6.3 Intentieverklaring Heeswijk Aa-Beemden (PDF

INTENTIEOVEREENKOMST
tussen
GEBR. DIJKHOFF B.V.
en
GEMEENTE BERNHEZE
en
WATERSCHAP AA EN MAAS
en
ERVEN VAN DEN BOGAERDE VAN TERBRUGGE
En gezien voor akkoord door M.P.L.M. van der Valk.
De ondergetekenden:
1. Gebr. Dijkhoff B.V., kantoorhoudende te Heeswijk- Dinther, Heeswijkseweg 7,
rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeuren de heren L. en T. Dijkhoff,
hierna te noemen ‘Dijkhoff’
2. Gemeente Bernheze, kantoorhoudende te Bernheze, De Misse 6, op grond van art.
171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder H. van de Pas,
hierna te noemen ‘de Gemeente’
3. Waterschap Aa en Maas, kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch, Pettelaarpark 70, te
deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer P. van Dijk, hierna te noemen: ‘het
Waterschap”
4. De Erven van mevrouw Prinses M.L.C. van den Bogaerde van Terbrugge, ten deze
vertegenwoordigd door de heren Eberhard Brunsch en Hans-Joachim
Brockmeier, beiden kantoor houdende te Rheine (Duitsland), door de Rechtbank te
Rheine, Duitsland op 16 januari 2012 gezamenlijk benoemd en handelend als
testamentair-executeurs (Testamentsvolstrecker) van de nalatenschap van de op 7
maart 2007 overleden Prinses Marie-Louise Catharina ven den Bogaerde van
Terbrugge, krachtens volmacht door Brunsch & Brockmeier in Nederland
vertegenwoordigd door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Krabbe c.s. Rentmeesters B.V., ten deze vertegenwoordigd door de besloten
vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Mr R.M.M. Krabbe Beheer B.V., ten
deze vertegenwoordigd door haar directeur mr R. M. M. Krabbe, kantoor houdende te
Enschede, hierna te noemen “de Erven”;
Gezamenlijk ook te noemen: ‘Partijen’
OVERWEGENDE DAT:
A. Dijkhoff voornemens is haar bedrijfslocatie aan de Heeswijkseweg te Heeswijk
Dinther uit te breiden ten behoeve een duurzame bedrijfsvoering, conform het
Ruimtelijk Plan “de Heeswijkse Aa-beemden”, opgesteld door Bureau Elings te
Heeswijk-Dinther.
B. Voor de uitbreiding van de bedrijfslocatie, naast de gronden van Dijkhoff, gronden
benodigd zijn van het Waterschap en de Erven.
C. Gemeente en Waterschap, alsmede de provincie Noord Brabant in beginsel willen
meewerken aan de uitbreiding ter plaatse, conform en binnen de randvoorwaarden,
gesteld in de brief van de gemeente d.d. 23 augustus 2012 (bijlage 1).
D. Gemeente, Dijkhoff en de Erven in beginsel bereid zijn mee te werken aan het nemen
van planologische maatregelen teneinde de gewenste uitbreiding van de
bedrijfslocatie mogelijk te maken.
E. Partijen in beginsel bereid zijn mee te werken aan een uitruil van gronden, inclusief
eventuele compensatie.
F. Partijen gezamenlijk verantwoording willen nemen voor het verkrijgen van draagvlak
voor de plannen in de omgeving en bij belanghebbenden, alsmede voor de
communicatie daarover.
G. Partijen thans de kaders waarbinnen de stappen onder D,E en F genoemd, wensen
vast te leggen in deze intentieovereenkomst en Partijen daarmee de intentie
uitspreken om in geval van een positieve uitkomst van deze werkzaamheden een
alsdan nader uit te werken samenwerkingsovereenkomst te sluiten, in welk verband:
H. Het Waterschap deze Intentieovereenkomst onder de voorwaarde dat indien het
Algemeen Bestuur van het Waterschap onverhoopt niet instemt met deze
Intentieovereenkomst, deze geheel of gedeeltelijk (ten aanzien van het Waterschap)
kan worden ontbonden.
PARTIJEN OVEREENKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1 Doel van de intentieovereenkomst
Het voorbereiden van het Ruimtelijk Plan “de Heeswijkse Aa-beemden” door het uitwerken
van planologische maatregelen in de vorm van één of meerdere bestemmingsplannen en
het uitwerken van de benodigde grondtransacties teneinde te komen tot een
Samenwerkingsovereenkomst tussen partijen
Artikel 2 Uitgangspunten
Bij de uitvoering van deze Intentieovereenkomst dienen tenminste de volgende
uitgangspunten in acht te worden genomen:
a. Het principebesluit van de Gemeente, mede namens het Waterschap en de provincie
Noord Brabant, zoals vastgelegd in de brief van de gemeente d.d. 23 augustus 2012.
b. Het realiseren van een kwalitatief hoogwaardige ruimtelijke omgeving, waarin recht
wordt gedaan aan de aanwezige landschappelijke en natuurwaarden en deze
versterkt worden conform de eisen aan de inrichting van een EVZ zoals deze gesteld
zijn in de ontwerp-inrichtingsvisie voor het project EVZ Aa Heeswijk-Dinther, door het
Dagelijks Bestuur van het waterschap vastgesteld op 22 oktober 2013 en waar
Dijkhoff een duurzame ontwikkeling kan doormaken voor wat betreft haar
toekomstige bedrijfsvoering.
c. Het Ruimtelijk Plan “de Heeswijkse Aa-beemden” (bijlage 2) dat volgens partijen de
beste mogelijkheid biedt het gestelde onder b te realiseren.
d. De overwegingen van de provincie Noord Brabant die samenhangen met de te
verkrijgen NIMBY-status voor Dijkhoff.
Artikel 3. Planologische maatregelen
3.1. Ten behoeve van de uitbreiding van de bedrijfslocatie van Dijkhoff worden de gronden in
eigendom van de Erven, alsmede de gronden in eigendom van het Waterschap, allen
liggend binnen de grenzen van het plangebied zoals aangeduid op bijlage 3
“Perceelsindeling” bij de ontwikkeling betrokken, deels als onderdeel van de genoemde
uitbreiding van de bedrijfslocatie van Dijkhoff, deels als compensatie, deels ten behoeve van
de inrichting als natuur- en/of agrarisch gebied.
3.2. Dijkhoff verstrekt opdracht tot het opstellen van een bestemmingsplan en het uitvoeren
van alle daartoe benodigde onderzoeken en het daartoe te voeren overleg, voor het gehele
gebied met als basis het Ruimtelijk Plan ‘de Heeswijkse Aa-Beemden’.
3.3. Naar rato van de uiteindelijk te verdelen gronden ten behoeve van Dijkhoff enerzijds en
ten behoeve van de Erven anderzijds wordt een verdeelsleutel opgesteld tussen deze
partijen voor alle kosten die samenhangen met hetgeen gesteld onder 3.2.
3.4. Dijkhoff en de Erven dragen de verantwoordelijkheid voor de inspraak en communicatie
over het Ruimtelijk Plan tot aan het voorontwerp bestemmingsplan. De Gemeente begeleidt
vanuit haar publieke taak de verdere bestemmingsplanprocedure en levert alle benodigde
inspanningen om te komen tot een zo spoedig mogelijke vaststelling van het
bestemmingsplan.
Artikel 4. Gronden voor uitvoering en compensatie
Partijen stellen een ruilings- en compensatieplan op ten behoeve van de
samenwerkingsovereenkomst.
Artikel 5. Duur van de intentieovereenkomst
5.1. De Intentieovereenkomst gaat in op het tijdstip van ondertekening van deze
Overeenkomst door Partijen.
5.2. Deze Intentieovereenkomst eindigt op de datum dat Partijen een
Samenwerkingsovereenkomst sluiten of zoveel eerder als hierna genoemd, doch uiterlijk 1
september 2014.
5.3.Een tussentijdse beëindiging van deze Intentieovereenkomst is mogelijk indien door de
ondergetekenden gezamenlijk, op grond van het bepaalde in deze Intentieovereenkomst,
wordt geconcludeerd, dat het project niet haalbaar is en/of geen overeenstemming over de
samenwerkingsovereenkomst wordt bereikt.
5.4.Aan de beëindiging als hiervoor bedoeld in het derde lid zal geen van de
ondergetekenden het recht kunnen ontlenen op vergoeding van kosten en/of van eventuele
schade, van welke aard en in welke vorm dan ook.
5.5.Indien nakoming van het bepaalde in deze Intentieovereenkomst als gevolg van
onvoorziene omstandigheden in redelijkheid niet van de ondergetekenden kan worden
verlangd treden zij met elkaar in overleg over wijziging of beëindiging van de
Intentieovereenkomst.
Artikel 6. Samenwerkingsovereenkomst en anterieure overeenkomst
6.1. Partijen verklaren een samenwerkingsovereenkomst aan te willen gaan op basis van het
gestelde in deze Intentieovereenkomst.
6.2. Zodra de samenwerkingsovereenkomst is aangegaan wordt een zogenaamde
anterieure overeenkomst gesloten tussen Dijkhoff, de Gemeente en de Erven, welke dienen
ter zekerstelling van de exploitatie en uitvoering van het/de op te stellen
bestemmingsplan(nen).
6.3. Het/de bestemmingsplan(nen) worden vastgesteld nadat de anterieure overeenkomst is
gesloten conform art. 6.2.
Artikel 7 Organisatie en kosten
7.1.Partijen richten een organisatie in die voorziet in overleg omtrent de uitvoering van deze
Intentieovereenkomst, op ‘ambtelijk’ niveau ten behoeve van de inhoudelijke uitwerking op
kwaliteit, voortgang en kosten en een bestuurlijk overleg ten behoeve van de noodzakelijke
besluitvorming.
7.2.De ondergetekenden zullen ieder een contactpersoon aanwijzen.
7.3.De contactpersonen zullen zorg dragen voor een schriftelijke verslaglegging van dit
coördinerend overleg, welke verslaglegging tijdens het daarop volgende coördinerend
overleg dient te worden vastgesteld.
7.4. De ondergetekenden dragen ieder voor zich en voor eigen risico de kosten verbonden
aan de uit deze Intentieovereenkomst voortvloeiende werkzaamheden en de kosten van de
door hen hiertoe in te schakelen derden, tot het moment dat partijen een andere verdeling
overeenkomen, welke vervolgens wordt opgenomen in een nadere overeenkomst.
Artikel 8 Geschillen
De ondergetekenden zullen zich tot het uiterste inspannen om te voorkomen dat er zich
geschillen voordoen, waar in overleg geen oplossing voor gevonden kan worden. Mochten er
toch geschillen ontstaan, waarvoor geen oplossing gevonden kan worden, dan zullen deze
aanhangig worden gemaakt bij de daartoe bevoegde rechter te ’s-Hertogenbosch.
Artikel 9 Slotbepaling
9.1. Deze Intentieovereenkomst blijft van kracht indien de rechtsvorm van één van de
partijen wordt omgezet in een andere rechtsvorm of door fusie verdwijnt, terwijl de
taakomschrijving in de nieuwe situatie niet wezenlijk verandert.
9.2. De Intentieovereenkomst bevat de volgende bijlagen:
1. Brief van de gemeente Bernheze d.d. 23 augustus 2012
2. Ruimtelijk Plan ‘de Heeswijkse Aa-Beemden’
3. Perceelsindeling
Aldus overeengekomen:
GEBR. DIJKHOFF B.V.
Naam: L. Dijkhoff
T. Dijkhoff
Datum:
handtekening:
handtekening:
GEMEENTE BERNHEZE
Naam: Wethouder H. v.d. Pas
Datum:
handtekening:
WATERSCHAP AA EN MAAS
Naam: Lid van het Dagelijks Bestuur P. van Dijk
Datum:
handtekening:
ERVEN VAN DEN BOGAERDE VAN TER BRUGGE
Naam: R. Krabbe
Datum:
En gezien voor akkoord
M.P.L.M. van der Valk:
Datum:
handtekening:
handtekening: