Arts van nu wil ook leven - Archief - TROUW

venster sluiten
Denk aan het milieu. Denk na voor je print!
Arts van nu wil ook leven
STIJN TIELEMANS
4-4-14 - 00:00
Werkdruk is voor medisch specialisten in opleiding steeds vaker een reden om te
stoppen. Dat toegeven betekent niet langer gezichtsverlies. 'Er is een verschuiving gaande
van roeping naar beroep.'
Het was haar sportschool die belde. Waarom ze al een half jaar niet kwam sporten, vroegen
ze. Pas toen besefte Liz Ellen Groot (33), op dat moment vijf jaar werkzaam als arts-assistent
gynaecologie en verloskunde, dat ze niets anders deed dan "gigantisch hard werken". "Mijn
leven bestond uit slapen, eten en werken. Alles voor dat ene einddoel: een plek als specialist.
Ik ben drieëndertig en alleenstaand. Dat komt grotendeels doordat ik zo hard heb gewerkt: ik
was te moe of moest werken, waardoor ik geen tijd had voor een relatie. Dat heeft gezorgd
voor stagnatie in mijn leven - in mijn plannen zou ik nu al lang kinderen hebben. Vaak maakte
ik dagen van half acht 's ochtends tot acht uur 's avonds, soms ook in het weekend. Het was
knetterhard werken, maar wel de norm, dus ik ging erin mee. Omdat ik mijn werk zo leuk vond
en geen partner heb, vond ik dat ik geen goede reden had om 'nee' te zeggen tegen het ruilen
van een weekenddienst met een collega. Ik zag niemand meer, zelfs vriendinnen niet."
Groot liep ook vast op de ziekenhuiscultuur. De sterke hiërarchie met bazen "op een enorm
voetstuk". De ellebogencultuur onder 'aiossen' (basisartsen in opleiding tot medisch
specialist), die zich ten koste van collega's op de voorgrond plaatsen om op te vallen.
"Eigenlijk is het een heel raar werkmilieu. Continu moest ik mijzelf profileren: altijd maar met
je hand omhoog staan en zwaaien. Heel vervelend. Wanneer de baas de afdeling op kwam,
probeerde iedereen op te vallen. De competitie was gigantisch, waardoor het vertrouwen in
collega's niet altijd optimaal was. Omdat ik daar niet aan meedeed, was ik geïsoleerd en
alleen."
Groot besloot haar contract bij het Erasmus Medisch Centrum niet te verlengen en ging op
vakantie. In eerste instantie tot ongeloof van haar collega's, die vonden dat ze haar toekomst
vergooide. "Maar toen collega's ongestoord met mij konden praten, vertelden ze dat ze het zelf
ook zwaar hadden en dat ze mijn stap moedig vonden. Zelfs een stafarts - een
superspecialist - vond het niet te doen om zijn baan te combineren met zijn vrouw en kind. Je
werkt met oogkleppen op, de stap om ermee op te houden is enorm. Afhaken wordt gezien
als falen en is daarom geen optie."
Sinds 2012 werkt Groot als arts verzekeringsgeneeskunde bij het UWV in Den Haag en is ze
in opleiding tot verzekeringsarts.
Hoge werkdruk
Stopte een basisarts in opleiding voorheen vaak vanwege een verkeerd beeld van het
specialisme, of gezondheidsproblemen, nu is de hoge werkdruk steeds vaker een reden om
op te houden met de specialisatie. Toegeven dat de hoge werkdruk te veel wordt, is niet
langer gezichtsverlies.
De aios van nu ziet zijn baan als beroep en steeds minder als roeping, bemerkt arts Lodewijk
Schmit Jongbloed, die dit jaar hoopt te promoveren op arbeidstevredenheid onder artsen.
"Werkweken van zestig uur of meer hoorden bij die roeping. De opvatting was lange tijd: een
goede dokter verlaat zelden of nooit het ziekenhuis. Die medisch specialist woonde naast het
ziekenhuis, werkte zestien uur per dag en liep in het weekend nog even visite. Voor een
roeping zet je alles opzij. Bij een beroep ben je minder bevreesd om iets anders te zoeken."
Van 2008 tot februari 2014 was Feikje Wesseldijk (34) in opleiding tot anesthesist. "De
verantwoordelijkheid en het altijd maar alert moeten zijn, kostten mij veel energie. Ik was niet
meer mijzelf, zowel thuis als op mijn werk. Nu heb ik niet meer te maken met situaties op de
grens van leven en dood. Ook het grootschalige en onpersoonlijke van een ziekenhuis vond
ik minder prettig."
De komst van twee kinderen, gecombineerd met een partner die veel in het buitenland is, gaf
voor Wesseldijk de doorslag om te stoppen. In haar ziekenhuis had ze weinig collega's om
haar overpeinzingen mee te delen. "In een wereld van leven en dood is twijfel funest. Om de
vakgroep te beschermen is het niet de bedoeling dat je die onzekerheid laat zien, dat krijg je
ook te horen bij een beoordelingsgesprek. Mijn hoogleraar had nog nooit meegemaakt dat
een aios stopt."
"Tijdens mijn co-schappen mocht ik niks, alleen zitten en de rotklusjes opknappen. Toen
twijfelde ik al, maar ik rolde toch de anesthesie in. Totdat ik er op een gegeven moment zo
diep in zat, dat het beklemmend werkte. Je zit in een trechter waardoor je geen perspectief
meer ziet. Na een jaar op de intensive care, met een vreselijk rooster, besloot ik dat ik het
belangrijker vond om ook een privéleven te hebben." Sinds een paar weken zijn Wesseldijk
en De Groot collega's bij het UWV.
Leuk leven
Van de aiossen die het Carrièrecentrum voor Artsen begeleidt, vindt 85 procent dat de
verhouding tussen hun werk en privéleven scheef loopt, merkt directeur Loes van der Linden.
"De aios van nu wil vooral een fijn en leuk leven, in plaats van veel salaris, status en invloed.
Het harde werken, de opleidingsactiviteiten en een begeleider die hen voor het eerst
beoordeelt op het werkgebied waarin ze later actief zullen zijn, wordt hen te veel. Daar komen
de aiossen achter tijdens het draaien van onregelmatige dag- en nachtdiensten. Hun leven is
in die fase van hun carrière erg druk, ook met jonge kinderen of de komst er van."
Aiossen hebben het gevoel dat zij worden geleefd, weet onderzoeker Schmit Jongbloed. Uit
ander onderzoek blijkt dat twintig procent last heeft van burn-outverschijnselen; twee keer zo
veel als onder doorsnee werkend Nederland. "Dat geeft aan hoe groot de druk op de aios is.
Schrikbarend", vindt Van der Linden. Schmit Jongbloed: "Aiossen zijn vaak perfectionistisch,
willen als zorgverlener aardig gevonden worden en kunnen moeilijk 'nee' zeggen, waardoor
ze het idee hebben dat hun werk nooit af is. 'Ik lever 's ochtends mijn persoonlijkheid in bij de
portier en die krijg ik pas 's avonds bij het naar huis gaan weer terug', krijg ik te horen.
Officieel is de werkweek begrensd tot achtenveertig uur, maar wat doe je als een collega een
ziek kind thuis heeft en vraagt of je zijn avonddienst wil overnemen?"
Liz Ellen Groot (l) en Feikje Wesseldijk werken nu bij het UWV, na te zijn gestopt met de
opleiding tot medisch specialist.
De Persgroep Digital. Alle rechten voorbehouden.