80 % vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing

Belgium
Newsflash 12/05/2014
Tax
80 % vrijstelling doorstorting BV voor onderzoekers: aanmeldings- en adviesprocedure
Vanaf 1 juni 2013 werd het vrijstellingspercentage voor de doorstorting bedrijfsvoorheffing opgetrokken van 75
% naar 80%. Echter de verhoging van deze vrijstelling bracht ook bijkomende formaliteiten met zich mee. Zo
dienen R&D projecten te worden gemeld bij de Programmatorische Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (BELSPO).
Deze meldingsplicht treedt in werking op 1 januari 2014 voor nieuwe projecten die starten vanaf 1 januari 2014. Wat de op 1
januari 2014 reeds bestaande projecten betreft, moet men geen melding doen tot 31 december 2014. Vanaf 1 januari 2015
moeten alle projecten worden aangemeld.
Om rechtszekerheid te bieden of een project al dan niet voldoet aan de voorwaarden van research & development, zoals
opgenomen in de wet, wordt de mogelijkheid geboden om een advies te vragen aan BELSPO.
In dit artikel zullen wij de aanmeldingsprocedure en adviesprocedure kort toelichten.
Meldingsprocedure
BELSPO maakt een onderscheid tussen de aanmeldingsprocedure voor R&D projecten en R&D programma’s. Voor beide wordt
er voorzien in een aparte aanmeldingsprocedure.

Punctuele R&D (R&D project)
Punctuele R&D kan worden omschreven als eerder occasionele R&D-activiteiten met flexibele toewijzing van onderzoekers om
een concreet project binnen een bepaalde tijdspanne te realiseren.
Dergelijke activiteiten dienen telkens op projectbasis te worden gemeld aan Belspo alvorens men kan genieten van vrijstelling
doorstorting.
Belspo voorziet op haar website in een template op basis waarvan de bedrijven deze activiteiten/projecten kunnen aanmelden.
Telkens zal men voldoende informatie moeten verschaffen over het project (o.a. specifieke toelichting over het project zoals
technologische vooruitgang, …, de specifieke activiteiten, begin- en einddatum van het project, …)

Structurele R&D (R&D programma)
Bedrijven die op continue, structurele of terugkerende wijze onderzoeksactiviteiten verrichten, en dit met algemene
doelstellingen, kunnen kwalificeren onder als een R&D programma.
In vele gevallen betreft het hoofdzakelijk industrieel onderzoek en experimentele ontwikkelingen die op een continue wijze in
een vast team worden uitgevoerd.
Voor deze ondernemingen wordt er gevraagd om in de loop van 2014 een meeting te beleggen met BELSPO waarbij, in onderling
overleg, een raamwerk zal worden vastgelegd waarbinnen de aanmelding van het R&D programma kan gebeuren.
Het grote voordeel om te kwalificeren als een R&D programma is dat men niet meer op projectbasis dient te melden wat op
tijdbesparend is voor de onderneming.
Adviesprocedure
Zoals hierboven reeds aangehaald, kan (i.e. ≠ moet) men ook bij BELSPO terecht om af te toetsen of de activiteiten van de
onderneming voldoen aan de voorwaarden die in de wet gesteld worden (kwalificeren de activiteiten van de onderneming onder
research en development).
Een onderneming kan m.a.w. een voorafgaandelijk bindend advies verkrijgen van Belspo waardoor men rechtszekerheid
verkrijgt inzake de kwalificatie van de activiteiten. Een dergelijk advies dient te worden afgeleverd binnen de drie maanden.
In tegenstelling tot de aanmelding van R&D projecten en R&D programma’s is het verkrijgen van een dergelijk advies een
facultatief gegeven en wordt niet opgelegd door de wet.
Echter, het geeft ondernemingen wel voorafgaandelijke zekerheid betreffende de toepassing van de vrijstelling doorstorting
bedrijfsvoorheffing.
Conclusie
Aangezien de R&D projecten en R&D programma’s enkel in aanmerking komen voor de vrijstelling doorstorting
bedrijfsvoorheffing als ze zijn aangemeld bij BELSPO zijn de ondernemingen verplicht om het bewijs van de aanmelding ter
beschikking te houden van de administratie (dit zeker gezien de aangekondigde controles).
Enkel het aanmelden zal niet automatisch leiden tot een correcte toepassing vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing. Het is
hier van cruciaal belang dat de aangemelde activiteiten effectief kwalificeren als een onderzoeksproject of
onderzoeksprogramma.
Indien Belspo een negatief advies aflevert wordt dit geacht een retroactief effect te hebben, waardoor de onterecht niet
doorgestorte bedrijfsvoorheffing alsnog dient doorgestort te worden.
Het is hier niet onbelangrijk te weten dat de fiscus eveneens (e.g. naar aanleiding van een controle over projecten van voor
2014) een (bindend) advies kan aanvragen bij BELSPO betreffende de R&D activiteiten van een onderneming.
Joachim Claes – Tax Department
VAA woning die persoonlijke behoefte te boven gaat
Indien een vennootschap gratis een woning aan een werknemer/zaakvoerder ter beschikking stelt, vormt dit een voordeel alle
aard in hoofde van deze laatste. Dit voordeel alle aard dient, in tegenstelling tot de algemene regel, niet bepaald te worden in
functie van de werkelijke waarde in hoofde van de verkrijger, maar wel op een forfaitaire basis in functie van het kadastraal
inkomen.
Echter, indien het de werknemer/zaakvoerder opgelegd wordt een woning te betrekken en deze woning duidelijk zijn of haar
persoonlijke behoefte te boven gaat, dient men bij deze forfaitaire waardering slechts rekening te houden met het kadastraal
inkomen van een onroerend goed dat aan de werkelijke behoefte van de betrekker beantwoordt.
In een recent gepubliceerde circulaire geeft de administratie verdere toelichting over het toepassingsgebied van deze
uitzonderingsbepaling.
In eerste instantie gaat de circulaire dieper in op het feit dat de betrekking van de woning opgelegd dient te zijn. Dit impliceert
dat de werkgever/vennootschap de werknemer verplicht er te verblijven, en dit omwille van dwingende redenen verbonden aan
de uitoefening van de beroepswerkzaamheid (dienaangaande dient opgemerkt dat een simpele vermelding in de
arbeidsovereenkomst, waarbij de werkgever de werknemer verplicht een bepaalde woning te betrekken, niet volstaat).
Bijkomend stipuleert de circulaire dat er ook geen alternatief mag zijn dat beantwoordt aan de reële behoeften van de
werknemer of bedrijfsleider. Hieromtrent wordt in de rechtsleer gesteld dat deze voorwaarde een toevoeging van de
administratie vormt, die geen grondslag vindt in enige wettekst, noch in het KB/WIB 1992. Zo wordt geopperd dat men
bezwaarlijk kan eisen van de werkgever /vennootschap dat ze op zoek gaat naar een woongelegenheid aangepast aan de
behoefte van de werknemer of bedrijfsleider, indien zij over een (eventueel te ruime) woning beschikt.
Vervolgens dient er een “duidelijke overschrijding van de persoonlijke behoeften van de betrekker” zijn. De minister van
financiën heeft hieromtrent toegelicht dat onder duidelijk verstaan dient te worden als “vaststaand, evident, onbetwistbaar,
zichtbaar”. De circulaire somt (niet-exhaustief) enkele beoordelingscriteria op, waaronder: “de bewoonbare oppervlakte, het
aantal vertrekken, de ligging van het goed, het type van de woning, het uitrustingsniveau, …”
Indien aan bovenstaande voorwaarden voldaan is (waarbij de circulaire specifiek de pastorieën en conciërgewoningen
vermeldt), dient het voordeel te worden bepaald op basis van het KI van een woning (huis/appartement) in hetzelfde gebouw
of wijk, die de persoonlijke behoefte van de betrekker niet overtreft.
Jarne Boone – Tax Department