Afdelingsboekje mavo-havo onderbouw 2014-2015

AFDELINGSGIDS
klas 1 mavo/havo
klas 2 mavo/havo
mavo-havoteam
SCHOOLJAAR 2014-2015
1
Beste leerling,
In dit afdelingsboekje hebben wij voor jou alle informatie over de dagelijkse gang
van zaken in klas 1 en 2 van de mh-onderbouw bij elkaar gebracht. Het
afdelingsboekje kun je naast de schoolgids en de website gebruiken. Als het goed
is, geeft dit boekje een antwoord op al je vragen over de lessen, de lestijden, de
begeleiding, de regels, de jaarplanning en nog veel meer. Het is verstandig dat
je dit afdelingsboekje ook aan je ouder(s) laat lezen, dan zijn zij ook goed op de
hoogte.
Wij willen graag dat jij de weg weet, dat jij je dit jaar thuis voelt in je klas en
veel succes behaalt met het leren. Wij hopen dat dit boekje daar een goede
bijdrage aan kan leveren.
Wij wensen jou een succesvol jaar toe in je nieuwe klas.
Mentoren van de eerste klas:
1mh1
1MH2
1MH3
1MH4
dhr. Van de Velden
mw. Poelman en dhr. Van Mechelen
mw. Maseda Lamelas
dhr. Van Brummelen
Mentoren van de tweede klas:
2MH1
2MH2
2MH3
2MH4
mw. Bijlsma en dhr. Lim
dhr. Broeckman en mw. Schouten
dhr. Tenten
dhr. Heilmann en mw. Hoving
Het afdelingsteam m/h-onderbouw:
Afdelingsleider:
Afd. secretaresse:
Conrector onderbouw:
mw. Otto
mw. Boot
dhr. Westerdijk
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Overige teamleden:
dhr. Birinci, dhr. Dijkhuis, mw. Doeve, mw. De Groot, mw. Haaksman, dhr.
Hollander, dhr. De Jong, mw. Kelikova, dhr. Knetsch, mw. De Mik, mw. Van
Nielen, dhr. Rahili, mw. Skorobohata, dhr. Stol, dhr. Temming, mw. De Vries,
dhr. Zuidema
2
Inhoudsopgave
1. Uit het jaarrooster
vakantieregeling 2014/2015
pagina
4
2. Het lesrooster
60-minutenrooster, pauzeregeling, tertialen, periodisering
lestijd en aanwezigheid
3. Organisatie (wie doet wat …..)
5
6
over de mentor, de leraren, onderbouw en leiding,
onderwijsondersteunend personeel, mediatheek,
leerlingbegeleiding, MR, leerlingenraad, ouderraad,
leerlingvereniging, ouderpanel, leerlingpanel
4. Afspraken en Regels
12
over gedragscode, schoolregels, magister, te laat,
ongeoorloofd verzuim, toestemming voor afwezigheid,
als je ziek bent, absentie bij LO, absentie bij repetities,
docenten en te laat komen, invalles, sneeuwbaltelefoon,
buskaart, gedrag in de les, repetities, website, magister,
proefwerkblok, kluisjes, leerlingpas, fietsenstalling, excursies,
mentorles, huiswerk, veiligheid, agenda en studiewijzers, ouders
en huiswerk, huiswerkklas, bovenbouwers helpen onderbouwers
5. Contact met mentor en leraren
22
6. Beoordeling en Rapportage
22
rapportcijfers, leerstof, werkhouding, rapporten, schoolvrij
aan het eind van het schooljaar
7. Katern klas 1 mavo/havo
belangrijke data
mentor en secondanten
oriëntatiemodule talen
periodisering van vakken
overgangsprocedure klas 1
revisie
veranderen van afdeling
8. Katern klas 2 mavo/havo
Belangrijke data
enkele nieuwe vakken in klas 2
periodisering van vakken in klas 2
overgangsprocedure klas 2
naar klas 3 mavo of havo
revisie
3
25
25
25
26
28
28
30
30
32
32
32
33
34
35
1. Uit het jaarrooster / belangrijke data
Indeling van het schooljaar in drie tertialen:
Tertiaal 1: 18 augustus t/m 16 november
(1e rapport 21 november)
Tertiaal 2: 17 november t/m 8 maart
(2e rapport 13 maart)
Tertiaal 3: 9 maart t/m 3 juli
(3e rapport 3 juli)
Vakanties 2014-2015
Herfstvakantie
Kerstvakantie
Studiedag
Voorjaarsvakantie
Paasvakantie
Meivakantie
Hemelvaart
Pinksteren
Zomervakantie
11
20
05
21
03
25
14
24
04
oktober t/m 19 oktober 2014
december 2014 t/m 4 januari 2015
januari 2015
februari t/m 01 maart 2015
april t/m 06 april 2015
april t/m 10 mei 2015
mei t/m 17 mei 2015
mei t/m 25 mei 2015
juli t/m 16 augustus 2015 (6 weken)
Een individuele afwijking van de vakantiedata is alleen mogelijk volgens de
regelingen van de leerplichtwet, eventueel na overleg met de
leerplichtambtenaar. (Zie ook www.rblgooi.nl). Neem hiervoor contact op met je
afdelingsleider.
Cultuurmarathon: bericht voor de ouders/verzorgers
Heeft u een bijzonder talent? Kunt u bijvoorbeeld portrettekenen, mindfulness
geven, Italiaans koken of iets heel anders? En zou u dat talent willen delen met
een groep enthousiaste leerlingen? Dat kan tijdens onze tweedaagse
Cultuurmarathon!
Op dinsdag 23 en woensdag 24 juni organiseren wij onze jaarlijkse
Cultuurmarathon voor leerlingen uit de onderbouw.
Twee dagen lang volgen zij verschillende workshops, gegeven door docenten,
medewerkers en ouders.
Wanneer u graag een of meerdere workshops wilt geven, nodigen wij u van harte
uit. Leerlingen zullen uw deelname zeer op prijs stellen en wij uiteraard ook.
In mei ontvangt u een brief waarin wij een oproep zullen doen.
4
2. Het lesrooster
We werken met een 60-minutenrooster. In de onderbouw is het rooster als volgt:
1e uur
2e uur
08.30 – 09.30
09.35 – 10.35
uur
uur
PAUZE
10.35 – 10.50
uur
3e uur
4e uur
10.55 – 11.55
12.00 – 13.00
uur
uur
PAUZE
13.00 – 13.20
uur
5e uur
6e uur
7e uur
13.25 – 14.25
14.30 – 15.30
15.35 – 16.35
uur
uur
uur
Drie periodes
Het schooljaar op het Comenius College is verdeeld in drie periodes. Elke periode
(tertiaal) omvat een periode van ongeveer twaalf weken en kent een eigen
rooster. Omdat het rooster drie keer per jaar verandert, verdient het maken van
afspraken of het nemen van een bijbaantje de nodige aandacht en
zorgvuldigheid. De school gaat voor. Afspraken buiten school mogen alleen
gemaakt worden buiten deze tijden om.
Periodisering
Enkele vakken worden slechts in één of twee periodes gegeven. Een overzicht
van de vakken per tertiaal staat per afdeling afgedrukt achterin dit
afdelingsboekje.
45 minutenrooster
1e uur
2e uur
08.30 – 09.15 uur
09.15 - 10.00 uur
Pauze
10.00 – 10.20 uur
3e uur
4e uur
10.20 – 11.05 uur
11.05 – 11.50 uur
Pauze
11.50 – 12.15 uur
5e uur
6e uur
12.15 – 13.00 uur
13.00 – 13.45 uur
5
3. Organisatie
In dit hoofdstuk lees je hoe de organisatie op het Comenius College in elkaar zit.
Er staat in door wie en hoe je begeleid wordt. Ook krijg je een overzicht van alle
personen met wie je in het komende jaar te maken krijgt.
Uitgangspunten
Het Comenius College wil een school zijn waar vanuit een christelijke levensvisie
het onderwijs zó is ingericht dat het wezenlijk bijdraagt aan de vorming van zijn
leerlingen tot volledige mensen.
Wij willen dit realiseren door een kleinschalig georganiseerde school waar:
- leerlingen en medewerkers zich gekend, gerespecteerd en gewaardeerd
weten en zich veilig voelen;
- leren en werken vóór alles inspirerend en motiverend zijn voor iedereen;
- een brede, veelzijdige en gevarieerde vorming van de leerlingen centraal
staat;
- gedegen onderwijs en actief leren leiden tot optimale leerresultaten en een
passende aansluiting op het vervolgonderwijs.
Ons begeleidingsprogramma staat in het teken van gerichte aandacht. Dit geldt
zeker voor onze nieuwe brugklasleerlingen. Zij moeten geleidelijk kunnen
groeien in het nieuwe schoolsysteem. Geen sprong in het diepe, maar stap voor
stap de school leren kennen. Het brugjaar moet letterlijk een brug vormen
tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs.
Om je goed te begeleiden en problemen te voorkomen, heeft de school een
duidelijk systeem ontworpen, waarin de mentor centraal staat. De aanpak
verschilt uiteraard per leerling.
De begeleiding is allereerst gericht op het welzijn van iedere leerling. Dit
betekent dat we het belangrijk vinden dat jij op school je plek vind. Ten tweede
willen wij je zo begeleiden dat je schoolvorderingen passen bij je capaciteiten.
Tenslotte helpen we je om een goede keuze te maken over welke afdeling het
beste bij jou past als je het volgende leerjaar ingaat.
De begeleiding staat niet los van de lessen, maar maakt deel uit van het totale
onderwijs- en vormingsaanbod van de school. Een goed overleg tussen school en
thuis is daarbij voor ons belangrijk.
Na de eerste klas stroom je door naar één van de volgende afdelingen:
1mh
2mh
2hv
Na de tweede klas stroom je door naar één van de volgende afdelingen:
2mh
3m
6
3h
Wie doet wat en waar kan ik ze vinden?
In het onderstaande schema vind je de belangrijkste personen of groepen
mensen genoemd in verschillende “blokjes”. Je merkt al dat je zelf in het midden
staat. Daarna worden alle blokjes uitgelegd. Als je er nog vragen over hebt, kun
je altijd bij de mentor terecht.
1. mentor en secondanten
2. leraren van een vak
8. MR en Schoolraad
leerling
4. onderbouwteams
5. onderwijs ondersteunend
personeel:
secretariaat
conciërge (receptie)
administratie CVO
6. mediatheek
7. deskundigen:
zorgcoördinator
remedial teacher
9. Leerlingenraad
Comenius College
3. de onderbouw:
afdelingsleider
mavo/havo 1-2 en mavo 3-4:
mevr. Otto
conrector onderbouw:
dhr. Westerdijk
10. Ouderraad
Comenius College
11. LVC
Leerling Vereniging
Comenius
12. Comcomm
informatieblad voor ouders
13. Ouderpanel en
leerlingpanel
1. De mentor en de secondanten
De mentor is de spil in de leerlingbegeleiding. Je mentor leer je al tijdens de
kennismakingsdag kennen. Tijdens de wekelijkse mentorlessen en door
persoonlijke gesprekjes kun je samen met hem of haar allerlei zaken bespreken
zoals huiswerk maken, studieplanning, studieresultaten, sfeer in de klas, of
belangrijke gebeurtenissen thuis. De mentor begeleidt jou persoonlijk, maar ook
je klas als groep. Hij of zij is verantwoordelijk voor de begeleiding van alle
leerlingen:
1. op sociaal-emotioneel gebied;
2. bij zaken die met meerdere vakken te maken hebben;
3. bij het kiezen van een afdeling.
Op deze gebieden verzorgt je mentor de contacten tussen jou, je ouders en de
docenten. De mentor heeft contact met de docenten die aan jou les geven, maar
ook met de teamleden van de brugklas. De mentoren en overige docenten van
het afdelingsteam houden regelmatig een leerlingbespreking.
Het contact met je ouders vindt bijvoorbeeld plaats tijdens de algemene
kennismakingsavond en bij de mentorspreekavonden. De mentor is daarnaast
bereikbaar via de email.
De mentor houdt een administratie bij van jou als leerling. Deze administratie
bevat gegevens over gesprekken, testen, observaties uit lessen, rapportcijfers,
tussentijdse rapportages en persoonlijke gegevens.
De mentor wordt in de brugklas geholpen door de secondanten. Dat zijn 4e-jaars
leerlingen die meedoen met de introductiedagen en het kamp. In het brugklaskatern, achterin deze gids, kun je er meer over lezen.
7
2. Leraren
De leraar van een vak begeleidt je op het gebied van zijn vak (= inhoud van de
leerstof en de vaardigheden). Bij vragen over een vak of het opgegeven
huiswerk moet je bij de desbetreffende docent zijn. De docent werkt met een
studiewijzer, waarmee je zo zelfstandig mogelijk leert werken. Studiewijzers
staan op Magister, dat is een virtueel deel van de school dat op internet staat.
Als de docent de les niet zelf kan geven, werkt de klas verder onder begeleiding
van een invaller. Je hebt dan altijd de spullen van het vak bij je dat op het
rooster staat. In de brugklas en 2e klas heb je in principe geen “tussenuren”.
Iedere docent heeft in de A1-gang tegenover de mediatheek een postvakje waar
je een berichtje kunt achterlaten. Alle docenten zijn voor jou en je ouders
bereikbaar via de email. De emailadressen staan in de schoolgids. Drie keer per
jaar kunnen je ouders met de docenten of met de mentor spreken, er vindt dan
een ouder- of mentorspreekavond plaats.
3. De onderbouw
De onderbouw bestaat uit de eerste twee leerjaren die in twee afdelingen zijn
ingedeeld:
h/v-onderbouw
1 h/v, 1a en 1g + 2 h/v, 2a en 2g
m/h-onderbouw
1 en 2 m/h
Naast de onderbouw kennen we ook de bovenbouw. Dit zijn de leerjaren 3 en 4
mavo, 3, 4 en 5 havo en 3, 4, 5 en 6 vwo (atheneum en gymnasium).
De afdelingsleider h/v-onderbouw (mevr. Tiesing) en de afdelingsleider m/honderbouw (mevr. Otto) zijn het algemene aanspreekpunt van de brugklasafdeling. Zij:
- overleggen regelmatig met de mentoren en de docenten over de
begeleiding van de brugklasleerlingen;
- houden samen met de mentor de leerlingenmappen bij en registreren
gegevens over studie (zoals cijfers), testen en gedrag;
- houden toezicht op het schoolverzuim;
- vangen de leerlingen op die de les verstoren;
- onderhouden contacten met ouders in het algemeen, met de basisscholen
en met gespecialiseerde personen en instanties buiten de school;
- spreken met de conrector (dhr. Westerdijk) over het beleid in de afdeling
en de school.
Bij de afdelingsleiders meld je je wanneer je:
- iets niet aan je mentor of vakdocent kunt
vragen;
- toestemming voor een absentie wilt (met een
witte kaart);
- er uitgestuurd bent;
- je niet lekker voelt.
Je vindt mevrouw Tiesing en mevrouw Otto in kamer A003. Je kunt bij beide
afdelingsleiders terecht als er iets is. Je vindt de heer Westerdijk in kamer A106.
8
4. De onderbouwteams
Er zijn twee onderbouwteams:
- het havo/vwo-team (klas 1hv, 1a, 1g, 2hv, 2a en 2g) en
- het mavo/havo-team (klas 1mh en 2mh, 3m en 4m).
Een team bestaat uit de mentoren van de klassen en andere docenten die veel
les geven aan die klassen. Het team bespreekt regelmatig hoe het met de
klassen en de individuele leerlingen gaat. Aan het begin van het schooljaar
maakt het team plannen over het onderwijs en de leerlingbegeleiding
5. Het onderwijsondersteunend personeel
Secretariaat
Mevrouw Van Dongen (Jessica) en mevrouw Boot (Saskia) zijn de secretaresses
van de onderbouw. Ze zitten in kamer A003 bij de afdelingsleiders mevrouw
Tiesing en mevrouw Otto. Je kunt bij hen terecht voor alle wijzigingen in je
persoonsgegevens (bijv. een nieuw adres), aanvragen voor bijzonder verlof of
wanneer er iets niet klopt in Magister bij je verzuim-/aanwezigheidsregistratie.
Wanneer de afdelingsleider er niet is kunnen de secretaresses ook je witte kaart
ondertekenen en als je ziek bent geworden onder schooltijd kun je je ook bij hen
afmelden. Zij bellen dan met een van je ouders om te overleggen of je naar huis
mag.
Conciërge
De conciërge is de persoon bij wie je je meldt als je te laat bent. Je vindt hem
meestal in de receptie in de hal van de school. De absentiekaarten (witte
kaarten) met een handtekening van je ouders en van je afdelingsleider lever je
bij hem in. Er ligt altijd een nieuwe kaart voor je klaar. De conciërge houdt o.a.
toezicht in de school en bij de fietsenstallingen. Ook bij problemen met je kluisje
kun je bij hem terecht.
Administratie van CVO ’t Gooi
Bij de administratie kun je terecht voor vragen op het gebied van schades en
verzekeringen. De administratie is uitsluitend in de pauzes geopend. Wanneer je
hier iets over wilt vragen kun je beter eerst naar je mentor gaan. Je vindt de
administratie in de kelder van de E-vleugel, lokaal ES-09.
6. De mediatheek
De mediatheek (A108) is een ruimte met werkplekken met en zonder computer,
waar in stilte/op fluistertoon gewerkt kan worden. Leerlingen kunnen hier boeken
en dvd’s lenen, werken, kopiëren, printen en hun kluisjeshuur regelen. De
mediatheek is open van half negen tot half vier.
Boeken kun je drie weken lenen en dvd’s één week, met maximaal drie keer
verlengen. Te laat inleveren levert een boete op.
In de mediatheek kun je tegen betaling kopiëren/printen. De betaling hiervan
verloopt automatisch via de leerlingpas, die opgeladen moet zijn.
7. Deskundigen
Deskundigen binnen de school
De school heeft een team van begeleidingsspecialisten die jou kunnen helpen
door middel van gesprekken, lessen of trainingen op het gebied van:
9
-
remediale hulp (RT): dat is individuele begeleiding voor leerlingen met een
leerachterstand en/of grote leerproblemen;
dyslexie: voor leerlingen met lees- of spellingsproblemen;
handschriftverbetering: voor leerlingen met een slecht leesbaar
handschrift;
faalangstreductie: voor leerlingen die erg veel last hebben van faalangst;
vertrouwenspersoon en leerlingbegeleider.
Iedere leerling wordt aan het begin van het schooljaar getest op rekenen, taal en
dyslexie. Wanneer je te laag hebt gescoord voor je niveau en leeftijd, word je
bijgespijkerd tijdens de Comenius-uren.
De remedial teachers zijn: mevrouw T. Huiting & mevrouw M. Steenman (A206).
De leerlingbegeleider is mevrouw N. Mylius (A207).
Deskundigen buiten de school
Wanneer een probleem binnen de school niet of niet goed kan worden opgelost,
kunnen gespecialiseerde personen en hulpinstanties buiten de school worden
ingeschakeld (bijv. de schoolarts). Zie verder de schoolgids en de website. Als je
vragen hebt, spreek dan je mentor of de afdelingsleider aan. Deze bespreken
met de zorgcoördinator welke deskundige van buiten de school ingeschakeld kan
worden. De zorgcoördinator is mevrouw N. Mylius (A207).
8. De medezeggenschapsraad (MR) van CVO ’t Gooi en de schoolraad (SR)
van het Comenius College
De MR denkt mee over allerlei belangrijke onderwerpen om de Stichting CVO ’t
Gooi en de vier bijbehorende scholen goed (of nog beter) te laten draaien. Soms
moeten ze moeilijke beslissingen nemen. Wanneer je meer wilt weten over de
MR kun je dit lezen in de schoolgids.
In de schoolraad van het Comenius worden veel belangrijke beslissingen
genomen over het onderwijs en de organisatie van het Comenius. In de SR zitten
leerlingen, medewerkers en ouders. Meer informatie is te vinden op de website
en in de schoolgids.
9. De Leerlingenraad (LLR)
De leerlingenraad houdt zich bezig met alle schoolzaken die direct betrekking
hebben op de leerling. De leerlingenraad heeft regelmatig overleg met de
schoolleiding over de meest uiteenlopende onderwerpen die te maken hebben
met het onderwijs op het Comenius College en de belangen van de leerlingen.
De leerlingenraad adviseert bij vaste benoemingen van (nieuwe) docenten. De
raad vergadert onder begeleiding van een docent. Deze vergaderingen zijn
openbaar. De vergaderdata en andere mededelingen van de leerlingenraad kun
je vinden op het mededelingenbord in de benedenhal.
Op het Comenius College geldt een Leerlingenstatuut dat jaarlijks wordt
uitgereikt aan de brugklas, 4 mavo, 4 havo en 4 vwo en aan nieuwe leerlingen in
de overige leerjaren. Hierin staan alle rechten en plichten van de mensen die bij
de school betrokken zijn. Het leerlingenstatuut staat ook op de website.
10. De Ouderraad (OR)
Het Comenius College heeft een eigen ouderraad. Eén van de taken van de
ouderraad is het gevraagd en ongevraagd geven van adviezen aan de schoolraad
en directie over zaken die de ouders in het bijzonder aangaan.
10
Ouders die belangstelling hebben kunnen zich aanmelden. Eventuele benoeming
vindt plaats na verkiezingen.
11. De Leerlingen Vereniging Comenius (LVC) en de schoolkrant “De Bison”
Als leerling ben je automatisch lid van de LVC. De LVC houdt zich vooral bezig
met het organiseren van ontspannende activiteiten zoals sportwedstrijden,
filmvoorstellingen en dans(/disco-)avonden. Daarnaast wordt er ook aandacht
besteed aan culturele evenementen: toneel, cabaret, kunst, klassieke muziek en
een musical. Voor de brugklas is er de spetterende brugklastalentenshow.
Het LVC-bestuur bestaat uit zeven leerlingen, die ieder jaar aan het begin van de
cursus worden gekozen. Het bestuur wordt geholpen door een tweetal docenten.
Het postvakje van de LVC in de A1-hal bij de docentenpostvakken is bestemd
voor kopij.
De redactie van de schoolkrant geeft regelmatig De Bison uit. Hierin vind je
allerlei mededelingen, verslagen van uitstapjes, schoolavonden en wedstrijden,
gedichten, verhalen en andere stukjes. Iedereen die dat wil, kan meewerken aan
de schoolkrant.
12. Het Ouderpanel en het Leerlingpanel
Het onderbouwteam mavo/havo laat zich graag op de hoogte houden van wat
leeft onder ouders en leerlingen door het Ouderpanel en het Leerlingpanel. Beide
panels komen twee keer per jaar bijeen.
Het ouderpanel bestaat uit ouders die zich aan het begin van het jaar hebben
opgegeven. Er is één ouderpanel voor de brugklas en één ouderpanel voor 2
m/h.
Het ouderpanel wordt voorgezeten door de afdelingsleider mw. Otto of een van
de mentoren uit het team. Van de bijeenkomst wordt een verslag gemaakt en de
punten worden besproken in het mh-onderbouwteam. Vervolgens wordt de
uitkomst weer teruggekoppeld.
Het leerlingpanel bestaat uit de vertegenwoordigers van de brugklas en van de
2e klas. Zij vergaderen onder schooltijd onder leiding van een docent.
11
4. Afspraken en regels
Binnen onze school zijn dagelijks ongeveer 1500 mensen (leerlingen en
medewerkers) actief. Dat stelt eisen aan de omgang met elkaar. Als iedereen zou
doen wat hem of haar het beste uitkomt, zouden we elkaar in de weg zitten en
geen gemeenschap vormen. We houden dus rekening met elkaar.
De missie en visie van de school zijn beschreven in de schoolgids. De
verwachtingen die wij hebben van het gedrag van leerlingen en medewerkers
liggen in het verlengde hiervan en zijn beschreven in onderstaande
gedragscode:
1. Wij en onze identiteit
- Wij willen een school zijn waarin wij onze identiteit elke dag opnieuw
uitdragen en uitstralen.
- Wij laten ons inspireren door een christelijke levensvisie.
- Wij gaan uit van elkaars talenten.
- Wij dragen verantwoordelijkheid voor onszelf, de mensen om ons heen en
onze leefomgeving.
- Wij treden anderen met respect tegemoet.
2. Wij en het leren
- Wij dragen bij aan een goed verloop van het leerproces.
- Wij bereiden ons goed voor en doen actief mee met de les.
- Wij zorgen met elkaar voor een goede (werk)sfeer.
- Wij halen het beste uit onszelf en uit de anderen.
3. Wij en een veilige sfeer
- Wij willen een school zijn waar iedereen zich thuis voelt, maar ook een
school waar ieder het recht heeft zichzelf te zijn en waar we er zijn voor
elkaar.
- Wij houden ons aan de schoolregels.
- Wij spreken elkaar op een fatsoenlijke manier aan.
- Wij kleden ons verzorgd.
- Wij gaan pesten en agressief gedrag tegen.
- Wij zijn zuinig op de spullen van onszelf en van anderen.
- Wij respecteren elkaars eigendommen.
4. Wij en de anderen
- Wij behandelen de anderen zoals wij ook behandeld willen worden.
- Wij hebben respect voor onszelf en anderen en dragen dat in woord en
gebaar uit.
- Wij discrimineren elkaar niet.
- Wij geven elkaar het goede voorbeeld.
- Wij houden ons aan gemaakte afspraken en spreken elkaar daar op aan.
- Wij gunnen ieder de privacy waar hij/zij recht op heeft.
5. Wij en ons schoolgebouw
- Wij houden de school en het terrein eromheen mooi en schoon.
12
Een verdere uitwerking van de regels is te vinden in de schoolgids, het
Leerlingenstatuut en op de website. Daar vind je ook wat je moet doen als je een
klacht hebt over de school.
Schoolregels
Een vertaling van deze gedragscode levert in ieder geval de volgende belangrijke
schoolregels op waar we elkaar aan houden:
1. Pesten mag niet. Als je zelf gepest wordt of in de gaten krijgt dat
iemand anders gepest wordt, stap je naar je mentor, de secondant van
je klas of je afdelingsleider.
2. Agressie en geweld horen niet in een school. Als je ziet dat iemand
wordt bedreigd of als iemand geweld pleegt, stap je naar de conciërge
of naar een andere medewerker van de school.
3. Roken, alcohol en drugs zijn verboden in de school en bij activiteiten
die onder de verantwoordelijkheid van de school vallen.
4. Kom op tijd op school en in de les. Zorg ervoor dat je altijd je spullen
bij je hebt.
5. Als de docent niet bij het lokaal is, informeer je bij de roostermaker of
het secretariaat naar de oorzaak. Neem nooit zelfstandig de beslissing
om weg te gaan.
6. Blijf met je handen van andermans eigendommen af.
7. Je mag niet eten of drinken in de les.
8. Laat je mobieltje uit in de les. Maak er dus geen foto’s, filmpjes of
geluidsopnamen mee. Een mobieltje of MP3 speler mag niet gebruikt
worden of zichtbaar in de klas aanwezig zijn. Gebeurt dit toch dan kan
de docent het innemen. Je kunt het dan aan het einde van de dag
(16.30 uur) ophalen bij de afdelingsleider. Wanneer je mobieltje voor
de tweede keer wordt ingenomen, mogen je ouders het mobieltje
komen ophalen bij de afdelingsleider.
9. Draag geen aanstootgevende kleding.
10.Hang je jas op aan de kapstok of berg hem op in je kluisje; neem hem
niet mee in de les.
11.Kom niet in een practicumlokaal, een computerlokaal, een gymlokaal
of een ander praktijklokaal als daar geen docent of andere medewerker
bij is.
12.Pauze houd je in de aula, de benedenhal of op het aulaplein. Denk
eraan: ruim je eigen afval op!
Roken is verboden op het gehele schoolterrein
Lestijd en aanwezigheid
Je dient dagelijks van 08.30 – 16.30 uur beschikbaar te zijn voor de school. De
lessen beginnen en eindigen op het tijdstip dat het rooster aangeeft. Je mag
tijdens de les het lokaal niet verlaten zonder voorafgaande toestemming van de
docent. Op sommige dagen geldt een verkort lesrooster.
Kijk op de monitoren aan het begin en einde van de lesdag en iedere pauze voor
eventuele roosterwijzigingen en mededelingen. Ook thuis kun je de
roosterwijzigingen zien, door te kijken op het dagrooster in Magister.
13
Magister
De docent registreert je aanwezigheid tijdens de lessen met behulp van het
digitale programma Magister. Leerlingen en ouders kunnen op Magister de
absentie zien. Wij verwachten dat jij en je ouders regelmatig controleren of de
gegevens juist zijn. Mocht een gegeven niet kloppen, bijvoorbeeld omdat dit
verkeerd is ingevoerd, laat het ons dan weten.
Te laat
1. Wanneer je onverhoopt te laat bent, meld je je bij de conciërge. Ga niet eerst
naar de les, maar gelijk naar de conciërge!
2. Je krijgt van de conciërge een “te laat briefje”. Met dit briefje word je
toegelaten in de les.
Te laat zonder geldige reden
De docent voert in Magister in dat je te laat bent. Wanneer je zonder geldige
reden te laat komt, meld je je de volgende ochtend om 08.00 uur (of 09.00 uur
bij het eerste uur vrij) bij de conciërge. Als je je de volgende dag niet meldt op
het afgesproken tijdstip dan moet je je twee keer melden om 08.00 uur of je
gaat naar het extra werkuur aan het einde van de dag. Dit is aan de conciërge of
de afdelingsleider om te bepalen. Wanneer een leerling spijbelt, moet hij de
gemiste tijd dubbel inhalen. Wanneer je het niet eens bent met een maatregel,
bespreek je dat niet met de conciërge maar met de afdelingsleider.
Schoolregels bij ongeoorloofd verzuim (te laat komen en spijbelen)
Er wordt van je verwacht dat je minimaal één keer per week je verzuimstaat in
Magister controleert. Wanneer de gegevens niet kloppen onderneem je actie naar
de docenten en het secretariaat van jouw afdeling om de juiste gegevens in het
absentiesysteem te krijgen. Dit is je eigen verantwoordelijkheid.
Bij ongeoorloofd verzuim (te laat zonder reden en ongeoorloofd afwezig) worden
de volgende maatregelen genomen:
aantal actie
2 - 6x
Bij te laat: je moet je de volgende dag om 08:00 uur melden op school
(ongeacht je rooster). Doe je dit niet, dan word je daarop aangesproken
en moet je je 2x om 08:00 uur komen melden.
Bij ongeoorloofd absent: je moet de gemiste uren dubbel inhalen.
3 - 9x
Wanneer je tussen de 3 en 9x te laat en/of absent bent geweest heeft
de mentor een gesprek met de leerling
Er gaat een brief naar huis samen met een overzicht van je verzuim
(verzuimstaat)
9 -12x
12 16x
Je wordt aangemeld bij het verzuimloket van RBL (Regionaal Bureau
Leerlingzaken). RBL stuurt een waarschuwingsbrief naar huis.
16x en
hoger
Er wordt een nieuwe aanmelding gedaan bij het verzuimloket, waarna er
een HALT-verwijzing of procesverbaal opgemaakt wordt door het RBL.
14
De melding van 12x te laat zonder reden/ongeoorloofd afwezig bij het RBL is
wettelijk verplicht. Voordat je wordt aangemeld heeft er tenminste één gesprek
met je mentor en/of afdelingsleider plaatsgevonden. Voor de volledige richtlijnen
van de verzuimregistratie van het RBL verwijzen wij je naar: www.rblgooi.nl
Afwezigheid
Toestemming voor afwezigheid (voorzien)
Wanneer je van tevoren weet dat je een les of meerdere lessen moet verzuimen
om een andere reden dan ziekte (bijv. bezoek dokter of orthodontist), dan vraag
je minstens één dag van tevoren toestemming bij de afdelingsleider met een
door de ouders ondertekende witte kaart (verzoek voor verlof). Deze witte
kaarten kun je krijgen bij de conciërges. Na ondertekening van je ouders ga je
met de witte kaart langs de afdelingsleider of de secretaresse. Zij bepaalt of je
toestemming krijgt voor het verlof en zal de witte kaart ondertekenen. Na
toestemming van de afdelingsleider lever je de kaart in bij de conciërges.
Vervolgens wordt het verlof in Magister verwerkt.
Ben je de witte kaart vergeten in te leveren? Tot twee weken na het verzuim kun
je het recht zetten bij de afdelingsleider. Het wordt dan goed in Magister gezet.
Wanneer na twee weken een absentie als “onbekend" (Xa) geregistreerd staat,
wordt het omgezet in “ongeoorloofd verzuim” ofwel “spijbelen”.
Wanneer je een dag of langer moet verzuimen (bijv. vanwege ziekenhuisopname
of vanwege familieomstandigheden), melden je ouders dit schriftelijk via het
formulier: "aanvraag bijzonder verlof". Dit formulier is verkrijgbaar bij de
afdelingsleider of bij de secretaresse van de onderbouw.
Als je voor het einde van je lesrooster de school wilt verlaten (bijv. vanwege
ziekte), moet je je afmelden bij de afdelingsleider. Zij belt dan met je ouders om
te vragen of je naar huis mag. Je mag alleen met toestemming van de
afdelingsleider eerder van school weg.
Wanneer je verlof wilt aanvragen voor een extra vakantie of iets dergelijks, dan
moet dit schriftelijk worden aangevraagd. We hebben hiervoor speciale
formulieren, verkrijgbaar bij de afdelingsleider of de secretaresse. Bij het wel of
niet verlenen van toestemming houden wij de richtlijnen aan van de
leerplichtwet. Voor de topsporttalenten (LOOT) gelden aanvullende regels die je
kunt vinden in het handboek LOOT.
Als je ziek bent…..
- Wanneer je door ziekte niet naar school kunt, zorg je dat de school tussen
08.00 uur en 09.00 uur gebeld wordt door één van je ouders. Als je weer beter
bent, neem je de witte kaart mee, ingevuld door je ouders, als betermelding.
- Wanneer je op school ziek wordt en naar huis wilt, meld je je af bij de
afdelingsleider of bij een van de secretaresses van de onderbouw.
Zij bellen met een van je ouders om te overleggen of je naar huis mag.
Conclusie:
Iedere absentie is van te voren gemeld!
15
En nogmaals:
Je ouders kunnen altijd op Magister zien of jij aan- of afwezig was tijdens de les.
Wij verwachten dat je ouders regelmatig de gegevens in Magister controleren om
te kijken of het klopt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je vergeten bent een witte
kaart in te leveren. Voor vragen kunnen je ouders terecht bij de afdelingsleider.
Absentie bij lichamelijke opvoeding
Medische verklaringen en verzoeken om vrijstelling van de gymlessen moeten bij
de docent lichamelijke opvoeding worden ingeleverd en daarna dient de leerling
persoonlijk de afdelingsleider te informeren. Let op: een medische verklaring
leidt niet tot een vrijstelling maar betekent dat je een vervangende opdracht
moet doen. Je moet zelf bij je LO-docent die vervangende opdracht halen en het
resultaat bij hem inleveren.
Absentie bij repetities
Als je een repetitie hebt gemist door ziekte, moet je officieel afgemeld staan voor
die dag. Dat betekent dat je ouders je ziek moeten hebben gemeld.
De eerstvolgende les maak je een afspraak met je docent voor het inhalen.
Repetities kun je op dinsdagmiddag het 7e uur inhalen. Als je bent ingedeeld om
een repetitie in te halen mag je niet wegblijven. Totdat je de repetitie hebt
ingehaald, staat er "inh" (van "inhalen") in de cijferkolom. Als het inhalen niet
binnen een maand plaatsvindt, verandert “inh” in een 1,0. Hier kan dan niets
meer aan veranderd worden.
Docenten en te laat komen
Docenten doen natuurlijk hun uiterste best vóór de start van de les in het lokaal
aanwezig te zijn. Wanneer een docent aan het begin van de les onverhoopt niet
aanwezig is, dan meldt een leerling (klassenvertegenwoordiger) namens de
groep dit bij de roostermaker of de afdelingsleider. De leerlingen wachten nadere
mededelingen af en gaan niet zonder toestemming weg bij het lokaal. Wanneer
op dat moment geen invaldocent aanwezig is, mogen leerlingen gaan werken in
de aula. Brugklasleerlingen mogen niet het schoolterrein verlaten.
Invalles
Bij afwezigheid van de docent werk je in een invalles verder aan de hand van de
studiewijzer, onder begeleiding van een vervangende docent of een invalkracht.
Wanneer bij een toets je docent door ziekte of andere onvoorziene
omstandigheid afwezig is, wordt de toets afgenomen door een vervanger of
wordt er een afspraak gemaakt voor een nieuwe toetsdatum. Wanneer je klaar
bent voor het vak ga je lezen in je leesboek.
Bij elke invalles heb je de boeken van het vak bij je en een leesboek heb
je iedere dag mee.
Sneeuwbaltelefoon
De docent die een klas/groep het eerste uur lesgeeft, maakt een
sneeuwbaltelefoon. In geval van afwezigheid/ziekte belt hij de leerling die
bovenaan staat tijdig op om de klas/groep te waarschuwen. De afwezige docent
belt de eerste leerling om 07.00 uur en de school om 07.30 uur.
16
Buskaart: toestemming voor te laat komen in het 1e lesuur
Als de bustijden niet aansluiten op het eerste uur, kunnen de leerlingen die met
de bus naar school komen en er niet voor 8.30 uur kunnen zijn, voor de duur
van een tertiaal een briefje krijgen (buskaart) van de afdelingsleider om iets
later op school te komen. Deze regel geldt alleen voor het eerste uur.
Voorbeeldig of storend gedrag in de les
We verwachten dat je in de les zo goed mogelijk met leren bezig bent. De basis
van een goede werkhouding is:
- je bent op tijd
- je hebt je spullen mee
- je weektaak/huiswerk is af
- je opdracht is op tijd ingeleverd
- je bent goed bezig
Indien je je tijdens de les niet aan de afspraken en regels houdt, spreekt eerst
de docent jou daar (tijdens of na de les) op aan: hij neemt passende
maatregelen en maakt met jou een duidelijke afspraak over het vervolg.
Mocht deze afspraak niet tot het gewenste resultaat leiden dan bepaalt de docent
de eerstvolgende keer het vervolg. Dit kan zijn:
- Een tweede gesprek met jou, gevolgd door nieuwe maatregelen en een
nieuwe afspraak over het vervolg.
- Een gesprek met je mentor over je gedrag en/of werkhouding en/of
werkhouding en de te nemen maatregelen.
- Verwijdering uit de les. Wanneer je door een docent verwijderd wordt,
vindt er geen discussie in de les plaats, maar wel een gesprek met de
docent na de les. Als je er uitgestuurd wordt, meld je je direct bij de
afdelingsleider die jou zal vertellen wat je te doen staat.
Indien je moet nablijven, moet je er rekening mee houden dat je dezelfde dag na
het laatste lesuur nog een uur moet nablijven. Tot en met het 7e lesuur kan de
school een beroep op jouw tijd doen. De school hoeft dan geen rekening te
houden met jouw persoonlijke afspraken.
Mocht dit allemaal niet helpen en is er sprake van structureel storend gedrag,
dan neemt de docent of de mentor of de afdelingsleider contact op met je
ouders.
Repetities
Je mag slechts één repetitie of toets per schooldag krijgen. In toetsperiodes,
inhaaldagen en bij herkansingen mag van deze regel afgeweken worden.
Daarnaast kunnen overhoringen worden opgegeven.
De docent moet de uitslag van een toets, repetitie of schriftelijke overhoring
binnen twee schoolweken bekend maken aan de leerling en binnen drie
schoolweken op Magister hebben gezet.
Een werkstuk of verslag dient uiterlijk drie weken na de deadline nagekeken te
zijn. Als het langer duurt, licht de docent de klas/groep vooraf in over de
redenen van het uitstel. Zie verder het Leerlingenstatuut.
17
Website
De website van de school www.comenius-hilversum.nl bevat veel informatie over
de school, belangrijke regelingen, nieuwsberichten, fotoalbums, verslagen van
activiteiten en relevante berichten voor ouders en leerlingen.
Magister
Magister is een afgeschermd deel van de site en alleen toegankelijk met
inlogcode en persoonlijk wachtwoord. Op het leerlingendeel van Magister staan
vakkeninformatie, klassengegevens, brieven aan ouders, cijfers en roosters,
informatie van de leerlingenraad etc.
Je dient zorgvuldig om te gaan met je inlogcode en wachtwoord. Het is voor jou
als leerling bestemd en moet aan niemand anders bekendgemaakt worden.
Je ouders hebben een eigen inlogcode en wachtwoord ontvangen voor het
inloggen in Magister.
Proefwerkblok
In het kader van de duurzame school en onze verantwoordelijkheid voor het
milieu gaan wij dit jaar werken met proefwerkblokken voor leerlingen. Iedere
leerling ontvangt binnenkort een gratis blok proefwerkpapier voor het maken van
overhoringen, oefentoetsen e.d. Uitgezonderd bij de schoolexamens wordt er dus
geen papier meer beschikbaar gesteld door de school!
Als het blok op is, kan de leerling tegen betaling van € 2,00 een nieuw blok halen
bij de mediatheek.
Kluisjes
Iedere leerling kan voor de duur van een schooljaar een kluisje huren. Voor
nieuwe leerlingen geldt: de huur ad € 12,50 (€ 25,00 voor een LOOT-kluis) dient
te worden overgemaakt op het rekeningnummer van de school onder vermelding
van "huur kluis (naam van de betreffende leerling)". Bij overhandiging van een
kopie van de overboeking en de schoolpas krijgt de leerling in de Mediatheek een
kluis toegewezen. Leerlingen die al een kluis huren en deze willen verlengen
krijgen ieder jaar bericht i.v.m. voortzetting van de huur.
De kluisjes moeten voor de zomervakantie geleegd worden in verband met de
schoonmaak. De schoolleiding houdt zich te allen tijde het recht voor om de
kluisjes te inspecteren, bijvoorbeeld op verboden middelen.
Leerlingpas
Zodra je leerling bent van het Comenius College ontvang je een leerlingpas. Deze
pas heb je nodig om je te melden bij de conciërge als je te laat komt, om je kluis
te openen, om te kopiëren of te printen, om in de mediatheek boeken te lenen
en om je te identificeren bij schoolfeesten.
De leerling is zelf verantwoordelijk voor zijn pas. Bij verlies of beschadiging
meldt de leerling dit bij de conciërge en vraagt direct een nieuwe pas aan bij de
mediatheek tegen een financiële vergoeding.
Als een pas drie jaar oud is en het nog doet, heeft de leerling het recht kosteloos
een nieuwe pas aan te vragen.
Fietsenstalling
Fietsen horen in de stalling en mogen niet los op het plein of voor de stalling
worden gezet. De conciërges houden ’s ochtends toezicht bij het stallen van de
18
fietsen. Het boshek aan de achterzijde van het gebouw is gesloten van 09.3014.00 uur.
Excursies
Excursies zijn onderdeel van het lesprogamma. In de eerste maand van het
schooljaar brengt de school kosten in rekening voor het hele jaar.
Op dit moment zijn de volgende excursies gepland voor de brugklas:
- Introductieprogramma
- Kerstmarkt Münster (vakexcursie Duits)
- Aardrijkskunde excursie naar Zeeland excursie voor 1MH
- Cultuurmarathon, €2,50 per dag (bij sommige workshops worden extra
kosten in rekening gebracht)
Op dit moment zijn de volgende excursies gepland voor de tweede klas:
- Dierenpark Amersfoort (biologie en tekenen)
- Excursie polders (aardrijkskunde)
- Landschap fietsexcursie (aardrijkskunde)
- Cultuurmarathon € 2,50 per dag (bij sommige workshops worden extra
kosten in rekening gebracht)
De genoemde kosten geven een indicatie. Ook kunnen er nog excursies
toegevoegd worden of niet doorgaan. Naast de vakexcursies zijn er facultatieve
activiteiten zoals de brugklastalentenshow. Voor de betaling van de excursies
wordt aan het begin van het schooljaar één totaalrekening gestuurd voor alle
excursies en activiteiten.
Mentorles en huiswerk
De mentorlessen
Op het rooster staat mentorles en daarnaast heeft de mentor een spreekuur. Op
dit spreekuur kan de mentor een afspraak met jou, of met een groepje
klasgenoten of met de hele klas maken. Tijdens zo’n afspraak kun je bijvoorbeeld
met de mentor bespreken hoe je vindt dat het met je gaat. Of de mentor
bespreekt bijvoorbeeld met de secondanten en je klas de voorbereiding van het
klassenfeest.
In de mentorles wil de mentor op vijf gebieden bij jou iets bereiken:
1. Je bekend maken met het schoolgebouw, het lesrooster, de schoolregels,
je agenda;
2. Je leren hoe jij en je klasgenoten aan een goede sfeer in de klas kunnen
bijdragen;
3. Je leren effectief te studeren door bewust te worden van je studiehouding;
4. Het aanleren van goede studievaardigheden;
5. Je een goede kijk geven op je eigen capaciteiten en mogelijkheden met
het oog op de schoolkeuze aan het eind van de onderbouw.
De mentor maakt in de mentorles gebruik van een lesmethode. Deze methode
biedt jou hulpmiddelen en oefenmateriaal om verschillende vaardigheden onder
de knie te krijgen. Onderwerpen die ter sprake komen zijn ‘leren leren’ en het
omgaan met elkaar. Je krijgt door allerlei oefeningen ook meer zicht op jezelf en
op welke regels van belang zijn voor een goed leef- en leerklimaat.
19
Het is belangrijk dat je ouders ook op de hoogte zijn van de informatie die in de
mentorles wordt besproken, zodat zij jou eventueel kunnen helpen met de juiste
studiemethoden. Uiteraard bespreken wij dit ook met je ouders op de
kennismakingsavond en zo nodig op de mentorspreekavonden.
Veiligheid
Wij vinden het erg belangrijk dat jij je veilig voelt op school. Je mentor besteedt
in het begin veel aandacht aan de sfeer in de klas en hoe jullie met elkaar om
gaan. Maar ook buiten de lessen moeten leerlingen met respect met elkaar
omgaan. Bespreek het met je mentor of met een secondant als er iets gebeurt
wat je niet leuk vindt. De school werkt met een pestprotocol dat is opgesteld
samen met de leerlingen (van de Veiligheidsraad).
Agenda en studiewijzers
Het is belangrijk dat je leert om een deel van het werk zelfstandig aan te
pakken. Dat gaat natuurlijk niet vanzelf. De school helpt je door middel van
mentorlessen, door het gebruik van je agenda en door studiewijzers.
In de agenda plan je je huiswerk voor de volgende les. Hoe dit werkt, word je
uitgelegd in de eerste mentorlessen. In de agenda kun je ook je cijfers
bijhouden. Je noteert er alle cijfers die je hebt gehaald. Achter het cijfer noteer
je altijd de weging (hoe vaak het werk meetelt op je rapport). Een handige tip is
om alle proefwerken en opdrachten van alle vakken het hele jaar te bewaren. Zo
weet je steeds precies hoe je er voor staat en kun je de berekening van je
rapportcijfer goed controleren.
Daarnaast bieden de studiewijzers per vak veel aanwijzingen die je inzicht geven
in het totale programma en de planning die de docent aanhoudt. Met behulp van
de studiewijzer leer je het (huis)werk te plannen voor de komende week.
Wanneer je door ziekte of anderszins iets mist, kun je de studiewijzer gebruiken
om de stof in te halen. De studiewijzers zijn beschikbaar op Magister. Je kunt
ook thuis inloggen en het samen met je ouders bekijken.
Ouders en huiswerk
Had jij al huiswerk op de basisschool? In de brugklas kun je voor bijna iedere
dag wel huiswerk verwachten. Maar bij veel vakken kun je al behoorlijk wat werk
in de les doen. In de mentorlessen besteedt de mentor aandacht aan de
vaardigheden en de omstandigheden rondom het huiswerk. Na een paar weken
krijg je meer ritme in het maken van het huiswerk en krijg je een bepaalde
structuur. Voor sommige leerlingen kan het huiswerk echter een behoorlijke
opgave zijn. Thuis kan dat soms moeilijk uitpakken als het huiswerk een bron
van conflicten wordt. Het is dan verstandig samen met je ouders de
moeilijkheden rondom het huiswerk op te lossen.
Ouders die hierover meer willen weten kunnen contact opnemen met de mentor.
Een prima gelegenheid is de eerste mentorspreekavond.
Huiswerk: rechten en plichten
Zowel de docent als de leerling heeft recht op duidelijkheid ten aanzien van het
huiswerk en de verwachtingen daarover. Een aantal rechten en plichten van
20
leerlingen, zoals geformuleerd in het Leerlingenstatuut, wordt hierna
aangegeven.
Rechten
Je hebt als leerling recht op
- Informatie over het hoe, wat en waarom van huiswerk en de wijze van
toetsen;
- Hulp van de docent bij het verbeteren van studievaardigheden;
- Regelmatige controle of de tijd die per vak per keer aan het huiswerk
wordt besteed overeenkomt met het idee dat de docent hierover heeft;
- Een goede regeling voor de spreiding van proefwerken;
- Minstens twee cijfers per vak op het rapport;
- Dat een toets binnen twee weken is nagekeken en dat het cijfer binnen
drie weken wordt ingevoerd in Magister;
- Dat een toets in de klas besproken wordt.
Plichten
Je hebt als leerling de plicht
- Om het huiswerk te maken en/of te leren, waardoor je de totale leerstof
van een leerjaar gaat beheersen;
- Het huiswerk in je agenda te noteren;
- Het rooster in je agenda te schrijven of bewaren;
- Boeken, agenda, studiewijzer en andere schoolspullen altijd bij je te
hebben;
- Bij afwezigheid je alsnog op de hoogte te stellen van het huiswerk;
- Na afwezigheid afspraken te maken over in te halen proefwerken;
- De door de docent beschikbaar gestelde lestijd voor oefening efficiënt te
benutten;
- De leerstof voor proefwerken tijdig te bestuderen en er alles aan te doen
om een proefwerk bij de eerste gelegenheid te maken.
De Huiswerkklas
Je kunt na schooltijd ook je huiswerk op school maken. De Huiswerkklas is
bedoeld voor leerlingen die thuis moeilijk aan huiswerk maken toe komen. Dit
kan verschillende oorzaken hebben. Kenmerkend aan de begeleiding is, dat de
verantwoordelijkheid voor het maken van huiswerk en de daarbij behorende
resultaten nadrukkelijk verschuift van de ouders/school naar de leerling zelf. Je
krijgt hulp bij het plannen en er wordt gezorgd voor thee en een koekje.
Het volgen van de Huiswerkklas is niet vrijblijvend. Bij het intakegesprek geef je
je op voor minimaal één middag per week, voor minimaal één tertitaal. Het is
alleen voor leerlingen die het zelf willen en dus gemotiveerd zijn. Meer informatie
over de Huiswerkklas vind je op de website www.comenius-hilversum.nl. Je kunt
ook mailen met mw. Pauline Povel: [email protected]
Bovenbouwers helpen onderbouwers (BOBOB)
Leerlingen in de onderbouw kunnen (tegen geringe vergoeding) bijles krijgen van
leerlingen uit de bovenbouw. Meer informatie is te vinden op de website van de
school onder het kopje "onze school", "begeleiding en zorg".
21
5. Contact met mentor en leraren
Op meerdere momenten gedurende het schooljaar worden er spreekavonden
georganiseerd. We onderscheiden mentorspreekavonden en
docentenspreekavonden.
De kennismakingsavond voor de brugklas met de mentor vindt plaats op dinsdag
2 september.
De kennismakingsavond voor de 2MH klassen met de mentor vindt plaats op
dinsdag 16 september.
De mentorspreekavond is een avond waarop je ouders een gesprek kunnen
voeren met de mentor.
Op woensdag 26 november en woensdag 25 maart vindt de
mentorspreekmiddag-avond plaats. Op deze middag of avond kun je met je
ouder(s) meekomen. Dit dient dan van te voren aangegeven te worden bij de
mentor.
Na het tweede rapport kunnen je ouders op de docentenspreekavond met de
vakdocenten spreken over jouw resultaten bij het desbetreffende vak. De
docentenspreekavond vindt plaats op 9 februari.
Tijdens de leerlingbespreking bespreken de mentor, de overige docenten van het
brugklasteam en de afdelingsleiders hoe het met jou en je prestaties gaat op
school.
Bij vragen mogen je ouders of jij altijd contact opnemen met de mentor of de
vakdocent. In de schoolgids staan hun emailadressen. Zij zullen zo snel mogelijk
contact opnemen.
6. Beoordeling en rapportage
Het cijfersysteem
Doorlopend rapportcijfer
Bij de overgang wordt uitgegaan van een doorlopend rapport met één cijfer
achter de komma (geen afrondingen). De cijfers in de tweede helft van het jaar
wegen zwaarder mee in het gemiddelde. Proefwerken worden zwaarder gewogen
dan SO’s. Overigens wordt tot aan de herfstvakantie in de brugklas geen cijfer
onder de 4.0 gegeven. In de m/h-klas en de h/v-klas wordt gecijferd op twee
niveaus. Leerlingen en ouders hebben in principe twee jaar de tijd om de juiste
afdeling te bepalen.
Berekenen rapportcijfer en eindcijfer
Voor ieder rapport worden tenminste evenveel cijfers gegeven als het aantal
lessen per week voor dat vak, met een minimum van twee. Eén van deze cijfers
is een repetitiecijfer. Het eerste tertiaal in de brugklas is vanwege de
gewenningsperiode een uitzondering op deze regel.
Bij de berekening van het tweede en derde rapportcijfer bepalen de cijfers van
de proefwerken het rapportcijfer voor tenminste 2/3 deel. De andere cijfers voor
22
maximaal 1/3 deel. De weging van de verschillende werken wordt vermeld op je
cijferoverzicht op Magister.
Beoordeling
In de beoordeling en op het rapport wordt onderscheid gemaakt tussen leerstof
en werkhouding.
De leerstof
De leerstof wordt onder meer getoetst door middel van proefwerken. Toetsing
van de leerstof kan ook gebeuren door mondelinge (MO) en schriftelijke
overhoringen (SO). Bij de bepaling van het rapportcijfer ligt de nadruk op de
proefwerken. Daarin worden zowel kennis als inzicht getoetst.
De werkhouding
De werkhouding laat zich vaak lastig omschrijven. Wanneer is je werkhouding
goed, wanneer is het onvoldoende? Je kunt bij de beoordeling naar verschillende
aspecten kijken. Voorbeelden hiervan zie je in het schema dat wij in de school
hanteren.
Aan de hand van dit schema kan een je ook beter bepalen waarin je zelf kunt
verbeteren. Wanneer je hulp nodig hebt, kun je overleggen met je docent of met
je mentor. De werkhouding is niet meegenomen in de overgangsnormen. Wel
speelt het een rol bij het advies dat de vakdocent geeft. De werkhouding staat in
de brugklas vermeld op het rapport vanaf rapport 2. In de tweede klas staat de
werkhouding op ieder rapport vermeld.
Werkhouding
Starten en doorwerken
Niveau 1
Werkt door aan kort
durende opdrachten.
Onderbreekt het werk
regelmatig. Laat zich
snel afleiden door
omgevingsruis.
Concentratie
Kan voor een korte
periode
geconcentreerd
luisteren naar docent
of medeleerling (5-10
minuten).
Stopt met werken als
hij het niet snapt.
Stopt bij tegenslagen.
Taakgerichtheid
Begeleiding
Reflectie
23
Heeft veel begeleiding
nodig bij het zich
(blijven) houden aan
regels en afspraken
(huiswerk, inleverdata
etc.)
Kan sterke/zwakke
kanten van
werkhouding en
resultaten herkennen
als de docent die
benoemd.
Niveau 2
Werkt zelfstandig in de
les aan opdrachten.
Stopt met werken als
hij naar eigen inzicht
er voldoende tijd en
aandacht aan heeft
besteed.
Kan langere tijd (1020 min.)
geconcentreerd
luisteren naar docent
of medeleerling.
Vraagt om uitleg als
hij het niet snapt.
Heeft moeite met
tegenslagen.
Heeft enige
begeleiding nodig bij
het zich (blijven)
houden aan regels en
afspraken (huiswerk,
inleverdata etc.).
Kan met begeleiding
sterke/zwakke kanten
van werkhouding en
resultaten benoemen.
Kan met begeleiding
bijsturen en eraan
werken.
Niveau 3
Begint uit zichzelf met
een opdracht. Werkt
rustig door en stopt
als hij klaar is.
Kan een lange tijd
(20-30 min.) luisteren
naar de uitleg van de
docent of naar
medeleerling.
Kan doelgericht
werken en zich over
tegenslagen heen
zetten.
Kan zich houden aan
regels en afspraken
(huiswerk, inleverdata
etc.).
Kan zelf
sterke/zwakke kanten
van werkhouding en
resultaten benoemen,
bijsturen en eraan
werken.
Rapporten
Via Magister hebben leerlingen en ouders altijd een overzicht van de behaalde
cijfers.
Het eerste rapport verschijnt op vrijdag 21 november. Het tweede rapport
verschijnt op vrijdag 13 maart. Over de resultaten per vak kunnen ouders met
de vakdocenten spreken op de docentenspreekavond.
Bij het tweede rapport geeft iedere docent voor zijn vak aan de mentor een
advies over de afdeling die waarschijnlijk het best bij de leerling past. Dit heet
een determinatie-advies. Dit advies is een intern gegeven voor de mentor, die
zich zo een beeld kan vormen welke kant het ongeveer me de leerling opgaat.
De mentor kan deze adviezen gebruiken als onderwerp van gesprek met
leerlingen en ouders. Dit determinatieadvies is o.a. gebaseerd op:
- de behaalde cijfers;
- de vakspecifieke aspecten (kennis, inzicht, toepassing);
- de algemene aspecten (je werkhouding en algehele indruk).
Rapport 3 verschijnt aan het einde van het schooljaar op vrijdag 3 juli.
24
7. KATERN KLAS 1
Belangrijke data
02 september
17 september
26 september
01 oktober
01 oktober
03 oktober
09 oktober
20 oktober
05 november
26 november
05 december
15 december
18 december
19 december
21 januari
29 januari
09 februari
25 maart
09 april
23 en 24 april
12 juni
15 t/m 19 juni
22 juni
23 en 24 juni
29 juni
03 juli
1mh brugklassen:
Voorlichtingsavond brugklassen, aanvang 20.00 uur
Voorlichtingsavond klas 1-2 dyslexie
Brugklastalentenshow + disco
Voetbaltoernooi 1e klassen
Schoolfotograaf (volgens rooster)
Schoolfotograaf (volgens rooster)
Voorstelling Survivors
Huiswerkvrij 1mhv
Leerlingpanel-1 1-2 mhv
mentorspreekavond 1e en 2e klassen
Sinterklaasviering
Excursie Munster
Kerstviering 1-2 mhv
Kerstontbijt
Leerlingpanel-2 1-2 mhv
Dag van de Poëzie
Docentenspreekavond 1-2 mhv
Mentorspreekavond
Excursie Deltawerken in Zeeland
Taaldagen brugklas
Sportdag brugklassen
Toetsweek onderbouw
Herkansing en inhalen gemiste toetsen van de toetsweek.
Laatste lesmiddag, afsluiting met mentor
Cultuurmarathon
Inleverenboeken
Ophalen rapport van 08.30-09.00 uur
De mentor en de secondanten
De mentor wordt geholpen in de begeleiding door de secondanten, 4e-jaars
leerlingen die meedoen met de introductiedagen en het kamp. Secondanten
kunnen jou ook helpen met (huiswerk voor) een moeilijk vak of met vragen over
de school. Vraag ze er eens naar! Vergeet niet dat secondanten precies weten
hoe het op school allemaal werkt. Voor de meeste problemen die jij tegenkomt,
weten zij wel een oplossing. Ze kunnen je in ieder geval veel informatie geven.
De mentor en de secondanten helpen ook met het organiseren van
klassenfeesten.
25
De mentoren en de secondanten van dit schooljaar:
brugklas Mentor
Naam Secondant
1MH1
Robin
Neuféglise
Noa
Visee
Gerrit van de Velden
1MH1
1MH2
Stephanie Poelman
Barbara
Faro de Nazaré
1MH2
Walther van Mechelen
Tessa
Konings
1MH3
Elvita Maseda Lamelas
Sabrina
Buwalda
Milena
Klijn
Sarah
Bruining
Lisa
Zheng
1MH3
1MH4
1MH4
Michael van Brummelen
Oriëntatiemodule Talen in de Brugklas
Met onze steeds internationaler wordende samenleving vinden wij het op het
Comenius belangrijk om de mogelijkheid te bieden zowel Frans, Duits als ook
Spaans als examenvak te kunnen kiezen. Na leerjaar 1 kun je op het Comenius
kiezen voor twee van de drie vakken Duits, Frans of Spaans. Naast Engels zijn
tot en met leerjaar 3 immers twee moderne vreemde talen verplicht. In de
brugklas bieden we een Oriëntatiemodule Talen aan, waardoor je de gelegenheid
krijgt om je op Spaans, Frans en Duits te oriënteren, zodat je aan het eind van
het jaar een goede keus kunt maken voor de twee moderne vreemde talen naast
Engels.
De leerling kiest één taal, en geeft voorkeur aan voor de tweede keuze. De
school kiest de tweede taal.
De Oriëntatiemodule is niet alleen een keuzeprogramma, maar heeft natuurlijk
ook een onderwijskundig doel: de leerlingen leren zich in de basis redden in alle
drie de talen. We spreken zoveel mogelijk de taal in de klas en we oefenen volop
met (levens)echte situaties. Aan het eind van het jaar vindt er een Taaldorp
plaats waarin de leerlingen zich in alle talen op een eenvoudige manier kunnen
redden in alledaagse situaties zoals de weg vragen, iets kopen, wat bestellen in
een restaurantje ets.
We werken inmiddels al enkele jaren met het programma en de ervaringen zijn
heel goed. De leerlingen ervaren de talen niet als extra belasting! In tegendeel,
veel leerlingen vinden het jammer dat ze een taal moeten laten vallen.
Hieronder leggen we aan de hand van veel gestelde vragen uit hoe het
programma in zijn werk gaat.
Is het programma niet te belastend?
Om te zorgen dat het rooster met vier talen niet te zwaar wordt, zijn de vakken
zodanig geroosterd dat een klas per tertiaal nooit meer dan drie moderne
vreemde talen tegelijk heeft. Elke taal wordt maximaal twee tertialen gegeven.
Hoe zit het met de cijfers voor al die talen op je rapport?
De cijfers voor Duits, Spaans en Frans vormen op het overgangsrapport samen
één cijfer, het zogenaamde Combinatiecijfer. Dit cijfer moet gemiddeld minimaal
een 6 zijn en mag uit maximaal 1 onvoldoende (niet lager dan een 4) bestaan.
26
Hoe zit het met dyslectische leerlingen?
Na twee tertialen mag een leerling die in het bezit is van een dyslexieverklaring
en veel moeite heeft met de talen één taal laten vallen. De leerling is dan nog
wel aanwezig in de les, maar mag dan aan een ander vak werken of doet een
vervangende opdracht voor de taal die hij/zij laat vallen. Dit zgn. “Stappenplan
Dyslexie” wordt aangestuurd door de RT. De ouders van een leerling die in het
bezit is van een dyslexieverklaring, worden aan het eind van het tweede tertiaal
hierover verder geïnformeerd.
Als je na een jaar een taal laat vallen, dan heb je toch voor niks geleerd?
Op het Comenius werken we zoveel mogelijk met Communicatieve
Talenmethodes, dat wil zeggen dat je de taal veel moet toepassen. Natuurlijk
mag je nog wel fouten maken maar het is handig als je al snel de weg kunt
vragen in het Spaans of iets kan bestellen op een Frans terrasje.
Aan het eind van het eerste jaar is de leerling in staat om op eenvoudige wijze
zich in veel voorkomende situaties te redden en eenvoudige vragen te
beantwoorden. Dat toetsen we tijdens de Talendagen door zoveel mogelijk
levensechte situaties na te bootsen. We gaan ervan uit dat je aan het eind van
het jaar in ieder geval een basis hebt gelegd die je nooit meer kwijt raakt.
Halen de leerlingen de talen niet door elkaar?
Nee, gek genoeg gebeurt dat nauwelijks. De officiële term is "interferentie” en
we hebben gemerkt dat er natuurlijk wel interferentie optreedt, maar dat dit
zichzelf corrigeert. Bovendien zijn veel dingen in bepaalde talen hetzelfde, dus
dat scheelt juist een hoop uitleg en leerwerk.
Hoe wordt het keuzeproces begeleid?
Aan het eind van het tweede tertiaal vinden de Taalportfoliogesprekken plaats.
Op basis van de Taalportfolio’s en de resultaten van de diverse talen houden we
individuele gesprekken om de leerling te begeleiden bij het maken van een
bewuste keuze. Deze gesprekken vinden plaats onder schooltijd, ouders hoeven
hierbij niet aanwezig te zijn.
Hoe gaat het verder na de brugklas?
Alle leerlingen hebben in klas 2 gewoon les in twee moderne vreemde talen
naast Engels. Mavo-leerlingen hebben de mogelijkheid om na de tweede klas nog
een moderne vreemde taal te laten vallen. Havo- en vwo-leerlingen hebben tot
en met de derde klas verplicht twee moderne vreemde talen naast Engels en
maken in de bovenbouw opnieuw een keuze.
Waar kan ik terecht met mijn vragen?
Voor vragen kunnen jij of je ouders terecht bij de talendocent of de mentor.
27
Periodisering van vakken in de brugklas
klas / tertialen 1mh ter 1 ter 2 ter 3
Nederlands
2
2
3
Engels
2
2
2
Frans
3
0
2
Duits
2
3
0
Spaans
0
2
3
geschiedenis
2
0
2
aardrijkskunde
2
2
1
godsdienst
2
2
0
wiskunde
2
2
3
biologie
1
2
2
Natuur/techniek
0
2
2
tekenen
1
1
1
handvaardigheid
1
1
1
muziek
1
1
1
0
0
drama
1
lich. opvoeding
2
2
2
mentorles
2
1
1
Comenius-uur
0
1
1
Rekenen
0
1
0
Totaal
26
27
27
Overgangsprocedure klas 1 schooljaar 2014-2015
Voor de afdelingen gymnasium, atheneum, havo/vwo en mavo/havo
De overgangsvergadering bespreekt de leerlingen en beslist over de bevordering.
De procedure bestaat uit drie stappen.
Stap 1
Bij het inleveren van de cijfers voor het derde rapport geeft iedere docent voor
zijn vak een overgangs-advies:
D
(doubleren)
AO
(ander onderwijs, dat het Comenius College niet aanbiedt)
M
(mavo)
M/H (mavo/havo)
H/V (havo/vwo)
V
(vwo) met A (vwo atheneum) of met G (vwo gymnasium)
Dit advies is gebaseerd op:
- de behaalde cijfers;
- de vakspecifieke aspecten (kennis, inzicht en toepassing)
- de algemene aspecten, zoals werkhouding.
Deze adviezen worden niet vermeld op het rapport. Het zijn interne gegevens
voor de mentor.
28
Stap 2
De overgangscommissie, bestaande uit de mentoren en de afdelingsleider van de
brugklas, doet een voorstel aan de overgangsvergadering op basis van de
onderstaande gegevens:
- de cijferresultaten van de leerlingen;
- de werkhouding;
- de wensen van leerlingen en ouders;
- de determinatie-adviezen per vak;
- eventueel extra onderzoek.
Stap 3
De overgangsvergadering, bestaande uit de mentor, vakdocenten en de
afdelingsleider, bespreekt de voorstellen en beslist over de overgang.
Regels voor de overgang
Uitgangspunten bevordering leerjaar 1
1. Je krijgt in de dakpanklassen mh en hv bij iedere toets twee cijfers:
a. In 1mh: één op het mavo-niveau en één op het havo-niveau
b. In 1hv: één op het havo-niveau en één op het vwo-niveau.
In 1a en 1g krijg je bij iedere toets één cijfer op het vwo-niveau.
Het havo-niveau in de mh-klas correspondeert met het havo-niveau in de
hv-klas. Het vwo-niveau in de hv-klas correspondeert met dat in 1a en 1g.
2. De cijfers van alle vakken, uitgezonderd LO en drama tellen mee:
Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans, Latijn (voor 1G), geschiedenis,
aardrijkskunde, godsdienst/levensbeschouwing, wiskunde, biologie,
techna, STAP (voor 1A), tekenen, handvaardigheid en muziek.
3. Je mag bij de meetellende vakken maximaal twee tekortpunten halen. Een
afgeronde vijf telt als één tekortpunt. Een afgeronde vier telt als twee
tekortpunten.
4. Binnen de groep Nederlands, Engels en wiskunde mag je maximaal één 5
halen (dus één tekortpunt).
5. Leerlingen mogen na de brugklas één van de drie moderne vreemde talen
Frans, Duits en Spaans laten vallen. Engels blijft verplicht. Frans, Duits en
Spaans, dus ook het vak dat niet gekozen wordt, tellen met een
gezamenlijk cijfer mee in de overgang: het zogenaamde Combinatiecijfer.
Dit cijfer moet gemiddeld minimaal een 5.5 zijn en mag uit maximaal 1
onvoldoende (niet lager dan een 4) bestaan.
a. Bij dyslectische leerlingen mag de moderne vreemde taal die je laat
vallen onvoldoende scoren.
b. Dyslectische leerlingen mogen een verzoek doen om voor de taal die zij
niet kiezen een vervangende opdracht te doen in het laatste tertiaal dat
het wordt aangeboden. De leerlingen blijven in de klas zitten en doen
daar de opdracht die samengesteld wordt uit de talen die zij wel kiezen.
De leerling(/ouder) richt het verzoek aan de docent van het vak dat ze
niet kiezen. De vakdocent neemt samen met de remedial teacher en de
afdelingsleider een besluit. Het cijfer van deze taal telt niet mee in het
eindcijfer.
6. Bij drie of meer tekortpunten en/of bij meer dan één 5 in de groep
Nederlands, Engels en wiskunde kom je in de bespreekzone. In 1G geldt
29
daarbij dat je bij een onvoldoende voor Latijn ook in de bespreekzone
komt.
De beslissing van de overgangsvergadering is bindend. Het besluit wordt
genomen bij meerderheid van stemmen, waarbij alle docenten stemrecht
hebben (dus ook drama en LO).
7. Bij opstroming werken we met een minimum puntentotaal voor alle
tellende vakken.
Leerlingen in de mh-klas die naar de hv-klas willen opstromen om aan te
sluiten op het vwo, dienen een positief advies van het docententeam te
hebben gekregen en minimaal 7.5 te staan als gemiddelde van de
afgeronde rapportcijfers op het havoniveau.
Leerlingen uit 1a die naar 2g willen gaan, dienen een positief advies van
het docententeam te hebben gekregen.
8. Je kan in principe niet doubleren in de brugklas. In bijzondere gevallen is
het toegestaan als je bijv. door ziekte een lange periode onderwijs hebt
gemist. De overgangsvergadering beslist.
9. Als een leerling wordt bevorderd naar een bepaalde afdeling, hebben de
ouders ook het recht hem/haar te laten plaatsnemen in een lagere
afdeling.
In schema:
Van
Afstromen
↙
Naar
Norm
Bespreekzone:
- 2mh
- Anders
3 of meer tekortpunten op
de M-lijn en/of meer dan
1x5 bij Ne, En, Wi
1MH
↓
2mh
Max 2 tekortpunten
En max 1x5 bij Ne, En, Wi
Opstromen
↘
2hv
Op de H-lijn geen
tekortpunten en gem.
7.5 en positief advies
Revisie
Na de overgangsvergadering kunnen je ouders/verzorgers of je docenten revisie
op het overgangsbesluit aanvragen. Elke revisieaanvraag moet schriftelijk of per
mail bij de conrector onderbouw dhr. C.A. Westerdijk worden ingediend en moet
nieuwe, relevante gegevens bevatten. De conrector onderbouw beslist na overleg
met mentor en afdelingsleider of er een revisie komt en stelt hiervan de ouders
op de hoogte. De conrector belegt de vergadering en treedt op als voorzitter.
Stemrecht hebben de docenten die op de overgangsvergadering stemrecht
hadden. Bij staken van stemmen beslist de voorzitter.
Wanneer de leerling of de ouders het niet eens zijn met het besluit van de
revisievergadering, kunnen zij de rector een verzoek doen om de besluitvorming
te toetsen. De rector kan alleen toetsen of de procedure van de revisie goed
verlopen is en doet geen inhoudelijke uitspraak.
Veranderen van afdeling
Je start in één van de twee afdelingen. Leerlingen in de mh-afdeling kunnen, bij
goede cijfers en een positief advies van de docenten, opstromen naar klas 2hv.
30
Leerlingen uit 1a kunnen naar klas 2 gymnasium overstappen. In klas 1 krijgen
ze de gelegenheid om een “oriëntatiemodule Gymnasium” te volgen. Je krijgt
dan één tertiaal KCV (Klassieke Culturele Vorming), afgesloten met een excursie.
En je volgt één tertiaal lessen Latijn. Aan het eind van leerjaar 1 geef je aan of je
wilt overstappen naar het gymnasium.
Wanneer je op het gymnasium zit en je resultaten goed zijn, dan blijf je tot en
met klas 3 op die afdeling. Alleen in uitzonderlijke gevallen kun je eerder stoppen
met gymnasium. Aan het einde van klas 3 kies je je profiel (je examenvakken)
en beslis je of je ook Latijn of Grieks blijft doen (gymnasium) of dat je alleen in
de andere vakken examen gaat doen (atheneum).
Wanneer je aan het eind van het jaar niet bevorderd wordt volgens de
overgangsnormen, ga je naar een lagere afdeling, of als deze er niet is naar een
andere school. De overgangsvergadering beoordeelt of hierop een uitzondering
kan worden gemaakt.
31
8. KATERN KLAS 2
Belangrijke data
16 september
17 september
01 oktober
03 oktober
03 oktober
08 oktober
05 november
26 november
18 december
19 december
21 januari
09 februari
25 maart
21 april
22 april
23 april
28 mei
11 juni
15 t/m 19 juni
22 juni
23 en 24 juni
29 juni
03 juli
2mh klassen:
Kennismakingsavond 2MH ouders/mentoren
Voorlichtingsavond dyslecie 1-2 klas
Schoolfotograaf (volgens rooster)
Schoolfotograaf (volgens rooster)
Deadline inschrijven Comeniusklas 2mhv
Theatergroep Switch 2e klassen
Leerlingpanel-1 1-2 mhv
Mentorspreekavond
Kerstvoorstelling
Kerstontbijt
Leerlingpanel-2 1-2 mhv
Docentenspreekavond 1-2 mhv
Mentorspreekavond
2mh excursie Dierenpark Amersfoort
2mh excursie polders (aardrijkskunde)
Informatieavond taal en sectorkeuze 2mh
Landschap fietsexcursie (aardrijkskunde)
Sportdag 2mhv
Toetsweek onderbouw
Herkansing/inhalen gemiste toetsen van de toetsweek.
Laatste lesmiddag, afsluiting met de mentor
Cultuurmarathon
Inleveren boeken
Ophalen rapport 09.00-09.30 uur
Enkele nieuwe vakken in klas 2
Natuurkunde en techniek: Techna
Naar de tweede klas en je ziet dat je nieuwe vakken erbij krijgt. Techna, wat
betekent dat? Techna is een afkorting voor twee vakken: techniek en
natuurkunde. Techniek ken je al. In de tweede klas zal je steeds meer te maken
krijgen met het vak natuurkunde.
Wat houdt dat in, natuurkunde? Voor een vogelliefhebber bestaat ‘de natuur’ uit
de vogels en alles wat bij die vogels hoort. Voor andere natuurliefhebbers zijn
het de bossen, heidevelden, meren, vennen en de zee.
Maar voor de natuurwetenschapper bestaat de natuur uit "álle dingen en
verschijnselen om ons heen". Dus ook de levenloze dingen zoals: aarde, licht,
water, geluid, elektriciteit enzovoort. De bestudering van de levenloze stof is
waar de natuurkunde zich mee bezighoudt.
Mensen zijn nieuwsgierig. Ze willen graag alles weten. Niet alleen hoe, maar
vaak ook wat, wie, wanneer, waardoor, hoeveel, hoe lang, hoe snel, waarvoor en
ga zo maar door. Zonder deze nieuwsgierigheid zou de wetenschap niet hebben
bestaan. De wetenschap probeert antwoorden te vinden op vragen die mensen
stellen.
Het komende jaar ga je bij het vak natuurkunde een aantal van die vragen
proberen op te lossen. Dit door onderzoek te doen, waarbij waargenomen en
32
gemeten wordt. Proeven doen is een zeer belangrijk onderdeel van de
natuurkunde. Aan de hand van deze proeven zul je proberen een conclusie te
trekken.
De natuurkunde werkt vaak in een soort van lus: waarnemen – vragenstellen –
proeven onderzoeken – conclusie trekken uit de proeven – opnieuw waarnemen,
enzovoort.
Is dit niet saai? Nee! Soms voel je je als een rechercheur die een zaak moet
oplossen. Bij dit oplossen ontkom je er niet aan om ook wat kleine berekeningen
te maken.
Natuurkunde is dus ook een spannend vak.
Veel plezier in de tweede en tot ziens bij techna!
Bisk
In klas 2 heb je ook een tertiaal bisk op je rooster. Bisk is een samenvoeging van
de vakken biologie en scheikunde. Het cijfer voor bisk telt mee in je
biologiecijfer.
Comeniusklas
In tertiaal 2 staan twee Comeniusuren op het rooster. De Comeniusuren zijn
modules van 12 weken van twee aansluitende lessen waarvoor je apart moet
inschrijven. Je ontvangt hiervoor in de loop van het eerste tertiaal een boekje
met de Comeniusklassen waaruit je kunt kiezen. Denk aan een theaterklas, een
sportklas, een exactklas en een tekenklas.
De leerlingen van het vwo volgen in tertiaal 2 academie-uren.
Periodisering van vakken in klas 2
2 mavo/havo
Nederlands
Engels
Frans (keuzevak)
Duits (keuzevak)
Spaans (keuzevak)
Geschiedenis
Aardrijkskunde
Godsdienst
Wiskunde
Techna
Biologie
Scheikunde
Muziek
Tekenen
Handvaardigheid
Drama
Lich. Opvoeding
Mentorles
Comenius-uur
Rekenen
Totaal
33
ter.1
3
2
2
2
2
2
2
0
3
2
2
0
1
1
1
0
2
1
0
0
27
ter.2
2
2
2
2
2
2
0
1
2
2
0
2
1
1
1
1
2
1
2
1
26
ter.3
2
2
2
2
2
0
2
2
3
2
0
0
1
1
1
0
2
1
0
1
26
NB: Enkele vakken worden slechts in één of twee tertialen gegeven. Van de talen
zijn Nederlands en Engels verplicht; van de overige drie talen Duits, Frans en
Spaans zijn er twee gekozen.
Overgangsprocedure klas 2mh
De overgangsvergadering bestaat uit alle docenten en de afdelingsleider. De
mentoren en de afdelingsleider bereiden de overgangsvergadering voor. De
mentor doet een voorstel aan de vergadering en licht dit voorstel toe. Op grond
van de besproken argumenten beslist de vergadering.
De overgangsnormen voor alle niveaus zijn in principe gelijk, met een extra
toevoeging voor het gymnasium. In de dakpanklassen hanteren we twee
verschillende stromen: mavo en havo in de m/h-klas en havo en vwo in de h/vklas. De havo-normering in een 2m/h-klas is identiek aan de havo-normering in
de 2h/v-klas.
1. De vakken zijn verdeeld in vier groepen:
a. Nederlands, Engels en twee van de drie gekozen keuzevakken Frans,
Duits, Spaans
b. Geschiedenis, aardrijkskunde, godsdienst/levensbeschouwing.
c. Wiskunde, biologie, techna.
d. Tekenen, handvaardigheid, muziek.
NB 1: De cijfers voor de vakken LO en drama tellen niet mee in de
overgang.
NB 2: Bisk telt als toetscijfer mee bij biologie.
2. Een onvoldoende is een 5,4 of lager.
3. In totaal zijn niet meer dan 2 onvoldoendes toegestaan binnen de stroom.
4. Er mag maximaal 1 onvoldoende per groep worden gehaald (een 4 of een
5)
5. Een 3 is niet toegestaan.
6. In totaal mogen er niet meer dan drie tekortpunten zijn: dus 1x5 en 1x4
maximaal.
7. Een onvoldoende moet worden gecompenseerd in dezelfde groep. Een
(afgeronde) 7 geeft 1 compensatiepunt, een (afgeronde) 8 geeft 2
compensatiepunten enz. Een 5 wordt gecompenseerd met een 7, een 4
met een 8 of twee keer 7.
8. Binnen de vakken Ne, En en wi is maximaal één 5 toegestaan, met voor
de andere vakken minimaal een 6 (dus 5.5).
9. De Comeniusklas krijgt een beoordeling o, v of g. Een “o” is niet
toegestaan om over te gaan, er volgt dan een extra opdracht die
voldoende moet worden afgerond.
10.Voldoe je niet aan bovenstaande criteria, dan kun je door de mentor en
afdelingsleider in de bespreekzone worden geplaatst.
Als je niet bevorderd bent, beslist de overgangsvergadering je te verwijzen naar
een andere opleiding binnen het Comenius College, naar een andere school of je
te laten doubleren.
Van 2 mh naar ….
Van
Afstromen
Naar
34
Bespreekzone:
↙
↙
3m
2mh
↘
3h
Norm
3m-CC
3vmbo-kader elders
2mh
anders
Op de M-lijn:
3 of meer onvoldoendes
2 onvoldoendes in dezelfde
groep
Of te weinig compensatie
En/of meer dan 1x5 bij Ne,
En, wi
Op de M-lijn max. 2
onvoldoendes (niet in
dezelfde groep) met
voldoende
compensatie en max.
1x5 bij Ne, En, wi
Op de H-lijn max. 2
onvoldoendes (niet in
dezelfde groep) met
voldoende
compensatie en max.
1x5 bij Ne, En, wi
Revisie
Na de overgangsvergadering kunnen je ouders/verzorgers of je docenten voor
een bepaalde datum revisie op het overgangsbesluit aanvragen. Elke
revisieaanvraag moet schriftelijk of per mail bij de conrector onderbouw dhr. C.A.
Westerdijk worden ingediend en moet nieuwe relevante gegevens bevatten. De
conrector onderbouw beslist na overleg met mentor en afdelingsleider of er een
revisie komt en stelt hiervan de ouders op de hoogte. De conrector belegt de
vergadering en treedt op als voorzitter. Stemrecht hebben de docenten die op de
overgangsvergadering stemrecht hadden. Bij staken van stemmen beslist de
voorzitter.
Wanneer de leerling of de ouders het niet eens zijn met het besluit van de
revisievergadering, kunnen zij de rector een verzoek doen om de besluitvorming
te toetsen. De rector kan alleen toetsen of de procedure van de revisie goed
verlopen is en doet geen inhoudelijke uitspraak.
35
Comenius College
Bisonlaan 1, 1217 GH Hilversum
Postbus 153, 1200 AD Hilversum
Telefoon:: 035 - 621 57 51
Fax: 035 - 624 85 61
E-mail: [email protected]
Website: www.comenius-hilversum.nl
36