NL RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 5 maart 2014 7299/14 (OR. en) PRESSE 120 Richtlijn over detachering van werknemers Het Comité van permanente vertegenwoordigers (Coreper) heeft vandaag zijn goedkeuring gehecht aan de compromistekst van een richtlijn betreffende de handhaving van de richtlijn over de detachering van werknemers (Richtlijn 96/71)1. Deze compromistekst is het resultaat van een voorlopig akkoord tussen het Griekse voorzitterschap van de Raad en het Europees Parlement. In de compromistekst wordt met name het volgende voorzien: – Wat betreft de administratieve eisen en nationale controlemaatregelen (artikel 9) is in de tekst een evenwicht bereikt tussen de noodzaak om rechtszekerheid en transparantie voor de dienstverrichters te waarborgen, en de noodzaak om de bevoegdheid van de lidstaten te erkennen. Volgens de richtlijn mogen de lidstaten alleen gerechtvaardigde en evenredige administratieve eisen en controlemaatregelen opleggen om daadwerkelijke naleving van deze richtlijn en van Richtlijn 96/71/EG af te dwingen. Wanneer uit situaties of nieuwe ontwikkelingen zou blijken dat de bestaande administratieve eisen en controlemaatregelen niet volstaan of niet doeltreffend zijn, kunnen de lidstaten ook andere gerechtvaardigde en evenredige administratieve eisen en controlemaatregelen opleggen. Alle getroffen maatregelen moeten aan de Commissie worden gemeld. De dienstverrichters moeten er via één centrale nationale website kennis van kunnen nemen. Dit proces van monitoring houdt geen voorafgaande toestemming in. 1 Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB L 18 van 21.1.1997) PERS Wetstraat 175 B – 1048 BRUSSEL Tel.: +32 (0)2 281 6319 Fax: +32 (0)2 281 8026 [email protected] http://www.consilium.europa.eu/press 7299/14 1 L – Wat betreft de aansprakelijkheid van de subcontractant (artikel 12), schrijft de tekst voor dat de lidstaten voor de activiteiten die zijn opgenomen in de bijlage bij Richtlijn 96/71/EG (kortom, de bouwsector) maatregelen moeten nemen waardoor gedetacheerde werknemers de aannemer van wie de werkgever een directe onderaannemer is, aansprakelijk kunnen stellen in geval van niet-naleving van de rechten van gedetacheerde werknemers op het gebied van achterstallig nettoloon. Voor situaties waarin werknemers problemen hebben om hun rechten te doen gelden kunnen de lidstaten in plaats van die regels over aansprakelijkheid andere passende handhavingsmaatregelen nemen waardoor in relaties van directe onderaanneming tegen de aannemer daadwerkelijke en evenredige sancties mogelijk worden. – Wat betreft identificatie van daadwerkelijke detachering en preventie van misbruik en omzeiling (artikel 3) moeten de in dit artikel opgesomde feitelijke elementen de bevoegde instanties helpen bij de algemene beoordeling van de vraag of een gegeven detachering al dan niet echt is. De bevoegde instanties kunnen op basis van die elementen tevens beoordelen of een persoon beantwoordt aan de toepasselijke definitie van werknemer en werknemers opsporen die onterecht als zelfstandigen zijn opgegeven. In een van de overwegingen van de richtlijn wordt ook de situatie besproken waarin er, naar aanleiding van de algehele beoordeling door de bevoegde instanties overeenkomstig artikel 3, geen sprake is van daadwerkelijke detachering en er een wetsconflict ontstaat. – In het kader van het compromis over artikel 3 zijn de drie instellingen tevens overeengekomen dat samen met de richtlijn een gezamenlijke verklaring in het Publicatieblad zal worden bekendgemaakt. – Wat betreft de betere toegang tot informatie (artikel 5) beoogt de richtlijn de transparantie te vergroten door voor te schrijven dat informatie over arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden en over collectieve arbeidsovereenkomsten die voor gedetacheerde werknemers gelden, kosteloos en algemeen beschikbaar moeten zijn via één officiële nationale website of via andere passende middelen. – Met betrekking tot de wederzijdse bijstand (artikel 6) bevat de tekst specifieke termijnen voor de aanlevering van informatie, namelijk zo snel mogelijk en ten hoogste binnen twee werkdagen voor urgente gevallen, en ten hoogste 25 werkdagen voor alle overige verzoeken om informatie. – Wat betreft hoofdstuk VI inzake grensoverschrijdende handhaving van administratieve boeten en sancties wordt in de tekst voortgebouwd op het beginsel van wederzijdse bijstand en wederzijdse erkenning bij het doen naleven van administratieve boeten en sancties die aan een in een lidstaat gevestigde dienstverrichter zijn opgelegd wegens het niet-naleven van de toepasselijke regels inzake detachering van werknemers naar een andere lidstaat. 7299/14 2 L – Daarnaast bevat de voorlopig overeengekomen compromistekst verwijzingen naar belangrijke kwesties, zoals de bestrijding van zwartwerk, vermeld in de overwegingen, en ook een horizontale clausule over een evaluatie na drie jaar (artikel 21, betreffende de belangrijkste artikelen van de richtlijn, waaronder de artikelen 3, 9, en 12). Verwacht wordt dat de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken van het Europees Parlement de compromistekst in maart goedkeurt en dat het Parlement de tekst in eerste lezing tijdens zijn plenaire vergadering van april aanneemt. De formele vaststelling van de richtlijn door de Raad volgt in een later stadium. 7299/14 3 L
© Copyright 2024 ExpyDoc