G202 Het nieuwe geneeskundecurriculum G2020 gaat 3 september van start. Studenten en docenten trekken samen op in vier learning communities. Geen traditionele colleges meer, nieuwe docentrollen en onderwijs in de Hele Taak. Wat gaat er in september gebeuren? Polsslag vroeg het aan de voorzitter van het implementatieteam Rob Henning. Aan Friso Muntinghe, dean van de learning community Intramurale Zorg. En aan bestuursleden van het Stafconvent, Anne Marie de Smet en Erik Boddeke. Het ontwikkelen van een learning community Dean Friso Muntinghe over Intramurale Zorg Internist Friso Muntinghe kreeg vorig jaar de UMCG-Onderwijsprijs, is chef de clinique Interne Geneeskunde en dean van de learning community ‘Intramurale zorg’. “Als je me vraagt hoe het is om zo’n learning community (LC) vormgeven, zeg ik: ‘Leuk!’. Het is ook uitdagend en een behoorlijke klus waarbij we van tevoren niet helemaal overzien hoe het gaat worden.” Clinical governance “Ik heb er een tijd over gedacht wat de focus van onze learning community zou moeten zijn. Gezien onze kleur ‘intramurale zorg’ ligt het voor de hand dat die specialistische zorg moet zijn. Daarnaast bedacht ik dat het een prachtige mogelijkheid is om studenten vanaf dag één ‘op te voeden’ met kwaliteit en patiëntveiligheid. Daarmee bedoel ik niet het afvinken van lijstjes en bijhouden van indicatoren waarmee kwaliteit en patiëntveiligheid nog vaak wordt geassocieerd. Het is tijd om het gedachtegoed van clinical governance tot de basis van het onderwijs te maken. We leveren goede zorg aan complexe patiënten in een complex ziekenhuis. Daar heb je eigenschappen voor nodig die passen bij de huidige tijd. Dat is niet: een dokter ziet een patiënt. Nee, een dokter ziet een patiënt die in een hele keten zit. Dus moet je als dokter goed kunnen samenwerken en kunnen communiceren, je verantwoordelijk voelen voor de zorg van die patiënt en willen leren van en anticiperen op wat er in het proces van zorg mis kan gaan. Voor de bachelorfase is clinical governance onze invalshoek en daarmee sluiten we aan bij landelijke ontwikkelingen en de visie van het UMCG.” Nieuwe leermiddelen maken Om zijn idee verder vorm te geven, verzamelde Muntinghe mensen om zich heen die hetzelfde willen. “We staan ervoor, we gaan het ook doen.” Het kernteam werkt samen met de kernteams en deans van de andere drie learning communities. 6 “Dat loopt goed”, concludeert Muntinghe. Maar hoofdbrekens heeft hij ook nog wel. “Het curriculum heeft een kenniscomponent en een competentiecomponent. Op dit moment maak ik me het meest druk om goede leermiddelen voor de kenniscomponent.” Veruit de meeste leermiddelen voor de basisvakken ontwikkelen de LC’s niet samen. “De semestercoördinatoren hebben kennisleerdoelen voor het basiscurriculum gedefinieerd, maar we maken per learning community een leermiddel door via de bril van onze community naar die kennis te kijken. Ik blijf het nog lastig vinden om me voor te stellen hoe we dat gaan doen, maar al doende leren we. De leerdoelen en de toets van de kenniscomponent zijn voor elke learning community gelijk, voor de competentiecomponent kan de toets wel verschillen.” Muntinghe ziet voor zich dat de studenten die voor zijn learning community kiezen, na drie jaar een clinical governance-diploma hebben en een soort BROK*-diploma, nog voordat ze aan de master gaan beginnen. Cultuurverandering Net als Henning denkt Muntinghe dat er met G2020 meer kan veranderen dan alleen het onderwijs. Omdat het een middel kan zijn de uitgangspunten van clinical governance in het UMCG verder te brengen. “Als studenten bijvoorbeeld bezig zijn met een opdracht in het kader van clinical governance, hoop ik dat afdelingen enthousiast worden en denken: deze groep studenten kan echt iets voor ons betekenen. Bijvoorbeeld een audit doen naar postoperatieve wondinfecties of medicatievoorschrijfgedrag, patiënten interviewen en wellicht verbeteringen voorstellen.” *BROK = Basiscursus regelgeving en organisatie voor klinisch onderzoekers Het curriculum G2020 in opbouw Rob Henning over het nieuwe van het onderwijsprogramma Rob Henning is voorzitter van het implementatieteam van G2020 en enthousiast. “Dit is de tijd om een focus te kiezen. Er zijn vier communities met vier verschillende invalshoeken: duurzame zorg, intramurale zorg, global health en molecular medicine. Daardoor hebben docenten veel meer ruimte om een eigen onderwijsprofiel te maken.” Ook al is nog niet alles bekend, Henning is zich ervan bewust dat de medische afdelingen en disciplinegroepen nu al puzzelen met hun tijd en inzet voor het nieuwe curriculum. “Aan de ene kant vragen we minder inzet, bijvoorbeeld voor de tutorgroepen. Die worden geleid door ouderejaars studenten. Maar kwalitatief vragen we wel meer van de afdelingen, van de docenten. Het is een dermate grote omslag dat we allemaal de ruimte moeten krijgen om onze draai te vinden.” Hele Taak De eindtermen zijn net als in het huidige curriculum gedefinieerd volgens de zeven competenties vanuit CanMEDS. “Om aan die eindtermen te voldoen zal niet het principe gevolgd worden: aanleren en afrekenen.” G2020 introduceert het concept ‘Hele taak’. Henning legt uit: “Je hebt een relevant, actueel probleem. Daar moeten studenten zich wetenschappelijk in verdiepen, met anderen over communiceren, samenwerken, erover rapporteren. Zo worden er per Hele Taak minstens drie competenties aangeboden om te kunnen beoordelen of studenten daaraan voldoen.” Daarmee staat, zegt Henning, de ruggengraat van het curriculum. “De komende maanden gaat het om ‘putting flesh on the bones’.” Ze lopen op schema. “Er zijn achttien deelprojecten met elk een eigen tijdlijn: de basisvakken, de eindtermen, de zij-instroom, e-learning, etc. Elk lid van het implementatieteam heeft een of twee van deze onderwerpen onder zijn of haar hoede en een dagelijks bestuur let op de integratie van álle onderdelen.” Begeesterd Henning merkt dat veel jonge artsen en postdocs mee willen doen in G2020. “Aan de reacties te merken, raken mensen begeesterd. “Ik verwacht dat dit curriculum meer gaat doen dan alleen een onderwijsvernieuwing teweegbrengen. Ik denk dat er ook een hele andere manier van met elkaar omgaan tussen docenten en studenten kan ontstaan, een werkelijke gedragsverandering.”
© Copyright 2024 ExpyDoc