ARCADIS NEDERLAND BV Piet Mondriaanlaan 26 Postbus 220 3800 AE Amersfoort Tel 033 4771 000 MEMO Fax 033 4772 000 www.arcadis.nl Onderwerp: Uitkomsten Safeti berekening Amersfoort, Projectnummer: 7 februari 2014 D01071.000026.0200 Van: Opgesteld door: Vincent van der Vlies Vincent van der Vlies Afdeling: Ons kenmerk: Divisie Mobiliteit Amersfoort 077515480:C Aan: Kopieën aan: DIVISIE MOBILITEIT Piet Merrelaar - Papegat Gebouwen B.V. Inleiding ARCADIS is door Papegat Gebouwen B.V. gevraagd een berekening te maken van het LPG tankstation bij het Maasterras aan de Dokweg in Dordrecht. De aanleiding hiervoor was een oorspronkelijke berekening met de LPG Rekentool uitgevoerd door de gemeente Dordrecht, waaruit bleek dat de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico werd overschreden. In de door de gemeente Dordrecht uitgevoerde berekening volgde de aanbeveling om een volwaardige QRA (Quantitative Risk Assessment) uit te voeren met behulp van Safeti-NL. In dit memo staan de uitgangspunten en uitkomsten opgenomen. Uitgangspunten De uitgangspunten van het tankstation zijn: De rijksdriehoekscoördinaten van het reservoir zijn (104229 , 424799). De rijksdriehoekscoördinaten van het vulpunt zijn (104254 , 424806). De inhoud van het ondergrondse reservoir is 20 m3. De vloeistofleiding (de leiding van het vulpunt naar het reservoir heeft een lengte van 42 meter. De afleverleidingen (de leidingen van het reservoir naar de afleverzuilen) hebben samen een lengte van 68 meter. De doorzet is begrensd tot 1000 m3/jaar. Er zijn ook berekeningen uitgevoerd waarbij de doorzet is teruggebracht naar 500 m3/jaar. De opstelplaats van de tankauto behoort tot de categorie ““Opstelplaats op een (wegrij)strook, toegestane snelheid 70 km/uur of minder”. De afstanden tussen het LPG-vulpunt en de LPG-afleverzuil is < 17,5 meter de benzineafleverzuil is ≥ 5 meter de opstelplaats van de benzine tankauto is < 25 meter het dichtstbijzijnde gebouw ligt tussen de 5 en de 10 meter. Het gebouw heeft een hoogte van minder dan 5 meter, is minimaal 30 minuten brandwerend en heeft maximaal 50% gevelopeningen. Pagina 1/9 Bovenstaande gegevens geven voor de frequentie voor “BLEVE door aanrijding” een waarde van 4,8 * 10-8 per jaar en voor “BLEVE door brand” een waarde van 1,00 * 10-6 per jaar. Aanwezigheidsgegevens De volgende vlakken zijn ingetekend in Safeti-nl: 3 4 2 1 5 6 8 7 Vlak Aantallen aanwezigen Dag Nacht 1 Bedrijventerrein 5 0 2 Kantoren 16 0 3 Residential (noordelijke vlak, 7 woningen) 8,4 16,8 4 Residential (zuidelijke vlak, 2 woningen) 2,4 4,8 5 Wasserette 4 0 6 Werkplaats 20 0 7 Wonen/werken 139 192 8 Casino/ Congrescentrum Zie varianten Zie varianten Ons kenmerk: Pagina 077515480:C 2/9 Varianten De aanwezigheidsgegevens zijn exact overgenomen uit de aangeleverde RBMII berekeningen die eerder zijn uitgevoerd door ARCADIS en bekend zijn bij de gemeente Dordrecht. Daaraan zijn de 7 woningen ten noorden van het tankstation toegevoegd (2,4 bewoners per woning, dag/nacht = 50%/100% aanwezigheid). Voor het casino is uitgegaan van een maximale capaciteit van 130 aanwezigen. Hiervan is elke dag van 13.00 tot 24.00 uur 100% aanwezig en van 24.00 tot 03.00 uur 50%. Voor het zalencentrum is uitgegaan van een maximale capaciteit van 800 aanwezigen. De verdeling van het casino en het zalencentrum is gelijkmatig over het gehele vlak. In overleg met Papegat Gebouwen B.V. zijn verder een aantal verschillende scenario’s doorgerekend. De scenario’s zijn gebaseerd op de huidige en de toekomstige situatie wat betreft bevolking. Daarnaast is de situatie met en zonder hittewerende coating doorgerekend (oftewel de respectievelijk REVI 2007 en REVI 2004 situatie). Tot slot is de vergunde 1000m3 doorzet met een meer reële doorzet van 500 m3 vergeleken1. Er zijn uiteindelijk acht scenario’s doorgerekend waarvoor de volgende codering gehanteerd is: H = huidige bevolking T = toekomstige bevolking 1000 = doorzet van 1000 m3 per jaar 500 = doorzet van 500 m3 per jaar mhc = met hittewerende coating zhc = zonder hittewerende coating Het worst case scenario in dit geval is een situatie met 1000m3 doorzet, zonder hittewerende coating en met de aanwezigheidsgegevens zoals deze door Papegat Gebouwen B.V. aangeleverd, namelijk die met de door hun gewenste invulling van het casino en het zalencentrum. Uiteindelijk zit de crux in varianten rond het congrescentrum. Daarom geven wij drie uitkomsten weer op basis van input van Papegat Gebouwen B.V. en op advies van de Gemeente Dordrecht. Het gaat om de volgende varianten: 1. waarin het congrescentrum twee avonden in het weekend en twee avonden doordeweeks volledig gevuld is; 2. waarin het congrescentrum van vrijdag tot en met zondag in de avond en twee doordeweekse dagen van 09.00 tot 17.00 volledig gevuld is; 3. waarin het congrescentrum van vrijdag tot en met zondag in de avond volledig gevuld is en op vijf doordeweekse dagen van 09.00 tot 17.00 uur gevuld is met 300 personen. Resultaten Uit de berekeningen komen de volgende uitkomsten, zoals deze zijn uitgesplitst in de volgende tabel. In de linker kolom staan de scenario’s en in drie rechter kolommen de berekende waarden ten opzichte van de oriëntatiewaarde. Deze richtwaarde is 1. 1 Uitgegaan moet worden van de vergunde waarde van 1000 m3, desalniettemin waren de geleverde volumes in 2010 548 m3, 2011 449 m3, 2012 504 m3 en in 2013 490 m3. Deze gegevens zijn door BK-Gas aangeleverd. Ons kenmerk: Pagina 077515480:C 3/9 Scenario Factor tov OW variant 1 Factor tov OW variant 2 Factor tov OW variant 3 H-1000-mhc 0.03 0.02 0.02 H-1000-zhc 0.48 0.14 0.14 T-1000-mhc 0.04 0.04 0.05 T-1000-zhc 0.84 2.13 1.46 H-500-mhc 0.02 0.01 0.01 H-500-zhc 0.24 0.08 0.08 T-500-mhc 0.02 0.02 0.02 T-500-zhc 0.42 1.07 0.73 Hieruit blijkt dat het worst case scenario een situatie is waarbij de toekomstige situatie met de vergunde waarde (1000m3) en zonder hittewerende coating geen waarde genereert die hoger is dan de oriëntatiewaarde voor variant 1, maar wel voor variant 2 (2x) en variant 3. In onderstaande figuren zijn varianten 1, 2 en 3 nog eens afgebeeld in een grafiek: Variant 1: vier avonden volledig gevuld Ons kenmerk: Pagina 077515480:C 4/9 1,00E-05 H-1000mhc H-1000-zhc 1,00E-06 T-1000mhc T-1000-zhc H-500-mhc 1,00E-07 H-500-zhc 1,00E-08 1,00E-09 1 10 100 1000 Variant 2: doordeweeks twee dagen volledig gevuld 1,00E-05 H-1000mhc H-1000-zhc T-1000mhc T-1000-zhc 1,00E-06 H-500-mhc H-500-zhc 1,00E-07 T-500-mhc 1,00E-08 1,00E-09 1 10 100 1000 Variant 3: Vijf doordeweekse dagen met 300 personen gevuld Ons kenmerk: Pagina 077515480:C 5/9 Conclusie De belangrijkste conclusie is dat van de 24 doorgerekende scenario’s drie maal een overschrijding van het GR geconstateerd wordt en deze overschrijdingen zijn niet onoverkomelijk. Hierdoor kunnen dus verschillende opties afgewogen worden om de besluitvorming op te baseren. Ons kenmerk: Pagina 077515480:C 6/9 Bijlage: Alle uitgangspunten bij deze berekening De uitgangspunten van het tankstation zijn: De rijksdriehoekscoördinaten van het reservoir zijn (104229 , 424799). De rijksdriehoekscoördinaten van het vulpunt zijn (104254 , 424806). De inhoud van het ondergrondse reservoir is 20 m3. De vloeistofleiding (de leiding van het vulpunt naar het reservoir heeft een lengte van 42 meter. De afleverleidingen (de leidingen van het reservoir naar de afleverzuilen) hebben samen een lengte van 68 meter. De doorzet is begrensd tot 1000 m3/jaar. Er zijn ook berekeningen uitgevoerd waarbij de doorzet is teruggebracht naar 500 m3/jaar. De opstelplaats van de tankauto behoort tot de categorie ““Opstelplaats op een (wegrij)strook, toegestane snelheid 70 km/uur of minder”. De afstanden tussen het LPG-vulpunt en − de LPG-afleverzuil is < 17,5 meter − de benzineafleverzuil is ≥ 5 meter − de opstelplaats van de benzine tankauto is < 25 meter − het dichtstbijzijnde gebouw ligt tussen de 5 en de 10 meter. Het gebouw heeft een hoogte van minder dan 5 meter, is minimaal 30 minuten brandwerend en heeft maximaal 50% gevelopeningen. Bovenstaande gegevens geven voor de frequentie voor “BLEVE door aanrijding” een waarde van 4,8 * 10-8 per jaar en voor “BLEVE door brand” een waarde van1,00 * 10 -6 per jaar. Ongevalsscenario’s en -frequenties De beschreven frequenties zijn die voor een doorzet tot 1000 m3/jaar. De scenario’s voor het reservoir zijn: Scenario Basisfrequentie Factor Frequentie O.1 opslagvat - Instantaan falen -7 5 x 10 1 5 x 10-7 O.2 opslagvat – 10 minuten 5 x 10-7 1 5 x 10-7 -5 1 1 x 10-5 42 2.10 x 10-5 O.3 opslagvat – 10 mm gat 1 x 10 O.4 vloeistofleiding – Breuk leiding 1,25² 5 x 10-7/m -6 O.5 vloeistofleiding – lek 0,125² 1,5 x 10 /m 42 6,30 x 10-5 O.6 afleverleiding –breuk 1,25² 5 x 10-7/m 68 3,40 x 10-5 O.7 afleverleiding – lek 0,125² 1,5 x 10-6/m 68 1,02 x 10-4 Opmerkingen: De ondergrondse opslagtank bevat 9.200 kg LPG. Voor een ondergrondse opslag wordt in SAFETI-NL de optie “Ignore Fireball risks (Eg. If a Mounded Tank)” aangevinkt, waardoor het BLEVE-scenario niet wordt meegenomen. Bij een ondergrondse opslagtank moet de uitstroming bij de scenario’s O.2 en O.3 verticaal worden gemodelleerd, bij een ingeterpte tank horizontaal. Ons kenmerk: Pagina 077515480:C 7/9 De scenario’s voor het intrinsiek falen van de tankauto zijn: Scenario Basisfrequentie Factor Frequentie T.1 tankauto - Instantaan falen (vulgraad 100%) 5 x 10-7 70 x 0,5/8766 2 x 10-9 T.2 tankauto – grootste aansluiting (vulgraad 100%) 5 x 10-7 70 x 0,5/8766 2 x 10-9 Opmerkingen: Bij een LPG-omzet van 1.000 m3 per jaar is het aantal verladingen gelijk aan 70 per jaar voor het referentie LPG-tankstation. De aanwezigheid is 0,5 uur per bezoek. De BLEVE wordt gemodelleerd als een warme BLEVE. De insteldruk van het veiligheidsventiel van de tankauto is 19,25 barg [i], zodat de faaldruk gelijk is aan 1,21 x 20,25 bara = 24,5 bara (23,5 barg). De scenario’s voor de tankauto ten gevolge van brand in de omgeving: Scenario Factor Frequentie -10 70 x 0,5 2,03 x 10-8 B.2 BLEVE tankauto - vulgraad 100% -6 2,0 x 10 70/100 x 0,33 x 0,19 4,39 x 10-8 B.3 BLEVE tankauto - vulgraad 67% 2,0 x 10-6 70/100 x 0,33 x 0,46 1,06 x 10-7 B.4 BLEVE tankauto - vulgraad 33% 2,0 x 10-6 70/100 x 0,33 x 0,73 1,69 x 10-7 B.1 BLEVE tankauto (vulgraad 100%) Basisfrequentie 5,8 x 10 Opmerkingen: De tankauto bezoekt 70 keer per jaar het referentie LPG-tankstation, waar de brandfrequentie gegeven is voor 100 verladingen per jaar. Bij een bezoek is de vulgraad van de tankauto gelijk aan 100%, 67% of 33% van de maximale belading. De BLEVE wordt gemodelleerd als een warme BLEVE met de faaldruk gelijk aan 24,5 bara (23,5 barg). Bij een LPG-tankauto voorzien van een hittewerende coating mag de faalfrequentie voor een warme BLEVE van een tankauto worden gereduceerd met een factor 20 (0,05). De scenario’s voor de tankauto ten gevolge van externe beschadiging: Scenario Factor Frequentie -8 70/100 x 0,33 1,11 x 10-8 B.6 BLEVE tankauto - vulgraad 67% -8 4,8 x 10 70/100 x 0,33 1,11 x 10-8 B.7 BLEVE tankauto - vulgraad 33% 4,8 x 10-8 70/100 x 0,33 1,11 x 10-8 B.5 BLEVE tankauto - vulgraad 100% Basisfrequentie 4,8 x 10 Opmerkingen: De BLEVE wordt gemodelleerd als een koude BLEVE (barstdruk bij omgevingstemperatuur). Ons kenmerk: Pagina 077515480:C 8/9 De scenario’s voor de pomp zijn: Scenario Basisfrequentie Factor Frequentie P.1 Breuk pomp, doorstroombegrenzer sluit 1 x 10-4 0,94 x 70 x 0,5/8766 3,75 x 10-6 P.2 Breuk pomp, doorstroombegrenzer sluit niet 1 x 10-4 0,06 x 70 x 0,5/8766 2,40 x 10-8 P.3 lek pomp 4,4 x 10-3 70 x 0,5/8766 1,76 x 10-5 Opmerkingen: Er zijn 70 verladingen per jaar met een verladingsduur van 0,5 uur. De effecten van de doorstroombegrenzer worden meegenomen. Aangenomen is dat deze bij het breukscenario een faalkans heeft van 0,06 en niet in werking treedt bij het lekscenario. De scenario’s voor de losslang zijn: Scenario Factor Frequentie L.1 Breuk losslang 2”, doorstroombegrenzer sluit -6 4 x 10 0,88 x 0,1 x 70 x 0,5 1,23 x 10-5 L.2 Breuk losslang 2”, doorstroombegrenzer sluit niet 4 x 10-6 0,12 x 0,1 x 70 x 0,5 1,68 x 10-6 70 x 0,5 1,40 x 10-3 L.3 lek losslang 0,2” Basisfrequentie -5 4 x 10 Opmerkingen: Er zijn 70 verladingen per jaar met een verladingsduur van 0,5 uur. De effecten van de doorstroombegrenzer worden meegenomen. Aangenomen is dat deze bij het breukscenario een faalkans heeft van 0,06 en niet in werking treedt bij het lekscenario. De breukfrequentie voor losslangen bij LPG-tankstations is een factor 10 lager dan de standaard faalfrequentie voor Brzo-inrichtingen. De effecten van de doorstroombegrenzer zijn meegenomen. Aangenomen is dat deze een faalkans heeft van 0,12 bij het breukscenario2 en niet in werking treedt bij het lekscenario. De scenario’s L.1 en L.2, breuk losslang, zijn gemodelleerd als line rupture (op 5 meter afstand van de tankauto). Ons kenmerk: Pagina 077515480:C 9/9
© Copyright 2024 ExpyDoc