manier kun
je laten zien wat er gaat gebeuren,
met foto’s of pictogrammen.
mocht staan: omdat ze bang was dat hij
anders zou vallen. Hij begreep haar en
bleef zitten.
Uitleggen wat er gebeurt
Bij de vaardigheid praten en uitleggen
gaat het ook (en vooral) om de kinderen
te ondersteunen in het uitleggen wat
zij bedoelen. Een kind zegt niet: “Als de
andere kinderen zo dicht bij me komen,
voel ik me bedreigd en dan sla ik.” Nee,
een kind slaat gewoon. Het ligt voor de
hand om dan alleen op het gedrag te
reageren: “Je mag niet slaan.” Maar als
je kunt uitleggen wat er gebeurt, help je
DOEN
• Laten zien wat je bedoelt,
voordoen
• Nogmaals uitleggen in andere
woorden
• Visualiseren wat je bedoelt
(met plaatjes)
• Beschrijven wat je ziet en gevoel
kind benoemen
• Gedrag afkeuren (‘Ik vind het
niet leuk wat jij doet’)
• Moeilijke woorden betekenisvol
gebruiken
• Aan ouders laten zien met
welke woorden je bezig bent
NIET DOEN
• Kind afkeuren (‘Ik vind jou stout’)
• Moeilijke woorden weglaten
hij klaar en ging hij weer lekker spelen,
helemaal vrolijk en ontspannen.
Moeilijke woorden
een kind veel meer. “Lieverd, ik weet dat
je het niet fijn vindt als ze zo dichtbij
komen, maar je mag niet slaan. Zeg maar
dat je het vervelend vindt.” Let erop
dat je altijd heel duidelijk benoemt
dat je het gedrag afkeurt en niet het
kind. Je zegt dus niet: “Jij bent vervelend
of jij slaat altijd,” maar “Ik vind het niet
leuk dat jij slaat.” Als je kinderen zo
corrigeert, voorkom je dat ze negatief
over zichzelf gaan denken.
Raden
Voor jonge kinderen is het moeilijk om
alles wat ze voelen in woorden uit te
drukken. Je helpt kinderen door te
beschrijven wat je ziet en het gevoel
van het kind daarbij te benoemen. Ook
hierbij kunnen plaatjes of foto’s je helpen.
Maar soms is het ook gewoon een
kwestie van raden. Zo kwam er op een
dag een jongetje heel hard huilend naar
mij toe. Ik nam hem op schoot en vroeg
wat er gebeurd was. Of hij zich pijn
had gedaan. Of hij gevallen was. We
kwamen er niet uit. Uiteindelijk vroeg
ik hem of hij misschien gewoon zin
had om even te huilen. Als antwoord
ontspande hij en begon hij nog harder
te huilen. Na ongeveer een minuut was
Praten en uitleggen is ook belangrijk
om de (taal)ontwikkeling van kinderen
te stimuleren. Elk woord dat jij minimaal
zeven keer betekenisvol gebruikt, zal door
een kind worden opgepikt. Kinderen
houden van taal, ook van moeilijke
woorden. Gebruik nieuwe woorden op
verschillende momenten en tijdens
verschillende activiteiten, zodat kinderen
er vertrouwd mee raken. Vertel ook aan
de ouders met welke woorden jullie
bezig zijn. Hang bijvoorbeeld een briefje op de deur met de woorden die bij het
thema horen. Daarmee kunnen ouders
thuis verder praten met hun kind. <
NATASJA DE KROON IS PEDAGOOG
(WWW.NATASJADEKROON.NL) EN OPRICHTER VAN
KINDERCENTRUM DE BUITENKANS. DE ZES INTERACTIEVAARDIGHEDEN ZIJN IN 2004 GEÏNTRODUCEERD
DOOR MARIANNE RIKSEN WALRAVEN. DAARNA ZIJN
ZE UITGEWERKT DOOR HET NCKO EN VOOR TOEPASSING IN DE PRAKTIJK GEPUBLICEERD IN HET BOEK
‘DE NCKO-KWALITEITSMONITOR’.
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
15
PEUTERSPEELZALEN
SAMENSTELLING HARRIËT TEIJEN
Het peuterspeelzaalwerk is constant in beweging. Harmonisatie, VVE,
wachtlijsten of juist sluitingen: wat speelt er achter de deuren van peuterspeelzalen?
In deze rubriek geven we het woord aan peuterspeelzalen zelf. Deze maand:
Peuterspeelzaal Toverfluit in Nieuw Vennep.
Spotlight op...
PEUTERSPEELZAAL TOVERFLUIT
ERGERNIS – EXPERIMENT – INNOVATIEF – KAN BETER – FAVORIET –
SAMENWERKING – TOEKOMST – TRAANTJE – TROTS – VERANDERING
Uit onze lijst van tien
onderwerpen koos peuterleidster Monique van Wouw
voor deze vier thema’s:
SAMENWERKING
‘Het team van de Toverfluit werkt al
heel wat jaren met elkaar samen. In de
twaalf jaar dat we bestaan is er maar
heel weinig wisseling van personeel
geweest. Dit is prettig, omdat we heel
goed op elkaar ingespeeld zijn en
weten wat we aan elkaar hebben. Maar
ook voor de kinderen en ouders is het
erg fijn dat er altijd dezelfde gezichten
zijn. De continuïteit blijft zo goed gewaarborgd en het voelt veilig en vertrouwd voor iedereen.’
TRAANTJE
‘Bij “traantje” denk ik gelijk aan het
wenproces waar ieder kind en ook
menig ouder doorheen gaat. Het is voor
een peuter van net twee jaar best heel
spannend: wat gaat er allemaal gaat
gebeuren “op school”, tussen al die
nieuwe kinderen en vreemde juffen?
Voor ouders is het ook een hele stap
om hun kleintje achter te laten en er
maar op te vertrouwen dat die het naar
16 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
zijn zin zal hebben. Wij nemen dan
ook echt de tijd om dit wenproces goed
te laten verlopen. Het kind bij je nemen,
troosten als het verdrietig is, elkaar leren
kennen en vertrouwen opbouwen. En
zowel kind als ouder kan hier best wel
eens een traantje bij laten!’
TOEKOMST
‘De Stichting Kinderopvang Haarlemmermeer, waar de Toverfluit onder valt,
kijkt naar de toekomst. Je kunt niet stil
blijven staan, want de tijd van nu brengt
veranderingen met zich mee. Zowel in
pedagogisch opzicht als op gebied van
kwaliteitseisen. Zo werken wij sinds
een paar jaar met de Piramide-methode,
waarin alle ontwikkelingsgebieden van
peuters aan bod komen, van sociale,
emotionele en taalontwikkeling tot de
motoriek. Kinderen die extra (taal)ondersteuning nodig hebben krijgen
begeleiding van onze vaste tutor. Zij
komt eens per week met deze kinderen
individueel of in kleine groepjes werken.
Op dit moment besteden we ook extra
aandacht aan interactief lezen met
kleine groepjes kinderen. Om met alle
nieuwe ontwikkelingen mee te gaan,
krijgen we regelmatig bijscholing. Zo
blijven we bij de tijd en blijft ons werk
interessant, afwisselend en boeiend.’
TROTS
‘Ik ben trots op ons team en op “onze”
speelzaal! Op de manier waarop we
werken, maar vooral ook hoe we dat
met elkáár doen. En daarbij bedoel ik
ook de inzet van de ouders. We hebben
namelijk een actieve oudercommissie
die ons ondersteunt met allerlei hand- en
spandiensten: van helpen bij feestjes
tot raamschilderingen maken. Al met
al kunnen we alle vijf met trots zeggen
dat we hier al heel wat jaar met heel
veel plezier werken en dit nog heel
lang zo willen houden!’ <
JIJ OOK MET JE PEUTERSPEELZAAL IN DE SPOTLIGHT?
MAIL JE NAAM, DE NAAM VAN DE SPEELZAAL
WAAR JE WERKT EN EEN KORTE MOTIVATIE NAAR
[email protected] O.V.V. ‘RUBRIEK
SPOTLIGHT’ EN WIE WEET KIEZEN WE JE UIT!
COLUMN
FOTO ANP
Straf
Steven Pont
Mag je op een kinderdagverblijf de kinderen die je onder je hoede hebt straffen? En is
er dan een verschil tussen een KDV of een bso? Onlangs was ik op een kinderdagverblijf
en daar werd tot mijn verbazing een kind van nog geen twee even op de gang gezet
omdat het storend gedrag in de groep vertoonde. Ik wist niet wat ik meemaakte. Het
komt natuurlijk door die Jo Frost, die op televisie kinderen op hun naughty chair zet en
op die manier de orde in het gezin herstelt. Ze stuurt kinderen naar de gang of naar een
hoek van de kamer en daar moeten ze maar eens goed nadenken over wat ze hebben
gedaan en daarna moeten ze dan ‘sorry’ zeggen. Wat niemand op lijkt te vallen is hoe
‘leeg’ zo’n sorry klinkt. Het is een volledig afgedwongen woordje waar het kind vaak geen
bal van meent. Dat ouders die volledig van het pedagogische pad af zijn dit maniertje
aangeleerd krijgen doet mijn wenkbrauwen al fronsen, dat het op televisie komt nog
meer en dat het zoveel navolging krijgt nog weer meer. De vraag blijft dan ook, mag
zoiets ook in de professionele kinderopvang (of het nu de naughty chair is of iets anders)?
Hoort het straffen van een kind bij een kindcentrum dat claimt dat daar pedagogiek
wordt bedreven? Mijn antwoord op deze vraag zou zijn: nee. En mogen ouders er dus
van uitgaan dat professionals andere middelen hebben? Mijn antwoord op deze vraag
zou zijn: ja. Daarom zeg ik: straffen hoort niet thuis in de kinderopvang. En als je dit
nou de grootste apekool vindt die je ooit in dit blad hebt gelezen, dan hoop ik via de
redactie een mailtje van je te krijgen. Want de geschiedenis heeft meer dan eens
bewezen dat ik door goede argumenten best op andere gedachten te brengen ben. <
Alles over het kind
op één veilige plek
Quebble is eenvoudig,
veilig en gratis. Schrijf je
nu in op Quebble.com!
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
17
Het is het jaar van de groene kinderopvang.
Daarom besteedt Kinderopvang dit jaar
extra aandacht aan groen&milieu.
MOET
JE DOEN!
FOTO JANTIEN WEITJENS
SAMENSTELLING MARIANNE WENNEKER
In deze rubriek allerlei groene tips voor
(buiten)spelen, leuke activiteiten om te doen
met de kinderen en milieuvriendelijk
schoonmaken. Plus een tip voor in je agenda.
Op de agenda
Op 1 maart gaan bij de Vogelbescherming de
camera’s van Beleef de Lente weer open. Ze hebben
De natuur ontdekken [0-4]
een speciale site voor kinderen. Ook is het heel leuk om een
aantal vogelsoorten van dichtbij te volgen. De Vogelbescherming
is partner van het Jaar van de Groene Kinderopvang.
www.beleefdelentejunior.nl
Van sneeuw
naar water
Voor kinderen is het feest als er sneeuw
uw
ligt! En dat feest houdt niet op als ze
e
vanwege de kou weer naar binnen
moeten. Neem een lading sneeuw in
n
een bak of emmer mee naar binnen,
liefst in een doorzichtige (aquarium)bak.
bak.
Binnen kunnen de kinderen verder spelen
pelen
met de sneeuw. En ze zullen verbaasd
sd
staan over wat er vervolgens met de
sneeuw gebeurt: van sneeuw naar
water. Het is prachtig om samen mett
de kinderen te praten over wat je ziet
et en
hoe dat komt. Zet de bak dus op een
n
goed zichtbare plek.
In de tuin
Binnentuintje
Bi
B
t i tj
In het staartje van de winter is er buiten nog niet zo heel veel te zaaien. Maar je
kunt natuurlijk wel een binnentuintje maken. Heel eenvoudig, door kiemzaden
of peulvruchten te laten kiemen in bakjes of potjes op de vensterbank. Je hebt er
speciale kiemschaaltjes voor, maar met vochtige watjes lukt het ook. Heel bekend
en lekker voor op brood zijn natuurlijk tuinkers of waterkers. Maar wat dacht je
van basilicumkers? Of zonnebloemkers? Probeer eens een paar verschillende
soorten en vergelijk hoe ze groeien. Zorg wel dat de zaden niet uitdrogen,
want anders lukt het niet. Als je met tussenpozen van een of twee dagen steeds
opnieuw zaait, kun je lang blijven knippen. Eet smakelijk!
18 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
Trek die stekker
eruit!
Milieuvriendelijk schoonmaken
Middelen zonder
Wist je dat in de meeste schoonmaakmiddelen stoffen zitten die niet goed
zijn voor je kinderen en het milieu? Die stoffen zorgen er bovendien niet eens
voor dat de locatie schoner wordt. Dus dat kan best zonder! Vraag erom bij
www.babybegood.nl/kinderopvang.
je leverancier of kijk voor meer tips op: www.babybegood.nl/k
FOTO THETHRIFTRESS.COM
Duurzaam
1
3
2
4
De kosten voor gas en elektra drukken
flink op de maandelijkse balans.
Door energiezuinige apparaten (A+++)
aan te schaffen, ze bewust te gebruiken
en ze niet in stand-by stand te laten
staan, zijn er op jaarbasis vele tientallen
euro’s te besparen.
Veel apparaten staan het grootste gedeelte
van de dag en nacht in de stand-by
modus. Daardoor gaat veel stroom
verloren. Of die paar Watt per apparaat
echt veel uitmaken? Jazeker!
Een gemiddeld huishouden verliest
per jaar al zo’n € 100,- door apparaten
die in de stand-by stand blijven staan.
Dit is 4% van het totale Nederlandse
stroomverbruik!
Tip: maak dagelijks aan het einde van
de dag een rondje door de locatie om te
checken of alle apparaten echt uitstaan.
Dat kun je doen met de hand of met een
uitschakelbare stekkerdoos. Om 100%
inzicht te krijgen in je stand-by verbruik,
kun je een energiemeter gebruiken.
KIJK OOK EENS OP WWW.DEGROENEGIRAF.NL
EN WWW.JAARVANDEGROENEKINDEROPVANG.NL
Groene activiteit (4-12)
Valentijnkrans
Binnenkort is het weer Valentijn. Tijd om met de kinderen ‘romantische’
knutsels te maken. Voor dit hart heb je nodig:
• 2 keukenpapierrollen of ongeveer 4 wc-rollen • schaar • verf • kwast
• lege zakken van chips of koekjes met zilverkleurige binnenkant (schoongemaakt)
• lijmpistool of in ieder geval andere heel stevige lijm • lint
Zo maak je het:
Buig je keukenrol of wc-rol dubbel zodat er een hartvorm ontstaat. Knip de rol in
ongeveer gelijke delen. Buig de scherpe vouw een beetje terug met je vingers, zodat je leuke hartvormige delen krijgt en geen scherpe hoeken. Maak van lege koekof chipsverpakkingen mooie kleine snippers die je als glitters kunt gebruiken. Zijn
alle delen opgedroogd, neem dan een stevige lijm en plak ze samen tot een krans.
Maak de krans eventueel groter door een extra ring van hartjes toe te voegen. Bind
een lint om de krans en hang de krans op. Deze krans kun je nog jaren gebruiken!
Tip 1: Natuurlijk hoeft de krans niet alleen rood te zijn. Rood, roze en wit samen
geeft ook een mooi effect. Of laat de kinderen zelf verzinnen wat zij mooi vinden.
Tip 2: Dit is ook een leuk moederdagcadeau.
BIJDRAGEN VAN GROEN CEMENT (WWW.GROENCEMENT.NL),
GROENE GIRAF (WWW.DEGROENEGIRAF.NL), ACTIVITHEEK (WWW.ACTIVITHEEK)
EN BABY BE GOOD (WWW.BABYBEGOOD.NL/KINDEROPVANG).
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
19
DE PLANNEN VAN ASSCHER
KINDEROPVANG
kijkt vooruit
Begin december kwam dan eindelijk de langverwachte brief van minister Asscher
‘Een betere basis voor peuters’, waarin hij uit de doeken doet hoe het kabinet toewerkt
naar een nieuw kinderopvangstelsel. Wat staat er in zijn brief? TEKST MARIANNE VELSINK
NU EEN VERSNIPPERD STELSEL
Kinderopvang, peuterspeelzalen, voorschoolse opvang – wat is wat? En wie brengt welke peuter naar
welke voorziening? Hoe is het nu geregeld? Een overzicht.
Kinderopvang
Peuterspeelzalen
Voorscholen
Als je het simpel uitlegt, is de kinderopvang bedoeld om ouders aan het
werk te houden en krijgen. Het woord
‘arbeidsmarktinstrument’ hoor je vast
wel eens voorbij komen. Maar daarmee
doe je de kinderopvang tekort. Minister
Asscher heeft in zijn brief letterlijk
geschreven dat kinderopvang ook een
pedagogische opdracht heeft. Kinderen
van 0 tot 12 jaar gaan naar de kinderopvang omdat ze daar gestimuleerd
worden in hun ontwikkeling. Van
kleinschalige gastouderopvang tot grote
bso’s: kinderopvang is divers en er is
heel veel keus. Ouders die werken,
hebben recht op kinderopvangtoeslag.
De hoogte van de kinderopvangtoeslag
is afhankelijk van het aantal uren van
de minst werkende ouder. Dit betekent
dat alleen werkende ouders een toeslag
ontvangen voor kinderopvang.
Sinds de Wet OKE in 2010 heeft het
peuterspeelzaalwerk een professionaliseringsslag gemaakt. Peuterspeelzalen
met alleen vrijwilligers op de groep
komen niet meer voor. De kwaliteit van
peuterspeelzalen wordt gecontroleerd
en ze worden pas geregistreerd in het
Landelijk Register als ze voldoen aan
kwaliteitseisen. Het beleid rondom
peuterspeelzalen verschilt per gemeente.
In sommige gemeenten in een peuterspeelzaalplek zo betaalbaar door
subsidies van de gemeente, dat er
wachtlijsten zijn. Andere gemeenten
hebben het peuterspeelzaalwerk al
volledig geharmoniseerd met de kinderopvang. Op de peuterspeelzaal kunnen
in principe alle kinderen (2-4 jaar)
terecht, zowel van werkende als niet
werkende ouders. De opvangtijden
beslaan een dagdeel.
Zowel kinderdagverblijven als peuterspeelzalen mogen zichzelf een voorschool noemen. Dat mag alleen als ze
kinderen met een taalachterstand
vroeg- en voorschoolse educatie bieden.
Deze plekken worden gefinancierd
vanuit de gemeente. De gemeente is
verantwoordelijk voor het realiseren
van voldoende vve-aanbod van goede
kwaliteit voor alle doelgroepkinderen.
Hiervoor verstrekt het Rijk subsidie.
De hoogte van de subsidie verschilt
per gemeente en is afhankelijk van het
aantal kinderen met een taalachterstand
in de gemeente. De voorschool is beschikbaar voor alle kinderen (van werkende
en niet werkende ouders), mits er een
taalachterstand is geconstateerd.
20 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
DE PLANNEN
PEUTERSPEELZAAL
ONDER DE WET
KINDEROPVANG
De belangrijkste wijziging die minister
Asscher met zijn brief in gang heeft gezet, is
het peuterspeelzaalwerk volledig onder de
wet Kinderopvang te brengen. Dat klinkt als
een logische stap na de Wet OKE, maar is nog
niet zo eenvoudig gerealiseerd. Het betekent
voor peuterspeelzalen waarschijnlijk onder
andere dat:
• alle leidsters op PW-3 niveau geschoold zijn
• het vierogenprincipe ingevoerd wordt
• er een oudercommissie moet worden
samengesteld
• er andere eisen worden gesteld aan o.a.
inrichting
• er andere eisen worden gesteld aan
leidster-kindratio
• ouders de speelzaal bekostigen vanuit
een kinderopvangtoeslag.
Er zijn nog veel meer consequenties. Minister
Asscher gaat in zijn brief nog niet precies in
op deze veranderingen voor de peuterspeelzaal. Omdat de regels pas ingaan op 1 januari
2016 worden ze de komende twee jaar
belangrijk. Dan zal worden bepaald of alle
regels uit de wet Kinderopvang ook voor
de peuterspeelzaal gaan gelden en of,
bijvoorbeeld, het woord ‘peuterspeelzaal’
verdwijnt. De branche krijgt veel inspraak in
de uitvoering van de plannen.
Waarom wil Asscher kinderopvang
en peuterspeelzalen samenvoegen?
Dit is natuurlijk de belangrijkste vraag. Voor wie is het handig dat het
peuterspeelzaalwerk verdwijnt en opgaat in kinderopvang? Minister
Asscher is hier sinds het eerste moment dat hij in de regering plaatsnam
helder in. Niet alleen kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en voorschoolse
opvang moeten op elkaar worden afgestemd, dat geldt ook voor het
onderwijs. De eerste stap die Asscher zet is de financiering van de drie
opvangvormen gelijktrekken.
Het voordeel is er in de eerste plaats voor ouders, die vaak door de
bomen het bos niet meer zien. Omdat het gemeentelijk beleid nogal
eens verschilt, weten veel ouders niet wanneer zij in aanmerking komen
voor een subsidieplek in de voorschool en wanneer voor een plek in de
kinderopvang. Ook komt er een einde aan de ‘zwarte’ peuterspeelzalen
met VVE-kinderen en ‘witte’ kinderdagverblijven met kinderen van
(hoogopgeleide) ouders. Een ander voordeel is dat de overheid beter kan
controleren of de geboden kwaliteit voldoende is, als alle opvanglocaties
aan dezelfde eisen moeten voldoen. Minister Asscher vindt het belangrijk
dat alle kinderen dezelfde kansen krijgen en dat een kind dat met een
taalachterstand met dezelfde woordenschat aan de basisschool begint
als een kind dat van huis uit meer gestimuleerd is. Asscher spreekt in zijn
brief zelfs de hoop uit dat ouders sneller geneigd zijn aan het werk te
gaan als zij kunnen rekenen op opvang van hoge kwaliteit.
Het laatste voordeel is dat samenwerking tussen kinderopvang,
voorschool, peuterspeelzalen én het onderwijs makkelijker wordt als er
zo min mogelijk belemmeringen zijn.
Tussen wal en schip?
Het lijkt of een groep kinderen buitenspel gezet wordt.
Kinderen van tweeverdieners kunnen terecht in de kinderopvang. Hun ouders krijgen immers kinderopvangtoeslag.
Kinderen van niet-werkende ouders moeten een taalachterstand hebben, om een deels betaalde plek in de
voorschool te krijgen. Hoe zit het met de kinderen die geen
taalachterstand hebben en van wie ouders geen recht hebben
op kinderopvangtoeslag? De VNG en andere belanghebbende
partijen uit de sector hebben aangegeven voor alle kinderen
een aanbod te willen doen. Het kabinet gaat met de VNG
en met de branche in gesprek over een aanbod voor de groep
kinderen die nu buiten de boot valt.
KWALITEITSVERBETERING
Hoewel de kinderdagopvang afgelopen jaar een lichte
kwaliteitsverbetering vertoont, vindt minister Asscher
dat er nog verbeterpunten zijn. Dit jaar wordt er onderzoek gedaan naar de kwaliteit van peuterspeelzalen.
Het kabinet wil met branchepartijen afspraken maken
over structurele scholing van pedagogisch medewerkers
om kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling.
Onderdeel van deze scholing moet een goede beheersing
van de Nederlandse taal zijn. Een taalrijke omgeving is
immers een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling
van jonge kinderen. Daarnaast wil het kabinet dat er
een betere mix van mbo- en hbo-functies komt op de
werkvloer.
Vanuit het werkveld is volop gereageerd op de brief van
Asscher. Wil je de brief lezen en de reacties? Ga dan
naar www.kinderopvangtotaal.nl en zoek op het Dossier
‘Naar een nieuw stelsel’.
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
21
Pientere
PEUTERS
METHODE VOOR GETALENTEERDE KINDEREN
Sommige kinderen ontwikkelen zich sneller dan anderen. Fanny Cattenstart
bedacht een methode om pientere peuters te herkennen en aan te sluiten bij
hun talenten. TEKST FEMKE VAN DEN BERG FOTO’S RAYMOND VAN DER KNAAP
D
insdagmiddag 15.45 uur. Bij
kinderdagverblijf De Hazelaar
verkleden Elsa (3) en Mirthe (3)
zich als prinsessen. ‘Wil je mij de paarse
jurk geven met de zes lintjes eraan?’,
vraagt Elsa aan Mirthe. Die duikt in de
verkleedkist en haalt er een roze rok
met stroken uit. ‘Nee, niet die,’ zegt
Elsa beslist. ‘Ik wil de paarse.’ Mirthe
doet een nieuwe poging en tovert een
blauwe Doornroosje-jurk tevoorschijn.
Elsa trekt een boze frons in haar voorhoofd. ‘Ik zeg toch de paarse!’ schreeuwt
ze. ‘Waarom geef je die niet?!’ Ze geeft
Mirthe een harde duw. Die begint van
schrik te huilen. Pedagogisch medewerker Jeltsje zegt tegen haar collega
Anne: ‘O jee, Elsa heeft weer een woedeuitbarsting. De derde al vandaag.’
Ze loopt naar de peuters toe, neemt
Elsa apart en legt haar opnieuw uit dat
ze andere kindjes geen pijn mag doen.
Maar Elsa blijft boos. ‘Sociale vaardigheden zijn niet haar sterkste kant, hè?’
vindt Anne.
Hoogbegaafd?
Volgens talentbegeleider Fanny Cattenstart (van bureau Grip op Talent) is er
met Elsa’s sociale vaardigheden niets
mis. ‘Ze vraagt netjes wat ze hebben
wil. Maar Mirthe begrijpt haar niet. De
kleur paars en het getal zes kent zij nog
niet.’ Elsa is verder in haar ontwikkeling
dan Mirthe en de meeste andere leeftijdgenootjes; mogelijk is ze hoogbegaafd.
22 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
Jongens bouwen blokken na van spelkaarten. Met behulp van zo’n spel kun je zien hoe ver de
kinderen zijn in hun ontwikkeling.
‘Dat kun je op jonge leeftijd niet met
zekerheid vaststellen, maar je ziet al
wel dat sommige kinderen een forse
ontwikkelingsvoorsprong hebben,’ zegt
Fanny. Als baby en dreumes zijn ze
heel wakker, alert en energiek. Hun
ontwikkeling verloopt vlot en ze hebben
een sterke eigen wil. Als peuter vallen
ze op door hun grote taalvaardigheid,
opmerkzaamheid en behoefte aan
autonomie. Meestal kennen ze al veel
kleuren, cijfers en letters. Doordat ze
voorlopen op hun leeftijdgenootjes, vaak
ook sociaal, matchen deze kinderen
meestal niet goed met de groep. En ze
vervelen zich regelmatig. Dat kan zorgen
voor frustratie, woede, verdriet, gedragsproblemen en later ook leer- en motivatieproblemen. ‘Het is belangrijk dat je als
pm’er begrip toont voor wat het kind
ervaart en benoemt waardoor dat komt,’
zegt Fanny. ‘Jeltsje kan bijvoorbeeld aan
Elsa uitleggen dat niet alle kinderen
dezelfde kennis hebben. Ook kan ze aangeven dat Elsa altijd om hulp mag vragen
als het samenspelen niet goed lukt.’
Handvatten
In 2013 ontwikkelde Fanny de methode
Pientere Peuters. Deze helpt pm’ers
bij het herkennen en stimuleren van
talenten van (mogelijk) hoogbegaafde
kinderen. De methode bevat achtergrondinformatie, tips om kinderen te
observeren met gebruik van spelmateriaal,
handreikingen voor de omgang met
ouders en ideeën om de kinderen uit te
dagen. ‘De aanpak is zeker niet bedoeld
om kinderen het etiket “hoogbegaafd”
op te plakken, maar wel om pm’ers
handvatten te geven, zodat zij pientere
kinderen beter kunnen begrijpen en begeleiden,’ zegt Fanny.
Eerlijke antwoorden
Kinderopvangorganisatie De Kleine
Wereld (locatie Ceintuurbaan) in
Amsterdam experimenteerde met Pientere
peuters. ‘We zijn heel enthousiast’,
vertelt assistent-vestigingsmanager
Bianca Nouws. ‘We kijken nu anders
naar álle kinderen in de groep en proberen gerichter aan te sluiten bij hun
interesses en mogelijkheden. Ook zijn
we er alerter op dat er hele slimme
koppies tussen kunnen zitten.’ Bianca
vertelt dat ze het gedrag van pientere
peuters nu ook beter kan plaatsen:
‘Een kind uit mijn groep vroeg steeds
veel aandacht van de pm’ers. Ik begrijp
inmiddels beter waarom. Deze peuter
had gewoon geen aansluiting met
leeftijdgenootjes, doordat het cognitief
ver voorliep.’
Fanny vertelt dat kinderen met een
ontwikkelingsvoorsprong zich vaker
richten op volwassenen. Ze zijn nieuwsgierig, denken veel na en stellen vol-
Een meisje speelt met kleurentorentjes. Aan haar verrichtingen kun je zien hoe ver ze is in haar
ontwikkeling.
wassenen graag ingewikkelde vragen.
Fanny adviseert om hen eerlijke antwoorden te geven. ‘Zeg niet te gauw:
daar ben jij te jong voor. Een kind dat
complexe vragen stelt, is klaar voor
complexe antwoorden.’
Stimuleren
Bij De Kleine Wereld wordt bij de aanschaf van materialen tegenwoordig
meer rekening gehouden met kinderen
met een ontwikkelingsvoorsprong. Ze
kiezen bewust ook speelgoed dat bestemd
is voor oudere kinderen, zoals smart
games (logische denkpuzzels): ‘We gaven
een kind laatst een puzzel voor kinderen
van zeven jaar en ouder. Na dagen
oefenen lukte het om de puzzel te
maken. Dit kind had heerlijk gespeeld
en was reuze trots.’
Kinderen die meer aankunnen kun je
bovendien extra stimuleren door uitdagende activiteiten te koppelen aan
‘gewoon’ speelgoed, zoals blokken.
Vraag een kind bijvoorbeeld eens om
een kasteel te bouwen en laat hem dan
de verschillen en overeenkomsten
zoeken tussen zijn kasteel en de dierentuin die een ander kind maakte. Of geef
een vrije knutselopdracht: leg papier,
lijm en schaar neer en vraag kinderen
iets te maken over het thema ‘winter’.
Fanny: ‘Deze kinderen houden ervan een
opdracht naar eigen inzicht uit te voeren.’
Schoolkeuze
VVE-PROGRAMMA’S EN PIENTERE PEUTERS
• Uk & Puk differentieert naar leeftijd en ontwikkeling. Bij iedere activiteit worden
meerdere mogelijkheden beschreven om het niveau te verhogen. Zo kan de pm’er
meer uitdaging bieden aan kinderen die een snellere ontwikkeling laten zien.
• Piramide laat zien hoe je pientere kinderen signaleert. Met een geïntegreerde
aanpak voor pientere kinderen daagt de pm’er kinderen op hun eigen niveau uit
en stimuleert zij de brede ontwikkeling. Bij de uitvoering van activiteiten staat
het (denk)proces centraal. Dat prikkelt pientere kinderen om te onderzoeken.
• Uitgangspunt van Kaleidoscoop is dat je als pm’er ieder kind begeleidt en
stimuleert tot actief leren en het aanbod afstemt op zijn interesses, niveau en
behoeften. Door een rijke speelleeromgeving en een uitdagend dagschema
met interessante activiteiten aan te bieden, komen ook (hoog)begaafde kinderen
aan hun trekken.
Bij Pientere Peuters hoort een overzicht
van wat een kind moet kennen en kunnen
op het moment dat het naar het basisonderwijs gaat. ‘Dat geeft houvast bij
het vaststellen van een voorsprong,’ vindt
Marjolein Tijsterman, pedagoog bij
De Kleine Wereld. ‘Ook helpt het in het
gesprek met ouders. Met het overzicht
kun je beter aangeven hoe ver een kind
voorloopt. Ouders kunnen daar dan
rekening mee houden en bijvoorbeeld
een basisschool kiezen die de behoeften van begaafde kinderen begrijpt.’ <
MEER INFORMATIE: WWW.GRIPOPTALENT.NL
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
23
Onze nieuwe
COLUMNIST
Na onze oproep
oeep voor een nieuwe columnist kwamen er verrassend veel leuke columns
binnen. We hebben Dorien Gerritsen als winnaar gekozen; de komende 10 nummers
lees je op deze plek een column van haar hand. Er kan helaas maar één winnaar zijn,
maar drie andere inzendingen, van René Dubelaar, Marianne Faassen en Sylvana Snijder,
willen we je niet onthouden. Daarom kun je in dit nummer ook hún columns lezen.
Omdat ze wat ons betreft een eervolle vermelding verdienen.
EEN GEKLEURDE
GROEP DOOR DORIEN GERRITSEN
Een paar maanden geleden ben ik aan een nieuw avontuur
op een ander kinderdagverblijf begonnen. Tegelijk met Davu:
een acht maanden oude, Afrikaans baby. Lekkere spekbenen en
wangen om in te bijten. Davu krijgt papflessen, veel papflessen.
‘Lieve Davu mag geen honger hebben en als hij huilt, helpt de
fles hem. Oh en voor het slapen mag er ook een fles in, daar
slaapt Davu beter van.’ Mama vertrekt en ik verwerk even de
flesseninformatie. Gaandeweg leren Davu en ik elkaar beter
kennen, net als mama en ik. Moeder spreekt slecht Nederlands
en ook het cultuurverschil maakt dat het meer tijd kost om haar
vertrouwen te winnen. Ze stelt zich elke week meer open, we komen er wel. Hij heeft hier niet zoveel zin
in de flessen en graait naar stukjes fruit en brood die zijn vriendjes oppeuzelen.
Als ik dit met moeder bespreek en haar een voedingsschema van de groep meegeef, raakt ze lichtelijk in
paniek. ‘Moet hij één fles op? Weinig is niet goed, moet eten!’ Ik blijf de flessen geven. Het is haar kind
en zij bepaalt uiteindelijk wat hij eet en drinkt. Het is mij duidelijk dat voeding in deze cultuur een belangrijke rol speelt. Maar na een week gaat Davu spugen na de fles. Het lijkt teveel. Moeder komt hem halen
en herkent het spugen van thuis. Ik probeer moeder met een oplossing te laten komen en stel haar een
vraag: ‘Hij is niet ziek hè? Wat zou het kunnen zijn dat Davu na zijn fles spuugt en niet na het andere
voedsel?’ Na een stilte zegt moeder dat één fles genoeg is, mits hij écht, écht genoeg eet. Ik bied aan om
hem hier ’s middags groente te geven. Er ontstaat een glimlach bij moeder en ze slaakt een grote zucht.
‘Ja, dat is goed… Helemaal goed.’
De winnende column
24 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
‘IK WERK
VANUIT
HET HART
VOOR
KINDEREN’
Eervolle vermelding
Dorien Gerritsen:
‘Ik tel 32 lentes en woon sinds
drie jaar in Hilversum met mijn
partner en (stief)kindje van 6.
Lange tijd reisde ik de wereld over.
Zo heb ik tweemaal zes maanden
op Curaçao en Java gewoond, waar
ik werkte als au-pair en klassenassistent. Dat waren fantastische
ervaringen. Jarenlang werkte ik
in Veenendaal op een babygroep
en daarna in Hilversum op een
peutergroep. In 2012 heb ik de
opleiding voor gezins- en opvoedcoach afgerond. Door de crisis
werd mijn contract in juli niet
omgezet in een vaste aanstelling;
ik kreeg de gebruikelijke time-out.
Ik zette Opvoedwijs op, een eigen
bedrijf in opvoedondersteuning
(zie www.opvoedwijs.nl), en
begeleid nu een à twee dagen
per week ouders die worstelen
met opvoedvragen. Ook vond ik
gelukkig snel weer fulltime werk
bij kinderopvang “De gouden
sleutel” in Hilversum, op een
verticale groep. Collega’s zullen
mij omschrijven als oplettend,
gek en gedreven. Ik werk vanuit
het hart voor kinderen.
Met mijn column hoop ik ouders,
collega’s een kijkje in de kinderopvangkeuken te geven.’
Zomaar een dagje
op de kinderopvang
DOOR RENÉ DUBELAAR, PEDAGOGISCH MEDEWERKER OP STOOM
Het is zomervakantie en de kinderopvang is de hele dag open. Ik heb dus een lange
werkdag voor de boeg. Het is de eerste keer dat ik als kersvers gediplomeerd pedagogisch medewerker meehelp met een lunch. Er zijn ongeveer 40 kinderen verdeeld
over vier tafels. ‘Mijn’ tafel heeft ongeveer tien jonge kinderen, vanaf 4 jaar en ouder.
Ik voel mij nog wat onwennig. Helpen boterhammen smeren en bekers water/melk
inschenken? Het doet mij even terugdenken aan mijn opleiding SPW4. Voor de
beeldvorming: ik heb een scholingsproject naar onderwijsassistent gevolgd wegens
een grote bankenreorganisatie/fusie. Op mijn vijftigste, zelf vader van een puber, wilde
ik heel graag deze opleiding volgen. Na anderhalf jaar studieboeken en stagelopen op
een basisschool had ik het papiertje op zak. En ja, meester René klinkt wel, toch?
Terug naar mijn tafel. Ik zie een meisje in een wolk van gestampte muisjes een enorme
hap van haar boterham nemen, een ander heeft chocoladepasta tot aan de oren en
eentje zit met z’n vinger in de pindakaaspot. Het zijn lange tafels en ik zit aan het
hoofd. Tja, als meester mag je toch wel een vooraanstaande plaats aan tafel hebben?
Nu zie ik een jong ventje dat zijn boterham zelf gesmeerd heeft; eerder geplamuurd.
In zijn handjes de chocoladehagelslag en met een zeer geconcentreerd gezicht de doos
boven zijn boterham aan het legen. Ik zie de boterham verdwijnen onder een enorme
berg chocoladekorrels. Glunderend kijkt-ie mij aan. De moed zinkt mij in de schoenen.
Ligt hier dan echt mijn nieuwe toekomst? Opeens wordt er zachtjes op mijn arm getikt.
Ik kijk opzij en zie het meisje met het ‘wit gestampte muisjes-gezicht’. Ze vraagt:
‘Burgemeester, kan je mijn schoenveter strikken?’
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
25
Eervolle vermelding
Barbie en
Ken
DOOR MARIANNE FAASSEN-TEEUWEN,
PEDAGOGISCH MEDEWERKER OP STOOM
Ons huis voelt en lijkt leeg zonder de kinderen. Mijn zoon en dochter wonen sinds een
paar maanden allebei op kamers. In de
slaapkamers is het nog steeds een drukke
boel, de kamers staan bomvol verleden tijd.
Mijn man zegt vaak dat ik spulletjes moet
wegdoen. Dat is makkelijker gezegd dan
gedaan. Aan alles kleeft wel een mooie, warme, lollige of belangrijke herinnering. Het
speelgoed is stil, maar weggooien voelt als
verraad. Vooral na het zien van Toy Story.
Wie durft nu nog speelgoed weg te doen?
Speelgoed heeft ook gevoel!
De kinderen op de bso vertel ik over de barbies van mijn dochter. Hoe ze met de poppen speelde en welke namen ze hen gaf.
‘Juffie, mogen wij er een keer mee spelen?’
Ik word blij van deze vraag en vind het een
heel prettig idee. ’s Avonds duik ik de kast in
en pak de barbie-doos. Daar liggen ze dan,
boven op elkaar, de een keurig in haar
bruidskleding, de ander zonder benen. Ik
heb een vrolijke boodschap: ‘Jullie mogen
met me mee.’ Eerst moet ik ze fatsoeneren.
Daar zit ik dan op de grond met alle Barbies,
Ken’s en de ukkies om me heen. Ik word
overmand door herinneringen. De eerste
tranen kan ik moeilijk weerstaan.
Kom op, aankleden en vertroetelen! Na een
klein uurtje zien ze er weer prachtig uit.
Bruidje-, Zeemeermin-, Mode-, Prinses Barbie, Beach Ken en de kleine Kelly´s hebben er
zin in. De bso-meisjes komen direct op me
afrennen. ‘Juf, heb je de barbies mee?’ De
barbies worden voorzichtig uit de tas gehaald en geven uren spelplezier. Wat heerlijk
om te zien en te horen, al dat gebabbel.
Barbie en Ken leven weer!
26 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
Eervolle vermelding
De eerste dag
DOOR SYLVANA SNIJDER, PEDAGOGISCH MEDEWERKER EN MANAGER
DE DROOM KINDERDAGVERBLIJVEN
Als ze de groep op stapt, is de spanning van haar gezicht af te lezen.
Ze kijkt om zich heen en weet niet zo goed wat ze zal doen.
‘Goeiemorgen!’ zeg ik, terwijl ik voor het raam een ouder uitzwaai.
‘Goeiemorgen...’ antwoordt ze. Ze kijkt nog steeds om zich heen.
Het jongetje klemt ze stevig in haar armen.
Ik probeer haar gerust te stellen, ik snap hoe ze zich voelt. Je kind voor het
eerst wegbrengen naar een kinderdagverblijf is niet makkelijk, hoe leuk en
gezellig het er ook uitziet op de groep.
Ze zet het jongetje op de grond. Hij blijft staan en kijkt naar de spelende
kinderen, zij doet hetzelfde.
Ik pak hem bij zijn hand en vraag of hij misschien ook naar mama wil
zwaaien. Hij zegt niets, maar zij knikt en zegt: ‘Dat lijkt me wel een goed
idee.’ Ze geeft hem een knuffel en loopt naar de deur. Ik zeg haar dat ze
altijd mag bellen om te vragen hoe het gaat.
We zwaaien, ze gaat naar school en het jongetje en ik gaan samen op de
grond zitten. ‘En nu?’ lijkt hij te denken. Na 5 minuten speelt hij met de
auto’s, na 10 minuten klimt hij van m’n schoot en loopt naar de glijbaan.
Na 15 minuten zie ik een lachende peuter. Hij vindt het leuk!
Ik denk aan zijn moeder, hoe lastig ze het vond om weg te gaan. En ik maak
een foto van haar lachende zoontje, voor in de fototrein. Hij hoort er nu ook bij!
Ze belt die dag twee keer en beide keren kan ik haar vertellen dat het goed
gaat, dat hij het naar zijn zin heeft en heerlijk speelt.
Als ze hem die middag ophaalt – eerder dan verwacht – ziet ze er opgelucht
uit. Ze knuffelt haar mannetje weer, en deze keer lachen ze allebei.
PIKLER
geeft een andere kijk
op kinderen
Je opvoeding en opleiding bepalen je ‘kindbeeld’ en hoe je nu zelf met
kinderen omgaat. Onderstaande voorbeelden gaan uit van een verschillend
kindbeeld. Welk beeld spreekt je aan?
Voorbeeld 1:
Tim, 14 maanden, trekt zich op aan de
bak met houten treinrails. ‘Goed zo,’
zegt Rachel (stagiaire). Tim kijkt naar
Rachel en pakt een stuk rails. ‘Goed
zo.’ Tim haalt meer rails uit de bak.
‘Wil je met de trein spelen?’ Rachel
begint enthousiast de baan in elkaar te
zetten terwijl Tim de bak verder leegruimt. ‘Goed zo,’ zegt Rachel weer. Als
de treinbaan klaar is, loopt ze weg.
Wanneer ze terugkomt met het treintje
heeft Tim de treinbaan gedeeltelijk
afgebroken en doet de rails in de bak.
‘Heb je de rails stukgemaakt? We gingen
toch treintje rijden?’ Behendig repareert
ze de baan en laat Tim zien hoe het
treintje rijdt. Ze zingt daarbij een liedje
over de verschillende kleuren van de
wagonnetjes. Tim lacht, gaat zitten en
kijkt hoe Rachel speelt.
Voorbeeld 2:
Tim, 14 maanden, trekt zich op aan de
bak met houten treinrails. ‘Ja, Tim je
hebt je opgetrokken,’ zegt pedagogisch
medewerker Hanna. Tim lacht naar
haar en pakt een stuk rails. ‘Je speelt
met de rails.’ Tim haalt meer rails uit
de bak. Hanna loopt weg en komt terug
met een grote handtas die ze naast
Tim legt. Als hij haar aankijkt, zegt ze:
‘Ik heb de grote tas naast je neergelegd.’
Tim lacht, gaat op zijn knieën zitten en
begint geconcentreerd de rails in de tas
te doen, daarna schudt hij de tas leeg
boven de bak, pakt twee rails, slaat ze
tegen elkaar en ruimt dan opnieuw de
bak leeg en vult de tas. Hanna kijkt
vanaf een afstandje hoe Tim speelt.
Hedie Meyling, Emmi Pikler Stichting
Nederland: ‘De overeenkomst tussen
deze twee voorbeelden is dat Tim aandacht van de volwassene krijgt. Hij heeft
speelgoed, kan zich vrij bewegen; kortom
Tim is tevreden. Het verschil is dat
Rachel en Hanna een ander “kindbeeld”
hebben. Rachel leert op het ROC om
kinderen te stimuleren en te prijzen.
Hanna leerde van haar leidinggevende
(Pikler Pedagoog) om het kind eerst te
observeren. Hanna kijkt waar Tim is in
zijn spelontwikkeling - in en uit doen en geeft hem voldoende materiaal om
dat op zijn manier te kunnen oefenen.
Zo leert hij vanuit eigen initiatief en in
eigen tempo te leren. Hoe fijn is het
voor Tim als hij zelf mag ontdekken hoe
rails in elkaar passen op het moment
dat hij er aan toe is. Dit beïnvloedt Tims
zelfbeeld, zijn gevoel van eigenwaarde en
zelfvertrouwen voor het leven. Hanna’s
andere kijk op kinderen bepaalt ook de
manier waarop ze Tim verzorgt. Dit alles
geeft haar meer voldoening in haar werk.
Daarom wil zij de Pikler Opleiding
volgen, om nog meer over kinderen en
zichzelf te leren.’ <
PIKLER OPLEIDING
In maart 2014 begint de Pikler Opleiding.
Deze parttime opleiding is geschikt
voor leidinggevenden, pedagogen en
pedagogisch medewerkers. Kijk op
www.pikler.nl voor meer informatie.
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
27
Altijd al eens een vakblad
willen proberen?
Neem nu een introductieabonnement*
op je favoriete vakblad en profiteer van de korting.
* Hierna loopt het abonnement verder als een jaarabonnement met 25% korting.
Wenst u niet te continueren dan kunt u voor ontvangst van het laatste nummer opzeggen.
www.winteractie.reedbusiness.nl
Profiteer nu van ons
warme aanbod!
3
nummers
voor slechts
€10,-
KINDEROPVANG
Kinderopvang stimuleert
jou als pedagogisch medewerker het beste uit jezelf
te halen! Kinderopvang is
inspirerend, betrouwbaar
en praktisch.
Bel 0314-358 358 of bestel online via
www.winteractie.reedbusiness.nl
MANAGEMENT
KINDEROPVANG
Management Kinderopvang
is uw brug tussen beleid &
uitvoering! Het blad bericht
over de ontwikkelingen in de
branche, bedrijfsvoering en
maakt hierbij ook de vertaalslag naar de dagelijkse
praktijk in de kindercentra.
DE GASTOUDER
Het belang
van het pedagogisch kader
In deze rubriek belicht de Gastouderacademie telkens een hoofdstuk uit het pedagogisch
kader voor de gastouderopvang. Deze eerste keer: het belang van het pedagogisch kader.
TEKST CLARINE DE LEVE EN HELEEN ABRAHAMSE (GASTOUDERACADEMIE VAN VYVOJ, ONDERZOEKEN, OPLEIDEN EN VERNIEUWING)
Goede opvang bieden doe je niet zo maar. Geen kind en
familie is gelijk. Elke dag is anders. Bij een gastouder krijgt
het kind de gelegenheid om nieuwe dingen mee te maken.
En als er meerdere kinderen zijn, leert het met andere
kinderen om te gaan, samen te spelen en nog veel meer.
Tussendoor organiseert de gastouder haar eigen gezin of
het huishouden van de ouder(s).
Dat is toch niks bijzonders? Dat deden de volwassenen
in grote gezinnen vroeger toch ook? Het verschil tussen
toen en nu, is dat het niet om de opvoeding van de eigen
kinderen gaat. Dat je niet bijvoorbeeld als familielid of
buurvrouw even op de kinderen van een ander past, maar
als gastouder met kennis van zaken en betrokkenheid bij
het kind.
Hoe kun je dit op een verantwoorde manier doen?
Daarvoor is het Pedagogisch kader gastouderopvang
ontwikkeld. Het biedt praktische informatie en achtergrondkennis, waarmee gastouderbureaus en gastouders
kunnen nadenken over de manier waarop zij de opvang
willen organiseren en inhoud geven. Het pedagogisch
kader biedt een leidraad voor het pedagogisch beleidsplan
van het gastouderbureau, het dagprogramma tijdens de
opvang, en onderwerpen voor deskundigheidsbevordering.
En niet in de laatste plaats: veel stof voor gesprekken met
ouders en collega-gastouders.
30 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
Wat vinden gastouders ervan?
Dineke Korf,
gastouderbureau
De Bult:
‘Door het pedagogisch
kader kun je als
gastouderbureau
echt ergens voor staan.
Ik ben nu minder
“bang” om ons
pedagogisch beleid uit
te leggen.’
Heidi Loosman,
Gastouderbureau
De Bult:
‘Ik ben er meer over
gaan nadenken en
ga nu in het beleidsplan specifieker
beschrijven hoe er
wordt gewerkt.’
MIJN TIP
‘Gebruik het pedagogisch
kader als inspiratiebron om
te beschrijven waar je als
bureau echt voor staat en durf
je daarin te onderscheiden.
Hoe ik dat zelf doe? Aan de
hand van de vier pedagogische
doelen en daarbinnen de
interactievaardigheden schrijf
ik een specifiek pedagogisch
plan. Daarmee kan ik de
ouders concreet duidelijk
maken wat ik van hen
verwacht tijdens de opvang.
Er is ruimte voor eigen
ontwikkeling, niet alleen van
de kinderen, maar ook van de
gastouders. Daarvoor geef ik
dankzij het pedagogisch kader
praktische handvatten.’
HANNEKE MARKHORST – VAN KESTEREN
GASTOUDERBUREAU BLOEI
MIJN PASSIE
‘Kinderopvang en school worden gelijkwaardige partners’
René Spieringhs (36) is pedagogisch
medewerker bij bso Rendierhof in Tilburg.
Een gedreven vakman. Hij zit in de
projectgroep IKC, woonde de hoorzittingen
over de kinderopvang bij in Den Haag
én is raadslid voor de SP in Tilburg.
TEKST CARLA OVERDUIN FOTO JOOP WEVER
IKC: ‘We zijn al negen jaar gevestigd in basisschool
Rendierhof en werkten altijd al veel samen, maar nu
formaliseren we dat in een Integraal Kindcentrum.
In augustus zijn we een pilot begonnen voor intensieve
samenwerking waarbij op termijn kinderopvang en school
gelijkwaardige partners worden.’
Concreet: ‘Onze bso is gericht op ontdekken. We hebben
bijvoorbeeld een lab om proefjes te doen en computers
uit elkaar te halen. Als wij er niet zijn, kan de school dit
gebruiken. Ander voorbeeld: wij begeleiden kinderen met
huiswerk, maar dat is soms best ingewikkeld. De lijnen
zijn dusdanig kort dat we snel bij een leerkracht kunnen
aankloppen voor uitleg of dat een docent naar de bso komt.’
Doorgaande lijn: ‘Dat is het streven bij onder meer cultuureducatie. Neem een thema zoals “Speelgoed, vroeger en nu”.
De school behandelt de theorie en in de bso gaan we aan
de slag om speelgoed te maken of bezoeken we het speelgoedmuseum.’
Toegankelijk: ‘Naar mijn idee moet het aanbod binnen een
IKC voor iedereen toegankelijk zijn, dus ook de bso. Kinderen
die geen kinderopvang afnemen, moeten zich wel voor
bso-projecten kunnen inschrijven. Zo willen we kinderen
met achterstanden in taal of sociale vaardigheden in de
zomermaanden uitnodigen voor twee weken Summer
School waarbij ze spelend leren. Hiervoor hebben we bij de
gemeente een subsidieaanvraag ingediend.’
-ETENßWETENßENßVERBETERENßVANßDEß
KWALITEITßVANßUWßKINDEROPVANG
Mijn ideaalbeeld is een
kindercentrum waarbij vrije tijd en
educatie elkaar afwisselen
-ETß6ERBETER-ETERß $IRECTßAANßDEßSLAGß Øß6ERGELIJKINGß
VANßUWßRESULTATENßMETßANDEREßKINDEROPVANGORGANISATIESß
INßDEßGROOTSTEßBENCHMARKßVANß.EDERLANDß Øß/NTWIKKELDß
SAMENßMETßDEßKINDEROPVANGBRANCHEß Øß!UTOMATISCHß
CONTINUßENßPERIODIEKßONDERZOEKß Øß6RAGENLIJSTENßNAARß
EIGENßWENSENßAANPASSENß Øß!UTOMATISCHEßRAPPORßTAGES
-EERßWETENß
+IJKßOPßWWWVERBETERMETERNLß
6ERBETER?METER
/FßNEEMßCONTACTßOPßß
VERBETERMETER VANGORCUMNL
SP: ‘Ik heb jeugd, onderwijs en sport in mijn pakket. De SP
wil dat iedereen mag meedoen in onze samenleving. In deze
crisistijd vallen steeds meer mensen buiten de boot. Ik vind
dat kinderen overal aan moeten kunnen meedoen.’
Ideaal: ‘Mijn ideaalbeeld is een kindercentrum waarbij vrije
tijd en educatie elkaar afwisselen. Een paar lesuren, dan een
uur toneel, gevolgd door enkele lesuren en daarna buiten
sporten. Dan volg je beter het bioritme van een kind.’
Zwabberbeleid: ‘Een ramp voor de kinderopvang. Eerst
betaalde de overheid te ruim, vervolgens die desastreuze
afbreuk. Er is gelukkig een trendbreuk merkbaar; ik hoop dat
de geldstroom vanaf 2014 stabiliseert. Anders kunnen we
nooit vooruit plannen.’ <
JIJ OF JE COLLEGA OOK IN DEZE RUBRIEK? STUUR EEN MAIL NAAR DE REDACTIE:
[email protected] O.V.V. ‘MIJN PASSIE’
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
31
VAN 2 TOT 4 JAAR
HET BELANG
VAN 0 TOT 2 JAAR
LESSEN UIT HET BOEK
SPEELS, LIEFDEVOL EN VAKKUNDIG
van vriendschap
IN DE GROEP
Vriendjes halen het beste in elkaar naar boven. Ze dagen elkaar uit, helpen
elkaar en leren met elkaar rekening houden. Hoe schep je als pm’er een positief
klimaat voor het creëren van vriendschappen? Deel 4 van de lessen uit het boek
Speels, liefdevol en vakkundig. TEKST HELEEN VAN DER VELD FOTO WILBERT VAN WOENSEL
K
inderen van dezelfde leeftijd zoeken elkaar graag op.
Vanaf drie jaar gaan ze wat vaker spelen met kinderen
van hetzelfde geslacht, vooral bij activiteiten die
worden gezien als ‘typisch’ voor jongens of voor meisjes.
Zelden zullen twee meiden samen de auto’s uit de garage
rijden; als een meisje met auto’s speelt is dat in de regel met
32 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
een jongen. Activiteiten als puzzelen, tekenen en buiten
spelen doen jongens en meisjes graag met elkaar. Voor kinderen
op het kinderdagverblijf speelt de culturele achtergrond niet
mee bij het sluiten van vriendschappen. Vooral het delen
van interesses, geslacht en leeftijd is bepalend.
Kinderen die bevriend zijn, tonen hun affectie door elkaar
te omhelzen, te aaien, intensief samen te spelen en door
koosnaampjes te gebruiken als Emmaatje, Paul, PauliePaul.
Ze spelen graag dezelfde spelletjes en lachen veel samen.
De invloed van de groepsindeling
Pedagogisch medewerkers hebben een grote invloed op
het ontstaan en behouden van kindervriendschappen.
Dat begint al met de manier waarop de groepen zijn ingedeeld,
horizontaal of verticaal. Omdat er in een verticale groep
minder kinderen van dezelfde leeftijd zitten, is de kans op
een hechte vriendschap kleiner. Dat geldt ook voor groepen
met een wisselende bezetting. Vriendschap sluiten kost tijd.
Kinderen die vanaf hun babytijd tot hun tweede jaar in een
vaste groep zitten zijn beter in staat vriendschappen te sluiten
dan kinderen die in die periode van groep gewisseld zijn.
Vriendschappen die in de babytijd ontstaan kunnen jaren
duren, mits ze de vriendschap kunnen onderhouden.
WEETJES OVER PEUTERVRIENDSCHAPPEN
• Ieder kind vindt het fijn om bij de groep te horen en
daarnaast vrienden te maken.
• Vriendschappen ontstaan vooral bij gelijke interesse.
• 75% van de driejarigen speelt typische jongens en
meisjesdingen het liefst met iemand van de eigen sekse.
• Kindervriendschappen hebben een positieve invloed
op empathie, hulpvaardigheden en cognitieve vaardigheden.
• Als de groepssamenstelling vaak verandert, hebben
vriendschappen minder kans.
En als twee subgroepen voortdurend met elkaar botsen,
komt dat het wij-gevoel niet ten goede. Voor de pedagogisch
medewerker is zo’n situatie lastig, omdat er zoveel kinderen
bij betrokken zijn.
Onderlinge verhoudingen
Hou bij het verplaatsen van kinderen, bijvoorbeeld van een
dreumesgroep naar de peutergroep, rekening met bestaande
vriendschappen en bekijk per geval of je die vriendschap
intact laat of juist niet. Het kan even duren voor je in de
gaten hebt dat één kind dominant is en het andere kind
afwijst of overschaduwt. Kijk daarom goed naar de onderlinge
verhoudingen en volg de gesprekken zo nu en dan kritisch.
Zoals tussen Adriaan en Teun, waarbij Teun steeds zinnetjes
te horen krijgt als ‘Jij bent alleen mijn vriend, als ik op jouw
fiets mag.’ Als deze situatie voortduurt, zou je – in samenspraak met de ouders – de kinderen kunnen scheiden als ze
naar een volgende groep gaan.
Het wij-gevoel
Kinderen maken graag deel uit van een groep. Ze zijn
gevoelig voor een goede algemene sfeer. Dan pas ontstaat
het wij-gevoel en zijn ze in staat vriendschappen te sluiten.
Vanaf drie jaar ontstaan er subgroepen, soms complex van
aard. Is er bijvoorbeeld een leider bij wie anderen in de gunst
willen komen, dan gaat dat niet altijd zonder slag of stoot.
ZO BEVORDER JE HET WIJ-GEVOEL
• Benader het kind als persoon en als lid van de groep.
• Zing en dans met de kinderen en vier samen feest.
• Geef kinderen de kans om te helpen en mee te denken
aan oplossingen.
• Maak samen met de kinderen rituelen.
Kijken naar de groep als geheel
Bij problemen in de groep is het verleidelijk om een kind als
schuldige aan te wijzen. Zo verdeel je ongemerkt de groep in
‘leuke’ en ‘moeilijke’ kinderen. Maar het terechtwijzen of
apart zetten van kinderen heeft geen effect in een groep waar
het wij-gevoel ontbreekt. Om het wij-gevoel terug te krijgen
in de groep, moet je juist naar de groep als geheel kijken.
Neem bijvoorbeeld Jeroen. Hij is een gevoelig kind en als hij
geïrriteerd is, wordt hij agressief. De pedagogisch medewerkers ergeren zich aan Jeroen en geven hem bijna automatisch
de schuld van elk conflict dat zich in zijn buurt afspeelt. De
andere kinderen begrijpen dat en weten dat ze ongestraft het
speelgoed van Jeroen kunnen afpakken. Pas als de pm’ers dit
gevoelige kind gaan steunen, wordt het rustiger en wordt het
moeilijke gedrag in de groep minder.
Het geheim van een positieve groep
In een positieve groep zorgt de pm’er dat alle kinderen oog
hebben voor elkaar. Bij verdriet nodigt ze de kinderen uit
elkaar te troosten, door ze te betrekken bij moeilijke of
verdrietige situaties. Door gebruik te maken van de sociale
drang van kinderen om te helpen – en ze daarvoor ruim te
complimenteren – creëer je dat wij-gevoel.
Ook rust en duidelijkheid zijn belangrijk voor een positieve
sfeer. Als kinderen weten waar ze aan toe zijn, voelen ze
zich veilig. Het is – op elk niveau – daarom slim de regels te
benoemen. Tijdens elke knutselactiviteit kun je benadrukken
dat het fijn is om te werken als het een beetje stil is.
De kinderen zullen dat na verloop van tijd ook zelf ervaren.
Samen spelen en plezier maken, dat maakt een fijne groep. <
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
33
Weekprogramma
03 tot en met 07 Februari
Hallo allemaal,
Voor ouders is het fijn om
te weten wat hun kinderen
zoal doen op de bso.
Dat kun je ze laten weten
in een weekprogramma.
Voor pm’ers geeft zo’n
programma bovendien
structuur. En als je de
activiteiten zo ‘groen’
mogelijk maakt, ben je
ook nog eens duurzaam
bezig! Op deze pagina’s
tref je een voorbeeldprogramma aan, met een
activiteit uitgelicht.
Dit jaar is het jaar van de Groene
Kinderopvang. Deze week gaan
we aan de
slag met activiteiten waarmee we
de
kinderopvang kunnen verduurzam
en. Dit
doen we onder andere door energ
ie te
besparen.
Woensdag 5 februari
13:30 uur
We gebruiken alledaagse spullen
die je
normaal gesproken misschien wel
weg zou
gooien. Ook gaan we op stap naar
de
boerderij in de buurt om te ontde
kken dat
wat je van dichtbij haalt, heel lekker
, gezond
en duurzaam is!
Groetjes,
Het BSO-Team
Donderdag 6 februari
16:00 uur
Maandag 3 februari
16:00 uur
16:00 uur
16:30 uur
Vrijdag 7 februari
16:00 uur
Sokkenslang; tochtstopper
Oude sokken met een gaatje niet
weggooien maar meenemen! We
gaan ze gebruiken voor het maken
van een super slang. Wel graag even
de sokken wassen.
Blikken Lantaarns
Nog lege blikken thuis? Niet
weggooien! We maken er sfeerlic
htjes
van.
16:00 uur
Vul je schatkist!
Ga je niet creatief aan de slag met
het
maken van een bliktelefoon? Ga
dan
mee naar buiten. Neem van huis
een
leeg eierdoosje mee als je die nog
hebt. Dit wordt jouw schatkist die
je
nodig hebt voor het volbrengen
van
een zoekopdracht.
Spel: Land, lucht, water
Dinsdag 4 februari
Terug in de tijd: Bliktelefoon
Een experiment; kun je telefoneren
met behulp van blikken? We gaan
het
testen....heb je thuis nog lege blikken
?
Maak ze vast schoon en neem ze
mee.
Libelle maken
We zoeken plastic doppen,
verschillende andere plastic vorme
n
en plastic flesjes. Neem je wat mee
van huis? Dan maken wij hier dat
typische insect met bijzondere ogen.
Let op; het is een beetje een
technisch werkje dus zeker ook
leuk
voor jongens!
Heb jij een goed reactievermogen?
En
kennis van het land, de lucht en
het
water? Dan is dit spel ideaal voor
jou!
16:00 uur
Op stap naar de Bio boerderij!
Voor alle ouders: vandaag kunt u
bij
ons op de BSO een lijst meenemen
met daarop een overzicht van alle
groentes per seizoen. Zo kunt u
duurzaam groente en fruit inkope
n.
Ook krijgt u de recepten mee van
wat
de kinderen vandaag gemaakt hebbe
n
met het fruit en groente van de
boerderij.
Zelf yoghurt maken
Leuk om te leren en als je eenma
al
weet hoe het moet kun je het thuis
nog veel vaker doen!
WEEKPROGRAMMA
BSO
www.doenkids.nl
M
et een weekprogramma
maak je voor ouders veel
makkelijker zichtbaar wat
je allemaal doet. Via de Activitheek
kun je je eigen activiteitenprogramma
wekelijks in een handomdraai samenstellen. De Activitheek heeft een
34 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
database met ruim 600 activiteiten op
het gebied van sport, spel, creativiteit,
drama, techniek, chemie, natuur en
koken. Deze activiteiten bieden veel
inspiratie en kant-en-klare draaiboeken
en er is ook volop ruimte voor je eigen
creativiteit.
Tip: maak elke week een
programma
MEER INFO: WWW.DOENKIDS.NL.
DE GROENE EN DUURZAME ACTIVITEITEN ZIJN
SAMENGESTELD IN SAMENWERKING MET
DE GROENE GIRAF, EEN ORGANISATIE DIE KINDEROPVANGONDERNEMERS HELPT BIJ HET DUURZAMER
ONDERNEMEN (WWW.DEGROENEGIRAF.NL).
Het weekprogramma op de pagina hiernaast met groene
activiteiten is samengesteld door Doenkids en De Groene Giraf.
Het programma is voor lezers van Kinderopvang gratis te
downloaden op www.kinderopvangtotaal.nl/activitheek.
Blikken lantaarns
Deze lichtjes kun je maken met
behulp van de vrieskou buiten!
Hiervoor heb je nodig:
• Lege (conserven)blikken
• Hamer
• Spijker
• Verf
• Penseel
• IJzerdraad
• Tangetje
• Vorst (of een diepvries)
Start ruim van tevoren met het verzamelen van lege blikken. Vul ze met
water en zet ze in de diepvries. Vriest het?
Zet de blikjes dan gewoon buiten neer!
De lantaarns maak je als volgt:
1. Verwijder de etiketten van het blikje,
vul het met water en zet het in de
vriezer (of buiten als het stevig
vriest!). Doordat het water een
ijsmassa wordt, kun je straks
gemakkelijk met de spijkers patronen
slaan in het blikje.
2. Als het water bevroren is, haal je het
blikje uit de vriezer en sla je met een
hamer en een spijker een gat in het
midden aan de bovenkant. Draai het
blikje om en maak een gat recht
tegenover het eerste gat. Dit is straks
om met een ijzerdraadje het blikje op
te kunnen hangen.
3. Maak nu een ontwerp met een
spijker en een hamer, eventueel kun
je het ook eerst tekenen met een stift.
Een vorm van een hartje of sterretje
is bijvoorbeeld leuk!
4. Wanneer je ontwerp klaar is laat je
het ijs smelten en droog je het blikje.
5. Als je het blikje omdraait zie je aan
de onderkant een bobbel, dit komt
door het bevriezen van het water
en is makkelijk op te lossen met
een klap van de hamer. Je deukt het
blikje dus gewoon weer terug in de
oude vorm.
6. Knip een stuk ijzerdraad af van
30 cm. Buig de uiteinden met een
tang in de vorm van een haak en
stop ze in de gaten die je aan de
bovenkant gemaakt hebt. Hiermee
kun je het blikje ophangen.
7. Pak nu de verf, verf meerdere lagen
over de lantaarn en het handvat.
Buitenlak werkt het best, maar je
kunt ook normale verf gebruiken.
8. Stop een waxinelichtje in de
lantaarn als de lak droog is. <
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
35
KIDS ACTIEF
SAMENSTELLING CARLA OVERDUIN
THEMA: LESJE LIJF
Wees goed voor je lijf, is de boodschap aan kinderen.
In Amsterdam werd recent het boekje Het blije bordje
van Bobbie over beter eten in ouder- en kindcentra
uitgedeeld. Een onderwerp waarbij ook de kinderopvang
een rol heeft. Neem als thema daarom eens ‘Lesje lijf’.
Een week waarin alles over het lichaam en gezondheid
centraal staat. Kinderen leren hoe hun lijf werkt, hoe het
reageert en hoe ze het beter kunnen gebruiken. Benader
het onderwerp positief, dus hoe prachtig ons lichaam in
elkaar steekt en hoe we er heel lief voor kunnen zijn.
ALLE LEEFTIJDEN
Meten is weten
Hang een meetlat aan de muur en zorg dat er ruimte is om
er de namen van de kinderen naast te schrijven. Eén voor
één gaan de kinderen met hun rug tegen de muur staan en
worden ze gemeten. De namen komen naast de lengte.
Ook de pedagogisch medewerker doet mee. Je kunt na een
paar maanden nogmaals meten. Wie is er gegroeid?
Een uitdaging: laat één van de oudere kinderen proberen om
de kinderen op een rijtje te zijn van klein naar groot.
• Leg deze week de nadruk op gezond eten. Houd het
eenvoudig, focus op groenten en fruit. Maak samen
kleurrijke fruitsalades en kook samen een gezond
soepje.
• Bewegen hoort erbij. Doe kniebuigingen, rek- en
strekoefeningen of trimmen-op-de-plaats voor elk
spelletje, voorlezen of kringgesprek.
• Verzamel posters van het menselijk lichaam. Je kunt
ook van alles van internet printen. De doorsnee van
een oog, plaatjes van hersenen en hoe zien darmen
er eigenlijk uit? Grote posters zijn natuurlijk het
handigst om mee te decoreren. Medische organisaties
en dokters hebben wellicht oud materiaal.
• Laat de kinderen alles wat met het lichaam te maken
heeft knippen uit oude magazines. Oren, hoofden,
neuzen, armen, benen. Maak verzamelcollages op
grote vellen papier. Eén met hoofden, één met haren,
et cetera. Decoreer de wanden hiermee.
• Met handen en voeten kun je prima stempelen.
Combineer waterverf met blote handen en voeten en
stempel een paar fraaie decoraties bij elkaar.
4 TOT 6 JAAR
Bevroren dans
ALLE LEEFTIJDEN
Muziek maken met je lijf
Je lijf wordt helemaal blij van muziek. Je kunt met je
lichaam geluiden maken en dansen. Daag de kinderen
uit met een zacht muziekje op de achtergrond. Welke
geluiden kun je maken, probeer om beurten een geluid.
Klappen in de handen, sissen, fluiten, zuchten, zingen,
klakken met je tong, knippen met je vingers, stampen met
je voeten. Maak geluiden op de muziek, zodat het een
heel lichaamsorkest wordt.
36 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
Dansen is leuk met je hele lichaam, maar prikkel de
kinderen tot iets veel moeilijkers: bevroren dansen. Neem
een toverstaf (elk kleurig stafje is geschikt) en bevries eerst
de hele groep. Iedereen staat stokstijf stil. Het toverstafje
kan een deel van het lichaam ontdooien. Dus als je bij een
kind één arm aanraakt, mag het kind alleen maar met die
arm dansen. Raak je het hoofd aan, dan mag het vrolijk
met het hoofd dansen, maar de rest van het lichaam is nog
steeds bevroren. Elke keer als je weer iets aanraakt, mag
het kind ook daarmee bewegen. Tot iedereen alles beweegt.
Dan bevries je de hele boel en begin je weer opnieuw.
1 TOT 4 JAAR
Activiteit van de maand:
DE DOKTER IS
NIET ENG
4 TOT 6 JAAR
Hallo, orgaan!
Organen zijn weefsels in ons lichaam met een belangrijke
functie. Laat de kinderen kennismaken met de belangrijkste
organen. Begin met een mooie plaat (eenvoudig te downloaden van internet) of leen van de biologieles van de basisschool een pop van een mens, waarin de organen worden
weergegeven.
• Hart: leer de kinderen hoe je bij elkaar en bij jezelf op je
pols je hartslag kunt voelen. We gaan met z´n allen tellen.
Hoe snel klopt je hart? Met de oudste kinderen kun je een
minuut lang tellen, met jongere kinderen is het voldoende
om hardop de hartslag te laten horen: boem boem boem.
Spring vervolgens een minuut lang op de plaats. Voel dan
opnieuw, het hart gaat nu veel sneller. Vertel ook waarom
het hart sneller gaat: vanwege de inspanning wil het hart
snel het bloed rondpompen naar onder andere de spieren,
zodat je kunt blijven springen.
• Longen: in de longen zuig je lucht door in te ademen.
Daardoor worden ze groter en zet je borstkas uit. Probeer
het uit.
• Huid: je huid is een handig jasje dat je beschermt tegen
kou, zon, bacteriën, enzovoort. Als je nog een tijdje langer
springt, wordt je gezicht rood en wie het koud heeft, lijkt
een beetje blauw. Als je het heel warm hebt, ga je zweten.
En wrijf eens zachtjes over je huid, dan zie je dat je rood
wordt.
• Darmen en nieren: leg uit wat nieren en darmen doen met
je eten en drinken. Voel je het wel eens een beetje borrelen
in je buik als je veel hebt gedronken?
4 TOT 6 JAAR
Ik zie ik zie…
Laat kinderen twee aan twee tegenover elkaar zitten
en op een vel papier alleen de ogen schilderen. Zijn ze
bruin met zwarte wimpers en donkere wenkbrauwen?
Of juist blauw met blonde wimpers en wenkbrauwen?
Zijn er sproetjes te zien op de huid? Het resultaat is een
mooi wandje oogkunstwerken.
Soms moet je naar de dokter of het ziekenhuis
voor een onderzoek of een prikje. Dat is best eng.
De steriele ruimten, de witte jassen – het geeft al snel
het gevoel dat hier rare dingen gebeuren. Bezoek
daarom met een groepje een (huis)arts of ziekenhuis.
De kinderen mogen spelen in de wachtkamer en
een aardige doktersassistente of de huisarts kan de
behandelkamer laten zien. Hoe werkt een stethoscoop, wat is een hartfilmpje en welke interessante
objecten zie je allemaal?
MEER UITSTAPJES OM KINDEREN VERTROUWD TE MAKEN MET
‘ENGE PLEKKEN’? KIJK OP WWW.KINDEROPVANGTOTAAL.NL EN KLIK OP
‘ACTIVITEIT VAN DE MAAND’.
2 TOT 4 JAAR
Dit is je neus
us
Een lesje lijf. Benoem lichaamsdelen
chaamsdelen door ze aan te
wijzen en gezamenlijk het woord uit te spreken:
neus, oog, hoofd, oor, arm, buik, billen, benen, voeten.
Ga dan op een zacht kleed of een mat op de grond liggen,
ongeveer op een meter uit elkaar en ga al die lichaamsdelen leren kennen. Snuif allemaal door je neus, maak
een vuist met je hand, steek je been in de lucht en knipper
met je ogen. Wie kan zijn buikspieren aanspannen?
En spierballen laten zien?
WWWEETJES
www.lerendoorspelen.com/lijf.htm: leuke website
met alles over je lijf, bijvoorbeeld spelletjes met
mond, oren, neus en ogen. www.kinderpleinen.nl:
klik op ‘Lichaam’ en je vindt een enorme hoeveelheid
websites over het menselijk lichaam. Even surfen op
bijvoorbeeld ‘proefjes met zintuigen’ of ‘ogen’ en je hebt
een enorme bron aan inspiratie. www.sciencelive.nl/
onderzoeken/leren-met-je-lichaam: Science Live deed
een onderzoek onder 500 kinderen over de invloed
van het lichaam op leren. Aardig om te lezen en
misschien om zelf ook eens onderzoekjes te doen.
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
37
GESPOT
Speciale editie:
Innovatie
in de kinderopvang
Lekker ‘quebblen’ met ouders
Maak een gratis account aan op Quebble en ontmoet daar de ouders van
andere kinderen op jouw groep. Op Quebble kun je op een veilige manier
foto’s, filmpjes, artikelen en anekdotes met ouders delen. Je kunt er ook
in contact komen met andere opvoeders rondom een kind. Een account
aanmaken is gratis. www.quebble.com
VOOR WIE WELKE APP?
Samenslim
Digitaal voorlezen
Welke apps zijn geschikt
voor welke kinderen?
De website Digidreumes.nl
is ontwikkeld voor de
kinderopvang en ouders. Je vindt er informatie en beoordelingen over apps. De beoordelingen komen van experts van Stichting Mijn Kind Online. Zo weet je dat je een objectief
oordeel krijgt op aantrekkelijkheid, betrouwbaarheid en gebruiksvriendelijkheid. Ook is
gekeken naar de educatieve waarde, de geschiktheid voor een bepaalde leeftijd en de
ontwikkelingsgebieden van kinderen die worden aangesproken. www.digidreumes.nl
Voorlezen kan op allerlei manieren. Je
kunt het ook doen met je tablet, laptop
of computer. Bereslim biedt digitale
prentenboeken en leerzame spellen aan
voor peuters en kleuters. Het digitale
boek brengt het verhaal letterlijk tot
leven door geluidseffecten, muziek en
bewegende figuren. De spelletjes helpen
kinderen bij lezen en schrijven. Voor
een schoolpakket (ook geschikt voor de
kinderopvang en de peuterspeelzaal)
betaal je 495 euro abonnementskosten
per jaar. www.bereslim.nl
Jij en je team
Mindconnexion is een nieuwe digitale tool om de persoonlijkheid van individu en team in beeld te brengen en bespreekbaar
te maken. Mindconnexion is ook als App verkrijgbaar.
De tool is goed toe te passen voor zelfreflectie, ontwikkel- en
loopbaantrajecten, teambuilding, netwerken, organisatieadvies,
bedrijfsbranding en marketingstrategie. Mindconnexion laat
bijvoorbeeld zien waarin mannen en vrouwen gelijk en
anders (kunnen) zijn. De tool werkt niet met lange vragenlijsten
maar met kleurfiguren. De app kost € 2,69.
Zie www.mindconnexion.nl
38 KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
C
Communicatie
via de app
v
C
Communiceren
met ouders kan ook via een
aapp. Een groot deel van jullie klanten heeft z’n
ssmartphone altijd op zak en wil maar wat graag
horen hoe hun kind het heeft op de groep.
h
Een voorbeeld van een ouderapp is de OuderE
Konnect app van Konnect. Je kunt foto’s delen
K
met ouders, een schriftje bijhouden waarop
m
ouders kunnen reageren of berichtjes sturen naar
o
een ontvangen van ouders. De App is beschikbaar
voor Android en Apple telefoons en tablets.
v
Ga naar www.konnect.nl voor meer informatie.
G
PEDAGOGISCHE APP
Kiddie App biedt pedagogische ondersteuning bij
de opvoeding van peuters en kleuters van 2-4 jaar.
Door middel van het voorlezen van interactieve
verhaaltjes op de iPad/iPhone en leuke liedjes leert
een kind wat ‘gewenst’ gedrag is. De app bevat vier
thema’s: slapen, eten, zindelijkheid en lief zijn.
Met de beloningsborden in de app motiveer en beloon
je een kind optimaal. Je kunt de vorderingen op de
beloningsborden delen op Facebook, zo kun je familie
bij de vorderingen betrekken. De app kost € 2,69.
www.kiddie-app.com
RECENSIE
COLOFON
Opvoedingsproblemen
4-12 jarigen
RECENSIE ANNEMIEK WAAGE,
WAAGEENCOACH
Hét vaktijdschrift voor allen die betrokken zijn bij de opvang van kinderen.
Een uitgave van Reed Business Media.
Jaargang 24, nummer 1/2 2014. Kinderopvang verschijnt 10 maal per jaar.
Coverfoto Wilbert van Woensel
Uitgever Ben Konings
Hoofdredactie Marike Vroom [email protected]
Deze herziene druk van het
reeds eerder verschenen Opvoedingsvragen 4-12 jarigen
gaat over alledaagse opvoedingsproblemen bij kinderen
in de basisschoolleeftijd. Het doel van de schrijfster is
duidelijk: het basisschoolkind beter leren begrijpen zodat
professionals goede adviezen aan ouders kunnen geven.
Daarmee ben je in de opvoeding al preventief bezig voor
later, want kinderen van nu voelen zich vaak onbegrepen
door hun opvoeders. Met heldere strategieën gericht op
deze leeftijdsgroep en geïllustreerd met mooie zwart-wit
foto’s neemt het boek de lezer mee in de emotionele
wereld van het vier tot twaalfjarige kind. De auteur legt
steeds een specifiek probleem helder uit, met concrete
voorbeelden en uitwerkingen. Vervolgens geeft ze adviezen
om met deze alledaagse opvoedingsproblemen om te
gaan zodat het probleem op een voor het kind (en de
volwassene) emotioneel veilig en begripvolle wijze kan
worden aangepakt. Vele onderwerpen als leefregels,
mediaopvoeding, onaangepast gedrag, boosheid, jaloezie,
angsten en pesten worden in het 148 pagina tellende
boek besproken.
Het kan niet anders dan dat ieder onderwerp daarmee
wat aan de oppervlakte blijft. Dit is echter niet onaangenaam. Pakkend, met niet meer tekst dan nodig, krijg
je als lezer een beeld van het probleem, een mogelijke
oplossing of gedragsadvies dat je als professional aan
ouders kunt geven. Want dat is namelijk de bedoeling
van het boek: opvoedadvisering aan ouders door allen
die hier beroepsmatig mee te maken hebben. De groep
professionals is vrij breed, van kinderartsen tot aan
pedagogisch medewerkers in de kinderopvang, van
sportleiders tot kinderpsychiatrie. Mijns inziens gaat het
boek daar mank. Een te brede groep wordt aangesproken
waardoor het nergens specifiek wordt. Voor pedagogisch
medewerkers in de kinderopvangis het echter heel goed
te gebruiken. Zowel voor hun eigen omgang met kinderen
als om vragen van ouders te kunnen beantwoorden.
Marleen Oosterhof-van der Poel,
Handleiding voor opvoeders. Uitgeverij Van Gorcum,
ISBN 9789023251255. Prijs: € 27,75.
Eindredactie Harriët Teijen, Marianne Wenneker
Redactie Marianne Velsink, Alexandra Sweers
Redactieraad Nathalie v.d. Berg, Ellen de Boer, Heleen Dasberg-Hylkema,
Wilma Ebregt, Ruben Fukkink, Judith Geenen, Yvonne Gundelach, Ans Janssen,
Judith Kuiten, Dennis Lahuis, Jacqueline Schoemaker, Elly Singer, Daphne Swart
Redactieadres Radarweg 29
Postbus 152, 1000 AD Amsterdam
Telefoon: (020) 515 92 22, Telefax: (020) 515 97 00
[email protected], www.kinderopvangtotaal.nl
Redactiesecretariaat Nicoline Kramer (020) 515 97 43
Vormgeving Verheul Media Supporters, Alphen aan den Rijn
Lithografie en druk Deltahage bv, Den Haag
Advertentie-exploitatie Cross Advertising
Telefoon: (010) 742 10 23, [email protected]
Marketing Šejla Dmitrovic
Telefoon: (020) 5159787, [email protected]
Klantenservice Postbus 808, 7000 AV Doetinchem
Telefoon: (0314) 35 83 58 (op werkdagen tussen 8.30 en 17.00 uur).
Fax: (0314) 34 90 48. [email protected]
Abonnementen Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Opgave via
www.elseviergezondheidszorg.nl of bij onze Klantenservice. Abonnementen lopen
automatisch door, tenzij uiterlijk 30 dagen voor de vervaldatum bij onze Klantenservice wordt opgezegd via telefoonnummer (0314) 35 83 58. De opzegging wordt
schriftelijk bevestigd. Ook voor informatie over uw lopende abonnement kunt u
contact opnemen met onze klantenservice.
Jaarabonnementsprijzen Particulieren € 137,27. Studenten € 65,60.
Voor informatie: afd. Klantenservice (0314) 35 83 58.
Jaarabonnementen gaan in op het moment van aanmelding.
Na aanmelding krijg je een acceptgiro toegestuurd. (Alle prijzen zijn inclusief BTW
en verzendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden.)
Voor het betalen per acceptgiro wordt € 2,50 (incl BTW) aan administratiekosten
in rekening gebracht. Voor electronische facturatie en automatische incasso worden
geen kosten berekend.
Suggesties of opmerkingen?
Laat het ons weten. Stuur je reactie naar: Reed Business Media
Afdeling Marketing, Postbus 152, 1000 AD Amsterdam
Wet Bescherming Persoonsgegevens Uw opgegeven gegevens kunnen worden gebruikt voor
het toezenden van informatie en/of speciale aanbiedingen door Reed Business Media en
speciaal geselecteerde bedrijven. Indien u hiertegen bezwaar heeft, stuurt u dan een brief naar
Reed Business Media, t.a.v. Adresregistratie, Postbus 808, 7000 AV Doetinchem
© Auteursrecht voorbehouden.
Behoudens de door de wet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN-nummer 0926-0838.
KINDEROPVANG | JANUARI FEBRUARI 2014
39
Tijdens NLdoet krijgt
u het voor elkaar.
Doe mee met de grootste vrijwilligersactie
van ons land. Meld snel de klussen van uw
organisatie aan op nldoet.nl
NLdoet. 21 en 22 maart 2014.