Taken en verantwoordelijkheden van werkgroepleden bij (modulaire) revisies van richtlijnen Richtlijnen worden grotendeels gemaakt door de leden van een richtlijnwerkgroep. Deze factsheet geeft aan wat er daarbij zoal aan werkzaamheden van een werkgroeplid verwacht wordt. Mandaat Een werkgroeplid wordt vanuit een wetenschappelijke of beroepsvereniging afgevaardigd. Dit mandaat houdt in dat het werkgroeplid de mening van de beroepsgroep inbrengt in de werkgroep én de vorderingen van de richtlijn terugkoppelt naar de achterban. IKNL ondersteunt hierbij middels een procesbegeleider, een secretaresse en (vaak) een literatuuronderzoeker. Aan het begin én aan het einde van het traject vullen werkgroepleden een verklaring in met betrekking tot mogelijke belangenverstrengeling Richtlijncyclus De revisie van een (module van een) richtlijn verloopt volgens de stappen die in nevenstaande afbeelding zijn weergegeven. Tijdens de voorbereiding hebben werkgroepleden inbreng bij het opstellen en bespreken van de resultaten van de knelpuntenanalyse en het bepalen van de in de revisie te beantwoorden uitgangsvragen. Bij modulaire revisies kunnen de uitgangsvragen al vooraf door de betrokken verenigingen zijn geformuleerd, bijvoorbeeld in het kader van een SKMS-subsidieaanvraag. De uitgangsvragen kunnen evidence of consensus based worden beantwoord. Per vraag vormen enkele werkgroepleden een subgroep, die de vraag gaat beantwoorden. Evidence based Algemeen Gedurende een periode van een half tot anderhalf jaar (afhankelijk van de omvang van de revisie: gehele of gedeeltelijke revisie) wordt van een werkgroeplid gevraagd zich actief in te zetten. Dit kan betekenen het zoeken en/of beoordelen van literatuur en/of het zelf schrijven van richtlijnteksten. Om de paar maanden is er in Utrecht (IKNL vergadercentrum) een plenaire vergadering. Daarnaast overleggen subgroepen telefonisch en per mail, bijvoorbeeld over de resultaten van literatuuronderzoek. Per mail wordt ook gevraagd te reageren op documenten, zoals op de formulering van uitgangsvragen, op geschreven conceptteksten en op ontvangen commentaren. Bij de evidence based beantwoording van een uitgangsvraag is een literatuuronderzoeker betrokken. Deze formuleert samen met de betrokken werkgroepleden een duidelijke vraag met heldere zoekcriteria. De werkgroepleden ondersteunen de literatuuronderzoeker inhoudelijk, beoordelen de aangeleverde conceptteksten en conclusies, schrijven zelf de overige overwegingen en formuleren aanbevelingen. Diagnostische vraagstukken worden uitgewerkt volgens de methodiek van EBRO (Evidence Based Richtlijn Ontwikkeling). Vraagstukken over interventies worden uitgewerkt volgens de methodiek van GRADE (Grade of Recommendations Assessment, Development and Evaluation). Consensus based Bij de consensus based beantwoording van een uitgangsvraag zoeken werkgroepleden zelf de literatuur en vatten deze samen. Het enige verschil met de evidence based methodiek, is dat de literatuur niet door de literatuuronderzoeker systematisch wordt gezocht, beoordeeld, gewogen en samengevat. De manier waarop de literatuur wordt gezocht en beoordeeld is bepalend voor de formulering van de conclusies en aanbevelingen. Voor alle drie de genoemde methoden (EBRO, GRADE en consensus based) zijn handleidingen voor het schrijven van de teksten beschikbaar. Redactionele update Naast de uitgangsvragen die evidence of consensus based beantwoord worden, vindt er (bij een volledige revisie van de richtlijn), vaak een redactionele update van bestaande richtlijntekst plaats. Hierbij beoordelen de werkgroepleden bestaande tekst, controleren deze op onjuistheden en passen ze waar nodig aan. De conclusies en aanbevelingen kunnen niet van richting veranderen. Is dit wel het geval, dan spreken we van een consensus based revisie. Conceptrichtlijn Wanneer alle conceptteksten gereed zijn, worden deze door de plenaire werkgroep bediscussieerd en – eventueel na aanpassingen – goedgekeurd. De conceptrichtlijn wordt vervolgens voor commentaar aan wetenschappelijke- en beroepsverenigingen en aan landelijke en regionale netwerken c.q. werkgroepen voorgelegd. Elk werkgroeplid beoordeelt de binnengekomen suggesties voor wijzigingen op ‘zijn’ of ‘haar’ teksten en doet een voorstel voor het al dan niet overnemen van deze suggesties. Ook dit wordt plenair besproken door de werkgroep. Definitieve richtlijn Wanneer alle binnengekomen suggesties zijn beoordeeld en verwerkt, wordt de definitieve richtlijn aan de betrokken wetenschappelijke, beroeps- en patiëntenverenigingen ter autorisatie aangeboden. Implementatie De implementatie van de aanbevelingen uit de richtlijn wordt door werkgroepleden gestimuleerd door mee te werken aan het maken van een implementatieplan, het maken van een samenvattingskaart, het schrijven van artikelen met de belangrijkste wijzigingen, het geven van presentaties, of andere specifieke uit het implementatieplan voortvloeiende acties. Evaluatie Indien er een evaluatieproject wordt gestart na het gereedkomen van de richtlijn, is hierbij een afvaardiging van de richtlijnwerkgroep betrokken. In het evaluatieproject worden de belangrijkste aanbevelingen vertaald in indicatoren. Deze worden gemeten met behulp van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De afdeling onderzoek van IKNL is verantwoordelijk voor de analyses en terugkoppeling van de data en deelt de uitkomsten met de werkgroepleden. De resultaten kunnen worden meegenomen in een volgende revisie van de richtlijn.
© Copyright 2024 ExpyDoc