Column Lamyae Aharouay

Ik kom uit een gezin met vijf dochters. Mijn zussen pakten het anders aan
dan ik. Zij besloten vroeg te trouwen, kinderen te krijgen en studeren nu
allemaal. Aan de universiteit.
Over twee maanden rondt mijn oudste zus haar Master Pharmacie af aan de
Universiteit van Utrecht. Is het knap? Die combinatie, kinderen, man, familie
en dan ook nog studeren? Zeker. Maar ambitie en doorzettingsvermogen
werden ons met de paplepel ingegoten.
Mijn moeder was 19 toen ze mijn vader trouwde en afreisde naar Nederland.
Ze vond het hier verschrikkelijk. Koud. Vreemd. Anders. Maar mijn moeder
was geen huisvrouw, geen typische in ieder geval. Is ze nog steeds niet.
Tuurlijk, ze deed het huishouden, maar zocht altijd naar iets om erbij te
doen. Een manier om zélf ook geld te verdienen, zelfstandig te worden.
Onafhankelijk vooral. Dus begon ze vanuit huis kleertjes te naaien voor wie
dat wilde.
Toen mijn vader thuis kwam te zitten omdat zijn lichaam kapot was van het
harde werken - gastarbeiders hadden het zwaar - werd mijn moeder
kostwinner. En ze voelde zich voldaan. Trots. Want ze was onafhankelijk.
Ik moet een jaar of 17 zijn geweest toen mijn moeder het tijd vond voor
zichzelf. Ze was er altijd voor mijn zussen en mij geweest, nu wilde zélf
studeren. Kennis opdoen. Over de wereld leren. Ze wilde dolgraag studeren.
Om meer te doen, en een voorbeeld te zijn voor haar dochters. En dus begon
ze een MBO studie. Ze sprak Nederlands, maar gebrekkig. Maar ze wilde het,
en doorzettingsvermogen lost de meeste problemen op, of maakt ze in ieder
geval ongeschikt aan ambitie. En het lukte haar. MBO Sociaal Pedagogisch
Medewerker. Als moeder van vijf, en op dit moment oma van zes, krijgt ze
maar geen genoeg van kinderen. (Ik doe het haar niet na). Is werken met
kinderen voor een vrouw rolbevestigend? Het kan haar niets schelen. Ze doet
waar ze van droomde, en dát vindt ze belangrijk.
Mijn moeder is mijn rolmodel. Altijd bezig om beter te worden. Een staaltje
doorzettingsvermogen om u tegen te zeggen. Mannen zijn niet de meetlat,
leerde zij mij. Het gaat erom dat JIJ kneitergoed bent in wat je doet. Je moet
zélf de meetlat zijn.
Ik wil graag de situatie hier in Nederland schetsen. Hoe gaat het met
gendergelijkheid in onze vrije, westerse samenleving?
Ons land staat op nummer 1 van de gendergelijkheidlijst van de Verenigde
Naties. We lopen voorop in het dichten van de kloof tussen gelijkheid
man/vrouw.
Volgens de VN is de helft van de vrouwen in Nederland economisch
zelfstandig.
Toevallig presenteerde het Centraal Bureau voor de Statistiek vandaag cijfers
over de inkomensverschillen tussen mannen en vrouwen. Wat blijkt: De
verschillen tussen wat mannen en vrouwen aan bruto-uurloon verdienen
worden langzaamaan kleiner. In 2008 bedroeg het verschil nog 20 procent, in
2012 was het iets minder dan 18 procent. Vrouwen van 25 tot 30 jaar
verdienden in 2012 per uur zelfs iets méér dan mannen. Dat komt omdat
vrouwen in die leeftijdsgroep gemiddeld iets hoger opgeleid zijn. In de andere
leeftijdscategorieën verdienen wij vrouwen nog wel minder. Bij 50- tot 55jarigen krijgen vrouwen per uur zelfs 24 procent minder betaald. Dit komt
onder meer doordat vrouwen vaker hun carrière onderbreken, of minder uren
gaan werken na de komst van kinderen.
Dit zijn cijfers over 2012. Het is 2014, we leven in een vrij, westers land en
dit is de situatie. Voor hetzelfde werk krijgen wij vrouwen ongeveer 18
procent minder. Als wij kinderen baren is de kans op evenveel verdienen als
iemand van de andere sexe significant kleiner.
En dan de lokale politiek. Daar zijn wij vrouwen sterk
ondervertegenwoordigd. Blijkt uit een onderzoek dat vorig jaar is afgerond
door Monique Leyenaar, hoogleraar vergelijkende politicologie aan de
Radboud Universiteit van Nijmegen.
Wat betreft het aantal vrouwelijke wethouders en burgemeesters lopen we
nog wat achter. Bij ons schommelt dat rond de 20% in andere landen tussen
de 30 en 40% In de landelijke politiek doen we het wel beter, daar staan we
in de top drie.
De reden ligt volgens Leyenaar bij het feit dat vrouwelijke deelname aan de
politiek geen geinstutionaliseerde norm is. En dat komt weer doordat onze
lokale politiek erg gefragmenteerd is. Lokale partijen bezitten tijdens
gemeenteraadsverkiezingen 25% van de gemeenteraadszetels, en juist die
partijen zetten vrouwen lager op de lijst.
Hoe komt dat? Wat helpt dan wel? Dit? Samen netwerken, vrouwen onderling
die ervaringen uitwisselen en elkaar vertellen hoe machteloos ze staan omdat
mannen de wereld rulen? Nee! Natuurlijk niet. We moeten ophouden met
praten over wat we missen, en wat we willen bereiken en wat ons belemmert
om dat te doen. We moeten stoppen met lullen en gewoon DOEN.
Laten we dit als voorbeeld gebruiken:
- Maar 1 op de 5 vrouwen is burgemeester, maar aan het roer van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten staat een vrouw.
- 57 van de 150 zetels in de Kamer zijn van een vrouw. en ook de
Kamervoorzitter is vrouw.
En wat jullie straks hopelijk na 19 maart bereiken is een stap in de goede
richting.
Begin in die raad.
Klim op tot wethouder.
Klim op tot burgemeester.
Tot voorzitter van alle burgemeesters.
Tot Kamerlid.
Tot fractievoorzitter.
Tot Minister.
Tot Minister-president.
Daar heb je geen andere vrouwen voor nodig. Daar helpt zo'n bijeenkomt je
niet mee. Dat doe je zelf. Door je tussen de mannen te gooien.