Collegebesluit C20140603o_3.07 Gepubliceerd op 04/06/2014

Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Jaarrekening 2013 en begroting 2015 Veiligheidsregio GelderlandZuid
Programma / Programmanummer
BW-nummer
Veiligheid / 1012
Portefeuillehouder
H.M.F. Bruls
Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
De Veiligheidsregio vraagt ons om onze zienswijze ten aanzien van de
-Begroting 2015 en de Jaarrekening 2013.
VH00, Ellen Jansen, 9317
Datum ambtelijk voorstel
19 mei 2014
Registratienummer
14.0006184
Ter besluitvorming door het college
1. De brief vast te stellen, waarin wij onze zienswijze geven ten
aanzien van de programmabegroting 2015 en de jaarrekening
2013.
Paraaf
akkoord
Datum
Paraaf
akkoord
Datum
Steller
E. Jansen
 Alleen ter besluitvorming door het College
Besluit B&W d.d. 3 juni 2014
X Conform advies
 Aanhouden
 Anders, nl.
nummer: 3.7
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
Collegevoorstel
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Sinds 1 januari 2004 bestaat de Gemeenschappelijke Regeling Hulpverlening en Veiligheid,
verder aangeduid als de Veiligheidsregio. De Veiligheidsregio bestaat uit de regionale
brandweer Gelderland-Zuid (sinds 1 januari 2013), de Geneeskundige Hulpverlening bij
Ongevallen en Rampen (GHOR) en de Regionale Ambulancevoorziening Gelderland-Zuid.
Verder wordt nauw samengewerkt met de regiopolitie Gelderland-Zuid en de 18 gemeenten
in de regio Gelderland-Zuid. De Veiligheidsregio vraagt ons om onze zienswijze ten aanzien
van de begroting 2015 en de jaarrekening 2013.
2
Juridische aspecten
Op basis van artikel 35 lid 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen kunnen de raden bij
het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling hun zienswijze over de
ontwerpbegroting en jaarrekening naar voren brengen.
Conform de bepalingen van het Delegatiebesluit inzake gemeenschappelijke regelingen
(raadsbesluit van 1 april 2009) is in Nijmegen het College bevoegd om namens de gemeente
zijn zienswijze naar voren te brengen.
3
Doelstelling
Wij willen door middel van bijgevoegde brief onze zienswijze ten aanzien van de begroting
2015 en de jaarrekening 2013 van de Veiligheidsregio kenbaar maken.
4
Argumenten
De begroting en de jaarrekening van de Veiligheidsregio wordt altijd van een advies voorzien
door de regionale financiële adviesfunctie ten behoeve van gemeenten.
Het college volgt hierbij het advies van de Adviesfunctie.
De jaarrekening van 2013 wijkt af van die van eerdere jaren. Dit heeft te maken met de
overgang van de brandweer naar de VRGZ per 1 januari 2013. De geregionaliseerde
brandweer is in de jaarrekening 2013 verwerkt.
Het advies van de Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen komt er op neer dat
ingestemd kan worden met de begroting 2015.
Ook wordt geadviseerd om in te stemmen met de jaarrekening, behalve met het vormen van
nieuwe bestemde reserves voor piketkosten en extra inzet financieel advies.
Naar de mening van de adviesfunctie hoort te worden gedekt uit de algemene reserve.
Jaarrekening 2013
Het advies van de regionale adviesfunctie ten aanzien van de jaarrekening 2013 houdt het
volgende in:
A. In te stemmen met de jaarrekening 2013 van de Veiligheidsregio Gelderland Zuid;
B. In te stemmen met de vrijval van de bestemde reserve Kwaliteit personeel
Veiligheidsregio’s van € 181.000 en uitkering van dit bedrag aan de deelnemende
gemeenten.
C. In te stemmen met de volgende bestemmingsvoorstellen van het positieve resultaat
van per saldo € 1.962.000,- Het negatieve resultaat van het programma Regionale AmbulanceVoorziening
(hierna: RAV) van € 431.000 als volgt te onttrekken aan de reserves voor
aanvaardbare kosten;
Collegevoorstel
Vervolgvel
2

€ 47.000,- uit de reserve aanvaardbare kosten van de Meldkamer Ambulance
Dienst.
 € 384.000 uit de reserve aanvaardbare kosten van de Regionale Ambulance
Voorziening
- Het positieve resultaat na mutaties in reserves van het programma Crisis en
Rampenbestrijding van € 2.393.000 als volgt in te zetten:
 € 150.000 toe te voegen aan de algemene reserve Rampenbestrijding
 € 2.103.000 incidenteel uit te keren aan de gemeenten
Voor het resterend te bestemmen resultaat van € 140.000 wordt verwezen naar
het volgende punt.
D. Niet in te stemmen met de volgende toevoegingen voor het vormen van nieuwe
bestemde reserves:
 € 75.000,- voor piketkosten (crisis-)communicatie
 € 65.000,- voor extra inzet financieel personeel
Het AB heeft besloten om deze kosten die in 2013 en daaropvolgende jaren (gaan)
optreden voor de jaren 2013 en 2014 te dekken uit de algemene reserve. VRGZ heeft
dit AB-besluit uitgelegd door het vormen van een bestemmingsreserve als onderdeel
van het bestemmingsvoorstel. Echter, de adviesfunctie leest het AB-besluit als een
toegestaan tekort voor de jaren 2013 en 2014 te dekken via het resultaat uit de
algemene reserve. Het vormen van de voorgestelde bestemmingsreserve wordt dan
overbodig geacht.
E. Indien besloten wordt om bij punt D het advies van de adviesfunctie te volgen, te
besluiten de vrijvallende middelen ( € 75.000,-, € 65.000,-) uit te keren aan de
gemeenten als bedrag uitkomend boven de reservenorm.
Begroting 2015
Het advies van de regionale adviesfunctie ten aanzien van de begroting 2015 houdt het
volgende in:
 In te stemmen met de begroting 2015 en kennis te nemen van de meerjarenraming 20162018.
 In te stemmen met de korting op de gemeentelijke bijdrage van € 215.000 in 2014 en
2015 ter compensatie van de BTW op de ‘oude’ regionale brandweer die niet langer via
de deelnemende gemeenten teruggevraagd kan worden bij het BTW-Compensatiefonds.
5
Financiën
Dit voorstel heeft geen financiële consequenties.
6
Participatie en Communicatie
Wij willen door middel van bijgevoegde brief het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio
over onze zienswijze informeren.
7
Uitvoering en evaluatie
Via het bestuur van de Veiligheidsregio zijn wij betrokken bij de uitvoering en evaluatie van dit
voorstel.
8
Risico
Als de Veiligheidsregio besluit het positieve resultaat van € 2.103.000,- incidenteel uit te
keren aan de gemeenten zal hiervan een deel aan de gemeente Nijmegen worden
uitgekeerd. Dit vormt een positief risico voor de gemeente Nijmegen van ongeveer een derde
van dit bedrag.
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
Bijlage(n):
Ter inzage:
Brief College over begroting 2015
Begroting 2015 en jaarrekening 2013; Advies Adviesfunctie Gemeenschappelijke
Regelingen Begroting 2015 en Jaarrekening 2013
Veiligheid
Korte Nieuwstraat 6
6511 PP Nijmegen
Telefoon 14024
Telefax
(024) 323 59 92
E-mail
[email protected]
Aan het dagelijks bestuur van de
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Postbus 1120
6501 BC Nijmegen
Datum
Postbus 9105
6500 HG Nijmegen
Ons kenmerk
Contactpersoon
VH00/14.0006293
Ellen Jansen
Datum uw brief
Doorkiesnummer
25 maart
2014/VH/1036/GH
(024) 3299317
Onderwerp
Zienswijze begroting 2015 en jaarrekening
2013 Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Geacht bestuur,
In uw brief van 25 maart 2014 vraagt u de gemeenteraad van Nijmegen om haar zienswijze te
geven over de begroting 2015 van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Per mail van 31 maart
2014 vraagt u tevens aan de gemeenteraad om vóór 1 juni a.s. haar zienswijze te geven over de
jaarrekening 2013. Conform de bepalingen van het Delegatiebesluit inzake gemeenschappelijke
regelingen (raadsbesluit 13/2009 van 1 april 2009) is in Nijmegen het College - ten aanzien van
de door u ingediende begroting en jaarrekening- bevoegd om namens de gemeente haar
zienswijze naar voren te brengen.
Wij hebben van de Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen (AGR) een advies ontvangen
over de begroting 2015 en de jaarrekening van 2013.
Begroting 2015 VRGZ
Gelet op het advies van de Adviesfunctie GR kunnen wij instemmen met de begroting voor 2015.
Jaarrekening 2013 VRGZ
Gelet op het advies van de Adviesfunctie GR , kan het College grotendeels instemmen met de
jaarrekening 2013. Het college maakt echter wel een voorbehoud met betrekking tot het vormen
van de nieuw bestemde reserves, te weten € 75.000,- voor piketkosten (crisis-)communicatie en €
65.000,- voor extra inzet financieel personeel. Het Algemeen Bestuur van de VRGZ heeft
namelijk besloten om deze kosten die in 2013 en de daaropvolgende jaren (gaan) optreden voor
de jaren 2013 en 2014 te dekken uit de algemene reserve en hiervoor geen nieuwe bestemde
reserves te vormen. Met de toevoegingen aan de nieuw te vormen bestemde reserves kunnen wij
derhalve niet instemmen.
Indien wordt besloten om op dit punt het advies van de adviesfunctie te volgen, stellen we voor
om de vrijvallende middelen ( €75,000 en € 65.000,0) uit te keren aan de gemeenten als bedrag
uitkomend boven de reservenorm.
Hoogachtend,
de Burgemeester van Nijmegen,
drs. H.M.F. Bruls
www.nijmegen.nl
Brief zienswijze College aan VRGZ
Gemeente Nijmegen
Veiligheid
Vervolgvel
1
www.nijmegen.nl
Brief zienswijze College aan VRGZ
Advies
Jaarrekening 2013
Gemeenschappelijke Regeling
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Gemeente Nijmegen
Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen
Clemens Rutten RA
Peggy van Gemert RA/AA
April 2014
Inhoud
1.
2.
3.
3.1.
3.2.
3.3.
3.4.
3.5.
3.6.
3.7.
4.
4.1.
4.2.
4.3.
Inleiding............................................................................................................................... 3
Advies .................................................................................................................................. 4
Bevindingen ........................................................................................................................ 5
Algemeen ........................................................................................................................ 5
Controleverklaring door de accountant .......................................................................... 5
Ontwikkelingen ............................................................................................................... 5
Resultaatanalyse ............................................................................................................. 5
Voorgestelde resultaatsbestemming .............................................................................. 7
Balansanalyse .................................................................................................................. 7
BTW ................................................................................................................................. 7
Weerstandsvermogen en risico’s........................................................................................ 8
Normering algemene reserves ........................................................................................ 8
Beschouwing hoogte reserves ........................................................................................ 9
Risico’s ........................................................................................................................... 10
2
1. Inleiding
De gemeenten in de Regio Nijmegen hebben besloten dat vanaf 1 juli 2005 de begroting- en
verantwoordingsproducten van een aantal gemeenschappelijke regelingen worden beoordeeld door
de Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen (GR). Op verzoek van de regiogemeenten is de
Adviesfunctie gepositioneerd bij de afdeling Financiën van de Gemeente Nijmegen. De adviesfunctie
adviseert primair de deelnemende gemeenten. De begrotingen en jaarrekeningen van de GR-en
worden getoetst aan de Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen (BRN). Daarnaast worden de financiële
meerjarenposities en de risico´s van de GR beoordeeld. Deze notitie bevat een beoordeling van de
Jaarrekening 2013 van de GR Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ).
Op 7 april 2014 hebben wij onze bevindingen besproken met de Algemeen Directeur mevrouw Van
Veen en het Hoofd Financiën mevrouw Hubers van de GR VRGZ. Bevindingen uit dit gesprek hebben
mede geleid tot het voorliggend rapport. Datgene wat uiteindelijk geadviseerd wordt, is de
verantwoordelijkheid van de adviesfunctie.
Tijdschema
De VRGZ verzoekt u in de aanbiedingsbrief bij de jaarrekening om vóór 1 juni 2014 uw zienswijze
over de Jaarrekening 2013 van aan het Dagelijks Bestuur (DB) van VRGZ mede te delen. Hierbij
baseert de VRGZ zich op wettelijke termijnen. Hoewel de adviesfunctie een tijdige reactie
onderschrijft, merkt zij op dat deze termijn in de Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen 2015 is
vastgesteld op bij voorkeur vóór 21 juni doch uiterlijk vóór 24 juni 2014. De Jaarrekening dient vóór
15 juli 2014 door het Algemeen Bestuur (AB) te zijn vastgesteld, aangezien met ingang van 2007 de
jaarrekening van VRGZ onder het Single Information, Single Audit regime valt. De jaarrekening moet
in verband hiermee vóór 15 juli worden ingediend bij het Centraal Bureau voor de Statistiek in
verband met vaststelling van subsidies. Door vaststelling van de Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen
2015 hebben de gemeenten uit de regio Nijmegen met deze planning unaniem ingestemd. Het AB
van de VRGZ zal op 26 juni 2014 een besluit nemen over de jaarrekening 2013.
3
2. Advies
Indien u naast de financiële verantwoordingen kunt instemmen met de inhoudelijke taak- en
prestatieverantwoordingen, adviseren wij de deelnemende gemeenten van VRGZ om:
A. In te stemmen met de jaarrekening 2013 van Veiligheidsregio Gelderland Zuid en;
B. In te stemmen met de vrijval van de bestemde reserve Kwaliteit personeel Veiligheidsregio’s van
€ 181.000 en uitkering van dit bedrag aan de deelnemende gemeenten.
C. In te stemmen met de volgende bestemmingsvoorstellen van het positieve resultaat van per saldo
€ 1.962.000
o Het negatieve resultaat van het programma Regionale AmbulanceVoorziening (hierna: RAV)
van € 431.000 als volgt te onttrekken aan de reserves voor aanvaardbare kosten:
 € 47.000 uit de reserve aanvaardbare kosten van de Meldkamer AmbulanceDienst
 € 384.000 uit de reserve aanvaardbare kosten van de Regionale AmbulanceVoorziening
o Het positieve resultaat na mutaties in reserves van het programma Crisis en
Rampenbestrijding van € 2.393.000 als volgt in te zetten:
 € 150.000 toe te voegen aan de algemene reserve Rampenbestrijding
 € 2.103.000 incidenteel uit te keren aan de gemeenten.
Voor het resterend te bestemmen resultaat van € 140.000 wordt verwezen naar het
volgende punt.
D. Niet in te stemmen met de volgende toevoegingen voor het vormen van nieuwe bestemde
reserves:*
o € 75.000 voor piketkosten (crisis)communicatie
o € 65.000 voor extra inzet financieel personeel
E. Indien besloten wordt om bij punt D het advies van de adviesfunctie te volgen, te besluiten de
vrijvallende middelen ( € 75.000, € 65.000) uit te keren aan gemeenten als bedrag uitkomend
boven de reservenorm.
* Het AB heeft besloten om deze kosten die in 2013 en daaropvolgende jaren (gaan) optreden voor
de jaren 2013 en 2014 te dekken uit de algemene reserve. VRGZ heeft dit AB-besluit uitgelegd door
het vormen van een bestemmingsreserve als onderdeel van het bestemmingsvoorstel. Echter, de
adviesfunctie leest het AB-besluit als een toegestaan tekort voor de jaren 2013 en 2014 te dekken via
het resultaat uit de algemene reserve. Het vormen van een bestemmingsreserve wordt dan
overbodig geacht.
4
3. Bevindingen
3.1. Algemeen
De Jaarrekening 2013 van de VRGZ en de aanbiedingsbrief zijn toegezonden door de VRGZ. Uw
zienswijze hierop kunt u toezenden aan de VRGZ. In de Algemeen Bestuursvergadering van 26 juni
2014 zal de Jaarrekening 2013 van de VRGZ worden behandeld en vastgesteld.
3.2. Controleverklaring door de accountant
De concept jaarstukken van de VRGZ zijn door de accountant gecontroleerd en de accountant heeft
een goedkeurende controleverklaring afgegeven voor getrouwheid en rechtmatigheid. Indien zich
omstandigheden voordoen voor de vergadering van het Algemeen bestuur die aanpassing van de
jaarrekening noodzakelijk maken, dan moeten deze nog voor de vergadering worden aangebracht en
dan ontstaat voor de accountant een nieuwe situatie.
3.3. Ontwikkelingen
Het jaar 2013 stond in het teken van de regionalisering van de brandweer. Hierbij is het beheer van
de brandweer overgedragen aan de VRGZ en toegevoegd aan de taken die al regionaal waren
georganiseerd. Daarbij is de formatie van de ondersteunende diensten sterk toegenomen.
In het jaarverslag wordt een uitgebreide toelichting gegeven op de beleidsinhoudelijke
ontwikkelingen.
3.4. Resultaatanalyse
De jaarrekening 2013 van de VRGZ sluit na mutaties in reserves met een voordelig resultaat van bijna
€ 2 miljoen.
Het resultaat is als volgt te verdelen over de beide programma’s:
Resultaat 2013
C&R
RAV
Totaal
Bedragen x € 1.000
Begroting
Begroot voor bestemming
Toevoegingen/onttrekkingen reserves
Saldo begroot na winstbestemming
Jaarrekening
Realisatie voor bestemming
Toevoegingen/onttrekkingen reserves
Saldo realisatie na (eerste) winstbestemming
51
-200
-149
0
51
-200
-149
2.193
-431
1.762
-431
1.962
200
2.393
200
5
Programma Crisis & Rampenbestrijding
Het positieve resultaat van programma C&R is ongeveer € 2,4 miljoen terwijl de begroting nagenoeg
op nihil sloot. In het jaarverslag wordt dit resultaat in paragraaf 2.6 verklaard vanuit de volgende
ontwikkelingen. Hieronder wordt tegelijkertijd een relatie gelegd met de staat van baten en lasten
(§ 5.6)
 Vacatures zijn niet of vertraagd ingevuld. Dit in afwachting van de doorontwikkeling die kan leiden
tot een aangepaste behoefte aan functies en de invulling daarvan. Hierdoor vallen de
personeelskosten € 1,5 miljoen lager uit dan in de gewijzigde begroting. Binnen de
personeelskosten blijkt wel dat de € 2 miljoen lagere kosten voor lonen en salarissen van eigen
personeel grotendeels teniet wordt gedaan door € 1,5 miljoen hogere kosten aan externe inhuur.
Daarnaast vallen de kosten voor opleidingen (zie volgend punt) en de overige personeelslasten
lager uit.
 Lopende herijking van personele vergoedingen en een herziening van zowel het opleidingsplan als
de regionale oefenorganisatie. Dit heeft tot gevolg dat € 350.000 minder is uitgegeven aan
oefenen en opleiden. Opgemerkt wordt dat in de gewijzigde begroting alle budgetten voor
opleiden, trainen en oefenen zijn verschoven naar personeelskosten. In de primitieve begroting
stond onder overige bedrijfskosten hiervoor nog een kostenpost van bijna € 1,2 miljoen. In de
vergelijking tussen de realisatie en de primitieve begroting heeft dit tot gevolg dat de overige
bedrijfskosten ogenschijnlijk € 1,3 miljoen lager zijn uitgevallen.
 Investeringen zijn uitgesteld in afwachting van een nieuwe investeringsplanning. Hierdoor zijn de
kapitaallasten (rente en afschrijving) 5 ton lager dan primitief begroot.
De VRGZ geeft aan dat deze kostenvoordelen voornamelijk incidenteel zijn en het karakter hebben
van het uitstellen van uitgaven.
Aanvullend valt uit het overzicht van baten en lasten van programma C&R af te leiden dat de overige
opbrengsten bijna 4 ton hoger zijn dan primitief begroot. Dit komt door een structurele toename van
de aan de GGD doorberekende kosten voor verleende ondersteunende diensten. De fusie van de
GGD Regio Nijmegen met de GGD Rivierenland is hier de reden voor.
Programma Regionale AmbulanceVoorziening
Het negatieve resultaat van programma RAV is met ongeveer € 430.000 negatiever is dan het
begrote tekort van 2 ton. In de jaarrekening is dit in paragraaf 5.8 uitgebreid toegelicht. Hoewel het
budget aanvaardbare kosten vanuit de zorgverzekeraars 4 ton (2,5%) hoger is door indexering, zijn
de kosten bijna 6 ton hoger. Dit komt hoofdzakelijk door bijna 4 ton meer kosten voor
communicatieapparatuur, wagenpark en werkmaterieel. Opgemerkt wordt dat binnen de
personeelskosten besparingen op loonkosten, in verhouding tot het programma C&R, nog meer
teniet worden gedaan door hogere kosten van externe inhuur.
6
3.5. Voorgestelde resultaatsbestemming
Bedragen
x € 1.000 Bestemmingsvoorstel jaarresultaat
-€ 47 Te onttrekken aan de reserve aanvaardbare kosten Meldkamer AmbulanceDienst (MKA)
-€ 384 Te onttrekken aan de reserve aanvaardbare kosten Regionale AmbulanceVoorziening (RAV)
-€ 431 Totaal programma Regionale AmbulanceVoorziening
€ 75 Toe te voegen aan een nieuwe bestemde reserve ‘piketkosten communicatie’
€ 65 Toe te voegen aan een nieuwe bestemde reserve ‘extra inzet financieel personeel’
€ 150 Toe te voegen aan de Algemene Reserve Rampenbestrijding
A
€ 2.103 Incidenteel uit te keren aan gemeenten
€ 2.393 Totaal programma Crisis en Rampenbestrijding
€ 1.962 Totaal voorstel resultaat 2013
B
A+B
€ 181 Vrijval bestemde reserve Kwaliteit Personeel Veiligheidsregio's en uitkering aan gemeenten
€ 2.284 Totale uitkering aan gemeenten
De rekening van de VRGZ sluit met een voordelig saldo als gevolg van kostenvoordelen in 2013.
Toevoegen van het voordelig saldo aan de algemene reserve zorgt ervoor dat de algemene reserve
€ 2,1 miljoen boven de norm komt. Om die reden wordt voorgesteld om dit bedrag uit te keren aan
de deelnemende gemeenten. Samen met de vrijval van de bestemde reserve ‘Kwaliteit Personeel
Veiligheidsregio’s’ leidt dit tot een totale uitkering van bijna € 2,3 miljoen.
3.6. Balansanalyse
In de balans worden de bezittingen en schulden van VRGZ gepresenteerd. Doordat 2013 het eerste
jaar is na de regionalisering zijn de vergelijkende cijfers uit 2012 maar beperkt bruikbaar als
vergelijkingsmateriaal. Opvallende punten zijn:

De boekwaarde van de materiele vaste activa is sterk toegenomen naar € 40,6 miljoen (eind ’12:
€ 5 miljoen’. Deze stijging wordt veroorzaakt door de overname van materieel van de
gemeentelijke brandweer voor € 13,2 miljoen en een 15-tal kazernes voor € 21,7 miljoen. In
beide gevallen tegen boekwaarde.

De debiteurenstand eind 2013 is met € 5,8 miljoen (eind ’12: € 2,1 miljoen) incidenteel hoog
omdat de RAV vanwege een nieuw rittenregistratiesysteem later dan normaal factureerde. De
voorziening voor oninbare debiteuren is eveneens verhoogd.
3.7. BTW
De wettelijke brandweertaken zijn van de gemeenten overgeheveld naar de veiligheidsregio’s. 2013
is hiermee het laatste jaar waarin de VRGZ de BTW op ingekochte goederen en/of diensten kon
doorschuiven naar de deelnemende gemeenten. Gemeenten kunnen BTW namelijk alleen
terugvragen bij het BTW-Compensatiefonds als zij de wettelijke taak hebben.
7
De inkoop-BTW over 2013 bestaat uit de volgende drie onderdelen:
 De ‘oude’ regionale brandweer
 De ´nieuwe´ gemeentelijke brandweertaken
o BTW op exploitatielasten. In het voorschot van de gemeente is hiervoor een begroot bedrag
opgenomen.
o BTW op investeringen. Dit zat niet in het voorschot.
Conform een opgave vanuit de VRGZ is de compensabele BTW op alle 3 de onderdelen
doorgeschoven naar de gemeenten (totaal € 1,4 miljoen). Daarnaast is voor de ´nieuwe´
gemeentelijke brandweertaken het verschil tussen de werkelijke BTW en het gemeentelijk voorschot
meegenomen in de verrekening met de deelnemende gemeenten (zie jaarrekening bijlage 6.7). Per
saldo heeft hiermee de compensabele BTW van de VRGZ geleid tot een teruggaaf van het BTWCompensatiefonds bij gemeenten.
Vanaf 2014 is de BTW een kostenpost voor de VRGZ waarvoor zij wordt gecompenseerd door een
hogere Brededoeluitkering (BDUR). Voor de deelnemende gemeenten ontstaat echter een nadeel.
De inkoop-BTW van de ‘oude’ regionale brandweer werd namelijk doorgeschoven naar de
deelnemende gemeenten die dit konden terugvragen via het BTW-Compensatiefonds. Deze baten
vervallen vanaf 2014.
Bij de advisering over de begroting 2014 is geadviseerd om de BTW nadelen die bij gemeenten
ontstonden, terug te laten vloeien via een structurele verlaging van de gemeentelijke bijdrage aan de
VRGZ. Dat zou betekenen dat er een taakstelling bij de VRGZ zou komen te liggen.
Het AB heeft besloten tot de gulden middenweg. Hierin worden gemeenten voor de jaren 2014 en
2015 gecompenseerd voor de BTW consequenties voor een bedrag van € 215.000. Dit wordt betaald
uit een bestemde reserve van € 430.000 die hiervoor ten laste van het resultaat 2013 wordt
gevormd. In volgende jaren wordt nog bezien hoe hier mee wordt omgegaan. Feitelijk betekent dit,
dat de korting op de gemeentelijke bijdragen voor 2014 en 2015 nog niet gepaard hoeft te gaan met
een bezuinigingstaakstelling. Gezien het feit dat er veel onzekerheden zijn over de consequenties van
de gehele BTW operatie gecombineerd met de onzekerheden die de overdracht van de kazernes met
zich meebrengen en ook de fase van ontwikkeling waarin de VRGZ zich bevindt, is het wel
voorstelbaar dat de VRGZ wil voorkomen dat er direct een taakstelling wordt neergelegd. Hoewel er
geen oorzakelijk verband bestaat tussen het voordelig saldo 2013 en de BTW korting in 2014 en
2015, kan naar de mening van de adviesfunctie de gevolgde handelswijze ten aanzien van bestemde
reserve en uitkering aan gemeenten als acceptabel worden beschouwd. Mochten voornoemde
onzekerheden in de toekomst niet leiden tot tekorten, dan leidt een positief resultaat via de
algemene reserve toch tot een uitkering aan de gemeenten. Immers, de algemene reserve
Rampenbestrijding is volledig op peil.
4. Weerstandsvermogen en risico’s
4.1. Normering algemene reserves
Vanwege sterk verschillende financieringsbronnen, zijn door VRGZ feitelijk twee algemene reserves
gevormd. Eén voor programma C&R en één voor programma RAV. Het Algemeen Bestuur van VRGZ
heeft in 2012 besloten om voor de korte termijn de normen op pragmatische wijze bij te stellen en in
2014 een nieuwe nota reserves, risico’s en weerstandscapaciteit op te stellen. Deze komt in de loop
van 2014 beschikbaar.
8
Voor het programma C&R bedraagt de norm maximaal 5% van de omzet met een ondergrens van
€ 1.250.000. Voor het programma RAV wordt de algemene reserve gevormd door de bijdragen van
zorgverzekeraars en is deze bedoeld om schommelingen op te vangen. Voor de normering worden
de ontwikkelingen binnen de zorgsector gevolgd. De minimale norm bedraagt ongewijzigd 10% van
de omzet en de streefwaarde is 15% van de omzet.
In paragraaf 4.2 van het jaarverslag is de stand van beide algemene reserves afgezet tegen deze
percentages. Hieruit blijkt dat de algemene reserve C&R na de toevoeging in het
bestemmingsvoorstel van € 150.000 uitkomt op de norm. De algemene reserve RAV blijft ondanks de
tussentijdse onttrekkingen boven de streefwaarde.
4.2. Beschouwing hoogte reserves
In de jaarrekening is in de toelichting op de balans (§ 5.5) het verloop van de reserves in 2013
weergegeven. De bestemmingsvoorstellen zijn hierin, conform verslaggevingsregels, nog niet
meegenomen. In het jaarverslag wordt in de paragraaf weerstandsvermogen (§ 4.2) ingegaan op de
stand van de algemene reserves na verwerking van de bestemmingsvoorstellen. Het verloop van de
reserves na verwerking van de bestemmingsvoorstellen is als volgt:
Bedragen x € 1.000
Algemene reserves
Aanvaardbare kosten Meldkamer
AmbulanceDienst (MKA)
Aanvaardbare kosten Regionale
AmbulanceVoorziening (RAV)
Rampenbestrijding
Bestemmingsreserves
BTW-Compensatie
Kwaliteit personeel VR
Piketkosten crisiscommunicatie
extra inzet financieel personeel
Totaal reserve(mutaties)
Stand
eind '13
Bestemmings
voorstel
Stand
begin 2014
0
7
-47
-40
3.872
1.883
-384
150
3.488
2.033
0
0
430
0
75
65
6.051
430
181
6.373
-181
75
65
-322
Tussentijdse mutaties in reserves in 2013 komen hoofdzakelijk voort uit bestemmingsvoorstellen bij
de jaarrekening 2012.
Algemene reserves
Uit de paragraaf Weerstandsvermogen blijkt dat de algemene reserve C&R na de toevoeging in het
bestemmingsvoorstel van € 150.000 uitkomt op de norm. Daarom ontstaat de incidentele uitkering
aan gemeenten.
De algemene reserve RAV overstijgt met 19% van de omzet de streefwaarde van 15%. Meerjarig
daalt dit percentage door een structureel negatief resultaat van het programma RAV, hoewel de
omvang van de algemene reserve RAV ruimschoots boven de minimale norm blijft. Doordat het
programma RAV wordt gefinancierd door bijdragen vanuit zorgverzekeraars bestaat de algemene
reserve uit bestemde middelen die niet aan de gemeenten kunnen worden uitgekeerd.
9
Opgemerkt wordt dat de algemene reserve MKA negatief is en blijft. Dit is ongebruikelijk voor een
reserve maar maakt op totaalniveau niet veel uit.
Bestemmingsreserves
Zoals in dit advies toegelicht in paragraaf 3.7 is de bestemmingsreserve BTW-Compensatie gevormd
om gemeenten in 2014 en 2015 te compenseren voor de vervallen teruggaaf van doorgeschoven
BTW van de ‘oude’ regionale brandweer.
Onderdeel van het bestemmingsvoorstel is de vorming van een tweetal nieuwe
bestemmingsreserves voor ‘piketkosten (crisis)communicatie’ en ‘extra inzet financieel personeel’.
Het AB heeft besloten om deze kosten die in 2013 en daaropvolgende jaren (gaan) optreden voor de
jaren 2013 en 2014 te dekken uit de algemene reserve. VRGZ heeft dit AB-besluit uitgelegd door het
vormen van een bestemmingsreserve als onderdeel van het bestemmingsvoorstel. Echter, de
adviesfunctie leest het AB-besluit als een toegestaan tekort voor de jaren 2013 en 2014 te dekken via
het resultaat uit de algemene reserve. Het vormen van een bestemmingsreserve wordt dan
overbodig geacht.
4.3. Risico’s
In de jaarrekening is in de paragraaf weerstandsvermogen (§ 4.2) uiteengezet welke risico’s de VRGZ
loopt en in bijlage 6.9 is een inventarisatie van risico’s opgenomen. Hierbij is een inschatting gemaakt
van de financiële gevolgen en de kans dat het risico op zal treden. Ingeschat wordt dat het risico
maximaal € 9,7 miljoen bedraagt (eind ’12: € 10,8 miljoen); verdeeld over RAV € 5,7 miljoen en C&R
€ 4 miljoen. Het gaat hier enerzijds om taken die door gemeenten en het Rijk (crisis en rampen)
worden bekostigd en anderzijds om taken die door zorgverzekeringspremies (RAV) worden betaald.
Daarom worden de risico’s in principe gescheiden van elkaar beoordeeld.
Rekening houdend met de kans en maatregelen is het verwachte risicoprofiel in totaliteit € 5,4
miljoen (conform vorig jaar). Vooruitlopend op de in 2014 uit te brengen nieuwe nota over reserves,
risico’s en weerstandscapaciteit geeft VRGZ aan een verdiepingstraject voor de risico-inventarisatie
te zijn gestart. In de jaarrekening wordt echter nog voortgeborduurd op de oude methode. De
uitkomst hiervan is nauwelijks veranderd ten opzichte van voorgaand jaar.
Ook de omvang van de algemene reserves is met € 5,5 miljoen, na verwerking van
bestemmingsvoorstellen, nagenoeg ongewijzigd gebleven. Geconstateerd kan worden dat het
weerstandsvermogen ruim voldoende is om de risico’s op te vangen. Het weerstandsvermogen dekt
57% van het maximale risico af, terwijl met het verwachte risico (rekening houdend met kans en
maatregelen) zelfs ongeveer een 1-op-1 verhouding bestaat. Wel is deze verhouding voor het
programma RAV gunstiger dan voor het programma C&R.
10
Advies
Begroting 2015
Gemeenschappelijke Regeling
Veiligheidsregio Gelderland Zuid
Gemeente Nijmegen
Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen
Clemens Rutten RA
Peggy van Gemert RA/AA
April 2014
1
Inhoud
1. Inleiding ............................................................................................................................... 3
2. Advies................................................................................................................................... 4
3. Beoordeling begroting ......................................................................................................... 5
3.1 Algemeen ......................................................................................................................... 5
3.2 Begrotingsrichtlijnen ....................................................................................................... 5
3.3 Begroting 2015 VRGZ ...................................................................................................... 6
3.4 Gemeentelijke bijdrage ................................................................................................... 8
4. Verwachte ontwikkeling weerstandsvermogen ................................................................... 8
2
1. Inleiding
De gemeenten in de Regio Nijmegen hebben besloten dat vanaf 1 juli 2005 de begroting- en
verantwoordingsproducten van een aantal gemeenschappelijke regelingen worden beoordeeld door
de Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen (GR). Op verzoek van de regiogemeenten is de
Adviesfunctie gepositioneerd bij de afdeling Financiën van de Gemeente Nijmegen. De adviesfunctie
adviseert primair de deelnemende gemeenten. De begrotingen en jaarrekeningen van de vier GR’en
worden getoetst aan de Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen (BRN). Daarnaast worden de financiële
meerjarenposities en de risico´s van de GR beoordeeld. Deze notitie bevat een beoordeling van de bij
de deelnemende gemeenten voorgelegde Begroting 2015 van de GR VRGZ.
Bijzonderheid bij de VRGZ is dat er meer gemeenten in de GR deelnemen dan alleen de
regiogemeenten waaraan de adviesfunctie advies uitbrengt.
Op 7 april 2014 hebben wij onze bevindingen besproken met de Algemeen Directeur mevrouw Van
Veen en het Hoofd Financiën mevrouw Hubers van de GR VRGZ. Bevindingen uit dit gesprek hebben
mede geleid tot het voorliggend rapport. Datgene wat uiteindelijk geadviseerd wordt, is de
verantwoordelijkheid van de adviesfunctie.
3
2. Advies
Gezien de voorliggende begroting, adviseren wij de deelnemende gemeenten van de VRGZ om:
 In te stemmen met de begroting 2015 en kennis te nemen van de meerjarenraming 2016-2018
 In te stemmen met de korting op de gemeentelijke bijdrage van € 215.000 in 2014 en 2015 ter
compensatie van de BTW op de ‘oude’ regionale brandweer die niet langer via de deelnemende
gemeenten teruggevraagd kan worden bij het BTW-Compensatiefonds.
4
3. Beoordeling begroting
3.1 Algemeen
In de begroting is op een adequate manier uiteengezet welke ontwikkelingen er zijn en met welke
kaders is gewerkt. Voor een toelichting op de ontwikkelingen binnen de VRGZ wordt dan ook
verwezen naar paragraaf 1.2 van de programmabegroting.
De begroting 2015 is de eerste begroting die na de regionalisering van de brandweer in 2013 op basis
van ervaringscijfers over 2013 kon worden opgesteld. Echter, doordat de begroting veel eerder is
uitgebracht dan voorheen, liep het begrotingsproces deels parallel met het opstellen van de
jaarrekening over 2013. Daardoor waren de ervaringscijfers 2013 nog nauwelijks geanalyseerd. Ook
de ervaringscijfers over de eerste periode van 2014 ontbreken als gevolg van de vroege opstelling
van de begroting 2015. De VRGZ voldoet hiermee aan de wettelijke eisen van het tijdig opstellen van
de begroting, maar de ramingen verliezen hiermee wel aan betrouwbaarheid. Anders gezegd, hoe
vroeger in het jaar de begroting opgesteld wordt, hoe zwakker de begrotingskracht is.
Een inhoudelijke beoordeling van begrotingsposten op basis van onderliggende documenten (zoals
personeels- en opleidingsplannen) maakt geen onderdeel uit van de beoordeling door de
adviesfunctie.
De gewijzigde begroting 2014 heeft hoofdzakelijk betrekking op verschuivingen in kostensoorten
(bijvoorbeeld: rubricering kosten voor oefenen en opleiden onder personele kosten) en correcties
vanuit de regionalisering (bijvoorbeeld: overname kazernes). Dit is in de begroting toegelicht in
paragraaf 5.1.1.
Door gebruik te maken van indicatoren moet beter zicht worden verkregen op de prestaties van de
VRGZ. Voor een aantal prestatievelden zijn deze nog in ontwikkeling.
De Veiligheidsregio geeft aan dat rondom de overgedragen brandweerkazernes een deel van de
lasten inclusief de daarbij horende budgetten nog vanuit de gemeente moeten worden
overgedragen. Hierdoor zal de omvang van de begroting toenemen, hoewel dit in principe budgettair
neutraal zal zijn. Het investeringsplan voor 2015 en latere jaren is nog niet gereed omdat het gehele
investeringsprogramma wordt herzien.
3.2 Begrotingsrichtlijnen
Zoals gebruikelijk worden vooraf aan de VRGZ begrotingsrichtlijnen (BRN) meegegeven voor de
opstelling van de Begroting 2015 en het meerjarenplan.
De Portefeuillehouders Financiën uit de regio, bijeen in het PFO van 6 januari 2014, hebben besloten
om:
o De GR' en te adviseren rekening te houden met 1,0 % loon- en prijscompensatie voor de
begroting 2015.
o De reeds eerder middels de BRN 2012 besloten taakstelling van 2,5% oplopend tot 10% te
handhaven.
In de voorliggende begroting heeft de VRGZ rekening gehouden met een tweetal bezuinigingen. Op
de “oude” bijdrage aan de VRGZ loopt de korting op naar 10% in 2015. Op de regionalisering van de
5
brandweer loopt de korting op tot 5% in 2015. Dit is meegenomen in de meerjarige berekening van
de gemeentelijke bijdrage in paragraaf 5.6.
Voor de indexering is geen rekening gehouden met het verzoek van het PFO regio Nijmegen om ook
voor de VRGZ een index van 1% te hanteren, maar is het besluit van het Algemeen Bestuur van de
VRGZ over de indexering van de begroting gehandhaafd zoals vastgesteld in het ontvlechtingskader
voor de regionalisering van de brandweer. Aangezien dit een besluit is van de 18 gemeenten
gezamenlijk overruled dit het PFO besluit en heeft de VRGZ terecht rekening gehouden met die
indexering. Overigens blijkt voor 2015 dat de index VRGZ en de index PFO nagenoeg aan elkaar gelijk
zijn.
Voor de berekening van de gemeentelijke bijdrage is qua loon- en prijscompensatie voor 2015
uitgegaan van 2,25% respectievelijk 1,50 % volgens het Centraal Economisch Planbureau. Over 2013
en 2014 is een nacalculatie verwerkt voor de indexeringen, conform de bijgestelde verwachtingen
voor deze jaren door het Centraal Planbureau. Rekening houdend met de correctie over 2013 en
2014 leidt dit tot een neerwaartse bijstelling van de het gewogen indexcijfer voor 2015 naar 0,97%.
Voor de berekening van de loonkosten is rekening gehouden met een stijging van de
personeelskosten in verband met periodieken, sociale premies en pensioenpremies van 1,0% ten
opzichte van 2014.
3.3 Begroting 2015 VRGZ
De begroting 2015 van de VRGZ sluit met een nadelig saldo van € 260.000 voor winstbestemming. Dit
tekort wordt onttrokken uit de algemene reserves. Onderstaand worden de uitkomsten van de
beoordeling per programma weergegeven. Omdat de begroting al in maart is opgeleverd konden
geen cijfers worden verwerkt over het lopende begrotingsjaar.
Programma Crisis & Rampenbestrijding
Voor de jaren 2014 tot en met 2018 is de begroting voor het programma C&R sluitend, na mutaties
in reserves. De jaarschijf 2014 sluit met een voordelig saldo van € 108.000 wat wordt gebruikt om
een nieuwe bestemde reserve ‘kapitaallasten’ te vormen. De bezuinigingstaakstelling die in de
voorgaande begroting nog als stelpost was opgenomen is nu meerjarig ingevuld. In de
programmabegroting is in paragraaf 5.2 een toelichting gegeven op de verschillen tussen de
gewijzigde begroting 2014 en de begroting 2015. Bijzonderheden zijn:
 De subsidies vanuit het Rijk zijn met ingang van de begroting 2014 ongeveer € 1,2 miljoen
toegenomen ten opzichte van de ontvangen subsidie in 2013. Voor dit bedrag is de VRGZ
gecompenseerd voor de BTW die niet langer via de deelnemende gemeenten teruggevraagd kon
worden bij het BTW-Compensatiefonds. Dit komt doordat de wettelijk brandweertaken zijn
overgeheveld naar de veiligheidsregio’s.
 De post overige opbrengsten is met € 3,2 miljoen hoger dan de realisatie in 2013 van € 1,7
miljoen. Dit verschil wordt veroorzaakt door een stelpost van € 1,5 miljoen, voor nog vanuit
gemeenten over te hevelen budgetten voor de (kapitaal)lasten van de overgenomen kazernes.
Omdat er nog geen afspraken met gemeenten zijn gemaakt over budgetoverheveling in verband
6
met de overdracht van kazernes, zijn de lasten van de reeds overgenomen kazernes op deze
manier verwerkt.
 De raming voor personeelskosten is meerjarig structureel gehandhaafd op ongeveer € 31,5
miljoen, vanuit de verwachting dat de onderschrijding in 2013 een tijdelijke situatie is. Naast niet
ingevulde vacatures had deze onderschrijding in 2013 te maken met lagere opleidingskosten en
overige personeelslasten.
 De wettelijke brandweertaken zijn overgeheveld naar de veiligheidsregio’s, waardoor gemeenten
in 2014 niet langer door de VRGZ doorgeschoven BTW kunnen terugvragen bij het BTWCompensatiefonds. In plaats van het doorschuiven naar of verrekenen van BTW met gemeenten
wordt de VGRZ nu gecompenseerd door een hogere Brededoeluitkering. De VRGZ heeft daarom
de gemeentelijke bijdrage verlaagd. Voor de BTW die gemeenten voorheen konden terugvragen
vanuit de ‘oude’ regionale brandweer, heeft de VRGZ een bestemmingsreserve gevormd van
€ 430.000. Hiermee kan VRGZ in 2014 en 2015 een korting geven op de gemeentelijke bijdrage
van jaarlijks € 215.000. Hoewel dit voor 2015 in de begroting is verwerkt, moet dit voor de
daaropvolgende jaren nog worden bekeken.
De kapitaallasten over 2013 vielen met bijna € 3,3 miljoen ongeveer 5 ton lager uit dan begroot
(2013: € 3,8 miljoen) doordat investeringen zijn uitgesteld in afwachting van een nieuwe
investeringsplanning. Vanaf 2015 is hiervoor een bedrag begroot van structureel ongeveer € 5,7
miljoen. Het nieuwe investeringsprogramma voor 2015 en latere jaren is vanwege een volledige
herziening nog niet gereed.
 In 2014 wordt een nieuwe bestemde reserve gevormd ter dekking van in de toekomst stijgende
kapitaallasten (afschrijving op activa en de rente op de financiering hiervan). Deze stijging wordt
veroorzaakt door de wijziging dat de BTW, na de overheveling van de wettelijke brandweertaak
naar de VRGZ, een kostenpost wordt die onderdeel uitmaakt van het te activeren bedrag. Dit
terwijl bestaande investeringen (grotendeels) exclusief BTW zijn geactiveerd, omdat de BTW kon
worden teruggevraagd. Bij toekomstige vervangingsinvesteringen moet daarom over een hoger
bedrag worden afgeschreven, waardoor de kapitaallasten stijgen.
Programma RAV
Voor de jaren 2014 tot en met 2018 is het verwachte resultaat vóór bestemming structureel negatief.
De hoogte hiervan bedraagt vanaf 2005 jaarlijks 1 á 2 ton. De financiële middelen van het
programma RAV betreffen Zorg-gelden, die alleen in overleg met de zorgverzekeraars bestemd
kunnen worden. De meerjarige tekorten worden om deze reden ten laste gebracht van de daarvoor
feitelijk geoormerkte reserves aanvaardbare kosten. VRGZ geeft aan, dat het sturen op een
exploitatie van nihil het uitgangspunt blijft. Vanwege de hoogte van de reserves, die momenteel ruim
boven de norm is, is er momenteel meer prioriteit gelegd bij kwaliteitsbehoud en verbetering in
plaats van nu al te sturen op een sluitende exploitatie middels bezuinigingen.
Vanuit de adviesfunctie blijven wij van mening dat een reserve geen onuitputtelijke bron is en een
sluitende exploitatie een randvoorwaarde is voor elke begroting. Gezien de hoogte van de nog
beschikbare reserve die tot en met 2018 boven de norm blijft, wordt een groei naar een sluitende
exploitatie echter acceptabel gevonden.
7
3.4 Gemeentelijke bijdrage
In paragraaf 5.6 van de begroting is een overzicht van de bijdrage per gemeente opgenomen.
De bijdrage over 2014 is bijgesteld op basis van de begrotingswijzigingen in 2014, zoals weergegeven
in paragraaf 5.1.1. Onderdeel hiervan is een eenmalige korting in 2014 vanuit de overheadbijdrage
voor het inrichten van een eigen beheerorganisatie rondom de kazernegebouwen. De reden hiervoor
is dat de VRGZ in 2014 nog niet hiernaar kan overgaan. Daarnaast wordt in de bijdrage een korting
opgenomen voor de compensatie van BTW op de ‘oude’ regionale brandweer die gemeenten vanaf
2014 niet meer terug kunnen vragen (zie ook advies bij jaarrekening 2013).
Op basis van de bijgestelde bijdrage over 2014 zijn conform voorgaand jaar, vanuit gemeentelijke
afspraken bij de regionalisering, correcties doorgevoerd om te komen tot de bijdrage over 2015. De
bezuinigingen zijn naar boven bijgesteld conform de oplopende taakstelling. Daarnaast is
eerdergenoemde indexering verwerkt. Voornoemde eenmalige korting vanuit de overheadbijdrage is
voor 2015 weer teruggedraaid.
De raming vanaf 2016 is afgeleid van de bijdrage over 2015 met een correctie conform voorgaand
jaar en voornoemde BTW-Compensatie.
De mutaties in de gemeentelijke bijdragen zijn adequaat toegelicht.
4. Verwachte ontwikkeling weerstandsvermogen
Het Algemeen Bestuur van VRGZ heeft in 2012 besloten om voor de korte termijn de normen op
pragmatische wijze bij te stellen en in 2014 een nieuwe nota reserves, risico’s en
weerstandscapaciteit op te stellen. Deze komt in de loop van 2014 beschikbaar..
Voor het programma C&R bedraagt de norm maximaal 5% van de omzet met een ondergrens van
€ 1.250.000. Voor het programma RAV wordt de algemene reserve gevormd door de bijdragen van
zorgverzekeraars en is deze bedoeld om schommelingen op te vangen. Voor de normering worden
de ontwikkelingen binnen de zorgsector gevolgd. De minimale norm voor de algemene reserve RAV
bedraagt ongewijzigd 10% van de omzet en de streefwaarde is 15% van de omzet.
In de paragraaf Weerstandsvermogen (§ 4.2) is het verloop van de algemene reserves meerjarig
weergegeven. De algemene reserve C&R kwam eind 2013 met € 2,0 miljoen uit op de norm. Echter,
deze norm is afgeleid van een omzet die de komende jaren licht stijgt terwijl de reserve hetzelfde
blijft. Hierdoor daalt de algemene reserve C&R licht onder de norm, maar ruim boven de ondergrens.
Als toekomstige meevallers deels worden benut om deze algemene reserve weer op peil te brengen,
hoeft dit geen probleem te zijn.
De algemene reserve RAV ( en MKA) overstijgt eind 2013 met 19% van de omzet de streefwaarde van
15%. Het programma RAV heeft meerjarig een negatief resultaat heeft wat ten koste gaat van de
algemene reserve(s). Desondanks blijft de omvang van de algemene reserves tot en met 2018 boven
de minimale norm. Doordat het programma RAV wordt gefinancierd door bijdragen vanuit
zorgverzekeraars bestaat de algemene reserve uit bestemde middelen die niet aan de gemeenten
kunnen worden uitgekeerd.
8
De reserves dienen ter dekking van risico’s die gelopen worden. In paragraaf 5.10 van de begroting is
een opsomming opgenomen van geïnventariseerde risico’s. Indien mogelijk is becijferd wat de
financiële last zal zijn als het risico optreedt. Hieruit blijkt dat voor het programma Crisis en
Rampenbestrijding het maximale risico wordt ingeschat op € 5,5 miljoen (begroting 2014: € 3,7
miljoen) en voor het programma RAV op € 5,7 miljoen (begroting 2015: € 0,9 miljoen). Het gaat hier
enerzijds om taken die door gemeenten en het Rijk (crisis en rampen) worden bekostigd en
anderzijds om taken die door zorgverzekeringspremies (RAV) worden betaald. Daarom worden de
risico’s in principe gescheiden van elkaar beoordeeld. De risico’s gewogen naar kans van optreden
leveren een verwacht risico van € 6,4 op (begroting 2014: € 2,7 miljoen). Afgezet tegen een
reservepositie van ongeveer € 5 miljoen kan het weerstandsvermogen van de VRGZ als meer dan
gezond worden gekwalificeerd.
9
JAARSTUKKEN 2013
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Inhoudsopgave
Voorwoord .............................................................................................................................................. 3
Leeswijzer............................................................................................................................................... 4
1
2
Inleiding .......................................................................................................................................... 5
1.1
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid ............................................................................................ 5
1.2
Organisatie VRGZ ................................................................................................................... 6
1.3
Ontwikkelingen in 2013 ........................................................................................................... 8
Programma Crisis- en Rampenbestrijding ............................................................................... 11
2.1
Risicobeheersing ................................................................................................................... 11
2.2
Incidentbestrijding .................................................................................................................. 12
2.3
Herstel uit ontwrichte situatie ................................................................................................. 14
2.4
Informatiemanagement .......................................................................................................... 14
2.5
Kwaliteitszorg en kennismanagement ................................................................................... 15
2.6
Brandweer ............................................................................................................................. 16
2.7
Overzichten............................................................................................................................ 23
3
Programma Regionale Ambulance Voorziening (RAV) ........................................................... 28
4
Paragrafen .................................................................................................................................... 31
5
4.1
Weerstandsvermogen en risicobeheersing ........................................................................... 31
4.2
Weerstandsvermogen ........................................................................................................... 31
4.3
Risicobeheersing ................................................................................................................... 32
4.4
Btw-compensatiefonds en btw-verrekening gemeenten ....................................................... 34
4.5
Verbonden partijen ................................................................................................................ 34
4.6
Investeringsbegroting en kapitaalgoederen .......................................................................... 34
4.7
Wet Houdbare overheidsfinanciën ........................................................................................ 35
4.8
Treasury................................................................................................................................. 35
4.9
Bedrijfsvoering ....................................................................................................................... 36
Jaarrekening ................................................................................................................................ 39
5.1
Overzicht van baten en lasten Veiligheidsregio .................................................................... 41
5.2
Balans per 31 december ....................................................................................................... 42
5.3
Kasstroomoverzicht ............................................................................................................... 44
5.4
Grondslagen van resultaatbepaling en waardering ............................................................... 45
5.5
Toelichting balans .................................................................................................................. 49
5.6
Overzicht baten en lasten programma Crisis- en Rampenbestrijding ................................... 58
5.7
Toelichting programma Crisis- en Rampenbestrijding .......................................................... 60
5.8
Overzicht baten en lasten programma Regionale Ambulance Voorziening .......................... 67
5.9
Toelichting programma Regionale Ambulance Voorziening ................................................. 68
5.10
Overzicht specifieke uitkeringen (SISA) ................................................................................ 74
5.11
Overzicht exploitatie blusboten .............................................................................................. 75
5.12
Wet Normering Topinkomens ................................................................................................ 76
5.13
Bestuur en vaststelling jaarrekening ..................................................................................... 77
5.14
Controle verklaring................................................................................................................. 80
Jaarverslag 2013
1
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
6
7
Bijlagen ......................................................................................................................................... 82
6.1
Budgetopbouw aanvaardbare kosten ambulancedienst ....................................................... 83
6.2
Budgetopbouw aanvaardbare kosten meldkamer ambulancedienst .................................... 86
6.3
Verloop nog in tarieven te verrekenen financieringstekort/-overschot .................................. 89
6.4
Specificatie van het financieringstekort/-overschot ............................................................... 90
6.5
Investeringen ......................................................................................................................... 91
6.6
Leningen ................................................................................................................................ 96
6.7
Verrekening deelnemende gemeenten per 31 december 2013 ............................................ 97
6.8
Regionalisering brandweer .................................................................................................... 98
6.9
Inventarisatie risico’s ............................................................................................................. 99
Verklaring van afkortingen ....................................................................................................... 104
Jaarverslag 2013
2
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Voorwoord
Het resultaat van 2013 van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (exclusief de RAV) is ruim 2 miljoen
euro positief. Met andere woorden: er is minder geld uitgegeven dat begroot. De analyse van de
totstandkoming van deze onderbesteding wordt gegeven in hoofdstuk 5.
Een algemene verklaring is dat 2013 een overgangsjaar is door de groei van de organisatie na de
regionalisering van de brandweer. Per 1 januari 2013 maakt de brandweer deel uit van de
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ). Dat is het resultaat van een jarenlang proces van
voorbereiding. De brandweer moest zich vestigen in een nieuwe organisatie en de VRGZ moet zich
aanpassen aan een heel forse uitbreiding in budget en in aantal medewerkers.
De regionalisering van de brandweer ging ook meteen gepaard met een bezuiniging op het
brandweerbudget van 1,5%, naast de overige bezuinigingen op het budget van de VRGZ (zie
paragraaf 1.3.5). 1,5% lijkt gering maar is voor een organisatie in transitie een extra opgave om te
kunnen realiseren.
De brandweer heeft in 2013 een visie ontwikkeld op de brandweerzorg. Die visie is vastgesteld door
ons bestuur en vormt de basis voor de doorontwikkeling van de brandweer in de komende jaren. Die
doorontwikkeling heeft een grote impact op de organisatie van het brandweerwerk en op de
brandweermensen.
In 2013 werd ook duidelijk dat ten gevolge van regionalisering van de brandweer de veiligheidsregio’s
niet meer via de gemeenten een beroep kunnen doen op het btw-compensatiefonds voor de door de
veiligheidsregio betaalde btw voor de brandweertaken. Daarnaast moet de reeds gecompenseerde
btw voor de (ver)bouw van brandweerkazernes, die na 2004 hebben plaatsgevonden, terugbetaald
worden aan het rijk (herziening), in geval die kazernes na 1 januari 2014 eigendom blijven van de
gemeenten. Het algemeen bestuur heeft daarom besloten dat omwille van eenduidigheid in sturing en
beheer, in overleg met de deelnemende gemeenten, in principe alle kazernes (ook die van vóór 2004)
worden overgedragen aan de VRGZ. De kazernes van de gemeenten, die vallen onder deze
herzieningsplicht, deden dit met voorrang (per 1 januari 2014). Over het onderhoud worden nog
aparte afspraken gemaakt. Dit is een heel nieuwe ontwikkelopgave voor de VRGZ.
Ten gevolge van de regionalisering van de brandweer en de fusie van de GGD regio Nijmegen met de
GGD regio Rivierenland (per 1 juli 2013) zijn omvang en activiteiten van de ondersteunende diensten
gegroeid. Daarnaast vormden ontwikkelingen als de komst van de Directeur Publieke Gezondheid
(DPG) en daarmee de gewijzigde aansturing van de GHOR, de start van de inrichting van een
landelijke meldkamerorganisatie, het uitbesteden van het serverbeheer ICT en daarmee tevens een
groot deel van de ICT-ondersteuning en de uitrol van de ICT-infrastructuur van de VRGZ naar de
brandweerclusters en het overnemen van het brandweervastgoed (kazernes c.a.) aanleiding om een
traject van herinrichting van de ondersteunende diensten te starten. Doel daarvan is om zowel VRGZ
als GGD Gelderland-Zuid in de toekomst goed te kunnen blijven bedienen.
Mede door bovengenoemde veranderingen zijn sommige begrote activiteiten later of nog niet gestart,
zijn vacatures later of nog niet ingevuld en zijn investeringen later of nog niet gedaan.
Deze veranderingen in taken en organisatie mochten niet ten koste gaan van de dienstverlening aan
de deelnemende gemeenten. Wij zijn ervan overtuigd dat dit ook niet is gebeurd. Om een beeldspraak
te gebruiken: niet alleen bleef de winkel open tijdens de verbouwing, ook bleven de schappen gevuld
en waren er voldoende kassa’s open.
Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Jaarverslag 2013
3
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Leeswijzer
Het programma Crisis- en Rampenbestrijding in de begroting 2013 is opgebouwd aan de hand van de
hoofdstukindeling van het regionaal beleidsplan. Dit wettelijk voorgeschreven plan is een
multidisciplinair beleidsdocument waarin het bestuur van de VRGZ richting geeft aan haar ambities. In
het regionaal beleidsplan is zichtbaar wat de monodisciplinaire bijdragen zijn aan de uitvoering van de
bestuurlijke taken. Daardoor vormt het regionaal beleidsplan een prima kapstok voor de opbouw van
het programma Crisis- en Rampenbestrijding.
De programmarekening en het jaarverslag 2013 van de VRGZ volgen de opbouw van de
programmabegroting 2013. In de verslaglegging wordt per programma duidelijker aangegeven wat de
VRGZ wilde bereiken (door opnemen van samenvatting begroting 2013), wat de VRGZ bereikt heeft,
wat daarvoor is gedaan, wat aanvullend is gedaan en wat dat allemaal heeft gekost. Daarmee wordt
een link gelegd naar de opbouw van de programmabegrotingen 2014 en 2015 waarbij deze driedeling
ook per programma is gehanteerd.
De begroting 2013 was de eerste begroting waarin de geregionaliseerde brandweer is opgenomen. Er
is toen voor gekozen om een apart hoofdstuk Brandweer toe te voegen aan het programma Crisis- en
Rampenbestrijding. Ook in de jaarstukken 2013 wordt om deze reden apart verslag gelegd van de
prestaties van de (geregionaliseerde) brandweer.
De programmabegroting 2013 bestaat uit:
Hoofdstuk
1
Inhoud
Algemene inleiding met een beschrijving van de VRGZ en de ontwikkelingen die in
2013 hebben plaatsgevonden.
2
Een beschrijving van de beleidsmatige resultaten van het programma Crisis- en
Rampenbestrijding.
3
Een beschrijving van de beleidsmatige resultaten van het programma Regionale
Ambulancevoorziening.
4
Een financieel-technisch
verantwoording.
5
6
De begrote kosten en baten over het jaar 2013: de financiële resultaten van beide
programma’s met een analyse van de totstandkoming hiervan.
Tevens een beschrijving van de samenstelling van het bestuur van de VRGZ en de
portefeuilleverdeling hierbinnen.
Bijlagen.
7
Verklaring van de gebruikte afkortingen.
hoofdstuk:
Jaarverslag 2013
de
voorgeschreven
paragrafen
van
4
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
1 Inleiding
1.1
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Figuur 1: geografische omvang VRGZ
De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) is een organisatie voor brandweerzorg, geneeskundige
hulpverlening, voorbereiding en coördinatie op het gebied van rampenbestrijding en
1
crisisbeheersing. Dit regionale samenwerkingsverband van achttien gemeenten is gebaseerd op de
Wet gemeenschappelijke regelingen en de Wet veiligheidsregio's.
De VRGZ zorgt voor een veilige regio waarin rampen en crises zo goed mogelijk voorkomen en
bestreden worden en de inwoners kunnen rekenen op snelle en goede geneeskundige hulpverlening
en brandweerzorg. Dit doet zij samen met de achttien gemeenten, de politie en andere lokale,
regionale en landelijke partners.
2
Het gebied waaraan de VRGZ haar diensten verleent, heeft een oppervlakte van circa 1.040 km en
telt ruim 530.000 inwoners. Het gebied kenmerkt zich door de aanwezigheid van drie vaarwegen
(Neder-Rijn, Waal en Maas), diverse snelwegen (A2, A15, A50 en A73) en een
goederenspoorverbinding (Betuweroute). De regio heeft voornamelijk een landelijk karakter, met
landbouw, veeteelt en fruitteelt. Het oosten van de regio, rondom Nijmegen, heeft een overwegend
stedelijk karakter.
De VRGZ beschikt over een uitgeschreven risicoprofiel voor de regio. Een belangrijk element uit het
risicoprofiel is de Waal, de belangrijkste transportader over water in Nederland. Het merendeel van het
vervoer van goederen en grondstoffen, waaronder ook gevaarlijke stoffen, tussen Europoort en
Duitsland gebeurt over deze rivier. Dat vervoer gebeurt ook over de in de regio gelegen snelwegen en
2
het spoor. Daarnaast kent de regio een aantal BRZO-bedrijven .
Andere elementen uit het risicoprofiel zijn onder meer overstromingsgevaar, ongelukken met
gevaarlijke stoffen (rivier- en wegtransport) en bosbranden (rondom Groesbeek).
1
Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Groesbeek, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Millingen aan de Rijn,
Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, Ubbergen, West Maas en Waal, Wijchen, Zaltbommel.
2
In Nederland vallen bedrijven met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen onder het Besluit risico's zware ongevallen (BRZO).
Jaarverslag 2013
5
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
1.2
Organisatie VRGZ
Het bestuur van de veiligheidsregio bestaat uit de burgemeesters van de achttien gemeenten in
Gelderland-Zuid: het algemeen bestuur. De voorzitter van de VRGZ is de burgemeester van de
gemeente Nijmegen. Vanuit de leden van het algemeen bestuur is een dagelijks bestuur
samengesteld.
Het algemeen bestuur van de VRGZ heeft in 2013 besloten tot een nieuwe bestuurlijke structuur en
werkwijze. Doel daarvan is het vergroten van de betrokkenheid van bestuur en bestuurders bij de
voorbereiding, besluitvorming en uitvoering van het beleid van de VRGZ. In paragraaf 5.12 wordt
uiteengezet hoe dit vorm heeft gekregen en wat de consequenties zijn.
Organisatie
In opdracht van het bestuur werkt de VRGZ aan een veilige regio, waarin rampen en crises zo goed
mogelijk voorkomen en bestreden worden en de inwoners kunnen rekenen op snelle en goede
afhandeling van rampen en crises.
Dit gebeurt door de vijf sectoren van de VRGZ:

Sector Veiligheidsbureau, waar medewerkers van brandweer, GHOR, gemeenten, politie,
defensie, provincie, het openbaar ministerie en het waterschap Rivierenland in een
netwerkorganisatie samenwerken aan het ontwikkelen, organiseren, borgen en coördineren van
multidisciplinaire plannen en processen die nodig zijn voor een professionele rampenbestrijdingsen crisisbeheersingsorganisatie.

Sector Brandweer is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van
specialistisch brandweerwerk en externe veiligheidsregelgeving. Voorbeelden hiervan zijn het
waarschuwen van de bevolking, het verkennen van gevaarlijke stoffen, het verrichten van
ontsmettingen en het grootschalig optreden, het Vuurwerkbesluit en het BRZO. Tevens zijn de
aanschaf en het beheer van regionaal brandweermaterieel en het beheer van het door het Rijk in
bruikleen verstrekte materieel een verantwoordelijkheid van de sector Brandweer. Daarnaast
worden de lokale brandweerkorpsen ondersteund bij de preparatie, preventie en de nazorg. De
sector Brandweer is het regionaal kenniscentrum op het gebied van brandpreventie, externe
veiligheid en industriële veiligheid.

Sector Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) omvat de meldkamers van ambulance, brandweer
en politie, die fysiek bij elkaar gehuisvest zijn. De sector GMK verwerkt de meldingen die
binnenkomen (onder meer via 1-1-2). De sector GMK beoordeelt welke inzet nodig is. Voor de
burger in nood fungeert de sector GMK als eerste aanspreekpunt. Voor de operationele diensten
van politie, brandweer en ambulancezorg functioneert zij primair als verbindings- en
alarmeringskamer. De sector GMK functioneert tevens als informatie- en coördinatieknooppunt in
de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Sector GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) draagt zorg voor de
advisering, coördinatie en aansturing van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en
rampen. De GHOR is evenals het Veiligheidsbureau een netwerkorganisatie die er samen met
haar ketenpartners (waaronder ziekenhuizen, huisartsen, ambulancedienst, GGD, GGz) voor
zorgt dat de geneeskundige hulpverlening voor, tijdens en na een ongeval, dreigende crisis of
ramp adequaat geregeld is.

Sector RAV (regionale ambulancevoorziening) exploiteert het ambulancevervoer in de regio. De
RAV beschikt
over ambulances
en
motoren
die
zijn
gestationeerd
op meerdere
ambulancestandplaatsen in de regio. Deze worden zo snel en efficiënt mogelijk ingezet voor
ambulancehulpverlening. De kosten van de ambulancevoorziening worden volledig gedragen door
de zorgverzekeraars.
Jaarverslag 2013
6
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
De sectoren worden beleidsmatig en in de bedrijfsvoering ondersteund door een stafafdeling en een
secretariaat. De zogeheten ondersteunende bedrijfsvoeringstaken (personeel, kantoorautomatisering,
juridische zaken, financiën, facilitaire zaken, archivering en huisvesting) werden verzorgd door de
afdeling Financiële Planning & Control en Personeel & Organisatie en de afdeling ICT & Facilitaire
Zaken. Deze twee afdelingen verzorgden deze diensten tevens voor de GGD Regio Nijmegen en na 1
juli voor de GGD Gelderland-Zuid, de gefuseerde GGD’en Regio Nijmegen en Rivierenland.
De regionalisering van de brandweer, de overname van de ondersteunende diensten en de
medewerkers van de GGD Regio Nijmegen door de VRGZ (per 1 januari 2012) en de fusie van de
GGD Regio Nijmegen met de GGD Rivierenland tot GGD Gelderland-Zuid, hebben ertoe geleid dat de
omvang van de taken en de formatie van de ondersteunende diensten sterk zijn toegenomen.
Om zowel VRGZ als GGD Gelderland-Zuid in de toekomst goed te kunnen bedienen is een traject van
herinrichting van de ondersteunende diensten gestart. Voor ICT geldt dat het serverbeheer is
uitgeplaatst en daarmee tevens een groot deel van de ICT-ondersteuning. De huidige twee
ondersteunende afdelingen gaan om redenen van beheersbaarheid van span of control en span of
attention op in drie afdelingen, die wellicht nog worden aangevuld met taken, die nu nog tot die van de
staf worden gerekend.
Figuur 2: organogram VRGZ (per 1 juli 2013)
Jaarverslag 2013
7
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
1.3
Ontwikkelingen in 2013
1.3.1 Regionalisering brandweer
Per 1 januari 2013 zijn brandweerpersoneel, -materieel, -budget, -taken en -bevoegdheden van de
gemeenten overgedragen aan de VRGZ.
2013 is ook het laatste jaar dat de btw op brandweertaken door gemeenten gedeclareerd kon worden
bij het btw-compensatiefonds. Vanaf 2014 kan dit niet meer omdat brandweertaken vanaf dat jaar
wettelijk verplicht zijn overgedragen aan veiligheidsregio’s. In 2013 werd duidelijk dat als gevolg van
regionalisering de reeds gecompenseerde btw voor de (ver)bouw van brandweerkazernes, die na
2004 hebben plaatsgevonden, terugbetaald moet worden aan het rijk (herziening). Dat geldt voor
kazernes die na 1 januari 2014 eigendom blijven van de gemeenten. Het algemeen bestuur heeft
besloten om in overleg met gemeenten er naar te streven dat omwille van eenduidigheid in sturing en
beheer in principe alle kazernes (ook die van vóór 2004) overgedragen worden aan de VRGZ. De
kazernes van de gemeenten, die vallen onder de herzieningsplicht, doen dit met voorrang (1 januari
2014) om herziening van btw te voorkomen. Over het onderhoud en beheer worden nog aparte
afspraken gemaakt en datzelfde geldt voor andere lasten die samenhangen met de kazernes, zoals
eigenaarslasten, schoonmaak, energie etc.. Het is de bedoeling dat hierover in 2014 afspraken
worden gemaakt, waarna budgetten vanaf 2015 worden overgedragen aan de VRGZ.
1.3.2 Doorontwikkeling brandweer
In 2013 heeft de brandweer een visie op de brandweerzorg ontwikkeld, die de basis vormt voor de
doorontwikkeling van de brandweer. De visie richt zich op risicobeheersing en incidentbestrijding.
Aandacht voor het voorkomen van brand wordt steeds belangrijker. Risicobeheersing betekent dat op
het gebied van brandveiligheid maximale invloed wordt uitgeoefend om onveilige situaties te
voorkomen, alsmede het beperken van risico’s en gevolgen van incidenten. Het vergroten van het
risicobewustzijn en bevorderen van zelfredzaamheid zijn belangrijke onderdelen daarvan. De
brandweer doet dat niet alleen door wettelijke taken uit te voeren, maar ook door een belangrijke
speler te zijn in de niet-wettelijke taken (zie paragraaf 2.6 voor een uiteenzetting hiervan). Ook
voorlichting en communicatie aan inwoners, bedrijven en instellingen zijn hierin belangrijke aspecten,
geschaard onder de noemer ‘Brandveilig Leven’. Centraal beleid en uniformiteit van werkwijzen in de
regio zijn randvoorwaarden om de doorontwikkeling van risicobeheersing mogelijk te maken. In 2013
is dit proces gestart, dat in 2014 afgerond wordt.
In de komende jaren wordt het ‘onderdeel’ incidentbestrijding omgevormd tot een flexibel werkende
organisatie die op een andere manier dezelfde brandweerzorg kan leveren. Deze zorg wordt
afgestemd op brand- en hulpverleningsrisico’s, de aard van incidenten en de benodigde slagkracht
daarbij. Dit leidt tot maatwerk, waarbij stapsgewijs toegewerkt wordt naar een bezetting op maat,
gevolgd door een voertuig op maat. Uiteindelijk leidt dit tot een differentiatie van kazernes binnen de
regio. Ook de organisatie moet daarbij mee veranderen. Deze verandering verloopt volgens de weg
van de inhoud: eerst bepalen welke taken de brandweer uitvoert en hoe de brandweer dat gaat doen,
daarna een organisatie inrichten die daar het best bij past en verder vorm kan geven aan deze
ontwikkeling.
Deze doorontwikkeling is in 2013 gestart met het opstellen van een brand- en
hulpverleningsrisicoprofiel, dat weer de basis vormt voor een nieuw, meer dynamisch dekkingsplan.
Ook het project ‘bezetting op maat’ is al in gang gezet. Speerpunten in de doorontwikkeling zijn ook
vakbekwaamheid van de brandweermedewerkers en het anders organiseren van onderhoud en
beheer van materiaal en materieel. Ook deze projecten zijn al gestart in 2013. Zie voor een verdere
toelichting paragraaf 2.6.
1.3.3 Wet publieke gezondheid (Wpg)
De Wet publieke gezondheid, tweede tranche, is sinds 1 januari 2012 van kracht. De wetswijziging
heeft tot gevolg dat het aantal GGD’en teruggebracht wordt van 28 tot 25, waarbij de werkgebieden
overeenstemmen met die van de veiligheidsregio’s. Voor Gelderland-Zuid betekent dit een
samenvoeging van de huidige GGD’en Regio Nijmegen en Regio Rivierenland. Deze samenvoeging is
gerealiseerd per 1 juli 2013. De gelijke gebiedsindeling vergemakkelijkt de samenwerking tussen de
domeinen Veiligheid en Gezondheid, zowel op wat betreft planvorming als wat betreft uitvoering.
Jaarverslag 2013
8
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Daarnaast is de functie Directeur Publieke Gezondheid (DPG) ingevoerd. De DPG is verantwoordelijk
voor twee organisaties: GGD en GHOR. Organisatorisch maakte de sector GHOR in 2013 deel uit van
de Veiligheidsregio. Daarom is de DPG lid van de directie van de veiligheidsregio voor wat betreft de
GHOR. De DPG is het aanspreekpunt en de gesprekspartner voor zowel het bestuur als voor de
brandweer, politie, gemeente en justitie. Daarbij geeft de DPG binnen het veiligheidsdomein integraal
advies namens de geneeskundige keten (de zogenaamde ‘witte keten’). Met de komst van de DPG is
er één gezicht van het openbaar bestuur richting de particuliere zorgpartijen, zijn reguliere en
opgeschaalde (crisis)zorg dichter bij elkaar en vindt er gezamenlijke planvorming van volksgezondheid
en veiligheid plaats.
Per 1 oktober is de DPG aangetreden.
1.3.4 Meldkamers
In 2011 heeft het kabinet besloten tot schaalvergroting van de meldkamers in Nederland. In 2012 is
besloten dat terug wordt gegaan naar 10 gemeenschappelijke meldkamers. Voor de Veiligheidsregio
Gelderland-Zuid betekent dit dat de huidige Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) gaat fuseren met
de GMK's van de veiligheidsregio's Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland en GelderlandMidden (de politieregio Oost-Nederland).
Eind 2013 heeft het bestuur van de Veiligheidsregio ingestemd met een transitieakkoord. In dit
akkoord werden de belangrijkste uitgangspunten voor de fusie van de meldkamers beschreven,
alsmede de financiële consequenties ervan. In 2014 wordt een ‘kwartiermakersorganisatie’ in het
leven geroepen die uitvoering zal geven aan het transitieakkoord.
1.3.5 Bezuinigingen:
De veiligheidsregio nam in 2013 besluiten over structurele bezuinigingen vanaf 2015. De meeste
bezuinigingsopdrachten werden met een jaarlijks opbouwend percentage doorgevoerd. Het totaal
geldt vanaf 2015. Een totaal overzicht van de bezuinigingen is als volgt:




kortingen op de BDUR, die 1,5% bedragen vanaf 2012 en oplopen tot 6% in 2015;
kortingen op de gemeentelijke bijdrage aan VRGZ van vóór de regionalisering van de brandweer;
van 2,5% vanaf 2012 oplopend naar 10% in 2015;
een bezuinigingsopdracht voor de sector RAV oplopend tot 9%;
een bezuiniging op de brandweerbegroting die vanaf 2013 onderdeel uitmaakt van VRGZ van
1,5% in 2013 oplopend tot 5% in 2015, aangevuld met € 185.000,- vanwege de opdracht om de
financiering van nieuwe blusboten binnen de brandweerexploitatie op te lossen.
1.3.6 Tijdelijke Wet Ambulancezorg
Begin 2011 heeft de minister van VWS de Tweede kamer ingelicht over haar voorgenomen besluit de
in 2008 aangenomen (maar nog niet in werking getreden) Wet ambulancezorg, te vervangen door een
Tijdelijke Wet ambulancezorg (Twaz). In 2012 heeft de Eerste Kamer met de Twaz ingestemd.
Daarmee is het wetgevingsproces afgerond. De Twaz is op 1 januari 2013 in werking getreden.
De Twaz geldt voor een periode van vijf jaar. In 2013 zijn oriënterende gesprekken gevoerd tussen het
ministerie van VWS en de branche-organisatie Ambulancezorg Nederland (AZN) om te bezien of de
uiteindelijk beoogde non-concurrentiële vergunningprocedure Europeesrechtelijk mogelijk en politiek
haalbaar is.
Een consequentie van de inwerkingtreding van de Twaz is dat het bestaande financieringsstelsel voor
de ambulancezorg wordt vervangen door een nieuw financieringsstelsel. Aan dit nieuwe
financieringsstelsel is in 2013 vorm gegeven, waardoor het nieuwe stelsel met ingang van 1 januari
2014 van kracht is geworden. Het oude financieringsstelsel had onder andere als grondslag het aantal
gereden ambulanceritten. Daarmee was het jaarbudget van een RAV gevoelig voor schommelingen.
Het nieuwe financieringsstelsel gaat vooral uit van genormeerde kosten voor het aantal ambulances
en personeelsleden dat nodig is om de paraatheid in een regio te garanderen. Daarbij is er naar
gestreefd fluctuaties in de budgetten zoveel mogelijk te voorkomen. Voor de RAV Gelderland is dit in
belangrijke mate gelukt. De wijziging van het financieringsstelsel betekent een budgetafname van in
totaal € 80.000, te realiseren in een termijn van twee jaren
Jaarverslag 2013
9
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
1.3.7 Uitbreiding dienstrooster
In 2013 kon het dienstrooster van de RAV worden uitgebreid met een zg. “zorgambulance”. Dit is een
ambulance die specifiek wordt ingezet voor het vervoer van patiënten die onderweg geen of slechts
geringe zorg nodig hebben. In 2013 zijn door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGz) criteria
ontwikkeld waaraan een zorgambulance qua opleidingsniveau van verpleegkundigen en qua uitrusting
moet voldoen. De zorgambulances van de RAV voldoen aan deze normen.
1.3.8 Regionale uitvoeringsdiensten
Per 1 april 2013 zijn twee omgevingsdiensten actief geworden in de regio Gelderland-Zuid: de
Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) en de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN). Deze
omgevingsdiensten geven voor de aangesloten gemeenten in ieder geval uitvoering aan de
milieutaken die door de Rijksoverheid in het basistakenpakket zijn opgenomen. Verder heeft een
aantal gemeenten ook de uitvoering van WABO-taken (in het kader van de omgevingsvergunning)
overgedragen aan de ODR en de ODRN. Dit is voor de VRGZ van belang, aangezien de VRGZ op het
gebied van externe veiligheid, BRZO en brandveiligheid adviseur is op (onderdelen van) de
taakgebieden die bij de omgevingsdiensten zijn belegd.
Jaarverslag 2013
10
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
2 Programma Crisis- en Rampenbestrijding
2.1
Risicobeheersing
Wat is het
Risicobeheersing richt zich op de structurele aandacht voor fysieke (on)veiligheid,
het voorkomen en terugdringen van onveilige situaties en de zorg voor het
beperken en beheersen van gevolgen voor en inbreuken op fysieke veiligheid.
Wat willen we
bereiken
Verhogen van het veiligheidsbewustzijn.
Het effect van de inspanningen van de VRGZ moet zijn dat burgers en
ondernemers in Gelderland-Zuid op de hoogte zijn van de risico's die er zijn in de
omgeving en zelf het maximale doen om risico's in huis of op het werk te beperken.
Wat hebben we
gedaan
Uitwerking van netwerkmanagement

Aangaan, aanhalen of aanpassen van de banden met partners die een rol spelen bij de
prioritaire risico's. Met deze partijen concrete afspraken maken over bijdrage aan
oefeningen, planvorming, informatiemanagement, e.d.

Uitbreiden van concrete afspraken met andere veiligheidsregio's op het gebied van
onderlinge bijstand, gezamenlijke inkoop van trajecten voor opleiden, trainen en
oefenen, scenario-uitwisseling en planvorming.
Bron: begroting 2013
Wat hebben we gedaan:
Binnen het Veiligheidsbureau werd intensief samengewerkt met
vertegenwoordigers van een aantal partners in het veiligheidsdomein: politie,
openbaar ministerie, defensie, waterschap en provincie. Daarnaast werd met nog
een aantal partijen regelmatig overleg gevoerd: Rijkswaterstaat, Inspectie
Veiligheid en Justitie, Nationaal CrisisCentrum, Vitens, Liander, ProRail.
Met de veiligheidsregio’s in Oost-Nederland en omliggende veiligheidsregio’s werd
op veel terreinen samengewerkt. Voorbeelden waren: gezamenlijke inkoop van
basisopleiding crisisbeheersing met Brabant-Noord, planvormingsafstemming met
o.a. Zuid-Holland-Zuid en Utrecht, meldkameruitwijkoefeningen met GelderlandMidden.
Versterken proactief handelen

Structurele oorzaken van fysieke onveiligheid in de regio in kaart brengen en deze waar mogelijk- beperken of wegnemen.

Ontwikkelen van praktische toetskaders (checklists) en handreikingen op het gebied van
evenementenadvisering, ruimtelijke inrichting en het gebruik van veilige materialen
(Brandweer en GHOR).

Ontwikkelen van een instrument voor advisering over veiligheid en gezondheid bij
ruimtelijke ordening, samen met partners als gemeenten, provincie en RUD's.
Bron: begroting 2013
Wat hebben we gedaan:
De brandweer werkt doorlopend aan het in kaart brengen van fysieke onveiligheid
en het wegnemen daarvan. Een onderdeel van de doorontwikkeling van de
brandweer is ook het opstellen van een brand- en hulpverleningsrisicoprofiel,
waarmee in 2013 is gestart. In 2013 werd het instrument voor advisering over
veiligheid bij ruimtelijke ordening verder ontwikkeld. Dit project is bijna afgerond.
Zelfredzaamheid & burgerparticipatie,

Richten op twee facetten: veilig leven en het zich zelf kunnen redden van de burger ten
tijde van een ramp of crisis (handelingsperspectief).

De adviezen, vooral gericht op de regionale risico's 'Brand nabij kwetsbaar object' en
'Verstoring Telecom en ICT' zullen in 2013 worden uitgewerkt en uitgevoerd.

Brandveilig leven: bestaande initiatieven op het gebied van brandveiligheidsvoorlichting
en lokale rookmeldercampagnes worden opgenomen als structurele activiteiten in
beleids- en uitvoeringsprogramma's. In de voorlichting wordt de nadruk gelegd op het
belang van de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven.
Bron: Begroting 2013
Jaarverslag 2013
11
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Wat hebben we gedaan: Zie hiervoor paragraaf 2.6. : “Brandweer over morgen”,
onder “Brandveilig leven”.
Evenementenbeleid

Implementatie geactualiseerde evenementenbeleid vindt in 2013 plaats

Leveren van adviezen, coördinatie en ondersteuning bij grote, risicovolle evenementen.
Bron begroting 2013
Wat hebben we gedaan:
In 2013 werd een aangepaste versie van het zogeheten ‘risicoclassificatiemodel’
evenementen gedeeld met de gemeenten en werd begonnen met een model voor
een gezamenlijk evenementenveiligheidsadvies.
De evenementenkalender werd in januari opgesteld en verspreid. Doel is door het
bieden van overzicht van evenementen in de regio ongewenste samenloop van
evenementen te voorkomen. Zo blijft er voldoende capaciteit van de hulpdiensten
tijdens evenementen.
Door het jaar heen werden veel gemeenten ondersteund bij hun (voorbereiding op)
evenementen. De grote evenementen in de regio waren de Paardenmarkt Hedel,
Appelpop Tiel, Bloemencorso Tiel, Emporium Wijchen, Vierdaagsefeesten
Nijmegen, Vierdaagsemarsen Nijmegen e.o., Zevenheuvelenloop Nijmegen en de
jaarwisseling (hele regio).
In 2013 werd een geactualiseerd evenementenbeleid door het algemeen bestuur
vastgesteld.
Risicocommunicatie.

Focust zich in 2013 op haar regierol en het aandragen van instrumenten, kaders en
formats ten behoeve van gemeenten, zodat gemeenten hun uitvoerende rol in de
risicocommunicatie vorm kunnen geven. De regio sluit daarbij aan bij de landelijke
campagne 'Denk Vooruit'.

Rondom de vaststelling van rampbestrijdingsplannen samen met gemeenten en
betrokken bedrijven voorlichtings- dan wel informatiemomenten organiseren voor
omwonenden, belanghebbenden en belangstellenden.
Bron: begroting 2013
Wat hebben we gedaan:
In de einde 2012 huis-aan-huis verspreide veiligheidswijzer werden inwoners van
Gelderland-Zuid gewezen op enkele crisisvormen die hen kunnen treffen. Elke
maand werd tijdens de sirenetest een tweet verstuurd en een bericht op de website
geplaatst waarmee inwoners op die crisisvormen gewezen werden. Het ging
bijvoorbeeld om hoogwater, ongevallen met gevaarlijke stoffen, bosbrand, uitval
van gas en elektra en paniek in menigten bij evenementen.
2.2
Incidentbestrijding
Wat is het
Incidentbestrijding staat voor het managen van incidenten en de voorbereiding
daarop. Hierbij wordt de term ‘incident’ breed opgevat. Het gaat niet alleen om het
incident zelf, maar ook om de dreiging ervan of de aankondiging van een
gebeurtenis. Ook gaat het om incidenten die volgens de letterlijke definitie niet een
echte ramp of crisis zijn, maar die een grote impact hebben in de maatschappij
waardoor adequaat en tijdig opschalen wenselijk is.
Wat willen we
bereiken
Het goed voorbereiden op en managen van incidenten.
Het effect van de inspanningen op het gebied van incidentbestrijding moet zijn dat
de inwoners en ondernemers van Gelderland-Zuid zien en ervaren dat incidenten
adequaat en vakkundig worden aangepakt.
Jaarverslag 2013
12
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Wat hebben we
gedaan
Planvorming

Uitgangspunt bij planvorming is dat er minder plannen komen en dat de plannen die
worden gemaakt beter aansluiten op de behoeften van de gebruikers;

Voorrang geven aan de belangrijkste objecten/risico's uit het regionaal risicoprofiel;

Update van het risicoprofiel;

Opleveren rampbestrijdingsplannen.
Bron: begroting 2013
Wat hebben we gedaan:
In 2013 werd gestart met de update van het regionaal risicoprofiel. Dit zal in het
voorjaar van 2014 gereed zijn.
Er werden twee rampbestrijdingsplannen vastgesteld in 2013: Agro Buren te Tiel
en NXP te Nijmegen. Het rampbestrijdingsplan Sachem te Zaltbommel werd in
december in concept vastgesteld door het algemeen bestuur en ligt inmiddels ter
inzage.
Het verschil tussen de bestaande en vorige plannen is dat de nieuwe plannen veel
compacter zijn en veel meer praktisch toepasbaar.
In 2013 zouden smartcards worden geïntroduceerd: handzame uittreksels van
plannen. De term smartcard wordt niet gehanteerd. De uittreksels zelf zijn er wel.
Zo maken ‘repressieve aandachtspuntenlijsten’ onderdeel uit van vastgestelde
rampbestrijdingsplannen en worden op de meldkamer ‘multidisciplinaire
themakaarten’ gebruikt door de CalamiteitenCoördinator.
Crisisplan



Verdere implementatie van het crisisplan;
Implementatie van bevolkingszorg;
Ondersteunen van het aanbrengen van aanpassingen in de
crisispartners.
Bron: begroting 2013
crisisorganisatie van
Wat hebben we gedaan:
Per 1 april 2013 is de organisatie van de gemeentelijke crisisorganisatie
veranderd. Er bestaan geen gemeentelijke rampenmanagementteams meer, maar
een regionaal team bevolkingszorg dat opkomt in de getroffen gemeente. Verder
waren alle kolommen bezig met de implementatie van het regionaal crisisplan.
Gemeenschappelijke meldkamer

Waar nodig intensiever samenwerken met één of meer van de toekomstige
meldkamerpartners.
Bron: begroting 2013
Wat hebben we gedaan:
Alle medewerkers van de gemeenschappelijke meldkamer hebben deelgenomen
aan een uitwijkoefening naar Gelderland-Midden.
Opleiden en oefenen

Sleutelfunctionarissen binnen de organisaties van de brandweer, politie, GHOR en
gemeenten op het gewenste niveau brengen en houden. Dit doen we door het bieden
van een uitgebreid programma van opleidingen, trainingen en oefeningen. Deze
worden georganiseerd voor alle teams in de crisisorganisatie en enkele gemeentelijke
actiecentra.

Samenwerking tussen de betrokken disciplines en de verschillende operationele
niveaus verbeteren.
Bron: begroting 2013
Wat hebben we gedaan:
In 2013 werden 50 CoPI-oefeningen, 3 ROT-oefeningen, 6 BT-oefeningen, 3
oefeningen voor de Sectie Bevolkingszorg en meerdere oefeningen voor de teams
opvang georganiseerd. Daarnaast werden er informatiemiddagen en trainingen
georganiseerd voor de verschillende disciplines en operationele niveaus.
Jaarverslag 2013
13
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Vernieuwing repressie brandweer:

Bestaande ontwikkelingen zoals ondersteuning van de repressie door adequate
geautomatiseerde informatiesystemen worden uitgebouwd.

Toepassen innovaties op het gebied van techniek en tactiek van brandbestrijding, met
als doel een veiligere en effectieve brandweerinzet te bewerkstelligen.

De repressieve organisatie wordt flexibeler ingericht om tegemoet te komen aan de
wettelijke uitruktijden. Er wordt gestreefd naar (nog) doelmatiger werken.
Bron: begroting 2013
Wat hebben we gedaan:
Zie hiervoor paragraaf 2.6, onder ‘Brandweer over Morgen’, ‘Vernieuwing
repressie’.
Behoud en ontwikkeling vrijwilligheid brandweer:

Het bieden van persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden en een goed werkklimaat
wordt verankerd in het HRM-beleid.

Gezocht wordt naar nieuwe vormen van vrijwilligheid.
Bron: begroting 2013
Wat hebben we gedaan:
Zie hiervoor paragraaf 2.6, onder ‘Brandweer over Morgen’, ‘Behoud en
ontwikkeling vrijwilligheid brandweer’
2.3
Herstel uit ontwrichte situatie
Wat is het
Herstel gaat over meer dan alleen nazorg. Daar waar het doel van
incidentbestrijding het creëren van een stabiele situatie is, is het doel van herstel
het creëren van een genormaliseerde situatie. Het gaat om een zelfstandige fase,
volgend op een incident: een fase met nieuwe processen en met een eigen
dynamiek en vaak een daarop aangepaste organisatievorm.
Wat willen we
bereiken
Het creëren van een genormaliseerde situatie na een incidentfase.
Wat hebben we
gedaan
Samenwerking met de buurregio's

Onderzoeken van de mogelijkheid tot het oprichten van een interregionaal expertteam
nafase.
Bron: begroting 2013
Wat hebben we gedaan:
Er is een ‘Format plan van aanpak nafase’ ontwikkeld voor gemeenten in
Gelderland-Zuid. Dit is een nadere uitwerking van een product waar een aantal
regio’s (waaronder Gelderland-Zuid) eerder aan hebben gewerkt en dat later door
het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement COT is uitgewerkt en voltooid.
Dit plan moet de crisisorganisatie helpen bij het inrichten van een
projectorganisatie voor de nazorg.
2.4
Informatiemanagement
Wat is het
Informatiemanagement in de brede zin richt zich op het op een juiste wijze
voorzien van de bedrijfsprocessen van een organisatie van informatie om die
processen optimaal te kunnen sturen en ondersteunen.
Wat willen we
bereiken
De processen optimaal kunnen sturen en ondersteunen.
Jaarverslag 2013
14
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Wat hebben we
gedaan
Informatiemanagement bij risicobeheersing

Bouwen aan een gezamenlijke informatievoorziening voor alle sectoren.

Sector Brandweer: uitrol van de digitale bereikbaarheidskaart, de digitale ontsluiting
van de planvorming en gedigitaliseerd materieelbeheer.

Sector GHOR: applicatie 'GHOR4ALL' verder vullen met bereikbaarheids- en
capaciteitsgegevens van de partners in de witte kolom

Netwerk uitbouwen met de organisaties voor thuiszorg en in de nabije toekomst met de
Dienst Justitiële Inrichtingen.
Bron: begroting 2013
Informatiemanagement bij incidentbestrijding

Landelijk is besloten voorlopig verder te gaan met de huidige versie van het Landelijk
CrisisManagementSysteem (LCMS).
Bron: begroting 2013
Wat hebben we gedaan:
In 2013 werden kleine aanpassingen gedaan aan het Landelijk
CrisisManagementSysteem (LCMS) waardoor het systeem nog beter aansluit bij
de inrichting van onze crisisorganisatie. Zo werd een tabblad opgenomen voor
crisiscommunicatie (binnen onze crisisorganisatie een aparte kolom).
2.5
Kwaliteitszorg en kennismanagement
Wat is het
Kwaliteitszorg omvat alle activiteiten die gericht zijn op beheersing en verbetering
van de organisatie om daarmee betere dienstverlening voor de klant te realiseren
Kennismanagement is het continue proces van ontwikkelen, delen, toepassen,
leren en evalueren van kennis.
Wat willen we
bereiken
Wat hebben we
gedaan
Verbeteren van eigen functioneren.
Kwaliteitszorg

Afstemming en multidisciplinaire verbetering van de kwaliteitssystemen van de
verschillende sectoren.

Twee sporen beleid: kwantitatieve meting en kwalitatieve meting.
Kwantitatief: ontwikkeling dashboard met managementinformatie over operationele
prestaties en bedrijfsvoering.
Kwalitatief: voortzetten eindresultaat 0-meting en opzetten auditcyclus met
bijbehorende instrumenten gebaseerd op landelijke project Cicero (brandweer) en
HKZ- normen.

Beschrijven en beheersen van processen.
Bron: begroting 2013
Kennismanagement

Evalueren van oefeningen en inzetten;

Verwerken van aanbevelingen uit landelijke en regionale onderzoeksrapporten;

Het analyseren en leren van klachten;

Uitvoeren van audits;

Scenario-ontwikkeling;

Beschrijven en beheersen van processen.
Bron: begroting 2013
Wat hebben we gedaan:
Alle inzetten vanaf GRIP-1 werden multidisciplinair geëvalueerd. Verbeterpunten
uit deze evaluaties werden door het multidisciplinair leeragentschap toegewezen
aan actiehouders. Het DirectieTeam Veiligheid (DTV) bepaalde de prioriteiten.
Ook oefeningen en trainingen zijn geëvalueerd. Met de verworven feedback wordt
gepoogd de oefeningen en trainingen nog beter aan te laten sluiten bij de
behoefte.
Jaarverslag 2013
15
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Sector GHOR en sector RAV (inclusief Meldkamer Ambulancezorg MKA)
beschikken al enkele jaren over extern gecertificeerde kwaliteitssystemen. In 2013
heeft de periodieke, driejarige hertoetsing van de kwaliteitssystemen bij de GHOR
en RAV plaatsgevonden.
In 2013 zou onderzocht worden hoe er een kwaliteitsslag gemaakt kon worden in
de manier van het evalueren van incidenten en oefeningen. Door zeer langdurige
ziekte is dit in 2013 niet opgepakt. Evaluaties van incidenten en oefeningen
hebben wel plaatsgevonden.
2.6
Brandweer
Inleiding
In het eerste jaar van de regionalisering was er de behoefte om binnen het
programma Crisis- en Rampenbestrijding het door de nieuwe brandweer
Gelderland-Zuid te leveren product herkenbaar in begroting en jaarverslag
tot uitdrukking te brengen. Dit hoofdstuk in de verslaglegging voorziet hierin.
Kenmerk van het eerste jaar van de geregionaliseerde brandweer was de
focus op implementatie van de nieuwe brandweerorganisatie op zich en de
integratie hiervan in de VRGZ, met behoud en verdere uitbouw van het
bereikte kwaliteitsniveau op alle vijf schakels van de veiligheidsketen
(proactie, preventie, preparatie, repressie en nazorg).
Brandweer GelderlandZuid
Met de regionalisering van de gemeentelijke brandweren per 1 januari 2013
is brandweer Gelderland-Zuid ingericht zoals in de begroting is
aangegeven: acht clusters, met in elk cluster de teams Incidentbestrijding
en Risicobeheersing, ondersteund door de twee centrale afdelingen
Incidentbestrijding en Risicobeheersing. De nieuwe functie van regionaal
brandweercommandant werd in april 2013 ingevuld. Het stellen van kaders
en opstellen van beleid gebeurt nu centraal, waarbij de input vanuit de
teams komt. Repressief optreden gebeurt vanuit dezelfde posten als
voorheen, waarmee de lokale borging behouden is.
De regionaal commandant heeft de verdere professionalisering van de
brandweer ter hand genomen (zie de paragraaf ‘doorontwikkeling van de
brandweer’), daarin bijgestaan door het Brandweer Managementteam
(BMT). Het BMT bestaat uit de regionaal commandant, acht
clustercommandanten en de twee afdelingshoofden Risicobeheersing en
Incidentbestrijding.
De meerwaarde van regionalisering voor de brandweerzorg werd in 2013 al
zichtbaar. Door de directe verbondenheid van de clusters en door de korte
lijnen tussen de clusters en tussen centraal en decentraal niveau, is de
onderlinge ondersteuning versterkt, is meer uitwisseling van kennis
ontstaan en de denkkracht vergroot. Dit komt tot uitdrukking in de breed
gedragen visie op de ontwikkeling van de brandweer en de consensus over
de structurele invulling van de bezuinigingstaakstelling die de brandweer
heeft.
Samenwerking met
gemeenten
De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid heeft met de gemeenten
dienstverleningsovereenkomsten afgesloten, die in 2013 werden
uitgevoerd. De afspraken daarin gelden tot en met 2014. Op het gebied van
Incidentbestrijding blijft de brandweerzorg geleverd zoals voorheen. Alleen
de manier waarop zal in de komende jaren aan verandering onderhevig zijn.
De regionalisering heeft een grote impact op de afdeling en de teams
Risicobeheersing. Deze maken geen deel meer uit van de gemeentelijke
organisatie maar zijn nog wel onderdeel van de gemeentelijke
werkprocessen en die van de omgevingsdiensten. De centrale afdeling
Risicobeheersing is deelnemer aan dat proces geworden als het gaat over
kaderstelling en beleidsvorming.
Jaarverslag 2013
16
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
De brandweer is onderdeel van de processen rondom vergunningverlening
die de ODR en ODRN verzorgen. Vanaf april 2013 voeren ODR
(omgevingsdienst Rivierenland)
en ODRN (omgevingsdienst Regio
Nijmegen) de taken op het gebied van milieu uit namens de provincie en de
achttien gemeenten. Daarnaast verzorgt de ODR in zijn gebied de Wabotaken voor de helft van de gemeenten en de ODRN in zijn gebied alleen
voor de gemeente Nijmegen. Waar voorheen de brandweer als
gemeentelijke dienst functioneerde, treedt zij voor tal van taken nu op als
adviseur voor gemeenten en andere partijen. Door deze nieuwe relatie
werden in 2013 de eerste stappen gezet om te komen tot een hernieuwde
samenwerking die leidt tot een kwalitatieve goede uitvoering van taken.
‘De Brandweer Over
Morgen’
De begroting 2013 stelde dat ook Gelderland-Zuid invulling gaat geven aan
de toekomstvisie van de landelijke brandweer, ‘Brandweer over Morgen’.
Die visie gaat ervan uit dat de behoefte aan zorg voor fysieke veiligheid wel
blijft bestaan, maar dat de manier waarop dat gebeurt moet veranderen.
Alleen een strategische vernieuwing en een aanpassing van het
bedrijfsmodel kan die noodzakelijke en wezenlijke verandering mogelijk
maken. In de ‘Visie op de brandweerzorg Gelderland-Zuid’ heeft de
veiligheidsregio beschreven welke omslag de brandweer wil maken en
welke stappen daarvoor nodig zijn. In paragraaf 1.3.2 is daar al op
ingegaan.
Om aan die vernieuwing uitvoering te geven, zijn eerder drie speerpunten
benoemd. Deze werden in 2013 uitgewerkt en worden nu opgenomen in het
traject van de doorontwikkeling van de brandweer:
1. Brandveilig leven.
Er is een impuls gegeven aan de activiteiten om burgers, bedrijven en
instellingen bewust te maken van brandveiligheid en risico’s op dat gebied.
Er is speciaal een taak ‘Brandveilig leven’ bij een specialistisch medewerker
belegd. Bovenop de bestaande activiteiten is voorlichting aan scholen in
meerdere clusters opgezet. Er zijn in diverse clusters publieksgerichte
activiteiten uitgevoerd, ook gerelateerd aan de Brandpreventieweek. Met de
zorginstelling ’s Heeren Loo werd een convenant opgesteld om uitvoering te
geven aan het project ‘Geen nood bij brand’. Deze systematiek is gericht op
het creëren van inzicht in de brandveiligheidssituatie van een gebouw,
waarbij management, medewerkers en bewoners van de instellingen in een
integrale aanpak benaderd worden.
2. Vernieuwing repressie
In 2013 is dit project gestart met het opzetten van een voorstel voor de
‘bezetting op maat’. In 2014 wordt dit afgerond en in de praktijk gebracht.
Ook
werd
de
methodiek
bepaald
om
een
branden
hulpverleningsrisicoprofiel op te stellen. Dit wordt in de eerste helft van
2014 afgerond.
In 2013 werd het systeem AG5 (een personeels- en managementsysteem)
ingevoerd in de gehele regio om de gegevens van medewerkers op te slaan
(van oefenen tot vergoedingen). Bijna de gehele regio gebruikt ook de
paraatheidsmodule hierin, zodat elk moment zichtbaar is wat de
beschikbaarheid van de vrijwilligers voor de uitruk is.
3. Behoud en ontwikkeling vrijwilligheid
De vrijwilligers blijven de basis voor het leveren van de brandweerzorg. De
doorontwikkeling van de brandweer heeft effect op wat de brandweer doet
en vooral hoe de brandweer dat doet. Als dat helder is wordt de rol van de
vrijwilliger daarin opnieuw bekeken, zowel voor risicobeheersing als
incidentbestrijding. Verder ontwikkelt Brandweer Nederland momenteel een
landelijke visie op vrijwilligheid. De brandweer volgt deze ontwikkeling en wil
deze visie gebruiken in de eigen ontwikkeling.
Jaarverslag 2013
17
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Doorkijk na de vorming
van één brandweer
Gelderland-Zuid
In de ‘Visie op de brandweerzorg Gelderland-Zuid’ is aangegeven hoe de
brandweer zich moet ontwikkelen om in een veranderende omgeving
optimaal te kunnen blijven voldoen aan de taken die de Wet
veiligheidsregio’s met zich meebrengt.
Daarin wordt ook aangegeven dat de inrichting van de organisatie moet
volgen op de inhoud: eerst bepalen wat wij inhoudelijk willen en daar de
benodigde organisatie op afstemmen. In 2014 wordt die organisatie verder
vorm gegeven.
De brandweer (afdeling risicobeheersing) wil daarin snelle stappen zetten,
om een uniforme manier van werken te bewerkstelligen, regiobreed
werkzaamheden te prioriteren en de kwaliteit te verhogen door het delen
van specialistische kennis en expertise. Daarvoor is een meer centrale
sturing nodig. In 2013 werden daarvoor de eerste stappen gezet, in 2014
wordt daar verder uitvoering aan gegeven.
Risicobeheersing
Als onderdeel van de doorontwikkeling wil de brandweer uniformiteit
creëren in de dienstverlening van de clusters aan de gemeenten en ODR
en ODRN. Zo werden Service Level Agreements gesloten tussen VRGZ en
ODR en ODRN. Verder werden stappen gezet om een regiobrede ICTinfrastructuur voor risicobeheersing in te richten, die een zelfde werkwijze
mogelijk maakt binnen alle clusters en een uniforme inrichting van de
werkprocessen.
De brandweer heeft de reguliere taken vervuld, op basis van de afspraken
die in de DVO’s tussen gemeenten en VRGZ zijn vastgelegd. Veel van deze
taken vallen onder de zogeheten niet-wettelijke adviestaak. Dit is de
adviestaak van de veiligheidsregio op grond van de wet, waarbij de
veiligheidsregio echter geen verplichte wettelijk adviseur is. Daarbij gaat het
vooral om het adviseren en ondersteunen van lokaal en provinciaal bestuur
bij de omgevingsvergunning, maar ook om de taak in het toezicht op de
naleving en handhaving van bouwregelgeving, vooral door controles. De
brandweer heeft zijn adviesrol vervuld naar de gemeenten in het voortraject
van planologische ontwikkelingen, ruimtelijke ordening, infrastructuur,
externe veiligheid inrichtingen, routering gevaarlijke stoffen en
evenementen. De brandweer adviseerde de gemeente of ODR/ODRN ook
bij de afgifte van bouw-, milieu-, gebruiks- en evenementvergunningen.
Daarnaast voert de brandweer onder verantwoordelijkheid van de
gemeente controles uit op de uitvoering van brandveiligheidsvoorschriften
bij bouwprojecten, op de naleving van gebruiksvergunningen en -meldingen
en brandveilig gebruik.
In de paragraaf ‘Brandweer over morgen’ is al geschetst dat de brandweer
de rol van voorlichting sterker uitgebouwd heeft en het ‘Brandveilig leven’
verder vorm geeft.
De centrale afdeling Risicobeheersing heeft zijn wettelijke taken vervuld met
advisering op het gebied van industriële veiligheid (o.a. het Besluit risico's
zware ongevallen en andere industriële veiligheid wetgeving), externe
veiligheid, vuurwerk en door aanwijzing van en toezicht op
bedrijfsbrandweren.
De brandweer heeft ook in 2013 in alle clusters te maken gehad met
onnodige uitrukken, als gevolg van loze meldingen. Het beleid om deze
terug te dringen (TOOM) heeft geleid tot een daling van de loze meldingen.
In totaal zijn er 1.414 OMS-meldingen geweest, waarvan nog altijd 86%
loos is. In 2013 werd een concept-handleiding TOOM opgesteld, waarin ook
beleid voor handhaving is beschreven voor vrijwillige en verplichte
doormeldingen. In het laatste geval werd dat als advies aan gemeenten
geformuleerd, omdat gemeenten bevoegd zijn tot handhaving bij verplichte
doormeldingen.
Jaarverslag 2013
18
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Ook werd gewerkt aan een regionaal beleid voor bluswatervoorziening. In
het Bouwbesluit 2012 is wettelijk vastgelegd dat een bluswatervoorziening
beschikbaar moet zijn binnen veertig meter van een object. De regio wil
bezien hoe structureel voldaan kan worden aan die wettelijke normen of
welke alternatieven mogelijk zijn in de toekomst.
Incidentbestrijding
De clusters leveren de brandweerzorg vanuit de 36 posten die de regio telt.
In de gehele regio samen waren er 4.177 incidenten in 2013, waarvan
2.167 met inzet van een Tankautospuit (TS) met prioriteit 1 (prio-1). De
gemiddelde opkomsttijd bij die prio-1-incidenten (verwerkingstijd plus
uitruktijd plus rijtijd) bij de eerste TS ter plaatse, varieert per cluster: van
6.58 minuten in Nijmegen tot boven de 9 minuten in de overige clusters. Het
verschil is te verklaren door de 24-uursbezetting in Nijmegen, waarbij de
uitruktijd logischerwijs lager ligt dan bij opkomst van vrijwilligers. Gemiddeld
voor de regio bedroeg de opkomsttijd 9.35 minuten; geselecteerd naar
brand 9.26 minuten.
In 2013 werd het verandertraject ‘Vakbekwaam blijven’ gestart. Dit traject
bestaat uit drie sporen voor de gehele regio: eenduidige registratie van
vakbekwaamheid; efficiëntere organisatie van vakbekwaamheid en het op
orde brengen van de vakbekwaamheidorganisatie. De eerste stappen om
deze doelen in praktijk te brengen, werden gezet door een eenduidige
registratie in AG5, een eenduidig oefenprogramma voor de gehele regio en
een kwalitatieve slag voor de organisatie die de vakbekwaamheid verder
vormgeeft.
In 2013 werd een meerjarenbeleidsplan opgesteld voor vakbekwaamheid.
Dit plan schetst welke ontwikkelingen en keuzen er nodig zijn om de
vakbekwaamheid in de jaren 2014-2017 een stap verder te brengen.
Hoofdpunten in dit plan zijn het verhogen van de kwaliteit van vakbekwaam
worden en blijven en het versterken van het lerend vermogen van de
organisatie (kennisregie).
Om het lerend vermogen in de regio te versterken, is een structuur met
lokale kennisregisseurs opgezet en zijn incidentgestuurde bijscholingen,
leerarena’s en leertafels georganiseerd. De After Action Review, een
laagdrempelige evaluatiemethodiek, werd geïntroduceerd en met succes
toegepast. In 2013 werd ook het brandonderzoekteam gestart, als
onderdeel van een bovenregionale samenwerking. Uit de kennis over
oorzaak van brand en de brandontwikkeling kan lering getrokken worden
voor maatregelen aan de voorkant of de inzet van incidentbestrijding.
Het algemeen bestuur heeft in 2013 het besluit genomen om twee nieuwe
blusboten aan te schaffen, die de brandweerzorg op de Waal leveren. De
meerkosten die dit in de exploitatie oplevert, zijn als extra
bezuinigingstaakstelling meegenomen in de begroting. De blusboten blijven
gestationeerd in Tiel en Nijmegen. De Europese aanbesteding voor de
levering van deze twee nieuwe blusboten loopt momenteel. Streven is om
de blusboten in 2015 operationeel te hebben.
In het kader van de bezuinigingstaakstelling werd besloten om het aantal
hulpverleningsvoertuigen in de regio te verminderen. In 2013 werd de
uitwerking daarvan opgepakt en die is bijna afgerond. Ook in 2013 is het
project ‘gaspakken’ gestart. Daarbij wordt bekeken of er mogelijkheden zijn
om het aantal gaspakkenteams in de regio terug te brengen van twee naar
één. Op het gebied van materiaal en materieel werd in 2013 de lijn van
centrale inkoop voortgezet die al in 2012 ontwikkeld was. Ook liep er een
project om het onderhoud en beheer van materiaal en materieel efficiënter
en effectiever te organiseren. Daarbij wordt gedacht aan een meer centrale
inrichting.
Jaarverslag 2013
19
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Op het gebied van personeel waren enkele belangrijke zaken: het
Bedrijfsopvangteam (nazorg voor de medewerkers) werd anders ingericht,
met een uniforme regeling en bijscholing binnen de gehele regio. Het
wettelijke verplichte Periodiek Preventieve Medisch Onderzoek (PPMO)
voor de manschappen werd in 2013 in de regio ingevoerd.
Informatiemanagement,
kwaliteitszorg en
kennismanagement
Speerpunten bij de ontwikkeling naar een lerende organisatie zijn de
inrichting van een 'leerarena', het gebruik van brandonderzoek voor het
leren van incidenten en branden en het afstemmen en beschrijven van
centrale en decentrale brandweerprocessen. Het leeragentschap, waarmee
in 2012 is gestart, is in 2013 verder doorontwikkeld.
De nadruk voor kwaliteitszorg voor de brandweer in 2013 lag bij de Checkfase van de PDCA-cyclus ( een methode voor continue verbetering volgens
de stappen plan-do-check-act). Inzicht in de operationele prestaties is van
belang om te kunnen verbeteren. Daartoe werd eind 2013 het zogeheten
‘brandweerdashboard’ opgeleverd. In dit dashboard worden vooralsnog
alleen de operationele prestaties weergegeven. Op termijn zal dit worden
uitgebreid met bedrijfsvoeringsindicatoren.
In 2013 werd gestart met de uitrol van de digitale bereikbaarheidskaarten
en de digitale ontsluiting van de planvorming. Geplande activiteiten rondom
het materieelbeheer werden in 2013 gedigitaliseerd.
Omdat 2013 voornamelijk in het teken stond van het opstarten van diverse
projecten in het kader van de doorontwikkeling brandweer, werden er geen
audits uitgevoerd. Deze projecten kunnen worden beschouwd als
kwaliteitsverbeterslagen. Zodra deze projecten zijn afgerond kan worden
gestart met het uitvoeren van audits.
Verklaring financieel
resultaat
Uit de jaarrekening 2013 blijkt dat de brandweer een overschot heeft ten
opzichte van de begrote kosten voor 2013. Dit overschot bestaat
voornamelijk uit incidentele kostenvoordelen. De verklaring hiervoor ligt in
ontwikkelingen die in het eerste jaar van de geregionaliseerde brandweer
hebben plaatsgevonden. De brandweer kreeg van het bestuur twee
opdrachten mee: een bezuinigingstaakstelling realiseren en de brandweer
ontwikkelen tot een robuuste, toekomstbestendige organisatie. Daarvoor is
in 2013 een visie op de brandweerzorg ontwikkeld, die nu en in de komende
jaren uitgevoerd wordt.
Voor de brandweer was 2013 een overgangsjaar, waardoor zeer
behoedzaam is omgegaan met uitgaven. De brandweer wil zich nu niet
vastleggen op structurele uitgaven voor lange termijn, die in een
doorontwikkelde organisatie anders ingezet zouden moeten worden.
Daarom zette de brandweer een rem op de uitgaven en zijn uitgaven
opgeschort in afweging van wat raadzaam is op korte en lange termijn. Dat
heeft ertoe geleid dat op een aantal posten een overschot is ontstaan. Deze
zijn incidenteel: wanneer de organisatie zich gaat zetten, zijn die gelden
noodzakelijk om structureel invulling te geven aan de doorontwikkelde
organisatie. Op hoofdlijn worden de overschotten verklaard door andere
invulling van formatie, uitstel van investeringen en herijking van
vergoedingen. Hieronder volgt een toelichting.
Formatie
Een aantal vacatures is bewust niet of na een langere periode (beperkt)
ingevuld, omdat de doorontwikkeling van de brandweer kan leiden tot een
aangepaste behoefte aan functies en invulling daarvan. Door tijdelijke
constructies is de continuïteit van werkzaamheden en dienstverlening
geborgd. Door te kijken naar korte en lange termijn en daarmee voorzichtig
te manoeuvreren, is een incidenteel overschot ontstaan.
Jaarverslag 2013
20
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Daaruit mag niet geconcludeerd worden dat de functies niet meer ingevuld
worden, al dan niet in een (iets) gewijzigde vorm. De budgetten blijven
nodig om de personele organisatie weer structureel op sterkte te brengen
als de doorontwikkeling zijn uitwerking krijgt.
Investeringen
De kapitaallasten van de brandweer vallen lager uit dan in de begroting
voorzien. Twee factoren verklaren dat:
1. Door ook op dit punt zeer kritisch te kijken naar uitgaven en deze ook
uit te stellen in het licht van de doorontwikkeling van de brandweer
(brandweer zorgplan, bezetting op maat, uniformering, centrale inkoop)
is een incidenteel overschot ontstaan.
2. Begrote investeringen (zowel die nog vóór regionalisering gedaan
zouden moeten worden, als investeringen daarna) zijn uitgesteld omdat
een nieuwe investeringsplanning wordt opgesteld die aansluit bij de
doorontwikkeling. De kapitaallasten komen nu dus incidenteel lager uit,
maar de komende jaren moet mede door het eerdere uitstel fors
geïnvesteerd worden. Of het investeringsbudget daarvoor toereikend is,
moet nog bezien worden. Een nieuw meerjarig investeringsplan is in het
najaar van 2014 gereed.
Vergoedingen
Op het gebied van vergoedingen voor het personeel spelen twee zaken:
1. Wijzigingen in een aantal vergoedingen, in het kader van harmonisering
van de vergoedingsregelingen binnen de regio, hebben in 2013 geleid
tot een voordeel. Dit proces is nog niet afgerond: er is nog een aantal
functies waarvoor de regelingen aangepast worden en die meer budget
vragen. Het overschot van nu is daarom niet structureel: er moet ruimte
blijven om de vergoedingsregelingen als geheel en in samenhang
afgerond te hebben, voordat de definitieve balans opgemaakt kan
worden.
2. Alle gemeentelijke brandweren hadden risico’ per cluster opgenomen in
de begroting om mogelijke tegenvallers te dekken, vooral voor
vergoedingen van vrijwilligers. Deze zijn immers per jaar anders door
het wisselende aantal uitrukken en de duur daarvan. De cumulatie van
deze reserves in een regiobegroting, levert een gezamenlijk voordeel
op. Daarom is deze post al voor een deel in de bezuinigingstaakstelling
voor 2015 opgenomen (herijking van de begroting). Het overschot van
dit eerste jaar is echter nog niet maatgevend, omdat het nog ontbreekt
aan voldoende inzicht in de achterliggende redenen van deze
onderuitputting en er nog geen sprake is van een trend.
Opleiden en oefenen
1. Landelijk is het functie en rangenstelsel aangepast. Op basis van
kwalificatiedossiers zijn daarmee opleidingen komen te vervallen,
aangepast of compleet nieuwe opleidingen geïntroduceerd. Om aan
deze nieuwe eisen te voldoen is personeel aangemeld voor
opleidingen. In de afgelopen jaren bleken nog niet alle opleidingen
volledig ontwikkeld te zijn en sommige opleidingen zijn nog steeds
niet beschikbaar. Vanuit het landelijke project ‘Versterking
Brandweeronderwijs’ wordt aangegeven dat er de komende jaren
nog ingrijpende veranderingen zullen plaatsvinden. Dit zal de
kwaliteit ten goede gaan komen, maar dit zal voor het goed
begroten en koppelen aan beleid wederom om tussentijdse
bijstellingen gaan vragen.
2. Binnen Gelderland-Zuid wordt de oefenorganisatie onder het motto
“de basis op orde” efficiënter, doelmatiger en werkbaar ingericht. Dit
gebeurt op drie sporen:
- Terug naar een werkbaar oefenpakket: goed voorbereiden op
de basisbrandweerzorgtaken en alle ballast eruit proberen te
Jaarverslag 2013
21
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
-
-
halen;
Investeren in de oefen(ondersteunings)organisatie, waarbij
wordt gestuurd op kwaliteit en kerninstructeurs die actueel
blijven op hun vakgebied. (Niet iedere instructeur hoeft alles te
kennen en kunnen).
Een goede regio brede oefenregistratie om op kwaliteit en
verantwoording te kunnen sturen. Sturen op de geoefendheid
van personen en ondersteuning bieden op onderwerpen waar
aandacht nodig is.
Door bovenstaande ontwikkelingen zijn oude investeringen ‘on hold’ gezet
om zodoende niet tot desinvesteringen te komen. Er is veel tijd en capaciteit
gemoeid geweest met het inrichten van de nieuwe oefenorganisatie en het
opstellen van een nieuw meerjarenbeleidsplan ‘Vakbekwaamheid en
kennis’. Hierbij is aangesloten op het landelijke project ‘Versterking
Brandweeronderwijs’. In het beleidsplan staan diverse voornemens
verwoord die het opleidings- en oefenprogramma de komende jaren
stapsgewijs brengen naar heldere kaders waarop gestuurd kan worden
volgens eenduidige metingen en registraties. De ontwikkeling van metingen
en registraties wordt vanaf 2014 verder opgepakt. Omdat het nieuwe beleid
pas laat in 2013 van start kon gaan bleef er incidenteel geld over.
Omdat opleidingen vaak medio september starten zal het ook in de
toekomst lastig blijven om (financieel) bij te sturen als opleidingen en
trainingen worden verschoven of afgezegd omdat er te weinig inschrijvingen
zijn. Veelal verschuiven deze opleidingen dan naar een volgend jaar.
Een andere belangrijke factor is de cursist zelf. Vrijwilligers kunnen de
opleidingen soms niet op een specifiek moment gaan volgen vanwege hun
hoofdbetrekking en het beroepspersoneel is gebonden aan roosters. Voor
beide geldt dat zij gebonden zijn aan het arbeidstijdenbesluit. Uiteraard
speelt ook de paraatheid binnen de clusters door afwezigheid van cursisten
een rol.
Het doel van het ontwikkelde meerjarenbeleid is onder andere dat
geschoven kan worden met prioriteiten als opleidingen en trainingen geen
doorgang kunnen vinden.
Jaarverslag 2013
22
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
2.7
Overzichten
2.7.1
Inzetten GHOR
Inzetten GHOR
Realisatie 2013
Voorzienbare inzetten GHOR bij grootschalige evenementen
(coördinatie)
Onvoorzienbare inzetten GHOR bij incidenten
2.7.2
25
120 OvDG
inzetten (58 in
Oost en 62 in
West), waarvan
20 GRIP 1 en 2
GRIP 2.
Alle door de VRGZ uitgebrachte adviezen en verrichte toetsingen (risicobeheersing)
Advisering en toetsing
Realisatie 2013
Adviezen bestemmingsplannen door
 Regionale brandweer
 GHOR (op geneeskundige aspecten)
Zie hierna bij
advisering externe
veiligheid
Adviezen ten behoeve van (grootschalige) evenementen
door
 GHOR (geneeskundig)
 Veiligheidsbureau
- ondersteuning bij lokaal evenementenbeleid
90
Paardenmarkt
Hedel, Appelpop
Tiel, Bloemencorso
Tiel, Emporium
Wijchen,
Vierdaagsefeesten
Nijmegen,
Vierdaagsemarsen
Nijmegen e.o.,
Zevenheuvelenloop
Nijmegen,
Jaarwisseling
Advisering in het kader van externe veiligheid



gemeentelijke diensten (ondersteuning, incl. advisering
bestemmingsplannen)
Totaal ruimtelijke ordening (inclusief milieuvergunningen,
transport gevaarlijke stoffen, groepsrisico verantwoording
vuurwerk
8
57
BRZO '99 en ARIE besluit
 inspecties
 opstellen inspectierapporten
11
11
Toetsing milieu- en bouwplannen
33
Jaarverslag 2013
23
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
2.7.3
Alle planvorming door de VRGZ (incidentbestrijding)
Planvorming
Realisatie 2013
Rampbestrijdingsplannen
 vastgesteld
 voorbereid
2 (NXP Nijmegen en Agro Buren
Tiel)
3 Nefco Tiel, Sachem
Zaltbommel en Kuehne & Nagel
Tiel)
Multidisciplinaire coördinatieplannen
 actualiseren procedures en implementeren
Monodisciplinaire coördinatieplannen GHOR
 opstellen c.q. actualiseren
Monodisciplinaire inzetprocedures
 actualiseren (GHOR)
 actualiseren procedures en implementeren
(brandweer)
Monodisciplinaire opleidings- en oefenplannen
(GHOR en brandweer)
Modelrampenplan / regionaal crisisplan
 actualiseren procedures en implementeren
Oefenbeleidsplannen / oefenjaarplannen
opstellen
Procedures crisisbeheersing
 geactualiseerd en geïmplementeerd
2.7.4
Jaarwisseling,
Treinincidentmanagement,
Vaarwegincidentmanagement,
Snelwegincidentmanagement
15
3
1
1
Het Team Bevolkingszorg is per
1 april 2013 operationeel
geworden. Het vervangt
daarmee de gemeentelijke
rampenmanagementteams.
Het multidisciplinair beleidsplan
opleiden, trainen, oefenen,
borgen is met een jaar verlengd.
Er is een multidisciplinair
oefenjaarplan en een jaarplan
bevolkingszorg.
Landelijk
CrisisManagementSysteem
(LCMS),
SlachtofferInformatieSystematiek
Alle OTO activiteiten van de VRGZ (incidentbestrijding)
Opleiden, trainen en oefenen
Realisatie 2013
Repressieve opschalingsfuncties (GHOR)
 aantal opgeleide functionarissen
 aantal geoefende functionarissen
Specialistische eenheden (GHOR)
 aantal opgeleide functionarissen
 aantal geoefende functionarissen
Basisopleidingen rampenbestrijding
17
32
2
34
3
Jaarverslag 2013
24
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Alarmeringsoefeningen
3 keer
Communicator, 1
keer NATVIR
(Nationale test
verbindingen
inzake
rampenbestrijding)
Gemeentelijke rampenmanagementteam trainingen
Operationele geoefendheid
 Regionaal beleidsteam (RBT)
 Regionaal operationeel team (ROT)
 Commando plaats incident (CoPI)
- oefendagen
3 oefeningen
sectie
bevolkingszorg
6
3
 - CoPI-middagen
Oefeningen
 meetploegen
 pelotons Ongeval Gevaarlijke Stoffen (OGS)
Bedrijfsbezoeken door regionaal officier gevaarlijke stoffen
(ROGS)
Bijscholingen ROGS/meetplanleider (MPL)
Individuele trainingen
 ROGS
 MPL
Interregionale trainingen Adviseur gevaarlijke stoffen (AGS)
Testen waarschuwingsalarmsysteem
Jaarverslag 2013
10 (50
oefeningen)
2
11
3
3
3
4 per persoon
2 persoon
2
11
25
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
2.7.5
Aantal GRIP incidenten 2013
In 2013 zijn er in Gelderland-Zuid 25 GRIP-incidenten geweest:
- 22 keer GRIP 1
- 3 keer GRIP 2
Figuur 3: Overzicht GRIP-incidenten
Figuur 4 GRIP incidenten per maand in de jaren 2011 tot en met 2013
Jaarverslag 2013
26
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Figuur 5: Percentuele verdeling GRIP-incidenten 2013 over de regio
Jaarverslag 2013
27
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
3 Programma Regionale Ambulance Voorziening (RAV)
Wat is het
De RAV is een professionele aanbieder van ambulancezorg en werkt nauw samen
met andere partners in de ketens van de spoedeisende zorg en de geneeskundige
hulpverlening bij ongevallen en rampen. De RAV bestaat uit een ambulancedienst
en een meldkamer ambulancezorg. De RAV richt zich op het zo snel en efficiënt
mogelijk behandelen van verzoeken om inzet van ambulances alsmede het
uitvoeren van patiëntenvervoer. Daarbij wordt zoveel mogelijk gestreefd naar het
realiseren van de landelijk geldende normen, zoals een maximale responstijd van
vijftien minuten, en een gemiddelde meldtijd van twee minuten.
Wat willen we
bereiken
Het zo snel en efficiënt mogelijk behandelen van verzoeken om inzet van
ambulances alsmede het uitvoeren van patiëntenvervoer.
Wat hebben we
gedaan
Aanrijtijden
In de afgelopen jaren is een stijgende tendens waar te nemen voor wat betreft de
prestaties van de ambulancedienst. In 2013 verbeterden de meldtijden, de
uitruktijden en de aanrijtijden ten opzichte van 2012. Ondanks een lichte stijging
van het aantal spoedritten werd in 2013, net als in 2012, de norm van 95% van de
spoedritten binnen 15 minuten ter plekke gerealiseerd.
De meldkamer wist in 2013 een verdere reductie van de aannametijd te
bewerkstelligen en droeg onder andere door de toepassing van dynamisch
ambulancemanagement bij aan een verkorting van de rijtijden. Bij de
ambulancedienst was sprake van een verkorting van de uitruktijd, naast een
verkorting van de rijtijd. Per saldo daalde de gemiddelde responstijd van 09:25
naar 09:11 minuten.
Het streven meer spoedritten binnen 15 minuten te realiseren kan ertoe leiden dat
er een verslechtering van de aanrijtijd optreedt in die gebieden waar de aanrijtijden
al kort zijn. Dit is in 2012, net als in voorgaande jaren, niet het geval geweest. De
verbeteringen zijn gerealiseerd door een verkorting van de langere aanrijtijden,
onder behoud van de bestaande korte aanrijtijden.
De verbeteringen in het A1-vervoer gingen evenmin ten koste van het A2-vervoer.
In 2013 werd 97,50% van de A2-ritten binnen de norm van 30 minuten afgelegd.
Het B-vervoer is in 2013 kwantitatief en kwalitatief verder opgewaardeerd door
respectievelijk het aantal inzetbare uren te vergroten en het werven en opleiden
van personeel specifiek voor B-vervoer. Het aantal B-vervoeren is in 2013
enigszins gedaald ten opzichte van 2012.
Invoering nieuwe triage methodiek meldkamer ambulancezorg
In 2013 is een nieuwe triage methodiek op de meldkamer ambulances
geïntroduceerd. Triage is het bepalen van de juiste urgentie en zorginzet op het
moment dat er een melding binnenkomt.
Deze methodiek (NTS, Nederlandse Triage Standaard) is specifiek ontwikkeld ten
behoeve van alle instellingen in de gezondheidszorg. Het ministerie van VWS is
initiatiefnemer. Met deze methodiek wordt beoogd dat het uitvragen van meldingen
door ambulancediensten, ziekenhuizen en huisartsen op zodanige wijze gebeurt
dat alle beroepsgroepen elkaars triageresultaat kunnen begrijpen en interpreteren.
Het NTS wordt ondersteund door een geautomatiseerd systeem. Eind 2013 was
het NTS ingevoerd op de meldkamers van zowel de ambulancedienst als van de
huisartsenpost Nijmegen.
Verbeteren planning zorgambulances
In de afgelopen jaren is het aantal meldingen op de MKA dusdanig gestegen dat
op piekmomenten het aantal aanvragen te omvangrijk is om door twee centralisten
te kunnen worden afgehandeld. In de loop van 2013 is gestart met een
meldkamercentralist die zich enerzijds richt op ondersteuning van de collega’s
tijdens piekmomenten en zich anderzijds richt op het verbeteren van de planning
Jaarverslag 2013
28
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
van de zorgambulances.
De meldkamerformatie is met 1,5 FTE uitgebreid, zodat nu vijf dagen per week
een planner beschikbaar is voor de zorgambulances. Met een juiste, protocollaire
indicatiestelling voor toe- en afwijzen van deze vorm van zorg en door gebruik te
maken van een planmodule worden de beschikbare voertuigen optimaal ingezet.
Daardoor wordt slechts bij uitzondering gebruik gemaakt van een ambulance voor
het niet-planbare spoedvervoer.
In de loop van 2013 is de applicatie geoperationaliseerd op de meldkamer van de
RAV en zijn de gebruikers en ketenpartners respectievelijk geschoold en
geïnstrueerd.
Sinds het derde kwartaal is de module daadwerkelijk in gebruik.
Uitvoeren huisvestingsplan
De infrastructuur binnen de regio is voortdurend aan veranderingen onderhevig.
Dit maakt het noodzakelijk om te blijven monitoren of standplaatsen nog wel
optimaal zijn gelegen. Op basis van een in 2005 ontwikkeld logistiek model voor
de regio Gelderland-Zuid wordt jaarlijks de huisvestingssituatie bekeken met
zorgverzekeraars.
In 2013 zijn de benodigde voorbereidingen getroffen voor de laatste fase van
uitvoering van het huisvestingsplan, door de voorbereiding van nieuwbouw op
locaties in Beuningen en Rumpt. In 2013 zijn de planologische procedures
doorlopen, is grond verworven en zijn aanbestedingen gehouden. In de loop van
2014 zal de nieuwe huisvesting worden opgeleverd. Naar verwachting heeft de
nieuwe huisvesting een positieve invloed op de aanrijtijden in de regio
Rivierenland.
Besteding stimuleringsmiddelen voor Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO)
In het kader van het convenant ter verbetering van de zorgsector op hulpverlening
tijdens rampen en crises heeft het ministerie van VWS eind 2008 besloten om
jaarlijks € 10 miljoen beschikbaar te stellen voor de partners in de Acute zorg. Doel
is de onderlinge samenwerking verder te optimaliseren. Dit bedrag wordt jaarlijks
verdeeld over de ziekenhuizen die zijn erkend als traumacentrum. In dit kader
ontving de RAV in 2013 een subsidie ten behoeve van het uitvoeren van OTO.
Samenwerking met RAV Gelderland-Midden
In 2013 is de samenwerking met de RAV Gelderland-Midden verder uitgebreid.
Doel hiervan is tot een betere, efficiëntere en goedkopere ambulancehulpverlening
te komen. Belangrijke aandachtsgebieden hierbij zijn onderlinge uitwisseling van
materieel en personeel, verbeterde dekking in de grensgebieden, efficiëntere
scholing en opleiding en beter geborgd medisch management. In 2013 is een
belangrijk accent gelegd op gemeenschappelijke scholing. Eind 2013 hebben de
Opleidingscoördinatoren van Gelderland-Zuid en Gelderland-Midden gezamenlijk
de aanvraag bij het College voor Zorgopleidingen (CZO) ingediend om te worden
aangemerkt als erkende zorgopleiding. Begin 2014 wordt hierover besloten.
Medisch wetenschappelijk onderzoek
Sinds enkele jaren zijn tussen de RAV Gelderland-Zuid, de RAV GelderlandMidden en het UMC St. Radboud afspraken gemaakt over het gezamenlijk
verrichten van medisch-wetenschappelijk onderzoek. In dit kader heeft de RAV
Gelderland-Zuid ook in 2013 medewerking gegeven aan het uitvoeren van
onderzoek. Deze medewerking betreft zowel onderzoek naar behandelmethoden
in de ambulance, als onderzoek met behulp van door de RAV gegenereerde
patiëntengegevens. In 2013 was de medisch manager ambulancezorg medeauteur van een artikel dat verscheen in het prestigieuze New England Journal of
Medicine. Hiernaast verschenen diverse artikelen in andere vakliteratuur.
Klanttevredenheidsonderzoek
In 2013 is een CQI (consumer quality index) onderzoek uitgevoerd binnen de
ambulancezorg in Nederland. CQI-onderzoek is een door een externe organisatie
uitgevoerd en gevalideerd onderzoek naar patiënt tevredenheid. Dergelijk
Jaarverslag 2013
29
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
onderzoek is gangbaar binnen de gezondheidszorg. Uit de in begin januari 2014
gepubliceerde resultaten blijkt ambulancezorg landelijk gezien een rapportcijfer
van 9,0 te krijgen. De RAV Gelderland-Zuid scoorde in dit onderzoek een overall
rapportcijfer van 9,2. De meldkamer scoorde gelijk aan het landelijk gemiddelde, te
weten een 8,4.
Meer gedetailleerde verantwoording
In het kader van de Kwaliteitswet Zorginstellingen publiceert de RAV GelderlandZuid jaarlijks een kwaliteitsjaarverslag, waarin een uitgebreide cijfermatige
verantwoording van de cijfers is opgenomen. Het meest recente exemplaar is te
raadplegen op www.vrgz.nl
Jaarverslag 2013
30
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
4 Paragrafen
4.1
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
In juni 2012 nam het algemeen bestuur een aantal besluiten over dit onderwerp. Zij besloot met de
betrekking tot de reserves om:
 de norm voor een algemene reserve voor ‘Crisis- en Rampen’, inclusief brandweer, te bepalen op
maximaal 5% van de omzet (dit was 8%);
 als ondergrens voor de algemene reserve voor ‘Crisis- en Rampen’, inclusief brandweer, een
bedrag te bepalen van € 1.250.000,-. Onder deze grens moeten gemeenten, na een daartoe
strekkend besluit van het algemeen bestuur, bijbetalen. Dit om te borgen dat de VRGZ over
voldoende liquide middelen kan beschikken om aan haar normale betalingsverplichtingen te
kunnen voldoen;
 de normale regels voor het treffen van bestemde reserves en voorzieningen te hanteren en in
begrotingen en jaarrekeningen zichtbaar te maken welke kosten hiermee gemoeid zullen zijn of
gemaakt zijn;
 voor het programma RAV de ontwikkelingen binnen de zorgsector te volgen. De minimale norm
voor reserves is 10% van de omzet en de streefwaarde is 15% van de omzet (dit was 8% zonder
onderscheid van een minimale norm en een streefnorm);
 door te gaan met periodieke inventarisatie van risico's en daar zo nodig ook tussentijds melding
van te maken richting gemeenten.
Het bestuur besloot voorts om opdracht te geven om een nieuwe afgewogen nota over reserves,
risico's en weerstandscapaciteit op te stellen in 2014, inclusief de uitwerking van criteria voor bepaling
van een voldoende kwaliteitsniveau van de verschillende diensten. Eind 2013 is gestart met een
verdiepingstraject voor risico-inventarisatie binnen de hele organisatie. Deze inventarisatie zal ten
grondslag komen te liggen aan de nota die in 2014 wordt uitgebracht. In deze jaarstukken wordt nog
voortgeborduurd op de oude methode en wordt nog geen gebruik gemaakt van organisatie-brede
risico-inventarisatie.
4.2
Weerstandsvermogen
4.2.1 Programma Crisis- en Rampenbestrijding
Eind 2013 is de stand van de algemene reserve voor Crisis en Rampenbestrijding als volgt:
(Bedragen * € 1.000,-)
Crisis- en Rampenbestrijding
Norm 5% van de omzet programma C&R
Algemene Reserve Rampenbestrijding
Percentage eigen vermogen van de omzet
Realisatie
2013
2.033
2.033
5,0%
Bestemde reserves worden niet meegenomen in deze toetsingstabel van het eigen vermogen.
Bij de gepresenteerde cijfers wordt er van uitgegaan dat de voorstellen voor bestemming van het
resultaat 2013 door het bestuur worden overgenomen. In de begroting 2015, meerjarenraming 20162018 zal een geactualiseerd meerjarig beeld van de algemene reserve worden geschetst.
Jaarverslag 2013
31
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
4.2.2 Programma RAV
De reserves van zorginstellingen zijn bedoeld om algemene risico’s op te vangen en zijn tevens
bedoeld om schommelingen in het jaarresultaat op te vangen.
(Bedragen * € 1.000,-)
Reserves aanvaardbare kosten MKA en RAV
De minimale norm is 10% van de omzet
De streefwaarde is 15% van de omzet
Reserve aanvaardbare kosten
Percentage eigen vermogen van de omzet
Raming
2017
1.804
2.706
2.354
13,0%
Raming
2016
1.804
2.706
2.582
14,3%
Raming Begroting Realisatie
2015
2014
2013
1.804
1.804
1.778
2.617
2.706
2.666
2.795
3.073
3.400
15,5%
17,0%
19,1%
Er wordt in de komende jaren meer besteed aan ambulancezorg. De streefwaarde van 15% van de
omzet als omvang van de reserve wordt in deze cijfermatige doorkijk vanaf 2016 niet meer gehaald.
Daarom zal de sector RAV in haar nieuwe begroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018 het
uitgavenpatroon aan moeten passen om de streefwaarde van 15% te kunnen realiseren.
4.3
Risicobeheersing
Vanaf begin 2014 wordt binnen de organisatie extra aandacht besteed aan risicobewustzijn en
risicomanagement. Hierbij krijgen risico-“eigenaren” de verantwoordelijkheid om in beeld te brengen
en te houden welke acties volgen om risico’s te beheersen of om te beschrijven waarom risico’s
geaccepteerd (moeten) worden. Dit zal medio 2014 leiden tot een nieuwe nota risico-inventarisatie en
weerstandsvermogen, waarna er periodiek zal worden gerapporteerd aan het bestuur en
deelnemende gemeenten.
In deze jaarstukken worden de risico’s nog gepresenteerd in de oude stijl. Dit betekent dat de
belangrijkste risico’s in dit hoofdstuk kort worden geschetst en dat een risico-inventarisatie in de
bijlagen bij deze jaarstukken beschikbaar is, waar de risico’s zo mogelijk ook financieel worden
gekwantificeerd. Als alle geïdentificeerde risico's zich tegelijk zouden voordoen is daar bijna € 10
miljoen mee gemoeid. De algemene reserve van het programma Crisis- en Rampenbestrijding kan
51% van de risico's van dat programma afdekken. Voor het programma RAV is dat percentage 61%.
Niet alle risico’s zullen zich tegelijkertijd voordoen.
4.3.1 Schaalvergroting meldkamers
Het aantal meldkamers wordt teruggebracht van 25 naar 10. De meldkamer van de regio GelderlandZuid wordt geïntegreerd in de nieuwe meldkamer Oost-Nederland. Rondom dit onderwerp is nog veel
onduidelijk. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met deze ontwikkeling door investeringen uit
te stellen en door samen te werken met andere meldkamers. Desalniettemin moet er voor de
toekomst rekening gehouden worden met frictiekosten omdat in de regio Oost-Nederland vijf
meldkamers worden samengevoegd en als nieuwe locatie Apeldoorn is aangewezen. Ter
voorbereiding op de samenvoeging van 25 naar 10 meldkamers zullen de nu nog op verschillende
manieren ingerichte werkprocessen op de meldkamers landelijk geüniformeerd moeten worden, terwijl
de huidige meldkamers operationeel blijven. De daarvoor benodigde extra personele capaciteit is niet
voorzien in de begroting.
4.3.2 Herijking BDUR
Medio 2014 wordt een onderzoek gestart naar de verdeling van rijksuitkeringen voor Openbare Orde
en Veiligheid. Het ministerie van Veiligheid en Justitie zal bij de verdeling van de rijksbijdrage BDUR
de methode van de uitkering gemeentefonds volgen. Bekendmaking van de uitkomst van het
onderzoek is voorzien in de BDUR-circulaire juni 2015. Herverdeling van middelen zal dan vanaf 2016
van kracht kunnen worden. Er zijn landelijk geen middelen beschikbaar om herverdeeleffecten op te
vangen.
Jaarverslag 2013
32
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
4.3.3 Afspraken met vakbonden en personeel
Afgesproken is om een eventuele hogere inschaling ten gevolge van de implementatie van een
nieuwe functiebeschrijvings- en waarderingsmethode voor individuele medewerkers met
terugwerkende kracht tot 1 januari 2013 te laten ingaan. Dit impliceert een risico voor hogere kosten
met terugwerkende kracht.
4.3.4 Onregelmatigheidstoeslag tijdens vakantie
Binnen een aantal sectoren waar onregelmatig wordt gewerkt, worden procedures gevoerd door
personeelsleden omdat er tijdens vakanties van het personeel geen onregelmatigheidstoeslag wordt
betaald. Dit is voor personeelsleden van de ambulancesector ook aanleiding geweest om bezwaar te
maken tegen het niet betalen van onregelmatigheidstoeslag tijdens hun vakantie. Momenteel is nog
niet te voorspellen op welk moment eventuele procedures duidelijkheid zullen bieden over dit
onderwerp.
4.3.5 Btw-druk in de begroting van de Veiligheidsregio
Nu de btw-compensatie voor de taken van Veiligheidsregio’s is afgeschaft wordt de rijksbijdrage vanaf
2014 verhoogd met de btw-component. Er is onvoldoende historische informatie beschikbaar om te
kunnen beoordelen of de rijks-compensatie voldoende is.
4.3.6 Aansprakelijkheid bodemverontreiniging
De VRGZ is aansprakelijk gesteld voor het ontstaan van eventuele bodemverontreiniging door het
verplaatsen van afval tijdens brandbestrijding.
4.3.7 Doorontwikkeling Brandweer
De ervaring bij de meeste veiligheidsregio's waar de brandweer is geregionaliseerd leert dat in de
eerste jaren na regionalisering allerlei financiële bijstellingen aan de orde kunnen zijn. Het
jaarresultaat 2013 laat zien dat deelbudgetten opnieuw gerangschikt moeten worden en dat er in 2013
incidenteel minder is uitgegeven dan begroot. Eind 2013 is een onderzoek gestart naar een nieuw
meerjarig investeringsprogramma. Dit wordt in het najaar van 2014 afgerond.
4.3.8 Overdracht van kazernes
De overdracht van de brandweerkazernes naar de VRGZ zal gefaseerd plaatsvinden. In december
2013 zijn 15 brandweerkazernes waarbij btw-herziening van toepassing is, overgedragen aan de
VRGZ. In de loop van 2014 worden meer kazernes overgedragen aan de VRGZ en worden de lasten
die daarmee samenhangen geïnventariseerd. Het is de bedoeling dat de gemeenten hun budgetten
vanaf 2015 overdragen aan de Veiligheidsregio. In 2014 wordt een plan ontwikkeld voor inrichting van
een facilitaire dienst bij de Veiligheidsregio, inclusief inkoopfunctie.
4.3.9 Werkkostenregeling
Vanaf 2015 wordt invoering van de werkkostenregeling verplicht. Onder die regeling mogen
werkgevers een maximaal percentage van het totale fiscale loon besteden aan onbelaste
vergoedingen aan hun personeel. Als het maximale percentage wordt overschreden moet 80%
belasting worden betaald over de overschrijding. Er is niet bekend hoe deze nieuwe regeling voor de
VRGZ zal uitpakken. Uit landelijk onderzoek blijkt dat de werkkostenregeling financieel negatief uitpakt
voor organisaties met relatief veel vrijwilligers.
4.3.10 Economische crisis
De economische crisis heeft al geleid tot kortingen op de budgetten van het rijk, gemeenten en
zorgverzekeraars en tot niet voorziene stijging van sociale lasten en pensioenpremies. Omdat de
economische crisis aanhoudt, kunnen nieuwe maatregelen van kracht worden waarmee geen
rekening is gehouden.
Jaarverslag 2013
33
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
4.3.11 Verzekerde risico's
De algemene risico's van wettelijke aansprakelijkheid, de inboedel, het wagenpark en het materieel
zijn verzekerd. Dit geldt niet voor ziekte en werkloosheid van de medewerkers. Vanaf 1 januari 2013
worden gemeentelijke verzekeringen voor materieel en personeel door de VRGZ als contractpartner
gecontinueerd in plaats van de gemeenten. Een aanbestedingsprocedure voor de Veiligheidsregio
loopt en wordt in 2014 afgerond.
4.3.12 Spreiding en beschikbaarheid ambulances
Het Landelijk Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid Ambulancezorg is begin 2013 herijkt.
Verwachting is dat het referentiekader iedere twee jaar herijkt zal gaan worden. Herijking van het
referentiekader kan een aanpassing tot gevolg hebben op het aantal standplaatsen en ambulances
dat is toegewezen en het hiermee samenhangende budget. Eventuele aanpassingen in het budget
worden altijd met zorgverzekeraars afgestemd.
4.3.13 Functiewaarderingsystematiek CAO ambulancezorg
In de sector-cao ambulancezorg is de afspraak gemaakt om in de eerstvolgende CAO de overgang te
maken naar een nieuwe functiebeschrijvings- en waarderings-systematiek. Het risico hiervan is dat
hieruit een hogere inschaling van het personeel kan volgen.
4.4
Btw-compensatiefonds en btw-verrekening gemeenten
4.4.1 Btw-compensatiefonds
Voor de ‘oude’ regionale brandweer is in 2013 (voor het laatste jaar) de transparantieregeling van
toepassing. Dit betekent dat de btw die door de ‘oude’ regionale brandweer is betaald, bij de
gemeenten voor compensatie in aanmerking komt. Voor 2013 kwam het bedrag aan compensabele
btw uit op € 339.416,-.
4.4.2 Btw-verrekening gemeenten
De btw op de gemeentelijke brandweertaken kan in 2013 door gemeenten nog voor 100% worden
gedeclareerd bij het btw-compensatiefonds. Deze btw last werd voor 2013 geschat op € 923.000,- en
meegenomen in het voorschot voor de gemeentelijke bijdrage 2013. De btw-last was in werkelijkheid
€ 815.000,-. De btw op investeringen van de gemeentelijke brandweertaken was over 2013
€ 253.000,-. Hiervoor werd geen voorschot in rekening gebracht. Het verschil van (€ 815.000,- plus €
253.000,-) minus het voorschot van € 923.000,- wordt verrekend met gemeenten,
4.5
Verbonden partijen
De VRGZ werkt intensief samen met de politie Gelderland-Zuid (vanaf 1 januari 2013 politiedistrict
Gelderland-Zuid onder politieregio Oost-Nederland) voor wat betreft de gemeenschappelijke
meldkamer. Ditzelfde geldt voor de samenwerking met de GGD Gelderland-Zuid op het gebied van
post en archief, ICT, personeel en organisatie en financiële planning en control. Er is geen sprake van
een verbonden partij in die zin dat de veiligheidsregio risico's draagt die vanuit de andere partij worden
veroorzaakt. Wel zijn er kosten gemoeid met het verbreken van het samenwerkingsverband.
4.6
Investeringsbegroting en kapitaalgoederen
Een overzicht van de geplande en gerealiseerde investeringen is opgenomen in de bijlagen bij dit
jaarverslag.
In zijn algemeenheid worden kapitaalgoederen van de VRGZ onderhouden en vervangen na afloop
van de economische levensduur. Tot het moment van aanschaf van twee nieuwe blusboten voor de
risicobeheersing op het water in 2015, worden beide huidige blusboten onderhouden. Daarbij beperkt
het onderhoud zich tot een minimum en wordt alleen het hoogst noodzakelijke onderhoud voorzien.
Jaarverslag 2013
34
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
4.7
Wet Houdbare overheidsfinanciën
De wet Houdbare overheidsfinanciën (wet Hof) bevat begrotingsregels voor de decentrale overheden
provincies, gemeenten (incl. gemeenschappelijke regelingen) en waterschappen. Zij hebben andere
regels dan het rijk voor hun boekhouding: de begroting moet sluitend zijn, zij sparen voor het doen van
investeringen of bekostigen het direct uit de reserves en 'smeren' investeringsuitgaven' uit over
meerdere jaren door deze te activeren. Door een verschil in boekhoudstelsels tussen rijk en
decentrale overheden provincies, gemeenten en waterschappen worden investeringen als
tekortvergroting voor het EMU-saldo aangemerkt. Met de wet Hof gaat per jaar een macroplafond
gelden voor het EMU-tekort van alle gemeenten samen.
4.8
Treasury
De hoeveelheid geld die nodig is voor de uitvoering van de verschillende taken van de organisatie
wordt beheerd door de treasuryfunctie. Werkwijze, taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in
het treasurystatuut. Dit statuut is op 19 mei 2011 door het algemeen bestuur vastgesteld. De
veiligheidsregio voert een risicomijdend beleid. De veiligheidsregio voldeed in 2013 aan wet- en
regelgeving.
4.8.1 Schatkistbankieren
Half december 2013 is het schatkistbankieren voor decentrale overheden ingegaan.
Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor
zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld
dalen.
4.8.2 Risicobeheer
Het verstrekken van leningen en garanderen van rente en aflossing van leningen is de veiligheidsregio
niet toegestaan.
4.8.3 Kasgeldlimiet
Jaarlijks geeft het ministerie aan welk bedrag mag worden gefinancierd met kortlopende geldleningen;
de kasgeldlimiet. In 2013 is dit 8,2% van het begrotingstotaal met een minimum van € 300.000,-. Als
de kasgeldlimiet structureel wordt overschreden, moet de kortlopende schuld worden omgezet in een
langlopende schuld. In 2013 blijft de veiligheidsregio binnen de norm voor de kasgeldlimiet.
Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000,-)
Omvang begroting per 01-01-2013 (= grondslag)
In procenten van de grondslag
Toegestane kasgeldlimiet
58.002
8,20%
4.756
1e kwrt
2e kwrt
3e kwrt
4e kwrt
Totaal netto vlottende schuld
9.311
-4.499
-4.447
-7.657
Toegestane kasgeldlimiet
4.756
4.756
4.756
4.756
14.067
257
309
-2.901
Ruimte
4.8.4 Renterisiconorm
Om ongewenste financiële gevolgen van rentewijzigingen te beperken, geeft het ministerie ook
jaarlijks een renterisiconorm aan. Deze renterisiconorm geeft de omvang van de schuld weer die in
een jaar maximaal voor renteconversie in aanmerking mag komen.
In 2013 is dit een percentage van 20% van het begrotingstotaal, met een minimum van € 2.500.000,-.
De uitkomst hiervan mag niet overschreden worden zodat een spreiding van de opgenomen leningen,
looptijden en rente-aanpassingsdata en een eventueel hieruit voortvloeiende rentewijziging ontstaat.
Jaarverslag 2013
35
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
In 2013 bleef de VRGZ binnen de norm van de wet Fido.
In 2013 werd op basis van een financieringsplan, in verband met de groei van de organisatie, een
lening aangetrokken. Tevens werd er een lening aangetrokken voor de aanschaf van 15 kazernes. In
2014 en 2015 wordt er verder bij-geleend.
Renterisiconorm (bedragen x € 1.000,-)
1 Renteherziening op lening o/g
0
2 Betaalde aflossingen
0
3 Renterisico (1+2)
0
4 Begrotingstotaal 2013
58.002
Bij Min. Regeling vastgestelde %
5 Renterisiconorm
20,00%
11.600
Toets renterisiconorm
6 Ruimte (+) c.q. overschrijding (-)
4.9
11.600
Bedrijfsvoering
In 2013 heeft een evaluatie van de dienstverlening van de ondersteunende diensten aan de GGD
Regio Nijmegen plaatsgevonden. Deze dienstverlening werd per 1 juli 2013 ook geleverd aan de GGD
Gelderland-Zuid, de gefuseerde GGD Regio Nijmegen en GGD Rivierenland.
Door de regionalisering van de brandweer per 1 januari 2013 en als gevolg van de fusie van de GGDen Regio Nijmegen met de GGD Rivierenland per 1 juli 2013 zijn de ondersteunende afdelingen van
de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ), die de ondersteuning voor zowel VRGZ als GGD
verzorgen, gegroeid in de uitvoering van de taken en in formatieomvang .Het gaat om de
ondersteunende afdelingen Financiële Planning & Control, P&O, Facilitaire Zaken en ICT. Deze
veranderingen zijn aanleiding geweest om de inrichting en positionering van de ondersteunende
afdelingen alsmede de huidige staffuncties en de beleidsfuncties binnen de sectoren te
heroverwegen. De inrichting van de genoemde organisatieonderdelen is gebaseerd op inrichtings- en
sturingsprincipes die in de concept-bedrijfsvoeringsvisie “Op weg naar verbinding” zijn vastgelegd.
4.9.1 Ondersteunende diensten
Facilitaire Zaken & ICT
De afdeling Facilitaire Zaken en ICT (FZ & ICT) van Veiligheidsregio Gelderland-Zuid verrichtte
ondersteunende werkzaamheden voor de VRGZ en voor de GGD Regio Nijmegen (en vanaf 1 juli
voor de GGD Gelderland-Zuid). Deze dienstverlening bestond voor FZ &ICT uit het beheer van de
panden, interne zaken (inclusief inkoop en logistiek), postbehandeling, archiefbeheer, ICTinfrastructuurbeheer en applicatiebeheer.
Huisvesting Groenewoudseweg 275 (GGD/VRGZ-gebouw)
In de loop van 2013 werd verder gewerkt aan de uitwerking van een huisvestingsplan voor de
middellange termijn. Begin 2013 verhuisde een aantal medewerkers van de Brandweer vanuit het
pand Groenewoudseweg 275 naar de naastliggende brandweerkazerne (Post Centrum). De als
gevolg van verhuizingen vrijgevallen ruimten in het pand Groenewoudseweg 275 werden door interne
verschuivingen en uitbreiding van personeel inmiddels weer in gebruik genomen. In de periode juni /
augustus van 2013 is een complete restyling van het gebouw gedaan.
Verwacht wordt dat in de loop van 2014 de verhuizing en gebouwaanpassingen gereed zijn.
BHV
Ook in 2013 heeft de BHV-organisatie in het hoofdgebouw taken op het gebied van
bedrijfshulpverlening uitgevoerd. De BHV-ers hebben zich in december via herhalingscursussen
opnieuw geschoold en getraind. Er werden (maandelijks) in het GGD/VRGZ-gebouw controles
Jaarverslag 2013
36
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
uitgevoerd om na te gaan of de (brand)veiligheidsvoorzieningen nog voldeden. Er hebben zich in 2013
géén incidenten / calamiteiten voorgedaan, waarvoor de BHV-ers in actie moesten komen.
Post- en Archiefzaken
In 2013 is de basisinrichting van het digitale archiefsysteem Decos (DMS) verder vorm gegeven. Het
jaar 2013 is zowel voor GGD als VRGZ voornamelijk gebruikt voor de gefaseerde uitrol van de digitale
poststroom. Omdat het aansluiten van de diverse locaties op het nieuwe netwerk pas in de laatste
maanden van 2013 en de eerste maanden van 2014 gerealiseerd kon worden, moesten documenten
digitaal geregistreerd en fysiek gedistribueerd worden.
ICT
In de begroting werd aangegeven dat op het gebied van ICT opbouw en uitrol van een volledig nieuwe
ICT infrastructuur zou plaatsvinden.
De hiervoor benodigde Europese aanbestedingen van ICT-infrastructuur en datalijnen werden begin
2013 succesvol afgerond. De eerste helft van 2013 stond volledig in het teken van het maken van
implementatieplannen samen met de nieuwe dienstverleners. De uiteindelijke migratie naar een
netwerk, dat met alle computers die erop aangesloten zijn een soort 'wolk van computers' vormt
(‘cloud’), werd gepland medio september 2013.
Nadat de VRGZ en de GGD waren overgegaan naar de nieuwe ICT-structuur, zijn daarop vervolgens
de netwerken van de GGD-vestiging in Tiel (voorheen GGD Rivierenland) en brandweercluster
Nijmegen aangesloten. Dat gebeurde in respectievelijk november en december 2013.
Financiële Planning & Control (FP&C)
Voor de afdeling Financiële Planning & Control (FP&C) was 2013 een intensief jaar. Door de groei en
veranderingen bij de Veiligheidsregio en bij de GGD werd een aantal fundamentele procedures, die
als ankers bij de financiële sturing zorgden, opnieuw ingericht. Voor beide organisaties werden de
budgetten op een andere manier gerangschikt. Er waren in 2013 geen historische cijferreeksen
beschikbaar om kosten in perspectief te kunnen plaatsen. Om toch een adequate dienstverlening te
kunnen realiseren werden tijdelijke krachten aangetrokken.
De factuurverwerking werd in 2013 in fases gedigitaliseerd en een groot aantal procedures en
werkinstructies werden opnieuw beschreven. De interne controle werd in 2013 geïntensiveerd om te
verifiëren of alle aangepaste werkprocedures voldoende functiescheiding bevatten en in de praktijk
verlopen zoals ze gepland waren. In 2014 worden de hieruit voortkomende verbeterplannen opgepakt.
In 2013 werd gewerkt aan het beschikbaar en toegankelijk maken van financiële informatie via een
managementrapportagetool. De uitrol van deze rapportagetool volgt ná uitrol van de nieuwe ICTinfrastructuur en zal begin 2014 operationeel zijn. Hierna kan de verdere ontwikkeling van de tool
worden opgepakt.
In het laatste kwartaal van 2013 werden tegelijkertijd het opstellen van de jaarrekening 2013 en het
opstellen van de begroting 2015 opgepakt. Dit werd gedaan om te kunnen voldoen aan de wettelijke
bepaling om de conceptbegroting 2015 uiterlijk 1 april 2014 aan te bieden aan de gemeenten voor de
inbreng van hun zienswijzen.
Eind 2013 werden leningen aangetrokken vanwege de aankoop van een aantal brandweerkazernes
en werd het schatkistbankieren van toepassing voor de Veiligheidsregio.
P&O
De splitsing van de afdeling en de uitbreiding van het aantal fte’s heeft geleid tot het opstellen van een
notitie over de opbouw van de nieuwe afdeling P&O. In deze notitie staan de taakvelden benoemd,
met daarop afgestemd de benodigde formatie. Het in 2013 genomen besluit om
de
salarisadministratie geheel in eigen huis te verrichten, wordt per 1 maart 2014 geïmplementeerd. Het
afgelopen jaar is een aantal rechtspositieregelingen voor de brandweer geharmoniseerd: de
uitvoeringsregeling vrijwilligers brandweer, de regeling vrijwillige groepschefs en de piketregeling voor
(hoofd)officieren van dienst (OvD HOvD) en regionaal commandanten van dienst (RCvD). Tevens is
voor alle medewerkers van de VRGZ, uitgezonderd de medewerkers van de ambulancezorg, een
nieuwe rechtspositieregeling vastgesteld: de Arbeidsvoorwaardenregeling VRGZ.
Jaarverslag 2013
37
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
4.9.2 Organisatorische ontwikkelingen
Eind 2013 waren er 1.243 medewerkers in dienst van de VRGZ, waarvan 771 brandweervrijwilligers.
Exclusief brandweervrijwilligers is de formatieomvang 498 fte. Per 1 december 2013 heeft de VRZG
544 vaste medewerkers (exclusief brandweervrijwilligers) in dienst.
In 2013 nam het personeelsbestand ten opzichte van 2012 toe met 78% (exclusief de
brandweervrijwilligers). Deze toename is grotendeels toe te schrijven aan overgang van
(brandweer)medewerkers van de gemeenten naar de VRGZ, en voor een klein deel aan de toename
van personeel bij de ondersteunende afdelingen Financiële Planning & Control en P & O.
Daarnaast waren er 34 medewerkers via een uitzend- of detacheringsconstructie werkzaam
(peildatum 31 december 2013).
Ziekteverzuim
In 2013 was het ziekteverzuim 1,71% exclusief zwangerschap. Dit is een daling van 2,79% ten
opzichte van 2012.
Jaarverslag 2013
38
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5 Jaarrekening
Vastgesteld door het dagelijks bestuur d.d. 20 maart 2014
Jaarrekening 2013
39
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Jaarrekening 2013
40
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.1
Overzicht van baten en lasten Veiligheidsregio
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie
Gewijzigde
Begroting
Realisatie
2013
begr. 2013
2013
2012
17.168
16.745
16.745
16.740
-7
0
0
-179
6.165
6.271
6.271
6.314
178
178
178
288
31.468
31.518
31.200
3.892
3.463
3.108
3.088
3.388
Som der bedrijfsopbrengsten
58.435
57.821
57.482
30.443
Personeelskosten
42.349
43.764
41.711
21.060
4.023
4.573
4.539
1.118
Overige bedrijfskosten
10.931
10.051
11.768
8.034
Rentebaten en -lasten
-645
-385
-385
-5
56.658
58.002
57.631
30.207
1.777
-181
-149
236
Incidentele baten
106
0
0
6
Incidentele lasten
121
0
0
0
Saldo incidentele baten en lasten
-15
0
0
6
1.762
-181
-149
242
Bestemde reserve regionalisering
-522
0
0
-834
Bestemde reserve kw. personeel VR's
-108
0
0
0
430
0
0
0
-200
0
0
-834
1.962
-181
-149
1.076
2.253
19
51
1.228
Nog te best. res. Financiële menskracht
65
0
0
0
Nog te best. res. Piket crisiscommunicatie
75
0
0
0
Nog te bestemmen resultaat RAV
-384
-29
-29
-246
Nog te bestemmen resultaat MKA
-47
-171
-171
94
1.962
-181
-149
1.076
Budget aanvaardbare kosten
Aanpassing budget voorgaande jaren
Subsidies Rijk
Subsidies Provincie
Bijdrage deelnemende Gemeenten
Overige opbrengsten
Kapitaallasten
Som der bedrijfskosten
Totaal saldo baten en lasten
Gerealiseerd resultaat voor bestemmen
Bestemde reserve btw-compensatie
Totaal bestemd resultaat
Gerealiseerd resultaat na bestemmen
Voorstel resultaatbestemming
Nog te bestemmen resultaat C&R
Jaarrekening 2013
41
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.2
Balans per 31 december
Bedragen x € 1.000,-
ACTIVA
2013
2012
Vaste Activa
Materiële vaste activa
40.590
5.024
40.590
5.024
Vlottende activa
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar
Debiteuren
5.693
2.026
Debiteuren openbare lichamen
515
1.140
Verrekening deelnemende gemeenten
145
0
Uitzettingen Rijks schatkist
1.770
0
Overige vorderingen en overlopende transitoria
1.709
265
9.831
3.431
Liquide middelen
Liquide middelen
274
Totaal
Jaarrekening 2013
5.721
274
5.721
50.695
14.176
42
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
PASSIVA
2013
2012
Bedragen x € 1.000,-
Vaste Passiva
Eigen vermogen
Reserve aanvaardbare kosten MKA
7
-87
Reserve aanvaardbare kosten RAV
3.872
4.118
Algemene Reserve Rampenbestrijding
1.883
1.056
Bestemde Reserve Regionalisering Brandweer
0
522
Bestemde Reserve Convenantsgelden
0
140
Bestemde reserve BTW-compensatie
430
0
Bestemde Reserve Kwaliteit personeel Veiligheidsrgio
181
289
6.374
6.038
1.962
1.076
1.962
1.076
Nog te bestemmen resultaat
Voorzieningen
8.336
7.114
379
375
26.400
0
Vaste schuld met rentetypische looptijd > 1 jaar
Onderhandse leningen
Vlottende passiva
Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar
Kasgeldleningen
5.000
0
Crediteuren
2.124
1.043
Nog in tarieven te verrekenen
2.046
700
Overige schulden en overlopende transitoria
4.284
3.792
Belastingen en sociale premies
2.128
1.152
Totaal
Jaarrekening 2013
15.582
6.687
50.695
14.176
43
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.3
Kasstroomoverzicht
2013
2012
Bedragen x € 1.000,-
Kasstroom uit operationele activiteiten
Exploitatieresultaat voor bestemming
1.762
242
Aanpassingen voor
- afschrijvingen
- mutaties voorzieningen
3.310
1.100
4
20
3.314
1.120
Veranderingen werkkapitaal
- vorderingen
-6.400
-933
- nog in tarieven te verrekenen
1.346
-2.081
- kortlopende schulden
2.548
950
Totaal Kasstroom uit operationele activiteiten
-2.506
-2.065
2.570
-703
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa
-38.876
Totaal Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-798
-38.876
-798
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Nieuw opgenomen leningen
Aflossing langlopende leningen
Overige mutaties eigen vermogen
31.400
0
0
0
-540
-800
Totaal Kasstroom uit financieringsactiviteiten
30.860
-800
Mutatie geldmiddelen
-5.448
-2.301
Aansluiting met mutatie liquide middelen op balans
Mutatie liquide middelen
-5.448
Totaal mutatie liquide middelen, balans
-2.301
-5.448
Jaarrekening 2013
-2.301
44
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.4
Grondslagen van resultaatbepaling en waardering
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en
Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten daarvoor geeft. Het overzicht van baten en lasten van
de Veiligheidsregio omvat het totaal van alle activiteiten die de Veiligheidsregio heeft uitgevoerd. De
cijfers worden nader gepresenteerd en toegelicht in het overzicht baten en lasten programma Crisis- en
Rampenbestrijding en het programma RAV. Onderlinge verrekeningen tussen beide programma's zijn
opgenomen in het overzicht van baten en lasten per programma. In het overzicht van baten en lasten
op het niveau van de totale Veiligheidsregio zijn de onderlinge verrekeningen geëlimineerd. Het
kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Daarbij wordt de kasstroom uit
operationele activiteiten vanuit het resultaat gecorrigeerd voor resultaatposten die geen operationele
kasstroom met zich meebrengen.
5.4.1 Grondslagen van resultaatbepaling
Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, ongeacht of zij tot
ontvangsten of uitgaven in het boekjaar hebben geleid. Bij het programma RAV wordt afgeweken van
deze regel, omdat dit een zorggefinancierde taak is. Hiervoor is aansluiting gezocht bij de regelgeving
voor zorginstellingen.
De lasten worden bepaald op basis van historische kosten, met inachtneming van de vermelde
grondslagen van waardering van activa en passiva, en toegerekend aan het verslagjaar waarop ze
betrekking hebben. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze
betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q.
schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van
vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin
uitbetaling plaatsvindt. Het gaat dan om overlopende vakantiegeldaanspraken, aanspraken op een
overbruggingsperiode, levensloop en versterkt ouderdomspensioen.
5.4.2 Grondslagen van waardering
Alle activa en passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde tenzij anders is vermeld. De
belangrijkste posten worden hieronder nader toegelicht.
5.4.3 Activa
Materiële vaste activa
Onder materiële vaste activa worden activa verstaan die bedoeld zijn om de bedrijfsuitoefening
duurzaam te dienen. De materiële vaste activa (> € 5.000,-) worden gewaardeerd tegen
aanschaffingsprijs of vervaardigingkosten, verminderd met een lineaire afschrijving gebaseerd op
economische levensduur of tegen lagere bedrijfswaarde.
Vanaf 1 januari 2013 wordt er rente over de materiele vaste activa gerekend. Het gehanteerde
percentage is 4,5%.
Per 1 januari 2013 is het materieel van de gemeentelijke brandweer overgenomen tegen de geldende
boekwaarde per 31 december 2012. Er is voor € 13.199.000,- aan materieel van gemeenten
overgenomen. Vanaf 2013 wordt deze activa afgeschreven op basis van de resterende
afschrijvingstermijnen tegen de hieronder vermelde afschrijvingspercentages.
Per 23 december 2013 zijn 15 kazernes van gemeenten overgenomen tegen boekwaarde voor in totaal
€ 21.700.000,-. Vanaf 2014 worden kazernes afgeschreven op basis van een afschrijvingstermijn van
40 jaar, met inachtneming van de bij de gemeenten reeds afgeschreven termijnen. Gemeenten hebben
een voorkeursrecht om overgedragen kazernes tegen de boekwaarde van dat moment terug te kopen.
Jaarrekening 2013
45
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Afschrijvingstermijnen
Aanhangers
Aanhanger (toilet)
Aanhanger (oefenen)
Motorspuitaanhanger
Schuimblusaanhanger
10
15
20
20
jaar
jaar
jaar
jaar
Ademlucht
Compressor
Testapparatuur ademluchtwerkplaats
Ademlucht toestel
Ademluchtmasker
Droogkast
Maskerwasser
Ademluchtfles
Meubilair ademluchtwerkplaats
15
8
8
7
10
10
15
15
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
Aggregaten
Noodstroom aggregaat
Mobiele aggregaat
10 jaar
15 jaar
Alarmering
Alarmontvanger
Signalering kazerne
4 jaar
10 jaar
Automatisering
Hard- en software (specifiek)
Hard- en software (specifiek)
Hard- en software
ICT-infrastructuur
3
4
5
15
jaar
jaar
jaar
jaar
Tot en met 2012 wordt er op hard- en software die betrekking heeft op kantoorwerkplekken
afgeschreven tegen 25%, op investeringen vanaf 1 januari 2013 wordt tegen 20% afgeschreven.
Bluspompen
Draagbare motorspuit
Dompelpomp TS
Klokpomp
8 jaar
15 jaar
15 jaar
Communicatie- en verbindingsmiddelen
Mobiele Data Terminal / Navigatie
Portofoon/helmset (manschap)
Mobilofoon
Portofoon/helmset (BV / OVD)
Telefooncentrale
Overig
3
5
7
7
15
5
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
Tot en met 2012 wordt er op portofoons afgeschreven tegen 10%, op investeringen vanaf 1 januari
2013 wordt tegen 14,29% (7 jaar) afgeschreven.
Gebouwen
Semi-permanente unit
Gebouw
Kazerne
Installaties
20
30
40
15
Jaarrekening 2013
jaar
jaar
jaar
jaar
46
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Inventaris
Medische apparatuur
Medische apparatuur - brancards
Schrobmachine
Kantoor- en kazerne inventaris
Kantoor- en kazerne inventaris
5
7
10
10
15
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
Tot en met 2012 wordt er op medische brancards 10% afgeschreven, op investeringen vanaf 1 januari
2013 wordt tegen 14,29% (7 jaar) afgeschreven. Verder wordt inventaris van voertuigen en
werkmaterieel (voorheen onder inventaris) tot en met 2012 afgeschreven tegen 20%, op investeringen
vanaf 1 januari 2013 worden deze afgeschreven tegen de hieronder genoemde termijnen bij wagenpark
en redgereedschap.
Redgereedschap
Kettingzaag
Meetapparatuur
Hydraulisch redgereedschap
Overdrukventilator
Bepakking - TS
Pneumatisch gereedschap / hefkussen
Redbord / hansaboard
Bepakking - HV
Bepakking - HOVD
Bepakking - TS
Hydraulisch gereedschap
Spoorslootoverbrugging
Straatwaterkanon
Vrachtwagenplateau
Bepakking - TS
Warmtebeeldcamera
5
5
8
8
10
10
10
15
15
15
15
15
15
15
20
7
Vaartuig
Motorboot
Hulpboot en trailer
10 jaar
20 jaar
Verbouwingen
10 jaar
Wagenpark
Rapid responder - Motor
Rapid responder - Motor
Dienstvoertuig
Ambulance
TS beroeps mid-life update
Dienstvoertuig / (H)OVD voertuig
MICU (Mobile Intensive Care Unit)
Dienstvoertuig
TS vrijwillig mid-life update
Materieelvoertuig
Personeelsvoertuig
TS - beroeps
Hulpverleningsvoertuig
Redvoertuig (laddervoertuig / hoogwerker)
TS - vrijwillig
Haakarmbak
Commandohaakarmbak
Haakarmvoertuig
3
5
5
5
6
7
7
8
8
10
10
12
15
15
15
15
20
20
Jaarrekening 2013
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
47
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Schuimblusvoertuig
Watertransportsysteem
20 jaar
20 jaar
Werkkleding
Blushandschoenen
Uniform - beroeps
Redvest
Uitrusting hoogtewerken
Bluslaarzen - beroeps
Bluslaarzen - vrijwillig
Chemiepak
Helm
Reddingsvest
Uitrukkleding - beroeps
Uitrukkleding - vrijwillig
Beschermingsmiddelen
Droogpak
Droogtrommel
Gaspak
Uitrukkleding - vrijwillig
Wasmachine
Uniform - vrijwillig
3
5
5
7
5
8
5
8
5
5
8
10
10
10
10
10
10
12
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar
Deze zijn gewaardeerd op nominale waarde, voor zover nodig rekening houdend met mogelijke
oninbaarheid.
Overige activa
Alle overige activa in de balans zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
5.4.4 Passiva
Eigen vermogen
Het eigen vermogen van het programma Crisis- en Rampenbestrijding bestaat uit een algemene
reserve rampenbestrijding en uit een bestemde reserve voor btw-compensatie. Het eigen vermogen
van het programma RAV bestaat uit de reserves aanvaardbare kosten MKA en RAV. Het eigen
vermogen bestaat daarnaast uit het nog te bestemmen resultaat over het laatste boekjaar. Voor zover
niet anders vermeld zijn passiva gewaardeerd tegen nominale waarde.
Voorzieningen
De voorziening groot onderhoud wordt gevormd middels jaarlijkse dotaties in verband met in de
toekomst uit te voeren groot onderhoud aan het pand Blomboogerd 10 in Tiel van de RAV. De kosten
voor groot onderhoud worden in mindering gebracht op de voorziening. De planningshorizon is 30 jaar.
Er is een voorziening gevormd voor de afdekking van kosten voor niet-actief personeel uit het
programma Crisis- en Rampenbestrijding. De vorming van de voorziening is gebaseerd op de ingegane
verplichtingen van niet-actief personeel. De kosten van niet-actief personeel (flo-overgangsrecht) uit
het programma RAV kunnen worden gedeclareerd.
Tot slot is er een voorziening gevormd voor Individueel Loopbaanbudget (ILB) voor medewerkers die
vallen onder de CAO gemeenten. Op basis van deze CAO hebben ambtenaren over de periode 20132015 recht op ILB van € 500,- per jaar. Voor zover dit budget in 2013 niet werd besteed, maar
medewerkers wel een bestedingsplan hebben voor de jaren daarna, is het budget opgenomen in deze
voorziening.
De voorzieningen zijn nominaal gewaardeerd. Er wordt geen rente toegerekend aan de voorzieningen.
Voor zover niets anders vermeld zijn passiva gewaardeerd tegen nominale waarde.
Jaarrekening 2013
48
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.5
Toelichting balans
Bedragen x € 1.000,-
VASTE ACTIVA
Materiële vaste activa
De boekwaarde van de materiële vaste activa per ultimo:
31-12-2013
31-12-2012
22.195
350
250
250
15.212
2.699
Inventaris Medisch
645
383
Inventaris
633
421
Verbindingsmiddelen
232
62
Gebouwen
Gronden en terreinen
Wagenpark
Automatisering
1.423
860
40.590
5.024
Voor een specificatie zie het mutatieoverzicht materiele vaste activa verderop in deze toelichting op de
balans.
VLOTTENDE ACTIVA
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar
31-12-2013
31-12-2012
5.840
2.109
De samenstelling van de vorderingen en de overlopende activa is als volgt:
Debiteuren
Voorziening dubieuze debiteuren
Debiteuren openbare lichamen
Fietsregeling personeel
-147
-82
515
1.140
48
30
1.770
0
Vooruitbetaalde bedragen
429
129
Verrekening deelnemende gemeenten
145
0
1.231
105
9.831
3.431
Uitzettingen Rijks schatkist
Nog te ontvangen bedragen
De debiteurenstand is eind 2013 fors hoger dan per eind 2012. Dit komt doordat de RAV vanwege een
nieuw rittenregistratiesyteem later dan normaal factureerde. De daling van vorderingen op openbare
lichamen laat zien dat deze vorderingen eind 2013 genormaliseerd zijn in vergelijking met eind 2012. Het
te verrekenen bedrag met deelnemende gemeenten is de hogere btw-last (ten opzichte van het in de
begroting 2013 geschatte bedrag) over 2013 op de brandweerexploitatie. Deelnemende gemeenten
kunnen deze extra btw over 2013 declareren bij het btw-compensatiefonds.
Jaarrekening 2013
49
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Eind 2013 is de Veiligheidsregio van start gegaan met schatkistbankieren. Middelen opnemen uit de
schatkist kan per dag tot het bedrag van de intradaglimiet van € 2.500.000,-. Over middelen die in de
schatkist worden aangehouden, wordt dezelfde rente vergoed als de rente die het Rijk anders op de gelden kapitaalmarkt had betaald. Voor saldi op de rekening-courant wordt de daggeldrente (Eonia) vergoed.
De nog te ontvangen bedragen hebben betrekking op:
Rijk
Overig
31-12-2013
31-12-2012
16
32
1.215
73
1.231
105
De nog te ontvangen bijdragen hebben vrijwel volledig betrekking op de nog te factureren bijdrage aan de
Politie voor haar deelname in de Gemeenschappelijke Meldkamer.
Stand per
01-01-2013
Toename
Stand per
31-12-2013
Afname
Rijk
Subsidie blusboten
32
0
16
16
Totaal
32
0
16
16
31-12-2013
31-12-2012
Rek. courant Rabobank
172
0
Rek. courant ING-bank
96
5.662
Rek. courant BNG-bank
5
60
274
5.721
Liquide middelen
Overtollige middelen worden, met uitzondering van het drempelbedrag van € 250.000,-, vanaf medio
december aangehouden in de schatkist van het Rijk (zie uitzettingen met een rentetypische looptijd <1
jaar).
PASSIVA
Vaste passiva
31-12-2013
31-12-2012
Reserve aanvaardbare kosten MKA
7
-87
Reserve aanvaardbare kosten RAV
3.872
4.118
Algemene Reserve Crisis en Rampenbestrijding
1.883
1.055
Bestemde Reserve convenantsgelden
0
140
Bestemde Reserve Regionalisering Brandweer
0
522
Bestemde Reserve btw-compensatie
430
0
Bestemde Reserve kwaliteit personeel Veiligheidsregio
181
289
6.373
6.038
Jaarrekening 2013
50
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Nog te bestemmen resultaat MKA
-47
94
Nog te bestemmen resultaat RAV
-384
-246
2.253
1.228
Nog te bestemmen resultaat financiële menskracht
65
0
Nog te bestemmen resultaat piket crisiscommunicatie
75
0
1.962
1.076
Nog te bestemmen resultaat Crisis en Rampenbestrijding
Totaal nog te bestemmen resultaat
Nadere uiteenzetting nog te bestemmen resultaat naar programma
Vanuit het jaarresultaat 2013 programma RAV na bestemmen wordt voorgesteld om:
Te onttrekken aan de reserve aanvaardbare kosten MKA
-47.000
Te onttrekken aan de reserve aanvaardbare kosten RAV
-384.000
Totaal programma RAV
-431.000
Vanuit het jaarresultaat 2013 programma Crisis en Rampenbestrijding na bestemmen wordt
voorgesteld om:
Toevoegen aan een bestemde reserve in verband met piketkosten crisiscommunicatie
75.000
Toevoegen aan een bestemde reserve in verband met extra inzet financieel personeel
65.000
Toe te voegen aan de Alg. Reserve Crisis en Rampenbestrijding tot 5% van de omzet
150.000
Incidenteel uit te keren aan deelnemende gemeenten
2.103.000
Totaal programma Crisis en Rampenbestrijding
2.393.000
Totaal voorstel voor resultaat 2013
1.962.000
Reserveverloop 2013
Stand per
Bestemming
Mutatie in
Stand per
1-1-2013
2012
2013
31-12-2013
Reserve aanvaardbare kosten MKA
-87
94
0
7
Reserve aanvaardbare kosten RAV
4.118
-246
0
3.872
Algemene Res. Rampenbestrijding
1.055
1.228
-400
1.883
Bestemde Res. Convenantsgelden
140
0
-140
0
Bestemde Res. Regionalisering Brandweer
522
0
-522
0
0
430
Bestemde Res. btw-compensatie
Bestemde Res. Kwaliteit personeel VR
0
430
289
0
-108
181
6.038
1.076
-740
6.373
Het algemeen bestuur heeft op 11 juli 2013 besloten dat uit de algemene reserve rampenbestrijding een
bedrag van € 400.000,- en uit de bestemde reserve convenantsgelden € 140.000,- uitgekeerd wordt aan
deelnemende gemeenten. Deze bedragen zijn verrekend met het derde voorschot voor de gemeentelijke
bijdragen 2013.
Op 12 december 2013 besloot het algemeen bestuur om een bestemde reserve van € 430.000,- te
vormen om het mogelijk te maken om gemeenten in 2014 en in 2015 een korting op de gemeentelijke
bijdrage te geven van € 215.000,- vanwege het vervallen van de mogelijkheid van btw-compensatie.
Met betrekking tot de bestemde reserve Regionalisering Brandweer is deze in 2013 volledig besteed. Dat
geldt niet voor de bestemde reserve Kwaliteit personeel Veiligheidsregio's. Voorgesteld wordt om het
restant uit te betalen aan deelnemende gemeenten.
Jaarrekening 2013
51
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Voorzieningen
De VRGZ heeft drie voorzieningen; een voorziening onderhoud, een voorziening voor niet-actief
personeel en een voorziening voor het Individueel Loopbaanbudget (ILB).
Voorziening periodiek onderhoud
31-12-2013
31-12-2012
Stand per 1 januari
12
0
Dotatie boekjaar
12
12
0
0
23
12
Onttrekking boekjaar
Stand per 31 december
Om de onderhoudskosten voor het pand Blomboogerd 10 in Tiel te kunnen egaliseren is de RAV in 2012
begonnen met de vorming van een voorziening op basis van een Meerjarig OnderhoudsPlan (MOP). De
planningshorizon is 30 jaar.
Voorziening niet-actief personeel
Stand per 1 januari
Dotatie boekjaar
Onttrekking boekjaar
Stand per 31 december
31-12-2013
31-12-2012
363
355
67
196
-179
-188
251
363
De voorziening voor niet-actief personeel betreft een voorziening voor personeelsleden met een FLOovergangsrecht of WW-verplichting. De onttrekking aan de voorziening bedraagt in 2013 € 179.000,- en
heeft vooral betrekking op uitgaven in verband met het FLO-overgangsrecht. De dotatie bedraagt €
67.000,- voor een in 2013 ingegane WW-verplichting.
Voorziening Individueel Loopbaanbudget (ILB)
Stand per 1 januari
Dotatie boekjaar
Onttrekking boekjaar
Stand per 31 december
31-12-2013
31-12-2012
0
0
105
0
0
0
105
0
Medewerkers van de Veiligheidsregio (die niet vallen onder de ambulance CAO) kunnen jaarlijks € 500,in de jaren 2013-2015 besteden in het kader van loopbaan beleid. In 2013 is hiervoor voor € 110.000,aan plannen ingediend die in 2014 of 2015 zullen worden besteed.
Jaarrekening 2013
52
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Vaste schuld met rentetypische looptijd > 1 jaar
Onderhandse leningen
31-12-2013
31-12-2012
26.400
0
0
0
26.400
0
0
0
26.400
0
Het verloop van de leningen in 2013 is als volgt:
Opgenomen leningen per 1 januari
Opgenomen leningen in boekjaar
Aflossingen in boekjaar
Opgenomen leningen per 31 december
In 2013 heeft de Veiligheidsregio materieel en kazernes van de brandweer overgenomen van de
gemeenten. Om dit te kunnen financieren zijn een aantal langlopende en kortlopende leningen
aangetrokken. De rentekosten bedragen in 2013 € 42.000,-. Een specificatie van de langlopende leningen
is in de bijlagen bij deze jaarstukken opgenomen (zie paragraaf 6.6).
Vlottende passiva
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar
De samenstelling van de kortlopende schulden en overlopende passiva is:
31-12-2013
31-12-2012
Kasgeldleningen
5.000
0
Crediteuren
2.124
1.043
Nog in tarieven te verrekenen
2.046
700
Nog te betalen loonbelasting
1.258
641
869
512
1.230
802
180
433
2.874
2.556
15.581
6.687
Nog te betalen sociale lasten/pensioenpremies
Nog te betalen aan personeel
Vooruitontvangen inkomsten
Nog te betalen bedragen
De kasgeldlening is afgesloten tegen een rente van 0,18% voor de duur van 6 weken en loopt medio
januari af.
Voor een specificatie van nog in de tarieven te verrekenen zie de bijlagen (paragraaf 6.3).
De vooruitontvangen inkomsten hebben betrekking op:
Gemeenten
Rijk
Overig
Jaarrekening 2013
31-12-2013
31-12-2012
25
83
126
282
30
69
180
433
53
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Stand per
01-01-2013
Toename
Stand per
31-12-2013
Afname
Subsidie Risicokaarten RAV
13
0
1
12
Subsidie Planbaar vervoer RAV
52
0
52
0
Subsidie triagesysteem
17
15
31
0
Europees Sociaal Fonds (ESF)
52
0
52
0
Crisiscommunicatieopleidingen (GROOTER)
0
10
0
10
Informatiemanagement
Implementatie Regionaal CrisisPlan (iRCP)
Stafsectie bevolkingszorg
0
30
0
30
83
0
58
25
Subsidie veiligstellen 25 KV bovenleiding
217
105
218
103
Totaal
433
160
413
180
Jaarrekening 2013
54
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Mutatieoverzicht materiële vaste activa
Gebouwen
Gronden en
terreinen
Wagenpark
Inventaris en VerbindingsAutomatisering
Scholing
middelen
Aanschafwaarde per 1-1-2013
Cumulatieve afschrijving per 1-1-2013
674
324
250
0
5.057
2.358
2.298
1.494
534
473
1.700
840
10.513
5.489
Boekwaarde per 1-1-2013
350
250
2.699
804
62
860
5.024
Investeringen
Overname activa gemeenten*
Overname kazernes gemeenten*
Desinvesteringen/ buitengebruikstellingen
Afschrijvingen
Desinvesteringen/ buitengebruikstellingen
188
0
21.700
0
43
0
0
0
0
0
0
0
2.245
12.720
0
0
2.451
0
618
180
0
24
325
24
92
192
0
0
113
0
912
107
0
180
377
101
4.055
13.199
21.700
204
3.310
125
Boekwaarde 31-12-2013
22.195
250
15.212
1.278
232
1.423
40.590
Aanschaf waarde per 31-12-2013
Cumulatieve afschrijvingen
22.562
367
250
0
20.022
4.810
3.074
1.796
818
586
2.539
1.116
49.265
8.674
Boekwaarde 31-12-2013
22.195
250
15.212
1.278
232
1.423
40.590
Totaal
Bedragen x € 1.000,-
* In verband met de regionalisering van de brandweer per 1 januari 2013 heeft de Veiligheidsregio de activa van de gemeenten overgenomen. Daarnaast zijn van diverse
gemeenten kazernes overgenomen. Omdat de overdracht van de kazernes pas eind 2013 heeft plaatsgevonden is nog geen splitsing bekend in grond, gebouw en inventaris. Dit
wordt in 2014 verder uitgevraagd.
Afschrijvingskosten en kapitaallasten 2013
Afschrijvingskosten
3.310
Verschil tussen doorbelaste afschrijvingskosten van en aan Politie
Afschrijvingskosten
Berekende rentelasten over investeringen
-8
3.302
721
Kapitaallasten resultatenrekening
4.023
Jaarrekening 2013
55
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Vakantiegeldverplichting
De vakantiegeldverplichting aan het personeel over de periode juni tot en met december 2013 is in lijn
met BBV niet in de balans verwerkt. De bruto verplichting aan het personeel is:
Crisis- en rampenbestrijding
608.000
Regionale Ambulancevoorziening
313.000
Totaal
921.000
Huur hoofdgebouw
De VRGZ is een huurovereenkomst aangegaan met de GGD regio Nijmegen inzake huur (deel van het)
pand Groenewoudseweg 275 te Nijmegen. De looptijd van de overeenkomst is tot 1 januari 2017. De
opzegtermijn bedraagt 1 jaar. Jaarlijks vindt indexering plaats o.b.v. consumentenprijsindex van het CBS.
Tussentijdse opzegging is voor de VRGZ niet mogelijk. De huurverplichting bedraagt per jaar bijna €
320.000,-.
Huur dependances RAV
De RAV is met meerdere verhuurders huurovereenkomsten aangegaan voor dependances, in totaal 7
locaties. De huurovereenkomsten zijn gesloten voor bepaalde of onbepaalde tijd. De opzegtermijn
varieert van 4 tot 6 tot 12 maanden. In enkele gevallen wordt bij opzegging voor afloop van het contract
extra kosten in rekening gebracht. De totale jaarlijkse huurprijs bedraagt circa € 190.000,-.
Gemeenschappelijke meldkamer
De Veiligheidsregio werkt intensief samen met de politie Gelderland-Zuid voor wat betreft de meldkamer.
Voor 2014 is de minimale bijdrage aan de politie Gelderland-Zuid begroot op ca. € 375.000,-.
Huur ambulances
De RAV huurt per 31 december 2013 8 ambulances. Deze huurcontracten zijn per dag opzegbaar en de
totale huursom per maand is € 48.000,- inclusief BTW.
Overdracht kazernes en financiering
In het kader van de regionalisering zijn in 2013 diverse kazernes overgedragen aan de Veiligheidsregio.
In 2014 wordt het restant van de kazernes overgedragen. Hiervoor zullen leningen aangetrokken moeten
worden. Verder worden in de loop van 2014 de beheers- en onderhoudskosten geïnventariseerd.
Met betrekking tot de staat van onderhoud van de panden wordt een technische schouw uitgevoerd. Dit
gebeurt conform NEN 2767 “conditiemeting van bouw- en installatiedelen”, waarbij conditie 3 (redelijk) zal
worden aangehouden als uitgangspunt. Geconstateerd achterstallig onderhoud aan de kazernes zal door
en voor rekening van de betreffende gemeente vóór 1 januari 2015 worden uitgevoerd. In de rapportage
van de technische schouw zal ook een meerjaren onderhoudsplan worden opgenomen. Omdat de
budgetten voor onderhoud en beheer van de kazernes pas vanaf 2015 worden overgedragen van
gemeenten naar de Veiligheidsregio is het ultimo 2013 niet noodzakelijk om een voorziening onderhoud
op te nemen in de deze jaarrekening.
Jaarrekening 2013
56
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Niet uit de balans blijkende activa
Onderstaand Rijksmaterieel is ter beschikking gesteld:
Materieel brandweer
Haakarmvoertuigen
Aantal
1
Haakarmbakken THU
3
Haakarmbakken WTS 1000
3
Haakarmbakken WTS 2500
1
Aanhangers watertransport
1
Commandobakken
2
Slangopneemapparaat
1
Jaarrekening 2013
57
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.6
Overzicht baten en lasten programma Crisis- en Rampenbestrijding
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie
Gewijzigde
Begroting
Realisatie
2013
begr. 2013
2013
2012
5.590
178
5.588
178
5.588
178
5.705
178
31.468
31.518
31.200
3.892
3.424
3.092
3.071
3.353
Som der bedrijfsopbrengsten
40.659
40.375
40.037
13.128
Personeelskosten
29.125
30.607
28.554
7.596
Kapitaallasten
3.260
3.822
3.788
538
Overige bedrijfskosten
6.692
6.312
8.029
4.601
Rentebaten en -lasten
-637
-385
-385
-1
38.440
40.356
39.985
12.734
2.219
19
51
394
Incidentele baten
64
0
0
0
Incidentele lasten
91
0
0
0
-27
0
0
0
2.193
19
51
394
Bestemde reserve regionalisering
-522
0
0
-834
Bestemde reserve kw. personeel VR's
-108
0
0
0
430
0
0
0
-200
0
0
-834
2.393
19
51
1.228
2.253
19
51
1.228
Nog te best. res. financiële menskracht
65
0
0
0
Nog te best. res. piket crisiscommunicatie
75
0
0
0
2.393
19
51
1.228
Subsidies Rijk
Subsidies Provincie
Bijdrage deelnemende Gemeenten
Overige opbrengsten
Som der bedrijfskosten
Saldo baten en lasten
Saldo incidentele baten en lasten
Gerealiseerd resultaat voor bestemmen
Bestemde reserve btw-compensatie
Totaal bestemd resultaat
Gerealiseerd resultaat na bestemmen
Voorstel resultaatbestemming
Nog te best. res. Crisis en Rampenbestrijding
Jaarrekening 2013
58
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.6.1 Wijzigingen programma Crisis- en Rampenbestrijding
Begroting Verschuivingen
Bedragen x € 1.000,-
2013
Subsidies Rijk
Subsidies Provincie
Bijdrage deelnemende Gemeenten
Overige opbrengsten
Ondersteunende
diensten
2013
Bezuiniging Nagekomen
correcties
brandweer
2013
2013
2013
Gewijzigde
Begroting
2013
5.588
5.588
178
178
31.200
3.071
119
318
31.518
-98
3.092
Som der bedrijfsopbrengsten
40.037
0
119
0
220
40.375
Personeelskosten
28.554
1.905
119
-168
198
30.607
35
3.822
19
6.311
Kapitaallasten
3.788
Overige bedrijfskosten
8.029
Rentebaten en -lasten
Som der bedrijfskosten
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
-1.905
168
-385
-385
39.986
0
119
0
251
40.356
51
0
0
0
-32
19
0
0
0
0
0
0
51
0
0
0
-32
19
Incidentele lasten
Incidentele baten
Incidenteel resultaat
Resultaat voor bestemming
Verschuivingen betreffen (budgettair neutrale) verschuivingen als gevolg van verfijning van de brandweerbegrotingen en de
afrekeningen met de gemeenten. Voor de Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) is € 704.000,- van algemene kosten
verschoven naar personele kosten. Daarnaast zijn alle budgetten voor opleiden, trainen en oefenen verschoven naar de
personeelskosten. Deze stonden deels onder de overige bedrijfskosten.
De wijziging ondersteunende diensten betreft de wijzigingen als gevolg van de fusie van de GGD Regio Nijmegen met GGD
Rivierenland per 1 juli 2013. Hierdoor nemen de personele kosten toe en zijn de verdeelsleutels van onderlinge verrekening
(VRGZ-GGD) aangepast.
De bijstelling in de bezuiniging betreft de herziening van de bezuiniging op de Meldkamer Brandweer (MKB) en de
uitwerking van de bezuinigingstaakstelling 2013 voor de brandweerorganisatie. Deze bezuiniging was ten tijde van het
opstellen van de begroting nog niet aan kostensoorten toegewezen. De bezuinigingen zijn voor 2013 incidenteel uitgewerkt;
in de begroting 2015 worden de uitgewerkte en goedgekeurde structuele bezuinigingen opgenomen.
De nagekomen correcties brandweer zijn correcties op de overgedragen gemeentelijke budgetten. Deze zijn met de
betreffende gemeenten afgestemd.
Jaarrekening 2013
59
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.7
Toelichting programma Crisis- en Rampenbestrijding
Bedragen x € 1.000,-
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Realisatie Gew. Begr. Realisatie
2013
2013
2012
Bijdragen Rampenbestrijding
Subsidies Provincie
178
178
178
Subsidies Rijk
5.590
5.588
5.705
Totaal bijdragen
5.768
5.765
5.883
31.468
31.518
3.892
37.235
37.283
9.775
Bijdrage deelnemende Gemeenten
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Subsidies Rijk
2
De BDUR-subsdie van het Rijk is € 53.000,- minder omdat geen loonindexering is toegekend. De bijdrage
voor het afkoppelen van de bovenleidingen Betuwe lijn is € 55.000,- hoger dan begroot door een correctie
van 2012.
Medio 2014 wordt een onderzoek gestart naar de verdeling van rijksuitkeringen voor Openbare Orde en
Veiligheid. Bekendmaking van de uitkomst van het onderzoek is voorzien in de BDUR-circulaire juni 2015.
Herverdeling van middelen zal dan vanaf 2016 van kracht kunnen worden.
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Bijdrage deelnemende Gemeenten
-50
In de begroting van de gemeentelijke bijdragen is een geschatte btw-last voor de gemeentelijke brandweer
van € 924.000,- opgenomen. De werkelijk gerealiseerde btw bedraagt over 2013 € 815.000,-. Het verschil €
108.000,- wordt met gemeenten verrekend. Zie hiervoor de bijlage verrekening deelnemende gemeenten.
Op basis van het regionaal crisisplan wordt een nieuwe crisisorganisatie met de naam
Stafsectiebevolkingszorg ingericht. Daarmee is in 2012 een start gemaakt. Van de niet bestede middelen
van 2012 ad. € 83.000,- is in 2013 € 58.000,- ingezet voor de inrichting van de crisisorganisatie en wordt
het restant à € 25.000,- ingezet voor oefeningen en proeves van bekwaamheid.
Realisatie Gew. Begr. Realisatie
2013
2013
2012
Overige opbrengsten
Bijdrage openbaar brandmeldsysteem
Overige opbrengsten
Jaarrekening 2013
318
272
327
3.105
2.820
3.026
3.424
3.092
3.353
60
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Bijdrage openbaar brandmeldsysteem
46
Het aantal abonnees dat aangesloten is op het openbaar brandmeldsysteem is in 2013 hoger uitgevallen
dan begroot. Deze extra opbrengst wordt ingezet om het aantal nodeloze uitrukken terug te dringen.
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Overige opbrengsten
286
De overige opbrengsten zijn hoger dan begroot omdat vanwege de fusie van GGD Regio Nijmegen met
GGD Rivierenland de door te berekenen kosten ondersteunende diensten structureel toenemen. Vanaf de
fusiedatum 1 juli 2013 is daarom ook de verdeelsleutel aangepast.
De ESF-subsidie (2008-2010) in het kader van scholingssubsidie brandweer is definitief afgewikkeld. Dit
leidt tot een incidenteel extra opbrengst van € 29.000,-.
De doorbelasting aan de politie voor de gemeenschappelijke meldkamer is € 55.000,- lager dan begroot. Er
zijn ook minder (gezamenlijke) personeelskosten gemaakt voor de GMK. De kosten FLO-overgangsrecht
voor het beroeps brandweerkorps werden niet opgenomen in de kosten en opbrengsten van de begroting
2013. Het verschil in opbrengst ten opzichte van de begroting à € 270.000,- wordt hier zichtbaar.
Voor diverse kleine projecten is € 26.000,- minder ontvangen dan begroot.
BEDRIJFSKOSTEN
Realisatie Gew. Begr. Realisatie
2013
2013
2012
19.300
21.334
5.127
Sociale lasten
2.011
2.112
634
Pensioenpremie
2.366
2.390
733
Verrekening personeelskosten
228
249
210
Uitkeringen
-10
0
-102
Opleidingen
2.615
3.053
128
995
1.335
325
27.504
30.472
7.056
1.621
135
540
29.125
30.607
7.596
Personeelskosten
Lonen en salarissen
Overige personeelslasten
Uitzendkrachten en detachering
Jaarrekening 2013
61
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Personeelskosten
-1.482
In de begroting 2013 is rekening gehouden met de nullijn voor gemeenteambtenaren. De nieuwe CAO die
in zou moeten gaan in 2013, is nog niet afgesloten. Het brutoloon werd in 2013 niet verhoogd.
De personeelskosten zijn € 1.482.000,- lager ten opzichte van de begroting. Dit wordt voornamelijk
voorzaakt door veelal incidentele onderbestedingen zoals het minder uitgeven aan vrijwilligersvergoedingen
(€ 235.000,-) en opleiden en oefenen (€ 350.000). Voor opleiden en oefenen is bij de brandweer in 2013
flink minder uitgegeven dan voorzien. Dit heeft voornamelijk te maken met de regionalisering waardoor het
opleidingsplan en de regionale oefenorganisatie is herzien. Daarom zijn veel opleidingen later gestart of
uitgesteld. Een nieuw opleidings- en oefenplan wordt gemaakt en zal in het tweede kwartaal 2014 gereed
zijn.
Verder zijn de functies van clustercommandant van de clusters MUG en Nijmegen tijdelijk waargenomen
door andere medewerkers van de VRGZ. Het tijdelijk niet invullen van deze functies levert in 2013
incidenteel een voordeel op van € 140.000,-. Ook de formatie voor calamiteitencoördinator (GMK) is nog
niet volledig ingevuld. Hierdoor zijn de personeelskosten in 2013 incidenteel € 122.000,- lager dan begroot.
(Zie ook minder overige opbrengsten GMK).
In 2013 was incidenteel circa 5 fte minder formatie in dienst bij het cluster Nijmegen dan in de begroting
werd aangenomen. Dit heeft met name te maken met het later invullen van diverse vacatures bij dit cluster
(€ 400.000,-).
De formatie voor ondersteunende diensten was incidenteel, met name in de eerste helft van 2013 nog niet
volledig ingevuld, waardoor onder personeelskosten een voordeel ontstaat van ongeveer € 200.000,-. Een
deel van de niet ingevulde formatie werd ingehuurd (zie dienstverlening derden). Verder kunnen
medewerkers van de Veiligheidsregio jaarlijks € 500,- besteden aan individueel loopbaanbeleid. De
uitgaven hiervoor zijn € 65.000,- lager dan begroot.
Tenslotte is voor het Veiligheidsbureau incidenteel € 25.000,- meer uitgegeven voor extra opleidingen
Stafsectie Bevolkingszorg (staan extra opbrengsten tegenover), een systeemoefening en extra opleiding
voor informatiemanagers. Bij de GHOR wordt € 93.000,- minder uitgegeven. Hiervan is € 38.000,structureel en € 55.000,- incidenteel minder als gevolg van het nog niet gereed zijn van opleidingen voor de
Stafsectie Geneeskundig.
Tegenover deze lagere kosten staat dat de bezuiniging op de Meldkamer Brandweer (MKB) in 2013 is
teruggedraaid. Omdat de formatie al terug was gebracht, moest deze weer worden opgehoogd naar het
oude niveau. De extra kosten die dit jaar vanwege het inwerken van nieuwe medewerkers worden gemaakt
bedragen € 80.000,- ten opzichte van de begroting.
Tevens is in de begroting voor personeelskosten geen rekening gehouden met de kosten van het FLOovergangsrecht voor het beroepskorps van gemeente Nijmegen. Deze kosten worden op basis van
nacalculatie afgerekend met gemeente Nijmegen en waren niet meegenomen in de gemeentelijke
bijdragen. De kosten bedroegen in 2013 € 270.000,- en ditzelfde bedrag is opgenomen onder overige
opbrengsten.
Jaarrekening 2013
62
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Realisatie Gew. Begr. Realisatie
2013
2013
2012
Kapitaallasten
Verbouwingen
23
39
23
2.690
2.811
226
0
6
0
Inventaris
156
142
95
Verbindingsmiddelen
108
199
26
Automatisering
266
419
168
1
1
1
15
205
0
3.260
3.822
538
Wagenpark/materieel
Inventaris Medisch
Scholing
Werkkleding
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Kapitaallasten
-563
De overname van het gemeentelijke brandweermateriaal en -materieel is in 2013 afgerekend met de
gemeenten. De boekwaarde van het overgenomen materieel lag lager dan bij de begroting werd
aangenomen.
Voor de brandweer is er voor 2014 een volledig nieuwe investeringsplanning opgesteld. Aan de meerjaren
investeringsplanning (2015-2018) wordt nog gewerkt. Veel voor 2013 begrote investeringen zijn vanwege
de ontwikkelingen op dit gebied sterk achter gebleven.
Ook de investeringen in ICT vinden gedeeltelijk later plaats dan begroot evenals de verbouwing aan het
brandweergebouw en voor de gemeenschappelijke meldkamer wordt minder geinvesteerd.
De kapitaallasten liggen derhalve in 2013 (incidenteel) lager dan begroot.
Realisatie Gew. Begr. Realisatie
2013
2013
2012
Overige bedrijfskosten
Huisvestingskosten
Kantoormiddelen
Medische zaken
480
312
9
577
319
5
527
150
5
Communicatieapparatuur
1.468
1.636
696
Wagenpark en werkmaterieel
2.376
2.373
341
60
92
286
0
0
485
802
604
774
-650
-782
-609
Regionalisering brandweer
523
0
834
Kwaliteit personeel
108
0
0
1.204
1.337
1.112
0
150
0
-637
-385
-1
6.054
5.926
4.600
Evenementen / paraatheidsvergoeding
Oefenen en opleiden
Dienstverlening door derden
Interne doorbelasting bedrijfsvoering
Algemene kosten
Onvoorzien
Rentebaten en -lasten
Jaarrekening 2013
63
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Huisvestingskosten
-97
De huisvestingslasten zijn incidenteel lager dan begroot vanwege later dan geplande uitbreiding van de
huisvesting voor de gegroeide bedrijfsvoeringsafdelingen. Er wordt gewerkt aan een huisvestingsplan voor
de langere termijn.
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Kantoormiddelen
-7
Ten behoeve van de brandweerclusters wordt er in 2013 gebruik gemaakt van een koeriersdienst. Dit leidt
tot hogere kosten € 60.000,-. De kosten voor boeken en tijdschriften, druk- en bindwerken en
kantoorbenodigheden blijven in de realisatie fors achter bij de begroting € 67.000,-.
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Medische zaken
De kosten voor verpleegkundige artikelen zijn € 3.000,- hoger dan bij de begroting werd aangenomen.
3
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Communicatieapparatuur
-168
De uitgaven voor communicatieapparatuur zijn op totaal niveau lager dan begroot. Dit is veroorzaakt door
onder- en overschrijdingen van uiteenlopende posten. De onderhoudskosten voor software, telefonie,
mobilofoon en de telefoonkosten zijn hoger uitgevallen dan begroot (tesamen ruim € 37.000,-). De
structurele kosten voor het softwarepakket Crash Recovery System (€ 25.000,-), waren niet begroot.
Als gevolg van het later in gebruik nemen van de ICT-infrastructuur en -voorzieningen dan begroot, zijn de
verwachte automatiseringskosten incidenteel met € 340.000,- naar beneden bijgesteld. Daarnaast stijgen
de telefoonkosten structureel als gevolg van de uitbreiding van de organisatie en blijken eerder geraamde
bedragen te laag ingeschat (€ 80.000,-). Een deel van deze kosten wordt via de opbrengsten
bedrijfsvoering doorbelast aan de GGD.
Vanwege de onzekerheid met betrekking tot de meldkamers van de toekomst is er voor gekozen alleen
nog noodzakelijke investeringen te doen op de Gemeenschappelijke meldkamer. In plaats hiervan is er
voor gekozen om apparatuur te leasen, waardoor de automatiseringskosten met € 30.000,- toenemen.
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Wagenpark en werkmaterieel
3
Deze kosten liggen op totaal niveau in lijn met de begroting. Wel is er € 271.000,- meer uitgegeven aan het
onderhoud van het wagenpark. Daar tegenover staat dat de uitgaven voor de aanschaf van klein materiaal
en vervoersmiddelen voor bijna eenzelfde bedrag lager zijn uitgevallen.
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Evenementen / paraatheidsvergoeding
-32
De werkelijk gemaakte kosten voor regionale piketvergoedingen met betrekking tot 2013 zijn lager dan
begroot. Dit leidt in 2013 tot een incidenteel voordeel.
Jaarrekening 2013
64
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Dienstverlening door derden
199
De stijging van de kosten werd deels veroorzaakt door het tijdelijk invullen van formatie bij de
Ondersteunende diensten. Verder werd gebruikt gemaakt van expertise voor de verbetering van de
managementinformatievoorziening en de administratieve organisatie.
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Interne doorbelasting bedrijfsvoering
132
De kosten voor ondersteunende diensten ICT, Interne Zaken, Post en Archief, Financiële Planning &
Control en Personeel & Organisatie worden volledig binnen het programma Crisis en Rampenbestrijding
verantwoord. Vanuit dat programma wordt een deel van de kosten intern doorbelast naar het programma
RAV. De interne doorbelasting is lager dan begroot omdat met name de kosten voor ICT lager zijn in
verband met vertraging in de uitrol van de nieuwe ICT omgeving.
Regionalisering brandweer
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
523
In 2013 is verder gegaan met de doorontwikkeling van de nieuwe organisatie. In 2013 zijn forse uitgaven
gedaan met name op het gebied van ICT (zie bijlage Regionalisering brandweer). Dit zal zijn vervolg krijgen
in het eerste halfjaar van 2014. De verplichtingen op het gebied van ICT, die doorlopen in 2014, zijn
meegenomen in de kosten.
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Kwaliteit personeel
108
Er is in 2013 specifiek en incidenteel ingezet op een kwaliteitsimpuls ten behoeve van personeel vanuit de
bestemde reserve kwaliteit personeel Veiligheidsregio.
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Algemene kosten
-134
De onderschrijding op algemene kosten betreft een mix van kleine voor- en nadelen. De grotere verschillen
zitten in het lager uitvallen van kosten die deels worden doorbelast naar de Politie (zie overige
opbrengsten) voor de gemeenschappelijke meldkamer, minder accountantskosten (€ 16.000,-), en minder
kantinekosten (€ 43.000,-) en vergaderkosten (€ 18.000,-).
Onvoorzien
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
-150
De post onvoorzien is in 2013 niet ingezet.
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Rentebaten en -lasten
-252
De rentekosten zijn in 2013 fors lager uitgevallen dan begroot. De Veiligheidsregio is in 2013 in staat
geweest het grootste deel van het jaar kortlopend te financieren. De rente op deze kasgeldleningen is fors
lager dan de langlopende financieringen waarmee in de begroting rekening werd gehouden.
Jaarrekening 2013
65
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
Realisatie Gew. Begr. Realisatie
2013
2013
2012
Incidentele baten
64
0
0
Incidentele lasten
91
0
0
-27
0
0
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Incidentele baten en lasten
-27
Er zijn in 2013 twee minnelijke regelingen getroffen met medewerkers, waardoor een incidentele last van €
85.000,- ontstaat. De incidentele opbrengsten van € 64.000,- betreft de verkoop van brandweermaterieel.
Jaarrekening 2013
66
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.8 Overzicht baten en lasten programma RAV
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie
Begroting
Realisatie
2013
2013
2012
17.168
16.745
16.740
-7
0
-179
575
684
593
0
0
110
39
17
35
Som der bedrijfsopbrengsten
17.776
17.446
17.299
Personeelskosten
13.223
13.157
13.133
763
751
580
Overige bedrijfskosten
4.240
3.739
3.748
Rentebaten en -lasten
-7
0
-3
18.218
17.646
17.457
-443
-200
-158
Incidentele baten
42
0
6
Incidentele lasten
30
0
0
Saldo incidentele baten en lasten
12
0
6
-431
-200
-152
0
0
0
-431
-200
-152
Nog te bestemmen resultaat RAV
-384
-29
-246
Nog te bestemmen resultaat MKA
-47
-171
94
Budget aanvaardbare kosten
Aanpassing budget voorgaande jaren
Subsidies Rijk
Subsidies Provincie
Overige opbrengsten
Kapitaallasten
Som der bedrijfskosten
Saldo baten en lasten
Gerealiseerd resultaat voor bestemmen
Bestemd resultaat
Gerealiseerd resultaat na bestemmen
Voorstel resultaatbestemming
Jaarrekening 2013
67
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.9 Toelichting programma Regionale Ambulance Voorziening
Bedragen x € 1.000,-
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Realisatie
Begroting
Realisatie
2013
2013
2012
17.168
16.745
16.740
-7
0
-179
17.162
16.745
16.561
Budget aanvaardbare kosten
Budget aanvaardbare kosten
Aanpassing budget voorgaande jaren
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Budget aanvaardbare kosten
416
De structurele stijging van het budget aanvaardbare kosten wordt voor een groot deel veroorzaakt door
indexering van loonkosten, materiële kosten en brandstofkosten (€ 216.000,-). In 2013 is de loonindex
0,90% hoger dan begroot en de materiële index 1,90% hoger dan begroot. Daarnaast is er sprake van een
extra compensatie vanuit zorgverzekeraars voor dubieuze debiteuren (€ 7.000,-).
In 2013 kreeg de RAV een incidentele vergoeding vanuit de vrije marge ter hoogte van € 200.000,-. Dit
budget werd ingezet om de paraatheid van rapid responders te verhogen, met name in Beek-Ubbergen,
zodat aanrijtijden naar Millingen aan de Rijn verbeterd kunnen worden (zie ook Personeelskosten).
Bij het opmaken van de jaarrekening 2012 bestond nog geen definitieve goedkeuring van de
zorgverzekeraars over het budget aanvaardbare kosten. Inmiddels is het budget vastgesteld met een kleine
afwijking.
Realisatie
Begroting
Realisatie
2013
2013
2012
Subsidies Rijk
Subsidies Rijk
575
684
593
575
684
593
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Subsidies Rijk
-109
De vergoeding voor het FLO-overgangsrecht die in 2012 meegenomen werd in de jaarrekening is bij de
definitieve vaststelling door het ministerie van VWS hoger uitgevallen (€ 31.000,-). Voor 2013 zal de
vergoeding € 140.000,- lager uitvallen dan begroot. Hier staan ook lagere personeelskosten tegenover (zie
personeelskosten).
Jaarrekening 2013
68
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Realisatie
Begroting
Realisatie
2013
2013
2012
Subsidies Provincie
Subsidies Provincie
Subsidies Provincie
0
0
110
0
0
110
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
0
Realisatie
Begroting
Realisatie
2013
2013
2012
Overige opbrengsten
Overige opbrengsten
39
17
35
39
17
35
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Overige opbrengsten
23
De hogere overige opbrengst wordt veroorzaakt doordat een medewerker in het kader van loopbaanbeleid
tijdelijk gedetacheerd werd.
BEDRIJFSKOSTEN
Realisatie
Begroting
Realisatie
2013
2013
2012
Personeelskosten
Lonen en salarissen
9.597
9.793
9.334
Sociale lasten
1.137
1.221
1.157
Pensioenpremie
1.380
1.322
1.268
-228
-249
-211
Uitkeringen
-66
-40
-75
Opleidingen
324
324
271
Overige personeelslasten
427
460
492
12.570
12.832
12.236
653
325
897
13.223
13.157
13.133
Verrekening personeelskosten
Uitzendkrachten en detachering
Jaarrekening 2013
69
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Personeelskosten
67
Voor 2013 werd 173,29 fte begroot, 176,32 fte werd daadwerkelijk ingezet (de inzet van paraat personeel
via uitzendbureaus is hier niet in mee gerekend).
De extra inzet voor Millingen aan de Rijn (die in 2012 werd gestart) in verband met wegwerkzaamheden op
de aanrijroute is in januari nog van kracht gebleven (€ 50.000,-).
Het rooster van de rapid responders is uitgebreid met 44 uur per week ten opzichte van de begroting 2013
(in de begroting was al een stijging voorzien). De structurele extra kosten zijn ruim € 100.000,-. Dit wordt
vergoed door zorgverzekeraars (zie Budget aanvaardbare kosten).
De formatie van het bedrijfsbureau is tijdelijk uitgebreid met een planner en administratief medewerker.
Verder is de formatie uitgebreid met een extra logistiek medewerker. De extra kosten zijn in 2013 ruim
€ 100.000,-.
De kosten voor het FLO-overgangsrecht zijn € 145.000,- lager dan begroot . De kosten worden voor 95%
vergoed door het ministerie van VWS (zie subsidies Rijk).
Overige kleine mutaties in de formatie hebben een kostenverlagend effect van € 38.000,-.
Realisatie
Begroting
Realisatie
2013
2013
2012
Kapitaallasten
Verbouwingen
54
51
43
Wagenpark/materieel
384
372
276
Inventaris Medisch
175
169
119
Inventaris
32
33
34
Verbindingsmiddelen
10
15
12
109
111
96
763
751
580
Automatisering
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Kapitaallasten
13
De afschrijvingen zijn in grote lijnen conform begroting. De hogere kosten voor het wagenpark worden
veroorzaakt door de aanschaf van een extra rapid responder, piketvoertuig en logistiek voertuig. De
automatisering is hoger vanwege het duurdere ritdata pakket en de medische kosten zijn hoger in verband
met dubbele afschrijvingen op de defibrillatoren (zie ook medische kosten).
Jaarrekening 2013
70
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Realisatie
Begroting
Realisatie
2013
2013
2012
Overige bedrijfskosten
Huisvestingskosten
384
361
356
Kantoormiddelen
50
59
53
Medische zaken
597
456
480
Communicatieapparatuur
548
393
412
1.296
1.091
1.256
Dienstverlening door derden
227
143
224
Interne doorbel. onderst. dienst
650
782
609
Algemene kosten
488
454
359
Oefenen en opleiden
0
0
0
Onvoorzien
0
0
0
-7
0
-3
4.232
3.739
3.744
Wagenpark en werkmaterieel
Rentebaten en -lasten
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Huisvestingskosten
23
De huisvestingskosten nemen toe vanwege de standplaats in Oosterhout die samen met RAV GelderlandMidden geëxploiteerd wordt. Deze werden in de begroting te laag ingeschat. Verder gingen de
schoonmaakkosten over de begroting heen in verband met de nieuwe locatie in Nijmegen-West.
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Kantoormiddelen
De kantoormiddelen vielen lager uit omdat minder kosten gemaakt werden voor druk- en bindwerken.
-9
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Medische zaken
141
De nieuw aangeschafte defibrillatoren zorgen voor problemen op de ambulance waardoor vooralsnog de
oude apparaten teruggeplaatst zijn en daarnaast (omdat een deel van de oude apparaten reeds verkocht is)
zijn er apparaten gehuurd. Dit zorgt voor kostenverhoging van € 80.000,-. Tevens moesten de oude
apparaten hierdoor opnieuw gekeurd worden (€ 13.000,-)
Vanwege indexering van prijzen en een hoger aantal ritten stijgen de kosten voor verpleegkundige artikelen
met € 30.000,-. Uitbreiding van een aantal onderhoudscontracten, omdat het aantal apparaten is
toegenomen, zorgt voor een structurele kostenstijging van ruim € 13.000,-.
Jaarrekening 2013
71
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Communicatieapparatuur
155
Vanwege de onzekerheid met betrekking tot de meldkamers naar de toekomst is ervoor gekozen alleen nog
noodzakelijke investeringen te doen op de Gemeenschappelijke meldkamer (met uitzondering van de
vervangingsinvesteringen van € 150.000,-) maar apparatuur te leasen. Hierdoor nemen de
automatiseringskosten structureel toe met € 30.000,-.
De RAV heeft in 2013 een nieuw patiënt-veiligheidssysteem in gebruik genomen (€ 25.000,-). Daarnaast is
de investering in het nieuwe ritdata-pakket fors hoger uitgevallen (zie investeringen) waardoor de jaarlijkse
onderhoudskosten ook fors hoger zijn dan begroot. Structureel nemen de kosten hierdoor met circa €
50.000,- toe en incidenteel met € 10.000,-.
De telefoonkosten zijn fors toegenomen als gevolg van het gebruik van meer mobiele apparatuur en het
datagebruik ervan (€ 15.000,-).
Als gevolg van een toename van het gebruik van diverse electronische apparatuur en het onderhoud
daarvan stijgen de kosten structureel met € 25.000,-.
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Wagenpark en werkmaterieel
205
De RAV heeft in 2013 een zevental ambulances aangeschaft en afscheid genomen van een zestal
huurambulances. Omdat de ambulances later in de tijd vervangen zijn en er één ambulance tijdelijk is
aangehouden om de wisseling soepel te laten verlopen is er een incidenteel hogere huurlast van €100.000,-
De brandstofkosten nemen toe omdat de brandstofprijzen structureel hoger blijken te zijn dan in de
begroting werd aangenomen en omdat er meer kilometers gereden worden. Dit verschil wordt grotendeels
gecompenseerd vanuit het budget aanvaardbare kosten (€ 25.000,-).
De onderhoudskosten vallen incidenteel € 45.000,- hoger uit als gevolg van sabotage van een aantal
ambulances. Diverse overige kleine overschrijdingen verklaren de overige € 35.000,-.
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Dienstverlening door derden
84
De RAV huurt externe expertise in voor de begeleiding en implementatie van het kwaliteitsmanagementsysteem en patiëntveiligheidssysteem (€45.000,-). Daarnaast wordt expertise van de gemeente Nijmegen
ingehuurd om de herallocatie van standplaatsen te begeleiden (€ 30.000,-). Het overige deel wordt
verklaard doordat meer beveiliging is ingehuurd voor de begeleiding van ambulancevervoer met
psychiatrische patiënten.
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Algemene kosten
33
De inschrijving voor het basislidmaatschap voor de beroepsvereniging van zorgprofessionals (V&VN) was
abusievelijk niet begroot (€ 15.000,-).
De doorbelasting van de personeelskosten van de GMK is incidenteel lager dan begroot omdat een deel
van de formatie nog niet volledig is ingevuld (€ 40.000,-).
De kosten voor dubieuze debiteuren zijn hoger dan verwacht (€ 40.000,-). Hiertegenover staat deels een
extra compensatie vanuit het budget aanvaardbare kosten.
In de begroting werd aangenomen dat de accountskosten via de inhuur van ondersteunende diensten zou
komen, dit is niet het geval. Dit betekent een verschuiving in de kosten waardoor de kosten hier met €
18.000,- toenemen en bij inhuur van ondersteunende diensten afnemen.
Jaarrekening 2013
72
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Interne doorbel. onderst. dienst
-132
De nieuwe ICT-infrastructuur is later in gebruik genomen dan in de begroting werd aangenomen. Hierdoor
vallen de kosten voor inhuur van ondersteunende diensten incidenteel lager uit. Daarnaast vindt een
verschuiving plaats van accountantskosten waardoor hier een voordeel gerealiseerd wordt van € 18.000,(zie algemene kosten).
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Rentebaten en -lasten
-7
Vanwege een lagere rentestand vallen de rentelasten lager uit. De rente is voor de RAV nacalculeerbaar
waardoor dit per saldo geen mutatie oplevert.
INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
Incidentele baten
Incidentele lasten
Realisatie
2013
Begroting
2013
Realisatie
2012
42
30
12
0
0
0
6
0
6
Verschil realisatie 2013 t.o.v. gewijzigde begr. 2013
Incidentele baten en lasten
12
In 2013 worden alle defibrillatoren vervangen (zie 4.2 Investeringsplanning 2013). In de begroting werd
uitgegaan van een gefaseerde vervanging. Er is voor gekozen om de oude defibrillatoren te verkopen zodra
de nieuwe apparaten goed functioneren, zodat uniformiteit blijft bestaan in medische apparatuur die gebruikt
wordt. De verwachte verkoopprijs is lager dan de boekwaarde. Hierdoor ontstaat een incidentele last.
Een oude rechtzaak werd afgerond. Hiervoor was een reservering opgenomen die achteraf bezien te hoog
was (€16.000,-). Daarnaast is diverse oude apparatuur verkocht (€ 26.000,-).
Jaarrekening 2013
73
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Ontvanger
A2
Juridische
grondslag
Nummer
V&J
Specifieke
uitkering
Departement
5.10 Overzicht specifieke uitkeringen (SISA)
Brede DoelUitkering
Rampenbestrijding (BDUR)
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond
van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking
sisa
I N D I C A T O R E N
Besteding 2013
Aard controle R
Besluit veiligheidsregio's
artikelen 8.3 en 8.4
Indicatornummer: A2 / 01
Veiligheidsregio's
€ 5.236.944
Bdur
5.226.444
Crisiscommunicatie GROOTER
10.500
5.236.944
5.10.1 Provinciale subsidie bijdrage
Gelders Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2011-2014, Algemene
Subsidieregeling Gelderland 1998 en de subsidie verleningsbeschikking
Naam Regio
Nummer beschikking
Maximale subsieverlening door
provincie
Besteed tlv provinciale
middelen
% eigen personeel tov
maximale subsidieverlening
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
2011-018498 dd 15 februari 2011
€ 97.813
€ 103.569
100%
% eigen personeel tov besteed
100%
tlv provinciale middelen
Eindverantwoording ja/nee
Ja
Aard controle
volgens Nota verwachtingen accountantscontrole versie
Circulaire sisa 2013
Jaarrekening 2013
74
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.11 Overzicht exploitatie blusboten
T.b.v. de afwikkeling van de Provinciale bijdrage aan het onderhoud van de blusboten 'Batouwe' en
'Gelderland' is deze specificatie opgenomen.
Kosten
Realisatie 2012
Realisatie 2013
400010
Bruto salaris
-
400500
Opleidingen
4.220
400820
Werkkleding
1.438
-
410020
Huur dependances
7.469
9.390
410150
Schoonmaakkosten
22
420210
Boeken/tijdschriften
3.904
420310
Kopiën/lichtdrukken
640
420720
Onderhoud software
20
430210
Verpleegkundige artikelen
-
430320
Onderhoud rep.med.app.
-
440000
Telefoonkosten
858
1.093
440030
Mobilofoonkosten
383
-
440720
Zendmachtigingen
29
139
440990
Overige communicatiekosten
1.214
340
450030
Verzekering vervoersmiddelen
22.727
24.508
450035
Verzekering werkmaterieel
412
425
450040
Onderhoud vervoersmiddelen
31.748
58.237
450045
Onderhoud/reparatie werkmaterieel
11.927
5.228
450060
Brandstof
33.900
32.806
450080
Schade
7.758
-
450110
1 Defibtech Lifeline AED tbv blusboot
-
1.585
450290
Overige kosten vervoersmiddelen
722
3.725
480610
Kantinekosten
890
1.165
490110
Extern advies
749
17.527
490120
Uitbesteding specialistische taken
495110
Scholing derden
500640
Kosten intern tarief H&V
Totaal kosten
268.898
4.339
3.468
77
-
249.000
-
1.122
-
36.941
34.818
418.091
467.768
Opbrengsten
802000
Subsidies rijk/PEA
80.255
44.642
802015
Subsidies provincie
80.000
80.000
802050
Gemeentelijke bijdrage financiering 1
188.908
35.577
349.163
160.219
68.928
307.549
Totaal opbrengsten
Saldo exploitatie blusboten
Jaarrekening 2013
75
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.12 Wet Normering Topinkomens
Vanaf 1 januari 2013 is de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) van
kracht. De WNT regelt niet alleen de openbaarmaking van topinkomens in de publieke en semipublieke sector, maar
stelt ook maxima aan de hoogte van die inkomens en tevens aan de ontslagvergoedingen.
De bezoldiging van de functionarissen die over 2013 in het kader van de WNT verantwoord worden, is als volgt:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
Topfunctionaris VRGZ
de naam
MR van Veen
de beloning
€ 111.891,84
de door de werkgever betaalde sociale-verzekeringspremies
€ 7.022,52
de belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
€ 68,40
de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn
€ 20.098,80
de functie of functies
Directeur
de duur en omvang van het dienstverband in het boekjaar
12 maanden, 100%
de in het boekjaar verrichte uitkeringen wegens beeindiging
Nvt
de naam en functie of functies die tijdens het dienstverband zijn bekleed
Directeur
het jaar waarin het dienstverband is geëindigd
Nvt
motivering van de verantwoordelijke in de jaarrekening de overschrijding
Nvt
Topfunctionaris die op andere grond
dan een arbeidsovereenkomst of
aanstelling werkzaam zijn
De heer C.F. van Eert
De heer K.C. Tammes
De heer J. de Boer
De heer R. van Schelven
De heer L.J.E.M. van Riswijk
Mevrouw M. de Vries
De heer H.C.G.W. Keereweer (wnd)
De heer P. Mengde
Mevrouw L.H.M. van Ruijven-van
De heer G.E.W. Prick.(wnd)
Mevrouw M. Schuurmans-Wijdeven
De heer H.C.G.W. Keereweer (wnd)
De heer C.W. Veerhoek
De heer A.J. van Hedel
De heer H.M.F. Bruls
De heer J. Beenakker
De heer P.G.J. Wilbers
De heer Th. A.M. Steenkamp
De heer J.Th.C.M. Verheijen
De heer A. van den Bosch
Vertegenwoordiger
van de gemeente
Beuningen
Buren
Buren
Culemborg
Druten
Geldermalsen
Groesbeek
Heumen
Lingewaal
Maasdriel
Millingen aan de Rijn
Millingen aan de Rijn
Neder-Betuwe
Neerijnen
Nijmegen
Tiel
Ubbergen
West Maas en Waal
Wijchen
Zaltbommel
Functie(s)
Bezoldiging
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Voorzitter A.B.
nvt
nvt
Plv Vrz A.B.
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Lid. A.B.
nvt
Jaarrekening 2013
Duur en omvang
functievervulling
boekjaar
12 maanden
tot 1 mei 2013
vanaf 6 mei 2013
12 maanden
12 maanden
12 maanden
12 maanden
12 maanden
12 maanden
12 maanden
tot 20 september
vanaf 26 september
12 maanden
12 maanden
12 maanden
12 maanden
12 maanden
12 maanden
12 maanden
12 maanden
76
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.13 Bestuur en vaststelling jaarrekening
5.13.1 Algemene gegevens
De gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid bestaat uit de sectoren:
 Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR);
 Regionale Ambulancevoorziening (RAV);
 Brandweer Gelderland-Zuid
 Veiligheidsbureau
 Gemeenschappelijke Meldkamer.
 De ondersteunende afdelingen:
- Financiële Planning & Control en Personeel & Organisatie
- ICT en Facilitaire Zaken
De Veiligheidsregio is werkzaam voor de gemeenten Beuningen, Buren, Culemborg, Druten,
Geldermalsen, Groesbeek, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Millingen aan de Rijn, Neder-Betuwe,
Neerijnen, Nijmegen, Tiel, Ubbergen, West Maas en Waal, Wijchen en Zaltbommel. De
gemeenschappelijke regeling is gevestigd in Nijmegen.
Voorzitter van de VRGZ is de burgemeester van Nijmegen. Plaatsvervangend voorzitter is de
burgemeester van Tiel.
Per 31 december 2013 was de samenstelling van het algemeen bestuur als volgt:
Vertegenwoordiger gemeente
Naam
Beuningen
Buren
De heer C.F. van Eert
De heer K.C. Tammes (tot 1 mei 2013)
De heer J. de Boer (vanaf 6 mei 2013).
De heer R. van Schelven
De heer L.J.E.M. van Riswijk
Mevrouw M. de Vries
De heer H.C.G.W. Keereweer (wnd)
De heer P. Mengde
Mevrouw L.H.M. van Ruijven-van Leeuwen
De heer Cloe D. de (wnd. tot 31 december 2012)
De heer G.E.W. Prick.(wnd. vanaf 1 januari 2013)
Mevrouw M. Schuurmans-Wijdeven (tot 20 september 2013)
De heer H.C.G.W. Keereweer (wnd vanaf 26 september 2013)
De heer C.W. Veerhoek
De heer A.J. van Hedel
De heer H.M.F. Bruls
De heer J. Beenakker
De heer P.G.J. Wilbers
De heer Th. A.M. Steenkamp
De heer J.Th.C.M. Verheijen
De heer A. van den Bosch
Culemborg
Druten
Geldermalsen
Groesbeek
Heumen
Lingewaal
Maasdriel
Millingen aan de Rijn
Neder-Betuwe
Neerijnen
Nijmegen
Tiel
Ubbergen
West Maas en Waal
Wijchen
Zaltbommel
5.13.2 Bestuurlijke structuur 2013
Het algemeen bestuur van de VRGZ heeft in 2013 besloten tot een nieuwe bestuurlijke structuur en
werkwijze. Doel daarvan is het vergroten van de betrokkenheid van bestuur en bestuurders bij de
voorbereiding, besluitvorming en uitvoering van het beleid van de VRGZ.
Een van de effecten is dat bestuurders in het algemeen bestuur verantwoordelijk zijn voor een
portefeuille of thema. De inhoudelijke discussies in het algemeen bestuur worden meer benadrukt en
gefaciliteerd.
Het dagelijks bestuur gaat hierdoor meer opereren als een agendacommissie die beoordeelt of
stukken in aanmerking komen voor besluitvorming.
Jaarrekening 2013
77
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Daarnaast wordt er gestreefd naar een zekere vorm van kruisbestuiving tussen de onderwerpen van
fysieke veiligheid en sociale veiligheid. Doel daarvan is de bestuurlijke betrokkenheid bij het
zogeheten districtelijk veiligheidsoverleg (met politie en Openbaar Ministerie) te vergroten door de
agenda's van fysieke en sociale veiligheid meer met elkaar te verbinden. Deze behoefte is ontstaan
na het wegvallen van het overleg in het zogeheten regionaal college ten gevolge van het instellen van
de Nationale Politie.
Naast deze meer intern gerichte betrokkenheid van de bestuurders, vertegenwoordigen sommige
portefeuillehouders de VRGZ in externe overleggen.
Deze andere structuur en werkwijze hebben onder andere de volgende consequenties.
 De omvang van het dagelijks bestuur is in 2013 teruggebracht van zeven tot vier leden: de
voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de portefeuillehouders Financiën en Personeel &
Organisatie.
 De algemeen directeur van de VRGZ is formeel secretaris van het dagelijks en algemeen Bestuur
van de VRGZ.
 De agenda en de openbare vergaderstukken voor de vergaderingen van het algemeen bestuur
worden enkele dagen voor aanvang van die vergaderingen op de website van de VRGZ geplaatst.
 Portefeuillehouders worden eerder betrokken in de voorbereiding en agendering van de
bestuursstukken voor vergaderingen van dagelijks en algemeen bestuur.
5.13.3 Portefeuilleverdeling dagelijks bestuur in 2013
In het nieuwe, kleinere dagelijks bestuur is een verdeling afgesproken van portefeuilles. Deze
verdeling zag in 2013 er als volgt uit:
Portefeuille
Algemeen bestuurlijke aangelegenheden,
voorzitter veiligheidsregio
Bestuurslid
De heer H.M.F. Bruls (Nijmegen)
Plaatsvervangend voorzitter
De heer J.Beenakker (Tiel)
Financiën
De heer R. van Schelven (Culemborg), opgevolgd per
8 februari 2013 door mevrouw M. de Vries
Personeel en informatievoorziening
De heer L.H.E.M. van Riswijk (Druten)
Zoals hiervoor al gemeld zijn meerdere portefeuilles of thema’s verdeeld over de leden van het
algemeen bestuur. Ook nemen enkele leden van het algemeen bestuur namens de VRGZ deel aan
externe overleggen.
Deze portefeuille-/themaverantwoordelijkheid –naast die van de leden van het dagelijks bestuur- is
per 23 mei 2013 als volgt vastgesteld:
Portefeuille
Fysieke veiligheid
Politie/RIEC (regionaal Informatie- en
expertisecentrum)
Bestuurslid
Witte kolom (GHOR en
ambulancevoorziening)
De heer P. Mengde
Gemeentelijke kolom
Mevrouw L.H.M. van Ruijven-van Leeuwen
Algemene Rampen en crisisbeheersing
De heer J.Th.C.M. Verheijen
De heer H.M.F. Bruls
Jaarrekening 2013
78
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Meldkamer/informatievoorziening
De heer C.F. van Eert
Evenementen
De heer A. van den Bosch
Regionaal Platform Criminaliteit
De heer J. de Boer
Sociale veiligheid
Huiselijk geweld
De heer J. de Boer
RIEC
De heer J. de Boer
Stuurploeg district Gelderland-Zuid
De heer R. van Schelven
Woninginbraken
De heer C.W. Veerhoek
Veiligheidshuizen
De heer H.M.F. Bruls
De heer J..Beenakker
De heer P. Mengde
Georganiseerde criminaliteit
De heer J. de Boer
Drank- en horecawet/alcohol
De heer Th. A.M. Steenkamp
Ad hoc thema’s die zijn toegedeeld
Verdeling brandweerkosten
Mevrouw M. de Vries
Onderzoek overdracht onroerend goed
(brandweer)
De heer R. van Schelven (ter afwikkeling)
Veiligheidsstrategie fase 2/IVPplanvorming
De heer J. Beenakker
Met de verdeling van de portefeuilles zijn geen formele besluitvormende bevoegdheden
overgedragen. Elke portefeuillehouder dient onderwerpen in het dagelijks bestuur te agenderen, ter
voorbereiding op besluitvorming in het algemeen bestuur.
5.13.4 Vergaderingen
Het dagelijks bestuur en algemeen bestuur zijn in 2013 ieder negen keer bijeen geweest. Voor
het algemeen bestuur zijn daarnaast nog twee extra bijeenkomsten geweest over de thema's
‘regionalisering brandweer’, ‘bestuurlijke organisatiestructuur veiligheidsregio’ en ‘ontwikkelingen
omtrent de meldkamer’.
5.13.5 Directie
De directie van de Veiligheidsregio bestaat uit mevrouw M.R. van Veen, algemeen directeur
Veiligheidsregio. De heer M. Honigh is directeur RAV. De heer D. van Zanten is regionaal
commandant. Mevrouw M.N. Pieters, Directeur Publieke Gezondheid, is lid van de directie van de
VRGZ voor wat betreft de GHOR.
De directie verklaart hierbij dat de jaarrekening 2013 naar waarheid en in overeenstemming met de
richtlijnen, zoals deze in 2013 van toepassing waren, is opgesteld.
5.13.6 Goedkeuring jaarrekening
De jaarrekening 2013 zal worden goedgekeurd door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio
Gelderland-Zuid nadat de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten in de gelegenheid zijn
gesteld om hun zienswijze naar voren te brengen. De jaarrekening is door het dagelijks bestuur
vastgesteld d.d. 20 maart 2014.
Jaarrekening 2013
79
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.14 Controle verklaring
Aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid te
Nijmegen
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de (in de jaarstukken onder hoofdstuk 5 opgenomen) jaarrekening 2013 van de
gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid te Nijmegen gecontroleerd. Deze
jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en het overzicht van baten en lasten over
2013 met de toelichtingen, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor
financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage.
Verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid is
verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met het in Nederland
geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Beleidsregels
toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT),
alsmede voor het opstellen van het jaarverslag (bestaande uit hoofdstukken 1 tot en met 4 van de
jaarstukken) in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording
provincies en gemeenten.
Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de
activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten,
lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in
overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder
verordeningen van de gemeenschappelijke regeling en het Controleprotocol WNT van de
Beleidsregels toepassing WNT.
Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het
noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van de
baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als
gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze
controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de
Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en
het door het algemeen bestuur op 7 juli 2011 vastgestelde ‘programma van eisen benoeming
accountant 2011-2014’ en de Beleidsregels toepassing WNT, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit
vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle
zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de
jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de
bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk
van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de
risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in
aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld
daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties,
gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze
risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de
effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke regeling. Een controle omvat
tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving
en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het dagelijks
bestuur van de gemeenschappelijke regeling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het
algehele beeld van de jaarrekening.
Jaarrekening 2013
80
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
De financiële rechtmatigheidscriteria zijn met het normenkader ter kennisgeving aangeboden aan het
algemeen bestuur op 12 december 2013 en geoperationaliseerd in de beheersorganisatie van de
gemeenschappelijke regeling.
De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor
onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid
7 Bado is deze goedkeuringstolerantie door het algemeen bestuur bij besluit van 7 juli 2011
vastgesteld.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een
onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio
Gelderland-Zuid een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten
over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met het Besluit
begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Beleidsregels toepassing WNT.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de
balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn
gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder
verordeningen van de gemeenschappelijke regeling en het Controleprotocol WNT van de
Beleidsregels toepassing WNT.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag (bestaande uit
hoofdstukken 1 tot en met 4 van de jaarstukken), voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar
is met de jaarrekening.
Arnhem, 2 april 2014
Deloitte Accountants B.V.
Was getekend: drs. M. Knip RA
Jaarrekening 2013
81
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
6 Bijlagen
Jaarverslag 2013
82
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
6.1
Budgetopbouw aanvaardbare kosten ambulancedienst
Budget aanvaardbare kosten 2012
Parameter Parameter
waarde
Loonkosten normbudget
- aantal standplaatsen
- aantal ongewogen ritten
- aantal gewogen ritten
- wachtgeld
- ATW / aantal fte
Loonkosten directie en administratie
Loonkosten opleiding
- loonkosten / Aantal fte ROC
- opleidingskosten SOSA
Overige loonkosten
- loonkosten niet SOSA opleidingen
- overige loonkosten
- verbetering spreiding & beschikbaarheid
- chauffeur / vergunning WBMW MICU
Totaal loonkosten
Materiële kosten normbudget
- Mat. kosten / Aantal fte ROC
- Mat. kosten / Totaal aantal kilometers
- Brandstofkosten / Totaal aantal kilometers
- Mat kosten / Totaal aantal ongewogen ritten
Onderhoud gebouwen
Heffingen, belastingen en verzekeringen
Energiekosten
Kosten ambulances
- materiële kosten verzekeringen
- materiële kosten AVLS-GIS
- materiële kosten C2000
Onderhoud medische inventaris
Kosten piketauto's
Overige materiële kosten
- Mat kosten schoonmaak
- Mat kosten verbindingsapparatuur
- overige mat. kosten, controleprotocol
Totaal materiële kosten
Afschrijvingskosten huisvesting
Afschrijvingskosten inventaris
Afschrijvingskosten ambulances
- afschrijving ambulances 2007
- afschrijving ambulances 2008
- afschrijving ambulances 2009
- afschrijving ambulances 2010
- afschrijving ambulances 2011
- afschrijving ambulances 2012
- afschrijvingskosten ambulance Micu
Afschrijvingskosten medische inventaris
- afschrijving medische inventaris 2007
- afschrijving medische inventaris 2008
- afschrijving medische inventaris 2009
- afschrijving medische inventaris 2010
- afschrijving medische inventaris 2011
- afschrijving medische inventaris 2012
- afschrijving medische inventaris Micu
- afschrijvingskosten AVLS-GIS 2007
Index
8 158.843,34 1,0245
30.015
90,24 1,0245
25.349
160,55 1,0245
30.015
0,65 1,0245
47 46.867,73 1,0245
30.015
19,73 1,0245
Budget
kasbasis
Nacalculatie
Herrekend Mutatie
budget
2012
1.301.880
2.774.887
4.169.404
20.110
2.257.712
606.603
1.301.880
2.774.887
4.169.404
20.110
2.257.712
606.603
31.136
66.033
99.622
600
53.979
14.407
63.851,00 1,0245
8,99 1,0245
65.415
276.438
65.415
276.438
1.565
6.603
1
2.104,00 1,0245
1 170.693,00 1,0245
1 651.648,61 1,0245
1 255.173,16 1,0245
2.156
174.875
667.614
261.425
12.578.519
1
30.015
2.156
52
174.875
4.181
1.338
668.952 15.997
261.425
6.252
1.338 12.579.857 300.425
1
1.102.169
1.102.169
30.015
1
1
1
13.838,62
0,16
0,23
15,36
14.558,18
2.725,34
15.587,13
1,0191
1,0191
1,0716
1,0191
1,0191
1,0191
1,0191
14.103
184.062
276.644
469.735
14.836
2.777
15.885
14.103
184.062
276.644
469.735
14.836
2.777
15.885
264
3.306
18.736
8.705
278
52
298
20
20
20
1
3
4.226,28
1.899,72
1.379,65
17.185,64
6.289,02
1,0191
1,0191
1,0191
1,0191
1,0191
86.140
38.720
28.120
17.514
19.227
86.140
38.720
28.120
17.514
19.227
1.620
720
520
328
360
1
1
1
24.138,88 1,0191
48.132,85 1,0191
1.259,24 1,0191
24.600
49.052
1.283
1.242.699
24.600
49.052
1.283
0 1.242.699
461
919
24
36.592
1
43.901,00 1,0000
43.901
-3.700
40.201
-3.700
17
18
18
20
20
20
1
0,00
4.483,53
4.522,53
4.508,51
4.575,24
4.662,63
0,00
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
0
80.704
81.405
90.170
91.505
93.253
0
0 -74.231
80.704
0
81.405
0
90.170
0
91.505
0
93.253 93.253
0 -4.485
17
18
18
20
20
20
1
17
0,00
1.809,44
1.825,18
1.819,52
1.846,45
1.881,72
0,00
0,00
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
0
32.570
32.853
36.390
36.929
37.634
0
0
0 -29.958
32.570
0
32.853
0
36.390
0
36.929
0
37.634 37.634
0 -1.810
0 -3.951
Jaarverslag 2013
83
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
- afschrijvingskosten AVLS-GIS 2008
- afschrijvingskosten AVLS-GIS 2009
- afschrijvingskosten AVLS-GIS 2010
- afschrijvingskosten AVLS-GIS 2011
- afschrijvingskosten AVLS-GIS 2012
- afschrijvingskosten AVLS-GIS Micu
- afschrijving C2000 2006
- afschrijving C2000 2007
- afschrijving C2000 2008
- afschrijving C2000 2009
- afschrijving C2000 2010
- afschrijving C2000 2011
- afschrijving C2000 2012
- afschrijving C2000 Micu
Overige afschrijvingskosten (huur)
Rentekosten
- rente vreemd vermogen
Afschrijving dubieuze debiteuren
Totaal kapitaallasten en financiering
Overige kosten
- Kosten SOVAM
- Vrije marge
- Kosten Afhijsen Brandweer
Totaal aanvaardbare kosten 2012
Parameter Parameter
waarde
Index
Budget
kasbasis
18
238,66
18
240,74
20
239,99
20
243,54
20
248,19
1
0,00
17
0,00
17
0,00
18
374,64
18
377,90
20
376,73
20
382,31
20
389,61
1
0,00
1 233.633,00
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
4.296
4.333
4.800
4.871
4.964
0
0
0
6.744
6.802
7.535
7.646
7.792
0
233.633
1 -30.503,00 1,0000
1 65.000,00 1,0000
-30.503
65.000
985.227
20
1.023,67 1,0245
1 304.946,34 1,0000
0
250,00 1,0000
20.975
274.051
0
15.101.471
Nacalculatie
7.880
Herrekend Mutatie
budget
2012
4.296
4.333
4.800
4.871
4.964
0
0
0
6.744
6.802
7.535
7.646
7.792
0
241.513
27.466
-3.037
65.000
31.646 1.016.873
0
0
0
0
4.964
-240
0
-6.203
0
0
0
0
7.792
-375
7.880
0
27.466
0
54.037
20.975
502
304.946 51.078
0
0
63.879 15.165.350 442.634
30.895
Rekenstaatnummer: 7 d.d. 19-09-2013
Budget aanvaardbare kosten 2013
Parameter Parameter
waarde
Loonkosten normbudget
- aantal standplaatsen
- aantal ongewogen ritten
- aantal gewogen ritten
- wachtgeld
- ATW / aantal fte
Loonkosten directie en administratie
Loonkosten opleiding
- loonkosten / Aantal fte ROC
- opleidingskosten SOSA
Overige loonkosten
- loonkosten niet SOSA opleidingen
- overige loonkosten
- verbetering spreiding & beschikbaarheid
- chauffeur / vergunning WBMW MICU
Totaal loonkosten
Materiële kosten normbudget
- Mat. kosten / Aantal fte ROC
- Mat. kosten / Totaal aantal kilometers
- Brandstofkosten / Totaal aantal kilometers
- Mat kosten / Totaal aantal ongewogen ritten
Onderhoud gebouwen
Heffingen, belastingen en verzekeringen
Energiekosten
Kosten ambulances
- materiële kosten verzekeringen
- materiële kosten AVLS-GIS
- materiële kosten C2000
Index
8 162.735,46 1,0214
30.015
92,45 1,0214
25.349
164,49 1,0214
30.015
0,67 1,0214
47 48.016,45 1,0214
30.015
20,22 1,0214
Budget
kasbasis
Nacalculatie
Herrekend Mutatie
budget
2012
1.329.744
2.834.319
4.258.885
20.410
2.306.049
619.810
1.329.744
2.834.319
4.258.885
20.410
2.306.049
619.810
27.864
59.432
89.481
300
48.337
13.207
65.415,35 1,0214
9,21 1,0214
66.815
282.441
66.815
282.441
1.400
6.003
1
2.154,89 1,0214
1 174.874,98 1,0214
1 668.952,00 1,0000
1 261.424,90 1,0214
2.201
178.617
668.952
267.019
12.835.263
1
30.015
1
1.102.169
1.102.169
30.015
1
1
1
20
20
20
14.102,94
0,17
0,25
15,66
14.836,25
2.777,39
15.884,84
2.201
45
178.617
3.742
14.316
683.268 14.316
267.019
5.594
14.316 12.849.579 269.722
1,0238
1,0238
1,0000
1,0238
1,0238
1,0238
1,0238
14.439
188.471
276.644
481.140
15.189
2.843
16.263
14.439
188.471
276.644
481.140
15.189
2.843
16.263
336
4.409
0
11.405
353
66
378
4.307,48 1,0238
1.935,92 1,0238
1.405,55 1,0238
88.200
39.640
28.780
88.200
39.640
28.780
2.060
920
660
Jaarverslag 2013
84
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Parameter Parameter
waarde
Onderhoud medische inventaris
Kosten piketauto's
Overige materiële kosten
- Mat kosten schoonmaak
- Mat kosten verbindingsapparatuur
- overige mat. kosten, controleprotocol
Totaal materiële kosten
Afschrijvingskosten huisvesting
Afschrijvingskosten inventaris
Afschrijvingskosten ambulances
- afschrijving ambulances 2008
- afschrijving ambulances 2009
- afschrijving ambulances 2010
- afschrijving ambulances 2011
- afschrijving ambulances 2012
- afschrijving ambulances 2013
Afschrijvingskosten medische inventaris
- afschrijving medische inventaris 2008
- afschrijving medische inventaris 2009
- afschrijving medische inventaris 2010
- afschrijving medische inventaris 2011
- afschrijving medische inventaris 2012
- afschrijving medische inventaris 2013
- afschrijvingskosten AVLS-GIS 2008
- afschrijvingskosten AVLS-GIS 2009
- afschrijvingskosten AVLS-GIS 2010
- afschrijvingskosten AVLS-GIS 2011
- afschrijvingskosten AVLS-GIS 2012
- afschrijvingskosten AVLS-GIS 2013
- afschrijving C2000 2008
- afschrijving C2000 2009
- afschrijving C2000 2010
- afschrijving C2000 2011
- afschrijving C2000 2012
- afschrijving C2000 2013
Overige afschrijvingskosten (huur)
Rentekosten
- rente vreemd vermogen
Afschrijving dubieuze debiteuren
Totaal kapitaallasten en financiering
Overige kosten
- Kosten SOVAM
- Vrije marge
- Kosten Afhijsen Brandweer
Totaal aanvaardbare kosten 2012
Index
Budget
kasbasis
Nacalculatie
Herrekend Mutatie
budget
2012
1
3
17.513,88 1,0238
6.409,14 1,0238
17.931
19.685
17.931
19.685
417
458
1
1
1
24.599,93 1,0238
49.052,18 1,0238
1.283,29 1,0238
25.185
50.220
1.314
1.265.944
25.185
50.220
1.314
0 1.265.944
585
1.167
31
23.245
1
43.901,00 1,0000
43.901,00
-7.002 36.899,00
-7.002
18
18
20
20
20
20
0,00
4.522,53
4.508,51
4.575,24
4.662,63
4.773,60
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
0
81.405
90.170
91.505
93.253
95.472
0 -80.704
81.405
0
90.170
0
91.505
0
93.253
0
95.472 95.472
18
18
20
20
20
20
18
18
20
20
20
20
18
18
20
20
20
20
1
0,00
1.825,18
1.819,52
1.846,45
1.881,72
1.926,50
0,00
240,74
239,99
243,54
248,19
254,10
0,00
377,90
376,73
382,31
389,61
398,88
233.633
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
0
32.853
36.390
36.929
37.634
38.530
0
4.333
4.800
4.871
4.964
5.082
0
6.802
7.535
7.646
7.792
7.978
233.633
-30.503 1,0000
77.000,00 1,0000
-30.503
77.000
1.019.975
0 -32.570
32.853
0
36.390
0
36.929
0
37.634
0
38.530 38.530
0 -4.296
4.333
0
4.800
0
4.871
0
4.964
0
5.082
5.082
0 -6.744
6.802
0
7.535
0
7.646
0
7.792
0
7.978
7.978
23.081
256.714 23.081
0
23.686
-6.817 23.686
77.000 12.000
39.765 1.059.740 74.513
20
1.048,75 1,0214
1 315.000,00 1,0000
0
250,00 1,0000
21.424
315.000
0
15.457.606
21.424
449
317.153 12.207
0
0
56.234 15.513.840 380.136
1
1
2.153
Rekenstaatnummer: 4 d.d. 19-09-2013
Jaarverslag 2013
85
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
6.2
Budgetopbouw aanvaardbare kosten meldkamer ambulancedienst
Budget aanvaardbare kosten 2012
Parameter Parameter
waarde
Loonkosten
Loonkosten normbudget
- meldingen t/m 25.000
- meldingen boven 25.000
- medisch adviseur MKA
- medisch adviseur melding
- stafmedewerker
Totaal loonkosten
Materiële kosten
Onderhoud gebouwen
Heffingen, belastingen en verzekeringen
Energiekosten
Kosten verbindingssysteem
- telefonie huur
- telefonie onderhoud
- mobilofonie huur
- mobilofonie onderhoud
- berichten centrum onderhoud
- overige kosten
- onderhoud GMS / MKA
- onderhoud GMS / Centr. Werkplek
- onderhoud GMS / Beh. Werkplek
- materiële kosten AVLS-GIS Centr. Werkpl.
Overige materiële kosten
- kosten schoonmaak
- kosten administratie
- overige materiële kosten
- overige materiële kosten, controleprotocol
Totaal materiële kosten
Afschrijvingskosten
Afschrijvingskosten inventaris
Afschrijvingskosten meldkamersysteem
- telefonie afschrijving
- afschrijving GMS / MKA 2009
- afschrijving GMS / MKA 2010
- afschrijving GMS / MKA 2011
- afschrijving GMS / MKA 2012
- afschrijving GMS / Centr. Werkplek 2009
- afschrijving GMS / Centr. Werkplek 2010
- afschrijving GMS / Centr. Werkplek 2011
- afschrijving GMS / Centr. Werkplek 2012
- afschrijving GMS / Beh. Werkplek 2009
- afschrijving GMS / Beh. Werkplek 2010
- afschrijving GMS / Beh. Werkplek 2011
- afschrijving GMS / Beh. Werkplek 2012
- afschrijving AVLS-GIS centr. Werkplek 2007
- afschrijving AVLS-GIS centr. Werkplek 2008
- afschrijving AVLS-GIS centr. Werkplek 2009
- afschrijving AVLS-GIS centr. Werkplek 2010
- afschrijving AVLS-GIS centr. Werkplek 2011
- afschrijving AVLS-GIS centr. Werkplek 2012
25.000,00
31,22
6.700,00
19,31
1,00 67.971,04
31.700,00
3,56
1,00 145.919,21
Index
Budget
kasbasis
1,0295
1,0295
1,0295
1,0295
1,0295
803.500
133.196
69.976
116.339
150.224
1.273.235
803.500
133.196
69.976
116.339
150.224
0 1.273.235
23.000
3.819
2.005
3.487
4.305
36.615
912
486
2.500
0
14.063
7.741
0
0
0
0
25.355
3.085
400
54.503
912
486
2.500
0
14.063
7.741
0
0
0
0
25.355
3.085
400
54.503
21
11
58
0
331
181
0
0
0
0
597
71
10
1.281
2.672
21.743
4.804
1.295
139.559
0
2.672
21.743
4.804
1.295
139.559
63
511
113
30
3.280
-1.491
9.203
-1.491
1,00
1,00
1,00
891,00
475,00
2.441,00
1,0241
1,0241
1,0241
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
3,00
1,00
3,00
13.732,00
7.559,00
0,00
0,00
0,00
0,00
24.758,00
1.004,00
391,00
17.740,00
1,0241
1,0241
1,0241
1,0241
1,0241
1,0241
1,0241
1,0241
1,0241
1,0241
1,00
1,00
1,00
1,00
2.609,00
21.231,00
4.691,00
1.265,00
1,0241
1,0241
1,0241
1,0241
1,00
10.694,00
1,0000
10.694
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
2,00
2,00
3,00
3,00
1,00
1,00
1,00
1,00
2,00
2,00
2,00
2,00
3,00
3,00
9.213,00
0,00
16.008,95
16.325,93
16.719,38
0,00
936,98
955,53
978,56
0,00
303,28
309,28
316,74
0,00
3.351,66
3.380,82
3.370,34
3.437,07
3.519,19
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
9.213
0
16.009
16.326
16.719
0
1.874
2.867
2.936
0
303
309
317
0
6.703
6.762
6.741
10.311
10.558
Jaarverslag 2013
Nacalculatie
Herreken Mutatie
d budget in 2012
9.213
0
0 -16.059
16.009
0
16.326
0
16.719 16.719
0 -1.880
1.874
0
2.867
0
2.936
2.936
0
-304
303
0
309
0
317
317
0 -6.528
6.703
0
6.762
0
6.741
0
10.311
0
10.558 10.558
86
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Overige afschrijvingskosten (huur)
Rentekosten
Totaal kapitaallasten
1,00
1,00
25.383,00
-2.805,00
1,0000
1,0000
25.383
-2.805
141.219
Generieke korting
Vrije marge regeling
Totaal aanvaardbare kosten MKA 2012
1,00
1,00
-647,00
0,00
1,0000
1,0000
-647
0
1.553.366
-2.263
2.918
-836
23.120
113
140.383
-2.263
2.918
4.922
-647
0
-836 1.552.530
0
0
44.818
Rekenstaatnummer: 6 d.d. 19-09-2013
Budget aanvaardbare kosten 2013
Parameter Parameter
waarde
Loonkosten
Loonkosten normbudget
- meldingen t/m 25.000
- meldingen boven 25.000
- medisch adviseur MKA
- medisch adviseur melding
- stafmedewerker
Totaal loonkosten
Materiële kosten
Onderhoud gebouwen
Heffingen, belastingen en verzekeringen
Energiekosten
Kosten verbindingssysteem
- telefonie huur
- telefonie onderhoud
- mobilofonie huur
- mobilofonie onderhoud
- berichten centrum onderhoud
- overige kosten
- onderhoud GMS / MKA
- onderhoud GMS / Centr. Werkplek
- onderhoud GMS / Beh. Werkplek
- materiële kosten AVLS-GIS Centr. Werkpl.
Overige materiële kosten
- kosten schoonmaak
- kosten administratie
- overige materiële kosten
- overige materiële kosten, controleprotocol
Totaal materiële kosten
Afschrijvingskosten
Afschrijvingskosten inventaris
Afschrijvingskosten meldkamersysteem
- telefonie afschrijving
- afschrijving GMS / MKA 2010
- afschrijving GMS / MKA 2011
- afschrijving GMS / MKA 2012
- afschrijving GMS / MKA 2013
- afschrijving GMS / Centr. Werkplek 2010
- afschrijving GMS / Centr. Werkplek 2011
- afschrijving GMS / Centr. Werkplek 2012
- afschrijving GMS / Centr. Werkplek 2013
- afschrijving GMS / Beh. Werkplek 2010
- afschrijving GMS / Beh. Werkplek 2010
- afschrijving GMS / Beh. Werkplek 2011
25.000,00
32,15
7.850,00
19,88
1,00 69.976,19
32.850,00
3,66
1,00 150.223,83
Index
Budget
kasbasis
1,0264
1,0264
1,0264
1,0264
1,0264
825.000
160.140
71.824
123.516
154.190
1.334.670
825.000
160.140
71.824
123.516
154.190
0 1.334.670
21.500
26.944
1.847
7.177
3.966
61.434
938
501
2.571
0
14.468
7.965
0
0
0
0
26.085
3.173
411
56.073
938
501
2.571
0
14.468
7.965
0
0
0
0
26.085
3.173
411
56.073
26
15
72
0
405
224
0
0
0
0
730
88
11
1.570
2.747
22.369
4.942
1.333
143.576
0
2.747
22.369
4.942
1.333
143.576
75
626
138
38
4.018
-1.491
9.203
0
1,00
1,00
1,00
911,89
487,20
2.499,50
1,0288
1,0288
1,0288
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
3,00
1,00
3,00
14.062,99
7.742,03
0,00
0,00
0,00
0,00
25.354,78
1.027,98
399,88
18.167,77
1,0288
1,0288
1,0288
1,0288
1,0288
1,0288
1,0288
1,0288
1,0288
1,0288
1,00
1,00
1,00
1,00
2.670,17
21.742,81
4.803,53
1.295,89
1,0288
1,0288
1,0288
1,0288
1,00
10.694,00
1,0000
10.694
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
2,00
3,00
3,00
3,00
1,00
1,00
1,00
9.213,00
0,00
16.325,93
16.719,38
17.200,90
0,00
955,53
978,56
1.006,74
0,00
309,28
316,74
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
9.213
0
16.326
16.719
17.201
0
2.867
2.936
3.020
0
309
317
Jaarverslag 2013
Nacalculatie
Herreken Mutatie
d budget in 2012
9.213
0
0 -16.009
16.326
0
16.719
0
17.201 17.201
0 -1.874
2.867
0
2.936
0
3.020
3.020
0
-303
309
0
317
0
87
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
- afschrijving GMS / Beh. Werkplek 2013
- afschrijving AVLS-GIS centr. Werkplek 2008
- afschrijving AVLS-GIS centr. Werkplek 2008
- afschrijving AVLS-GIS centr. Werkplek 2009
- afschrijving AVLS-GIS centr. Werkplek 2010
- afschrijving AVLS-GIS centr. Werkplek 2011
- afschrijving AVLS-GIS centr. Werkplek 2013
Overige afschrijvingskosten (huur)
Rentekosten
Totaal kapitaallasten
1,00
2,00
2,00
2,00
3,00
3,00
3,00
1,00
1,00
325,86
0,00
3.380,82
3.370,34
3.437,07
3.519,19
3.621,28
25.383,00
-2.805,00
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
1,0000
326
0
6.762
6.741
10.311
10.558
10.864
25.383
-2.805
147.742
Generieke korting
Vrije marge regeling
Totaal aanvaardbare kosten MKA 2012
1,00
1,00
-647,00
35.000,00
1,0000
1,0000
-647
35.000
1.660.341
-2.899
2.477
-1.913
326
0
6.762
6.741
10.311
10.558
10.864
22.484
-328
145.829
326
-6.703
0
0
0
0
10.864
-636
-441
5.445
-647
0
1.703
36.703 36.703
-210 1.660.131 107.600
Rekenstaatnummer: 3 d.d. 19-09-2013
Jaarverslag 2013
88
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
6.3
Verloop nog in tarieven te verrekenen financieringstekort /- overschot
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Realisatie
2010
2011
2012
2013
Regionale Ambulance Voorziening (RAV)
Saldo per 1 januari
-1.939
-3.217
-2.973
-758
Bij/af : financieringsverschil boekjaar
-1.818
152
2.223
-963
540
91
-8
-13
0
0
0
0
-3.217
-2.973
-758
-1.735
-613
-398
192
220
6
590
28
-369
210
0
0
0
0
0
0
0
-398
192
220
-149
Bij/af: correcties voorgaande jaren
Bij/af: betalingen/ontvangsten
Saldo per 31 december
Meldkamer Ambulancezorg (MKA)
Saldo per 1 januari
Bij/af : financieringsverschil boekjaar
Bij/af: correcties voorgaande jaren
Bij/af: betalingen/ontvangsten
Saldo per 31 december
Het financieringstekort -overschot bestaat uit het verschil tussen de daadwerkelijk gefactureerde
ritopbrengsten in een jaar en het budget waar de ambulancedienst volgens de rekenstaat recht op heeft.
Het saldo van dit tekort of overschot wordt in volgende jaren verrekend middels aanpassing van het rittarief.
Jaarverslag 2013
89
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
6.4
Specificatie van het financieringstekort /- overschot
Bedragen x € 1.000,-
Regionale Ambulance Voorziening (RAV)
Wettelijk budget aanvaardbare kosten
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Realisatie
2010
2011
2012
2013
15.603
14.766
15.101
15.458
-693
-35
77
56
14.910
14.731
15.178
15.514
12.779
10.691
8.904
12.318
0
0
0
0
2.331
2.295
2.285
2.315
486
477
539
567
1.136
1.118
1.236
1.271
-4
-2
-9
6
Totaal vergoedingen
16.727
14.579
12.955
16.477
Financieringstekort / -overschot RAV
-1.818
152
2.223
-963
Berekende nacalculatie
Herrekend budget aanvaardbare kosten
Vergoedingen
Basis tarief A-vervoer
Tijdelijke toeslag A-vervoer
Basis tarief B-vervoer
Basistarief Micu
Kilometers beladen
Tarief voorgaande jaren
Meldkamer Ambulancezorg (MKA)
Wettelijk budget aanvaardbare kosten
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Realisatie
2010
2011
2012
2013
1.431
1.509
1.553
1.660
2
-1
-1
0
1.432
1.508
1.553
1.660
1.222
918
1.525
2.029
Tijdelijke CPA-toeslag
0
0
0
0
Tarief voorgaande jaren
0
0
0
0
1.222
918
1.525
2.029
210
590
28
-369
Berekende nacalculatie
Herrekend budget aanvaardbare kosten
Vergoedingen
Basistarief CPA-toeslag
Totaal vergoedingen
Financieringstekort / -overschot MKA
Jaarverslag 2013
90
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
6.5
Investeringen
Ondersteunende diensten
Automatisering
ICT Infrastructuur
Licenties MS Office
Werkplekken
Telefooncentrale en WAN
Kwaliteitsbeheersysteem
Digitalisering P&F
Inkoopsysteem
Hard- en software
Inventaris
Meubilair
Verbouwingen
Brandweergebouw
Vloerbedekking
Schilderwerk
Totaal ondersteunende diensten
Sector GHOR
Automatisering
Stelpost hard- en software
Budget uit
Begroting
Budget
Realisatie
2012
2013
2013
2013
Verschil
naar 2014
3
0
0
0
0
0
25.000
10.000
53.500
396.000
144.000
58.000
120.000
50.000
0
0
0
396.000
144.000
58.000
120.000
50.000
25.000
10.000
53.500
378.337
0
164.808
140.096
0
0
0
0
17.663
144.000
-106.808
-20.096
50.000
25.000
10.000
53.500
0
0
0
0
0
0
10.000
53.500
4
0
95.000
95.000
11.675
83.325
80.000
4
0
0
0
88.500
460.000
65.000
27.000
1.415.000
460.000
65.000
27.000
1.503.500
0
0
0
694.916
460.000
65.000
27.000
808.584
460.000
0
0
603.500
0
5.000
5.000
0
5.000
0
1
2
3
5
5
Jaarverslag 2013
Doorschuiven
91
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Verbindingsmiddelen
Stelpost verbindingsmiddelen
Totaal sector GHOR
Sector Veiligheidsbureau
Automatisering
CRIB-software
Totaal sector Veiligheidsbureau
Sector RBGZ
Automatisering
Stelpost hard- en software
6
Begroting
Budget
Realisatie
Doorschuiven
2012
2013
2013
2013
Verschil
naar 2014
0
0
5.000
10.000
5.000
10.000
0
0
5.000
10.000
0
0
0
0
50.000
50.000
50.000
50.000
0
0
50.000
50.000
0
0
0
15.000
15.000
22.537
-7.537
0
0
5.000
5.000
59.570
-54.570
0
96.000
0
96.000
0
96.000
0
0
0
26.000
122.000
71.000
30.000
0
121.000
71.000
30.000
26.000
243.000
64.179
46.587
33.691
226.565
6.821
-16.587
-7.691
16.435
0
0
0
0
0
53.000
53.000
13.724
39.276
0
7
Inventaris
Stelpost inventaris
Verbindingsmiddelen
Portofoons C2000
Wagenpark en materieel
HOVD-voertuig west
Logistiek voertuig
Dienstvoertuig
Totaal sector RBGZ
Brandweerclusters
Automatisering
Hardware
Budget uit
7
Jaarverslag 2013
92
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Budget uit
Begroting
Budget
Realisatie
Doorschuiven
2012
2013
2013
2013
Verschil
naar 2014
Inventaris
Kantoor- en kazerne inventaris
0
0
0
28.008
-28.008
0
Verbindingsmiddelen
Communicatiemiddelen
0
250.000
250.000
40.227
209.773
0
Wagenpark en materieel
Voertuigen
Aanhangers
Ademlucht
Alarmering
Medische apparatuur
Mobiele Navigatie
Redgereedschap
Warmtebeeldcamera
Werkkleding
Totaal Clusters
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.833.000
46.000
293.000
17.000
13.000
211.000
85.000
12.000
91.000
2.904.000
1.833.000
46.000
293.000
17.000
13.000
211.000
85.000
12.000
91.000
2.904.000
629.620
3.851
116.750
0
0
0
105.306
44.414
199.430
1.181.329
1.203.380
42.149
176.250
17.000
13.000
211.000
-20.306
-32.414
-108.430
1.722.671
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.700.000
Sector GMK
Automatisering
Stelpost hard- en software
Borging primaire processen
Bronsystemen
0
150.000
30.000
42.000
0
0
42.000
150.000
30.000
0
84.171
0
42.000
65.829
30.000
0
0
0
Inventaris
Stelpost vervanging stoelen
Totaal sector GMK
0
180.000
5.000
47.000
5.000
227.000
7.260
91.431
-2.260
135.569
0
0
Jaarverslag 2013
93
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Budget uit
Begroting
Budget
Realisatie
2012
2013
2013
2013
Verschil
naar 2014
9
0
0
30.000
85.000
30.000
85.000
120.333
37.220
-90.333
47.780
0
47.780
10
65.000
34.000
99.000
0
99.000
99.000
0
0
10.000
185.000
40.000
50.000
50.000
0
0
0
50.000
50.000
10.000
185.000
40.000
6.045
13.940
24.049
471.574
40.314
43.955
36.060
-14.049
-286.574
-314
0
0
0
0
0
Verbindingsmiddelen
Stelpost verbindigsmiddelen
0
20.000
20.000
0
20.000
0
Verbouwingen
Stelpost verbouwingen
Semi permanente unit Nijmegen-West
Semi permanente unit Beuningen / Rumpt
0
0
0
20.000
0
0
20.000
0
0
6.395
132.041
49.757
13.605
-132.041
-49.757
0
0
0
0
0
0
0
300.000
0
35.000
25.000
823.000
1.172.000
0
35.000
25.000
823.000
1.472.000
7.302
100.151
35.702
816.188
1.861.012
-7.302
-65.151
-10.702
6.812
-389.012
0
0
0
0
146.780
Sector RAV
Automatisering
Stelpost hard- en software
Electronische ritformulieren
Inventaris
Stelpost inventaris
Inventaris ( medisch )
Stelpost medische inventaris
Stelpost brancards
Beademingsapparatuur
Defibrillatoren
Modulaire kasten
Wagenpark en materieel
Logistiek voertuig
Rapid Responder - Auto
Piketauto's
Ambulances
Totaal sector RAV
8
11
12
12
Jaarverslag 2013
Doorschuiven
94
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Totaal Veiligheidsregio
Budget uit
Begroting
Budget
Realisatie
Doorschuiven
2012
2013
2013
2013
Verschil
naar 2014
690.500
5.719.000
6.409.500
4.055.252
2.354.248
2.450.280
1
De investering in MS Office licenties komt te vervallen omdat deze in de nieuwe ICT omgeving onderdeel zijn van maandelijkse gebruikskosten.
2
De investering in vervanging van werkplekken is fors hoger dan begroot omdat er voor gekozen is meer gebruikers al in 2013 te laten switchen naar de nieuwe apparatuur.
Dit is een verschuiving in de tijd.
3
De investering in een inkoopsysteem zal naar verwachting in 2014 plaatsvinden net als de doorontwikkeling van het digitale archiefpakket.
4
De in 2013 geplande verbouwing van het Brandweergebouw en nieuw benodigd meubilair dat met de interne verhuizing samenhangt zal pas in 2014 plaatsvinden. Er
worden diverse scenario's tegen elkaar afgewogen.
5
De investering in vloerbedekking en schilderwerken wordt niet in 2013 uitgegeven. De GGD is en blijft huurder van het pand aan de Groenewoudseweg en de investering
wordt om die reden door de GGD betaald. De Veiligheidsregio betaalt hier middels de huurnota vanuit GGD naar rato aan mee.
6
Het slachtofferinformatiesysteem (CRIB-software) wordt landelijk ontwikkeld en hierdoor wordt dit niet geïnvesteerd door de Veiligheidsregio. Wel wordt er jaarlijks een
bijdrage betaald.
7
De projectorganisatie Regionalisering brandweer is in de loop van 2013 grotendeels opgeheven. Bestuurlijk is besloten de overdracht van brandweerkazernes naar de
Veiligheidsregio gefaseerd plaats te laten vinden.
De overname van het gemeentelijke brandweermateriaal en materieel is inmiddels afgerond en de afrekening met de gemeenten heeft plaatgevonden. In lijn met deze
ontwikkelingen is voor 2014 een volledig nieuw investeringbudget opgesteld. Veel begrote investeringen bij de clusters zijn vanwege de nieuwe organisatie en nieuwe visie
en strategie van de Brandweer tijdelijk (doorgeschoven) of permanent bevroren. Een directe koppeling met de begroting 2013 en daarmee samenhangend het doorschuiven
van begrote investeringen is door de volledig nieuwe opzet van de investeringsbegroting niet meer te maken. Vandaar dat deze kolom in de jaarrekening niet is gevuld
ondanks dat de gerealiseerde investeringen een stuk lager zijn dan begroot.
Inmiddels is een onderzoek gestart naar de toekomstige meerjarige investeringsbegroting en de daaruit voortkomende jaarlijkse kapitaallasten. Definitieve resultaten
worden in het najaar van 2014 verwacht.
8
De investering in het nieuwe ritdata-pakket valt fors hoger uit dan werd aangenomen.
9 De nieuwe tablets voor het electronisch ritformulier worden gefaseerd aangeschaft. Het restant zal worden doorgeschoven naar 2014.
10 De investering in inventaris hangt grotendeels samen met het plaatsen van de semi-permanente units. De units in Beuningen en Rumpt worden naar verwachting in 2014
geplaatst waardoor ook de uitgaven voor inventaris worden doorgeschoven naar 2014.
11 In 2013 worden alle defibrillatoren vervangen zodra de nieuwe apparaten goed functioneren. In de begroting werd uitgegaan van een gefaseerde vervanging. Er is voor
gekozen om de oude defibrillatoren te verkopen zodat uniformiteit blijft bestaan in medische apparatuur die gebruikt wordt. Dit levert een incidentele last op (zie toelichting
Programma RAV).
12 De RAV investeert in 2013 en 2014 in een drietal semi-permanente units in Nijmegen-West, Beuningen en Rumpt. Laatstgenoemde volgt naar verwachting in 2014. Met de
realisatie van de eerste twee locaties komen de huurkosten van Druten en Wijchen te vervallen, het voordeel in de kosten zal vanaf 2014 zichtbaar worden.
Jaarverslag 2013
95
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
6.6
Leningen
In 2013 werden 7 langlopende leningen afgesloten bij de BNG Bank. Het grootste deel hiervan (21,4 miljoen) betreft de financiering van de
overname van de brandweerkazernes. Het overige deel van de financiering is aangetrokken voor de overname van het brandweermaterieel van
gemeenten. Verder is in 2013 kortlopende financiering voor € 5.000.000,- aangetrokken.
Bedragen * € 1.000,-
Lening nr.
Start datum
40.108.765
29-11-2013
Rente % Soort lening *
2,73%
10 jaar vast
Looptijd ** Restant looptijd
10 jaar
10 jaar
Hoofdsom
5.000
Rente 2013 Aflossing 2013
13
0
40.108.827
12-12-2013
2,33%
8 jaar op basis van 31
8 jaar
8 jaar
1.575
2
0
40.108.828
12-12-2013
2,33%
8 jaar op basis van 33
8 jaar
8 jaar
5.825
8
0
40.108.829
12-12-2013
2,53%
9 jaar op basis van 34
9 jaar
9 jaar
4.850
7
0
40.108.830
12-12-2013
2,53%
9 jaar op basis van 35
9 jaar
9 jaar
3.950
6
0
40.108.831
12-12-2013
2,73%
10 jaar op basis van 36
10 jaar
10 jaar
1.900
3
0
40.108.832
12-12-2013
2,73%
10 jaar op basis van 38
10 jaar
10 jaar
3.300
26.400
5
42
0
0
* In deze kolom wordt weergegeven hoe de rentevasteperiode zicht verhoudt tot de totale looptijd. Aan de hand van de totale looptijd wordt de jaarlijkse aflossing bepaald.
** De rentevaste periode is gelijk aan de looptijd van de lening
Jaarverslag 2013
96
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
6.7
Verrekening deelnemende gemeenten per 31 december 2013
Aantal
inwoners (*)
01-01-2013 Begroting 2013
Nagekomen
correcties
Nacalculatieafrekening Btw
kosten
Realisatie 2013
Gefactureerd
2013
Nacalculatieafrekening Btw
investeringen **
Nog te
verrekenen
2013
Cluster
Gemeenten
Maas en Waal
Beuningen
25.507
1.092.773
-3.628
1.089.146
1.092.773
8.632
5.004
Druten
18.150
751.502
-2.480
749.023
751.502
5.923
3.443
West Maas en Waal
18.301
1.025.837
-3.552
1.022.285
1.025.837
8.221
4.669
Buren
26.013
1.727.074
-6.104
1.720.970
1.727.074
13.942
7.837
Culemborg
27.641
1.770.325
-6.232
1.764.093
1.770.325
14.270
8.038
Geldermalsen
26.224
1.373.196
87.729
-4.711
1.456.215
1.460.925
11.705
6.994
Neerijnen
11.925
847.281
2.137
-3.015
846.404
849.418
6.875
3.860
Lingewaal
10.902
793.548
-2.113
-2.831
788.604
791.435
6.410
3.579
MUG
Groesbeek
34.149
1.847.963
21.962
-6.366
1.863.559
1.869.925
14.969
8.603
Nijmegen
Nijmegen
165.000
10.676.206
147.569
-37.624
10.786.151
10.823.775
87.332
49.708
Ned-Bet-Tiel
Neder-Betuwe
22.606
1.410.096
-4.948
1.405.148
1.410.096
11.354
6.406
Tiel
41.700
2.076.962
29.100
-7.072
2.098.990
2.106.062
16.792
9.719
Wijchen
40.707
1.824.918
19.867
-6.108
1.838.677
1.844.785
14.621
8.512
Heumen
16.500
970.747
11.667
-3.383
979.031
982.414
7.895
4.512
Maasdriel
24.020
1.391.478
-4.839
1.386.639
1.391.478
11.168
6.329
Zaltbommel
26.725
1.620.133
-5.667
1.614.466
1.620.133
13.030
7.363
536.070
31.200.041
-108.560
31.409.398
31.517.959
253.138
144.578
Buren-Culemborg
GNL
Wijchen-Heumen
Bommelerwaard
317.918
Stafsectie bevolkingszorg
58.199
Gemeentelijke bijdrage overzicht baten en lasten
31.467.597
* Bron inwoneraantallen uit de Begrotingsrichtlijnen 2013 voor gemeenschappelijke regelingen in de regio Nijmegen (BRN).
** De btw op investeringen in materiaal en materieel van de gemeentelijke brandweren kon in 2013 nog volledig gedeclareerd worden. De Veiligheidsregio heeft om die reden de de oude werkwijze,
namelijk het activeren en afschrijven exclusief btw, continueerd. Hiermee is de btw buiten de exploitatie gehouden en wordt afgerekend met gemeenten.
Jaarverslag 2013
97
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
6.8
Regionalisering brandweer
Ontwikkelkosten nieuwe organisatie
1
Inrichten medezeggenschapstructuur
2
Totaal
budget
Realisatie
2011
Realisatie
2012
Realisatie
2013*
Saldo
45
2
24
3
16
Ondersteuning op gebied van P&O
300
193
114
39
-46
3
Ondersteuning op gebied van Financiën
340
23
344
1
-28
4
Ondersteuning op gebied van ICT
600
25
245
457
-127
5
Facilitaire zaken en post en archief
75
0
84
22
-31
6
Communicatie
30
6
23
0
1
7
Opleidings- en begeleidingskosten personeel
215
0
0
0
215
1.605
249
834
522
0
Totaal
* In de realisatie van 2013 zijn tevens verplichtingen opgenomen die in 2013 aangegaan zijn maar doorlopen in 2014.
Toelichting
Vooral op het gebied van ICT zijn in 2013 forse uitgaven gedaan in verband met de uitrol van de nieuwe ICT omgeving en infrastructuur.
Naast de bovengenoemde projectkosten zijn door medewerkers van de VRGZ veel extra uren gemaakt voor de ontwikkeling van de
nieuwe organisatie.
Jaarverslag 2013
98
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
6.9
Inventarisatie risico's
Omschrijving van het risico en de maatregelen die genomen zijn danwel genomen
worden om het risico te reduceren.
Programma Soort Classificatie
Risico ( x € 1.000,-)
FS OS RS minimaal verwacht maximaal
Landelijk Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid Ambulancezorg
Het Landelijk Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid Ambulancezorg is begin
2013 herijkt. Vanaf 2014 wordt het budget in drie gelijke stappen structureel verlaagd tot
€ 100.000,- in 2016. Verwachting is dat het referentiekader iedere twee jaar herijkt zal
gaan worden. Het risico wordt geschat op € 250.000,-
RAV
SR
4
5
20
ORT doorbetaling tijdens vakantie
Binnen een aantal sectoren waar onregelmatig wordt gewerkt, worden procedures
gevoerd door personeelsleden omdat er tijdens vakanties van het personeel geen
onregelmatigheidstoeslag wordt betaald. Dit is voor personeelsleden van de
ambulancesector ook aanleiding geweest om bezwaar te maken tegen het niet betalen
van onregelmatigheidstoeslag tijdens hun vakantie. Momenteel is nog niet te
voorspellen op welk moment eventuele procedures duidelijkheid zullen bieden over dit
onderwerp. Uiteindelijk zal een uitspraak van een rechtbank uitspraak doen over dit
onderwerp. In deze risico-inventarisatie wordt gerekend met de kans op nabetaling van
twee jaren en wordt de kans dat dit zich voordoet geschat op 50%.
RAV
SR
4
2
8
Herziening functiewaarderingssystematiek
In de sector-cao ambulancezorg is de afspraak gemaakt om in de eerstvolgende CAO
de overgang te maken naar een nieuwe functiebeschrijvings- en waarderingssystematiek. Het financiële risico hiervan is dat hieruit een hogere inschaling van het
personeel kan volgen die fors kan oplopen. Genoemde bedragen zijn een inschatting
voor de komende 4 jaar.
RAV
SR
4
5
20
Jaarverslag 2013
-
250
500
-
120
240
-
2.332
4.240
99
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Omschrijving van het risico en de maatregelen die genomen zijn danwel genomen
worden om het risico te reduceren.
Programma Soort Classificatie
Risico ( x € 1.000,-)
FS OS RS minimaal verwacht maximaal
Schaalvergroting Meldkamers
RAV en C&R
IR
C&R
IR
C&R
IR
1
5
5
-
340
340
PM
PM
PM
50
200
500
In 2011 is door het kabinet besloten tot schaalvergroting van de meldkamers in
Nederland. Het aantal meldkamers zal terug worden gebracht naar 10 (nu 25). Het is
nog niet duidelijk wat financieel gezien precies de gevolgen zullen zijn, maar het lijkt
aannemelijk dat er frictiekosten zullen ontstaan. Daarnaast heeft de VRGZ geen
capaciteit voor de uniformering van bedrijfsprocessen en de voorbereiding op nieuwe
werkwijzen. Dit risico wordt geschat op € 340.000,Aansprakelijkheid bodemverontreiniging
De VRGZ is aansprakelijk gesteld voor het ontstaan van eventuele
bodemverontreiniging door het verplaatsen van afval tijdens brandbestrijding.
Grootschalige inzet en nazorg
Voor de kosten van grootschalige en langdurige inzetten van brandweer, GHOR en
gemeentelijke teams en de mogelijke nazorg zijn in de begroting geen middelen
opgenomen. Calamiteiten kunnen een dusdanig grote impact hebben, dat naast de
beschikbare capaciteit ook een beroep op interregionale bijstand moet worden gedaan.
Jaarverslag 2013
2
4
8
100
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Omschrijving van het risico en de maatregelen die genomen zijn danwel genomen
worden om het risico te reduceren.
Programma Soort Classificatie
Risico ( x € 1.000,-)
FS OS RS minimaal verwacht maximaal
Stijging loonkosten
De CAO voor gemeente-ambtenaren is eind 2012 afgelopen. Tot op heden is er geen
nieuwe CAO afgesloten. In deze risicoinventarisatie wordt rekening gehouden met een
stijging van 1,00% van de loonkosten
C&R
SS
3
5
15
-
211
422
Herijking verdeling rijkssubsidie
In 2014 start een herijkingsonderzoek naar de uitgaven voor openbare orde en
veiligheid. De resultaten worden volgens planning in 2015 bekend gemaakt, waarna er
vanaf 2016 herverdeeleffecten kunnen optreden. Landelijk is er geen geld beschikbaar
om herverdeeleffecten op te vangen. Een en ander kan positief en negatief uitpakken.
Als maximaal risico is rekening gehouden met een neerwaartse bijstelling van 10% met
een kans van 50%.
C&R
IR
1
5
5
-
338
675
Harmonisatie arbeidsvoorwaarden
Bij de start van de nieuwe organisatie per 1 januari 2013 is afgesproken om binnen
afzienbare termijn te starten met een nieuwe functiebeschrijvings en waarderingsmethode. Afgesproken is dat als medewerkers binnen de nieuwe methodiek
hoger worden ingeschaald, dit met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2013 zal
ingaan.
Vanaf
1
januari
2013
zijn
nog
een
aantal
secundaire
arbeidsvoorwaardenregelingen van verschillende gemeenten toegepast. Deze blijven
van kracht tot het moment waarop de VR een nieuwe geharmoniseerde regeling heeft
afgesproken met OR en/of vakbonden. Beide onderwerpen kunnen per saldo een
kostenstijging tot gevolg hebben. Dit is grofweg geraamd op maximaal € 200.000,- en
de kans daarop wordt gesteld op 50%.
C&R
SS
1
4
4
-
100
200
BTW
Vanaf 2014 kan de btw op de taken van de Veiligheidsregio niet meer worden
gecompenseerd. Bij de Veiligheidsregio is momenteel onvoldoende informatie aanwezig
om te kunnen beoordelen of de compensatie door het rijk voldoende is. Geschat wordt
dat het risico maximaal € 500.000,- is.
C&R
SS
1
5
5
-
375
500
Jaarverslag 2013
101
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Omschrijving van het risico en de maatregelen die genomen zijn danwel genomen
worden om het risico te reduceren.
Programma Soort Classificatie
Risico ( x € 1.000,-)
FS OS RS minimaal verwacht maximaal
Werkostenregeling
Vanaf 2015 wordt de invoering van de werkkostenregeling verplicht. Onder die regeling
mogen werkgevers een maximaal percentage van het totale fiscale loon besteden aan
onbelaste vergoedingen voor hun personeel. Als het maximale percentage wordt
overschreden moet 80% belasting betaald worden over de overschrijding. In 2014 zal
een inventarisatie volgen om de impact te becijferen. Uit landelijk onderzoek blijkt dat de
werkkostenregeling negatief uitpakt voor organisaties met relatief veel vrijwilligers.
Landelijk is becijferd dat het effect € 7,4 miljoen euro bedraagt. In deze risicoinventarisatie is rekening gehouden met 1/25 deel en een kans van 100% dat deze
kostenstijging op korte termijn zal optreden.
C&R
SR
Doorontwikkeling Brandweer
Per 1 januari 2013 zijn de gemeentelijke brandweertaken van 18 gemeenten formeel
overgeheveld naar de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) evenals de hiervoor
benodigde financiële middelen van deze gemeenten. Specifiek zijn de personele en
materiële component per 1 januari 2013 overgeheveld naar de VRGZ en de fysieke
huisvesting (kazernes) nog niet.
De ervaring bij de meeste veiligheidsregio's waar de brandweer reeds is
geregionaliseerd leert dat in het eerste jaar hierna allerlei financiële bijstellingen aan de
orde zijn. De informatie na afsluiting van 2013 is van dien aard dat hieraan nog geen
risicobedragen gekoppeld kunnen worden.
C&R
Verzekeringen
Vanaf 1 januari 2013 worden gemeentelijke verzekeringen door de VRGZ als
contractpartner gecontinueerd in plaats van de gemeenten. Na inventarisatie van de
lopende verzekeringen volgt een aanbestedingsprocedure. Er wordt beoogd de
verzekeringen te harmoniseren. De financiële consequenties hiervan zijn nog niet
bekend.
C&R
Jaarverslag 2013
5
5
25
-
300
300
IR
PM
PM
PM
IR
PM
PM
PM
102
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Omschrijving van het risico en de maatregelen die genomen zijn danwel genomen
worden om het risico te reduceren.
Programma Soort Classificatie
Risico ( x € 1.000,-)
FS OS RS minimaal verwacht maximaal
Vastgoed en BTW
Eind 2013 zijn een aantal kazernes overgedragen aan de VRGZ, de rest (of een deel
daarvan) zal volgen in 2014. In het ontvlechtskader van de regionalisering is vastgelegd
dat genormeerde gebruikerslasten en eventuele eigenaarslasten van de panden bij
overdracht naar de VRGZ worden meegegeven door de gemeenten. Hoe dit in de
praktijk gaat uitpakken is niet bekend. Daarnaast is het mogelijk dat de kazernes die de
VRGZ heeft overgenomen in de toekomst niet meer als kazerne gebruikt zullen worden.
Op de verkoop van de panden loopt de VRGZ een potentieel boekwaardeverlies.
C&R
SR
PM
PM
PM
Inrichten Facilitaire dienst
Met de overdracht van de kazernes van de deelnemende gemeenten aan de VRGZ zal
ook een facilitaire dienst ingericht moeten worden. Omdat nog niet precies bekend is om
hoeveel kazernes het gaat en wanneer deze precies over zullen gaan naar de VRGZ is
een risico nog niet in te schatten.
C&R
SR
PM
PM
PM
Economische crisis
De economische crisis heeft ertoe geleid dat gemeenten en rijk kortingen doorvoeren op
het budget. Omdat de economische crisis voortduurt wordt in deze risico-inventarisatie
rekening gehouden met nogmaals een aanvullende korting op alle budgetten van 3% en
een maximale vertraging van één jaar voor het effectueren van bezuinigingen.
C&R
RAV
SS
SS
-
610
267
1.220
533
5.443
9.670
2
2
Totaal
5
5
10
10
50
C&R
3.987
2.033
51%
Maximaal risico
Stand weerstandsvermogen eind 2013
Dekkingspercentage
A
B
A/B
Legenda
Frequentiescore ( FS )
1
Minder dan één keer per vijf jaar
2
Één keer per vijf jaar
3
Één keer per twee jaar
4
Één keer per jaar
5
Meerdere malen per jaar
Omvangscore ( OS )
1
€
2
€
25.000
3
€
75.000
4
€
150.000
5
€
250.000
tot
tot
tot
tot
en hoger
Jaarverslag 2013
€ 25.000
€ 75.000
€ 150.000
€ 250.000
RAV Totaal VR
5.684
9.670
3.449
5.482
61%
57%
Soorten risico
IR
Incidenteel risico
SS
Semi structureel risico
SR
Structureel risico
Risicoscore ( RS ) = FS x OS
103
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
7 Verklaring van afkortingen
AED
BBV
BDUR
BMT
BOT
BRZO
CAO
CACO
CoPI
CRIB
DJI
DPG
DTV
DVO
FIDO
FLO
GGD
GHOR
GMK
GR H&V
GRIP
HOvD
Hv
LCS
MICU
MKA
NP
ODR
ODRN
OGS
OMS
OvD
PAM
PPMO
RAV
RCvD
ROvD
RRC
RUD
TOOM
TS
Twaz
VeRA
VR
VRGZ
VWS
WABO
Waz
Wpg
Wvr
Automatische Externe Defibrillator
Besluit Begroting & Verantwoording Provincies en Gemeenten
Brede Doeluitkering Rampenbestrijding
Brandweer Management Team
Bedrijfsopvangteam
Besluit Risico's Zware Ongevallen
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Calamiteitencoördinator
Commando Plaats Incident
Centraal Registratie en Inlichtingen Bureau
Dienst Justitiële Inrichtingen
Directeur Publieke Gezondheid
Directieteam Veiligheid
Dienstverleningsovereenkomst
Wet Financiering decentrale overheden
Functioneel Leeftijdsontslag
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio
Gemeenschappelijke Meldkamer
Gemeenschappelijke Regeling Hulpverlening & Veiligheid Gelderland-Zuid
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure
Hoofdofficier van Dienst
Hulpverlening
Landelijk Crisismanagementsysteem
Mobiele Intensive Care Unit
Meldkamer Ambulancezorg
Nurse Practioner
Omgevingsdienst Rivierenland
Omgevingsdienst Regio Nijmegen
Ongevalbestrijding Gevaarlijke Stoffen
Openbaar Meldsysteem
Officier van Dienst
Periodieke Arbeidsgezondheidskundige Monitor
Periodiek Preventieve Medisch Onderzoek
Regionale Ambulance Voorziening Gelderland-Zuid
Regionaal commandant van dienst
Regionaal Officier van Dienst
Raad van Regionaal Commandanten
Regionale uitvoeringsdiensten
Terugdringen onechte en ongewenste meldingen
Tankautospuit
Tijdelijke wet ambulancezorg
Veiligheidsregio Referentie Architectuur
Veiligheidsregio
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Wet ambulancezorg
Wet publieke gezondheid
Wet veiligheidsregio's
Jaarverslag 2013
104
PROGRAMMABEGROTING 2015
MEERJARENRAMING 2016 - 2018
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Inhoudsopgave
1
Inleiding .......................................................................................................................................... 2
1.1 Leeswijzer ..................................................................................................................................... 3
1.2 Kaders: algemene ontwikkelingen ................................................................................................ 4
1.3 Ontwikkelingen met invloed op de begroting 2015 die nog niet zijn verwerkt .............................. 6
2
Programma Crisis- en Rampenbestrijding ................................................................................. 7
2.1 Risicobeheersing ........................................................................................................................... 7
2.2 Incidentbestrijding ....................................................................................................................... 10
3
Programma Regionale Ambulance Voorziening (RAV) ........................................................... 14
3.1 Sector RAV .................................................................................................................................. 14
4
Paragrafen .................................................................................................................................... 16
4.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing ................................................................................. 16
4.2 Weerstandsvermogen ................................................................................................................. 16
4.3 Risicobeheersing ......................................................................................................................... 17
4.4 Verbonden partijen ...................................................................................................................... 19
4.5 Investeringsbegroting en kapitaalgoederen ................................................................................ 19
4.6 Wet Houdbare overheidsfinanciën .............................................................................................. 19
4.7 Treasury ...................................................................................................................................... 20
4.8 Organisatie en bedrijfsvoering .................................................................................................... 22
5
Financiële begroting ................................................................................................................... 24
5.1 Overzicht van baten en lasten in de begroting Crisis- en Rampenbestrijding ............................ 25
5.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de begroting Crisis- en Rampenbestrijding 28
5.3 Overzicht van baten en lasten in de begroting RAV ................................................................... 33
5.4 Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de begroting RAV ...................................... 34
5.5 Geplande investeringen .............................................................................................................. 37
5.6 Bijdrage deelnemende gemeenten ............................................................................................. 39
5.7 Overzicht van baten en lasten in de begroting Veiligheidsregio Gelderland-Zuid ...................... 41
5.8 Uiteenzetting financiële positie Veiligheidsregio Gelderland-Zuid .............................................. 42
5.9 Grondslagen van resultaatbepaling en waardering .................................................................... 44
5.10 Inventarisatie risico’s ................................................................................................................... 48
6
Verklaring van afkortingen ......................................................................................................... 53
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
1
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
1 Inleiding
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) is een organisatie voor brandweerzorg, geneeskundige
hulpverlening en voorbereiding en coördinatie op het gebied van rampenbestrijding en
crisisbeheersing. Dit regionale samenwerkingsverband van achttien gemeenten is gebaseerd op de
Wet gemeenschappelijke regelingen en de Wet veiligheidsregio's.
De VRGZ zorgt voor een veilige regio waarin rampen en crises zo goed mogelijk voorkomen en
bestreden worden en de inwoners kunnen rekenen op snelle en goede geneeskundige hulpverlening
en brandweerzorg. Dit doet zij samen met de achttien gemeenten, de politie en andere lokale,
regionale en landelijke partijen.
Het gebied waaraan de VRGZ haar diensten verleent, heeft een oppervlakte van circa 1.040 km² en
telt ruim 530.000 inwoners. Het gebied kenmerkt zich door de aanwezigheid van drie vaarwegen
(Nederrijn, Waal en Maas), diverse snelwegen (A2, A15, A50 en A73) en een
goederenspoorverbinding (Betuweroute). De regio heeft voornamelijk een landelijk karakter, met
landbouw, veeteelt en fruitteelt. Het oosten van de regio, rondom Nijmegen, heeft een overwegend
stedelijk karakter.
De veiligheidsregio bevat met de Waal de belangrijkste transportader over water in Nederland. Het
vervoer van goederen en grondstoffen, waaronder ook gevaarlijke stoffen, tussen Europoort en
Duitsland vindt plaats over deze rivier. Dat vervoer gebeurt daarnaast over de snelwegen en het
spoor. Daarnaast kent de regio een aantal BRZO-bedrijven. Risico's zijn onder meer
overstromingsgevaar, ongelukken met gevaarlijke stoffen (rivier- en wegtransport) en bosbranden
(rondom Groesbeek).
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
2
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
1.1
Leeswijzer
De programmabegroting 2015 werd opgesteld in de periode december 2013 – februari 2014. Toen
was nog niet nauwkeurig aan te geven welke ontwikkelingen binnen en buiten de VRGZ zich gaan
voordoen en opgenomen moeten worden in de begroting voor 2015.
Reden van deze vroege start van het opstellen van deze begroting is dat bestuurlijk is besloten dat de
VRGZ moet voldoen aan de wettelijke eisen van toezending van de ontwerpbegrotingen aan de raden
van de deelnemende gemeenten ten behoeve van het tijdig kunnen indienen van zienswijzen op die
begroting. Daarmee wordt beter bewerkstelligt dat de begrotingen van gemeente en
gemeenschappelijke regeling op elkaar worden afgestemd. De datum van toezending is vastgesteld
op 1 april 2014. Consequentie daarvan is dat de ontwerpbegroting van 2015 een zekere mate van
onzekerheid heeft waardoor tussentijdse begrotingswijzigingen noodzakelijk zullen zijn.
De programmabegroting 2015 van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid bestaat uit vijf hoofdstukken.
In deze programmabegroting zijn per programmaonderdeel de multi- en monodisciplinaire
beleidsvoornemens gerangschikt.
Het eerste hoofdstuk van de programmabegroting is een inleiding, waarin de opbouw van de
begroting wordt uitgelegd en waarin een aantal ontwikkelingen op beleidsmatig en financieel gebied
wordt geschetst. Hoofdstukken 2 en 3 bestaan uit de beschrijving van de beleidsprogramma’s van de
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid, te weten:
- Programma Crisis- en Rampenbestrijding (hoofdstuk 2);
- Programma Ambulancevoorziening (hoofdstuk 3).
In hoofdstuk 4 worden de verplichte paragrafen behandeld zoals:
 weerstandsvermogen
 reserves
 risico's
 verbonden partijen
 investeringsbegroting
 treasury
 organisatie en bedrijfsvoering
In het vijfde hoofdstuk worden de financiële gegevens gepresenteerd.
1.1.1 Programma Crisis- en Rampenbestrijding
De programmabegroting 2015 is opgebouwd aan de hand van de hoofdstukindeling van het regionaal
beleidsplan. Dit wettelijk voorgeschreven plan is een multidisciplinair beleidsdocument waarin het
bestuur van de VRGZ richting geeft aan haar ambities.
Daarnaast is aangegeven wat de veiligheidsregio wil bereiken en wat daarvoor, vanuit de
verschillende sectoren, wordt gedaan. Tevens is aangegeven hoe beter zicht kan worden gegeven op
de prestaties van de VRGZ. Deze indicatoren zijn voor een aantal prestatievelden nog in de fase van
ontwikkeling en worden de komende jaren verbeterd en verfijnd.
De prestatie-indicatoren voor de brandweer zijn de indicatoren die op dit moment bekend zijn en
gehanteerd worden. De doorontwikkeling van de brandweerorganisatie kan ertoe leiden dat in de loop
van 2014 andere prestatie-indicatoren worden ontwikkeld die voor zowel het bestuur van de VRGZ als
de brandweerorganisatie een beter sturingsmiddel kunnen zijn. Deze prestatie-indicatoren laten in de
toekomst op onderdelen mogelijk een verschuiving zien van enkel output-gerichte gegevens
(productie) naar meer outcome-gerichte gegevens (maatschappelijke effecten). Het inzichtelijk
maken van de brandweeractiviteiten en het maken van afspraken over daarbij behorende concrete
doelstellingen, de wijze van meting van resultaten en de wijze van rapportage daarover is een eerste
belangrijke stap in die richting. Het nog op te stellen (mono)beleidsplan brandweer zal als paraplu
dienen waaronder deze brandweeractiviteiten gaan plaatsvinden.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
3
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
1.1.2 Programma Ambulancevoorziening
De Tijdelijke Wet ambulancezorg (Twaz) legt sturing en financiering in één hand. In het kader van de
Twaz heeft de minister van VWS een aanwijzing gegeven aan de RAV Gelderland-Zuid tot het onder
voorwaarden verrichten van ambulancevervoer. In tegenstelling tot de veiligheidsregio's, die voor een
groot deel worden gefinancierd door de gemeenten, wordt de ambulancezorg volledig gefinancierd
door zorgverzekeraars. Derhalve dient naast aan het algemeen bestuur van de VRGZ ook aan de
zorgverzekeraars financiële verantwoording te worden afgelegd. Daarom is er een apart programma
ambulancezorg dat zoveel mogelijk de ‘standaard’ opbouw volgt van de programmabegroting ('wat
willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen en wat mag het kosten').
1.2
Kaders: algemene ontwikkelingen
In navolging van de programmabegroting 2014 worden er voor het jaar 2015 geen beleidsbesluiten
verwacht die leiden tot een extra financiële uitzetting. Ook worden er géén wijzigingen voorzien die
nadelige financiële consequenties hebben voor de deelnemende gemeenten.
Het voorgaande laat onverlet dat sommige gemeentelijke bijdragen ten opzichte van die voor 2014
aan verandering onderhevig kunnen zijn. Het betreffen correcties die aangebracht moeten worden als
gevolg van de financiële consequenties voortvloeiende uit de besluitvorming rondom de huisvesting
van de brandweer. Het is nu nog niet aan te geven wat de omvang van deze correcties is voor de
afzonderlijke gemeenten.
In de begroting 2015 is zo veel mogelijk rekening gehouden met nu al voorzienbare ontwikkelingen die
op de veiligheidsregio afkomen. Voor een aantal ontwikkelingen geldt dat deze weliswaar bekend zijn,
maar dat de beleidsmatige en financiële consequenties voor de veiligheidsregio op dit moment nog
onduidelijk zijn. Hieronder worden deze ontwikkelingen genoemd.
1.2.1 Wet publieke gezondheid
De Wet publieke gezondheid (Wpg) tweede tranche (1 januari 2012) schrijft voor dat de werkgebieden
van de GGD’en overeenstemmen met die van de Veiligheidsregio’s. De gelijke gebiedsindeling
vergemakkelijkt de samenwerking tussen de domeinen Veiligheid en Gezondheid, zowel voor wat
betreft planvorming als voor uitvoering.
De Directeur Publieke Gezondheid (DPG) is verantwoordelijk voor GGD en GHOR. Omdat de GHOR
organisatorisch deel uitmaakt van de VRGZ, is de DPG lid van de directie van de VRGZ voor wat
betreft de GHOR. De DPG is het aanspreekpunt en de gesprekspartner voor zowel het bestuur als
voor de brandweer, politie, gemeente en justitie. Daarbij geeft de DPG binnen het veiligheidsdomein
integraal advies namens de geneeskundige keten (de zogenaamde ‘witte keten’). Met de komst van
de DPG is er één gezicht van het openbaar bestuur richting de particuliere zorgpartijen, zijn reguliere
en opgeschaalde (crisis)zorg dichter bij elkaar en vindt er gezamenlijke planvorming van
volksgezondheid en veiligheid plaats.
De uitvoeringsverantwoording van een aantal taken, zoals medische milieukunde in de opgeschaalde
vorm (Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS)) en Psycho Sociale Hulpverlening (PSH),
is van de Veiligheidsregio naar de GGD verlegd. De coördinatie, regie en aansturing hiervan blijven bij
de GHOR. De verantwoordelijkheid voor bestrijding van infectieziekten A is van de GGD naar de
Veiligheidsregio verlegd.
1.2.2 Meldkamers
In 2011 heeft het kabinet besloten tot een schaalvergroting van de meldkamers in Nederland. Er komt
een Landelijke Meldkamerorganisatie (LMO) die bestaat uit tien meldkamers, naar analogie van het
aantal politieregio's. De LMO is onderdeel van de nationale politie. De meldkamer Oost-Nederland,
waarin de meldkamers van de Veiligheidsregio’s IJsselland, Twente, Noord- en Oost-Gelderland,
Gelderland-Midden en Gelderland-Zuid opgaan, wordt gehuisvest in Apeldoorn. De landelijk
kwartiermaker is eind 2013 gestart met haar werkzaamheden. In samenspraak met de landelijke
kwartiermaker wordt bekeken hoe de transitie wordt vormgegeven. Op dit moment is het nog
onduidelijk op welk moment de Gemeenschappelijke Meldkamer van Gelderland-Zuid opgaat in de
nieuwe meldkamer Oost-Nederland en hoe de voorbereidende activiteiten die de Veiligheidsregio
moet doen voor die transitie er uit zien. Dit betekent ook dat de financiële consequenties als gevolg
van extra capaciteitsinzet op het dossier meldkamer nog onduidelijk zijn.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
4
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
1.2.3 Bovenregionale Samenwerking
Naar aanleiding van de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk (januari 2011) heeft een bestuurlijke
'Werkgroep Bovenregionale Samenwerking' onderzocht hoe de samenwerking tussen
veiligheidsregio's onderling en tussen veiligheidsregio's en de rijksoverheid kan worden verbeterd. Dit
onderzoek heeft een aantal adviezen opgeleverd:
 Afsprakenkader opschaling
Voorgesteld wordt om in geval van bovenregionale crises een GRIP 5 in te stellen. Hierdoor
worden aangrenzende veiligheidsregio's gestimuleerd om bijeen te komen om duidelijke
afspraken te maken over de interregionale coördinatie.
 Faciliterende, richtinggevende en sturende rol rijksoverheid
Bij bovenregionale rampen en crises kiest de rijksoverheid voor de invulling van de faciliterende,
richtinggevende en/of sturende rol. Om de sturende rol goed in te kunnen vullen, kan de
rijksoverheid een GRIP-Rijk afkondigen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan incidenten als een
kernongeval of terroristische dreiging.
 Afstemming rijksoverheid en veiligheidsregio's
Voor de veiligheidsregio's komt er één rijksloket: het Nationaal CrisisCentrum (NCC). De
veiligheidsregio's zorgen samen met het NCC voor een eenduidige kennis- en adviesstructuur.
 Eenduidigheid crisiscommunicatie
Binnen de VRGZ wordt de crisiscommunicatie continu verbeterd. Daarnaast is er noodzaak tot
afstemming van de crisiscommunicatie tussen de veiligheidsregio's onderling en tussen de
veiligheidsregio's en de landelijke diensten. Tevens wordt voorgesteld om een bovenregionale
crisiscommunicatiepool in te stellen en om de organisatie van de crisiscommunicatie in de
veiligheidsregio's te professionaliseren en te harmoniseren.
De bovenstaande punten worden naar verwachting in 2014 geïmplementeerd. In 2015 wordt
overeenkomstig deze adviezen samengewerkt.
1.2.4 Tijdelijke Wet Ambulancezorg
Op 1 januari 2013 is de Tijdelijke Wet Ambulancezorg (Twaz) van kracht geworden. In de Twaz is
vastgelegd dat de minister van VWS in iedere regio een Regionale Ambulancevoorziening aanwijst. In
december 2012 heeft de RAV Gelderland-Zuid deze aanwijzing ontvangen. De Twaz geldt voor een
periode van vijf jaar. Gedurende deze periode zal opnieuw worden bezien of de uiteindelijk beoogde
non-concurrentiële vergunningprocedure Europeesrechtelijk mogelijk en politiek wenselijk is. In 2015
wordt door het ministerie van VWS, in nauwe samenspraak met Ambulancezorg Nederland (AZN) een
aantal alternatieve scenario’s uitgewerkt en op (politieke) haalbaarheid getoetst.
1.2.5 Nieuw financieringsstelsel ambulancezorg
Met ingang van 1 januari 2014 is een nieuw financieringsstelsel voor de ambulancezorg in werking
getreden. De effecten van deze omslag in het financieringsstelsel zijn voor de RAV Gelderland-Zuid
beperkt. In totaal gaat het om een budgetvermindering van € 80.000, te realiseren in een
afbouwtermijn van twee jaren. Wel is een groter deel van het budget ‘onderhandelbaar’ verklaard. De
verwachting is dat het effect hiervan voor het eerst bij de begrotingsvoorbereiding van 2015 zal
blijken.
1.2.6 Aanbevelingen evaluatie Wet veiligheidsregio’s
Bij het inwerking treden van de Wet veiligheidsregio’s is toegezegd dat er na een aantal jaren een
evaluatie zou plaatsvinden. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft op 24 mei 2012 een
onafhankelijke commissie (commissie Hoekstra) in het leven geroepen om advies uit te brengen over
de werking van de Wet veiligheidsregio’s en over het brede Nederlandse stelsel van rampenbestrijding
en crisisbeheersing. De aanbevelingen van de commissie zijn overgenomen door het
Veiligheidsberaad (alle voorzitters van de veiligheidsregio’s).
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
5
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
In het kader van de doorontwikkeling van de veiligheidsregio’s wordt op landelijk niveau door het
Veiligheidsberaad gewerkt aan een agenda van de veiligheidsregio’s. Deze agenda bevat een aantal
onderwerpen uit de aanbevelingen van de commissie Hoekstra, dat de komende tijd met voorrang
wordt uitgewerkt en geïmplementeerd. Deze onderwerpen betreffen:
1. Output gerichte sturing:
a. Meer focus op risicogerichtheid en
b. Toetsing op basis van outcome.
2. Vergroten lerend vermogen van de veiligheidsregio’s.
3. Versterken multi- en interdisciplinaire samenwerking: partners, politie en defensie.
4. Modernisering Brandweerzorg.
5. Verder doorontwikkelen van bevolkingszorg.
6. GHOR zichtbaar, beschikbaar en bereikbaar houden.
7. Motiveren en benutten van zelf- en samenredzaamheid.
Om de hiervoor genoemde doorontwikkeling van de Veiligheidsregio’s te realiseren is het onder meer
nodig om de rol en betrokkenheid van de gemeenteraden te vergroten. Op landelijk niveau wordt door
het Veiligheidsberaad samen met VNG en raadslid.nu hieraan vorm en inhoud gegeven.
Complementair hieraan zal VRGZ in 2014 en 2015 nader bezien hoe de betrokkenheid van de
gemeenteraden en vertegenwoordigers van gemeenten kunnen worden versterkt.
1.3
Ontwikkelingen met invloed op de begroting 2015 die nog niet zijn
verwerkt
Eind 2013 zijn brandweerkazernes overgedragen aan de Veiligheidsregio waarvoor btw-herziening
moest plaatsvinden als deze niet zouden zijn overgedragen. De afschrijving en rentelasten van deze
kazernes zijn in de begroting 2015 verwerkt. Dat geldt niet voor de kazernes die in 2014 zullen worden
overgedragen. Datzelfde geldt voor alle andere lasten, horend bij het in eigendom hebben van
kazernes, zoals onderhoud, schoonmaak, het beheer van de panden etc. Deze lasten worden in het
voorjaar van 2014 geïnventariseerd waarna dit met ingang van 2015, inclusief de daarbij horende
budgetten, wordt overgedragen aan de Veiligheidsregio. Een en ander betekent dat de financiële
omvang voor 2015 toeneemt maar dat dit in principe budgettair neutraal zal zijn. De afschrijvingen,
toegerekende rente en de rente op de aangetrokken leningen zijn in de exploitatie verwerkt. Onder
overige opbrengsten is (fictief) de afschrijvingslast en de toegerekende rente verwerkt.
In 2013 werd een aanvang gemaakt met het opstellen van een regionaal investeringsprogramma voor
de brandweer. Een nieuw investeringsprogramma voor 2014 is gereed en daarin wordt zichtbaar dat
er in 2012 en in 2013 investeringen zijn uitgesteld vanwege deze hertoetsing van het volledige
programma. Het investeringsplan voor het begrotingsjaar 2015 en voor 2016-2018 is nog niet gereed.
Het investeringsplan 2015 wordt voor de aanvang van 2015 aan het bestuur voorgelegd ter
goedkeuring.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
6
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
2 Programma Crisis- en Rampenbestrijding
Het programma crisisbeheersing en rampenbestrijding bestaat uit twee productgroepen:
risicobeheersing en incidentbestrijding.
2.1
Risicobeheersing
Wat is het
Risicobeheersing behelst de structurele aandacht voor fysieke (on)veiligheid, het
voorkomen en terugdringen van onveilige situaties en de zorg voor het beperken
en beheersen van gevolgen voor en inbreuken op fysieke veiligheid.
Wat willen we
bereiken
Het effect van de inspanningen van de VRGZ moet zijn dat burgers van en
ondernemers in Gelderland-Zuid op de hoogte zijn van de risico's die er zijn in de
omgeving en dat zij zelf het maximale doen om risico's in huis of op het werk te
beperken.
Wat gaan we
daarvoor doen
Door te investeren in de voorkant van de veiligheidsketen kan veel leed en schade
worden voorkomen. Hierbij hebben burgers en bedrijven een eigen
verantwoordelijkheid. Daarbij is van belang te erkennen dat een risicoloze
samenleving niet bestaat. Burgers, bedrijven en overheid hebben samen invloed
op de veiligheid. Het is daarom van belang dat burgers, bedrijven en overheid
zich, ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, bewust worden van de
aanwezige risico’s, deze waar noodzakelijk te accepteren en waar mogelijk slim
hierop te interveniëren. De verantwoordelijkheid van de overheid ligt bij de
ontwikkeling van veilige ruimtelijke planning, bij het bevorderen van de borging van
(brand)veiligheid in vergunningen en bij het (brand)veilig bouwen en gebruiken van
gebouwen.
Om het gewenste effect te bereiken investeert de VRGZ in een aantal thema's,
zoals informatiemanagement, netwerkmanagement, versterken proactief handelen,
zelfredzaamheid & burgerparticipatie, evenementen en risicocommunicatie.
De brandweer, de GHOR en de nieuwe Omgevingsdiensten zijn adviseurs voor
gemeenten en geven voor zover mogelijk een gezamenlijk multidisciplinair advies
af. Om hen en de klant eenzelfde niveau van dienstverlening te kunnen bieden, is
een eenduidige aanpak vanuit een gezamenlijk vastgesteld beleidskader nodig. Dit
uniform beleid is vanaf 2013 ontwikkeld. Het principe is: centrale kaderstelling en
sturing, lokale uitvoering van taken op het gebied van risicobeheersing. Om
daaraan invulling te geven richt de brandweer in 2014 de daarvoor benodigde
werkorganisatie in. In de loop van 2014 wordt het beleid verder vorm gegeven en
vastgelegd in het monobeleidsplan van de brandweer. Op grond daarvan kan
risicobeheersing zich in 2015 verder ontwikkelen en uitvoering geven aan dat
beleid.
2
Informatiemanagement
Met betrekking tot informatiemanagement legt de VRGZ permanente preparatieve
gegevens vast, zodat deze ten tijde van incidenten te raadplegen zijn. Het betreft
contactgegevens, beeldmateriaal, plannen en procedures (bijvoorbeeld over
uitwisseling van gegevens van slachtoffers). Tevens worden met belangrijke
netwerkpartners duidelijke afspraken gemaakt over de beschikbaarheid van 'real
time' informatie en de wijze waarop deze informatie wordt uitgewisseld.
De VRGZ zal in 2015 aandacht blijven geven aan de implementatie van de
bevolkingszorg als element in de rampenorganisatie. Tevens wordt gewerkt aan de
verdere professionalisering van de (crisis)communicatie.
2
Proactie, preventie, preparatie, repressie en nazorg.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
7
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
1. Netwerkpartners
De VRGZ beschikt over een groot aantal netwerkpartners. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan Waterschap Rivierenland, Defensie, omgevingsdiensten,
openbaar
ministerie,
GGD,
ziekenhuizen,
huisartsen,
Rijkswaterstaat,
elektriciteitsbedrijven, provincie, Rode Kruis en Omroep Gelderland. Deze
contacten zorgen er voor dat er korte lijnen zijn tussen de netwerkpartners en de
VRGZ. Daarnaast heeft de VRGZ profijt van deze netwerkpartners ten tijde van
een crisis. In de met deze partners gesloten convenanten blijkt welke taken,
bevoegdheden en verantwoordelijkheden de netwerkpartners hebben en wie de
VRGZ ten tijde van een crisis kan bereiken. De veiligheidsregio zal blijven
investeren in het zoeken van verbinding met de netwerkpartners. Daarbij wordt
ieders belang en taak en verantwoordelijkheid benadrukt om veiligheid gezamenlijk
vorm en inhoud te geven. Hierbij wordt ook samenwerking gezocht met de
omliggende regio’s.
In de komende jaren is een tendens te verwachten tot concentratie en specialisatie
van de ziekenhuizen, inclusief de Spoedeisende Eerste Hulp (SEH). In het
verlengde van deze ontwikkeling kan het zijn dat een aantal ziekenhuizen worden
gesloten. Dit heeft consequenties voor de opgeschaalde zorg bij crises en rampen,
in het bijzonder voor de GHOR.
Net zoals in 2014 zullen ook in 2015 oefeningen en concrete incidenten worden
gebruikt om het lerend vermogen van de medewerkers van de VRGZ en de
netwerkpartners te vergroten. Dit gebeurt onder andere door de evaluatiemethoden
verder te professionaliseren. Daarbij zal mede gebruik worden gemaakt van best
practices elders in het land,
2. Versterken proactief handelen
Om het proactief handelen te versterken, functioneert de VRGZ als kenniscentrum
voor veiligheidsvragen van haar partners. Zij voorziet gemeenten,
omgevingsdiensten en provincie tijdig van deskundige adviezen. Als uitgangspunt
hanteert de VRGZ dat de veiligheid het beste wordt geborgd aan de voorkant
(proactie en preventie). Daarom streeft de VRGZ er bijvoorbeeld naar om ook in
2015 aan het begin van het proces betrokken te worden bij ruimtelijke
ordeningsprojecten, waardoor er afgewogen keuzes kunnen worden gemaakt in
locatie en ontwerp (project Ruimtelijke Veiligheid). Vragen als: “hoe zit het met de
vluchtwegen, de aan- en afvoerwegen voor de hulpdiensten” of “hoe richten we de
ruimte goed in met het oog op sociale veiligheid” komen daarbij aan de orde.
Tenslotte blijft de VRGZ ook in 2015 verantwoordelijk voor het controleren van
bedrijven en instellingen op het veilig bouwen en gebruiken.
3. Zelfredzaamheid en burgerparticipatie
Om de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven te bevorderen en de
burgerparticipatie te versterken, worden inwoners van Gelderland-Zuid
geïnformeerd over risico's. Dit gebeurt door middel van de Veiligheidswijzer die
huis aan huis verspreid wordt, websites van gemeenten en veiligheidsregio en
door bekendmakingen van rampbestrijdingsplannen.
Daarnaast wordt in 2014 samen met andere veiligheidsregio's onderzoek gedaan
naar nieuwe mogelijkheden om in 2015 de zelfredzaamheid van de burgers te
stimuleren. Een voorbeeld hiervan is de inzet binnen de regio Gelderland-Zuid van
gediplomeerde inwoners bij AED-alarmeringen, waarbij iedere seconde telt.
Ook geeft de VRGZ verdere invulling aan de uitvoering aan het taakveld
"Brandveilig Leven". Hiermee worden instellingen, bedrijven en burgers bewust
gemaakt van de eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheden waar het gaat om
brandveiligheid. Daarbij richt de brandweer zich vooral op aandachtswijken,
ouderen, studenten, jeugd en bedrijven. Het gaat daarbij ook om het creëren van
de juiste verwachtingen en het bedenken van preventieve mogelijkheden die
laagdrempelig zijn, gemakkelijk realiseerbaar en aansluiten bij de verschillende
doelgroepen.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
8
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Speerpunten zijn de promotie van rookmelders en sprinklers; het versterken van
bedrijfshulpverlening, ook in woongebouwen; deelname aan het Keurmerk Veilig
Ondernemen en vooral veelvuldig voorlichting geven over brandveilig gedrag,
toegespitst op de doelgroepen: aan thuiszorg, industriële partners en scholen
bijvoorbeeld of door huisbezoeken en thema-avonden.
In de komende jaren zal meer aandacht geschonken moeten worden aan de
maatschappelijke ontwikkeling van de extramuralisering van de zorg. De tendens is
dat in de toekomst het aantal zorginstellingen zal afnemen en daarmee het aantal
niet- en minder zelfredzame mensen in de wijk zal toenemen. Een en ander hangt
ook samen met de algemeen toenemende vergrijzing.
4. Evenementen
Binnen de veiligheidsregio Gelderland-Zuid worden ook in 2015 vele grote en
middelgrote evenementen georganiseerd. Evenementen maken de regio enerzijds
aantrekkelijk voor haar inwoners en bezoekers, maar kunnen anderzijds ook tot
overlast en onveiligheid leiden. Het is dan ook de uitdaging voor organisatoren,
gemeenten en hulpverleningsdiensten om bij ieder evenement een optimale balans
te vinden tussen attractiviteit en veiligheid.
Om deze optimale balans te borgen heeft de VRGZ regionale afspraken gemaakt,
waar gemeenten zich aan houden bij de ontwikkeling van het lokale
evenementenbeleid. Met behulp van veiligheidsoverleggen wordt uitvoering
gegeven aan dit evenementenbeleid. De gemeente organiseert een
veiligheidsoverleg bij een groot en risicovol evenement om zich voor te bereiden op
het evenement. In dit overleg geven de hulpverleningsdiensten de gemeente
gericht een integraal advies en ondersteunen zij de gemeente waar nodig.
Tijdens evenementen coördineert de VRGZ (GHOR) de geneeskundige
hulpverlening.
5. Risicocommunicatie
Door middel van risicocommunicatie, onder andere via sociale media, informeert
de VRGZ de inwoners van Gelderland-Zuid zo goed mogelijk over de bestaande
risico's in de regio. Zo organiseert de VRGZ bij vaststelling van
rampbestrijdingsplannen bijvoorbeeld voorlichtings- en informatieavonden in
samenwerking met gemeenten en betrokken bedrijven. Een ander voorbeeld zijn
de zogeheten infotweets bij de alarmeringsoefeningen op de eerste maandag van
de maand. Omdat de Veiligheidsregio's voor een groot deel te maken hebben met
dezelfde type risico's, werken zij landelijk samen om te komen tot verdere
verbetering van de risicocommunicatie.
Sociale veiligheid
De Veiligheidsregio is een netwerkorganisatie die zich vooral richt op fysieke
veiligheid. De scheidslijn tussen fysieke en sociale veiligheid wordt steeds vager.
Dat uit zich vooral bij het verrichten van activiteiten op de terreinen van
crisisbeheersing, rampenbestrijding en evenementenbeleid. De activiteiten op deze
terreinen zijn er mede op gericht maatschappelijke onrust te voorkomen en te
beheersen.
Een continuering en intensivering van de samenwerking met andere partners zoals
politie, gemeenten, defensie en GGD is daartoe nodig. Waar nodig zullen nieuwe
structurele samenwerkingsvormen worden gezocht tussen partijen. Het creëren
van een platformfunctie van de veiligheidsregio waar de verschillende partijen
elkaar kunnen ontmoeten is een onderdeel daarvan.
Prestatie- c.q.
verantwoordings
indicatoren
1. Informatiemanagement
Geen prestatie c.q. verantwoordingsindicatoren.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
9
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
2. Netwerkpartners
 Onderhoud van contacten met externe partners:
o minimaal eenmaal per jaar.
 Aantal af te sluiten of te onderhouden convenanten met partners:
o 2 (Veiligheidsbureau)
o 9 (GHOR)
3. Versterken proactief handelen
 Aantal uit te brengen adviezen:
o externe veiligheid
o industriële veiligheid
o vuurwerk
o veilig bouwen en gebruik
 Geplande inspecties en controle:
o BRZO
o veilig bouwen en gebruik: 2207
4. Zelfredzaamheid en burgerparticipatie
(In ontwikkeling)
5. Evenementen
 Aantal evenementen waaraan advies wordt geleverd:
o
100
 Aantal evenementen waarbij ondersteuning/coördinatie wordt geleverd:
o
25
6. Risicocommunicatie
 Aantal infotweets:
o
12
2.2
Incidentbestrijding
Wat is het
Incidentbestrijding heeft betrekking op het managen van incidenten en de
voorbereiding daarop. Hierbij wordt het begrip ‘incident’ breed opgevat. Het gaat
niet alleen om het incident zelf, maar ook om de dreiging ervan of de aankondiging
van een gebeurtenis. Ook gaat het om incidenten die volgens de letterlijke definitie
niet een echte ramp of crisis zijn, maar die een grote impact hebben in de
maatschappij waardoor adequaat en tijdig opschalen wenselijk is.
Wat willen we
bereiken
Het effect van de inspanningen op het gebied van incidentbestrijding moet zijn dat
de inwoners en ondernemers van Gelderland-Zuid zien en ervaren dat incidenten
adequaat en vakkundig worden aangepakt.
Wat gaan we
daarvoor doen
Om het gewenste effect te bereiken investeert de VRGZ in de volgende thema's:
informatiemanagement, planvorming, alarmering, opleiden en oefenen en in
behoud vrijwilligheid en doorontwikkeling incidentbestrijding brandweer.
1. Informatiemanagement
Om een crisis goed te kunnen bestrijden is een goed informatienetwerk en juist
gebruik daarvan van levensbelang. Het zorgdagen voor goede informatie-en
communicatievoorzieningen is en blijft een prioriteit in het werk van de
veiligheidsregio’s. Om die reden continueert de VRGZ de inzet van het landelijk
crisismanagementsysteem LCMS, waardoor het mogelijk is dat alle
hulpverleningsdiensten en andere functionarissen in een crisisorganisatie
tegelijkertijd beschikken over dezelfde informatie; het zogenaamde netcentrisch
werken.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
10
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Een belangrijke sleutelpositie heeft de calamiteitencoördinator (CaCo) op de
meldkamer. De belangrijkste taak van de CaCo is het houden van overzicht op het
incident en het verloop van de meldkamerprocessen en het bewaken dat alle
partners in de meldkamer op dezelfde lijn zitten. De CaCo zit als een spin in het
web van informatie die via de centralisten van de drie meldkamerdisciplines
(ambulance, brandweer, politie) binnenkomt. Ook in 2015 is deze functie volledig
op sterkte en 24 uur per dag beschikbaar.
In 2014 is het Slachtoffer Informatie Systeem ingevoerd. Dit is een landelijke
systematiek waarmee slachtoffers bij een ramp of crisis worden geregistreerd. Het
doel van het systeem is om verwanten sneller te kunnen informeren ten tijde van
eencrisis.
Daarnaast is in 2014 een groter deel van de tankautospuiten van de brandweer in
Gelderland-Zuid uitgerust met digitale bereikbaarheidskaarten. In 2015 en
volgende jaren is de brandweer verzekerd van de meest recente informatie over
een object bij een uitruk. Onderzocht wordt in hoeverre het mogelijk is om de
digitale bereikbaarheidskaart beschikbaar te krijgen in de meldkamer, waardoor de
meldkamer de hulpverleningsdiensten beter kan ondersteunen bij een uitruk.
2. Planvorming
Planvorming is van oudsher één van de pijlers van de voorbereiding op een ramp
of crisis. In 2015 moet een deel van de wettelijk verplicht gestelde plannen worden
geactualiseerd. Het betreft het crisisplan, risicoprofiel en het regionaal beleidsplan.
In verband met het toegenomen aantal repressieve rollen in het regionaal
crisisplan, worden in 2015 afspraken over bijstand gemaakt met omliggende
regio’s. Daarnaast worden incidentbestrijdingsplannen, aanvalsplannen en
bereikbaarheidskaarten voortdurend geactualiseerd. Dit zijn interne plannen waar
gebruik van wordt gemaakt bij een inzet door de brandweer. Bij de actualisatie van
de plannen wordt voorrang gegeven aan de belangrijkste objecten en risico's in de
regio. Welke dit zijn staat in het regionaal risicoprofiel.
De brandweer gaat de planvorming risico-gestuurd benaderen, dat wil zeggen dat
de risico’s van een object bepalend zijn voor het niveau van planvorming.
3. Alarmering
Het optimaal functioneren van de Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) is een
absolute voorwaarde voor een succesvolle incidentbestrijding. De meldkamer
streeft dan ook naar een snelle beantwoording van de 112-meldingen en een
adequate afhandeling daarvan. Bij een opschalingsproces in geval van een
grootschaliger incident vervult de GMK (de CaCo) een spilfunctie. Zij alarmeert
dan de leden van de crisisorganisatie. De GMK is in een dergelijke situatie er op
gericht om snel om te kunnen schakelen van drie afzonderlijke
meldkamerprocessen (ambulance, brandweer, politie) naar één multidisciplinair
meldkamerproces om zo een efficiënte afhandeling van het incident te
bewerkstelligen.
Daarnaast wordt in aanloop naar de schaalvergroting van de meldkamers
intensiever samengewerkt met toekomstige meldkamerpartners, bijvoorbeeld door
uitwijkoefeningen met de Veiligheidsregio Gelderland-Midden.
Vooruitlopend op de landelijke meldkamerorganisatie werken de meldkamers in
Oost-Nederland samen aan het afstemmen van de operationele processen.
4. Opleiden en oefenen
Omdat rampen en crises gelukkig zelden voorkomen, is het noodzakelijk dat alle
betrokken functionarissen regelmatig oefenen en hun kennis actueel houden, om
in geval van nood adequaat te kunnen handelen. Hiervoor heeft de VRGZ een
uitgebreid opleiding- en oefentraject opgezet voor haar eigen medewerkers.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
11
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Naast het actueel houden van de vakkennis zijn de oefeningen ook gericht op het
verder verbeteren van de samenwerking tussen de betrokken disciplines en de
verschillende operationele niveaus. Op deze wijze wordt het doel, het adequaat
bestrijden of voorkomen van een crisis of incident, nagestreefd. Daarnaast
ondersteunt de VRGZ de ontwikkeling en de opleiding- en oefening van
medewerkers van andere organisaties (waaronder gemeenten) bij de crisis- en
rampenbestrijding.
Voor de brandweer is vakbekwaamheid als speerpunt benoemd. De brandweer is
een traject gestart om de ‘basis op orde’ te krijgen van 'vakbekwaam blijven': door
eenduidige registratie, een efficiëntere organisatie van vakbekwaamheid en de
vakbekwaamheidsorganisatie op orde te brengen. Begin 2014 is het ‘Beleidsplan
vakbekwaamheid en kennis’ gereed. Daarin wordt de verdere ontwikkeling van de
vakbekwaamheid vastgelegd voor de periode 2015 tot 2018. Vanaf 2015 ligt de
nadruk op het versterken van de (individuele) kwaliteit van het vakbekwaam
worden en blijven. Belangrijke speerpunten daarbij zijn normering en
aantoonbaarheid van de kwaliteit van vakbekwaam blijven, efficiënter oefenen en
het sterker richten op het individu, met mogelijkheden voor maatwerk.
5. Behoud en ontwikkeling vrijwilligheid brandweer
Voor de VRGZ zijn de vrijwilligers nu en in de toekomst de hoeksteen van de
brandweerorganisatie. Zij vormen met hun brandweerpost de lokale sleutel naar
een toekomst waarin de brandweervrijwilliger niet alleen uitrukt voor brand en
hulpverlening, maar ook de burgers helpt om brand te voorkomen en hen leert
deze te beperken. De doorontwikkeling van de brandweer heeft effect op wat de
brandweer doet en vooral hoe de brandweer dat doet. Als dat helder is, wordt de
rol van de vrijwilliger daarin opnieuw bekeken, zowel voor risicobeheersing als
incidentbestrijding. Verder ontwikkelt Brandweer Nederland momenteel een
landelijke visie op vrijwilligheid.
6. Doorontwikkeling incidentbestrijding brandweer
Binnen de doorontwikkeling incidentbestrijding brandweer is een zogeheten branden hulpverleningsrisicoprofiel vastgesteld. Dit profiel is noodzakelijk om de omslag
te kunnen maken van aanbodsturing naar vraagsturing. Het brand- en
hulpverleningsrisicoprofiel is de onderlegger voor een nieuw dekkingsplan dat in
2015 wordt opgesteld. Dit dekkingsplan is dus afgestemd op risico’s en kan
vervolgens ook gaan anticiperen op veranderingen binnen de regio. Het
vernieuwde dekkingsplan is daardoor niet meer statisch, zoals nu, maar wordt
dynamisch.
Eén van de onderdelen van de doorontwikkeling brandweer is het taakgericht
uitrukken. Dit houdt in dat de slagkracht, mensen en middelen worden bepaald die
voor een aantal taken en klussen nodig zijn, en vervolgens ook als werkwijze
worden ingevoerd. Dat zal in twee stappen gebeuren: eerst de mensen en dan de
middelen. In 2014 is bepaald hoeveel mensen nodig zijn om welke
brandweerklussen te klaren (bezetting op maat). Vanaf 2015 wordt daadwerkelijk
met bezetting op maat uitgerukt. In 2015 wordt dit uitgebreid door te bekijken of de
tankautospuit (TS) nog wel nodig is, daar waar meestal een andere bezetting
uitrukt: voertuig op maat. Op basis van het brandrisicoprofiel kan gedifferentieerd
worden naar het soort voertuig: een TS of bijvoorbeeld een snel interventievoertuig
(SIV) met twee personen..
In 2015 gaat de brandweer de organisatie van het onderhoud en beheer van
materiaal en materieel anders invullen. In 2014 zijn daarvoor voorstellen gedaan,
die in 2015 geïmplementeerd gaan worden.
Prestatie- c.q.
verantwoordings
indicatoren
1.



Informatiemanagement
Aantal brandweervoertuigen met digitale bereikbaarheidskaarten: 40
Beschikbaarheid CaCo: 24 uur per dag
Slachtoffer Informatiesysteem: 1
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
12
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
2. Planvorming
 Aantal op te stellen en/of te actualiseren plannen:
o Aanvalsplannen: 360
o Bereikbaarheidskaarten: 775
o Incidentbestrijdingsplannen: 45
o Rampbestrijdingsplannen: 2
o continuïteitsplannen: 1
3.






Alarmering
Aantal meldingen
Gemiddelde meldtijd (wettelijk voorschrift: binnen 2 minuten)
Percentage loze meldingen
Percentage uitrukken binnen de vastgestelde norm
Aantal uitwijkoefeningen: 6
Gemiddelde opkomsttijd OvDG: 30 minuten
4. Opleiden en oefenen
 Aantal geplande opleidingen:
o brandweer:150
o GHOR
- geoefendheid ketenpartners:
90% sleutelfunctionarissen geoefend
90% sleutelfunctionarissen opgeleid


Aantal geplande oefeningen:
o monodisciplinair: brandweer: 2450
o multidisciplinair
- Systeemoefening: 1
- CoPI-oefeningen-straat: 25
- CoPI-oefeningen-virtueel: 25
- ROT-oefeningen: 3
- BT-oefeningen: 6
- NATVIR-oefening: 1
Gepland aantal opgeleide en geoefende functionarissen brandweer: 950.
5. Behoud en ontwikkeling vrijwilligheid brandweer
In ontwikkeling.
6. Doorontwikkeling incidentbestrijding brandweer
 Vastgesteld brandrisicoprofiel
 Uitruk op maat volledig voorbereid
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
13
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
3 Programma Regionale Ambulance Voorziening (RAV)
3.1
Sector RAV
De sector RAV omvat een ambulancedienst en een Meldkamer Ambulancezorg (MKA). De
ambulancedienst is in de regio Gelderland-Zuid de enige toegelaten ambulancevervoerder in het
kader van de Tijdelijke Wet Ambulancezorg (Twaz). Uit dien hoofde is de ambulancedienst
verantwoordelijk voor zowel alle spoedeisende als alle niet-spoedeisende vervoer van patiënten. Ten
behoeve van het ambulancevervoer exploiteert de ambulancedienst twintig ambulances, drie
motoren, twee solo-ambulances (verpleegkundige in een personenauto) en een MICU-voertuig
(inclusief reservevoertuigen), die zijn gestationeerd op zes ambulancestandplaatsen verspreid over de
regio. De ambulancehulpverlening geschiedt op basis van landelijke protocollen.
De exploitatie van de ambulancevoorziening wordt volledig bekostigd door de zorgverzekeraars uit de
premies voor de ziektekostenverzekeringen.
De MKA neemt aanvragen voor het spoedeisende en niet-spoedeisende vervoer in ontvangst en
draagt zorg voor een zo efficiënt mogelijke inzet van ambulances op basis van telefonische
diagnostiek en triage (inschatting van aard en ernst letsel). De diagnostiek en triage vinden plaats op
basis van een breed binnen de zorgsector gehanteerd triagemodel, te weten het Nederlands Triage
Systeem (NTS). De MKA is samen met de meldkamer van de politie en de meldkamer van de sector
Brandweer ondergebracht bij de sector GMK.
Wat willen we
bereiken
Doelstelling van de sector RAV (incl. MKA) is het zo snel en efficiënt mogelijk
behandelen van verzoeken om inzet van ambulances alsmede het uitvoeren van
patiëntenvervoer. Voor zover er landelijke normen zijn gesteld wordt er naar
gestreefd deze normen minimaal te realiseren.
Wat gaan we
daarvoor doen
Voor het realiseren van dit effect tracht de RAV het volgende te bereiken:
1. de urgentie-toekenning aan hulpvragen geschiedt juist
Hulpmiddel om tot een juiste triage te komen is de beschikbaarheid van een goede
triagemethodiek. In navolging van veel andere sectoren in de gezondheidszorg
(o.a. ziekenhuizen en huisartsen) hanteert de RAV het Nederlands Triage
Systeem (NTS). Toepassing van dit systeem leidt tot een juiste urgentietoekenning bij hulpvragen. Het NTS is een computerondersteund systeem dat
voortdurend wordt beoordeeld en zo nodig (landelijk) wordt aangepast. Alle
centralisten zijn in het gebruik van NTS geschoold en jaarlijks vinden bijscholingen
plaats. Met de "Haak plus"-module, worden centralisten periodiek beoordeeld op
het juiste gebruik van NTS.
2. De urgentie-toekenning geschiedt snel
Een snelle urgentietoekenning is noodzakelijk om snelle hulp te kunnen bieden.
Dagelijks wordt op de meldkamer geanalyseerd of en welke meldingen een
langere afhandelingstijd hebben dan de norm van 2 minuten. Van die meldingen
wordt getracht de oorzaken van de langere meldtijd op te sporen. Afhankelijk van
de gevonden oorzaak wordt per melding feedback gegeven aan de betreffende
centralist.
3. De opstart van de ambulances geschiedt zo snel mogelijk
De opstart van een ambulance begint op het moment dat de meldkamer een
ritopdracht aan de ambulance geeft en eindigt op het moment van vertrek van de
ambulance. Deze tijdstippen worden geregistreerd in het bedrijfsprocessysteem.
Dagelijks wordt geanalyseerd of er sprake is van te lange opstarttijden en in die
gevallen worden oorzaken geanalyseerd en besproken met de betreffende
bemanning.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
14
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
4. De rijtijd van de ambulances is zo kort mogelijk
De verkorting van rijtijden wordt op diverse wijzen nagestreefd. In de eerste plaats
is er naar gestreefd de standplaatsen en voorwaardenscheppende locaties
geografisch zodanig te spreiden dat daarmee de gebiedsdekking geoptimaliseerd
wordt. In dit kader worden in 2014 nieuwe standplaatsen betrokken, in Beuningen
en Geldermalsen. Daarmee is de herhuisvesting van de RAV voltooid. In de
tweede plaats wordt op de meldkamer gebruik gemaakt van een geavanceerd,
geautomatiseerd systeem dat de centralist voortdurend adviseert over
mogelijkheden de ambulances optimaal beter over de regio te spreiden. In de loop
van 2014 wordt dit systeem uitgebreid met een module die voorspellingen kan
doen op basis van historische gegevens.
5. De hulpverlening geschiedt conform de actuele protocollen
Om de hulpverlening conform de actuele protocollen te laten verlopen, vindt
voortdurende training en opleiding van medewerkers plaats. Voor alle chauffeurs,
verpleegkundigen en centralisten geldt dat zij jaarlijks een zogenaamde
‘bekwaamheidsverklaring’
ontvangen
zodra
alle
trainingen,
jaarlijkse
theorietoetsen en ritscreeningen met succes zijn doorlopen. Dit wordt beoordeeld
door de medisch manager van de RAV. Zonder bekwaamheidsverklaring mogen
geen werkzaamheden op de ambulance worden verricht.
6. De overdracht van de patiënt aan ziekenhuis geschiedt zo goed mogelijk
Om een goede medische overdracht van patiënten aan een ziekenhuis te borgen
wordt enerzijds door middel van een geautomatiseerd systeem patiëntinformatie
vanuit de aanrijdende ambulance naar het ziekenhuis gestuurd, waardoor het
ziekenhuis zich zo nodig kan voorbereiden op de overname van de patiënt.
Anderzijds is de medisch manager van de RAV minimaal één dag per week
aanwezig op de spoedeisende hulp afdeling van het ziekenhuis, om de overdracht
in de praktijk te kunnen beoordelen.
7. De wachttijden B-vervoer worden beperkt
Voor het bestelde (geplande) vervoer gelden geen normen voor aanrijtijden en
aanname van meldingen, omdat voor dit type meldingen geen urgentie geldt. Voor
het B-vervoer is van belang dat de wachttijden voor de patiënt zo beperkt mogelijk
worden gehouden en patiënten zoveel mogelijk op tijd in de ziekenhuizen zijn.
Prestatie- c.q.
verantwoordings
indicatoren








Urgentie toekenning: 10-15 geauditeerde meldingen per centralist.
Snelheid urgentie toekenning: Gemiddelde meldtijd spoedritten < 1 min. 10
seconde.
Snelheid opstart ambulance: Gemiddelde opstarttijd spoedritten < 45 sec.
Verkorting rijtijd ambulance:
o Gemiddelde rijtijd 6 min. 30 seconde;
o 95% A1-ritten binnen 15 minuten;
o 98% A2-ritten binnen 30 minuten.
Hulpverlening conform protocol: 400 gescreende ritverslagen (5 per
verpleegkundige).
Percentage afgegeven bekwaamheidsverklaringen: 100%.
Overdracht patiënt aan ziekenhuis.: 150 beoordeelde overdrachten patiënt
aan SEH-afdeling.
Wachttijd B-vervoer : Gemiddelde wachttijd B-vervoer <20 minuten.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
15
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
4 Paragrafen
4.1
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
In juni 2012 nam het algemeen bestuur een aantal besluiten over dit onderwerp. Zij besloot met de
betrekking tot de reserves om:
 de norm voor een algemene reserve voor Crisis- en Rampen, inclusief brandweer, te bepalen op
maximaal 5% van de omzet (dit was 8%);
 als ondergrens voor de algemene reserve voor Crisis- en Rampen, inclusief brandweer, een
bedrag te bepalen van € 1.250.000,-. Onder deze grens moeten gemeenten, na een daartoe
strekkend besluit van het algemeen bestuur, bijbetalen. Dit om te borgen dat de VRGZ over
voldoende liquide middelen kan beschikken om aan haar normale betalingsverplichtingen te
kunnen voldoen;
 de normale regels voor het treffen van bestemde reserves en voorzieningen te hanteren en in
begrotingen en jaarrekeningen zichtbaar te maken welke kosten hiermee gemoeid zullen zijn of
gemaakt zijn;
 voor het programma RAV de ontwikkelingen binnen de zorgsector te volgen. De minimale norm
voor reserves is 10% van de omzet en de streefwaarde is 15% van de omzet (dit was 8% zonder
onderscheid van een minimale norm en een streefnorm);
 door te gaan met periodieke inventarisatie van risico's en daar zo nodig ook tussentijds melding
van te maken richting gemeenten.
Het bestuur besloot voorts om opdracht te geven om een nieuwe afgewogen nota over reserves,
risico's en weerstandscapaciteit op te stellen in 2014, inclusief de uitwerking van criteria voor bepaling
van een voldoende kwaliteitsniveau van de verschillende diensten. Eind 2013 is gestart met een
verdiepingstraject voor risico-inventarisatie binnen de hele organisatie. Deze inventarisatie zal ten
grondslag komen te liggen aan de nota die in 2014 wordt uitgebracht. In deze jaarstukken wordt nog
voortgeborduurd op de oude methode en wordt nog geen gebruik gemaakt van organisatie-brede
risico-inventarisatie.
4.2
Weerstandsvermogen
4.2.1
Programma Crisis- en Rampenbestrijding
Algemene reserve Crisis- en Rampenbestrijding
Begroting
2015
Raming
2016
Raming
2017
Raming
2018
2.104
2.033
5%
2.115
2.033
5%
2.113
2.033
5%
2.112
2.033
5%
Bedragen * € 1.000,-
Norm eigen vermogen is 5% van de omzet
Algemene reserve rampenbestrijding
Percentage eigen vermogen van de omzet
Bestemde reserves worden niet meegenomen in deze toetsingstabel van het eigen vermogen.
Bij de gepresenteerde cijfers wordt er van uitgegaan dat de voorstellen voor bestemming van het
resultaat 2013 door het bestuur worden overgenomen. Geconcludeerd wordt dat de algemene reserve
Crisis en Rampen zich in de komende jaren licht onder het niveau van de bestuurlijke norm zal
bevinden.
Bezuinigingen
De kortingen op rijks- en gemeentelijke bijdrage voor Crisis- en Rampenbestrijding in oplopende
percentages vanaf 2012 naar 2015 van respectievelijk 6% en 10% en de bezuinigingsopdracht van de
geregionaliseerde brandweer oplopend tot 5% in 2015 zijn verwerkt in de begroting 2015 en
meerjarenraming 2016-2018.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
16
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
4.2.2 Programma RAV
De reserves van zorginstellingen zijn bedoeld om algemene risico’s op te vangen en zijn tevens
bedoeld om schommelingen in het jaarresultaat op te vangen.
Reserves aanvaardbare kosten MKA en RAV
Begroting
2015
Raming
2016
Raming
2017
Raming
2018
1.807
2.710
3.170
18%
1.803
2.705
3.043
17%
1.802
2.702
2.862
16%
1.802
2.702
2.748
15%
Bedragen * € 1.000,-
De minimale norm is 10% van de omzet
De streefwaarde is 15% van de omzet
Reserve aanvaardbare kosten MKA en RAV
Percentage eigen vermogen van de omzet
Er wordt in de komende jaren meer besteed aan ambulancezorg. De streefwaarde van 15% van de
omzet als omvang van de reserve wordt in deze cijfermatige doorkijk tot 2018 gehaald. De RAV zal
het uitgavenpatroon aan moeten passen om de streefwaarde van 15% in de toekomst te kunnen
realiseren. Vanaf 2018 zullen kosten en opbrengsten aan elkaar gelijk moeten zijn.
4.3
Risicobeheersing
Vanaf begin 2014 wordt binnen de organisatie extra aandacht besteed aan risicobewustzijn en
risicomanagement. Hierbij krijgen risico-“eigenaren” de verantwoordelijkheid om in beeld te brengen
en te houden welke acties volgen om risico’s te beheersen of om te beschrijven waarom risico’s
geaccepteerd (moeten) worden. Dit zal medio 2014 leiden tot een nieuwe nota risico-inventarisatie en
weerstandsvermogen, waarna er periodiek zal worden gerapporteerd aan het bestuur en
deelnemende gemeenten.
In deze begroting worden de risico’s nog gepresenteerd in de oude stijl. Dit betekent dat de
belangrijkste risico’s in dit hoofdstuk kort worden geschetst en dat een risico-inventarisatie in de
bijlagen bij deze begroting beschikbaar is, waar de risico’s zo mogelijk ook financieel worden
gekwantificeerd. Als alle geïdentificeerde risico's zich zouden voordoen is daar ongeveer € 11 miljoen
mee gemoeid. De algemene reserve van het programma Crisis- en Rampenbestrijding kan 48% van
de risico's van dat programma afdekken. Voor het programma RAV is dat percentage 56%.
Niet alle risico’s zullen zich tegelijkertijd voordoen.
4.3.1 Schaalvergroting meldkamers
Het aantal meldkamers wordt teruggebracht van 25 naar 10. De meldkamer van de regio GelderlandZuid wordt geïntegreerd in de nieuwe meldkamer Oost-Nederland. Rondom dit onderwerp is nog veel
onduidelijk. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met deze ontwikkeling door investeringen uit
te stellen en door samen te werken met andere meldkamers. Desalniettemin moet er voor de
toekomst rekening gehouden worden met frictiekosten omdat in de regio Oost-Nederland vijf
meldkamers worden samengevoegd en als nieuwe locatie Apeldoorn is aangewezen. Ter
voorbereiding op de samenvoeging van 25 naar 10 meldkamers zullen de nu nog op verschillende
manieren ingerichte werkprocessen op de meldkamers landelijk geüniformeerd moeten worden, terwijl
de huidige meldkamers operationeel blijven. De daarvoor benodigde extra personele capaciteit is niet
voorzien in de begroting.
4.3.2 Herijking BDUR
Medio 2014 wordt een onderzoek gestart naar de verdeling van rijksuitkeringen voor Openbare Orde
en Veiligheid. Het ministerie van Veiligheid en Justitie zal bij de verdeling van de rijksbijdrage BDUR
de methode van de uitkering gemeentefonds volgen. Bekendmaking van de uitkomst van het
onderzoek is voorzien in de BDUR-circulaire juni 2015. Herverdeling van middelen zal dan vanaf 2016
van kracht kunnen worden. Er zijn landelijk geen middelen beschikbaar om herverdeeleffecten op te
vangen.
4.3.3 Bezuinigingen en doorontwikkeling van de organisatie
Alle bezuinigingsopdrachten die veelal in een oplopend percentage vanaf 2012 of 2013 werden
opgelegd met cumulerende percentage van 6% door het Rijk, 10% door gemeenten op de organisatie
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
17
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
exclusief gemeentelijke brandweren en 5% op de gemeentelijke brandweren, plus een extra
bezuinigingen vanwege de aanschaf van twee nieuwe blusboten zijn verwerkt in deze begroting 2015.
Feitelijk is de bezuinigingsopdracht binnen de organisatie groter omdat de organisatie moet worden
doorontwikkeld en aangepast binnen bestaande budgetten.
4.3.4 Afspraken met vakbonden en personeel
Afgesproken is om een eventuele hogere inschaling ten gevolge van de implementatie van een
nieuwe functiebeschrijvings- en waarderingsmethode voor individuele medewerkers met
terugwerkende kracht tot 1 januari 2013 te laten ingaan. Dit impliceert een risico voor hogere kosten
met terugwerkende kracht.
4.3.5 Onregelmatigheidstoeslag tijdens vakantie
Binnen een aantal sectoren waar onregelmatig wordt gewerkt, worden procedures gevoerd door
personeelsleden omdat er tijdens vakanties van het personeel geen onregelmatigheidstoeslag wordt
betaald. Dit is voor personeelsleden van de ambulancesector ook aanleiding geweest om bezwaar te
maken tegen het niet betalen van onregelmatigheidstoeslag tijdens hun vakantie. Momenteel is nog
niet te voorspellen op welk moment eventuele procedures duidelijkheid zullen bieden over dit
onderwerp.
4.3.6 Btw-druk in de begroting van de Veiligheidsregio
Er is niet voldoende historische informatie beschikbaar om te kunnen beoordelen of de rijkscompensatie voor het komen te vervallen van btw-compensatie voldoende is. Globale doorrekeningen
maken zichtbaar dat de compensatie niet voldoende is.
4.3.7 Aansprakelijkheid bodemverontreiniging
De VRGZ is aansprakelijk gesteld voor het ontstaan van eventuele bodemverontreiniging door het
verplaatsen van afval tijdens brandbestrijding.
4.3.8 Doorontwikkeling Brandweer
De ervaring bij de meeste veiligheidsregio's waar de brandweer is geregionaliseerd leert dat in de
eerste jaren na regionalisering allerlei financiële bijstellingen aan de orde kunnen zijn. Het
jaarresultaat 2013 laat zien dat deelbudgetten opnieuw gerangschikt moeten worden en dat er in 2013
incidenteel minder is uitgegeven dan begroot. Uit in 2013 gestart onderzoek naar het
investeringsprogramma, welk onderzoek in het najaar van 2014 zal worden afgerond, wordt zichtbaar
dat er structurele tekorten zijn in het jaarlijks budget voor kapitaallasten. Dit lijkt op een jaarlijks tekort
van ca. € 500.000,- te duiden.
4.3.9 Overdracht van kazernes
De overdracht van de brandweerkazernes naar de VRGZ zal gefaseerd plaatsvinden. In december
2013 zijn 15 brandweerkazernes waarbij btw-herziening van toepassing is, overgedragen aan de
VRGZ. In de loop van 2014 worden meer kazernes overgedragen aan de VRGZ en worden de lasten
die daarmee samenhangen geïnventariseerd. Het is de bedoeling dat de gemeenten hun budgetten
vanaf 2015 overdragen aan de Veiligheidsregio. In 2014 wordt een plan ontwikkeld voor inrichting van
een facilitaire dienst bij de Veiligheidsregio, inclusief inkoopfunctie.
4.3.10 Werkkostenregeling
Vanaf 2015 wordt invoering van de werkkostenregeling verplicht. Onder die regeling mogen
werkgevers een maximaal percentage van het totale fiscale loon besteden aan onbelaste
vergoedingen aan hun personeel.
Als het maximale percentage wordt overschreden moet 80% belasting worden betaald over de
overschrijding. Er is niet bekend hoe deze nieuwe regeling voor de VRGZ zal uitpakken. Uit landelijk
onderzoek blijkt dat de werkkostenregeling financieel negatief uitpakt voor organisaties met relatief
veel vrijwilligers.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
18
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
4.3.11 Economische crisis
De economische crisis heeft al geleid tot kortingen op de budgetten van het rijk, gemeenten en
zorgverzekeraars en tot niet voorziene stijging van sociale lasten en pensioenpremies. Omdat de
economische crisis aanhoudt, kunnen nieuwe maatregelen van kracht worden waarmee geen
rekening is gehouden.
4.3.12 Verzekerde risico's
De algemene risico's van wettelijke aansprakelijkheid, de inboedel, het wagenpark en het materieel
zijn verzekerd. Dit geldt niet voor ziekte en werkloosheid van de medewerkers. Vanaf 1 januari 2013
worden gemeentelijke verzekeringen voor materieel en personeel door de VRGZ als contractpartner
gecontinueerd in plaats van de gemeenten. Een aanbestedingsprocedure voor de Veiligheidsregio
loopt en wordt in 2014 afgerond.
4.3.13 Spreiding en beschikbaarheid ambulances
Het Landelijk Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid Ambulancezorg is begin 2013 herijkt.
Verwachting is dat het referentiekader iedere twee jaar herijkt zal gaan worden. Herijking van het
referentiekader kan een aanpassing tot gevolg hebben op het aantal standplaatsen en ambulances
dat is toegewezen en het hiermee samenhangende budget. Eventuele aanpassingen in het budget
worden altijd met zorgverzekeraars afgestemd.
4.3.14 Functiewaarderingsystematiek CAO ambulancezorg
In de sector-cao ambulancezorg is de afspraak gemaakt om in de eerstvolgende CAO de overgang te
maken naar een nieuwe functiebeschrijvings- en waarderings-systematiek. Het risico hiervan is dat
hieruit een hogere inschaling van het personeel kan volgen.
4.4
Verbonden partijen
De VRGZ werkt intensief samen met de politie Gelderland-Zuid (vanaf 1 januari 2013 politiedistrict
Gelderland-Zuid onder politieregio Oost-Nederland) voor wat betreft de gemeenschappelijke
meldkamer. Ditzelfde geldt voor de samenwerking met de GGD Gelderland-Zuid op het gebied van
Facilitaire Zaken, ICT, P&O en Financiële Planning en Control. Er is geen sprake van een verbonden
partij in die zin dat de veiligheidsregio risico's draagt die vanuit de andere partij worden veroorzaakt.
Wel zijn er kosten gemoeid met het verbreken van het samenwerkingsverband.
4.5
Investeringsbegroting en kapitaalgoederen
Een overzicht van de geplande investeringen is opgenomen in de bijlagen bij deze begroting.
In zijn algemeenheid worden kapitaalgoederen van de VRGZ onderhouden en vervangen na afloop
van de economische levensduur. Tot het moment van aanschaf van twee nieuwe blusboten voor de
risicobeheersing op het water in 2015, worden beide huidige blusboten onderhouden. Daarbij beperkt
het onderhoud zich tot een minimum en wordt alleen het hoogst noodzakelijke onderhoud voorzien.
Uit in 2013 gestart onderzoek naar het investeringsprogramma brandweer, komt een herijkte
investeringsplanning voor 2014. Een meerjareninvesteringsplanning voor 2015-2018 is nog niet
voorhanden, deze wordt in de loop van 2014 afgerond. In deze begroting is derhalve rekening
gehouden met aannames voor de brandweer investeringsbegroting. In de risicoparagraaf staat
aangegeven dat hieruit vermoedelijk een risico uit voortkomt.
4.6
Wet Houdbare overheidsfinanciën
De wet Houdbare overheidsfinanciën (wet Hof) bevat begrotingsregels voor de decentrale overheden
provincies, gemeenten (incl. gemeenschappelijke regelingen) en waterschappen. Zij hebben andere
regels dan het rijk voor hun boekhouding: de begroting moet sluitend zijn, zij sparen voor het doen van
investeringen of bekostigen het direct uit de reserves en 'smeren' investeringsuitgaven' uit over
meerdere jaren door deze te activeren.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
19
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Door een verschil in boekhoudstelsels tussen rijk en decentrale overheden provincies, gemeenten en
waterschappen worden investeringen als tekortvergroting voor het EMU-saldo aangemerkt. Met de
wet Hof gaat per jaar een macroplafond gelden voor het EMU-tekort van alle gemeenten samen.
4.7
Treasury
De hoeveelheid geld die nodig is voor de uitvoering van de verschillende taken van de organisatie
wordt beheerd door de treasuryfunctie. Werkwijze, taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in
het treasurystatuut. Dit statuut is op 19 mei 2011 door het algemeen bestuur vastgesteld. De
veiligheidsregio voert een risicomijdend beleid.
4.7.1 Schatkistbankieren
Half december 2013 is het schatkistbankieren voor decentrale overheden ingegaan.
Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor
zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld
dalen.
4.7.2 Risicobeheer
Het verstrekken van leningen en garanderen van rente en aflossing van leningen is de veiligheidsregio
niet toegestaan.
4.7.3 Kasgeldlimiet
Jaarlijks geeft het ministerie aan welk bedrag mag worden gefinancierd met kortlopende geldleningen;
de kasgeldlimiet. In 2015 is dit 8,2% van het begrotingstotaal met een minimum van € 300.000,-. Als
de kasgeldlimiet structureel wordt overschreden, moet de kortlopende schuld worden omgezet in een
langlopende schuld.
Bedragen * € 1.000,-
1e kwt
2e kwt
3e kwt
4e kwt
60.454
60.454
60.454
60.454
- in procenten van de grondslag
8,2%
8,2%
8,2%
8,2%
- in bedrag
4.957
4.957
4.957
4.957
- opgenomen gelden < 1 jaar
0
0
0
0
- schuld in rekening courant
0
0
0
0
- gestorte gelden door derden < 1 jaar
0
0
0
0
- ov. geldleningen niet zijnde vaste schuld
0
0
0
0
0
0
0
0
Omvang begroting per 1 januari (is grondslag)
1 Toegestane kasgeldlimiet
2 Omvang vlottende korte schuld (+/+)
3 Vlottende middelen (-/-)
- contante gelden in kas
- tegoeden in rekening-courant
- overige uitstaande gelden < 1 jaar
0
0
0
0
4.251
2.453
2.358
2.358
Toets kasgeldlimiet
4 Totaal netto vlottende schuld (2 - 3)
-4.251
-2.453
-2.358
-2.358
Toegestane kasgeldlimiet (1)
4.957
4.957
4.957
4.957
Ruimte (+)/ Overschrijding (-) (1 - 4)
9.208
7.410
7.316
7.316
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
20
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
4.7.4 Renterisiconorm
Om ongewenste financiële gevolgen van rentewijzigingen te beperken, geeft het ministerie ook
jaarlijks een renterisiconorm aan. Deze renterisiconorm geeft de omvang van de schuld weer die in
een jaar maximaal voor renteconversie in aanmerking mag komen.
In 2015 is dit een percentage van 20% van het begrotingstotaal, met een minimum van € 2.500.000,-.
De uitkomst hiervan mag niet overschreden worden zodat een spreiding van de opgenomen leningen,
looptijden en rente-aanpassingsdata en een eventueel hieruit voortvloeiende rentewijziging ontstaat.
In 2013 werd op basis van een financieringsplan, in verband met de groei van de organisatie, een
lening aangetrokken. Tevens werd er een lening aangetrokken voor de aanschaf van 15 kazernes. In
2014 en 2015 wordt er verder bij geleend.
Bedragen * € 1.000,-
1
2
3
Renteherziening
Aflossingen
Renterisico (1+2)
4
Renterisiconorm
5a Ruimte onder renterisiconorm
5b Ruimte boven renterisiconorm
2018
0
0
0
2017
0
3.556
3.556
2016
0
3.199
3.199
2015
0
2.935
2.935
12.091
12.091
12.091
12.091
12.091
0
8.535
0
8.892
0
9.156
0
Berekening renterisiconorm
4a Begrotingstotaal begroting 2014
4b Percentage regeling
Renterisiconorm (4a x 4b)
60.454
20%
12.091
De wettelijk vastgestelde nieuwe rente risiconorm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de
renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. De VR blijft daar ruim
onder. Het minimumbedrag voor de renterisiconorm is € 2.500.000,-.
4.7.5
Financieringslimiet
Bedragen * € 1.000,-
Verwachte omvang mat. vaste activa eind 2015
Af: Saldo reserves en voorzieningen
Totaal
Fin. met lang vermogen
Fin. met liquide middelen
Bij: noodzakelijk werkkapitaal ( meest negatieve stand )
48.206
-5.797
42.409
Verwachte kredietlimiet voor 2015 bij normale omstandigheden
8.049
50.458
Bij: eventuele bijzondere omstandigheden ( 2 maal de maandlast )
Verwachte ( tijdelijke ) financieringslimiet bij bijzondere omstandigheden
9.287
59.745
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
21
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
4.8
Organisatie en bedrijfsvoering
4.8.1 Bestuurlijke organisatie
De gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (1 januari 2011) is een voortzetting
van de gemeenschappelijke regeling Hulpverlening en Veiligheid (1 januari 2004) en bestaat uit de
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), de Regionale Ambulancevoorziening
(RAV), Brandweer Gelderland-Zuid, de Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK), het Veiligheidsbureau, P&O en Financiële Planning & Control, Facilitaire Zaken en ICT en een aantal staffuncties.
De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid is werkzaam voor de gemeenten Groesbeek, Ubbergen en
Millingen aan de Rijn (toekomstig de gemeente Berg en Dal), Beuningen, Buren, Culemborg, Druten,
Geldermalsen, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, West Maas
en Waal, Wijchen en Zaltbommel. De gemeenschappelijke regeling is gevestigd in Nijmegen.
Het bestuur van de VRGZ bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Zij vormen
het algemeen bestuur. Binnen dit bestuur is een aantal portefeuilles c.q. thematische
verantwoordelijkheden verdeeld. Hiermee zijn geen formele besluitvormende bevoegdheden
overgedragen. Elke portefeuille- of themahouder agendeert onderwerpen via het Dagelijks Bestuur in
het Algemeen Bestuur voor besluitvorming.
In algemene zin is de functie van het dagelijks bestuur de voorbereiding van besluitvorming voor het
Algemeen Bestuur. Het dagelijks bestuur beoordeelt of de aangereikte voorstellen geschikt zijn voor
besluitvorming in het algemeen bestuur.
4.8.2 Ambtelijke organisatie
De Veiligheidsregio wordt geleid door een algemeen directeur. Deze wordt hierin bijgestaan door de
directeur RAV en de regionaal commandant brandweer. Samen vormen zij het directieteam. De
hoofden van de sectoren en afdelingen binnen de VRGZ, aangevuld met een vertegenwoordiger van
het Brandweer Managementteam (BMT), vormen het adviesteam, dat de algemeen directeur
gevraagd (en ongevraagd) adviseert over zaken die de gehele VRGZ aangaan.
De GHOR wordt aangestuurd door de Directeur Publieke Gezondheid (DPG), die tevens directeur is
van de GGD Gelderland-Zuid. De DPG maakt op basis van de agenda deel uit van het Directieteam.
De regionaal commandant vormt samen met de clustercommandanten het BMT.
4.8.3 Informatiemanagement
Een goede informatievoorziening is essentieel voor het goed kunnen functioneren van onze
organisatie en om die te verbeteren op basis van nieuwe mogelijkheden. De VRGZ ontwikkelt in de
periode 2013-2016 onder andere de volgende trajecten ten behoeve van de bedrijfsvoering met een
I(CT)-component:

Inrichten kernregistraties (bijvoorbeeld personeel, externe relaties, GEO data).

Systeemkeuze en implementatie voor de ondersteuning van de inkoopfunctie.

Herziening/keuze nieuw financieel pakket.

Inrichten systemen rondom vergunningadviesproces in samenwerking met gemeenten en RUD's.

Systeemkeuze en implementatie voor de ondersteuning facilitair management.
In 2014 zijn deze trajecten opgestart. Wat betreft de trajecten betreffende facilitair management,
inkoop en het financiële pakket worden de eindproducten naar verwachting in 2015 opgeleverd. Het
traject betreffende kernregistraties is een lange termijn inzet die een gefaseerde aanpak krijgt.
4.8.4 Kwaliteitszorg en kennismanagement
De Wet veiligheidsregio’s schrijft een aantal kwaliteitseisen voor met betrekking tot verschillende
onderdelen van onder het bestuur van de veiligheidsregio ressorterende diensten. Het
kwaliteitszorgsysteem VRGZ is modulair opgebouwd. Dat wil zeggen dat elke sector voor de borging
van de eigen kwaliteit zorgt. Het geheel van deze systemen zorgt ervoor dat de kwaliteit van alle
processen van de VRGZ zijn geborgd.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
22
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
De focus voor de komende jaren ligt op het beheersen en verbeteren van het bereikte kwaliteitsniveau
en het leren van incidenten. Door onder andere regelmatig audits en metingen uit te voeren op de
operationele en beleidsmatige processen wordt het kwaliteitsniveau bewaakt. Het structureel willen
leren van daadwerkelijke incidenten vindt vorm onder andere door na afloop van alle GRIP-incidenten
een eerste impressie vast te leggen. In sommige gevallen kan dat leiden tot een nadere evaluatie. Het
multidisciplinair leeragentschap zorgt voor het benoemen en agenderen van alle leer- en
ontwikkelpunten rondom crisisinzetten.
Om het management beter te ondersteunen in haar sturende taak, wordt in 2015 het traject
'managementdashboard' verder uitgebouwd. Een managementdashboard is een leeswijzer die op
hoofdlijnen laat zien welke resultaatgebieden aandacht vragen. Hierdoor wordt het mogelijk het
management op overzichtelijke wijze te voorzien van samenhangende operationele- en
bedrijfsvoeringsinformatie. De brongegevens van de sector RAV, sector Brandweer en Financiële
Planning & Control zijn inmiddels ontsloten. Het managementdashboard voor de andere sectoren
wordt in 2014 geïmplementeerd.
4.8.5 Bedrijfsvoering
In 2014 wordt een nieuw functiewaarderingssysteem ingevoerd en toegepast. Na de regionalisering
van de brandweer en de herinrichting van de ondersteunende diensten en de staffuncties was het
noodzakelijk dat alle functies binnen de Veiligheidsregio opnieuw werden en worden beschreven en
daarmee ook gewaardeerd. Het is mogelijk dat voor sommige functies een herwaardering nodig is.
Het effect hiervan op de begroting 2015 is op dit moment nog niet te overzien.
De afgelopen jaren heeft de VRGZ een aantal forse ontwikkelopgaven gehad, waaronder inbedding
van de ondersteunende diensten bij de VRGZ, de regionalisering van de brandweer, ondersteuning
leveren van de ondersteunende diensten aan de fusie van de GGD-en en het realiseren van
bezuinigingen. Vanaf 2014 ligt de focus van de interne organisatie op ’het huis op orde’ krijgen. De
hectiek van de hierboven genoemde ontwikkelopgaven moet omgebogen worden naar stabiliteit en
duidelijkheid. Duidelijkheid in de aansturing, rollen en verantwoordelijkheden en duidelijkheid in de in
te zetten koers. Werken aan uniforme processen, afspraken en dezelfde standaarden van kwaliteit.
In 2014 is een aanvang gemaakt met de implementatie van de besluitvorming over de opgestelde
bedrijfsvoering visie, waarin de wijze van dienstverlening van de ondersteunende diensten een
belangrijke plaats inneemt. Via het zogenaamde ’click, call en face-principe’ worden zowel de interne
als externe klant bediend. Ook in 2015 zal dit principe nog verder worden uitgewerkt. Daarnaast wordt
binnen de organisatie aandacht besteed aan de sturingsprincipes van de organisatie. De
sturingsprincipes beschrijven hoe we willen werken, wie waar voor verantwoordelijk is en wat we van
de leidinggevenden mogen verwachten.
Na de eigendomsoverdracht van de kazernes van gemeenten naar de Veiligheidsregio zal de
verantwoordelijkheid voor het beheer daarvan als onderdeel van vastgoedbeheer ingebed worden
binnen de afdeling Facilitaire Zaken. Het zogenaamde facilitaire bedrijf zal in 2015 verder gestalte
krijgen.
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
23
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5 Financiële begroting
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
24
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.1
Overzicht van baten en lasten in de begroting Crisis- en Rampenbestrijding
Bedragen * € 1.000
Bijgestelde
Realisatie Begroting Begroting
2013
2014
2015
Raming
2016
Raming
2017
Raming
2018
Baten
Budget aanvaardbare kosten
Subsidies Rijk
Subsidies Provincie
Bijdrage deelnemende gemeenten
Opbrengsten bedrijfsvoering
Overige opbrengsten
Totaal baten
0
5.590
178
31.468
1.697
1.727
40.659
0
6.684
178
29.967
1.860
3.184
41.873
0
6.761
98
30.123
1.904
3.193
42.078
0
6.761
75
30.359
1.904
3.193
42.292
0
6.761
52
30.359
1.904
3.193
42.269
0
6.761
30
30.359
1.904
3.193
42.247
Lasten
Personeelskosten
Huisvesting
Kantoormiddelen
Medische zaken
Communicatieapparatuur
Wagenpark en werkmaterieel
Kapitaallasten
Evenementen, paraatheidsverg. en inleen
Dienstverlening door derden
Interne doorbel. bedrijfsvoering
Regionalisering
Kwaliteit personeel
Algemene kosten
Onvoorzien
Rentebaten en lasten
Nog te bezuinigen
Totaal lasten
29.125
480
312
9
1.468
2.376
3.246
60
778
-650
523
108
1.228
0
-637
0
38.426
31.358
425
317
6
1.729
1.928
5.348
0
697
-863
0
0
1.477
153
-632
-79
41.865
31.424
465
310
6
1.832
1.777
5.695
0
738
-908
0
0
1.370
153
-627
0
42.235
31.485
465
310
6
1.832
1.777
5.744
0
718
-908
0
0
1.370
153
-610
0
42.342
31.529
465
310
6
1.832
1.777
5.737
0
718
-908
0
0
1.370
153
-571
0
42.417
31.563
465
310
6
1.832
1.777
5.829
0
718
-908
0
0
1.370
153
-528
0
42.586
2.233
8
-157
-50
-148
-339
-27
100
50
50
50
50
2.206
108
-107
0
-98
-289
-522
-108
430
75
65
-215
-215
2.266
323
0
108
0
0
0
-98
0
-289
0
0
0
0
0
0
0
Saldo van baten en lasten
Buitengewone baten en lasten
Geraamd saldo van baten en lasten *
Bestemde res. regionalisering brandweer
Bestemde reserve kwaliteit personeel
Bestemde reserve compensatie btw
Bestemde reserve crisiscommunicatie
Bestemde reserve financiële menskracht
Bestemde reserve kapitaallasten
Algemene Reserve C&R
Geraamde resultaat
* -/- is onttrekking +/+ is toevoeging.
Programmabegroting 2015
25
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.1.1 Begrotingswijzigingen overzicht van baten en lasten in de begroting Crisis- en Rampenbestrijding 2014
Bedragen * € 1.000
Begroting 2014 Verschuiving
Nagekomen
correcties
Brandkranen
BtwOvergenomen
compensatie kazernes 2013
FLO
gemeente
Nijmegen
Korting
beheer
kazernes
Publieke
Gezondheid
Bijgestelde
begroting
2014
Baten
Budget aanvaardbare kosten
Subsidies Rijk
Subsidies Provincie
Bijdrage deelnemende gemeenten
Opbrengsten bedrijfsvoering
Overige opbrengsten
Totaal baten
0
6.683
178
30.857
1.860
1.621
41.200
Lasten
Personeelskosten
Huisvesting
Kantoormiddelen
Medische zaken
Communicatieapparatuur
Wagenpark en werkmaterieel
Kapitaallasten
Evenementen, paraatheidsverg. en inleen
Oefenen en opleiden
Dienstverlening door derden
Interne doorbel. bedrijfsvoering
Regionalisering
Algemene kosten
Onvoorzien
Rentebaten en lasten
Nog te bezuinigen
Totaal lasten
30.456
525
418
6
1.640
2.538
3.694
110
927
540
-863
0
1.241
153
-206
0
41.180
1126
-100
-100
-80
100
113
-365
0
1.115
185
38
-500
31.358
425
318
6
1.729
1.928
5.348
0
0
697
-863
0
1.477
153
-632
-80
41.865
19
-100
-86
0
-215
427
0
-38
0
9
0
100
Geraamd saldo van baten en lasten *
19
0
Bestemde reserve compensatie btw
Algemene Reserve C&R
19
Saldo van baten en lasten
Buitengewone baten en lasten
Geraamde resultaat
0
89
-245
100
-87
-927
87
190
-365
-215
-163
27
-365
-215
-500
1.542
1.542
100
185
185
0
-500
185
-9
-500
-365
13
1.541
-23
70
236
-426
100
-86
0
-215
427
0
-38
0
-215
0
-86
0
0
6.683
178
29.967
1.860
3.185
41.873
0
427
0
* -/- is onttrekking +/+ is toevoeging.
Programmabegroting 2015
0
0
-215
323
-38
0
0
108
0
0
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Toelichting
Verschuivingen
Verschuivingen betreffen (budgettair neutrale) verschuivingen als gevolg van verfijning van de brandweerbegrotingen en een nadere invulling van de bezuinigingsopdracht. Voor een bedrag van € 80.000,- is
in 2014 nog geen specifieke invulling aangewezen. In 2015 is dit bedrag meegenomen in de structurele bezuinigingen.
Nagekomen correcties, brandkranen en btw-compensatie
De nagekomen correcties brandweer zijn correcties op de per 1 januari 2013 overgedragen gemeentelijke budgetten. Deze correcties zijn met de betreffende gemeenten afgestemd. Omdat het Ministerie van
VenJ heeft aangegeven dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de bluswatervoorziening, gaat het budget onderhoud brandkranen weer terug naar gemeenten. Het Algemeen Bestuur besloot op 12
december 2013 om uit het jaarresultaat 2013 € 430.000,- te reserveren om het verlies van btw-compensatie voor gemeenten te compenseren voor de jaren 2014 en 2015. Gemeenten krijgen dan € 215.000,korting op hun gemeentelijke bijdrage.
Overname kazernes
De kapitaallasten van de eind december 2013 van gemeenten overgenomen kazernes (15 stuks) zijn, evenals de rentelasten van de aangetrokken leningen ter financiering, inzichtelijk gemaakt. Per saldo is
er een rente voordeel door het verschil in rente op kapitaallasten en het rentepercentage dat wordt betaald over de leningen ter financiering van de kazerens. De budgetten voor eigenaars- en
gebruikerslasten worden nog inzichtelijk gemaakt en afgestemd met gemeenten. Om die reden worden deze opbrengsten, totdat afstemming met gemeenten heeft plaatsgevonden, gepresenteerd onder
overige opbrengsten. Naar verwachting is hierover medio 2014 meer bekend. In de loop van 2014 worden meer kazernes van gemeenten overgenomen en om die redenen volgen hiervoor op een later
moment begrotingswijzigingen voor 2014 en 2015.
FLO gemeente Nijmegen
De structurele kosten voor het FLO-overgangsrecht voor het beroepskorps van gemeente Nijmegen wordt in de begroting toegevoegd. De totale kosten worden op basis van nacalculatie verrekend met de
gemeente Nijmegen.
Publieke Gezondheid
Eind 2013 is er een overeenkomst Publieke Gezondheid tussen GHOR en GGD gesloten. De kosten nemen hierdoor toe en deels verschuiven er kosten.
Korting beheer kazernes
De VRGZ kan in 2014 nog niet overgaan tot het inrichten van een eigen beheerorganisatie rondom de kazernegebouwen. Een deel van deze overheadbijdrage wordt om die reden 2014 incidenteel in
mindering gebracht. Vanaf 2015 wordt deze incidentele verlaging weer teruggedraaid.
Programmabegroting 2015
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de begroting Crisis- en
Rampenbestrijding
Onder andere naar aanleiding van de realisatiecijfers in het eerste jaar na regionalisering zijn er diverse
posten (budgettair neutraal) verschoven om zodoende begroting en realisatie beter vergelijkbaar te maken.
Naar verwachting zal dit in de eerste jaren na regionalisering nog vaker gebeuren.
In deze begroting 2015 zijn alle jaarlijks oplopende bezuinigingsopdrachten verwerkt. Als er sprake is van
bezuinigingen die nog niet volledig kunnen worden onderbouwd met dalende kosten vanwege aflopende
contracten of verifieerbare daling in de kosten van nieuwe contracten, wordt dit vermeld in de risicoinventarisatie.
Overdracht van brandweerkazernes vindt gefaseerd plaats. Kazernes waarbij btw-herziening van
toepassing is, zijn eind 2013 overgedragen aan de Veiligheidsregio. Kazernes waarbij geen sprake is van
btw-herziening worden in de loop van 2014 overgedragen. In de eerste maanden van 2014 worden de
kosten die samenhangen met de overdracht van kazernes geïnventariseerd (schoonmaak, eigenaarslasten,
onderhoud etc.) De overdracht van budgetten van gemeenten naar de Veiligheidsregio zal gebeuren vanaf
2015. Omdat de inventarisatie na het uitbrengen van deze begroting zal worden afgerond, kan deze
budgetoverdracht en verwerking van de lasten nog niet in deze begroting worden verwerkt.
Onder de overige opbrengsten is een fictieve bijdrage vanuit gemeenten verwerkt voor de kapitaallasten
van de in 2013 overgenomen kazernes. Wanneer de werkelijke kosten en de daarmee samenhangende
opbrengsten in beeld zijn zullen deze opbrengsten onderdeel worden van de gemeentelijke bijdragen (zie
ook paragraaf 5.6).
Er is een nieuw investeringsplan voor brandweerinvesteringen 2014 opgesteld. Een meerjarig
investeringsplan vanaf 2015 is (nog) niet voorhanden. De in de begroting 2015 en meerjarenraming 20162017 opgenomen investeringen betreft de investering in twee nieuwe blusboten. Daarnaast zijn, voor 2015
t/m 2018, aannames gedaan ten aanzien van overige investeringen.
In onderstaande toelichting wordt ingegaan op verschillen tussen de begroting 2015 en de bijgestelde
begroting voor 2014. De begroting 2015 en de meerjarenraming 2016-2018 zijn gebaseerd op het prijspeil
van 2015.
Subsidies Rijk
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De subsidie van het Rijk verandert vanwege bijstelling van de btw-component van 19% naar
21%, vanwege doorwerking indexering voorgaande jaren en verandering van
structuurkenmerken en verdeelmaatstaven. Naar verwachting wordt deze subsidie vanaf 2016
herverdeeld over veiligheidsregio's. Het Rijk heeft daarbij aangegeven dat er landelijk geen geld
beschikbaar is om negatieve herverdeeleffecten tijdelijk te compenseren. Publicatie van de
herverdeelde rijkssubsidie wordt verwacht in juni 2015.
78
Subsidies Provincie
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
Met ingang van 2015 komt de subsidie voor de blusboten ad € 80.000,- te vervallen.
-80
Bijdrage deelnemende gemeenten
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
Hieronder wordt een specificatie weergegeven van de verschillende veranderingen die optreden
in de gemeentelijke bijdragen voor het jaar 2015 in vergelijking met de begroting 2014. De
verdeling over gemeenten en de ontwikkeling van de gemeentelijke bijdrage tot en met 2018 is
weergegeven in bijlage 5.6.
155
Programmabegroting 2015
28
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Gemeentelijke bijdragen 2014
30.857
Bij: nagekomen correcties
190
Af: teruggave budget onderhoud brandkranen
-365
Af: compensatie BTW
-215
Af: eenmalige korting beheer kazernes
-500
Bijgestelde gemeentelijke bijdragen 2014
29.967
Af: bijdrage vakbekwaamheid en kwaliteit
-212
Af: bijdrage stafsectie bevolkingszorg
-40
Af: bezuiniging oude VRGZ
-93
Af: bezuiniging brandweer
-400
Bij: correctie gefaseerde kapitaallasten
111
Bij: beheer kazernes
500
Subtotaal
Bij: indexering lonen en overige lasten *
29.833
289
Totale gemeentelijke bijdragen 2015
30.122
* De indexering is, conform de in het Ontvlechtingskader gemaakte afspraken, berekend op basis van prijs
overheidsconsumptie beloning werknemers (2,25%) en de prijs netto materiële overheidsconsumptie (IMOC 1,50%)
volgens Centraal Economisch Plan d.d. 4 maart 2014. Op basis van deze publicatie is in de begroting 2015 een
nacalculatie verwerkt voor de indexeringen van 2013 en 2014. Dit leidt tot een totale gewogen indexering voor 2015 van
0,97%.
Beloning
werknemers
IMOC
2,25%
1,50%
Correctie laatst gepubliceerde index, minus toegepaste index voor begroting 2013
-0,15%
-0,15%
Correctie laatst gepubliceerde index, minus toegepaste index voor begroting 2014
-1,25%
0,00%
0,85%
1,35%
75%
25%
Verwachte index voor 2015
Totaal toe te passen index voor begroting 2015
Aandeel personeels- en overige kosten in begroting 2014
Gewogen indexcijfer voor begroting 2015 (t.o.v. begroting 2014)
0,97%
Opbrengsten bedrijfsvoering
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De Veiligheidsregio levert ondersteuning aan de GGD op het gebied van post & archief, facilitaire
zaken, ICT, P&O en Financiële Planning & Control. Ten opzichte van de begroting 2014 nemen
de kosten voor post & archief, FP&C en P&O (€ 72.000,-) toe en dalen de kosten voor ICT (€
29.000,-) door enerzijds minder personele uitgaven en anderzijds hogere uitgaven voor een
datalijn.
43
Overige opbrengsten
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De Veiligheidsregio Gelderland-Midden levert een bijdrage in de exploitatiekosten van een
blusboot (€ 104.000,-). De bijdrage in de blusboten van de provincie komen te vervallen, zie
subsidies provincie.
Een aantal bijdragen voor personeel (€ 23.000,-) en ademlucht (€ 23.000,-) nemen af, evenals
de bijdrage van de politie voor de kosten van de Gemeenschappelijke Meldkamer (€ 23.000,-).
Verder muteert de aanname van de bijdrage van gemeenten voor de huisvesting van de reeds
overgenomen kazernes met € 26.000,- ten opzichte van 2014. Afstemming met gemeenten vindt
in 2014 plaats.
9
In de overige opbrengsten is een fictieve post van ruim €1.500.000,- opgenomen voor de
kapitaallasten die verband houden met de reeds overgedragen kazernes in 2013. Wanneer de
werkelijke opbrengsten bekend zijn, zullen de opbrengsten onderdeel worden van de
gemeentelijke bijdragen (zie ook paragraaf 5.6).
Programmabegroting 2015
29
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Personeelskosten
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De personeelskosten zijn begroot en doorgerekend aan de hand van de premies voor sociale
lasten en pensioenen zoals die golden begin 2014. Ten opzichte van dit prijspeil is rekening
gehouden met 1,5 loonstijging bij de doorrekening naar 2015 omdat de CAO voor gemeenteambtenaren al per 1 januari 2013 afliep. Dit percentage is lager dan het Centraal Planbureau
begin 2015 voorspelt omdat de CAO gemeenten in 2012 de bruto lonen in 2012 met 2%
bijstelde, terwijl voor een aantal andere groepen van overheidspersoneel de nullijn gold.
Ten opzichte van de begroting 2014 is de stijging 1%, omdat daarin al 0,5% was verwerkt.
Op basis van het bestedingsplan Vakbekwaamheid Brandweerpersoneel was in 2013 en 2014
tijdelijk 3,5 extra fte beschikbaar voor oefenen en opleiden. Dit vervalt in 2015 (€ 220.000,-).
Als gevolg van de uitrol van de nieuwe ICT-omgeving kan de formatie van de afdeling ICT met
ruim 2 fte worden teruggebracht (€ 140.000,-). Hier staan deels hogere kosten tegenover (zie
ook communicatie-apparatuur).
65
Bij het opmaken van de begroting 2014 is de Onregelmatigheidstoeslag (ORT) voor
beroepsmedewerkers te laag ingeschat. Dit is in de begroting 2015 hersteld (€ 150.000,-).
De brandweerorganisatie verwacht door intensievere samenwerking over de clustergrenzen
heen en met het efficiënter maken van bedrijfsprocessen, dat het mogelijk is om het totale
regionale werkpakket beter te verdelen en met minder personeel uit te voeren. Dit geldt voor
risicobeheersing, incidentbestrijding en het management van de brandweer. De beoogde
besparing ten opzichte van de begroting 2014 is € 404.000,-.
De VRGZ kan in 2014 nog niet overgaan tot het inrichten van een eigen beheerorganisatie
rondom de kazernegebouwen. Een deel van deze overheadbijdrage werd om die reden in 2014
incidenteel in mindering gebracht. Vanaf 2015 wordt deze incidentele verlaging weer
teruggedraaid (€ 500.000,-).
De uitgaven voor opleiden en oefenen dalen met € 148.000,-. Voor € 95.000,- heeft dit betrekking
op het vervallen van incidentele implementatiekosten van stafsectie geneeskundig en stafsectie
bevolkingszorg. Een bedrag van € 70.000,- verschuift naar algemene kosten. Tot slot stijgen de
kosten voor bedrijfsfitness ter uitvoering van de functie licht met € 7.000,-.
De overige personele kosten dalen met € 18.000,-.
Huisvesting
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De investering voor schilderwerk en vloerbedekking die in 2013 is komen te vervallen voor de
Veiligheidsregio en werd betaald door de GGD Gelderland-Zuid (hoofdhuurder pand
Groenwoudseweg) is verwerkt in de huisvestingslasten. Samen met de indexering van de
huurprijs leidt dit tot een stijging van € 21.000,-.
40
Tot slot nemen de schoonmaakkosten (€ 4.000,-), liggeld voor de blusboten (€ 7.000,-) en een
aantal overige huisvestingslasten (€ 8.000,-) toe.
Kantoormiddelen
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De daling wordt veroorzaakt door een mix van kleine bijstellingen ten opzichte van de begroting
2014.
Programmabegroting 2015
-7
30
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Communicatie-apparatuur
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De kosten voor internetverbindingen en onderhoud van vaste telefonie werden in de begroting
van 2014 te laag ingeschat (€ 68.000,-). Een deel van deze kosten wordt via de overige
opbrengsten bedrijfsvoering doorbelast aan de GGD (zie opbrengsten bedrijfsvoering). Verder
nemen de kosten van ADSL (€ 12.000,-) en softwarelicenties (€ 23.000,-) toe.
103
Wagenpark en materieel
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
Door aanschaf van de nieuwe blusboten vallen de onderhoudskosten de komende jaren lager uit
(€ 65.000,-). Door grotere volumes in te kopen en aan te besteden en het beperken van
voorraden door efficiëntere werkwijzen wordt naar verwachting een besparing van € 36.000,- op
verzekering en aanschaf van klein materieel gerealiseerd.
-151
Vanwege de intensivering van de samenwerking tussen de clusters is het niet meer noodzakelijk
boventalling materieel aan te houden. Hierdoor dalen de onderhoudskosten met € 50.000,-.
Kapitaallasten
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De kapitaallasten stijgen als gevolg van de aanschaf van de blusboten met € 340.000,- (zie
investeringsplanning paragraaf 5.5). In 2013 is voor de brandweer een volledig nieuwe
investeringsplanning 2014 opgesteld. Ten opzichte van de begroting 2014 zullen de verwachte
kapitaallasten voor de brandweer € 50.000,- hoger uitvallen dan in 2014. De kapitaallasten van
de overige sectoren dalen per saldo met € 44.000,-.
346
Dienstverlening door derden
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De getekende overeenkomst publieke gezondheid tussen GHOR en GGD levert een
kostenstijging op van € 12.000,-.
41
De verdere stijging wordt veroorzaakt door incidentele inhuur van derden ten behoeve van de
doorontwikkeling van de digitalisering van het archief (€ 19.000,-), de implementatie van de
werkkostenregeling en het in eigen beheer gaan uitvoeren van de salarisadministratie door P&O
(€ 10.000,-). Het in eigen beheer nemen van de salarisadministratie levert vanaf 2016 structureel
een besparing op van € 45.000,-.
Interne doorbelasting ondersteunende diensten
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De volledige kosten van de ondersteunende diensten zijn verwerkt binnen het programma Crisisen Rampenbestrijding en doorbelast aan de overige bedrijfsonderdelen/sectoren. De
doorbelasting van de kosten aan de GGD is verwerkt onder opbrengsten bedrijfsvoering. Het
aandeel van de sector RAV is verwerkt onder deze kostensoort. De interne doorbelasting aan het
programma RAV neemt toe doordat de kosten van de ondersteunende diensten toenemen.
Programmabegroting 2015
-45
31
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Algemene kosten
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
In 2015 wordt € 140.000,- structureel meer bezuinigd op algemene kosten. Verder is voor
kwaliteit € 70.000.- van personeelskosten verschoven naar algemene kosten.
-108
De kosten voor voorlichting werden bij de begroting 2014 te hoog ingeschat en zijn om die reden
structureel naar beneden bijgesteld (€ 20.000,-). Op basis van de realisatie 2013 is de bijdrage
voor het Landelijk CrisisManagementSysteem (LCMS) met € 10.000,- neerwaarts bijgesteld. Tot
slot zijn diverse algemene kosten met € 9.000,- neerwaarts bijgesteld.
Onvoorzien
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De geraamde post voor onvoorzien is gelijk gehouden aan het begrote bedrag uit de vorige
begroting.
0
Rentebaten en -lasten
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De stijging van het renteresultaat wordt veroorzaakt door de forse investeringen in 2014 en 2015
(zie geplande investeringen paragraaf 5.5). De berekende rente over de investeringen is
hierdoor hoger (€ 129.000,-). Per saldo verloopt de rentecomponent op afschrijvingen (hier en bij
kapitaallasten) kostenneutraal. Er wordt ten opzichte van 2014 minder financiering aangetrokken
en het rentepercentage van de in 2013 reeds aangetrokken financiering is lager uitgevallen dan
in de begroting 2014 werd aangenomen, dit levert een rentevoordeel op van € 135.000,-.
6
Buitengewone baten en lasten
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De daling van de buitengewone baten ten opzichte van de begroting 2014 wordt veroorzaakt
door een lagere inschatting van de opbrengstwaarde uit de verkoop van brandweermaterieel in
2015.
-50
Nog te bezuinigen
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
In de begroting 2014 was een deel van de bezuinigingsopdracht nog niet ingevuld, in de
begroting 2015 zijn alle bezuinigingen structureel ingevuld.
79
Meerjarenraming
Alle cijfers tot en met 2018 zijn gebaseerd op het prijspeil van 2015.
De gemeentelijke bijdragen zijn aangepast met collectieve of individuele afspraken met
gemeenten. Er wordt door Brandweer Nederland onderhandeld met het Ministerie over het
Gelders Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid. De verwachting is dat deze bijdrage wordt
afgebouwd naar 30% in 2018.
De personeelskosten zijn aangepast voor periodieken en reeds bekende mutaties.
Kapitaallasten zijn doorgerekend aan de hand van meerjarig geplande investeringen.
Programmabegroting 2015
32
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.3
Overzicht van baten en lasten in de begroting RAV
Bedragen * € 1.000
Realisatie Begroting Begroting
2013
2014
2015
Raming
2016
Raming
2017
Raming
2018
Baten
Budget aanvaardbare kosten
Subsidies Rijk
Subsidies Provincie
Bijdrage deelnemende gemeenten
Opbrengsten bedrijfsvoering
Overige opbrengsten
Totaal baten
17.162
575
0
0
0
39
17.776
17.370
655
0
0
0
18
18.043
17.415
633
0
0
0
18
18.066
17.381
633
0
0
0
18
18.032
17.364
633
0
0
0
18
18.015
17.364
633
0
0
0
18
18.015
Lasten
Personeelskosten
Huisvesting
Kantoormiddelen
Medische zaken
Communicatieapparatuur
Wagenpark en werkmaterieel
Kapitaallasten
Dienstverlening door derden
Interne doorbel. bedrijfsvoering
Algemene kosten
Onvoorzien
Rentebaten en lasten
Nog te bezuinigen
Totaal lasten
13.223
384
50
597
548
1.297
763
222
650
493
0
-7
0
18.219
13.678
346
59
476
422
999
894
145
863
488
0
0
0
18.370
13.349
360
53
506
558
818
1.008
130
908
530
0
0
0
18.219
13.279
360
53
506
558
749
1.087
130
908
530
0
0
0
18.159
13.305
360
53
506
558
749
1.097
130
908
530
0
0
0
18.196
13.321
360
53
506
558
749
1.014
130
908
530
0
0
0
18.129
-443
-327
-153
-127
-181
-114
12
0
0
0
0
0
Geraamd saldo van baten en lasten *
-432
-327
-153
-127
-181
-114
Reserve aanvaardbare kosten MKA
Reserve aanvaardbare kosten RAV
-47
-385
-106
-221
59
-212
59
-186
59
-240
59
-173
0
0
0
0
0
0
Saldo van baten en lasten
Buitengewone baten en lasten
Geraamde resultaat
* -/- is onttrekking +/+ is toevoeging.
Programmabegroting 2015
33
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.4
Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de begroting RAV
In deze toelichting wordt alleen ingegaan op verschillen tussen de begroting 2015 en de begroting
voor 2014. De begroting en meerjarenraming zijn opgesteld op basis van prijspeil 2015.
Budget aanvaardbare kosten
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
Vanaf 2014 is de wijze waarop de RAV gefinancierd wordt, gewijzigd. De nadruk van de nieuwe
financiering ligt meer op het beschikbaar hebben van capaciteit waar in het verleden een grotere
nadruk lag op de productie. De nieuwe methodiek heeft een structurele verlaging van bijna €
100.000,- tot gevolg.
46
Er zijn een drietal incidentele posten in 2014 tot en met 2016:
- Efficiencykorting; per jaar 2,50% groei in het aantal ritten. Minder groei betekent een korting op
het budget.
- Overgangsmodel; om de overgang van het oude naar het nieuwe model van financieren soepel
te laten verlopen, wordt het verschil in drie stappen verwerkt in het budget.
- Incidentele middelen; een deel van het macrobudget werd niet uitgekeerd aan de RAV'en. Dit
gebeurt nu alsnog.
Het verloop van de incidentele middelen is als volgt:
Bedragen * € 1.000,-
2014
2015
2016
Efficiencykorting
-111
-111
-111
Overgangsmodel
Incidentele middelen
Totaal
75
37
0
125
125
125
89
51
14
Bij het opmaken van de begroting 2014 waren de incidentele middelen nog niet bekend. Het
verschil met de begroting 2014 is om die reden € 51.000,-.
Voor 2014 en 2015 is in beide jaren gerekend met een index van 1,50% voor loonkosten en
materiële kosten. Dit heeft een stijging van het budget tot gevolg van € 300.000,-.
In de begroting 2015 is een lagere vrije marge opgenomen (€ 200.000,-) omdat er voor 2015 nog
geen zekerheid bestaat omtrent de invulling hiervan. Mocht de vrije marge door de
zorgverzekeraars worden toegekend dan zullen hier ook extra kosten tegenover staan.
Subsidies Rijk
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
Naar verwachting vallen de kosten voor het FLO-overgangsrecht in 2014 lager uit (zie
Personeelskosten). Omdat 95% vergoed wordt vanuit het ministerie van VWS nemen deze
opbrengsten ook af.
-22
Personeelskosten
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
In de stijging van de personeelskosten is rekening gehouden met de CAO voor 2013 en 2014. Dit
akkoord houdt structurele loonstijgingen in van 1.00% per 1 juli 2013 en per 1 juli 2014 in. Verder
is rekening gehouden met een loonstijging van 2.00% per 1 juli 2015. Tezamen betekent dit een
loonstijging ten opzichte van de begroting 2014 van circa 1,50% (€ 200.000,-).
-330
De sociale lasten nemen af omdat vanaf 2014 diverse percentages flexibel gemaakt zijn. Voor de
RAV valt dit gunstig uit omdat er relatief weinig verloop is en relatief weinig instroom in de WAO.
Programmabegroting 2015
34
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
In 2013 is de RAV gestart met een derde centralist op de drukste uren van de dag. De beoogde
tijdswinst is niet behaald en om die reden zal deze dienst komen te vervallen.
Vanaf 2013 is de RAV actief gestart met het loopbaanbeleid voor haar medewerkers. De piek van
de kosten valt in 2013 en 2014 omdat in die jaren een achterstand wordt weggewerkt in de
aanvragen. Vanaf 2015 kan het budget structureel omlaag met € 75.000,-.
De kosten voor het FLO-overgangsrecht vallen naar verwachting lager uit (€ 20.000,-, zie
Subsidies Rijk).
Naar verwachting zal de RAV in 2015 circa € 250.000,- moeten gaan bezuinigen. Omdat dit
bedrag nog fors kan fluctureren in verband met indexering van het budget aanvaardbare kosten
is hier nog geen concrete invulling aan gegeven.
Huisvesting
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
Indexering van de huurkosten en hogere schoonmaaklasten in verband met de nieuwe semipermanente units zorgen voor hogere huisvestingskosten.
14
Kantoormiddelen
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De uitgaven voor kantoorbenodigdheden valt naar verwachting lager uit dan in de begroting 2014
werd aangenomen.
-6
Medische zaken
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
Vanwege indexering van prijzen en een hoger aantal ritten stijgen de kosten voor
verpleegkundige artikelen met € 30.000,-.
30
Communicatieapparatuur
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De RAV heeft in 2013 een nieuw patiënt-veiligheidssysteem in gebruik genomen (€ 25.000,-).
Daarnaast is de investering in het nieuwe ritdata-pakket fors hoger uitgevallen waardoor de
hiermee samenhangende jaarlijkse onderhoudskosten ook fors hoger zijn dan in de begroting
2014 werd aangenomen. Structureel nemen de kosten hierdoor met circa € 50.000,- toe.
137
In 2013 heeft de meldkamer de applicatie NTS (Nederlandse Triage Standaard) in gebruik
genomen. Met NTS wordt de verpleegkundig centralist ondersteund bij het bepalen van de juiste
urgentie en zorginzet op het moment dat iemand 112 belt voor een ambulance (€ 30.000,-).
Tot slot nemen de kosten voor mobiele telefonie, dataverkeer van mobiele apparaten en kleine
aanschaffingen verder toe ( € 30.000,-).
Wagenpark en werkmaterieel
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
Omdat de huurambulances worden afgestoten, dalen de huurkosten met € 170.000,- en stijgen
de kapitaallasten (zie kapitaallasten).
-182
Diverse kleine mutaties hebben een bijstelling tot gevolg van circa € 12.000,-.
Programmabegroting 2015
35
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Kapitaallasten
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
Zoals hierboven vermeld bij de toelichting op Wagenpark en werkmaterieel, zijn vanaf 2013
huurambulances vervangen door ambulances in eigendom. Hierdoor vindt een verschuiving
plaats naar kapitaallasten.
114
In 2014 wordt diverse automatiseringsapparatuur vervangen (elektronische ritformulieren en het
navigatiesysteem) die in 2015 voor het eerst een heel jaar in de kapitaallasten meegenomen
worden. Tesamen met een fors duurder ritdatapakket dat bij de begroting 2014 niet was voorzien
levert dit een kostenstijging op van € 65.000,-.
Een aantal andere mutaties hebben per saldo een kostenverhogend effect van € 20.000,-.
Dienstverlening door derden
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De kosten voor inhuur van de salarisadministratie dalen omdat een deel van de
salarisadministratie vanaf 2014 niet meer wordt uitbesteed. Dit wordt gedaan binnen de huidige
formatie waardoor de kosten voor inhuur van ondersteunende diensten niet toenemen (zie interne
doorbelasting ondersteunende diensten).
-15
Interne doorbelasting ondersteunende diensten
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De inhuur van ondersteunende diensten neemt toe in verband met indexering van kosten.
45
Algemene kosten
Mutatie begroting 2015 tov begroting 2014
De contributie voor sectororganisatie Ambulancezorg Nederland is aan de hand van een
gewijzigde verdeelsleutel berekend. Hierdoor draagt de RAV bijna € 30.000,- meer bij. De kosten
voor oninbare debiteuren stijgen doordat er meer ritten worden verreden (€ 10.000,-) en de
overige algemene kosten stijgen als gevolg van een aantal kleine bijstellingen met € 5.000,-.
42
Meerjarenraming
De meerjarenraming 2016-2018 is gebaseerd op het prijspeil 2014.
Het budget aanvaardbare kosten is aangepast met de hierboven genoemde mutaties.
De personeelskosten zijn aangepast voor periodieken en reeds bekende mutaties.
Kapitaallasten zijn doorberekend aan de hand van meerjarig geplande investeringen.
De kosten wagenpark zijn meerjarig aangepast in verband met de geplande afbouw van
gehuurde ambulances.
Programmabegroting 2015
36
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.5
Geplande investeringen
bedragen * € 1.000
Soort
2015
2016
2017
2018
v = vervanging
u = uitbreiding
Sector Brandweer
Voor de brandweer wordt een nieuw investeringsprogramma opgesteld. Dit is voor 2015 en latere jaren nog niet
gereed. In de financiële doorrekening is rekening gehouden met de totaalbedragen uit de vorige begroting. Deze
totaalbedragen staan hieronder vermeld en voor 2018 is rekening gehouden met een gemiddeld
investeringsbedrag. De investeringsbegroting zal vóór de start van 2015 ter goedkeuring worden voorgelegd aan
het bestuur.
Totaal sector Brandweer
2.269
2.321
3.069
2.750
0
60
60
0
0
60
60
0
Sector GHOR
Wagenpark/materieel
Twee dienstvoertuigen
v
Totaal sector GHOR
Sector GMK
Automatisering
Stelpost hardware
v
22
22
22
22
Stelpost software
v
20
20
20
20
42
42
42
42
Totaal sector GMK
Sector RAV
Programmabegroting 2015
37
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
bedragen * € 1.000
Soort
2015
2016
2017
2018
Automatisering
Stelpost hard- en software
v
30
30
30
30
VDC-systeem
v
0
85
0
0
KAR-systeem
v
0
90
0
0
Risicokaarten
v
0
0
0
50
Elektronische ritformulieren
v
0
0
0
90
v
30
30
30
30
Stelpost medische inventaris
v
50
50
50
50
Stelpost brancards
v
50
50
50
Defibrillatoren
v
Inventaris
Stelpost inventaris
Inventaris (medisch)
50
475
Verbindingsmiddelen
Stelpost verbindingsmiddelen
v
20
20
20
20
v
20
20
20
20
Piketauto's
v
21
21
21
21
Micu-voertuig
v
0
195
0
0
Rapid responder - Auto
v
0
0
105
53
Ambulances
v
840
0
0
600
1.061
591
326
1.489
v
25
25
25
25
Werkplekken
v
50
50
50
50
Doorontwikkeling Decos
u
60
0
0
0
ERP-pakket
v
300
0
0
0
435
75
75
75
3.807
3.089
3.572
4.356
Gebouwen
Stelpost verbouwing
Wagenpark
Totaal sector RAV
Ondersteunende diensten
Inventaris
Meubilair
Automatisering
Totaal ondersteunende diensten
Totaal Veiligheidsregio
Programmabegroting 2015
38
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.6
Bijdrage deelnemende gemeenten
Aantal
inwoners (1)
Bijdrage 2014
Totalen
25.324
18.204
18.435
25.970
27.623
26.309
12.010
11.065
34.380
167.410
22.565
41.850
41.010
16.388
24.165
27.200
539.908
1.076.220
740.066
1.010.372
1.701.156
1.753.055
1.441.873
836.717
779.501
1.852.613
10.515.430
1.388.894
2.075.209
1.763.869
956.176
1.370.495
1.595.676
30.857.323
Cluster
Gemeenten
Aantal
inwoners (1)
Bijgestelde
bijdrage 2014
Maas en Waal
Beuningen
Druten
WMW
Buren
Culemborg
Geldermalsen
Neerijnen
Lingewaal
Groesbeek
Nijmegen
Neder-Betuwe
Tiel
Wijchen
Heumen
Maasdriel
Zaltbommel
25.324
18.204
18.435
25.970
27.623
26.309
12.010
11.065
34.380
167.410
22.565
41.850
41.010
16.388
24.165
27.200
539.908
997.140
701.570
966.554
1.666.752
1.716.426
1.385.218
808.017
754.666
1.807.026
10.308.843
1.341.238
1.989.220
1.738.894
934.326
1.317.054
1.534.253
29.967.197
Cluster
Gemeenten
Maas en Waal
Beuningen
Druten
WMW
Buren
Culemborg
Geldermalsen
Neerijnen
Lingewaal
Groesbeek
Nijmegen
Neder-Betuwe
Tiel
Wijchen
Heumen
Maasdriel
Zaltbommel
Buren-Culemborg
GNL
MUG
Nijmegen
Ned-Bet-Tiel
Wijchen-Heumen
Bommelerwaard
Buren-Culemborg
GNL
MUG
Nijmegen
Ned-Bet-Tiel
Wijchen-Heumen
Bommelerwaard
Totalen
Nagekomen
correcties
-26.331
147.569
56.867
11.667
189.772
BtwBrandkranen compensatie (2)
Bijgestelde
bijdrage 2014
-10.149
-7.276
-7.312
-10.353
-11.047
-10.490
-4.838
-4.353
-13.749
-66.479
-9.024
-16.680
-16.320
-6.510
-9.627
-10.794
-215.000
-23.452
-16.858
-17.072
-24.050
-25.581
-24.364
-11.122
-10.247
-31.839
-155.036
-20.897
-38.757
-37.979
-15.177
-22.379
-25.189
-500.000
997.140
701.570
966.554
1.666.752
1.716.426
1.385.218
808.017
754.666
1.807.026
10.308.843
1.341.238
1.989.220
1.738.894
934.326
1.317.054
1.534.253
29.967.197
Bezuiniging (3)
Stafsectie
bevolkingszorg
-23.253
-16.672
-16.754
-23.721
-25.312
-24.036
-11.086
-9.973
-31.502
-152.321
-20.676
-38.217
-37.395
-14.916
-22.057
-24.732
-492.624
-1.888
-1.354
-1.360
-1.926
-2.055
-1.952
-900
-810
-2.558
-12.368
-1.679
-3.103
-3.036
-1.211
-1.791
-2.008
-40.000
-19.148
-14.361
-19.433
0
0
-21.800
-12.740
-10.235
0
-132.641
-17.735
-30.553
-27.543
-11.830
-21.436
-25.440
-364.898
Gefaseerde
Vakbekwaamkapitaallasten heid en kwaliteit
1.750
0
4.779
10.293
0
0
34.871
15.235
44.016
0
0
0
0
0
0
0
110.944
Korting beheer
kazernes (5)
-11.970
-8.550
-8.670
-12.532
-12.532
-12.430
-5.602
-5.160
-16.160
-38.120
-10.520
-19.358
-18.748
-7.860
-11.116
-12.378
-211.706
Programmabegroting 2015
De budgetten voor kapitaallasten
van de eind 2013 overgenomen
kazernes zijn niet opgenomen in
dit overzicht met gemeentelijke
bijdragen. Dat geldt ook voor de
budgetten van andere lasten die
hier mee samenhangen. Omdat
de overname van deze kazernes
wel invloed heeft op de
exploitatiecijfers van de VR, is
een fictieve opbrengst verwerkt
onder overige opbrengsten.
Indexering incl.
Korting beheer
nacalculatie
kazernes (5) 2013 en 2014 (4)
23.452
16.858
17.072
24.050
25.581
24.364
11.122
10.247
31.839
155.036
20.897
38.757
37.979
15.177
22.379
25.189
500.000
9.611
6.753
9.316
16.049
16.438
13.283
8.061
7.366
17.746
99.102
12.847
19.101
16.723
8.952
12.628
14.708
288.684
Gemeentelijke
bijdrage 2015
994.841
698.606
970.936
1.678.965
1.718.545
1.384.448
844.484
771.571
1.850.407
10.360.172
1.342.107
1.986.398
1.734.417
934.468
1.317.097
1.535.032
30.122.495
39
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Cluster
Gemeenten
Maas en Waal
Beuningen
Druten
WMW
Buren
Culemborg
Geldermalsen
Neerijnen
Lingewaal
Groesbeek
Nijmegen
Neder-Betuwe
Tiel
Wijchen
Heumen
Maasdriel
Zaltbommel
Buren-Culemborg
GNL
MUG
Nijmegen
Ned-Bet-Tiel
Wijchen-Heumen
Bommelerwaard
Aantal
inwoners (1)
Gemeentelijke
bijdrage 2015
Btwcompensatie (2)
25.324
18.204
18.435
25.970
27.623
26.309
12.010
11.065
34.380
167.410
22.565
41.850
41.010
16.388
24.165
27.200
539.908
994.841
698.606
970.936
1.678.965
1.718.545
1.384.448
844.484
771.571
1.850.407
10.360.172
1.342.107
1.986.398
1.734.417
934.468
1.317.097
1.535.032
30.122.495
10.149
7.276
7.312
10.353
11.047
10.490
4.838
4.353
13.749
66.479
9.024
16.680
16.320
6.510
9.627
10.794
215.000
Totalen
Mutaties
gefaseerde Raming bijdrage
kapitaallasten
2016 en verder
9.732
0
0
2.100
0
0
1.138
1.088
0
0
0
0
7.652
0
0
0
21.710
1.014.722
705.882
978.248
1.691.418
1.729.593
1.394.939
850.460
777.012
1.864.156
10.426.650
1.351.131
2.003.078
1.758.389
940.978
1.326.723
1.545.826
30.359.205
1) Bron inwonersaantallen uit de Begrotingsrichtlijnen 2015 voor gemeenschappelijke regelingen in de regio Nijmegen (BRN).
2) De korting voor de compensatie van BTW wordt voor 2014 en 2015 bekostigd uit de in 2013 gevormde bestemde reserve compensatie-BTW. Vanaf 2016 komt deze korting te vervallen.
3) De bezuiniging op de oude VRGZ bedraagt € 93.000,-, de bezuiniging op de regionalisering van de brandweer bedraagt € 400.000,- in totaal € 493.000,-. De bezuinigingstaakstelling oude VRGZ bedraagt
2,5% in 2012, 5% in 2013, 7,5% in 2014 en 10% in 2015. De bezuinigingstaakstelling regionalisering brandweer bedraagt 1,5% in 2013, 3,5% in 2014 en 5% in 2015.
4) De indexering betreft de doorrekening van 2014 naar 2015 en ook een correctie van de voorgaande jaren 2013 en 2014. Zie hiervoor de toelichting op het overzicht van baten en lasten in de begroting Crisisen Rampenbestrijding.
5) De VRGZ kan in 2014 nog niet overgaan tot het inrichten van een eigen beheerorganisatie rondom de kazernegebouwen. Een deel van deze overheadbijdrage wordt om die reden in 2014 incidenteel in
mindering gebracht. Vanaf 2015 wordt deze incidentele verlaging weer teruggedraaid.
Alle cijfers zijn op basis van prijspeil 2015.
Programmabegroting 2015
40
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.7
Overzicht van baten en lasten in de begroting Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Bedragen * € 1.000
Realisatie Begroting Begroting
2013
2014
2015
Raming
2016
Raming
2017
Raming
2018
Baten
Budget aanvaardbare kosten
Subsidies Rijk
Subsidies Provincie
Bijdrage deelnemende gemeenten
Opbrengsten bedrijfsvoering
Overige opbrengsten
Totaal baten
17.162
6.165
178
31.468
1.697
1.766
58.435
17.370
7.339
178
29.967
1.860
3.202
59.916
17.415
7.394
98
30.123
1.904
3.211
60.144
17.381
7.394
75
30.359
1.904
3.211
60.324
17.364
7.394
52
30.359
1.904
3.211
60.285
17.364
7.394
30
30.359
1.904
3.211
60.262
Lasten
Personeelskosten
Huisvesting
Kantoormiddelen
Medische zaken
Communicatieapparatuur
Wagenpark en werkmaterieel
Kapitaallasten
Evenementen, paraatheidsverg. en inleen
Oefenen en opleiden
Dienstverlening door derden
Interne doorbel. bedrijfsvoering
Regionalisering
Kwaliteit personeel
Algemene kosten
Onvoorzien
Rentebaten en lasten
Nog te bezuinigen
Totaal lasten
42.348
864
362
606
2.016
3.673
4.009
60
0
1.000
0
523
108
1.721
0
-645
0
56.645
45.036
772
376
482
2.151
2.927
6.243
0
0
842
0
0
0
1.966
153
-632
-79
60.235
44.772
826
363
512
2.390
2.594
6.703
0
0
867
0
0
0
1.900
153
-627
0
60.454
44.764
826
363
512
2.390
2.525
6.831
0
0
847
0
0
0
1.900
153
-610
0
60.502
44.834
826
363
512
2.390
2.525
6.834
0
0
847
0
0
0
1.900
153
-571
0
60.613
44.884
826
363
512
2.390
2.525
6.843
0
0
847
0
0
0
1.900
153
-528
0
60.715
1.789
-319
-310
-178
-329
-453
-15
100
50
50
50
50
Geraamd saldo van baten en lasten *
1.774
-219
-260
-128
-279
-403
Bestemd resultaat
Mutatie reserves
-200
1.974
0
-219
0
-260
0
-128
0
-279
0
-403
0
0
0
0
0
0
Saldo van baten en lasten
Buitengewone baten en lasten
Geraamde resultaat
* -/- is onttrekking +/+ is toevoeging
Programmabegroting 2015
41
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.8
Uiteenzetting financiële positie Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Bedragen * € 1.000
Jrk
2013
Begr
2014
40.590
48.849
48.932
48.206
47.918
48.285
Vlottende activa
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar
Debiteuren
5.693
2.026
Debiteuren openbare lichamen
515
1.140
Verrekening deeln. gemeenten
145
0
Uitzettingen Rijksschatkist
1.770
0
Overige vorderingen
1.709
265
Sluitpost (incl rekening-courant)
0
1.308
9.832
4.739
5.693
515
145
1.770
1.709
5.470
15.302
5.693
515
145
1.770
1.709
4.672
14.504
5.693
515
145
1.770
1.709
4.571
14.403
5.693
515
145
1.770
1.709
3.823
13.655
Activa
Vaste Activa
Materiële vaste activa
Liquide middelen
Totaal
Begr Raming Raming Raming
2015
2016
2017
2018
274
0
0
0
0
0
50.695
53.587
64.234
62.710
62.321
61.940
Programmabegroting 2015
42
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Jrk
2013
Begr
2014
Begr Raming Raming Raming
2015
2016
2017
2018
3.488
-38
3.450
3.563
-138
3.425
3.488
-85
3.403
3.302
-26
3.276
3.062
33
3.095
2.889
92
2.981
Alg Reserve C&R
Bestemde reserves:
Kapitaallasten
Piket Crisiscommunicatie
Financiële menskracht
BTW-Compensatie
Subtotaal programma C&R
2.033
3.356
2.033
2.033
2.033
2.032
0
75
65
430
2.603
323
0
0
215
3.894
431
0
0
0
2.464
0
0
0
0
2.033
333
0
0
0
2.366
44
0
0
0
2.076
Totaal Eigen vermogen
6.053
7.318
5.867
5.308
5.461
5.057
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van > 1 jaar
Langlopende leningen
26.400
39.486
45.407
44.480
43.927
43.938
47
50
0
97
58
0
0
58
70
0
0
70
81
0
0
81
Vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar
Kasgeldleningen
5.000
0
0
Nog in tarieven te verrekenen
2.046
700
2.046
Sluitpost (incl rekening-courant)
0
0
0
Kortlopende schulden
10.818
5.987
10.818
17.864
6.687
12.864
0
2.046
0
10.818
12.864
0
2.046
0
10.818
12.864
0
2.046
0
10.818
12.864
Totaal
62.710
62.321
61.940
Passiva
Vaste Passiva
Eigen
vermogen
*
Reserve
aanvaardbare
kosten
RAV
Reserve aanvaardbare kosten
MKA
Subtotaal programma RAV
Voorzieningen
Voorziening groot onderhoud
Voorziening niet-actieven
Voorziening ILB
23
251
105
379
50.695
35
61
0
96
53.587
64.234
* Uitgangspunt is dat het voorstel voor (toekomstige) resultaatbestemming door het Algemeen Bestuur wordt
goedgekeurd. De standen zijn vanaf de kolom begroting 2015 bijgewerkt op basis van de jaarrekening
2013.
De balans van de begroting 2014 is eveneens bijgesteld met de doorgevoerde begrotingswijzingen op het
gebied van aanschaf kazernes, aangetrokken leningen hiervoor en vorming van bestemde reserve btwcompensatie.
Programmabegroting 2015
43
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.9 Grondslagen van resultaatbepaling en waardering
Grondslagen van resultaatbepaling
De begroting is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording
provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft. Het overzicht van baten en lasten van de Veiligheidsregio
omvat het totaal van alle activiteiten van de Veiligheidsregio. De sectoren Brandweer, Veiligheidsbureau,
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio, Gemeenschappelijke meldkamer (incl. MKB), Staf en
Bedrijfsvoering worden in het overzicht van baten en lasten Crisis- en Rampenbestrijding gepresenteerd. Voor
de sector RAV is een afzonderlijk overzicht van baten en lasten gepresenteerd. Onderlinge verrekeningen
tussen de programma's worden in de resultatenrekening van de Veiligheidsregio geëlimineerd.
Grondslagen van waardering
Alle activa en passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De belangrijkste posten worden hieronder
nader toegelicht.
Activa
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa (> € 5.000,-) worden gewaardeerd tegen aanschaffings- of vervaardigingskosten,
standaard investeringsbedrag of historische aanschafwaarde, verminderd met een lineaire afschrijving
gebaseerd op economische levensduur of tegen lagere bedrijfswaarde. Veelal worden kleinere investeringen
gebundeld en start de afschrijving halverwege het jaar. De afschrijvingstermijnen staan op de volgende pagina
vermeld.
Er wordt rente over de materiële activa gerekend. Het gehanteerde percentage is 4,5%.
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar
Deze zijn gewaardeerd op nominale waarde, voor zover nodig rekening houdend met mogelijke oninbaarheid.
Overige activa
Alle overige activa in de balans zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
Passiva
Eigen vermogen
Het eigen vermogen van het programma Crisis- en Rampenbestrijding bestaat uit een algemene reserve
rampenbestrijding en uit een bestemde reserve voor btw-compensatie, inzet financiële menskracht en piket
crisiscommunicatie. Het eigen vermogen van het programma RAV bestaat uit de reserves aanvaardbare kosten
MKA en RAV. Het eigen vermogen bestaat daarnaast uit het nog te bestemmen resultaat over het laatste
boekjaar. In de balans zoals opgenomen in deze begroting, wordt het jaarresultaat om pragmatische en
presentatietechnische redenen steeds toegevoegd of onttrokken aan de reserves.
Voorzieningen
De voorziening groot onderhoud wordt gevormd middels jaarlijkse dotaties in verband met in de toekomst uit te
voeren groot onderhoud aan het pand van de RAV, Blomboogerd 10 in Tiel. De kosten voor groot onderhoud
worden in mindering gebracht op de voorziening. De planningshorizon is 30 jaar.
De voorziening niet-actieven is gevormd voor de afdekking van kosten voor niet-actief personeel dat
gefinancierd wordt vanuit het programma Crisis- en Rampenbestrijding. De kosten van niet-actief personeel dat
gefinancierd wordt vanuit het programma RAV kunnen worden gedeclareerd.
Tot slot is er een voorziening gevormd voor Individueel Loopbaanbudget (ILB) voor medewerkers die vallen
onder de CAO gemeenten. Op basis van deze CAO hebben ambtenaren over de periode 2013-2015 recht op
ILB van € 500,- per jaar. Voor zover dit budget in 2013 niet werd besteed, maar medewerkers wel een
bestedingsplan hebben ingediend voor de jaren daarna, is het budget opgenomen in deze voorziening.
De voorzieningen zijn nominaal gewaardeerd. Er wordt geen rente toegerekend aan de voorzieningen.
Programmabegroting 2015
44
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Voor zover niet anders vermeld zijn passiva gewaardeerd tegen nominale waarde.
Afschrijvingstermijnen
Aanhangers
Aanhanger (toilet)
Aanhanger (oefenen)
Motorspuitaanhanger
Schuimblusaanhanger
10
15
20
20
jaar
jaar
jaar
jaar
Ademlucht
Compressor
Testapparatuur ademluchtwerkplaats
Ademlucht toestel
Ademluchtmasker
Droogkast
Maskerwasser
Ademluchtfles
Meubilair ademluchtwerkplaats
15
8
8
7
10
10
15
15
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
Aggregaten
Noodstroom aggregaat
Mobiele aggregaat
10 jaar
15 jaar
Alarmering
Alarmontvanger
Signalering kazerne
4 jaar
10 jaar
Automatisering
Hard- en software (specifiek)
Hard- en software (specifiek)
Hard- en software
ICT-infrastructuur
3
4
5
15
Bluspompen
Draagbare motorspuit
Dompelpomp TS
Klokpomp
8 jaar
15 jaar
15 jaar
Communicatie- en verbindingsmiddelen
Mobiele Data Terminal / Navigatie
Portofoon/helmset (manschap)
Mobilofoon
Portofoon/helmset (BV / OVD)
Telefooncentrale
Overig
3
5
7
7
15
5
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
Gebouwen
Semi-permanente unit
Gebouw
Kazerne
Installaties
20
30
40
15
jaar
jaar
jaar
jaar
Programmabegroting 2015
jaar
jaar
jaar
jaar
45
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Inventaris
Medische apparatuur
Medische apparatuur - brancards
Schrobmachine
Kantoor- en kazerne inventaris
Kantoor- en kazerne inventaris
5
7
10
10
15
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
Redgereedschap
Kettingzaag
Meetapparatuur
Hydraulisch redgereedschap
Overdrukventilator
Bepakking - TS
Pneumatisch gereedschap / hefkussen
Redbord / hansaboard
Bepakking - HV
Bepakking - HOVD
Bepakking - TS
Hydraulisch gereedschap
Spoorslootoverbrugging
Straatwaterkanon
Vrachtwagenplateau
Bepakking - TS
Warmtebeeldcamera
5
5
8
8
10
10
10
15
15
15
15
15
15
15
20
7
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
Vaartuig
Motorboot
Hulpboot en trailer
Blusboten
10 jaar
20 jaar
30 jaar
Verbouwingen
10 jaar
Wagenpark
Rapid responder - Motor
Rapid responder - Motor
Dienstvoertuig
Ambulance
TS beroeps mid-life update
Dienstvoertuig / (H)OVD voertuig
MICU (Mobile Intensive Care Unit)
Dienstvoertuig
TS vrijwillig mid-life update
Materieelvoertuig
Personeelsvoertuig
TS - beroeps
Hulpverleningsvoertuig
Redvoertuig (laddervoertuig / hoogwerker)
TS - vrijwillig
Haakarmbak
Commandohaakarmbak
Haakarmvoertuig
Schuimblusvoertuig
Watertransportsysteem
3
5
5
5
6
7
7
8
8
10
10
12
15
15
15
15
20
20
20
20
Programmabegroting 2015
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
46
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Werkkleding
Blushandschoenen
Uniform - beroeps
Redvest
Uitrusting hoogtewerken
Bluslaarzen - beroeps
Bluslaarzen - vrijwillig
Chemiepak
Helm
Reddingsvest
Uitrukkleding - beroeps
Uitrukkleding - vrijwillig
Beschermingsmiddelen
Droogpak
Droogtrommel
Gaspak
Uitrukkleding - vrijwillig
Wasmachine
Uniform - vrijwillig
3
5
5
7
5
8
5
8
5
5
8
10
10
10
10
10
10
12
Programmabegroting 2015
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
47
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
5.10
Inventarisatie risico's
Omschrijving van het risico en de maatregelen die genomen zijn danwel Programma Soort Classificatie
Risico ( x € 1.000,-)
genomen worden om het risico te reduceren.
risico FS OS RS minimaal verwacht maximaal
Landelijk Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid Ambulancezorg
Het Landelijk Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid Ambulancezorg is begin
2013 herijkt. Vanaf 2014 wordt het budget in drie gelijke stappen structureel verlaagd
tot € 100.000,- in 2016. Verwachting is dat het referentiekader iedere twee jaar herijkt
zal gaan worden. Het risico wordt geschat op € 250.000,-
RAV
SR
4
5
20
ORT doorbetaling tijdens vakantie
Binnen een aantal sectoren waar onregelmatig wordt gewerkt, worden procedures
gevoerd door personeelsleden omdat er tijdens vakanties van het personeel geen
onregelmatigheidstoeslag wordt betaald. Dit is voor personeelsleden van de
ambulancesector ook aanleiding geweest om bezwaar te maken tegen het niet betalen
van onregelmatigheidstoeslag tijdens hun vakantie. Momenteel is nog niet te
voorspellen op welk moment eventuele procedures duidelijkheid zullen bieden over dit
onderwerp. Uiteindelijk zal een rechtbank uitspraak doen over dit onderwerp. In deze
risico-inventarisatie wordt gerekend met de kan op nabetaling van twee jaren en wordt
de kans dat dit zich voordoet geschat op 50%.
RAV
SR
4
2
8
Herziening functiewaarderingssystematiek
In de sector-cao ambulancezorg is de afspraak gemaakt om in de eerstvolgende CAO
de overgang te maken naar een nieuwe functiebeschrijvings- en waarderingssystematiek. Het financiële risico hiervan is dat hieruit een hogere inschaling van het
personeel kan volgen die fors kan oplopen. Genoemde bedragen zijn een inschatting
voor de komende 4 jaar.
RAV
SR
4
5
IR
1
5
RAV en C&R
Schaalvergroting Meldkamers
In 2011 is door het kabinet besloten tot schaalvergroting van de meldkamers in
Nederland. Het aantal meldkamers zal terug worden gebracht naar 10 (nu 25). Het is
nog niet duidelijk wat financieel gezien precies de gevolgen zullen zijn, maar het lijkt
aannemelijk dat er frictiekosten zullen ontstaan. Daarnaast heeft de VRGZ geen
capaciteit voor de uniformering van bedrijfsprocessen en de voorbereiding op nieuwe
werkwijzen. Dit risico wordt geschat op € 340.000,-
-
250
500
-
120
240
20
-
2.332
4.240
5
-
340
340
Programmabegroting 2015
48
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Omschrijving van het risico en de maatregelen die genomen zijn danwel Programma Soort Classificatie
Risico ( x € 1.000,-)
genomen worden om het risico te reduceren.
risico FS OS RS minimaal verwacht maximaal
Aansprakelijkheid bodemverontreiniging
De VRGZ is aansprakelijk gesteld voor het ontstaan van eventuele
bodemverontreiniging door het verplaatsen van afval tijdens brandbestrijding.
C&R
IR
Grootschalige inzet en nazorg
Voor de kosten van grootschalige en langdurige inzetten van brandweer, GHOR en
gemeentelijke teams en de mogelijke nazorg zijn in de begroting geen middelen
opgenomen. Calamiteiten kunnen een dusdanig grote impact hebben, dat naast de
beschikbare capaciteit ook een beroep op interregionale bijstand moet worden gedaan.
C&R
IR
2
4
Exploitatierisico vanuit het investeringsprogramma
In het eerste jaar na regionalisering is gestart met de opzet voor een herzien meerjarig
investeringsprogramma. Dit investeringsprogramma zal in het najaarvan 2014 gereed
zijn. Eerste schattingen hiervan maken zichtbaar dat er vanwege verschillende
oorzaken een structureel tekort in het investeringsprogramma zichtbaar wordt van
€500.000,- per exploitatiejaar. In deze risico-inventarisatie is rekening gehouden met
maximaal drie keer en minimaal één keer het maximale bedrag van € 500.000,-
C&R
SR
5
Stijging loonkosten
De CAO voor gemeente-ambtenaren is eind 2012 afgelopen. Tot op heden is er geen
nieuwe CAO afgesloten. In deze risicoinventarisatie wordt rekening gehouden met een
stijging van 1,00% van de loonkosten.
C&R
SS
Herijking verdeling rijkssubsidie
In 2014 start een herijkingsonderzoek naar de uitgaven voor openbare orde en
veiligheid. De resultaten worden volgens planning in 2015 bekend gemaakt, waarna er
vanaf 2016 herverdeeleffecten kunnen optreden. Landelijk is er geen geld beschikbaar
om herverdeeleffecten op te vangen. Een en ander kan positief en negatief uitpakken.
Als maximaal risico is rekening gehouden met een neerwaartse bijstelling van 10%
met een kans van 50%.
C&R
IR
PM
PM
PM
8
50
200
500
5
25
500
1.000
1.500
3
5
15
-
211
422
1
5
5
-
338
675
Programmabegroting 2015
49
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Omschrijving van het risico en de maatregelen die genomen zijn danwel Programma Soort Classificatie
Risico ( x € 1.000,-)
genomen worden om het risico te reduceren.
risico FS OS RS minimaal verwacht maximaal
Harmonisatie arbeidsvoorwaarden
Bij de start van de nieuwe organisatie per 1 januari 2013 is afgesproken om binnen
afzienbare termijn te starten met een nieuwe functiebeschrijvings en -waarderingsmethode. Afgesproken is dat als medewerkers binnen de nieuwe methodiek hoger
worden ingeschaald, dit met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2013 zal ingaan.
Vanaf 1 januari 2013 zijn nog een aantal secundaire arbeidsvoorwaardenregelingen
van verschillende gemeenten toegepast. Deze blijven van kracht tot het moment
waarop de VR een nieuwe geharmoniseerde regeling heeft afgesproken met de OR
en/of vakbonden. Beide onderwerpen kunnen per saldo een kostenstijging tot gevolg
hebben. Dit is grofweg geraamd op maximaal € 200.000,- en de kans daarop wordt
gesteld op 50%.
C&R
SS
1
4
4
-
100
200
Werkkostenregeling
Vanaf 2015 wordt de invoering van de werkkostenregeling verplicht. Onder die regeling
mogen werkgevers een maximaal percentage van het totale fiscale loon besteden aan
onbelaste vergoedingen voor hun personeel. Als het maximale percentage wordt
overschreden moet 80% belasting betaald worden over de overschrijding. In 2014 zal
een inventarisatie volgen om de impact te becijferen. Uit landelijk onderzoek blijkt dat
de werkkostenregeling negatief uitpakt voor organisaties met relatief veel vrijwilligers.
Landelijk is becijferd dat het effect € 7,4 miljoen euro bedraagt. In deze risicoinventarisatie is rekening gehouden met 1/25 deel en een kans van 100% dat deze
kostenstijging op korte termijn zal optreden.
C&R
SR
5
5
25
-
300
300
Doorontwikkeling Brandweer
Per 1 januari 2013 zijn de gemeentelijke brandweertaken van 18 gemeenten formeel
overgeheveld naar de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) evenals de hiervoor
benodigde financiële middelen van deze gemeenten. Specifiek zijn de personele en
materiële componenten per 1 januari 2013 overgeheveld naar de VRGZ en de fysieke
huisvesting (kazernes) nog niet.
De ervaring bij de meeste veiligheidsregio's waar de brandweer reeds is
geregionaliseerd, leert dat in het eerste jaar hierna allerlei financiële bijstellingen aan
de orde zijn. De informatie na afsluiting van 2013 is van dien aard dat hieraan nog
geen risicobedragen gekoppeld kunnen worden.
C&R
IR
PM
PM
PM
Programmabegroting 2015
50
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Omschrijving van het risico en de maatregelen die genomen zijn danwel Programma Soort Classificatie
Risico ( x € 1.000,-)
genomen worden om het risico te reduceren.
risico FS OS RS minimaal verwacht maximaal
BTW
Vanaf 2014 kan de btw op de taken van de Veiligheidsregio niet meer worden
gecompenseerd. Bij de Veiligheidsregio is momenteel onvoldoende informatie
aanwezig om te kunnen beoordelen of de compensatie door het rijk voldoende is.
Geschat wordt dat het risico maximaal € 500.000,- is.
C&R
SS
Verzekeringen
Vanaf 1 januari 2013 worden gemeentelijke verzekeringen door de VRGZ als
contractpartner gecontinueerd in plaats van de gemeenten. Na inventarisatie van de
lopende verzekeringen volgt een aanbestedingsprocedure. Er wordt beoogd de
verzekeringen te harmoniseren. De financiële consequenties hiervan zijn nog niet
bekend.
C&R
Vastgoed en BTW
Eind 2013 zijn een aantal kazernes overgedragen aan de VRGZ, de rest (of een deel
daarvan) zal volgen in 2014. In het ontvlechtingskader van de regionalisering is
vastgelegd dat genormeerde gebruikerslasten en eventuele eigenaarslasten van de
panden bij overdracht naar de VRGZ worden meegegeven door de gemeenten. Hoe
dit in de praktijk gaat uitpakken is niet bekend. Daarnaast is het mogelijk dat de
kazernes die de VRGZ heeft overgenomen in de toekomst niet meer als kazerne
gebruikt zullen worden. Op de verkoop van de panden loopt de VRGZ een potentieel
boekwaardeverlies.
1
-
375
500
IR
PM
PM
PM
C&R
SR
PM
PM
PM
Inrichten Facilitaire dienst
Met de overdracht van de kazernes van de deelnemende gemeenten aan de VRGZ zal
ook een facilitaire dienst ingericht moeten worden. Omdat nog niet precies bekend is
om hoeveel kazernes het gaat en wanneer deze precies over zullen gaan naar de
VRGZ, is een risico nog niet in te schatten.
C&R
SR
PM
PM
PM
Economische crisis
De economische crisis heeft ertoe geleid dat gemeenten en Rijk kortingen doorvoeren
op het budget. Omdat de economische crisis voortduurt wordt in deze risicoinventarisatie rekening gehouden met nogmaals een aanvullende korting op alle
budgetten van 3% en een maximale vertraging van één jaar voor het effectueren van
bezuinigingen.
C&R
RAV
SS
SS
-
614
267
1.227
533
2
2
5
5
5
5
10
10
Programmabegroting 2015
51
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Omschrijving van het risico en de maatregelen die genomen zijn danwel Programma Soort Classificatie
Risico ( x € 1.000,-)
genomen worden om het risico te reduceren.
risico FS OS RS minimaal verwacht maximaal
Totaal
550
C&R
5.494
2.186
40%
Maximaal risico
Stand weerstandsvermogen eind 2015
Dekkingspercentage
A
B
A/B
Legenda
Frequentiescore ( FS )
1
Minder dan één keer per vijf jaar
2
Één keer per vijf jaar
3
Één keer per twee jaar
4
Één keer per jaar
5
Meerdere malen per jaar
Omvangscore ( OS )
1
€
2
€ 25.000
3
€ 75.000
4
€ 150.000
5
€ 250.000
tot
tot
tot
tot
en hoger
€ 25.000
€ 75.000
€ 150.000
€ 250.000
6.447
11.178
RAV Totaal VR
5.684
11.178
3.170
5.356
56%
48%
Soorten risico
IR
Incidenteel risico
SS
Semi structureel risico
SR
Structureel risico
Risicoscore ( RS ) = FS x OS
Programmabegroting 2015
52
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
6 Verklaring van afkortingen
AED
BBV
BDUR
BMT
BOT
BRZO
CAO
CACO
CoPI
CRIB
DJI
DPG
DTV
DVO
FIDO
FLO
GGD
GHOR
GMK
GR H&V
GRIP
HOvD
Hv
LCS
MICU
MKA
NP
ODR
ODRN
OGS
OMS
OvD
PAM
PPMO
RAV
RCvD
ROvD
RRC
RUD
TOOM
TS
Twaz
VeRA
VR
VRGZ
VWS
WABO
Waz
Wpg
Wvr
Automatische Externe Defibrillator
Besluit Begroting & Verantwoording Provincies en Gemeenten
Brede Doeluitkering Rampenbestrijding
Brandweer Management Team
Bedrijfsopvangteam
Besluit Risico's Zware Ongevallen
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Calamiteitencoördinator
Commando Plaats Incident
Centraal Registratie en Inlichtingen Bureau
Dienst Justitiële Inrichtingen
Directeur Publieke Gezondheid
Directieteam Veiligheid
Dienstverleningsovereenkomst
Wet Financiering decentrale overheden
Functioneel Leeftijdsontslag
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio
Gemeenschappelijke Meldkamer
Gemeenschappelijke Regeling Hulpverlening & Veiligheid Gelderland-Zuid
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure
Hoofdofficier van Dienst
Hulpverlening
Landelijk Crisismanagementsysteem
Mobiele Intensive Care Unit
Meldkamer Ambulancezorg
Nurse Practioner
Omgevingsdienst Rivierenland
Omgevingsdienst Regio Nijmegen
Ongevalbestrijding Gevaarlijke Stoffen
Openbaar Meldsysteem
Officier van Dienst
Periodieke Arbeidsgezondheidskundige Monitor
Periodiek Preventieve Medisch Onderzoek
Regionale Ambulance Voorziening Gelderland-Zuid
Regionaal commandant van dienst
Regionaal Officier van Dienst
Raad van Regionaal Commandanten
Regionale uitvoeringsdiensten
Terugdringen onechte en ongewenste meldingen
Tankautospuit
Tijdelijke wet ambulancezorg
Veiligheidsregio Referentie Architectuur
Veiligheidsregio
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Wet ambulancezorg
Wet publieke gezondheid
Wet veiligheidsregio's
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
53