Stage Hoofdfase 1 – jaar 2

Studentenhandleiding
Stage Hoofdfase 1 – jaar 2
Voltijd/deeltijd
Codes: LERS2A01X.
Jaar uitgave : 2014 - 2015
Opleiding: Voltijd en deeltijd
Cursusbeheerder: Jacqueline den Draak
Cluster: IVL/ LERO, Hogeschool Rotterdam
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 2
Inhoudsopgave
Voorwoord .......................................................................................................................................................... 4
1. VERANTWOORDING
5
1.1 Functies van de stage .................................................................................................................................... 5
1.2 Opbouw leerlijn leren en werken .................................................................................................................. 6
1.3 Leerdoelen stage hoofdfase jaar één (jaar 2) ................................................................................................. 6
2 UITGANGSPUNTEN STAGE
7
2.1 Competenties ................................................................................................................................................ 7
2.2 Leerwerktaken ............................................................................................................................................... 8
2.3 Leercyclus .................................................................................................................................................... 8
3. PRACTISCHE ZAKEN
10
3.1. Voorwaarden deelname .............................................................................................................................. 10
3.2. Organisatie en procedure stage .................................................................................................................. 10
3.3. Stagebezoek, contact met stageschool........................................................................................................ 10
3.4. Duur stage, stagedagen ............................................................................................................................... 10
3.5. Begeleiding ................................................................................................................................................ 11
3.6. Beoordeling ................................................................................................................................................ 11
3.7. Verantwoordelijkheden van stagiair(e) ...................................................................................................... 11
3.8. Taken en verantwoordelijkheden van andere betrokkenen ........................................................................ 12
4. INHOUD STAGE: LEERWERKTAKEN
14
4.1 Logboek ...................................................................................................................................................... 14
Leerwerktaak 2.1 Delen van lessen geven. ....................................................................................................... 15
Leerwerktaak 2.2 (hele) lessen geven. .............................................................................................................. 16
Leerwerktaak 2.3: Werken in een organisatie ................................................................................................... 17
6. STAGEBIJEENKOMSTEN
19
7. BEOORDELING
20
Beoordelingscriteria eind blok 1 / eerste helft van de stage .............................................................................. 20
Eindbeoordeling hoofdfase jaar 1 (jaar 2) ......................................................................................................... 21
Opdracht bij het eindgesprek stage jaar 2 ......................................................................................................... 21
BIJLAGE 1 : KIJKWIJZER JAAR 2 (VAKCOACH)
24
BIJLAGE 2: ADVIES VAKCOACH.
27
Tussentijdse beoordeling stage jaar 2................................................................................................................ 28
Eindbeoordeling vakcoach stage jaar 2 ............................................................................................................. 30
BIJLAGE 3 HET MAKEN VAN EEN POP / LWP
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
35
PAGINA 3
Voorwoord
Je staat aan het begin van je tweede jaars stage. Tijdens je hele studie doe je
praktijkervaring op – je leert het vak immers nergens beter dan in de praktijk. Na je
eerste jaars stage heb je antwoord kunnen geven op de vraag of je docent wil worden. Je
hebt je geörienteerd op vak en beroep, de organisatie binnen het klaslokaal en de school.
In het tweede jaar ligt het accent meer op het lesgeven. Effectief lesgeven en directe
instructie staan centraal. In samenwerking met onze stagescholen ga je onder
begeleiding van een vakcoach lesgeven.
In deze handleiding vind je zoals je gewend bent de leerwerktaken voor dit jaar. Je gaat
je voorbereiden op het geven van hele lessen. Tijdens de stagebijeenkomsten op de HR
blikken we hierop terug. Verder geven we je allerhande aanwijzingen om in de stage
goed voorbereid te kunnen werken.
We wensen je een zinvolle stageperiode toe.
Namens de stagebegeleiders jaar 2
Jacqueline den Draak
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 4
1. Verantwoording
Leraar worden: vakmanschap en meesterschap.
De Rotterdamse Lerarenopleiding heeft een belangrijke missie: we willen docenten
opleiden die zowel over vakmanschap als meesterschap beschikken. Het betekent dat je,
aan het einde van deze opleiding, beschikt over een gedegen vakinhoudelijke basis voor
het vak waarin je les gaat geven (vakmanschap), maar ook dat je op interpersoonlijk,
pedagogisch, didactisch en organisatorisch gebied een bepaald basisniveau hebt bereikt
(meesterschap).
Tijdens de opleiding neem je deel aan een heel aantal cursussen rondom jouw vak en
ook aan de vakoverstijgende, beroepsvoorbereidende onderdelen. Je beschikt in de loop
van de jaren over steeds meer samenhangende kennis en vaardigheden, met daarbij een
juiste beroepshouding. Zo’n combinatie van bepaalde kennis, vaardigheden en houding
noemen we een competentie.
In de stages, het hart van de opleiding, komen vakmanschap en meesterschap bij elkaar.
Je boekt er succes, je gaat er de fout in, je wordt langzaamaan competenter.
1.1 Functies van de stage
De stage vervult binnen het IVL, de lerarenopleiding, de volgende functies:
-
Oriënteren op het beroep: tijdens je stage doe je een veelheid aan ervaringen op
in situaties die zoveel mogelijk lijken op de latere werkomgeving. Je oriënteert je
op verschillende scholen, het onderwijs, het leraarsberoep en andere educatieve
functies. In de eerste stage ligt de nadruk op deze functie, in latere jaren worden
de volgende functies belangrijker:
-
Leren lesgeven: je doet ervaring op in het verzorgen van onderwijs, de
begeleiding van leerlinggroepen en van individuele leerlingen. Dit is natuurlijk de
kern van het leraarsberoep.
-
Leren reflecteren: je reflecteert systematisch op je handelen als leraar, zowel in
het contact met leerlingen en leerdoelen, als in het kader van overleg met
collega’s en als lid van een team.
-
Zelfbeeld verhelderen: je krijgt steeds beter in beeld wat je sterke en zwakke
kanten zijn, welke aspiraties en eigenschappen je hebt, wat jouw persoonlijke en
vakdidactische repertoire is, hoe je dit effectief in kunt zetten en uit kunt breiden.
-
In jaar vier komt hier de functie differentiëren binnen lesgeven bij. Je doet
ervaring op in het verzorgen van onderwijs, de begeleiding van klassen en van
individuele leerlingen. In het laatste jaar ga je aan de slag met het uitbreiden van
je handelingsrepertoire die je theoretisch kunt onderbouwen. Je leert wanneer je
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 5
wat moet inzetten en je bent in staat het effect van je handelen te signaleren en
bij te stellen
1.2 Opbouw leerlijn leren en werken
Elke stage heeft zijn eigen accent. Deze accenten zijn duidelijk gerelateerd aan de
opleidingsfase waarin je je bevindt. In de propedeutische fase ligt het accent op het
oriënteren op het beroep. In de hoofdfase ligt het accent op het leren lesgeven. In het
tweede jaar besteed je aandacht aan directe instructie, en werkvormen waarbij je vooral
klassikaal-frontaal te werk gaat. In het derde jaar leer je meer open werkvormen
hanteren, waarbij de leerlingen leren samenwerken. In het laatste jaar ligt het accent op
het functioneren in een schoolorganisatie: samenwerken en omgang met collega’s,
contact met ouders. Ook verwoord je je eigen visie op onderwijs en het beroep van
leraar. Zo bouw je ervaringen op een verantwoorde manier op en ontstaat er een
samenhangende leerlijn. Deze noemen wij de leerlijn Leren en Werken. De accenten per
jaar liggen besloten in de leerwerktaken die je voor elke stage moet doen. Voor jaar 1
zijn er leerwerktaken die je helpen bij het oriënteren op je beroep. In het tweede en
derde jaar voer je leerwerktaken uit die vooral te maken hebben met het lesgeven. In
het vierde jaar werk je, naast het lesgeven, ook aan leerwerktaken die gericht zijn op het
werken in een schoolorganisatie en het ontwikkelen van een visie op onderwijs en
beroep.
1.3 Leerdoelen stage hoofdfase jaar één (jaar 2)

de student kan in meerdere lessen het directe instructiemodel op een effectieve en
efficiënte wijze in praktijk brengen. (C2 , C3 en C7)

de student kan lessen voorbereiden, uitvoeren en bijstellen , vakinhoudelijk en
vakdidactisch verantwoord handelen in de les en kan het leerproces richting geven
met opdrachten en huiswerk , inclusief nabespreken, controle en feedback. (C1, C2,
C3 en C4)

de student kan leidinggeven aan groepsprocessen , (kleine) groepen begeleiden en
orde en pedagogische maatregelen treffen in lessen en buitenschoolse
activiteiten.(C1, C2, C3, C4, C5, C6 en C7)

De student kan zich een beeld vormen van het werken in een team/organisatie en
weet met welke personen en instanties de organisatie een relatie onderhoudt. (C5,
C6 en C7)
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 6
2 Uitgangspunten stage
Binnen de lerarenopleiding wordt regelmatig gebruik gemaakt van een aantal begrippen:
competenties, de leercyclus, leerwerktaken. Verschillende basisdocumenten liggen
hieraan ten grondslag (competentiegids, handleiding bij de competentiegids). In dit
hoofdstuk worden deze begrippen kort beschreven.
2.1 Competenties
De lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam werkt met zeven competenties. Deze
zijn vastgelegd in de wet Beroepen in het Onderwijs (wet BiO) – een startbekwame
leraar moet beschikken over deze zeven competenties. In de loop van je opleiding doe je
twee assessments. Aan het einde van de hoofdfase, jaar 3 dus, is er het lio-assessment.
Je toont daar aan dat een bepaald basisniveau hebt bereikt op alle zeven gebieden: je
kunt de verantwoordelijkheid voor een klas goed aan. In het laatste assessment, het
assessment startbekwaam toon je aan dat je beschikt over de zeven competenties van
een startbekwame leraar. Deze twee assessments zijn bepalend voor de voortgang van
de opleiding. Tijdens de assessments spelen de competenties een belangrijke rol: in
hoeverre kun je aantonen dat je competenter bent geworden? Een student die
afstudeert, wordt als startbekwaam beoordeeld als hij deze competenties in voldoende
mate beheerst. Je leest meer over de competenties en onze filosofie in de
competentiegids van de startbekwame leraar voor het tweedegraads gebied en in de
handleiding bij de competentiegids1. De competenties zijn de basis van elk assessment:
je toont aan dat je competenter bent geworden.
1
Competentiegids Lerarenopleiding VO/BVE, herziene versie
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 7
Contexten
Leerlingen
Team en organisatie
Omgeving
Eigen Ontwikkeling
Competentie 1
Het vermogen een
sfeer van samengaan
en samenwerken met
leerlingen te realiseren
Competentie 5
Het vermogen samen te
werken in een
team/organisatie
Competentie 6
Het vermogen de
relatie met ouders,
buurt en instellingen
te realiseren en te
versterken
Competentie 7
Het vermogen eigen
opvattingen en
competenties te
onderzoeken en te
ontwikkelen
Beroepsrollen
Interpersoonlijk
Pedagogisch
(Vak)didactisch
Organisatorisch
Communicatief
Reflectie
Competentie 2
Het vermogen te
zorgen voor een veilige
leeromgeving
Pedagogisch
Communicatie
Competentie 3
Het vermogen een
krachtige leeromgeving
voor leerlingen te
verwezenlijken
Onderwijskundig
Methodisch werken
Competentie 4
Het vermogen te
zorgen voor een leefen leerklimaat dat
overzichtelijk, ordelijk
en taakgericht is
Schoolorganisatorisch
Beroepshouding
Competentie 7
Reflectie
Communicatie
Methodisch werken
Beroepshouding
Tabel 1: overzicht van de competenties
2.2 Leerwerktaken
Een leerwerktaak is een taak die je uitvoert in het kader van je stage. Deze richt de
aandacht op bepaalde vaardigheden die belangrijk zijn voor een docent. Binnen elke
leerwerktaak heb je ruimte om eigen leervragen te onderzoeken. Wel is vastgesteld wat
je minimaal moet doen en/of uiteindelijk moet kunnen om een voldoende voor je stage
te krijgen. Na het lezen van de leerwerktaak wordt je duidelijk:
 wat je moet doen op je stage;
 hoe je je erop moet voorbereiden;
 wat je kunt verwachten van je docent/stagebegeleider en je vakcoach;
 wat je in je digitale portfolio moet opnemen per LWT.
2.3 Leercyclus
Een belangrijk instrument om je eigen leren ter hand te nemen is de leercyclus. Deze
bestaat uit vier fasen. In de eerste fase maak je een Persoonlijk Ontwikkelings Plan
(POP). Hierin heb je eigen leervragen geformuleerd en gespecificeerd. Dan volgt de fase
van concrete plannen maken, je maakt een LeerWerkPlan (LWP). Hierin koppel je
concrete activiteiten die je kunt uitvoeren in het kader van je leervraag. In de derde fase
voer je je plannen uit en tenslotte reflecteer je op de opgedane ervaringen in de vierde
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 8
fase. Op basis van die reflectie kom je waarschijnlijk weer op nieuwe leervragen en zo is
de cirkel rond. Van het doorlopen van de leercyclus doe je verslag in je portfolio.
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 9
3. Practische zaken
3.1. Voorwaarden deelname
De volgende eisen gelden voor deelname aan de stage van hoofdfase 1:

48 EC of meer behaald.

Stage jaar 1 is behaald. De studiepunten zijn toegekend.

Portfolio jaar 1 is goedgekeurd.

Studiepunten voor SLC jaar 1 zijn behaald.
3.2. Organisatie en procedure stage
Wanneer je een stageplaats hebt gevonden overleg je dit zo spoedig mogelijk met het
stagebureau. Zij geven je in principe toestemming om met deze school verder te gaan.
Dit jaar loop je individueel stage, hoewel er mogelijk ook nog andere tweedejaars
studenten stage zullen lopen op jouw stageschool.
In het eerste gesprek met jouw vakcoach maak je kennis, vertel je wat je plannen zijn en
rond je het formele deel af met het wederzijds ondertekenen van het stagecontract. Het
stagecontract lever je in bij het stagebureau. Let op: zonder ondertekend en
ingeleverd contract geen stage!
3.3. Stagebezoek, contact met stageschool
Tijdens de stageperiode brengt de stagebegeleider in principe één keer een bezoek aan
de stageschool. De stagebegeleider maakt met jou een afspraak voor dit bezoek. Tijdens
dit bezoek woont de stagebegeleider je les bij. Bij voorkeur wordt de les daarna samen
nabesproken. Afhankelijk van het moment van het bezoek wordt ook gezamenlijk de
algehele voortgang van de student besproken.
3.4. Duur stage, stagedagen
De stage begint aan het begin van blok één en eindigt eind blok twee. (onderwijsperiode
één en twee). Dit betekent dat de stage 5 maanden in beslag neemt. Maandag en
woensdag zijn de stagedagen voor het tweede jaar: op deze dagen ben je dus aanwezig
op de stageschool. Je bent ook gedurende de toetsweken op je stageschool mits het
toetsrooster dat toestaat.
Het kan zijn dat je door omstandigheden later bent begonnen. Dan spreek je met je
stagebegeleider(op de LERO) en je vakcoach (op je stageschool) af hoe je de opgelopen
vertraging zult inhalen. Dit kan bijvoorbeeld door enkele weken wat vaker aanwezig te
zijn, meerdere lessen op je stagedag te geven of in blok 3 langer door te gaan.
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 10
3.5. Begeleiding
De manier waarop je op de stageschool wordt begeleid, verschilt nogal van school tot
school. Als je het reguliere traject volgt kun je met verschillende mensen te maken
krijgen. Soms heeft een school een zogenaamde Begeleider op School, een BOS, die de
begeleiding van het hele groepje op zich neemt, en waarmee je telkens overlegt over wat
je plannen zijn en hoe die te realiseren zijn. Een belangrijk thema bij het eerste gesprek
is dan ook hoe de verder begeleiding georganiseerd wordt.
Je stagebegeleider komt in principe 1 keer op bezoek, en heeft verder contact via de mail
en/of telefoon met je vakcoach om over de voortgang te spreken. Tijdens de
bijeenkomsten is er altijd ruimte voor het bespreken van stage-ervaringen.
3.6. Beoordeling
In bijlage 4 staat nauwkeurig omschreven hoe de tussentijdsebeoordeling en de
eindbeoordeling plaatsvindt. De stage wordt individueel beoordeeld aan de hand van de
uitgewerkte leerwerktaken. Aan het eind van blok 1 heb je met je stagebegeleider een
tussentijds voortgangsgesprek. Aan het eind blok 2 heb je met je stagebegeleider een
eindgesprek en krijg je als alles goed is verlopen, nog eens 6 studiepunten. Dit
eindgesprek is bepalend voor deelname aan stage jaar 3. Om aan deze eindbeoordeling
te mogen deelnemen, moet je aan een aantal eisen voldoen. Een van die eisen is een
voldoende advies van je (vak)coach (bijlage 1). Wanneer je geen voldoende hebt
behaald voor je stage kom je in aanmerking voor een herkansing. De stagebegeleider
beslist over de omvang en inhoud van deze herkansing. Hij of zij maakt hierover
bindende afspraken met je die in een document worden vastgelegd.
Je neemt de uitgewerkte leerwerktaken op in je (digitaal) portfolio.
3.7. Verantwoordelijkheden van stagiair(e)
Jij bent als student zelf verantwoordelijk voor je daden op de stageschool, maar
tegelijkertijd het visitekaartje van de Hogeschool Rotterdam. Deze verantwoordelijkheid
strekt zich uit tot iedereen in de school en tot alles wat met de school samenhangt. Het
komt hierop neer:
 Je past je aan aan de organisatie van de school en stelt je loyaal op tegenover de
doelstellingen van de school, óók als die niet jouw persoonlijke levensbeschouwelijke
aard zijn.
 Je bent op tijd aanwezig voor lessen, afspraken, vergaderingen en dergelijke. Als
richtlijn houden we aan dat je tussen 8.30 en 15.30 uur aanwezig bent, maar de
school kan andere tijden aanhouden.
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 11
 In geval van ziekte neem je bijtijds contact op met de stageschool om je af te melden
en een nieuwe afspraak te maken. Ook je stagebegeleider is op de hoogte.
 Gemiste stagedagen worden ingehaald. Je maakt daarover zelf een afspraak met de
begeleider op de stageschool.
 Je gaat zorgvuldig met gegeven leer- en hulpmiddelen om.
 Je onderhoudt zo goed mogelijk contact met alle voor jou relevante betrokkenen.
 Je houdt rekening met de geschreven en ongeschreven regels van de school. Je
gedrag is sociaal aanvaardbaar, je taalgebruik correct en je kleding is verzorgd en
aangepast aan de situatie op school.
 Je neemt het vertrouwelijke karakter van informatie over school, medewerkers en
leerlingen in acht, ook in de schriftelijke informatie in het portfolio en rapportages.
3.8. Taken en verantwoordelijkheden van andere betrokkenen
Er zijn verschillende personen betrokken bij je stage. Hieronder een overzicht van deze
personen /afdelingen en een beschrijving van hun taken en verantwoordelijkheden.
De stagebegeleider (docent van de LERO) beoordeelt uiteindelijk je stage.
Doorslaggevend hierbij is de kwaliteit van je portfolio en het oordeel van je vakcoach.
Hij/zij bezoekt je op je stageschool, is aanspreekpunt voor de vakcoach en is
verantwoordelijk voor de begeleiding vanuit de Hogeschool. Je stagebegeleider vanuit de
lerarenopleiding heeft een tussentijds- voortgangsgesprek en een eindgesprek met je.
Het Stagebureau administreert de stageplaatsen in jaar 1 en 2.
Er zijn verschillende soorten stagescholen. Bij opleidingsscholen is er sprake een
regiomanager, een BoS en een vakcoach. De regiomanager is in dienst van de
lerarenopleiding en verzorgt het contact tussen de lerarenopleiding en de stageschool.
Hij/zij zal op de stageschool in de meeste gevallen contact hebben met de directie of de
Begeleider op School. De BoS is de contactpersoon vanuit de stageschool voor de
Hogeschool Rotterdam. Hij/zij is verantwoordelijk voor de begeleiding binnen de
stageschool. De vakcoach heeft als belangrijkste taak jou te begeleiden op het moment
dat je stage loopt. Hij/zij is degene waar je op de werkvloer het meest mee te maken
hebt, laat je toe in zijn klas, geeft feedback op je prestaties, en geeft aan het eind van de
stage een beoordeling. Hij/zij zorgt ervoor dat je kan beschikken over materialen en dat
je kunt werken aan je leerwerktaken. Een positieve beoordeling van je vakcoach is voor
de stagebegeleider belangrijke basis voor al dan niet toekennen van stagepunten.
Bij niet-opleidingsscholen verloopt dit proces iets anders, soms heb je de (lokatie)directeur die je als eerste ontvangt en jou introduceert bij de vakcoach. De meeste nietopleidingsscholen hebben gekozen voor zo’n soort constructie.
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 12
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 13
4. Inhoud stage: leerwerktaken
De brede competentie ontwikkeling van de student in de schoolpraktijk staat centraal. En
niet uitsluitend het oefenen van de vaardigheid in het lesgeven. Het algemene doel van
de stage in jaar twee is dat de student de taken en verantwoordelijkheden van een
docent in alle facetten leert kennen en beschrijven. Waarin voor een docent naast het
lesgeven nog tal van andere zaken en taken aan de orde zijn.
Voor elke leerwerktaak is beschreven wat je moet doen en waarom, hoeveel tijd je er
ongeveer aan besteedt, wat de rollen van je begeleiders zijn, en wat er uiteindelijk in je
portfolio moet komen te staan. Vorig jaar heb je de eerste twee leerwerktaken verricht,
in het eerste jaar van de hoofdfase, je tweede jaar, werk je aan drie leerwerktaken die
hieronder zijn beschreven.
4.1 Logboek
Met behulp van het logboek houd je bij welke activiteiten je hebt bijgewoond of hebt
uitgevoerd. Hoeveel lessen je in totaal bijgewoond, of (deels) gegeven hebt. Voor de
stagebegeleider biedt het zicht op jouw ‘vlieguren’. Het logboek bevat minimaal de
volgende, ingevulde tabel:
Datum
Klas
Bijdrage aan
Coach
Andersoortige
Handtekening
de les
wel/niet
bijdrage
coach
(B,D,G)
aanwezig
(W/D/N)
· In de kolom ‘Bijdrage aan de les’ kun je aangeven of je de les alleen hebt bijgewoond
(B), of je er een deel van verzorgd hebt (D), of dat hem geheel gegeven hebt (G).
· In de kolom ‘Coach aanwezig’ geef je aan of hij/zij er wel (W), niet (N) of deels (D) bij
heeft gezeten.
· Onder het kopje ‘Andersoortige bijdrage’ kun je alles vermelden wat je op de stagedag
hebt gedaan, behalve de lessen. Denk hierbij aan toetsen nakijken, deelname aan
een ouderavond, surveillance, begeleidingsgesprek met een leerling, et cetera.
· De coach valideert dit overzicht door regelmatig zijn handtekening/paraaf te zetten.
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 14
Leerwerktaak 2.1 Delen van lessen geven.
Je doet zoveel mogelijk ervaring op met lesgeven.
Periode: In blok 1 wekelijks 4 tot 6 delen van lessen geven. De principes van
effectief leren en directe instructie zijn hierbij leidend.
Stadium: 2-3
Competenties: 1,2,3,4 en 7
Wat ga je doen?
Bereid ten minste 40 delen van klassikale lessen voor (in blok 1), voer ze uit en stel ze
indien nodig bij. Van tevoren maak je een POP voor deze leerwerktaak.
Mogelijke bronnen
Ebbens,S. en Ettekoven S. (2013). Effectief lesgeven.
Geerts, W, en Kralingen R van, Handboek voor leraren (2012)
Rol vakcoach

Specifieke feedback geven op de lessen die de student overneemt.

Enkele momenten reserveren voor een tussentijdse evaluatie.

Voortgang monitoren, bij twijfel contact opnemen met stagebegeleider.
Rol stagebegeleider

Stagebezoek, indien mogelijk een les bijwonen.

Bespreken stage-ervaringen tijdens de bijeenkomsten

Voortgang uitwerking leerwerktaak bewaken

Beoordelen digitaal portfolio
Geschatte tijdsbesteding:
Uitgangspunt: 1 les is 45 minuten
Voorbereiding POP/LWP: 4 uur
Voorbereiding lesfragment: 1 uur
Uitvoering les + nabespreken: 1 uur
2 uur * 40 delen van lessen = ong. 80 uur
Resultaat in digitaal portfolio
Zie hoofdstuk 5.
Voorbereiding en verslaglegging portfolio: 15 uur
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 15
Leerwerktaak 2.2 (hele) lessen geven.
Je doet zoveel mogelijk ervaring op met lesgeven.
Periode: In blok 2 wekelijks 4 tot 6 lessen geven. De principes van effectief
leren en directe instructie zijn hierbij leidend.
Stadium:2-3
Competenties: 1,2,3,4 en 7
Wat ga je doen?
Bereid tenminste 40 klassikale lessen voor (in blok 1 en 2), voer ze uit en stel ze indien
nodig bij. Van tevoren maak je een POP voor deze leerwerktaak.
Rol vakcoach

Specifieke feedback geven op de lessen die de student overneemt.

Enkele momenten reserveren voor een tussentijdse evaluatie.

Voortgang monitoren, bij twijfel contact opnemen met stagebegeleider.
Rol stagebegeleider

Stagebezoek, indien mogelijk een les bijwonen.

Bespreken stage-ervaringen tijdens de bijeenkomsten

Voortgang uitwerking leerwerktaak bewaken

Beoordelen digitaal portfolio
Geschatte tijdsbesteding:
Uitgangspunt: 1 les is 45 minuten
Voorbereiding POP/LWP: 4 uur
Voorbereiding les: 1 uur
Uitvoering les + nabespreken: 1 uur
2 uur * 40 delen van lessen = ong. 80 uur
Resultaat in digitaal portfolio
Zie hoofdstuk 5.
Voorbereiding en verslaglegging portfolio: 15 uur
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 16
Leerwerktaak 2.3: Werken in een organisatie
Je doet zoveel mogelijk ervaring op met werken in een organisatie.
Periode: in blok 1 en 2 participeer je zoveel mogelijk -ten minste 8 keer- in
activiteiten die te maken hebben met werken in de organisatie en er buiten.
Stadium: 2-3
Competenties: accent op competenties 5, 6 en 7
Wat ga je doen?
Werken in een organisatie kenmerkt zich door gedeelde verantwoordelijkheid, om deze
samenwerking te bewerkstelligen en het onderwijs te verbeteren zijn er op school diverse
formele en informele activeiten en overlegstructuren. Bereid ten minste acht activiteiten
voor die te maken hebben met samenwerken in een organisatie, of daarbuiten en voer
deze uit. Te denken valt aan een (actieve) bijdrage aan een vakgroepvergadering, een
rapportvergadering, een (actieve) bijdrage aan de organisatie van een excursie,
deelnemen aan een open dag, of iets dergelijks. Denk ook aan huiswerkbegeleiding,
surveilleren in de pauze, meegaan op een excursie, deelnemen aan een feestavond,
deelnemen aan een projectweek etcetera. Van tevoren maak je ook voor deze
leerwerktaak een POP.
Rol vakcoach

Specifieke feedback geven op de activiteiten die de student onderneemt.

Enkele momenten reserveren voor een tussentijdse evaluatie.

Voortgang monitoren, bij twijfel contact opnemen met stagebegeleider.
Rol stagebegeleider

Bespreken specifieke stage-ervaringen tijdens de bijeenkomsten

Voortgang uitwerking leerwerktaak bewaken

Beoordelen digitaal portfolio
Geschatte tijdsbesteding:
Uitgangspunt is een gemiddelde tijdinvestering. Uiteraard bepaalt de activiteit de
tijdsduur.
Voorbereiding POP/ LWP: 4 uur
Voorbereiding activiteiten ongeveer 2 uur
Uitvoering ongeveer 2 uur
8* 4 uur = ongeveer 35 uur
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 17
Resultaat in digitaal portfolio
Zie hoofdstuk 5.
Voorbereiding en verslaglegging portfolio: 15 uur
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 18
6. Stagebijeenkomsten
Datum
Bijeenkomst 1
Onderwerpen van de bijeenkomst
blok 1
Terugblikken stage jaar 1 + competentiescan jaar 1.
Organisatie van de stage jaar 2 , POP en LWP
Leerwerktaken en leercyclus
Bijeenkomst 2
blok 1
Het maken van leervragen/leerdoelen LWT 1
Reflecteren
Beoordeling van de stage
Bijeenkomst 3
blok 1
Directe instructie, een koppeling met vakdidaktiek
Uitwisselen stage-ervaringen (incident methode)
Bijeenkomst 4
blok 1
Stellen van vragen (niveaus van)
Uitwisselen stage-ervaringen
Terugblik op de eerste weken stage
Bijeenkomst 5
blok 1
Klassemanagement.
Feedback geven en ontvangen.
Afspraken maken voor een tussentijdsgesprek.
Bijeenkomst
blok 1
6 ,7 & 8
Eigen videofragmenten: succesmomenten,
feedback geven
Voortgangsgesprekken
Bijeenkomst 9
blok 2
Uitwisseling ervaringen van het eerste blok
Voorbereiden LWT 2 en LWT 3
Bijeenkomst 10
Blok 2
Roos van Leary, introductie
Toepassen
Bijeenkomst 11
Blok 2
Intervisie
Bijeenkomst 12
blok 2
Competentiescan
Bijeenkomst 13
Blok 2
Vooruitblik stage jaar 3
Afspraken maken eindgesprek
Bijeenkomst 14
& 15
Blok 2
Afsluiten stage jaar 2
POP stage hoofdfase jaar 3
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 19
7. Beoordeling
Beoordelingscriteria eind blok 1 / eerste helft van de stage
In onderstaand schema wordt duidelijk wat in je (digitaal) portfolio moet zitten aan het
einde van periode één, na blok 1, de eerste helft van je stage. Dit is de basis voor een
tussentijds- voortgangsgesprek. Belangrijk bij dit gesprek zijn de leervragen die je jezelf
hebt gesteld en je voorgenomen activiteiten. Dit heb je opgenomen in je POP/LWP die je
hebt gemaakt voor alle drie de leerwerktaken. Je levert je portfolio in N@tschool in, voor
die gelegenheid is een inlevermap bij de vakcode LERS2A01X (deel 1) en LERS2B01X
(deel 2)
Leerwerktaak
Wat?
Toelichting
Leerwerktaak 2.1
POP/LWP
De Leervragen en het leerwerkplan rondom de
Delen van lessen
LWT “Delen van lessen geven” geschreven in (de
geven (afgerond).
geest van) het format in bijlage 3 in max 1 A4tje.
Nb. Houd rekening met het feit dat Effectief
lesgeven en directe instructie centraal staat. Je
leervragen en reflectie zijn voor een belangrijk
deel hierop gericht.
Vijf uitgewerkte les
Van elk deel van de les neem je op:
fragmenten

De (les)voorbereiding

Een beschrijving van het lesverloop

Feedback op het lesfragment, dit kan van je
vakcoach zijn, een peer/medestudent of een
andere betrokkene.

Een heldere reflectie. Hierin besteed je in ieder
geval aandacht aan jouw leervragen en
voornemens rondom klassenmanagement.

In de reflectie van je lessen heb je een
koppeling gemaakt naar één of meerder
leervragen uit je POP.

Je maakt een koppeling naar de
sleutelbegrippen die van belang zijn bij het
vormgeven van die lesfase.
Twee
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015

Neem op 2 videofragmenten van een
PAGINA 20
videofragmenten
uitgewerkt lesfragment, voorzien van een
reflectie.
Tussentijdse

Een schriftelijk oordeel van de vakcoach
beoordeling
(zie bijlage 3 voor formulier tussentijdsoordeel
vakcoach.
vakcoach).
Eindbeoordeling hoofdfase jaar 1 (jaar 2)
De stage van hoofdfase 1, leerjaar 2 sluit je af met een eindgesprek met je
stagebegeleider aan het eind van je stageperiode na blok 2. Het gesprek duurt ongeveer
twintig minuten en vindt telkens plaats met je stagedocent en (maximaal) drie
klasgenoten.
Opdracht bij het eindgesprek stage jaar 2
Doel van het eindgesprek is het expliciet maken van je ontwikkeling/leerrendement stage
jaar 2 en vooruitblikken op stage jaar 3
Ter voorbereiding op dit gesprek bereidt je een presentatie van maximaal vijftien
minuten voor, waarin je :
1. aan de hand van twee thema’s laat zien wat je hebt geleerd (Let op: gebruik
portfolio om beweringen te bewijzen!).
2. aangeeft hoe de stage zijn/haar visie op lesgeven in het algemeen en in het
lesgeven in het schoolvak in het bijzonder heeft beïnvloed (gebruik
begrippenkader vakdidactiek/ directe instructie).
3. vooruitblikt op stage jaar 3 (denk aan: leervragen, school, begeleiding etc.).
Omdat in de gebruikte lokalen/spreekkamers soms geen computer of beamer
beschikbaar is, kan je tijdens je presentatie ook gebruik maken van:
1.
of een moodboard en/of poster
2.
of een (eigen) laptop.
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 21
In onderstaand schema wordt duidelijk wat in je portfolio deel II moet zitten:
Leerwerktaak
Wat?
Toelichting
Leerwerktaak 2.2
POP/LWP
De Leervragen en het leerwerkplan rondom de LWT
Lessen geven deel
2.2 “lessen geven” geschreven in (de geest van) het
B (afgerond na blok
format in bijlage 3, in max één A4tje.
2)
Nb. Houd rekening met het feit dat Effectief lesgeven
en directe instructie centraal staat. Je leervragen en
reflectie zijn voor een belangrijk deel hierop gericht.
Vijf lesverslagen
Van elke les neem je op:

De lesvoorbereiding

Een beschrijving van het lesverloop.

Feedback op de les, dit kan van je vakcoach zijn,
een peer/medestudent of een andere
betrokkene.

Een heldere reflectie, waarbij je een koppeling
maakt naar je leervragen en naar de theorie van
Effectief leren en directe instructie.
Twee

videofragmenten
Neem op 2 videofragmenten van uitgewerkte
les(fragmenten), voorzien van een reflectie.
Leerwerktaak
Wat?
Toelichting
Leerwerktaak 2.3
POP/LWP
De Leervragen en het leerwerkplan rondom de LWT
Werken in een
2.3 “Werken in een organisatie” geschreven in (de
organisatie
geest van) het format in bijlage 3, in max één A4tje.
Verslag van drie
Van elke activiteit neem je op:
verschillende

Voorbereiding van de activiteit (max één A4tje)
activiteiten

Een beschrijving van het verloop en jouw
aandeel daarbij.

Een heldere reflectie. Hierin besteed je in ieder
geval aandacht aan jouw leervragen en
voornemens uit je POP.

STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
Feedback van je vakcoach specifiek gericht op je
PAGINA 22
functioneren in de groep. Hierbij kan je vragen
of hij speciale aandacht heeft voor: contact
leggen, wijze van leiding geven en begeleiden
van (kleine) groepen.

Feedback van drie leerlingen op je functioneren
in een groep.
Nb. Je kan zelf richting geven aan deze feedback
door een paar evaluatievragen op te stellen over
items die jij belangrijk vindt om te weten.
Eindbeoordeling

vakcoach
Een schriftelijk eindoordeel van de vakcoach
(zie bijlage 3 voor formulier eindoordeel
vakcoach).
Competentiescan

Je maakt de competentiescan van blz ??? uit de
handleiding en neemt deze op in je portfolio.
POP volgend
Dit vormt de basis voor een POP voor volgend
jaar.
jaar van max 2A4tjes
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 23
Bijlage 1 : Kijkwijzer jaar 2 (vakcoach)
Algemene punten
Interpersoonlijk
Feedback
Hoe is het contact met de leerlingen
individueel en met de klas?
Is de attitude van de leerling gericht op
de belevingswereld van de leerlingen?
Pedagogisch
Hoe zorgt de student voor een
veilig leerklimaat
(positieve insteek, respect voor
leerlingen, doet moeite namen te
onthouden).
Heeft de student oog voor individuele
leerlingen?
-
Vakinhoudelijke en didactisch
Beheerst de student de lesstof in
voldoende mate?
Op welke manier zorgt de student dat
hij/zij zicht heeft op het leerproces?
Op welke manier zorgt de student
ervoor dat alle leerlingen actief blijven?
Stelt de student hogere orde vragen?
(verbanden leggen/creatief toepassen)
Organisatorisch (tijdens de les)
Op welke manier zorgt de student
voor de regie en duidelijke regels?
Heeft de student overzicht over
wat er in de klas gebeurt?
Signaleert de student
ordeproblemen en hoe gaat hij/zij
hiermee om?
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 24
lesfases
1. aandacht richten
Feedback
Op welke manier wordt er contact
gemaakt met de leerlingen?
Hoe wordt er betekenis gegeven aan
de les?
2. Uitleg geven
Is de uitleg duidelijk?
Is de uitleg in leerlingentaal?
Wordt de aandacht
vastgehouden?
Richt het zich op de kern?
Worden denkstappen
geëxpliciteerd?
3. Nagaan of alles over is gekomen
Op welke manier gaat de student na of
alles over is gekomen?
4. instructie over
zelfwerkzaamheid
Is de instructie duidelijk?
Doel
Gewenste werkwijze
Wat er met het resultaat van de
opdracht gebeurt
Hoe wordt nagegaan of de instructie
duidelijk is?
5. Zelfwerkzaamheid
Hoe wordt zelfwerkzaamheid begeleid?
De student loopt rond
De student begeleidt door
vragen te stellen.
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 25
6. afsluiten van de les
Hoe wordt er nagegaan of het doel van
de les bereikt is?
Weten de leerlingen wat er volgende
les van hen verwacht wordt?
Controleert de student of leerlingen
huiswerk overnemen?
Algemene punten
Organisatorisch (buiten de les)
De student:
komt afspraken na
heeft lesvoorbereiding in orde
(formulier)
komt op tijd
kan zijn tijd goed indelen
Samenwerking met collega’s
De student:
vraagt hulp en informatie
-
toont initiatief
Reflectie en ontwikkeling
De student:
stelt goede leerdoelen op
-
reflecteert kritisch
-
communiceert over eigen
leerproces
-
werkt methodisch aan eigen
leerproces d.m.v. een portfolio
Overige aandachtspunten
Overige kwaliteiten
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 26
Bijlage 2: Advies vakcoach.
Een belangrijk onderdeel van de tussentijdse- en eindbeoordeling van stage jaar 2 is het
advies van de (vak)coach. Om een goed onderbouwd advies te kunnen geven, vult de
(vak)coach per competentie in in welke mate de student, op niveau 2; assisterend onder
directe begeleiding in eenvoudige situaties en op niveau 3; begeleid taken verrichten van
een leraar onder begeleiding in standaard situaties, functioneert. Daarbij onderbouwt de
(vak)coach zijn mening met voorbeelden en geeft hij of zij ook ontwikkelpunten voor de
student aan.
Voorwaarden voor het krijgen van een eindadvies stage jaar 2 zijn:

Leerwerktaken zijn met een voldoende afgerond.

Verslag en beoordeling van minimaal 1 lesbezoek door een ander dan de
(vak)coach.
De kijkwijzer voor de (vak)coach is opgenomen in bijlage 2 (kijkwijzer voor
(vak)coach).

Verslagen zijn in correct Nederlands geschreven.
De student levert het tussentijdse beoordeling in bij de verwerking van leerwerktaak 1,
voor het voortgangsgesprek. En de eindbeoordeling van de (vak)coach bij de
stagebegeleider, als onderdeel van zijn eindbeoordelingsdossier.
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 27
Tussentijdse beoordeling stage jaar 2 (vakcoach)
Naam stagiair(e):
Stageschool:
Naam vakcoach:
Tussentijdse beoordeling: onvoldoende – matig – voldoende – goed
Hoe heeft de stagiaire in het eerste deel van de stage bij u gefunctioneerd?
Hierbij kunt u denken aan: op tijd aanwezig zijn, zich houden aan afspraken, inzet en
motivatie, contacten met andere collega’s.
Hoe beoordeelt u de wijze waarop de stagiair(e) heeft gewerkt aan haar
portfolio?
Heeft hij/zij gevraagd naar mogelijkheden binnen de school om aan leervragen te
werken? Is hij/zij (op een voor u duidelijke manier) aan de slag gegaan met eigen
leervragen, heeft hij/zij op verschillende momenten gerichte feedback aan u gevraagd?
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 28
Hoe beoordeelt u momenteel de kwaliteiten van de stagiair(e) als (toekomstig)
leraar?
Waar zou de stagiair(e) de komende tijd aandacht aan moeten besteden? Welke
feedback heeft u tot nu toe op zijn/haar functioneren?
Heeft u vertrouwen in een goede afloop van deze stage?
Overige opmerkingen
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 29
Eindbeoordeling stage jaar 2 (vakcoach)
Competentie 1 - Interpersoonlijk
Het vermogen een sfeer van samengaan en samenwerken met leerlingen te realiseren.
Stadium 2 / 3 :
Rapportage (vak)coach
De student:
Beoordeling:
O – V – G – ZG

Kan een
beargumenteerde reactie
geven op het gebruik
door de docent van
verschillende
gesprekstechnieken

Laat zien contact met
leerlingen te kunnen
maken
(noemt leerlingen bij
naam,maakt een
praatje,heeft oogcontact,
sluit aan bij interesses)

Signaleert gedrag- en
verhoudingproblemen

Laat zien affiniteit te
hebben met de
doelgroepen
Onderbouwing:
Ontwikkelpunten:

Laat zien dat hij leiding
kan geven aan de klas in
standaardsituaties
(houding,stem,
leidinggeven)

Toont betrokkenheid met
leerlingen en klassen
Is in staat tot interactie
met de klas
Competentie 2 Pedagogisch
Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving.
Stadium 2 / 3:
Rapportage (vak)coach
De student:
 toont een positieve
insteek naar leerlingen
toe
Beoordeling:
O – V – G – ZG
Onderbouwing:
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 30

Toont respect voor de
leerlingen; de leerlingen
hebben respect voor de
student

Doet moeite de namen
van de leerlingen te
kennen

Oriënteert zich op
verschillen tussen
leerlingen ( schooltype,
gedrag, cultuur)
Ontwikkelpunten:

Kan een sfeer scheppen
waarin leerlingen zich
gewaardeerd en
gerespecteerd voelen

Begeleidt het vergroten
van zelfstandigheid en
verantwoordelijk bij
leerlingen

Heeft oog voor
individuele leerling
(stille/luidruchtige/pesten
e.d.)

Ontdekt en herkent
verschillen tussen
leerlingen (schooltype,
gedrag, cultuur)
Competentie 3 - Vakinhoudelijk en didactisch:
Het vermogen een krachtige leeromgeving voor leerlingen te verwezenlijken.
Stadium 2 / 3:
De student:

Toont zich enthousiast
voor zijn vak

Bereidt/ assisteert (deel
van) les goed voor

Assisteert tijdens de les
verschillende lesvormen
Rapportage (vak)coach
Beoordeling:
O – V – G – ZG
Onderbouwing:
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 31




Beheerst de leerstof die
hij/zij moet doceren of
toont zich bereid zich
hierin te verdiepen
Ontwikkelpunten:
Is in staat om met veel
begeleiding van de
(vak)coach (gedeelten
van) leeractiviteiten te
ondernemen in
eenvoudige situaties.
Kan zijn voorbereiding in
eigen woorden toelichten
aan derden
Kan de principes van
directe instructie
benoemen en toepassen
Competentie 4 - Organisatorisch:
Het vermogen te zorgen voor een leef- en leerklimaat dat overzichtelijk ordelijk en
taakgericht is.
Stadium 2 /3 :
Rapportage (vak)coach
De student:
Beoordeling:
O – V – G – ZG

Heeft lesvoorbereiding in
orde (formulier)
Onderbouwing:

Is tijdig in de les

Heeft zijn spullen klaar
liggen

Is duidelijk in wat hij wil
doen in les

Houdt zich aan afspraken

Kan zijn tijd goed indelen
(prioriteit, planning)
Ontwikkelpunten:

Zorgt voor een goede
regie en duidelijke regels

Houdt zich aan de regels
en handelt hierin
consequent naar
leerlingen
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 32

Heeft een goed overzicht
over de groep

Kan anticiperen op (orde)
verstoringen

Kan op langere termijn
plannen
( zowel voor zichzelf als
voor leerlingen)
Kan inspelen op
veranderende
situaties (flexibiliteit)
Competentie 5 - Samenwerking met collega’s:
Het vermogen samen te werken in een team/organisatie.
Stadium 2 / 3:
Rapportage (vak)coach
De student:
Beoordeling:
O – V – G – ZG

Houdt zich aan team
afspraken

Toont initiatief

Is zich bewust van
rechten en plichten als
werknemer en handelt
daar naar

Is aanwezig bij nietlesgebonden activiteiten

Is zich bewust van
zijn/haar voorbeeldrol

Stelt zich dienstbaar op

Is duidelijk over wat
hij/zij wel/niet kan

Neemt
verantwoordelijkheid

Laat zichtbaar zien
contact te kunnen en
willen maken met
Onderbouwing:
Ontwikkelpunten:
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 33
collega’s
Competentie 7 - Reflectie en ontwikkeling:
Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen.
Stadium 2 / 3:
De student:
Deze competentie gaat
vooral over de eigen
persoonlijke ontwikkeling in
relatie tot het beroep. Deze
ontwikkeling uit zich in
gesprekken en portfolio op
de volgende punten:

Probeert zich in te leven
in de rol van leraar
(beroepshouding)

Onderzoekt of dit beroep
bij hem /haar past
(d.m.v. observaties,
gesprekken e.d.)Laat zien
dat hij /zij wil leren(is
coachbaar) kan feedback
ontvangen en vervolgens
ander gedrag vertonen

Kent eigen sterkte en
zwakte

Is bereid zichzelf zowel
schriftelijk als mondeling
te bekwamen in de
Nederlandse taal

Kan beoordelen of beroep
van leraar hem/haar boeit
en bij hem/haar past; kan
dit motiveren
Rapportage (vak)coach
Beoordeling:
O – V – G – ZG
Onderbouwing:
Ontwikkelpunten:
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 34
Bijlage 3 Het maken van een POP / LWP
Er zijn twee manieren waarop je ervaringen opdoet: ervaringen waar je zelf op hebt
aangestuurd, die je hebt gepland, en ervaringen die je gewoon overkomen – ongeplande
ervaringen. In je portfolio besteed je uiteindelijk aandacht aan beide soorten ervaringen (zie
hiervoor de handleiding portfolio), maar je kunt je in je POP natuurlijk alleen voorbereiden op
de geplande activiteiten. Bij het uitwerken van je POP neem je onderstaand overzicht als
basis. Dit uitgewerkte overzicht is een zeer belangrijk deel van je portfolio.
POP & LWP van leerwerktaak:
POP: overzicht en uitwerking van leervragen
Mijn leervragen zijn:
Beschrijf hier je leervragen zoals je ze einde vorig cursusjaar geformuleerd hebt voor jaar 3.
Leervraag 1:
Leervraag 2:
Leervraag 3:
Etcetera
Situatieschets / achtergrond
Beschrijf hier per leervraag kort hoe je op je leervraag gekomen bent; licht de achtergrond
van je vraag toe.
Specificeren aspecten van leervragen
Om welke aspecten gaat het? Wees zo specifiek mogelijk.
Een voorbeeld:je leervraag is ‘Hoe kan ik orde houden?’. Om welke aspecten van orde
houden gaat het? Je eigen grenzen aangeven? Concrete actie na een waarschuwing? Doen
wat je zegt? Afwisselende werkvormen om ordeproblemen tegen te gaan? ‘haarden’ van
wanorde snel kunnen signaleren? Hoe specifieker je bent, des te gerichter worden je
activiteiten. De aspecten werk je voor elke leervraag uit.
Wanneer tevreden?
Wanneer ben je tevreden, welk gedrag moet jij dan vertonen? Dit formuleer je vooraf. Wat
je hier beschrijft zijn ‘handvatten’ voor je terugblik straks. Deze punten laat je altijd
terugkomen als je reflecteert op je ervaringen. Kun je tevreden zijn? Ook dit doe je per
leervraag.
LWP: activiteiten die passen bij leervragen
Overzicht passende activiteiten
Voor de aanvang van je stage: welke activiteiten passen bij jouw leervragen? Wees hier
opnieuw zo specifiek mogelijk. ‘Veel lessen geven’ is minder specifiek dan ‘10 lessen waarbij
ik de ruimte krijg om te oefenen met directe instructie’.
Overzicht praktische vragen
Voor de aanvang van je stage: wat is er praktisch nodig om te werken aan jouw leervragen?
Hierbij kun je denken aan: hoeveel lessen kun je ‘overnemen’, mag je zelf (ingrijpende)
ordemaatregelen nemen? Kun je een plattegrond van de namen van leerlingen krijgen
etcetera? Ook hier laat je elke leervraag de revue passeren. Formuleer alvast in termen van
vragen aan je begeleider.
LWP vaststellen
Aan het begin van de stage stel met je begeleider jouw activiteiten vast. Dit kun je dus pas
doen nadat je je vakcoach hebt ontmoet en hebt gesproken over jouw POP. Hier per
leervraag een overzicht van voorgenomen en vastgestelde activiteiten.
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 35
Stagekaart
Hoofdfase 1 voltijd / deeltijd
2014 – 2015 (leerjaar 2)
Functie van de stage
Het accent tijdens de stage ligt op het werken met leerlingen. Er wordt door jou aan een
drietal leerwerktaken gewerkt waarbij de nadruk ligt op directe instructie en omgaan met
leerlingen binnen en buiten het klassenverband. Je leert onder andere een aantal
basistechnieken voor het geven van een klassikale les. Daarnaast ontwikkel je competenties
m.b.t. de omgang van leerlingen in verschillende contexten.
Plaatsing op de stageschool
Elke student gaat individueel op stage.
De regiomanagers kunnen via de medewerkers van het stagebureau, indien nodig,
bemiddelen in de zoektocht naar een geschikte stageplaats, maar het is in principe de
bedoeling dat je zelf voor een stageplaats zorgt.
Het kan voor komen dat een student meer dan anderhalf uur moet reizen naar de
stageschool. Zo’n stageplaats kan echter niet worden geweigerd op grond van een reisduur
welke minder dan 2 uur bedraagt. Bij studenten die om die reden de stageplaats niet
accepteren, zal niet meer worden bemiddeld bij het vinden van een andere stageplaats.
Ingangseisen stage jaar 2
Om aan deze stage deel te kunnen nemen moet, met goed gevolg afgesloten en zichtbaar
in Osiris zijn:
 De stage (leren&werken, inclusief het assessment hoofdfasebekwaam)van jaar 1
(zie OER)
Opzet van de stage
Je loopt stage vanaf het begin van het schooljaar ** t/m woensdag 21 januari 2015. In
totaal zijn dit
19 weken en per week loop je 2 dagen stage (maandag en woensdag) op de stageschool.
Op een stagedag ben je de gehele dag inzetbaar voor, al dan niet verplichte, activiteiten. De
stage start met een fase van vier weken waarin jij je oriënteert op de specifieke situatie van
de stageschool. De overige weken werk je aan twee andere leerwerktaken gericht op de
basistechnieken van het lesgeven, op directe instructie en op je competenties in het
omgaan met leerlingen. Je wordt in de gelegenheid gesteld om vanaf de vierde week vijf
deellessen en/of gehele lessen te verzorgen met een opbouw naar een maximum van vier
gehele lessen per week. Vanaf ongeveer de tiende week geef je vooral gehele lessen
(vak)coach steeds aanwezig). De stagedidactiek is gebouwd op leerwerktaken in de
stagehandleiding voor studenten, het “Register praktijkleren” en de competentiegids. Voor
de gehele stage ontwikkelt elke student een stageplanning waarin de leerwerktaken zijn
opgenomen van hoofdfase 1.
Begeleiding
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 36
De stagebegeleiding vanuit de lerarenopleiding wordt uitgevoerd door één van onze
stagebegeleiders. Hij/zij onderhoudt het contact per mail en telefoon met de (vak)coach en
bezoekt de studenten eenmaal in de stageperiode. De stagebegeleider begeleidt de student
bij het samenstellen van het (ontwikkelings)portfolio en voert gesprekken met de student
n.a.v. de stage.
De (vak)coach is de eerste begeleider van de student in de stageschool waarbij door
hem/haar de mogelijkheid geboden wordt om te assisteren en deellessen te verzorgen in
het begin van de stage en, na een aantal weken, gehele lessen te verzorgen.
De (vak)coach spreekt wekelijks met je over de vorderingen t.a.v. de leerwerktaken en
besteedt daarbij nadrukkelijk aandacht aan de leervragen en het portfolio (POP).
Afronding en beoordeling
De stage is afgerond wanneer de student in de genoemde periode op de stageschool
aanwezig is geweest en de leerwerktaken met een voldoende beoordeling afgerond heeft.
Dit is zichtbaar in het portfolio (oordeel van de (vak)coach en de stagebegeleider).
Halverwege de stage geeft de (vak)coach een tussentijdse beoordeling over de vorderingen
met lesgeven (checklist ‘directe instructie’) en het algemeen functioneren. Aan het einde
van de stageperiode geeft de (vak)coach een beoordeel dat met het oordeel van de
stagebegeleider tot een gezamenlijk eindoordeel leidt.
Materiaal voor de (vak)coach
De lerarenopleiding gaat uit van een competentiegericht opleidingsmodel. Om de
begeleiding van de coach te laten aansluiten bij dit opleidingsmodel kan de (vak)coach de
beschikking krijgen over de stagehandleiding voor hoofdfase 1 waarin onder meer de
leerwerktaken beschreven worden.
De student draagt er zorg voor dat de (vak)coach hierover de beschikking krijgt. Dit geldt
óók voor stagescholen waarmee de lerarenopleidingen geen samenwerkingsovereenkomst
heeft afgesloten. draagt de student de zorg hiervoor. Het materiaal is ook verkrijgbaar via
de externe site van de lerarenopleiding VO/BVE: www.hr.nl/ivl
Bij enkele leerwerktaken maken de studenten verplicht gebruik van het Register
Praktijkleren (www.registerpraktijleren.nl).
** LET OP: Het begin van het schooljaar is ieder jaar per regio (noord, midden, zuid)
verschillend Informeer bij school waar je een stageplaats hebt in welke week het
schooljaar begint.
Hieronder vind je een stappenplan dat je moet doorlopen om je stage te regelen.
Stappenplan student stage Hoofdfase 1 voltijd
Mei
Stagekaart in bezit van student, en informatie brief
Eind
mei/juni
Student gaat zelf op zoek naar stage plaats
Eind
Mei/juni
Stage plaats invoeren in stagelink door student of student mailt stagebureau
met de stagegegeven, de medewerkers voeren gegevens door.
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 37
Vanaf 15 juni
Eind aug
Medewerker stagebureau mailt alle studenten die van de stagebegeleider een
voorlopige ‘go’ hebben om inzicht te krijgen in het aantal al dan niet
verworven stageplaatsen. Student meldt de stageplaats aan bij het stagebureau(mail).
Studenten met stage hulpvraag melden zich via mail bij stagebureau ná 15
juni en vóór 1juli 2014.
Bij geen reactie wordt er vanuit gegaan dat de student zelf een stageplaats
gevonden heeft. (zie brief HINT)
Medewerker stagebureau controleert op stage eisen jaar 1 (zie OER)
Eind aug /
begin sept.
Start stage hoofdfase 1 (stage jaar 2)
1e week van
de stage
Binnen 15
werkdagen
Student downloadt het stagecontract in 3-voud via StageLink, levert dit
ondertekend door student/school, in bij het stagebureau.
Medewerkers stagebureau controleert en ondertekent het contract en stuurt
alle partijen (school, student) een exemplaar toe.
Stageplaats invoeren



Student voert zelf de stage in op StageLink.
Medewerker stagebureau controleert of de student voldoet aan de ingangseisen voor stage
jaar 2.
Medewerker stagebureau geeft wel/niet akkoord voor de stage (a.d.h.v. ingangseisen).
Mocht je naar aanleiding van deze stagekaart nog vragen hebben, dan kunt je contact opnemen met
een medewerker van het stagebureau:
[email protected] of 010-7944144.
STAGEHANDLEIDING HOOFDFASE 1 2014 - 2015
PAGINA 38