Toelichting macrobudget gebundelde uitkering 2015

Macrobudget gebundelde uitkering 2015
Onderstaande tabellen geven inzicht in het voorlopige macrobudget 2015 voor de gebundelde
uitkering op grond van artikel 69, eerste lid, van de Participatiewet (PW). Het macrobudget 2015
wordt gedurende het jaar nog bijgesteld. In de eerste helft van 2015 wordt het nader voorlopige
macrobudget gepubliceerd. Het macrobudget wordt definitief vastgesteld in september 2015.
In tabel 1 is de opbouw van het voorlopige macrobudget voor 2015 weergegeven.
Tabel 1. Macroraming gebundelde uitkering 2015 (in miljoenen euro’s)
Deelbudget
PW*
IOAW
IOAZ
Bbz 2004 (levensonderhoud startende zelfstandigen)
Totaal
Bedrag
5.217,1
239,7
25,7
29,5
5.512,0**
* Onderdeel van het deelbudget PW is het bedrag van € 68 miljoen dat is toegevoegd voor de nieuwe
doelgroep van de PW. Vanaf 2015 kan het instrument loonkostensubsidie worden ingezet.
** Hiervan wordt € 24,7 miljoen gereserveerd in verband met de in 2015 uit te
keren meerjarige en incidentele aanvullende uitkeringen.
Toelichting macrobudget PW
Toegepaste systematiek
Voor 2015 is het macrobudget PW vastgesteld conform de systematiek van de WWB die voor 2014
is toegepast. De methodiek is beschreven in de Memorie van Toelichting van de WWB
(Kamerstukken II, vergaderjaar 2002-2003, 28 870, nr. 3) en een brief aan de Tweede Kamer van
2 juli 2004 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2003-2004, 28 870, nr. 117). Uitgangspunt hierbij is
dat voor alle gemeenten samen een toereikend macrobudget wordt vastgesteld. Het macrobudget
wordt voorlopig vastgesteld in september voorafgaand aan het uitvoeringsjaar en definitief
vastgesteld in september van het uitvoeringsjaar, zodat met de meest actuele inzichtenrekening
kan worden gehouden.
Het uiteindelijke macrobudget wordt bepaald door uit te gaan van de gerealiseerde prijs en het
gerealiseerde volume in het voorgaande jaar, van een inschatting van de effecten van de
conjunctuur en Rijksbeleid in het begrotingsjaar zelf en van een indexering van de gemiddelde
prijs. Voor de conjunctuurraming worden de actuele en onafhankelijke rekenregel en de autonome
correctie van het Centraal Plan Bureau (CPB) gevolgd.
Raming PW
Het voorlopige macrobudget 2015 voor de PW bedraagt € 5.217,1 miljoen. Dit is opgebouwd uit
een geraamd gemiddeld volume 2015 van 378,1 duizend uitkeringen en een geraamde gemiddelde
prijs in 2015 van € 13,8 duizend. De totstandkoming van het volume en de prijs worden hieronder
nader toegelicht.
Volume
Het geraamde gemiddelde volume 2015 van 378,1 duizend uitkeringen is als volgt opgebouwd.
Tabel 2. Raming volume PW 2015
A. ‘Realisaties’ 2014
B. Effecten rijksbeleid
C. Effecten conjunctuur
Geraamd gemiddelde volume 2015
369.777
10.292
-1.982
378.087
Toelichting
A. Basis voor de raming voor 2015 is het gerealiseerde volume in 2014. Op dit moment betreft
dit nog een raming, de realisaties over 2014 worden in de loop van 2015 bekend. De stand van
2014 wordt uitgebreid toegelicht in de toelichting op het definitief macrobudget 2014.
B. Dit zijn de verwachte effecten van het rijksbeleid. Grootste effecten daarbij zijn:

Invoering Participatiewet en de Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele
andere wetten (inclusief de aanpassingen en uitstel) zorgt in totaal voor een toename
van circa 4 duizend uitkeringen.

De voorgenomen beschermende maatregel, onder andere voor zelfstandigen, van de
derdepijlerpensioenen zorgt in relatie tot de PW-vermogenstoets voor een toename van
circa 2,5 duizend uitkeringen.

De in het regeerakkoord opgenomen korting op het re-integratie budget leidt in 2015
t.o.v. 2014 tot circa 2 duizend extra bijstandsuitkeringen.

Overige beleidswijzigingen die nog in 2015 doorwerken betreffen onder andere de
AOW-leeftijdsverhoging en de Wet Beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
vangnetters.
C. Effecten conjunctuur
Het effect van de conjunctuur volgt uit de rekenregel van het CPB en de werkloosheidscijfers
uit de Macro Economische Verkenning (MEV) 2014. De verwachte afname van de gecorrigeerde
werkloosheid werkt volgens deze rekenregel met -2 duizend uitkeringen door op het
bijstandsvolume in 2015. Zie voor een toelichting op de rekenregel de notitie van het CPB.
Prijs
De raming van de gemiddelde prijs betreft een voorlopig inzicht, gebaseerd op de gemiddelde prijs
van 2014 (zie toelichting definitief macrobudget 2014) en rekening houdend met de effecten van
rijksbeleid . Bij de vaststelling van het nader voorlopige budget 2015 en het definitieve budget
2015 zullen actuelere prijsgegevens worden gebruikt waarin de gerealiseerde prijs in 2014,
effecten van rijksbeleid in het lopende jaar en de bijstelling voor loon-, prijs- en ongevoeligheid
(lpo) worden verwerkt.
Tabel 3. Raming gemiddelde prijs PW 2015 (€)
A. ‘Gemiddelde prijs’ 2014
B. Effecten rijksbeleid
Geraamd gemiddelde prijs 2015
14.789
-0.990
13.799
De Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten (kostendelersnorm -0,1
duizend euro per gemiddelde uitkering) en de Wet hervorming kindregelingen (-0,9 duizend euro
per gemiddelde uitkering) zorgen ervoor dat de gemiddelde prijs voor 2015 lager komt te liggen.
Raming overige deelbudgetten
Tabel 4. Overige deelbudgetten naar volume en prijs
IOAW
IOAZ
Bbz 2004 (levensonderhoud startende zelfstandigen)
Voorlopig
Volume
Prijs (€)
16.579
14.458
1.577
16.308
1.908
15.474
Toelichting
De IOAW neemt in 2015 ten opzichte van de definitieve raming 2014 verder toe vanwege de
hogere verwachte doorstroom vanuit de WW naar de IOAW. Verder zijn er in het voorlopig
macrobudget 2015 geen grote mutaties op de overige deelbudgetten.
Proces
De raming kan nog wijzigen op grond van gewijzigde inzichten in conjunctuur, realisaties,
rijksbeleid en lpo. Hierover zullen gemeenten geïnformeerd worden bij het nader voorlopig budget
in de eerste van helft van 2015 en bij de definitieve toekenning van de budgetten in september
2015.