Cliëntenraden Novadic-Kentron Nieuwsbrief 30 November 2014 In deze Perspectief onder meer aandacht voor de voorstelling SLAAF van Jack Wouterse (zie pafina 1). Basis GGZ (PAGINA 3) ‘t IJ in Breda (pagina 4) en misverstanden over de WMO (pagina 6). Slaaf In 2011 las ik het eerste exemplaar van het blad LEF. Hierin stond een artikel over Jack Wouterse, bij mij en misschien ook bij jullie bekend van zijn rol in All Stars en van zijn reclame voor de C1000. In dit artikel vertelde hij over zijn leven met verslavingen. Op dat moment was hij een half jaar vrij van het gebruiken van cocaïne en het drinken van alcohol maar nog steeds kon hij zijn eetverslaving niet onder controle krijgen. “Eten heeft op mij een vergelijkbaar effect als het gebruiken van drugs. Ik ben even weg van de wereld. Je zit vol. Eten is VERGETEN.” Enkele weken geleden maakte John, onze adviseur, mij attent op een theatervoorstelling van Jack, een monoloog over zijn verslaving waar ik wel in geïnteresseerd was en op 12 september ben ik naar de voorstelling gaan kijken. Mijn verzoek om een interview met hem te mogen hebben werd helaas niet gehonoreerd maar na de voorstelling zou hij naar foyer komen waar mensen hem vragen konden stellen. Samen met een paar andere bezoekers, waaronder een man met een vriendin die beiden een verslaving hadden maar ook in herstel zijn, en de producent zijn wij in gesprek gegaan met Jack. Eenmaal in de zaal kreeg ik al een indruk van de chaos in zijn hoofd door de onderwerpen die op het decor geverfd waren. Het waren vreemdsoortige hoofden en lijven met opengesperde monden en grote ogen. Op de vloer lagen in een kring van ongeveer anderhalve meter doorsnee, borden met eten erop. Vanaf het moment dat Jack opkomt, wordt het doodstil in de zaal en zou het ook de komende 1 ½ uur blijven met uitzondering van een heel klein bedeesd lachje hier en daar als de hel verslaving soms ook tot iets komisch leidt. Jack Cliëntenraden NK-groep zijn ook te vinden op Facebook. Word vriend en ontvang regelmatig nieuwtjes over zaken die van belang kunnen zijn voor onze achterban. lees verder op pag. 2 PERSPECTIEF Met de verbetenheid waarmee Jack het stuk speelt en waarin hij zich letterlijk en figuurlijk blootgeeft, laat hij zijn kwetsbaarheid zien. In het gesprek met Jack vertelt hij dat hij absoluut niet zichzelf speelt maar een personage maar dat neemt niet weg dat hij heel veel dingen herkent uit zijn eigen tijd waarin hij middelen gebruikte en nu nog met zijn eetverslaving. Hij heeft keihard gewerkt aan zijn herstel en zit er zelfs nu nog middenin. In het verleden had hij, ondanks het hebben van een familie, een heel eentonig en eenzaam bestaan. “Ik lag de hele dag depressief in bed, ik at, ik werkte en ik snoof”. In die volgorde. Dag in, dag uit. Als hij werkte gebruikte hij nooit voor de voorstelling maar naderhand des te meer. Hij is in behandeling gegaan, volgde het 12-stappenplan en bezoekt nog steeds de meetings. Hij is blij met zijn herstel en is veranderd. Hij neemt zijn verantwoordelijkheden van het leven weer en hij voelt zich daar goed en gelukkig bij. Hij heeft 2 waarheden gevonden in het 12-stappenplan namelijk: De moed vinden om dingen te veranderen en vooral de moed om naar jezelf te kijken. 2 In ieder geval heeft de voorstelling mij weer gesterkt en heeft, ondanks de zwaarheid en de intense (her)beleving en het magistrale spel van Jack mij weer gelukkig gemaakt voor wat en wie ik nu ben. Gerrie Kohler NB: Ik heb gebruik gemaakt van enkele passages uit het interview met Jack zoals dat eerder in het blad LEF heeft gestaan. Dit omdat ik niet in de gelegenheid was Jack te interviewen. Voor mensen die geïnteresseerd zijn geraakt: Jack treed nog op in het land en op 30 september is de film Slaaf geïntroduceerd op het Film Festival in Utrecht. De film zal nog wat uitgebreider zijn dan het theaterstuk. Bij het ter perse gaan van deze Perspectief was nog niet bekend of de film in de bioscopen te zien is maar mocht dat niet zo zijn dan zal er een dvd verschijnen. Nieuwsbrief en Perspectief Verslaggevers gezocht! We leven in een digitale wereld en ook voor de redactie van Perspectief en de Nieuwsbrief komt het digitale tijdperk dichterbij. Op termijn zal onze communicatie met de achterban grotendeels via de digitale wereld plaatsvinden. Dit betekent dat de papieren versie van Perspectief op termijn gaat vervallen. Van de Nieuwsbrief zal nog wel een papieren versie gemaakt worden. Het is echter de bedoeling dat in de Nieuwsbrief ook uitgebreidere artikelen opgenomen gaan worden. Digitaal vind je dan aan het einde van het artikel een link om de rest van het artikel te lezen. Bij de papieren versie wordt die link ook genoemd maar is verder lezen dus niet mogelijk. Misschien is het daarom nu wel de gelegenheid om je aan te melden voor de digitale Nieuwsbrief van de Cliëntenraad. Een mailtje naar [email protected] is daarvoor voldoende. Sinds enige tijd is de nieuwe website van de Cliëntenraad van Novadic-Kentron (www.clientenraad.novadic-kentron.nl) in de lucht. Hiermee hopen we jullie meer actueel te kunnen informeren over allerlei zaken die binnen de organisatie spelen. Natuurlijk kunnen de leden van de Cliëntenraad niet overal tegelijkertijd aanwezig zijn. Het zou daarom goed zijn als we een netwerk van correspondenten zouden kunnen opbouwen. Een netwerk van cliënten die, als er in hun omgeving iets gebeurt dat ook voor andere cliënten van belang kan zijn, een stukje schrijven (liefst met een foto erbij) dat dan onder nieuws op de website van de Cliëntenraad geplaatst kan worden. Wil je correspondent worden of af en toe een stukje voor de website, de Nieuwsbrief of Perspectief schrijven, meld je dan op het mailadres [email protected]. Ook als je van een activiteit hoort waarvan je denkt dat het van belang kan zijn voor andere cliënten maar je van jezelf vind dat je geen schrijver bent of dat je er geen tijd voor hebt, meld dat dan ook bij het eerder genoemde mailadres. Dan kunnen we kijken of we daar iemand op af kunnen sturen. November 2014 Een gesprek met Peter Nelissen, manager Basis GGZ en Leefstijl & Preventie bij Novadic-Kentron. De praktijk van de verslavingszorg binnen de Basis GGZ In onze samenleving is het gebruik van alcohol en in mindere mate van drugs, sociaal geaccepteerd, zolang dit niet leidt tot maatschappelijke of gezondheidsproblemen. Soms leidt dit echter tot misbruik en afhankelijkheid van deze stoffen. Verslaving aan alcohol of drugs kent een progressief karakter. Hierdoor ontstaat een steeds grotere en dwingender behoefte aan het middel en wordt het lastiger om zelfstandig van de verslaving af te komen. In Nederland krijgt bijna een op de negen Nederlanders in zijn leven te maken met een alcohol- of drugsprobleem, in die zin dat ze ervan afhankelijk zijn of er te veel van gebruiken. Van de mensen die in de verslavingszorg terechtkomen, komt 47 procent voor een alcoholprobleem, gevolgd door heroïne (16 procent) en cannabis (15 procent). In de zorg moet er veel aan kostenbesparing gedaan worden. Zo gaan de nieuwe Wet Langdurige Zorg, Jeugdwet en Participatiewet per 1 januari 2015 van kracht. In 2014 is men in de verslavingszorg al begonnen met kostenreductie. Minder opnames in de specialistische kliniek en meer behandelingen ambulant. De verslavingszorg komt naar je toe: in je eigen directe omgeving of elders als je anoniem wilt blijven. Hoe verloopt dit in de praktijk. Een voorbeeld: een persoon komt bij een wijkteam of bij de huisarts en deze merkt op (*) dat afhankelijkheid van middelen (alcohol of drugs) een probleem is voor hem. Altijd in overleg met de cliënt wordt een melding gemaakt bij een verslavingsinstelling. Na maximaal 7 werkdagen wordt de cliënt opgeroepen om een intake te doen. Deze intake kan zowel online, persoonlijk, of in een combinatie daarvan plaatsvinden. Na beoordeling van de ernst van de afhankelijkheid, aan de hand van een aantal vragenformulieren, wordt door een hoofdbehandelaar een hulptraject voorgesteld. Dit traject kan bestaan uit 4 mogelijkheden, een behandeling van maximaal eenmalig 300 minuten, 500 minuten, 750 minuten of 750 minuten chronisch. Bij deze laatste vorm kan de behandeling jaarlijks voor een zelfde tijd worden ingezet na een nieuwe verwijzing door de huisarts. Er wordt met de cliënt een afspraak gemaakt waar de gesprekken zullen plaatsvinden. Dit kan zijn in een spreekkamer bij de huisarts of een ruimte in een buurthuis in de woonplaats of elders wanneer men niet herkend wil worden. De gesprekken zijn gebaseerd op leefstijltraining en gedragsbeïnvloedende therapie. De gesprekken vinden altijd individueel plaats en dus niet in groepsverband. Na dit traject kan men in de meeste gevallen volledig “genezen” weer aan de slag. Echter het spook van terugval blijft altijd op de achtergrond aanwezig. Het zou daarom goed zijn als er na de behandeling nog een soort begeleidingsproces ingezet zou kunnen worden. De cliëntenraad van Novadic-Kentron is aan het nadenken hoe dit begeleidingsproces met inzet van ervaringskennis vanuit de herstelvisie opgezet kan worden. In het project Samen Wachten is al succesvol gewerkt met deze inzet. Een project “Samen Verder” is een idee dat nu ontwikkeld wordt. Bij Novadic-Kentron ontvangt men jaarlijks ongeveer 4.000 nieuwe aanmeldingen. Deze aanmeldingen bestaan voor ongeveer 1.500 cliënten waarvoor een behandeling met basis GGZ kan volstaan. De overige aanmeldingen hebben betrekking op jeugd, specialistisch, crisis of meervoudige problemen zoals een combinatie van verslaving en psychiatrie. Harry Fransen (*) Door de Basis GGZ van Novadic-Kentron is een handig hulpmiddel voor huisartsen ontwikkeld in de vorm van een “vragendriehoek” die op het bureau van de arts geplaatst kan worden. 3 PERSPECTIEF Van burgerlijke ongehoorzaamheid naar doorgeefluik voor de samenleving Transitie van het IJ Slingerweg 90 Breda Ik begrijp als geen ander dat deze voorgaande tekst vraagt om uitleg. Die zal ik dan ook geven in het artikel wat u nu leest. Ik weet dat het gedurfd is om een artikel op deze manier te starten. Ik wil in dit artikel niets veroordelen en toch proberen om ietwat kritisch te zijn. Toen ik zelf nog lid was van de cliëntenraad van Novadic-Kentron werd mij gevraagd of ik op afdelingsbezoek wilde gaan bij het IJ aan de Slingerweg. Ik weet mijn reactie ook nog precies. Dat is goed maar je moet me wel beloven dat ik niet alleen hoef. Toen ik aankwam bij het IJ was de persoon waar ik mee had afgesproken reeds gearriveerd. We gingen naar binnen en ik viel van de ene verbazing in de andere. Het was er schoon, brandschoon zelfs. Nadat we even in de huiskamer waren geweest 4 vertrokken we naar de gebruikersruimten voor ons afdelingsbezoek. Ook daar verbaasde ik me weer over het feit dat het zo schoon was. Na die eerste keer ben ik vaker naar het IJ toegegaan en raakte daar in gesprek met mensen die er al lang gebruik van maakten. Van hen hoorde ik over de geschiedenis van het IJ en hun continue gevecht tegen de stigma’s die er zijn over dak- en thuislozen. Wat ik ook hoorde en zag was hun daadkracht. De kracht zat hem in samen voor iets gaan. Een mooi voorbeeld hiervan is de aanschaf van een nieuwe kleuren tv waar een ludieke actie voor was gestart. Die daadkracht zag je ook terug op straat. Veegprojecten in wijken van Breda het schoonhouden November 2014 van de singels, waar zelfs een film van gemaakt is. In 2007 had de gemeente Breda zich met de nota Stedelijk Kompas verbonden aan het terugdringen van het aantal dak- en thuislozen in Breda e.o. Toen met de opening van Centraal Onthaal in Breda de stap was gezet dat dak- en thuislozen zich konden laten inschrijven werd het tijd voor een volgende stap. De opening van de hostel aan de Galderseweg op 26 april 2013 zorgde ervoor dat op het IJ een andere koers gevaren kon gaan worden. Het IJ ging veranderen. Met de komst van Centraal Onthaal was dit reeds in werking gezet en de directeur van SMO Breda e.o. vertaalde het in de volgende woorden: De vrijblijvendheid voorbij. Mensen die zich hebben ingeschreven bij Centraal Onthaal worden geplaatst op het IJ. Met de begeleiding die daar aanwezig is gaan ze hun traject opzetten en dit is een verplichting om op het IJ te mogen slapen. Daar krijgen ze vier weken de tijd voor. Na die vier weken wordt er gekeken naar een passende volgende stap. Dit kan een woonvoorziening zijn van SMO Breda e.o. waarbij de afspraak gemaakt wordt dat aan de onderliggende verslavingsproblematiek samen met Novadic-Kentron naar een oplossing wordt gezocht. Hiermee is eigenlijk de transitie die het IJ maakt afgerond. Van centrum van onder andere burgerlijke ongehoorzaamheid naar startpunt van een nieuw begin. Wat wel op het IJ is gebleven zijn de gebruikersruimten die beheerd worden door Novadic-Kentron Wim Goverde 5 PERSPECTIEF Tien hardnekkige misverstanden over Wmo 2015 Kinderen, vrienden en buren zijn verplicht om te mantelzorgen. De speciale dagbesteding wordt straks wegbezuinigd. En moet ik uit het verzorgingshuis vertrekken om weer zelfstandig thuis te gaan wonen? Er doen veel misverstanden de ronde over de Wmo 2015. Wat is waar? De Rijksoverheid geeft antwoorden op tien hardnekkige misverstanden. 1. Als ik veel inkomen of vermogen heb, krijg ik geen maatschappelijke ondersteuning. Gemeenten mogen cliënten geen ondersteuning weigeren. Dus ook niet omdat ze een hoog inkomen of veel vermogen hebben. Gemeenten mogen wel een hogere eigen bijdrage vragen aan cliënten met meer inkomen of vermogen. Maar nooit hoger dan de eigen bijdrage volgens het uitvoeringsbesluit Wmo. In het uitvoeringsbesluit staan regels voor de eigen bijdrage. Die regels gelden voor alle gemeenten. Gemeenten mogen maar op één manier afwijken van de regels in het uitvoeringsbesluit: ze mogen een lagere bijdrage vragen, geen hogere. De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van het inkomen, het vermogen, de leeftijd en de gezinssamenstelling. Het CAK int de eigen bijdrage. 2. Kinderen, vrienden en buren worden verplicht mij te helpen. De Wmo 2015 stelt hulp door kinderen, vrienden of buren niet verplicht. Ze zijn dus nooit verplicht om te helpen. Gemeenten mogen wel onderzoeken of het sociale netwerk de cliënt kan helpen. De gemeente kan ook rekening houden met deze hulp als ze een aanbod doet aan de cliënt. In het gesprek met de cliënt moet de gemeente ook vragen of de mantelzorger hulp nodig heeft bij het uitvoeren van zijn taken. 3. Ik verlies mijn rechtszekerheid en word overgeleverd aan de willekeur van gemeenten. De Wmo 2015 biedt wel rechtszekerheid voor cliënten en beschermt hen tegen willekeur van gemeenten. Als iemand zich meldt met een vraag om hulp, moet de gemeente onderzoek doen naar de persoonlijke situatie van de cliënt. De gemeente gaat met de cliënt en de eventuele mantelzorger in gesprek. Een gratis cliëntondersteuner kan de cliënt helpen in dit gesprek. Blijkt uit dit onderzoek dat de cliënt niet kan meedoen in de samenleving of niet zelfredzaam is? Ook niet met hulp van zijn netwerk of door algemene voorzieningen te gebruiken? Dan moet de gemeente een maatwerkvoorziening aanbieden. Algemene 6 voorzieningen zijn er voor alle burgers.Voorbeelden zijn een koffieochtend in het buurthuis, de boodschappenbus of de maaltijdservice. Een maatwerkvoorziening is een individuele voorziening. Voorbeelden zijn een woningaanpassing of specialistische dagbesteding. Als de cliënt de maatwerkvoorziening niet passend vindt, kan hij bezwaar aantekenen bij de gemeente. En daarna eventueel naar de rechter gaan. 4. Als het geld bij de gemeente op is, krijg ik geen ondersteuning meer. In de wet staat dat de gemeente maatschappelijke ondersteuning moet bieden als iemand niet zelf of met hulp van zijn netwerk kan meedoen in de samenleving of zelfredzaam kan zijn. Gemeenten moeten altijd aan deze wettelijke plicht voldoen. Ook als het geld op is. 5. Mijn gespecialiseerde dagbesteding wordt wegbezuinigd en de gemeente zal mij afschepen met een algemene voorziening, zoals een activiteit in het buurthuis. Gemeenten moeten passende ondersteuning bieden aan mensen als ze niet zelf of met hulp van hun netwerk kunnen meedoen of zelfredzaam kunnen zijn. Voor sommige mensen is een activiteit in het buurthuis passend. Bijvoorbeeld een koffieochtend bezoeken om eenzaamheid November 2014 te voorkomen. Voor andere mensen is gespecialiseerde dagbesteding nodig. Bijvoorbeeld om te leren hoe ze structuur aanbrengen in hun dag. In dat geval moeten gemeenten gespecialiseerde dagbesteding aanbieden. Uit het onderzoek dat de gemeente doet, blijkt welke ondersteuning passend is voor een cliënt. 6. Gemeenteambtenaren hebben te weinig kennis van de zorg om te bepalen wat ik nodig heb. Gemeenten hoeven het onderzoek naar de persoonlijke situatie van cliënten niet zelf uit te voeren. Ze kunnen dit uitbesteden aan een andere organisatie. Vaak zijn dit externe organisaties die ervaring hebben met zulke onderzoeken. Ook willen veel gemeenten gaan werken met sociale wijkteams. Dan doen professionals uit het sociale wijkteam het onderzoek. Gemeenten kunnen de onderzoeken ook zelf uitvoeren. Dan moet de gemeente mensen opleiden of in dienst nemen. Zodat er voldoende kennis is om goed onderzoek te doen. 7. Ik zal moeten vertrekken uit mijn verzorgingstehuis en weer zelfstandig thuis moeten gaan wonen. Mensen die al in een verzorgingshuis wonen, mogen hier blijven. Ze worden niet gedwongen om weer zelfstandig thuis te gaan wonen. Ze houden hun recht op een plaats in een instelling. Mensen moeten misschien wel verhuizen naar een ander verzorgingshuis. Omdat hun eigen verzorgingshuis gaat sluiten. Bijvoorbeeld omdat er te weinig mensen wonen of omdat het gebouw te oud is. Vanaf 2015 worden de voorwaarden voor wonen in een instelling strenger. Die voorwaarden gelden dan voor nieuwe cliënten. Dit is het gevolg van het kabinetsbeleid om mensen langer thuis te laten wonen. 8. Het is afhankelijk van de goede bui van de Wmo-consulent of ik de hulp krijg die ik nodig heb. Gemeenten moeten passende ondersteuning bieden aan mensen die niet zelf of met hulp van hun netwerk kunnen meedoen of zelfredzaam zijn. De bui van de Wmoconsulent mag geen invloed hebben op deze wettelijke taak. Daarom staan in de wet regels voor een juiste behandeling van cliënten. Bijvoorbeeld hoe gemeenten het onderzoek moeten uitvoeren. En dat cliënten zich kunnen laten helpen door een cliëntondersteuner. En dat een cliënt bezwaar en beroep kan aantekenen als hij het aanbod van de gemeente niet passend vindt. 9. De gemeente mag mijn persoonsgebonden budget (pgb) afpakken. Na onderzoek kunnen gemeente een cliënt een maatwerkvoorziening aanbieden. Een maatwerkvoorziening is een individuele voorziening. Voorbeelden zijn een woningaanpassing of specialistische dagbesteding. Mensen die een maatwerkvoorziening krijgen, kunnen kiezen voor een persoonsgebonden budget (pgb). Maar alleen als ze voldoen aan twee voorwaarden. De eerste is dat de cliënt het pgb goed moet kunnen beheren. De tweede is dat de cliënt met het pgb veilige en goede ondersteuning moet inkopen. 10. Gemeenten krijgen de beschikking over mijn medische dossier. Gemeenten krijgen geen medische dossiers te zien. De gemeente mag bijvoorbeeld alleen weten dát iemand een indicatie voor de nieuwe Wet langdurige zorg heeft. De gemeente krijgt niet te zien wát er in het dossier staat. De gemeente mag alleen gegevens bekijken als u daar toestemming voor geeft. En alleen als het voor uw aanvraag voor hulp belangrijk is. Bovendien hebben alle artsen, ook de huisarts, een medisch beroepsgeheim. Gemeenten krijgen gegevens om de juiste ondersteuning te kunnen regelen per cliënt. Het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) en zorgkantoren leveren een selectie van de indicatie en declaratiegegevens. Toestemming van de cliënt is voor deze overdracht niet nodig. Nadat uw gemeente uw gegevens heeft ontvangen kan de gemeente contact met u opnemen om bijvoorbeeld te praten over uw ondersteuning. De gemeente krijgt geen (medische) dossiers. Zijn die gegevens wel nodig voor een goede beoordeling van uw ondersteuningsbehoefte? Dan zal de gemeente u vragen die gegevens aan te leveren. Of uw toestemming vragen om die gegevens op te vragen bij bijvoorbeeld de aanbieder. Harry Fransen 7 PERSPECTIEF Samenstelling Cliëntenraden Colofon Centrale Cliëntenraad Hendrik Hartevelt, voorzitter Suzy Emanuels-Oomen, vice-voorzitter Roy Emanuels Harry Fransen Els Kokke Joop Mooren Jo Swinkels Redactie John van Burk Harry Fransen Ad Herrijgers Gerrie Kohler Els Kokke Nico Schreurs RCR Oost Harry Fransen, voorzitter Els Kokke, vice-voorzitter Leo van Hezik Gerrie Kohler Joop Mooren Jo Swinkels Snuffellid Anton Mulders RCR West Suzy Emanuels-Oomen, voorzitter Hendrik Hartevelt, vice-voorzitter Roy Emanuels Ad Herrijgers Wies van den Heuvel Jack de Regt Sonja Theuns Snuffellid René Geurts Bereikbaarheid Cliëntenraden Centrale Cliëntenraad [email protected] Tel. 06-23120656 (Hendrik Hartevelt, voorzitter) Regionale Cliëntenraad Oost [email protected] Tel. 06-12541089 (Cliëntenraadstelefoon) Regionale Cliëntenraad West [email protected] Tel. 06-19262572 (Cliëntenraadstelefoon) Facebookpagina: clientenraden.nkgroep Voor alle cliëntenraden geldt dat zij bereikbaar zijn via Nico Schreurs (ondersteuner) op 076-5236404 (maandag middag, dinsdag en donderdagmiddag) of 073-6849809 (woensdag en vrijdag) Drukwerk Bek Maakt Communicatie Postbus 46 5460 AA Veghel Redactieadres Novadic-Kentron t.a.v. Nico Schreurs Postbus 243 5260 AE Vught Mail: [email protected] Inleveren kopij Kopij voor het volgende nummer kan tot uiterlijk 15 december 2014 ingeleverd worden via het postvak van de cliëntenraad op de hoofdlocatie of per mail: [email protected] De redactie is verantwoordelijk voor de samenstelling van Perspectief. De auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van zijn artikel. Plaatsing van ingezonden artikelen en brieven kan niet gegarandeerd worden. Kijk ook op de nieuwe website van de Cliëntenraad: www.clientenraad.novadic-kentron.nl De Cliëntenraad van Novadic-Kentron laat naast de Perspectief ook een Nieuwsbrief verschijnen. Deze Nieuwsbrief is te vinden op de site van Novadic-Kentron (www.clientenraad.novadic-kentron.nl) Het is mogelijk Nieuwsbrief en Perspectief rechtstreeks via de mail te ontvangen. Daarvoor kun je je via mail aanmelden bij [email protected] 8
© Copyright 2024 ExpyDoc