1. De vreugde van het Evangelie: gave en oproep

1. De vreugde van het Evangelie: gave en oproep
Paus Franciscus
Montfort
en
"Ik heb haar bemind en gezocht vanaf mijn jeugd, ik
heb haar tot bruid proberen te werven."
3. Ik nodig iedere Christen uit, waar hij ook is en
in welke situatie hij zich ook bevindt, vandaag
nog zijn persoonlijke ontmoeting met Jezus
Christus te hernieuwen of minstens de beslissing
te nemen zich door Hem te laten ontmoeten,
Hem elke dag onophoudelijk te zoeken.
Wie de grote schat die de Wijsheid is, wil
verkrijgen, moet haar zoeken zoals Salomo: 1° al
heel vroeg en als het kan zelfs van kindsbeen af; 2°
met een geestelijke en zuivere instelling, zoals een
kuise bruidegom zijn bruid; 3° aanhoudend, tot hij
haar eindelijk verkregen heeft. Het lijdt geen twijfel:
de eeuwige Wijsheid houdt zoveel van de mensen
dat Zij hen huwt, een geestelijk maar echt huwelijk
met hen aangaat, waarvan de wereld geen weet
heeft. (LEW 54)
I. Vreugde die wordt vernieuwd
meegedeeld [2-8]
Ik benadruk het nogmaals: God wordt nooit moe
te vergeven, wij zijn het die moe worden om zijn
barmhartigheid te vragen.
6. Ik erken echter dat men niet in alle, soms zeer
moeilijke fases en omstandigheden van het leven
op dezelfde wijze vreugde beleeft. Zij past zich
aan en verandert en blijft altijd als een straal
licht die voortkomt uit de persoonlijke zekerheid
boven alles oneindig bemind te worden.
7. Ik kan zeggen dat de mooiste en meest
spontane vreugde die ik in de loop van mijn
leven heb gezien, die van zeer arme mensen is
die weinig hebben om zich aan vast te klampen.
8. Het lukt ons ten volle menselijk te zijn,
wanneer wij meer dan menselijk zijn, wanneer
wij God toestaan ons boven onszelf uit te tillen
zodat wij ons meest ware wezen bereiken.
II. De zoete en sterkende vreugde van het
evangeliseren [9-13]
10. Immers, wie het meest de mogelijkheden van
het leven uitbuiten, zijn zij die de veilige oever
verlaten en hartstocht opvatten voor de zending
om de anderen het leven mee te delen.
De eeuwige nieuwheid (11-13)
12. De ware nieuwheid is die welke God zelf op
mysterieuze wijze tot stand wil brengen, die
welke Hij ingeeft, die welke Hij teweegbrengt,
die welke Hij richting geeft en op duizend
“Altijd op mijn qui-vive, altijd op doornen en
scherpe stenen ben ik als een bal in een kaatsspel:
nauwelijks heeft men hem naar de ene kant
geworpen of hij wordt naar de andere kant
gesmeten, met een harde slag. Dat is het lot van een
arme zondaar. Zodoende heb ik, nog geen moment
rust gekend, sinds ik dertien jaar geleden SaintSulpice heb verlaten. En toch, lieve zus, prijs God
voor mij, ik ben immers tevreden en blij te midden
van mijn lijden en ik geloof niet dat er op aarde iets
zoeters bestaat voor mij dan het bitterste kruis,
wanneer het gedompeld is in het bloed van de
gekruisigde Jezus en in de melk van zijn goddelijke
Moeder.” (Br 26, aan Guyonne-Jeanne, 13)
“Dierbare dochters in Jezus Christus (...), Gij doet
weliswaar veel goed in uw eigen streek, maar gij
zult dit nog veel meer doen in een vreemde streek.
Wij zien immers dat vanaf Abraham tot Jezus
Christus, en van Jezus Christus tot onze tijd, God
zijn grootste dienaars uit hun land heeft weggehaald
(…) Ik weet dat gij moeilijkheden zult moeten
overwinnen, maar het is noodzakelijk dat een
onderneming, zo eervol voor God en zo heilzaam
voor de naaste, bezaaid wordt met doornen en
kruisen.. Wanneer men niets waagt voor God zal
men nooit iets groots voor hem tot stand brengen.”
(Br 27, aan Marie-Louise and Catherine Brunet,
1715)
[Montfort] vertelde me dat de mensen die ik hem
wijzen begeleidt.
III. De nieuwe evangelisatie voor het
doorgeven van het geloof [14-18]
14. Allen hebben er recht op het Evangelie te
ontvangen. De Christenen hebben de plicht het
te verkondigen zonder iemand uit te sluiten, niet
als iemand die een nieuwe verplichting oplegt,
maar als iemand die een vreugde deelt, wijst op
een mooie horizon, een begerens-waardig
gastmaal aanbiedt. De Kerk groeit niet door
proselitisme, maar “door aantrekkings-kracht”.
15. “Wij kunnen niet passief afwachtend blijven
zitten in onze kerken”; het is noodzakelijk “dat
men van een louter conser-vatieve pastoraal
overgaat op een beslist missionaire pastoraal”.
✔ Om te onthouden:
voorstelde als modellen van wijsheid, mensen
waren die verborgen bleven in hun huis, dat ze in
vrede beheerden. Ze hadden immers niets nieuws te
verwezenlijken, alleen maar de voetstappen en de
gewoonten te volgen van wie hen waren
voorgegaan. Maar zo was het niet met
missionarissen en apostolische mensen. Die hadden
altijd iets nieuws te ondernemen (…) Uiteraard
deden ze dan van zich spreken en ondervonden ze
afkeur bij menigeen. Ten slotte, als het een blijk van
wijsheid zou zijn niets nieuws voor God te doen,
niets voor zijn eer te ondernemen, uit vrees om over
de tong te gaan, zouden de apostelen ongelijk
hebben gehad met hun vertrek uit Jerusalem. Dan
hadden ze zich moeten opsluiten in het cenakel.
(Blain 336-337)
✔ Om te doen:
✚ Slotgebed ✚
Uit het evangelie van Lucas
Hij kwam ook in Nazaret, waar hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging hij op sabbat naar
de synagoge. Toen hij opstond om voor te lezen, werd hem de boekrol van de profeet Jesaja
overhandigd, en hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat: “De Geest van de Heer rust op
mij, want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om
onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.” Hij rolde de
boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de
synagoge waren op hem gericht. Hij zei tegen hen: “Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in
vervulling horen gaan”. (Lc 4:16-21)
– Korte stilte, tientje van de rozenkrans
– slotaanroeping:
Lof zij u, Heer Jezus, heel uw leven is Goed Nieuws voor onze wereld. Maak van ons missionarissen in
wie dat Evangelie gestalte krijgt.