Bijlage 6 - Passend Onderwijs Almere

Voorafgaand aan het invullen van dit formulier het kinddossier goed doornemen,
evt. samen met de ib-er, dit helpt om:
- om de juiste informatie bij de hand te hebben
- duidelijke vragen te formuleren, zodat we daar passende antwoorden
op kunnen vinden ( SMART : Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden)
Groeidocument handelingsgericht werken
Betreffende:
Naam kind:
Geboortedatum:
Ingevuld door:
Datum:
Groepsverloop:
Leerkracht:
School:
1. Reden van aanmelding? Waaruit bestaan de problemen en zorgen?
Wat zijn positieve aspecten en kansen?
Denk aan concrete voorbeelden en situaties.
Problematiek volgens de leerkracht:
Denk aan:
Waaruit bestaan de problemen en zorgen?
Waar loop je tegenaan?
Wat lukt niet meer met jou en het kind?
Wie ervaart het probleem, sinds wanneer, wanneer zijn de problemen er
wel/niet?
Zijn ouders en leraar het met elkaar eens?
Hoe reageren andere kinderen op gedrag?
Waardoor is het moeilijk om het gedrag om te buigen?
Beschrijf het zo concreet mogelijk; iemand die het kind niet kent, moet begrijpen wat je
bedoelt.
Problematiek volgens de ouders:
Waaruit bestaan de problemen en zorgen volgens ouders?
(vooraf open oudergesprek)
Waar lopen ouders tegenaan?
Wat ervaren zij thuis en in huiselijke omstandigheden?
Hoe omschrijven zij het gedrag en de persoonlijkheid van hun kind?
Wat lukt niet meer met het kind ?
Ervaren ouders een probleem? Sinds wanneer? Wanneer zijn de problemen er wel/niet?
Zijn ouders en leraar het met elkaar eens?
Hoe reageren andere kinderen op gedrag
Waardoor is het moeilijk om het gedrag om te buigen?
Problematiek volgens het kind:
Waaruit bestaan de problemen en zorgen volgens het kind?
(vooraf open kindgesprek)
Waar loopt het kind tegenaan?
Wat ervaart kind thuis en in huiselijke omstandigheden en op school?
Hoe omschrijft het kind eigen gedrag en de eigen persoonlijkheid?
Wat lukt niet meer in de klas en/of thuis ?
Gebaseerd op de uitgangspunten van Handelingsgericht werken van Noëlle Pameijer & Tanja van Beukering (2006).
1
Ervaart kind een probleem? Sinds wanneer? Wanneer zijn de problemen er wel/niet?
Zijn ouders en leraar het met het kind eens?
Hoe reageren andere kinderen op gedrag?
Waardoor is het moeilijk om het gedrag om te buigen?
Wat gaat juist goed?
Aandacht voor positieve aspecten zijn nodig op de situatie te begrijpen.
Zij bieden weer perspectief en voorkomen tunnelvisie!
Denk aan
 kansen en krachten van betrokkenen,
 talenten,
 kwaliteiten,
 interessen en
 succesvolle aanpakken.
Zowel in schoolse als in andere situaties (sport, club, overblijf, familie)
Positieve aspecten en kansen volgens de leerkracht:
Positieve aspecten en kansen volgens de ouders:
Positieve aspecten en kansen volgens het kind:
2. Waarom zijn de problemen er volgens de betrokkenen? Welke mogelijke verklaringen zien
zij op dit moment?
Iedere betrokkene verklaart vanuit eigen referentiekader en persoonlijke waarden en normen.De
invuller schrijft op wat de ouder en het kind zelf een verklaring vinden. Deze informatie komt
voort uit een gesprek voorafgaand aan het invullen.
Verklaringen volgens de leerkracht:
Waarom zijn de problemen er volgens de leerkracht?
Welke mogelijke verklaringen ziet de leerkracht?
Waaraan wordt de verklaring toegeschreven:
- persoonlijkheid kind,
- attributiestijl, (ligt de verklaring voor de problemen bij jezelf of bij een ander?)
- onderwijsleersituatie,
- stijl lkr,
- match kind en lkr
- opvoedingssituatie
Wanneer en in welke situatie komen de problemen het meest/minst voor?
Verklaringen volgens de ouders:
Waarom zijn de problemen er volgens de ouders/het kind?
Welke mogelijke verklaringen ziet ieder?
Waaraan wordt de verklaring toegeschreven:
-kind,
- -attributiestijl, (bij wie ligt de verklaring voor de problemen?)
- persoonlijkheid
- -onderwijsleersituatie,
- -stijl lkr,
- -match kind en lkr
- -opvoedingssituatie
Gebaseerd op de uitgangspunten van Handelingsgericht werken van Noëlle Pameijer & Tanja van Beukering (2006).
2
Wanneer en in welke situatie komen de problemen het meest/minst voor?
Verklaringen volgens het kind:
Zie hierboven
3.Wat is de hulpvraag?
Welke veranderingen zijn wenselijk? Wat zijn de lange termijn doelen?
Kern van het intakeformulier :
Wat is de diagnostische vraag?
Is de vraag:
Onderkennend en wil je weten wat er aan de hand is met leerling?
Is de vraag:
Verklarend en wil je de situatie beter begrijpen?
(waarom is het probleem er? Is het probleem er door kindfactoren,
factoren van onderwijsleersituatie,
factoren van opvoedingssituatie?)
Is de vraag:
Adviserend en wil je weten wat goede aanpak van het probleem is?
Leerkracht:
Lkr formuleert vraag vanuit eigen referentiekader en persoonlijke waarden en normen.
Wat wil je precies weten, waarom, waarom juist nu?
Wat wil je bereiken met deze aanmelding?
Wat zou goed/slecht nieuws zijn?
ouders:
ouders formuleren vraag vanuit eigen referentiekader en persoonlijke waarden en normen.
Welke wensen en verwachtingen hebben betrokkenen? Wat zou goed/slecht nieuws zijn?
Wat is hun perspectief?
kind:
kind formuleert vraag vanuit eigen referentiekader en persoonlijke waarden en normen.
Kernvraag:Wat zou jou helpen om het beter te laten gaan?
Wat heb jij nodig van de lkr, van de leerstof, van de groep, van je buurjongen?
4. Wat is er al ondernomen en met welk resultaat?
Wat is er al gedaan om de zorgen te verminderen of om het probleem aan te pakken?
Omschrijven;
- welke acties je hebt ondernomen,
- welke adviezen je hebt gegeven,
- welke ondersteuning je hebt geboden,
- welke handelingen je hebt aangepast,
- welke materialen /hulpmiddelen je hebt ingezet.
In de school binnen de klas:
Pedagogische en/of didactische plannen opgesteld en uitgevoerd?
Observaties, metingen en/of speciale programma’s aangeboden?
Gebaseerd op de uitgangspunten van Handelingsgericht werken van Noëlle Pameijer & Tanja van Beukering (2006).
3
In de school buiten de klas:
Onderzoeken en/of reparatieprogramma’s en/of pre-teaching momenten geweest?
Buiten de school:
Instellingen die bij het kind betrokken zijn/waren?
Wat hebben zij onderzocht en/of behandeld?
Denk hier aan logopedie, fornhese, kanjertraining, oké op school, ziekenhuis e.d.
Wat was het effect van je acties en wat is de verklaring ervan?
Wat werkte goed en hoe kwam dat?
Wat werkte niet goed en hoe kwam dat?
5. Welke factoren stimuleren of belemmeren de ontwikkeling van het kind zover relevant
voor het begrijpen of oplossen van de situatie?
Het gaat hier om het ontwikkelingsverloop :
-Wat weten we al?
-Huidige moeilijkheden en positieve aspecten:
-Gedrag in het hier en nu (zo concreet mogelijk)
Relevante, recente informatie over de leerling wordt tijdens het langslopen van de
onderstaande clusters van kindkenmerken geordend.
Het kind
Het gaat hier om het
ontwikkelingsverloop van
het kind:
belemmerend
beschermend
aangrijpingspunten
Bijvoorbeeld:
Bijvoorbeeld:
Bijvoorbeeld:
Ruimtelijk inzicht
zeer zwak
Buurmeisje geduldig
en legt vaak extra
opdracht uit
Leren om tijdig hulp
te vragen bij het
meisje dat al uit
zichzelf helpt
Bijvoorbeeld:
Bijvoorbeeld:
Bijvoorbeeld:
Weinig initiatief, erg
afwachtend,
rommelt maar wat
aan
Reageert goed als je
iets voordoet en laat
nadoen
Preventief voordoen
Leerontwikkeling
(LVOS toevoegen)
Denk bijvoorbeeld aan:
+informatie uit
methodegebonden toetsen
en leerlingvolgsysteem,
+lees- en
rekenvaardigheden,
+auditieve/visuele
voorwaarden,
+telstrategieën,
+leerbaarheid,
Vraagt uit zichzelf
geen hulp
+resultaten techn. lezen,
begr. lezen, spelling,
rek/wisk
Werkhouding & taakgedrag
Denk bijvoorbeeld aan:
-concentratie,
-zelfstandig werken,
-motivatie,
-opdracht ontvangst,
-zelfsturing,
-werktempo,
Gebaseerd op de uitgangspunten van Handelingsgericht werken van Noëlle Pameijer & Tanja van Beukering (2006).
4
-faalangst,
-doorzettingsvermogen
Cognitief
indien aanwezig:
- intelligentieniveau en –
profiel,
- taaldenkniveau,
- verbanden leggen,
- logisch redeneren
- inzicht
- geheugen
- leerbaarheid
Sociaal en emotioneel
Wat voor gedrag laat het
kind zien:
-Naar binnen gericht
gedrag (zoals stil, somber,
passief):
-Naar buitengericht gedrag
(openlijk dwars,
uitdagend, bozig,
ongehoorzaam, agressief.
druk/hyperactief/impulsief
-Sociaal gedrag (sociaal
inzicht, sociale
vaardigheden, ruzie,
dominant, teruggetrokken,
verlegen, behulpzaam)
- wat voor zelfbeeld heeft
het kind?
- hoe zeker/onzeker is kind
- stabiel/onstabiel
- stemming algemeen
Lichamelijk & uiterlijk
- geef hier omschrijving
van uiterlijke kenmerken,
verzorging, kleding en de
perceptie van het kind
hierover
School
Het gaat hier om het
ontwikkelingsverloop op
school:
Pedagogische werkwijze
leerkracht
Waar ben je wel/niet goed
belemmerend
Bijvoorbeeld:
beschermend
aangrijpingspunten
Bijvoorbeeld:
Gebaseerd op de uitgangspunten van Handelingsgericht werken van Noëlle Pameijer & Tanja van Beukering (2006).
5
in als leerkracht?
Wat zijn je sterke/ zwakke
kanten?
Ongeduldig tav
zwakke lln
Kan niet goed tegen
die harde stem van
het kind
druk
Didactische vaardigheden
Bijvoorbeeld:
Lang van stof
Moeite met plannen
Klassenmanagement
Groep
Waar is de groep
goed/niet zo goed in?
gaat uit van
verschillen
houdt rekening
autonomie
relatie, competentie
zorgt voor veilige
sfeer
zorgt voor
ondersteuning
zorgt voor uitdaging
benadrukt wat ll wel
kan
kan motiveren
zorgt voor
succeservaring
creëert accepterend
sfeer
gevoel voor humor
Bijvoorbeeld:
heeft vakkennis
heeft kennis
ontwikkeling
kent leerproblemen
kan ze opsporen
kan ze (snel)
verhelpen
kan instructie,
leerstof en instructie
afstemmen
geeft interactief les
werkt met
subgroepen
varieert werkvormen
Klassenma
nagement:
soepele wisselingen
benut leertijd
duidelijke afspraken
hanteert routines,
planbord, stoplicht,
servicerondjes
is sociaal
is niet te groot
is rustig
accepteert veel
Gebaseerd op de uitgangspunten van Handelingsgericht werken van Noëlle Pameijer & Tanja van Beukering (2006).
6
School
Waar is de school
goed/niet zo goed in?
Thuis
Gezin (cognitieve
stimulering, opvoeding en
verzorging)
Het gaat hier om het
ontwikkelingsverloop thuis
en in vrije tijd
Wat gaat goed en wat
gaat niet goed?
3 gebouwen
Gehorige lokalen
Hoog
ziektepercentage
belemmerend
Krappe behuizing
Gehandicapt broertje
Moeder verzorgt
ouders,te druk mee
acceptatie kind
andere factoren
vanuit de
gezinssituatie.
Rust in de school
Vaste organisatie
Sfeervol
Ruimtelijk
beschermend
aangrijpingspunten
Gezinskenmerken:
- samenstelling
Lichamelijke
verzorging:
-slaap,
-beweging, voeding,
hygiëne
Cognitieve
stimulering en
verwachtingen:
- realistische
verwachtingen
- belangstelling
leerproces
-ondersteunen
(klok, voorlezen,
tellen, tafels,
samen lezen, topo
Vrije tijd
Denk aan
sport, buitenspelen
Support/acceptatie vanuit
omgeving
Overige relevante informatie uit de levensgeschiedenis:
Denk hierbij aan:schoolarts, school maatschappelijk werk, jeugdzorg, Fornhese, IJsselgroep,
logopedie, oké op school, kliniek, revalidatiecentrum, auditief centrum, Stichting Gewoon Anders.
PCL
Relevante instellingen/contactpersonen
instelling
contactpersoon
telefoonnummer
Weten we al wat de korte termijn doelen zijn en wat nodig is om de doelen te behalen?
Gebaseerd op de uitgangspunten van Handelingsgericht werken van Noëlle Pameijer & Tanja van Beukering (2006).
7
 Zo ja, ga naar blok 8
 Zo nee, ga naar blok 6
Vanaf dit punt /deze fase in het document gaat de leerkracht samen met de iber en/of evt andere personen (schoolbegeleider, arts, cc-er) het document
verder invullen en het verloop verder bepalen.
6. Vragen: wat willen we nog weten en waarom?
Kenmerken kind:
Afstemming onderwijsleersituatie - onderwijsbehoeften leerling:
Afstemming opvoedingssituatie - opvoedingsbehoeften kind:
7. Handelingsafspraken en planning
Wat?
Hoe?
Wie?
Wanneer?
□ observatie afstemming kindonderwijsleersituatie
□ oudergesprek
□ onderzoek
□ coaching leerkracht
vb SVIB, oplossingsgericht werken
□ opstellen HP/groepsplan
□ actie op schoolniveau
□ inbrengen in ZT/ZAT
□ overig
Datum vervolgafspraak:
Eventuele handtekeningen voor akkoord:
………………
………………………
………………
Leerkracht
IB
ouders
8. Van doelen naar onderwijsbehoeften kind, ondersteuningsbehoeften leerkracht en
gewenst onderwijsaanbod
Korte termijn doelen: wat heeft nu extra aandacht nodig? (SMARTIE formuleren)
-
Gebaseerd op de uitgangspunten van Handelingsgericht werken van Noëlle Pameijer & Tanja van Beukering (2006).
8
Wat heeft deze leerling nodig om dit doel te bereiken?
deze leerling heeft (alleen invullen indien van toepassing!):
- instructie nodig die …
- opdrachten, materialen of leeractiviteiten nodig die …
- feedback nodig die …
- groepsgenoten nodig die …
- een leerkracht nodig die …
- ouders nodig die …
- overige …
Wat heeft de leerkracht nodig om dit doel te bereiken?
Deze leerkracht heeft nodig (alleen invullen indien van toepassing!):
- kennis van
- vaardigheden om …
- ondersteuning tijdens…
materialen waarmee…
- collega’s, een IB-er of directie die…
- meer handen in de klas in de vorm van…
- ouders die…
- overige, namelijk
Hoe ziet het gewenste onderwijsaanbod er concreet uit?
Is het gewenste onderwijs aanbod te realiseren voor dit kind in de huidige schoolsituatie?
 Zo ja, stel een handelingsplan/groepsplan op.
 Zo nee, ga na wat er nodig is om het gewenste onderwijsaanbod te realiseren is.
Is er nog hulp buiten de school nodig voor het kind en of de ouders? Zo ja: welke?
9. Afstemming aanpak op school en thuis
Hoe gaan school en ouders hun aanpak op elkaar afstemmen?
-
Gebaseerd op de uitgangspunten van Handelingsgericht werken van Noëlle Pameijer & Tanja van Beukering (2006).
9
10. Evaluatie van de doelen
Wat is het
evaluatiecriterium?
Hoe stellen we het
vast?
Wie doet dat?
Wanneer gebeurt dat?
1.
2.
3.
4.
Datum evaluatieafspraak: hoe is het gegaan, is het doel bereikt, moeten doelen,
onderwijsbehoeften, ondersteuningsbehoeften, onderwijsaanbod mogelijk worden
bijgesteld?
Eventuele handtekeningen voor akkoord:
………………
Leerkracht
………………………
IB
………………
ouders
11. Evaluatie
Gebaseerd op de uitgangspunten van Handelingsgericht werken van Noëlle Pameijer & Tanja van Beukering (2006).
10