INTENTIEOVEREENKOMST tussen GEBR. DIJKHOFF B.V. en GEMEENTE BERNHEZE en WATERSCHAP AA EN MAAS en ERVEN VAN DEN BOGAERDE VAN TERBRUGGE En gezien voor akkoord door M.P.L.M. van der Valk. De ondergetekenden: 1. Gebr. Dijkhoff B.V., kantoorhoudende te Heeswijk- Dinther, Heeswijkseweg 7, rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeuren de heren L. en T. Dijkhoff, hierna te noemen ‘Dijkhoff’ 2. Gemeente Bernheze, kantoorhoudende te Bernheze, De Misse 6, op grond van art. 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder H. van de Pas, hierna te noemen ‘de Gemeente’ 3. Waterschap Aa en Maas, kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch, Pettelaarpark 70, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer P. van Dijk, hierna te noemen: ‘het Waterschap” 4. De Erven van mevrouw Prinses M.L.C. van den Bogaerde van Terbrugge, ten deze vertegenwoordigd door de heren Eberhard Brunsch en Hans-Joachim Brockmeier, beiden kantoor houdende te Rheine (Duitsland), door de Rechtbank te Rheine, Duitsland op 16 januari 2012 gezamenlijk benoemd en handelend als testamentair-executeurs (Testamentsvolstrecker) van de nalatenschap van de op 7 maart 2007 overleden Prinses Marie-Louise Catharina ven den Bogaerde van Terbrugge, krachtens volmacht door Brunsch & Brockmeier in Nederland vertegenwoordigd door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Krabbe c.s. Rentmeesters B.V., ten deze vertegenwoordigd door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Mr R.M.M. Krabbe Beheer B.V., ten deze vertegenwoordigd door haar directeur mr R. M. M. Krabbe, kantoor houdende te Enschede, hierna te noemen “de Erven”; Gezamenlijk ook te noemen: ‘Partijen’ OVERWEGENDE DAT: A. Dijkhoff voornemens is haar bedrijfslocatie aan de Heeswijkseweg te Heeswijk Dinther uit te breiden ten behoeve een duurzame bedrijfsvoering, conform het Ruimtelijk Plan “de Heeswijkse Aa-beemden”, opgesteld door Bureau Elings te Heeswijk-Dinther. B. Voor de uitbreiding van de bedrijfslocatie, naast de gronden van Dijkhoff, gronden benodigd zijn van het Waterschap en de Erven. C. Gemeente en Waterschap, alsmede de provincie Noord Brabant in beginsel willen meewerken aan de uitbreiding ter plaatse, conform en binnen de randvoorwaarden, gesteld in de brief van de gemeente d.d. 23 augustus 2012 (bijlage 1). D. Gemeente, Dijkhoff en de Erven in beginsel bereid zijn mee te werken aan het nemen van planologische maatregelen teneinde de gewenste uitbreiding van de bedrijfslocatie mogelijk te maken. E. Partijen in beginsel bereid zijn mee te werken aan een uitruil van gronden, inclusief eventuele compensatie. F. Partijen gezamenlijk verantwoording willen nemen voor het verkrijgen van draagvlak voor de plannen in de omgeving en bij belanghebbenden, alsmede voor de communicatie daarover. G. Partijen thans de kaders waarbinnen de stappen onder D,E en F genoemd, wensen vast te leggen in deze intentieovereenkomst en Partijen daarmee de intentie uitspreken om in geval van een positieve uitkomst van deze werkzaamheden een alsdan nader uit te werken samenwerkingsovereenkomst te sluiten, in welk verband: H. Het Waterschap deze Intentieovereenkomst onder de voorwaarde dat indien het Algemeen Bestuur van het Waterschap onverhoopt niet instemt met deze Intentieovereenkomst, deze geheel of gedeeltelijk (ten aanzien van het Waterschap) kan worden ontbonden. PARTIJEN OVEREENKOMEN ALS VOLGT: Artikel 1 Doel van de intentieovereenkomst Het voorbereiden van het Ruimtelijk Plan “de Heeswijkse Aa-beemden” door het uitwerken van planologische maatregelen in de vorm van één of meerdere bestemmingsplannen en het uitwerken van de benodigde grondtransacties teneinde te komen tot een Samenwerkingsovereenkomst tussen partijen Artikel 2 Uitgangspunten Bij de uitvoering van deze Intentieovereenkomst dienen tenminste de volgende uitgangspunten in acht te worden genomen: a. Het principebesluit van de Gemeente, mede namens het Waterschap en de provincie Noord Brabant, zoals vastgelegd in de brief van de gemeente d.d. 23 augustus 2012. b. Het realiseren van een kwalitatief hoogwaardige ruimtelijke omgeving, waarin recht wordt gedaan aan de aanwezige landschappelijke en natuurwaarden en deze versterkt worden conform de eisen aan de inrichting van een EVZ zoals deze gesteld zijn in de ontwerp-inrichtingsvisie voor het project EVZ Aa Heeswijk-Dinther, door het Dagelijks Bestuur van het waterschap vastgesteld op 22 oktober 2013 en waar Dijkhoff een duurzame ontwikkeling kan doormaken voor wat betreft haar toekomstige bedrijfsvoering. c. Het Ruimtelijk Plan “de Heeswijkse Aa-beemden” (bijlage 2) dat volgens partijen de beste mogelijkheid biedt het gestelde onder b te realiseren. d. De overwegingen van de provincie Noord Brabant die samenhangen met de te verkrijgen NIMBY-status voor Dijkhoff. Artikel 3. Planologische maatregelen 3.1. Ten behoeve van de uitbreiding van de bedrijfslocatie van Dijkhoff worden de gronden in eigendom van de Erven, alsmede de gronden in eigendom van het Waterschap, allen liggend binnen de grenzen van het plangebied zoals aangeduid op bijlage 3 “Perceelsindeling” bij de ontwikkeling betrokken, deels als onderdeel van de genoemde uitbreiding van de bedrijfslocatie van Dijkhoff, deels als compensatie, deels ten behoeve van de inrichting als natuur- en/of agrarisch gebied. 3.2. Dijkhoff verstrekt opdracht tot het opstellen van een bestemmingsplan en het uitvoeren van alle daartoe benodigde onderzoeken en het daartoe te voeren overleg, voor het gehele gebied met als basis het Ruimtelijk Plan ‘de Heeswijkse Aa-Beemden’. 3.3. Naar rato van de uiteindelijk te verdelen gronden ten behoeve van Dijkhoff enerzijds en ten behoeve van de Erven anderzijds wordt een verdeelsleutel opgesteld tussen deze partijen voor alle kosten die samenhangen met hetgeen gesteld onder 3.2. 3.4. Dijkhoff en de Erven dragen de verantwoordelijkheid voor de inspraak en communicatie over het Ruimtelijk Plan tot aan het voorontwerp bestemmingsplan. De Gemeente begeleidt vanuit haar publieke taak de verdere bestemmingsplanprocedure en levert alle benodigde inspanningen om te komen tot een zo spoedig mogelijke vaststelling van het bestemmingsplan. Artikel 4. Gronden voor uitvoering en compensatie Partijen stellen een ruilings- en compensatieplan op ten behoeve van de samenwerkingsovereenkomst. Artikel 5. Duur van de intentieovereenkomst 5.1. De Intentieovereenkomst gaat in op het tijdstip van ondertekening van deze Overeenkomst door Partijen. 5.2. Deze Intentieovereenkomst eindigt op de datum dat Partijen een Samenwerkingsovereenkomst sluiten of zoveel eerder als hierna genoemd, doch uiterlijk 1 september 2014. 5.3.Een tussentijdse beëindiging van deze Intentieovereenkomst is mogelijk indien door de ondergetekenden gezamenlijk, op grond van het bepaalde in deze Intentieovereenkomst, wordt geconcludeerd, dat het project niet haalbaar is en/of geen overeenstemming over de samenwerkingsovereenkomst wordt bereikt. 5.4.Aan de beëindiging als hiervoor bedoeld in het derde lid zal geen van de ondergetekenden het recht kunnen ontlenen op vergoeding van kosten en/of van eventuele schade, van welke aard en in welke vorm dan ook. 5.5.Indien nakoming van het bepaalde in deze Intentieovereenkomst als gevolg van onvoorziene omstandigheden in redelijkheid niet van de ondergetekenden kan worden verlangd treden zij met elkaar in overleg over wijziging of beëindiging van de Intentieovereenkomst. Artikel 6. Samenwerkingsovereenkomst en anterieure overeenkomst 6.1. Partijen verklaren een samenwerkingsovereenkomst aan te willen gaan op basis van het gestelde in deze Intentieovereenkomst. 6.2. Zodra de samenwerkingsovereenkomst is aangegaan wordt een zogenaamde anterieure overeenkomst gesloten tussen Dijkhoff, de Gemeente en de Erven, welke dienen ter zekerstelling van de exploitatie en uitvoering van het/de op te stellen bestemmingsplan(nen). 6.3. Het/de bestemmingsplan(nen) worden vastgesteld nadat de anterieure overeenkomst is gesloten conform art. 6.2. Artikel 7 Organisatie en kosten 7.1.Partijen richten een organisatie in die voorziet in overleg omtrent de uitvoering van deze Intentieovereenkomst, op ‘ambtelijk’ niveau ten behoeve van de inhoudelijke uitwerking op kwaliteit, voortgang en kosten en een bestuurlijk overleg ten behoeve van de noodzakelijke besluitvorming. 7.2.De ondergetekenden zullen ieder een contactpersoon aanwijzen. 7.3.De contactpersonen zullen zorg dragen voor een schriftelijke verslaglegging van dit coördinerend overleg, welke verslaglegging tijdens het daarop volgende coördinerend overleg dient te worden vastgesteld. 7.4. De ondergetekenden dragen ieder voor zich en voor eigen risico de kosten verbonden aan de uit deze Intentieovereenkomst voortvloeiende werkzaamheden en de kosten van de door hen hiertoe in te schakelen derden, tot het moment dat partijen een andere verdeling overeenkomen, welke vervolgens wordt opgenomen in een nadere overeenkomst. Artikel 8 Geschillen De ondergetekenden zullen zich tot het uiterste inspannen om te voorkomen dat er zich geschillen voordoen, waar in overleg geen oplossing voor gevonden kan worden. Mochten er toch geschillen ontstaan, waarvoor geen oplossing gevonden kan worden, dan zullen deze aanhangig worden gemaakt bij de daartoe bevoegde rechter te ’s-Hertogenbosch. Artikel 9 Slotbepaling 9.1. Deze Intentieovereenkomst blijft van kracht indien de rechtsvorm van één van de partijen wordt omgezet in een andere rechtsvorm of door fusie verdwijnt, terwijl de taakomschrijving in de nieuwe situatie niet wezenlijk verandert. 9.2. De Intentieovereenkomst bevat de volgende bijlagen: 1. Brief van de gemeente Bernheze d.d. 23 augustus 2012 2. Ruimtelijk Plan ‘de Heeswijkse Aa-Beemden’ 3. Perceelsindeling Aldus overeengekomen: GEBR. DIJKHOFF B.V. Naam: L. Dijkhoff T. Dijkhoff Datum: handtekening: handtekening: GEMEENTE BERNHEZE Naam: Wethouder H. v.d. Pas Datum: handtekening: WATERSCHAP AA EN MAAS Naam: Lid van het Dagelijks Bestuur P. van Dijk Datum: handtekening: ERVEN VAN DEN BOGAERDE VAN TER BRUGGE Naam: R. Krabbe Datum: En gezien voor akkoord M.P.L.M. van der Valk: Datum: handtekening: handtekening:
© Copyright 2024 ExpyDoc