Inkoopbeleid Kraamzorg 2015 (pdf)

Inkoopbeleid Kraamzorg 2015
In 2015 onderscheidt Achmea opnieuw drie contracttypen: het basiscontract, het intensief contract en het pluscontract. Het onderscheid in
contracttype wordt bepaald door de mate waarin kraamzorgorganisaties participeren in en samenwerken met andere disciplines binnen de
keten geboortezorg. Hieronder zijn de belangrijkste uitgangspunten van het Kraamzorgbeleid 2015 en ook de belangrijkste wijzigingen ten
opzichte van 2014 beschreven. Aansluitend zetten wij de hieruit voortvloeiende inkoopvoorwaarden Kraamzorg 2015 op een rij.
Ketensamenwerking
Achmea blijft net als in voorgaande jaren verdere ketensamenwerking stimuleren.
• Achmea hanteert bij alle ketenpartners (kraamzorg, verloskundige praktijken en ziekenhuizen) dezelfde contracteervoorwaarden
met betrekking tot ketensamenwerking.
• Daarnaast wil Achmea taakherschikking en de inzet van kraamzorg in de keten versterken via het max-max tarief. Hier leest u
meer over op pagina 4 onder het kopje ‘max-max tarieven’.
Kwaliteit
Er zijn verscherpte en nieuwe instapvoorwaarden opgenomen waar alle kraamzorgorganisaties aan moeten voldoen om in aanmerking
te komen voor een contract. Hiermee willen wij de kwaliteit van zorg voor onze verzekerden verder vergroten, zie pagina 2.
Klanttevredenheidscijfer (KTO-cijfer)
Het KTO-cijfer wordt in 2015 niet meer als differentiërend onderdeel voor een intensief of pluscontract gehanteerd. Het KTO-cijfer wordt
een instapvoorwaarde: de kraamzorgorganisatie dient minimaal een KTO-cijfer van 7,5 te behalen om in aanmerking te komen voor een
overeenkomst. Indien er geen 7,5 wordt behaald, dan wordt niet gecontracteerd. Als er een overeenkomst wordt afgesloten, dan wordt het
KTO-cijfer als keuze-informatie voor de klant via de zorgzoeker op onze websites gecommuniceerd.
Thuisintake/geïntegreerd huisbezoek met de verloskundige
De kraamzorgorganisatie kan een (1) thuisintake per zwangerschap declareren. De intake aan huis wordt uitgevoerd in de situaties die
beschreven staan in het LIP, zoals bij een eerste zwangerschap. Daarnaast kan een thuisintake ook plaatsvinden wanneer de kraamzorg­
organisatie dit noodzakelijk vindt.
Gepast gebruik
Achmea wil gepast gebruik van (kraam)zorg stimuleren. Daarom gaan wij meer letten op doelmatige inzet van kraamzorguren.
Hoewel er doelgroepen zijn waar de zorg uitgebreider zou moeten (denk aan achterstandswijken waar het gemiddeld aantal uren kraam­
zorg vaak onder de 24 uur ligt), heeft Achmea veel verzekerden die meer zorg afnemen dan de LIP-norm (meer dan 49 uur). Onze relatie­
managers zullen in 2015 tien kraamzorgorganisaties bezoeken die het meest afwijken van het gemiddelde aantal kraamzorg­uren per klant.
Herindicaties
In 2015 verhoogt Achmea de controle op de geldigheid van het afgeven van herindicaties. De verloskundige stelt vast of er een medische
indicatie is waarvoor extra uren kraamzorg noodzakelijk zijn. Indien een medische indicatie aanwezig is, dan wordt hiervoor getekend
door de verloskundige. In 2015 controleren we of de herindicatie terecht is afgegeven en is ondertekend door de verloskundige. Bij niet-goed
geregistreerde of onterecht afgegeven herindicaties wordt het teveel aan betaalde kraamzorguren teruggevorderd.
Nieuwe kraamzorgorganisaties
180100453 (D)
Nieuwe aanbieders van kraamzorg hebben één maal per jaar de gelegenheid om een contract aan te gaan met Achmea, en wel tijdens de
contracteerperiode van augustus tot oktober. Tussentijds worden geen nieuwe contracten aangegaan.
Bij een overname van een of meer kraamzorgorganisaties eindigt de overeenkomst van rechtswege per datum overname, overgang. Dit
geldt ook voor een faillissement. In geval van een doorstart na een faillissement is er nooit sprake van voortzetting van de overeenkomst
zoals deze gold met de kraamzorgorganisatie die failliet is gegaan. Er dient te allen tijde een nieuwe overeenkomst, op een nieuwe AGBcode, in overleg en met toestemming van Achmea, te worden gesloten. Achmea is nimmer verplicht om gedurende een contracteerperiode
met een andere, een nieuwe zorgaanbieder een overeenkomst te sluiten.
Voorwaarden Kraamzorg 2015
Instapvoorwaarden
Voor alle kraamzorgorganisaties die Achmea contracteert gelden de volgende set instapvoorwaarden voor veilige, doelmatige en goede
kraamzorg. De instapvoorwaarden worden gehanteerd als minimale voorwaarden om in aanmerking te komen voor een overeenkomst met
Achmea. Deze voorwaarden worden net als in andere jaren uitgevraagd via het portaal.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De kraamzorgorganisatie voldoet aan de Basiskwaliteitseisen kraamzorg.
e kraamzorgorganisatie voldoet aan de Algemene leveringsvoorwaarden kraamzorg en publiceert dit op haar website.
D
De kraamzorgorganisatie hanteert het Landelijk Indicatie Protocol Kraamzorg (LIP).
De kraamzorgorganisatie houdt zich aan de Zorgbrede Governance Code.
De kraamzorgorganisatie is HKZ of ISO-gecertificeerd gedurende het gehele contractjaar en publiceert dit op haar website.
De kraamzorgorganisatie hanteert voor haar personeel de Arbeidstijdenwet, de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) Verzorging en
de normen en waarden van goed werkgeverschap zoals die in de branche overeengekomen en gebruikelijk zijn.
De kraamzorgorganisatie is aangesloten bij een brancheorganisatie.
De kraamzorgorganisatie streeft naar de totstandkoming van vastgelegde samenwerkingsafspraken onderling en met JGZ in 2015.
De kraamzorgorganisatie biedt zorggarantie in een vooraf overeengekomen werkgebied op basis van postcodes; een aannamestop is
alleen mogelijk wanneer de vraag hoger is dan de reguliere capaciteit. Bij capaciteitsproblemen wordt in overleg getreden met
kraamzorgaanbieders in de regio. Als er onvoldoende oplossingsmogelijkheden zijn voor het capaciteitstekort, dan wordt dit onmiddellijk
gemeld aan Achmea.
De kraamzorgorganisatie garandeert de continuïteit van kraamzorg ook tijdens vakanties en feestdagen.
De kraamzorgorganisatie biedt ook zorggarantie van het wettelijk minimum van 24 uur over 8 dagen voor verzekerden die zich na de
vijfde maand zwangerschap hebben aangemeld.
Partusassistentie is 24/7 binnen één uur na oproep van de verloskundige gegarandeerd.
De kraamzorgorganisatie voert minimaal 100 kraamverzorgingen (= Achmea verzekerden + verzekerden van andere zorgverzekeraars)
per jaar uit.
De kraamzorgorganisatie heeft een klanttevredenheidscijfer (KTO) van een 7,5 of hoger. Nieuwe kraamzorgorganisaties bouwen binnen
het eerste contractjaar een KTO-cijfer op.
De kraamzorgorganisatie stimuleert gezond gedrag door de app ‘Slimmerzwanger’ bij inschrijving onder de aandacht van de klant
te brengen en er op de website naar te verwijzen.
De kraamzorgorganisatie levert kwaliteitsindicatoren aan via een webportal bij het Kwaliteitsinstituut conform de kwaliteitsparagraaf
van het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording.
De kraamzorgorganisatie heeft een percentage geslaagde borstvoeding van minimaal 85% (conform definitie Kwaliteitsindicatoren
Kraamzorg – voorheen ZiZo): Minimaal 85% van de kinderen dat op de eerste verzorgingsdag thuis volledige borstvoeding krijgt en dat
op de laatste verzorgingsdag ook nog krijgt. Voor nieuwe kraamzorgorganisaties geldt deze voorwaarde zodra deze zorginhoudelijke
indicator berekend kan worden over het eerste verslagjaar.
Bij de inzet van vervroegde partusassistentie bij een thuisbevalling en indien mogelijk in het ziekenhuis en/ of geboortecentrum, hebben
de VSV-partners gezamenlijke afspraken gemaakt op basis van het Kwaliteitskader vervroegde partusondersteuning kraamverzorgenden.
Hierin is in elk geval opgenomen:
- inhoud en vorm van de overdracht van de verloskundige aan de kraamverzorgende bij een vroegtijdige inzet.
- deze overdracht bevat ook de belinstructies van verloskundige aan Kraamverzorgende: bij welke signalen tijdens de baring de
kraamverzorgende contact opneemt met de verloskundige.
De kraamzorgorganisatie maakt in 2015 ten minste een (1) aantoonbare verbeterafspraak gebaseerd op de resultaten van de CQ-index en/
of KTO-rapportage.
Minimaal 80% van de kraamverzorgenden werkzaam voor de kraamzorgorganisatie staat op 1 januari 2015 ingeschreven in het
kwaliteits­register bij het Kenniscentrum Kraamzorg.
De kraamzorgorganisatie hanteert het protocol ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’.
Ketensamenwerking
De ketensamenwerkingsverbanden zijn gericht op de organisatie en begeleiding van het complete proces van geboortezorg voor de cliënt door
alle betrokken zorgverleners (verloskundigen (1e en 2e lijns), gynaecologen en kraamzorg) en heeft tot doel de uitkomsten geboortezorg te
verbeteren.
Zoals gezegd is het onderscheid in de contracttypen (basis, intensief of plus) gelegen in de mate waarin de kraamzorgorganisatie participeert
in en samenwerkt met andere disciplines binnen de keten geboortezorg. Uit het aantal criteria waar de kraamzorgorganisatie aan voldoet
volgt het contracttype en het tarief voor vergoeding van de geleverde zorg (zie tabel op pag. 3). Het betreft de volgende criteria:
Criteria
1) De kraamzorgorganisatie participeert aantoonbaar in het VSV.
Er wordt gestreefd naar een gelijkwaardige vertegenwoordiging van de 3 partijen kraamzorg, 1e en 2e lijns verloskunde in het VSV-bestuur
vòòr 1 januari 2016.
Document dat hiervoor aangeleverd dient te worden: een gedateerd convenant of samenwerkingsovereenkomst in PDF met daarop de
namen en handtekeningen van alle partijen.
2) De kraamzorgorganisatie verstuurt klantgegevens naar overige VSV-partners en zorgt voor digitale gegevensoverdracht, bijvoorbeeld via
zorgmail, per 1 januari 2015. De VSV-partners hebben gezamenlijke afspraken over eenduidige gegevensoverdracht en werken volgens
deze afspraken.
Document dat hiervoor aangeleverd dient te worden: een gedateerde overeenkomst en/of protocol waarin vermeld staat via welke route
gegevensoverdracht plaatsvindt en welke VSV-partners zijn aangesloten.
3) De kraamzorgorganisatie levert partusassistentie in het ziekenhuis en /of geboortecentrum bij fysiologische bevallingen.
Document dat hiervoor aangeleverd dient te worden: door de betrokken partijen ondertekend protocol inzet partusassistentie in PDF.
4) De kraamzorgorganisatie heeft schriftelijke afspraken met ziekenhuizen en/of geboortecentrum in het VSV over postpartum naadloos
aansluitende nazorg door de kraamzorg 24x7 en bereikbaarheid voor vragen.
Document dat hiervoor aangeleverd dient te worden: schriftelijke afspraken in VSV-verband over 24x7 aansluitende nazorg en
bereikbaarheid voor vragen. Schriftelijke afspraken worden in PDF aangeleverd en er is informatie voor de klant via de website
beschikbaar.
5) De kraamzorgorganisatie beschikt over een ketenprotocol ‘Omgaan met pijn’ van het VSV. In het document staat beschreven hoe met
behulp van voorlichting, counseling en screening van angst/pijnbeleving in de zwangerschap, gewerkt kan worden aan verwachtingen van
de klant, angstreductie en pijnstilling op maat. De kraamzorg kan, naast haar ondersteunende rol tijdens de baring, ook in de
zwangerschap (bij de telefonische intake en/of een huisbezoek en/of een voorlichtingsbijeenkomst samen met de verloskundige en
gynaecoloog) een rol in dit onderdeel van de zorg spelen.
Document dat aangeleverd dient te worden: het protocol in PDF benoemt alle vormen van mogelijke pijnverlichting tijdens alle fases
van de baring en geeft aan welke professional (kraamzorg, eerste- en/of tweedelijns verloskundige, gynaecoloog) op welk moment de
gewenste expertise en ondersteuning kan leveren1.
De kraamzorgorganisatie informeert haar klanten op haar website over de afspraken uit het pijnprotocol en de rol van de kraamzorg
daarin.
Contractvormen en tarieven
Uit het aantal criteria waar de kraamzorgorganisatie aan voldoet, volgt behalve het contracttype ook het tarief voor vergoeding van
de geleverde zorg. Achmea contracteert en kent een contracttype toe met inachtneming van de maximum NZa tarieven 2015.
De tariefsdifferentiatie wordt toegepast op de prestatie kraamzorg en partusassistentie (per uur).
Kraamzorgorganisatie voldoet minimaal aan:
Contracttarief
Type overeenkomst
Instapvoorwaarden
95% NZa tarief 2015
Basis
Criteria 1 op ketensamenwerking
95% NZa tarief 2015
Basis
2 van de 5 criteria op ketensamenwerking
97% NZa tarief 2015
Intensief
3 vd 5 criteria op ketensamenwerking
98% NZa tarief 2015
Intensief
4 vd 5 criteria op ketensamenwerking
99% NZa tarief 2015
Plus
5 vd 5 criteria op ketensamenwerking
100% NZa tarief 2015
Plus
Instapvoorwaarden én:
Overige prestaties
Bij de overige prestaties: inschrijving, intake en toeslag per partusassistentie vindt geen tariefsdifferentiatie plaats.
Prestaties
Tarief NZa 2015
Per intake (thuis)
100% max. NZa tarief
Per intake (telefonisch)
100% max. NZa tarief
Per partusassistentie (toeslag)
100% max. NZa tarief
Per inschrijving
50% max. NZa tarief
1Vragenlijst angstscore bij de intake; vroege en late voorlichting in de zwangerschap; coaching tijdens de zwangerschap; continue
begeleiding tijdens de baring; warm water; massage; steriel waterinjecties; Remifentanyl; Entonox; epiduraal anaesthesie; spinaal
anaesthesie, middelen oplopend in mate van invasiviteit.
Betaalovereenkomst
Wanneer de kraamzorgorganisatie niet voldoet aan de instapvoorwaarden, komt deze niet in aanmerking voor een contract. Het is dan wel
mogelijk een betaalovereenkomst met ons te sluiten. Hierdoor is het mogelijk, ondanks het ontbreken van een Kraamzorgovereenkomst,
rechtstreeks te declareren bij Achmea.
Let op: De betaalovereenkomst heeft dus alleen betrekking op het declaratieproces. De regels voor niet gecontracteerde zorg gelden dan,
wat inhoudt dat een vergoeding plaatsvindt conform de polisvoorwaarden. De betreffende kraamzorginstelling dient de verzekerden hier
voorafgaand aan de verlening van zorg uitdrukkelijk op te attenderen.
Max-max tarieven
Achmea wil de inzet van kraamzorg in de keten en de inzet van kraamzorg aan specifieke doelgroepen en vernieuwende zorg versterken.
Daarom wordt in 2015 invulling gegeven aan het max-max tarief via de 4 volgende modules:
1. kraamzorg in achterstandswijken;
2. een kraamverzorgende-plus met extra specialisaties;
3. geïntegreerde voorlichting;
4. een geïntegreerd huisbezoek.
Specifieke voorwaarden om in aanmerking te komen voor het max-max tarief, worden per module benoemd. De totale toeslag bedraagt
maximaal 10% op de prestaties kraamzorg.
Module 1. Kraamzorg in achterstandswijken
Levert de organisatie kraamzorg aan verzekerden woonachtig in achterstandswijken (op basis van de postcodelijst zoals vastgesteld door de
NZa) dan is het onder voorwaarden mogelijk om in aanmerking te komen voor het achterstandswijktarief. De systematiek die Achmea
hanteert is afgeleid van de toeslag die bij huisartsen en verloskundigen geldt bij achterstandswijken, waarbij de huisarts of verloskundige een
hoger tarief bij een verzekerde krijgt die woonachtig is in een achterstandswijk. Net als bij huisartsen en verloskundigen is het inschrijfadres in
de Gemeentelijke Basisadministratie voor persoonsgegevens (GBA) (ten tijde van de levering van de zorg) leidend bij het bepalen of er recht is
op het achterstandstarief kraamzorg.
Voorwaarden
• De kraamzorgorganisatie heeft een specifiek doelgroepenbeleid voor in ieder geval klanten van niet-Westerse afkomst en/of lage SES.
Bij het doelgroepenbeleid letten we minimaal op de punten:
- Er een specifieke intake gericht op deze doelgroep;
- Er is specifieke voorlichting over kraamzorg voor deze doelgroep;
- Het personeel heeft specifieke scholing ontvangen.
• De kraamzorgorganisatie informeert de betreffende klant onder andere op haar website.
Achmea kan dit specifieke doelgroepenbeleid opvragen.
Tarief Module 1
De toeslag bedraagt 5% op het gecontracteerde tarief op de prestatie kraamzorg en partusassistentie per uur voor de verzekerde die
woonachtig is in een achterstandswijk.
Module 2. Kraamverzorgende Plus
Door middel van het inzetten van een kraamverzorgende plus, een kraamverzorgende met extra specialisaties, kunnen kraamvrouwen vanuit
het ziekenhuis eerder naar huis en thuis van de juiste adviezen en zorg worden voorzien. Het doel van deze module is om de ligduur in het
ziekenhuis te verkorten. Deze specialisatie ligt op niveau 3+. Kraamverzorgenden kunnen zich op verschillende gebieden specialiseren:
- zorg na Sectio Caesaria (Sectio)
- zorg bij een kraamvrouw met katheter
- zorg voor een kraamvrouw met SSRI
Zorg na een Sectio
Op dit moment dient een kraamvrouw na een Sectio standaard 72 uur in het ziekenhuis te blijven. Wanneer een kraamverzorgende
gespecialiseerd is in de zorg na een sectio kan het verblijf van de kraamvrouw in het ziekenhuis verkort worden tot 48 uur. Zij kan dan thuis in
haar eigen omgeving verzorgd worden.
Zorg bij een kraamvrouw met katheter
De kraamverzorgende heeft extra scholing gehad in het omgaan met een kraamvrouw met katheter. Hierdoor kan de kraamverzorgende de
kraamvrouw beter voorzien van zorg door middel van de juiste kennis en adviezen. Eerder ontslag uit het ziekenhuis is hierdoor mogelijk.
Zorg bij een kraamvrouw met SSRI
Er wordt extra begeleiding gegeven aan de kraamvrouw met depressieve klachten tijdens de zwangerschap en/of vrouwen die tijdens de
zwangerschap of in het verleden antidepressiva uit de groep’Selective Serotonin Reuptake Inhibitors’ (SSRI) hebben gebruikt. SSRI’s kunnen
effecten hebben op de pasgeborene. Deze kraamvrouw dient nu 48 uur ter observatie in het ziekenhuis te blijven. Wanneer een
kraamverzorgende is bijgeschoold betreffende SSRI en de effecten daarvan op de kraamvrouw en de pasgeborene, kunnen de kraamvrouw
en de pasgeborene mogelijk na 24 uur naar huis. De kraamverzorgende kan de kraamvrouw voorzien van de juiste adviezen en zorg, en kan
via de verloskundige extra zorg inschakelen op de momenten dat dit nodig is.
Voorwaarden
• In het VSV zijn afspraken gemaakt over zorg na Sectio, zorg bij een kraamvrouw met katheter en/of zorg bij een kraamvrouw met gebruik
van SSRI. Er zijn hiertoe multidisciplinaire protocollen opgesteld.
• Kraamverzorgenden zijn hiervoor opgeleid op minimaal niveau 3+.
• Kraamverzorgenden registeren hun specialisaties in het kwaliteitsregister bij het Kenniscentrum Kraamzorg.
• De kraamzorgorganisatie voert een nulmeting uit bij de start van het project en een effectmeting in september 2015. Van elk kraambed
worden de effecten op de ligduur, de uitkomst van zorg en de tevredenheid van de kraamvrouw gemeten. Deze resultaten bespreekt de
kraamzorgorganisatie met de relatiemanager.
Tarief Module 2
De toeslag bedraagt 5% van het gecontracteerde tarief bovenop de prestatie kraamzorg per uur. De systematiek die Achmea hanteert, is dat
de opslag gedeclareerd kan worden op indicatie, dus alleen bij een verzekerde waar deze specifieke zorg op van toepassing is.
Module3. Geïntegreerde voorlichting
Het doel van deze module is dat zwangeren en kraamvrouwen samen komen en vanuit de kraamzorgorganisatie (geboortecoach) extra en
meer uitgebreide voorlichting krijgen tussen 20 weken zwangerschap tot de bevalling. Dit alles gebeurt groepsgewijs: er is meer tijd om dieper
op bepaalde onderwerpen in te gaan en de vrouwen kunnen onderling kennis en ervaring uitwisselen. Deze voorlichting gaat over voeding,
leefstijl en opvoeden. Op deze manier kan meer begeleiding gegeven worden aan specifieke doelgroepen, zoals asielzoekers, licht verstandelijk
beperkte vrouwen, vrouwen met obesitas, tienermoeders, alleenstaande moeders of vrouwen die gebruik maken van drugs of alcohol.
Door voorlichting op deze manier te organiseren kan de drempel om zorg te vragen verlaagd worden, de verbinding met JGZ wordt kleiner
en door de voorlichting worden de (aanstaande)moeders en de zuigelingen behoed voor medicalisering.
Extra contactmomenten van de zwangere en de kraamvrouw kunnen plaatsvinden in bijvoorbeeld een geboortecafé of er kan aansluiting
worden gezocht bij Centering Pregnancy en/of Centering Parenting
Voorwaarden
• Er vindt geïntegreerde voorlichting plaats. Minimaal verloskundige, kraamzorgconsulent en JGZ zijn betrokken. De afspraken zijn
schriftelijk vastgelegd.
• De voorlichting vindt groepsgewijs plaats. De voorlichting bestaat uit minimaal uit twee bijeenkomsten van minimaal 1 ½ uur.
• Het gaat om voorlichting en indien van toepassing, toeleiding naar zorg.
• Er is een sociale kaart opgesteld en er zijn (regie)afspraken over begeleiding en hulp in samenwerking met alle betrokken partners
waaronder verloskundigenpraktijk, ziekenhuis, JGZ/ CJG en de huisarts.
• De schriftelijke afspraken over de invulling en voor welke groepen geïntegreerde voorlichting wordt gegeven, worden voor 1 oktober 2014
aangeleverd via [email protected]. Op basis van deze schriftelijke afspraken wordt bepaald of de kraamzorg­
organisatie in aanmerking komt voor vergoeding.
• De kraamorganisatie levert voor 1 oktober 2015 de evaluatie van deze zorg aan de relatiemanager.
Tarief Module 3
Voor de betreffende groepen cliënten kunnen twee kraamzorguren worden gedeclareerd. Deze uren vallen binnen het aantal geïndiceerde
uren volgens het LIP.
Module 4. Geïntegreerd huisbezoek
Er wordt een geïntegreerd huisbezoek afgelegd bij de zwangere rond de 32 weken, doch uiterlijk vóór de 34e week van de zwangerschap,
waarmee de doelstellingen van het huisbezoek van zowel de verloskundige als die van de intake kraamzorg gecombineerd en in samenhang
worden behaald.
Doel van het huisbezoek is:
• Observeren van de gezinssituatie en signaleren of er sprake is van (psycho)sociale problematiek;
• Waar nodig aanvullende prenatale voorlichting geven en het gesprek voeren over verwachtingen, wensen en behoeften, ervaringen,
ondersteuning en voorbereiding op de bevalling (Geboorteplan);
• Beoordelen of in de thuissituatie van de vrouw een veilige bevalling en kraamperiode mogelijk is. Daarbij gaat het zowel om de veiligheid
van de zwangere en het (ongeboren) kind als om de veiligheid van de werksituatie voor de professionals (verloskundige en
kraamverzorgende).
Voorwaarden
• Er zijn aantoonbare afspraken gemaakt met de verloskundige over vroegsignalering met daaraan gekoppeld geïntegreerde huisbezoeken.
• De schriftelijke afspraken met de verloskundige over vroegsignalering, worden voor 1 oktober 2014 aangeleverd via zorginkoop.
[email protected]. Op basis van deze schriftelijke afspraken wordt bepaald of de kraamzorgorganisatie in aanmerking komt
voor vergoeding.
• De uitkomsten van de observatie tijdens het huisbezoek worden teruggekoppeld aan de verloskundige (casemanager) en gezamenlijk
wordt bekeken of er aanvullende zorg hieruit moet voortvloeien.
• Er is een standaard (digitaal) overdrachtsformulier beschikbaar dat afgestemd is in het VSV.
• Uitwisseling van gegevens vindt digitaal via een beveiligd mail-systeem plaats.
Tarief Module 4
De toeslag bedraagt 10% op de prestatie thuisintake.
Doelstellingen voor alle contractanten van Achmea in 2015
Onderstaande doelstellingen zijn een voorbode van instapvoorwaarden 2016.
• D
e kraamzorgorganisatie maakt deel uit van een regionaal kraamzorgoverleg.
• Er wordt een geïntegreerd huisbezoek afgelegd bij de zwangere rond de 32 weken, doch uiterlijk vóór de 34e week van de zwangerschap
waarmee de doelstellingen van het huisbezoek van zowel de verloskundige als die van de intake kraamzorg gecombineerd en in
samenhang worden behaald.
De uitkomsten van de observatie tijdens het huisbezoek wordt teruggekoppeld aan de verloskundige (casemanager). Hiervoor is een
standaard (digitaal) overdrachtsformulier beschikbaar die waar nodig afgestemd wordt in het VSV.
Doel van het huisbezoek is:
- Observeren van de gezinssituatie en signaleren of er sprake is van (psycho)sociale problematiek;
- Waar nodig aanvullende prenatale voorlichting geven;
- Beoordelen of in de thuissituatie van de vrouw een veilige bevalling en kraamperiode mogelijk is. Daarbij gaat het zowel om de
veiligheid van de zwangere en het (ongeboren) kind als om de veiligheid van de werksituatie voor de professionals (verloskundige en
kraamverzorgende);
• De kraamzorgorganisatie heeft met de VSV-partners gezamenlijke afspraken over risicosignalering en het gebruik van de ALPHA-Nl en/
of de R4U (binnen Healthy Pregnancy 4 All) en de daaraan gekoppelde zorgpaden.
• De kraamzorgorganisatie heeft met de VSV-partners afspraken gemaakt over gezamenlijke voorlichting (samen met ziekenhuis en
verloskundige praktijk) in diverse stadia van de zwangerschap voor de zwangere vrouw en haar partner.
Er is een gezamenlijk protocol in PDF en de kraamzorgorganisatie informeert haar klanten op haar website over deze gezamenlijke
voorlichting.