Rapportage 2013-2014

Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Rapportage 2013-2014
Juni 2014
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
2
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Jaarrapportage Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Jaarlijks dient de Faunabeheereenheid aan de provincie te rapporteren in welke mate handelingen zijn
uitgevoerd op basis van de door de provincie aan de Faunabeheereenheid verleende ontheffingen en het
goedgekeurde faunabeheerplan. Deze rapportageplicht is vastgelegd in artikel 69 van de Flora- en faunawet.
Aan de inhoud van de rapportage worden geen wettelijke eisen gesteld.
Met ingang van 1 april 2011 werkt de Faunabeheereenheid volledig digitaal voor wat betreft de
machtigingverlening.
Digitaal betekent, dat alle machtigingen digitaal worden verleend en via dezelfde module worden gerapporteerd.
De Faunabeheereenheid maakt daarbij gebruik van het faunaregistratiesysteem dat speciaal voor
Faunabeheereenheden is ontwikkeld door NatuurNetwerk.
Faunabeheereenheid Noord-Brabant was daarmee de eerste Faunabeheereenheid die de machtigingverlening en
rapportage volledig digitaal regelde. In het digitaliseringstraject werkt de Faunabeheereenheid samen met
Faunafonds en Provincies.
Digitale rapportage heeft tot gevolg gehad dat de opmaak en registratie ten opzichte van eerdere jaren is
gewijzigd. Pas in de loop van 2013 was het mogelijk om de gewenste gegevens uit het systeem te halen. Dit was
ook de reden dat de provincie in de afgelopen jaren de regulatieaantallen ter kennisgeving aangeboden heeft
gekregen en dat deze gegevens niet volledig uitgewerkt waren.
De Faunabeheereenheid geeft er de voorkeur aan om zo ruim mogelijk informatie aan te leveren zonder inzicht
te geven in de privacygegevens van gebruikers en uitvoerders.
Als in deel 3 zijn overzichtskaarten van maatregelen opgenomen. Deze geven een globale verspreiding van de
handelingen te ter voorkoming van schade zijn uitgevoerd met de provinciale kaart toegevoegd, waarop globaal
de locaties van uitgevoerde machtigingen zichtbaar zijn. Dit geeft een ruimtelijk beeld van de
probleemgebieden.
Jaarlijks rapporteert de Faunabeheereenheid de resultaten van de uitgevoerde ontheffingen gekoppeld aan het
beheer.
Het beheerjaar van de Faunabeheereenheid loopt van 1 april tot en met 31 maart van het jaar daaropvolgend. De
evaluatie vindt dan in de daaropvolgende twee maanden plaats.
Middels deze rapportage voldoet de Faunabeheereenheid Noord-Brabant wederom aan haar verplichtingen.
Namens het bestuur
ing. F. Koffeman
Adjunct-secretaris
Behoudens de door de provincie voorgenomen terinzagelegging conform artikel 69 van de Flora- en faunawet,
mag niets uit deze rapportage worden vermenigvuldigd of worden gebruikt voor onderzoek door derden zonder
de schriftelijke toestemming van de Faunabeheereenheid.©
3
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Inhoud
Jaarrapportage Faunabeheereenheid Noord-Brabant ................................................................................ 3
1. Het faunabeheerplan 2011-2016 ........................................................................................................... 5
1.1 Ontheffingen ................................................................................................................................... 6
1.2 Werkwijze ....................................................................................................................................... 7
1.3 Digitale verlening machtiging......................................................................................................... 8
1.4 Rapportage ...................................................................................................................................... 9
2 Ontheffingen ........................................................................................................................................ 10
2.1 Volksgezondheid en Openbare veiligheid: ................................................................................... 11
2.2 Veiligheid van het luchtverkeer: ................................................................................................... 12
2.3 Schade aan gewassen .................................................................................................................... 12
2.4 Schade aan flora en fauna ............................................................................................................. 13
2.5 Schade door steenmarters ............................................................................................................. 13
2.6 Schade door vossen aan hobby vee ............................................................................................... 13
2.7 Dierenwelzijn ................................................................................................................................ 14
2.8 Schade aan sportvelden en industrieterreinen ............................................................................... 14
2.9 Populatiebeheer ............................................................................................................................. 15
2.10 Overlast op begraafplaatsen ........................................................................................................ 15
2.11 Aanvullende ontheffingen ........................................................................................................... 16
2.12 Eindtotaal op basis van ontheffing .............................................................................................. 17
3 Uitwerking per diersoort ...................................................................................................................... 18
3.1 Grauwe gans (Anser anser) ........................................................................................................... 19
3.2 Brandgans (Branta leucopsis) ....................................................................................................... 23
3.3 Kolgans (Anser albifrons) ............................................................................................................. 25
3.4 Knobbelzwaan (Cygnus olor) ....................................................................................................... 28
3.5 Smient (Anas penelope) ................................................................................................................ 30
3.6 Wilde eend .................................................................................................................................... 32
3.7 Roek (Corvus frugilegus) .............................................................................................................. 34
3.8 Holenduif (Columba oenas) .......................................................................................................... 36
3.9 Spreeuw (Sturnus vulgaris) ........................................................................................................... 38
3.10 Haas (Lepus europaeus) .............................................................................................................. 39
3.11 Konijn (Oryctolagus cuniculus) .................................................................................................. 40
3.12 Vos (Vulpes vulpes) .................................................................................................................... 42
3.13 Ree (Capreolus capreolus) .......................................................................................................... 44
3.14 Wild zwijn (Sus scrofa) .............................................................................................................. 47
4 Valwildregistratie ................................................................................................................................. 50
5 Eindtotaal op basis van aanwijzing ...................................................................................................... 53
4
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
1. Het faunabeheerplan 2011-2016
Sinds 23 mei 2011 maakt de Faunabeheereenheid Noord-Brabant gebruik van het faunabeheerplan 2011-2016.
De exacte looptijd is van 23 mei 2011 tot en met 22 mei 2016. In dit faunabeheerplan zijn in de Wet of de in het
Besluit Beheer en Schadebestrijding Diersoorten erkende belangen verwerkt.
Invulling van deze belangen in het faunabeheerplan maakt het mogelijk om een breder pakket ontheffingen op
voorhand aan te vragen, waarbij de belasting van aanvullende ontheffingsverzoeken zal afnemen tot incidentele
aanvragen.
Het faunabeheerplan 2011-2016, dat in voorbereiding is opgesteld in samenwerking met provincie en alle
partners van de Faunabeheereenheid, heeft een bredere uitstraling dan de eerdere plannen.
Het faunabeheerplan gaat nog meer uit van het principe “nee, tenzij”, waarbij eerst gekeken is naar de mate
waarin in de Wet genoemde belangen zijn en/of kunnen worden geschaad. Vervolgens is gekeken welke aanpak
voor een bepaalde diersoort het meest effectief is om schade aan dein de wet genoemde belangen te voorkomen.
In het faunabeheerplan zijn tien belangen omschreven en een dertigtal diersoorten opgenomen als soorten die
schade aan deze belangen zouden kunnen aanrichten.
In deel 2 van deze rapportage wordt een kort overzicht gegeven vanuit de verschillende belangen die de Flora en
faunawet kent.
In deel 3 wordt vanuit de diersoort een overzicht gegeven van uitgevoerde maatregelen op basis van verleende
machtigingen.
5
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
1.1 Ontheffingen
Omdat de Faunabeheereenheid twee type ontheffingen kent, bestaat de rapportage uit twee delen:
- ontheffingen op voorhand en
- aanvullend aangevraagde ontheffingen via het een-loket.
Het faunabeheerplan 2011-2016 is door G.S. op 23 mei 2011 goedgekeurd. Dit betekent dat alle ontheffingen
die waren verleend op basis van het Faunabeheerplan 2006-2011 in het beheerjaar
2011-2012 afliepen.
De ontheffingen op voorhand zijn aangevraagd op basis van het goedgekeurde faunabeheerplan
2011-2016. In het beheerjaar 2013-2014 waren er 14 ontheffingen op voorhand aanwezig.
Naast de ontheffing op voorhand is er een groot aantal gevallen waarin het faunabeheerplan nog niet voorziet. In
deze gevallen doen zich nieuwe schadesituaties voor, die nog niet eerder inzichtelijk zijn geworden. Deze
ontheffingen worden aanvullend via het een-loket door de Faunabeheereenheid bij de provincie aangevraagd.
Via de een-loketfunctie zijn er nog 26 aanvullende ontheffingen aangevraagd. Dit zijn dus ontheffingen die op
basis van actuele schadeontwikkeling worden onderbouwd.
Wanneer ontheffingen voor een tweede opeenvolgend jaar worden aangevraagd, worden deze automatisch
aangevraagd voor de resterende looptijd van het faunabeheerplan.
De rapportage vindt plaats op basis van het aantal aangevraagde en verleende ontheffingen. De werkwijze is
gelijk aan die van een ontheffing op voorhand. Ook de hiervoor verleende machtigingen zijn in deel 3 een
overzicht opgenomen. Ook ten aanzien van de Aanwijzing is een rapportage opgenomen. Al is deze thans nog
niet volledig.
Naast ontheffingen heeft de Faunabeheereenheid ook nog een rol bij een aantal door G.S. afgegeven
aanwijzingen. Dit zijn toestemmingen die niet op naam hoeven te worden doorgeschreven, maar de
jachtaktehouders zijn wel gehouden om op basis van de aanwijzing te rapporteren.
Een aanwijzing wordt afgegeven voor onbeschermde (bv. exoten) of ongewenste (bv. wilde zwijnen,
verwilderde Amerikaanse nerts) diersoorten die niet planmatig bestreden hoeven worden. G.S. kan aanvullende
eisen stellen ten aanzien van de aanwijzing. G.S. heeft dit beperkt tot de verplichte rapportage.
6
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
1.2 Werkwijze
De Faunabeheereenheid voert de aan haar verleende ontheffingen op basis van een aantal criteria digitaal in het
faunaregistratiesysteem in. Zo worden ontheffingen naar diersoort, belang/gewas, periode, gebied en eventueel
quota vastgelegd.
Figuur 1: Criteria voor ontheffingverlening zoals deze in FRS worden vastgelegd
7
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
1.3 Digitale verlening machtiging
Wanneer digitaal een machtigingsverzoek wordt ingediend checkt het Faunaregistratiesysteem
(www.faunaregestratiesysteem.nl) of voor de bepaalde situatie een ontheffing voorhanden is.
Grondgebruikers en jagers/uitvoerders kunnen middels een login op de site een machtigingsverzoek indienen,
eventueel in combinatie met een schademelding bij het Faunafonds. Voor de digitale verlening van een
machtiging is een nieuw portaal geopend op www.FaunaSchade.nl. Via dit portaal “schade melden” kan
vervolgens tegelijkertijd een machtiging worden aangevraagd.
Figuur 2: Machtigingsverzoek via www.faunaschade.nl
De machtigingsverzoeken komen per mail als melding binnen bij het secretariaat van de Faunabeheereenheid.
De Faunabeheereenheid controleert of de uitvoering en de preventieve maatregelen akkoord zijn, waarna de
Faunabeheereenheid de machtiging kan accepteren of weigeren met opmerking. Nadat de machtiging is
verleend wordt via het systeem automatisch het machtigingsformulier voor grondgebruikers en uitvoerders
opgemaakt, zodat deze kan worden uitgedraaid.
Voor wat betreft de grofwildsoorten (wild zwijn, ree en damhert) wordt het beheer al sinds 1 januari 2009
digitaal uitgezet via Faunaregistratie (www.faunaregistratie.nl). Per 1 april 2011 zijn machtigingen op basis van
verleende ontheffingen voor de Faunabeheereenheid alleen nog digitaal verstrekt.
Daarnaast zijn er ook machtigingen voor het beheer van wilde zwijnen. Deze worden op beheerniveau
uitgegeven voor zover deze gronden gelegen zijn binnen jachtvelden. Dit vanwege het mogen gebruiken van
kunstlicht.
Het afgelopen jaar werden 812 machtigingsverzoeken ingediend, waarvan er 679 zijn verleend.
Op basis van de algemene machtiging zijn er voor de wilde zwijnen 60 verzoeken toegekend.
T.a.v. de niet geaccepteerde machtigingsverzoeken geldt dat deze veelal in tweede instantie wel zijn
geaccepteerd. In circa 90% van de gevallen gaat het hierbij om aanvragen onvoldoende preventieve maatregelen
zijn voorgeschreven. In 5% van de gevallen om aanvragen waarbij geen uitvoerder is geselecteerd en 5% overig,
waaronder verzoeken binnen foerageergebieden of machtigingsverzoeken voor ontheffingen die niet aanwezig
zijn.
8
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Ingediende machtigingsverzoeken
Schade
Verwachte
Afgewezen
melding
schade
verzoeken
Diersoort
Ganzen (beleidskader)1
Smient
Ganzen (zomer)2
Knobbelzwaan
Wilde eend
Holenduif
Kraaienvangkooi
Roek
Konijn (Sportvelden)
Konijn (Dijklichamen HSL)
Konijn (Dijklichamen RWS)
Konijn (Dijklichamen
WSCH)
Vos (Dijklichamen WSCH)
Das (Dijklichamen WSCH)
Ree
Vos (WBE Midden Brabant)
Moerdijk
Totaal
Verleende
machtigingen
43
3
42
19
0
0
0
1
0
0
1
0
305
10
286
54
3
6
2
11
6
6
0
3
51
2
45
28
0
1
0
4
0
0
0
0
297
11
283
45
3
5
2
8
6
6
1
3
0
0
2
0
0
111
1
3
0
3
2
701
0
0
2
0
0
133
1
3
0
3
2
679
Tabel 1.1: Overzicht machtigingsverzoeken
Diersoort
Ree
Wild zwijn
Uitgegeven beheermachtigingen
machtigingen Type machtiging
3.627
Quotum
65
Gebiedsgebonden
Tabel 1.2: Overzicht uitgegeven beheermachtigingen
1.4 Rapportage
Ook de rapportage van uitgevoerde handelingen op basis van de toegekende machtiging verloopt digitaal. Zo
wordt van grondgebruikers en uitvoerders gevraagd om iedere 14 dagen handelingen vast te leggen in het
registratiesysteem. Het systeem genereert zelf een timer, zodat na 14 dagen de grondgebruikers en uitvoerders
een melding krijgen dat ze moeten registreren. Nadat de handelingen zijn vastgelegd wordt de machtiging
verlengd. Wanneer men na 21 dagen nog niet heeft gerapporteerd krijgen grondgebruikers en uitvoerders een
melding dat de machtiging is geschorst en zij contact dienen op te nemen met de Faunabeheereenheid.
Na toelichting en aanvulling van handelingen kan de Faunabeheereenheid de machtiging ontschorsen.
Met betrekking tot beheermachtigingen geldt dat wanneer dieren geschoten zijn deze binnen 48 uur dienen te
zijn afgemeld.
1
2
Beleidskader heeft betrekking op grauwe ganzen en kolganzen
Zomerontheffingen heeft betrekking op grauwe ganzen, kolganzen en brandganzen
9
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
2 Ontheffingen
De Faunabeheereenheid is op basis van het goedgekeurde faunabeheerplan in het bezit van een aantal
ontheffingen op voorhand. Deze zijn afgegeven op basis van schadehistorie ter plaatse en/of het gevoerde
rijksbeleid of het provinciaal beleid. Ontheffingen op voorhand zijn in eerste instantie passief. Wanneer er een
schadedreiging aanwezig is en de juiste preventieve middelen genomen zijn kan de ontheffing via een
machtiging worden geactiveerd. De ontheffingen worden voorzien van een uniek provinciaal nummer en de
machtiging wordt aan toezicht voor controle aangeboden.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van beschikbare machtigingen op basis van de aangevraagde
en verleende ontheffingen op voorhand.
Overzicht ontheffingen
2013-2014
FBP3 Beleidskader
FBP3 Dijklichamen geheel
FBP3 Knobbelzwanen
FBP3 Konijn op sportvelden
FBP3 Machtiging Holenduif
FBP3 Machtiging roek
FBP3 Meeuwenontheffing Moerdijk
FBP3 Ontheffing op begraafplaatsen
met Fret en Buidel
FBP3 Overzomeraars grauwe gans,
kolgans en brandgans
FBP3 Ree schadebestrijding
FBP3 Spreeuw
Diersoort
Gebied
Startdatum
Einddatum
meerdere
diersoorten
meerdere
diersoorten
Knobbelzwaan
Konijn
Holenduif
Roek
meerdere
diersoorten
Konijn
WBE(s)
3-11-2011
23-5-2016
hele FBE
1-6-2012
23-5-2016
WBE(s)
hele FBE
WBE(s)
WBE(s)
gemarkeerd
gebied
gemarkeerd
gebied
WBE(s)
18-11-2011
4-12-2012
1-10-2011
1-10-2011
1-5-2012
23-5-2016
23-5-2016
23-5-2016
23-5-2016
23-5-2016
17-12-2012
31-3-2014
1-4-2012
23-5-2016
hele FBE
gemarkeerd
gebied
gemarkeerd
gebied
WBE(s)
gemarkeerd
gebied
1-4-2012
1-6-2011
23-5-2016
31-10-2015
22-3-2012
23-5-2016
1-5-2011
2-1-2012
14-8-2015
28-12-2013
meerdere
diersoorten
Ree
Spreeuw
FBP3 Veiligheid luchtverkeer
alle diersoorten
FBP3 Wilde eend
FBP3 Vos
Midden-Brabant
Wilde eend
Vos
Tabel 2: Verleende ontheffingen op voorhand op basis van het goedgekeurde fbp 2011-2016
Op 1 april 2013 waren er 14 ontheffingen op voorhand verleend ten behoeve van de uitvoering van het
faunabeheerplan. Het betreft hier ook uitbreidingen van bestaande gebieden als gevolg van schadeontwikkeling.
Ontheffingen zijn verleend voor de volgende belangen en diersoorten.
10
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
2.1 Volksgezondheid en Openbare veiligheid:
Het belang Volksgezondheid en Openbare Veiligheid is een gedeelde bevoegdheid tussen het
Ministerie en de Provincie. Het belang is verdeeld in twee onderdelen.
Wanneer de volksgezondheid op grote schaal in het geding is, dan is dit uiteraard een taak voor
het Rijk. Wanneer er lokaal sprake is van bedreiging van de volksgezondheid door bepaalde diersoorten en/of
individuen daarvan, ligt de verantwoordelijkheid bij de Provincie.
Er worden geen ontheffingen op voorhand verstrekt in het belang van de volksgezondheid. GS
stellen bij incidentele ontheffingen als voorwaarde dat er een verklaring van een onafhankelijk
deskundige (bijvoorbeeld GGD) bij de aanvraag wordt overgelegd. Uit deze aanvraag moet
blijken dat een causaal verband aannemelijk is tussen de aanwezigheid van dieren en een risico
van aantasting van de volksgezondheid.
Openbare veiligheid is vaker in het geding dan volksgezondheid. Het gaat hierbij om directe en indirecte
bedreigingen als gevolg van de aanwezigheid van dieren.
Directe bedreigingen zijn die situaties wanneer het dier zelf de bedreiging vormt (bijv. overstekende
dieren, verkeersveiligheid). Een indirecte bedreiging is wanneer gevaren ontstaan als gevolg van
het gedrag van dieren (bijv. graven van holen en gaten in infrastructurele dijklichamen).
Een aanvraag voor ontheffing in het belang van openbare veiligheid dient vergezeld te gaan van
een verklaring van de betrokken verantwoordelijke overheid of instantie, waaruit blijkt dat de
openbare veiligheid daadwerkelijk in het geding is.
Vogelsoorten:
Watervogels (aalscholvers, meerkoeten, knobbelzwaan) in relatie tot volksgezondheid
Meeuwen (o.a. kokmeeuw, mantelmeeuw en zilvermeeuw) in relatie tot openbare veiligheid
Zoogdieren
Das, (alleen verontrusten, vangen en verplaatsen) konijn, reeën, vossen, wilde zwijnen in relatie tot openbare
veiligheid
Verleende ontheffingen (vangen/doden/ verontrusten/verjagen)
- Dassen, konijnen en vossen in infrastructurele dijklichamen (indirecte openbare veiligheid).
Het gaat hierbij om spoordijken, rijkswegen en waterkeringen.
- Reeën en wilde zwijnen ter voorkoming van aanrijdingen (directe openbare veiligheid).
- Meeuwen Moerdijk (behandeling nesten en verjagen) (indirecte openbare veiligheid).
11
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
2.2 Veiligheid van het luchtverkeer:
De veiligheid van het luchtverkeer is met name in het geding als er tijdens de start of landing van
vliegtuigen risico’s bestaan wat betreft aanvaringen met vogels of grote zoogdieren.
Ten behoeve van de in Noord-Brabant gelegen “militaire” vliegvelden is door de provincie ontheffing verleend
ten aanzien van:
- Alle vogelsoorten
- Alle zoogdiersoorten
Er is 1 ontheffing op voorhand afgegeven aan de KLU voor de 4 in Noord-Brabant gelegen vliegbases.
Rapportage van de uitgevoerde handelingen is per vliegveld opgenomen in de bijlage II; Koninklijke
Luchtmacht.
2.3 Schade aan gewassen
Het belang ‘belangrijke schade aan gewassen’, ‘bedrijfsmatig gehouden vee’, ‘bossen’, ‘bedrijfsmatige visserij
en wateren’ bestaat uit meerdere afzonderlijke belangen.
- Gewassen
Gebleken is dat schade aan gewassen in 85 % van de gevallen grondslag is voor het aanvragen van een
ontheffing (machtiging). Dit belang is in objectieve zin ook goed te onderbouwen.
Het is het enige belang in de Wet waarvoor een tegemoetkoming bij opgetreden schade mogelijk is, mits men
aan een aantal voorwaarden heeft voldaan.
GS verlenen op voorhand ontheffingen aan de FBE voor die gebieden waar sprake is van
concrete dreiging van belangrijke schade. Dit moet aangetoond worden met objectieve gegevens.
Door de provincie is een provinciale vrijstelling artikel 65 afgegeven voor het verjagen/verontrusten van
diersoorten in relatie tot het voorkomen van schade aan landbouwgewassen.
- Vogelsoorten:
Brandgans, beleidskader overwinteraars (grauwe gans (GG), kolgans( KG) en smient (SM) ), ekster, gaai,
overzomerende ganzen (grauwe gans, kolgans en brandgans), holenduif, knobbelzwanen, spreeuw, roek en
wilde eend.
- Zoogdieren:
Haas, konijn, ree, vos en wilde zwijn.
- Bedrijfsmatig gehouden vee
In de meeste gevallen is er sprake van predatie door vossen van bedrijfsmatig gehouden vee.
GS verlenen, aanvullend op de landelijke vrijstelling, ontheffingen om schade te voorkomen aan
pluimvee, lammeren en biggen door vossen.
- Bossen
Over schade aan bossen (houtproductie) is tot geen registratie bekend.
GS verlenen pas ontheffing wanneer de schade, of concrete dreiging van belangrijke schade,
inzichtelijk is gemaakt, bij voorkeur op basis van een door GS goedgekeurd faunabeheerplan.
- Bedrijfsmatige visserij en wateren
Onder dit belang wordt de schade gerekend die wordt veroorzaakt door visetende vogels of
vogels die vanwege hun aanwezigheid (vaak in groten getale) een bedreiging kunnen vormen
voor de kwalitatieve doelstellingen van het betreffende water.
12
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
GS verlenen pas ontheffing als de schade, of concrete dreiging van belangrijke schade,
inzichtelijk is gemaakt en als het afschermen met netten niet mogelijk is of onvoldoende blijkt te werken. Bij
voorkeur verlenen zij de ontheffing op basis van een door hen goedgekeurd faunabeheerplan.
Er zijn 6 aanvullende aanvragen voor ontheffing op schade aan gewassen ingediend, waarvan er 2 zijn verleend.
Hiervoor zijn geen machtigingen aangevraagd.
2.4 Schade aan flora en fauna
Schade aan flora en fauna is een belang dat algemeen voorkomt, maar dat zeer gecompliceerd is. Zo kan er
sprake zijn van natuurlijke processen, natuurlijke ontwikkelingen en van buitenproportionele schade. Deze
processen en ontwikkelingen lopen in elkaar over.
- Schade aan flora
De provincie heeft geen apart beleid geformuleerd ten aanzien van schade aan flora.
- Schade aan fauna
Voor het gebruik van het geweer tussen zonsondergang en zonsopkomst en voor het gebruik van
kunstlicht verlenen GS ontheffing op basis van een faunabeheerplan.
Er was 1 ontheffing op voorhand voor de vos met gebruik van kunstlicht. Deze verleende ontheffing was nog
altijd onder procedure van de Hoor- en Adviescommissie. Als gevolg van de uitspraak van de Raad van State
d.d. 4 december 2013 is deze ontheffing alsnog op 28-12-2013 ingetrokken. Hierop waren 3 machtigingen
verleend.
2.5 Schade door steenmarters
De volledige omschrijving van dit belang luidt:
“De voorkoming en bestrijding van schade of belangrijke overlast door steenmarters, aan gebouwen of zich
daarin of daarbij bevindende roerende zaken die veroorzaakt worden.”
De overlast van steenmarters kan zich voordoen in gebouwen en in of nabij gebouwen geplaatste voertuigen.
Indien preventieve maatregelen onvoldoende uitkomst bieden, verlenen GS incidenteel ontheffing via de FBE
voor het vangen en verplaatsen of weren en opzettelijk verontrusten van steenmarters.
Voor de steenmarter is geen ontheffing aangevraagd.
2.6 Schade door vossen aan hobby vee
Jaarlijks komen bij de FBE meldingen binnen van predatie van hobbyvee. Met name aan de randen van
dorpskernen en in het buitengebied komt het geregeld voor dat kippen, eenden en andere hobbymatig gehouden
vee worden buitgemaakt. De predatie wordt in de meeste gevallen veroorzaakt door in het gebied aanwezige
vossen. Ook marterachtigen en ratten kunnen veroorzakers zijn van slachtoffers van hobbymatig gehouden vee.
In principe geven GS voor dit belang geen ontheffingen af. In uitzonderlijke gevallen waarbij blijkt dat de
preventieve middelen onvoldoende effectief zijn en er aanzienlijke schade dreigt, overwegen GS een
uitzondering te maken.
Voor schade door vossen aan hobby vee is geen ontheffing aangevraagd.
13
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
2.7 Dierenwelzijn
De volledige omschrijving van dit belang luidt:
“De voorkoming en bestrijding van onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren, behorende tot de diersoorten
edelhert, ree, damhert of wild zwijn”.
Dierenwelzijn als belang, zoals bedoeld in artikel 68, heeft dus alleen betrekking op de grote hoefdieren. Van
deze diersoorten leeft alleen het ree structureel in Noord-Brabant. Voor de andere diersoorten dient een
leefgebied te zijn aangewezen. In Brabant is dit niet het geval.
Voor damherten en wilde zwijnen is dit belang niet van toepassing, aangezien hiervoor in NoordBrabant middels een aanwijzing, een nulstand wordt nagestreefd. Voor edelherten geldt dat deze op dit moment
niet in de provincie voorkomen. Ontheffing ten behoeve van het beheer van reeën vindt uitsluitend plaats aan de
FBE op basis van een door GS goedgekeurd faunabeheerplan.
Ter voorkoming van onnodig lijden van grote hoefdieren zijn gedurende het beheerseizoen 38 reeën
afgeschoten. Deze aantallen maken onderdeel uit van het overzicht bestandsvermindering in 3.13.
2.8 Schade aan sportvelden en industrieterreinen
Het volledige belang luidt: “Voorkoming en bestrijding van schade veroorzaakt door konijnen of vossen op
sportvelden of industrieterreinen”.
Het belang is in 4 onderliggende belangen opgedeeld.
- Schade door konijnen aan sportvelden
Sportvelden dienen o.a. ter bevordering van de volksgezondheid. Activiteiten kenmerken zich door de vele
bewegingen die op velden plaatsvinden. De aanwezigheid van een stabiel en egaal veld (ondergrond) is hierbij
essentieel.
Binnen het rapportagejaar is geen gebruik gemaakt van de ontheffing op voorhand. Er zijn geen machtigingen
aangevraagd. Wel zijn er 5 aanvullende ontheffingen aangevraagd. Deze zijn niet verleend.
De ontheffing op voorhand is alleen van kracht gedurende het jachtseizoen. Sportvelden liggen voornamelijk
buiten de bebouwde kom en maken veelal deel uit van jachtvelden. Het ontbreken van een ontheffing voor
kunstlicht en de beheerbare periode maken dat de ontheffing op voorhand weinig toevoegt aan bestaande
periode. Uitbreiding van de ontheffing op deze punten zal tot gevolg hebben dat er vaker gebruik van gemaakt
zal worden.
- Schade door konijnen aan industrieterreinen
Schade op industrieterreinen wordt vooral veroorzaakt wanneer leidingwerk en gebouwen worden ondergraven.
Afhankelijk van het type industrie kan dit ernstige gevolgen hebben voor het productieproces, tevens kan het
ondergraven van (kleine) gebouwen en opslaglocaties gevolgen hebben voor de stabiliteit.
GS verlenen op voorhand ontheffing aan de FBE voor het gebruik van fret en buidel om konijnen te bestrijden,
op basis van een goedgekeurd faunabeheerplan.
Er is 1 verzoek tot ontheffing ingediend, met gebruik van kunstlicht. Mede op basis van de uitspraak van de
Raad van State is deze ontheffing geweigerd .
- Schade door vossen aan sportvelden
Van schademeldingen door vossen op sportvelden zijn geen voorbeelden bekend.
- Schade door vossen aan industrieterreinen
In de afgelopen jaren is wel eens overleg geweest met enkele bedrijven over het aanvragen van een ontheffing
voor het bestrijden van vossen op industrieterreinen. Tot een concrete aanvraag is het echter nooit gekomen
omdat betreffende dieren na verloop van tijd zijn vertrokken.
14
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
2.9 Populatiebeheer
Populatiebeheer is binnen de belangen van de Wet een afwijkend belang. Populatiebeheer is geen doel op zich,
het is een samengesteld belang.
Populatiebeheer is alleen toegestaan bij de inheems beschermde grote hoefdieren. In het belang van een gezonde
en evenwichtige populatie en om belangrijke schade te voorkomen kunnen GS besluiten ontheffing te verlenen
voor het reguleren van reeën, wilde zwijnen, damherten en edelherten. Dit gebeurt alleen op basis van een door
GS goedgekeurd faunabeheerplan. Omdat voor wilde zwijnen en damherten geldt dat in Noord-Brabant een
nulstand wordt nagestreefd en edelherten op dit moment niet in de provincie voorkomen, geldt dit (vooralsnog)
uitsluitend voor het ree.
Ten aanzien van het ree is een afgewogen stand op basis van een modelmatige benadering van de populatie
uitgewerkt. Deze modelmatige benadering kijkt alleen naar de mogelijke natuurlijke populatie op basis van een
aantal voor reeën essentiële factoren voor een gezonde populatie.
Het model wordt gecorrigeerd op basis van mogelijke knelpunten met; Openbare veiligheid, Schade aan
gewassen en bossen, schade aan fauna en ter voorkoming van het onnodig lijden van dieren uit de populatie.
2.10 Overlast op begraafplaatsen
Met ingang van 22 september 2009 is het belang “De voorkoming en bestrijding van schade veroorzaakt door
dieren behorende tot een beschermde inheemse zoogdiersoort op begraafplaatsen” toegevoegd aan artikel 68 van
het Besluit Beheer en Schadebestrijding dieren. Voorheen was dit belang ondergebracht onder artikel 75 “de
Ministeriële ontheffing”.
GS vinden het onwenselijk om het geweer te gebruiken op begraafplaatsen. GS geven slechts ontheffing af voor
het doden van dieren op begraafplaatsen wanneer een gemeente samen met de eigenaar van de begraafplaats de
situatie goed in beeld heeft gebracht. Bovendien dienen zij duidelijk te maken dat andere preventieve middelen
onvoldoende uitkomst bieden.
Binnen het rapportagejaar is voor het konijn geen gebruik gemaakt van de ontheffing op voorhand. Er zijn geen
machtigingen aangevraagd.
15
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
2.11 Aanvullende ontheffingen
Door de Faunabeheereenheid wordt de een-loketfunctie uitgevoerd. Dit houdt in dat alle aanvullende
ontheffingsaanvragen via de Faunabeheereenheid lopen. Eventuele verleningen van ontheffingen vinden plaats
op naam van de Faunabeheereenheid. Het gaat hierbij om ontheffingen die in het kalenderjaar 2013 zijn
aangevraagd.
In de een-loketovereenkomst is vastgelegd dat de FBE binnen drie werkdagen een aanvraag doorstuurt. In
september 2012 is de overeenkomst aangepast en wordt de aanvraag van de ontheffing door de FBE ter hand
genomen. Dit heeft tot gevolg dat de FBE nu formeel de aanvrager is en het bestuursrechtelijke proces pas
aanvangt op het moment dat de FBE het ontheffingsverzoek indient.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van alle aanvullend verleende ontheffingen.
Nummer
Diersoort
Belang
Gebied
0113
Aanw. Valwild
Openbare veiligheid
Geheel Noord-Brabant
(gedeeltelijk)Verleend/
Geweigerd
Verleend
0213
Konijn
Sportvelden
Geheel Noord-Brabant
Ingetrokken
1301
Konijn
Sportvelden
WBE Biesbosch
Buiten behandeling
1302
Konijn
Sportvelden
WBE Wester Kempen
Buiten behandeling
1303
Konijn
Sportvelden
Buiten behandeling
1304
Kraai en Kauw
Schade gewas
WBE Zundert en
De Weerijs
WBE Roosendaal
1305
Knobbelzwaan
Schade gewas
Buiten behandeling
1306
Haas
Schade gewas
WBE Baronie van
Cranendonck
WBE Niervaart
1307
Spreeuw
Schade gewas
WBE Z.U.V.O.
Verleend
1308
Kraaienvangkooi
Schade gewas
1309
Holenduif
Schade gewas
Wbe Oploo-Wanroij
Ingetrokken door
aanvrager
Niet ingediend
1310
Kraaiachtigen
WBE Diana Someren
Buiten behandeling
1311
Konijn
Volksgezondheid en
Schade aan vee
Sportvelden
Aangehouden
1312
Gaai
Schade gewas
WBE Baronie van
Cranendonck
Midden Brabant
1313
Konijn
Industrieterrein
Boxmeer
Weigering ontheffing
1314
Kraai
Schade flora en
fauna
WBE Broek en Duin
Intrekking lopende
ontheffing
Vos
Schade flora en
fauna
Tabel 3: Overzicht ontheffingsaanvragen in het kalenderjaar 2013
16
Verleend
Weigering ontheffing
Weigering ontheffing
Geannuleerd door
aanvrager
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
2.12 Eindtotaal op basis van ontheffing
Onderstaand overzicht geeft inzicht in het aantal verleende machtigingen, het aantal handelingen, het aantal
preventieve maatregelen en het aantal gereguleerde dieren op basis van verleende ontheffingen.
Diersoort
Looptijd
Aantal
machtigingen
Aantal
handelingen
Verjaging
m.b.v.
ondersteunend
afschot
725
Regulatie
Grauwe gans (*), Overjarig gras
1-10/3103
87
1466
1-10/3103
55
668
419
617
1-10/3103
60
829
617
869
1-10/3103
36
425
295
487
1-10/3103
87
1466
725
715
1-10/31-3
55
668
419
114
1-10/31-3
60
829
617
345
1-10/31-3
36
425
295
69
1-10/31-3
1-4/30-9
1-4/30-9
1-4/30-9
1-11/31-5
1-4/31-10 en
1-1/31-1
gehele jaar
var. gewassen
54
66
66
66
26
1
72
141
1998
56
262
26
72
139
1952
55
261
26
263
324
4300
17
386
150
4
55
55
138
0
0
3
0
0
21
24
5
0
21
24
5
0
14
11
0
0
60
3
49
60
2055
0
1534
Buiten WBE’s met foerageergebieden
Grauwe gans (*), Overige gewassen
Buiten WBE’s met foerageergebieden
Grauwe gans (*), Overjarig gras
Binnen WBE’s met foerageergebieden
Grauwe gans (*), Overige gewassen
Binnen WBE’s met foerageergebieden
Kolgans (*), Overjarig gras
Buiten WBE’s met Foerageergebieden
Kolgans (*), Overige gewassen
Buiten WBE’s met foerageergebieden
Kolgans (*), Overjarig grasland
Binnen WBE’s met foerageergebieden
Kolgans (*), Overige gewassen
Binnen WBE’s met foerageergebieden
Smient (beleidskader)
Brandgans (**)
Grauwe gans (**)
Kolgans (**)
Knobbelzwaan
Holenduif
Roek
Spreeuw
Wilde eend
Vos
Haas
Reebok
Reegeit
Konijn (meerdere belangen)
Wild zwijn3
Meeuw
1-6/14-8
jaarrond
1-5/31-8
1-5/15-9
1-1/15-3
jaarrond
jaarrond
jaarrond
140
1319 eieren
Tabel 4: Overzicht verleende ontheffingen en uitgevoerde handelingen op basis van de loketfunctie.
* Ontheffing voor de winterperiode
** Ontheffing voor de zomerperiode
3
Handelingen vinden plaats op basis van zowel ontheffing als aanwijzing.
17
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3 Uitwerking per diersoort
In hoofdstuk 3 van deze rapportage is een uitwerking per diersoort gegeven.
Deze uitwerking geeft een gedetailleerd beeld van de handelingen per diersoort die in de afgelopen
beheerperiode zijn uitgevoerd.
Data die ook de bron wordt voor toekomstige beheerplannen.
De uitwerking bevat de omschrijving van de aan de FBE verleende ontheffing en de daarbij gestelde
randvoorwaarden naar periode, gebieden en belangen (gewassen).
Uitgewerkt zijn de gebieden waar handelingen hebben plaatsgevonden en de aantallen afgezet naar
beheerperiode.
Tevens is een overzicht opgenomen van de langjarige registratie.
Per diersoort waarvoor machtigingen zijn verleend zijn de volgende gegevens opgenomen in het overzicht:
-
Beheerperiode
Ontheffingsgebieden
Belang (evt gewassen)
Kaart uitgevoerde handelingen
Overzicht handelingen i.r.t. regulatie
Overzicht handelingen in de tijd
18
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.1 Grauwe gans (Anser anser)
Referentiehoofdstuk fbp 2011-2016; 3.1 en 3.2.1
Beheerperiode:
01-04 / 30-09 (zomerperiode)
01-10 / 31-03 (winterperiode)
3.1.1 Uitvoering in de zomerperiode
Ontheffing gebieden:
Zomerperiode:
De Brabantse Wal, Zuid Plantage, Steenbergen, Roosendaal, Oranje en
Van Glymespolders, Niervaart, De Haagsche Beemden, Amerkant,
De Biesbosch, Land van Altena, De Dongemond, Groot Ravenstein,
De Overlaat, Boxmeer, Oploo-Wanroij, Hubertuspeel, De Peelrand,
Heidse Peel, Asten en de Baronie van Cranendonck.
Belang:
Ontheffing is verleend in het kader van het voorkomen van schade aan gewassen.
Gewassen:
Zomerperiode:
(bos)peen, overige kool, bonen, fijne peen en grove peen/winterwortelen, snijrogge, suikerbiet, kropsla, luzerne,
overige peulvruchten, wintergraan, zomergraan, cichorei, haver, (nieuw ingezaaid en blijvend) grasland, witlof,
selderij, schorseneren, tuinboon, broccoli, koolzaad, erwten, andijvie, ijsbergsla, bladrammenas, graszoden,
graszaad, bladgroente, blauwmaanzaad, sperziebonen/stamslaboon.
Figuur: 3.1.1 Overzichtskaart ontheffing standganzen (zomerperiode)
19
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Grafiek 3.1.1 :Geregistreerde machtigingen, handelingen en regulatie in de afgelopen 5 jaar
Conclusie uitgevoerde handelingen in de zomer
Voor het bestrijden van grauwe ganzen is alleen een ontheffing verleend voor ondersteunend afschot op
schadepercelen. Dit heeft tot gevolg dat grauwe ganzen alleen op schadepercelen mogen worden “bestreden”.
De effectiviteit van handelen wordt daarmee beperkt en heeft geen enkel effect op de populatiegroei. Uit de
schadeontwikkeling van de laatste jaren blijkt dan ook dat deze sterk aan het oplopen is tot ca € 100.000,- per
jaar. Deze ontwikkeling kan alleen gestopt worden als de populatie van ca 30.000 jaarrond verblijvende ganzen
structureel wordt aangepakt.
Uit de aangevraagde en verleende machtigingen blijkt dat de meeste problemen zich voordoen in de nabijheid
van de Maasloop. In toenemende mate worden ook verzoeken ingediend die verder van de Maas gelegen zijn.
Het gaat hierbij om de gebieden in Midden Brabant, de Kempen en de Peelgebieden. Deze gebieden hebben nog
een enorm potentieel voor de schadeontwikkeling.
20
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.1.2 Uitvoering in de winterperiode
Winterperiode:
De Brabantse Wal, Moerstraten, Steenbergen en omgeving, Roosendaal e.o.,
Oranje en Van Glymespolders e.o., Niervaart, De Haagsche Beemden,
De Amerkant, Biesbosch, Land van Altena, De Dongemond, De Moer,
Langstraat, Broek en Duin, 's-Hertogenbosch Oost; 't Elsbosch, De Maaskant,
Groot Ravenstein, De Overlaat, Boxmeer, Oploo-Wanroij, Den Ouwen Peel,
Heidse Peel, Neerkant, Asten, Eymerick, Diana Someren,
De Baronie van Cranendonck.
Belang:
Ontheffing is verleend in het kader van het voorkomen van schade aan gewassen.
Winterperiode:
Alle schadegevoelige gewassen voor zover deze gelegen zijn buiten foerageergebieden.
Figuur 3.1.2: Overzichtskaart ontheffingskaart winterganzen (winterperiode)
Conclusie uitgevoerde handelingen in de winter
De ontheffing geeft toestemming om ganzen te verjagen met behulp van ondersteunend afschot.
In de afgelopen winter waren er relatief weinig ganzen in Noord-Brabant als gevolg van de warme winter.
Ganzen trekken in de winter veelal met de vorstgrens mee. Brabant is in dat opzicht een uitloopgebied waar in
strenge winters meer ganzen aanwezig zijn dan in de mildere winters.
Verspreiding van handelingen in de winterperiode beperken zich tot de waterrijke gebieden langs de Maasloop.
In uitzondering daarop hebben er handelingenplaats gevonden rond de Groote Peel en boven Etten-Leur.
21
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Grafiek 3.1.2: Geregistreerde machtigingen, handelingen en regulatie in de afgelopen 5 jaar
Grafiek 3.1.3: Overzicht uitgevoerde handelingen en regulatie gedurende het beheerjaar 2013-2014
22
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.2 Brandgans (Branta leucopsis)
Referentiehoofdstuk fbp 2011-2016; 3.2.2
Beheerperiode:
- 1-4 / 30-09
Ontheffing gebieden:
De Brabantse Wal, Zuid Plantage, Steenbergen, Roosendaal, Oranje en
Van Glymespolders, Niervaart, De Haagsche Beemden, Amerkant,
De Biesbosch, Land van Altena, De Dongemond, Groot Ravenstein,
De Overlaat, Boxmeer, Oploo-Wanroij, Hubertuspeel, De Peehrand,
Heidse Peel, Asten en de Baronie van Cranendonck.
Belang:
Schade aan gewas
Gewassen:
(bos)peen, overige kool, bonen, fijne en grove peen/winterwortelen, snijrogge, suikerbiet, kropsla, luzerne,
overige peulvruchten, wintergraan, zomergraan, cichorei, haver, (nieuw ingezaaid en blijvend) grasland, witlof,
selderij, schorseneren, tuinboon, broccoli, koolzaad, erwten, andijvie, ijsbergsla, bladrammenas, graszoden,
graszaad, bladgroente, blauwmaanzaad, sperziebonen/stamslaboon.
Figuur 3.2.1: Overzichtskaart locaties handelingen zomerperiode
23
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Grafiek 3.2.1 Overzicht uitgevoerde handelingen en regulatie gedurende het jaar
Grafiek 3.2.2:Geregistreerde machtigingen, handelingen en regulatie in de afgelopen 5 jaar
Conclusie uitgevoerde handelingen brandgans
Brandganzen komen voor wat Noord-Brabant betreft voor 90% voor in het gebied tussen Steenbergen en
Willemsstad. Deze populatie heeft de laatste jaren een sterke stijging laten zien. Dit komt terug in de
afschotcijfers over de afgelopen jaren. De dip in 2011-2012 heeft te maken met het feit dan niet de gehele
zomerperiode een ontheffing op voorhand aanwezig was en met de invoering van het digitaal afmelden.
Met ingang van het beheerjaar 2012-2013 is de ontheffing voor de brandgans gekoppeld aan de zomerontheffing
grauwe gans en kolgans.
24
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.3 Kolgans (Anser albifrons)
Referentiehoofdstuk fbp 2011-2016; 3.2.3
Beheerperiode:
- 1-4 / 30-09 (standganzen)
- 1-10 / 31-03 (winterperiode)
Ontheffing gebieden:
Standganzen: De Brabantse Wal, Zuid Plantage, Steenbergen, Roosendaal, Oranje en
Van Glymespolders, Niervaart, De Haagsche Beemden, Amerkant,
De Biesbosch, Land van Altena, De Dongelmond, Groot Ravenstein,
De Overlaat, Boxmeer, Oploo-Wanroij, Hubertuspeel, De Peehrand,
Heidse Peel, Asten en de Baronie van Cranendonck.
Winterperiode:
De Brabantse Wal, Moerstraten, Steenbergen en omgeving, Roosendaal e.o.,
Oranje en Van Glymespolders e.o., Niervaart, De Haagsche Beemden,
De Amerkant, Biesbosch, Land van Altena, De Dongemond, De Moer,
Langstraat, Broek en Duin, 's-Hertogenbosch Oost; 't Elsbosch, De Maaskant,
Groot Ravenstein, De Overlaat, Boxmeer, OpIoo-Wanrooij, Den Ouwen Peel,
Heidse Peel, Neerkant, Asten, E)Tnerick, Diana Someren,
De Baronie van Cranendonck.
Belang:
Schade aan gewas
Gewassen:
Standganzen: (bos)peen, overige kool, bonen, fijne en grove peen/winterwortelen, snijrogge, suikerbiet, kropsla,
luzerne, overige peulvruchten, wintergraan, zomergraan, cichorei, haver, (nieuw ingezaaid en blijvend)
grasland, witlof, selderij, schorseneren, tuinboon, broccoli, koolzaad, erwten, andijvie, ijsbergsla,
bladrammenas, graszoden, graszaad, bladgroente, blauwmaanzaad, sperziebonen/stamslaboon.
Winterperiode:
Alle schadegevoelige gewassen
25
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Figuur 3.3.1: Overzichtskaart machtigingen kolganzen zomerperiode
Figuur 3.3.2: Overzichtskaart machtigingen kolganzen winterperiode
26
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Kolgans
400
350
300
250
200
150
100
50
0
Reductie
Handelingen
Zomerperiode
winterperiode
Grafiek 3.3.1: Overzicht uitgevoerde handelingen en regulatie gedurende het beheerjaar 2013-2014.
Kolgans
(Zomerperiode)
250
200
150
Machtigingen
Handelingen
100
Regulatie
50
0
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014
Grafiek 3.3.2:Geregistreerde machtigingen, handelingen en regulatie in de afgelopen 5 jaar
Conclusie uitgevoerde handelingen kolgans
De zomerpopulatie kolganzen beperkt zicht tot kleine groepen en individuen in nabijheid van de Maasloop.
Schade is beperkt, maar laat wel een stijgend beeld zien. Het belang van de ontheffing in de zomerperiode is dan
ook zeker aanwezig, maar staat in geen verhouding tot de aantallen ganzen die in de winter aanwezig zijn. De
ontheffing in de zomerperiode is met ingang van het beheerjaar 2012-2013 gekoppeld aan de zomerontheffing
brandgans en grauwe gans.
De ontheffing in de winterperiode is gekoppeld aan de ontheffing voor het verjagen met behulp van
ondersteunend afschot van grauwe ganzen.
27
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.4 Knobbelzwaan (Cygnus olor)
Referentiehoofdstuk fbp 2011-2016; 3.3
Beheerperiode:
- 1-11 / 31-05
Ontheffing gebieden:
Steenbergen e.o, Oranje en van Glymespolders, Niervaart, Moerstraten e.o., De Amerkant,
De Biesbosch, Land van Altena, De Dongemond e.o., De Moer e.o., De Langstraat, Broek en Duin,
Aa en Leygraaf, De Maaskant, 't Elsbosch, Groot Ravenstein en De Overlaat.
Belang:
Schade aan gewas
Gewassen:
(Blijvend en nieuw ingezaaid) grasland, graszaad, wintergraan, zomergraan, brouwgerst, koolzaad en snijrogge.
Figuur 3.4.1: Overzichtskaart ontheffing schadebestrijding Knobbelzwaan
28
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Knobbelzwaan
140
120
100
80
Regulatie
60
40
Handelingen
20
Ontheffingsperiode
0
Grafiek 3.4.1: Overzicht uitgevoerde handelingen en regulatie gedurende het beheerjaar 2013-2014.
Knobbelzwaan
600
500
400
Machtigingen
300
Handelingen
Regulatie
200
100
0
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014
Grafiek 3.4.2: Geregistreerde machtigingen, handelingen en regulatie in de afgelopen 5 jaar
Conclusie uitgevoerde handelingen knobbelzwaan
De huidige ontheffing voor het verjagen met behulp van ondersteunend afschot van knobbelzwanen lijkt
voldoende te zijn om schade te beperken.
De hogere reductie van in het beheerjaar 2013-2014 wordt met name veroorzaakt door de lang aanhoudende
koude in het voorjaar van 2013. De winterperiode van 2014 was dermate “warm” dat schademelding en reductie
in heel Noord-Brabant beperkt zijn gebleven tot enkele tientallen dieren.
Het beheer komt daarmee overeen met weer overeen met het langjarige beeld.
29
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.5 Smient (Anas penelope)
Referentiehoofdstuk fbp 2011-2016; 3.5
Beheerperiode:
- 1-10 / 31-03
Ontheffing gebieden:
De Brabantste Wal, Moerstraten, Steenbergen en omgeving, Oranje en Van Glymespolders e.o., Niervaart, De
Haagsche Beemden. De Amerkant, Biesbosch, Land van Altena, De Dongemond, Langstraat, Broek cn Duin, 'sHertogenbosch Oost, 't Elsbosch. De Maaskant, Groot Ravenstein en
De Overlaat.
Belang:
Schade aan gewas
Gewassen:
Alle schadegevoelige gewassen
Figuur 3.5.1: Overzichtskaart ontheffing schadebestrijding smient (winterperiode)
30
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Smient
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Regulatie
Handelingen
Ontheffingsperiode
Grafiek 3.5.1: Overzicht uitgevoerde handelingen en regulatie gedurende het beheerjaar 2013-2014.
Smient
(winterperiode)
450
400
350
300
250
Machtigingen
200
Handelingen
150
Regulatie
100
50
0
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014
Grafiek 3.5.2: Geregistreerde machtigingen, handelingen en regulatie in de afgelopen 5 jaar
Conclusie uitgevoerde handelingen in de winter
Als gevolg van het opsplitsen van de ontheffingen in verband met het voormalige ganzenakkoord diende in de
winter van 2013-2014 de machtigingen voor smienten apart aangevraagd.
31
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.6 Wilde eend
Referentiehoofdstuk fbp 2011-2016; 3.10
Beheerperiode:
- 01-01 / 14-08;
Ontheffing gebieden:
Steenbergen e.o., Oranje en van Glymespolders, Niervaart, de Biesbosch, Moerstraten, Roosendaal e.o., de
Amerkant en Maaskant.
Belang:
Schade aan gewassen
Gewassen:
Granen, graszaad, blauw maanzaad en vollegrondsgroente
Figuur 3.6.1:Overzichtskaart ontheffing schadebestrijding wilde eend
32
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Wilde eend
12
10
8
6
Regulatie
4
Handelingen
2
Ontheffingsperiode
0
Grafiek 3.6.1: Overzicht uitgevoerde handelingen en regulatie gedurende het beheerjaar 2013-2014
Wilde eend
140
120
100
80
Machtigingen
60
Handelingen
Regulatie
40
20
0
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014
Grafiek 3.6.2: Geregistreerde machtigingen, handelingen en regulatie in de afgelopen 5 jaar
Conclusie uitgevoerde handelingen wilde eend
Als gevolg van het mooie weer en de beperkte legering van granen in de zomer van 2013, zijn slechts enkele
machtigingen ter voorkoming van belangrijke schade verleend.
Huidige ontheffing geeft derhalve voldoende mogelijkheden voor het voorkomen van belangrijke schade.
33
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.7 Roek (Corvus frugilegus)
Referentiehoofdstuk fbp 2011-2016; 3.10
Beheerperiode:
- 01-11 / 31-08 op percelen met zomer- en wintergranen;
- 01-04 / 31-10 op percelen met mais, vollegrondgroenten, tuinbonen en erwten;
- 01-06 / 31-10 op percelen met appels en peren.
Ontheffing gebieden:
Land van Altena, Haagsche Beemden, De Dongemond, De Amerkant,
Taxandria, De Donge, De Moer, De Langstraat, 's-Hertogenbosch-Oost, Aa en
Leygraaf, Maaskant, Het Elsbosch, Nistelrode, Heesch, Maashorst,
Groot Ravenstein, Broek en Duin, Moergestel, Hubertuspeel, De Peelrand,
De Overlaat, Boxmeer, Oploo-Wanroij, Laarbeek-Veghel, De Helm,
Zuid-Oost Kempen, Noord-West Kempen, Midden-Brabant, Asten, Bruggen,
Heidse Peel, Neerkant en Den Ouwe Peel.
Belang:
Schade aan gewas
Gewassen:
- Zomer- en wintergranen (01-11 / 31-08);
- Mais, vollegrondgroenten, tuinbonen en erwten (01-04 / 31-10);
- Appels en peren (01-06 / 31-10).
Figuur 3.7.1: Overzichtskaart ontheffing schadebestrijding roek
34
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Roek
50
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0
Regulatie
Handelingen
Ontheffingsperiode
Grafiek 3.7.1: Overzicht uitgevoerde handelingen en regulatie gedurende het beheerjaar 2013-2014.
Roek
450
400
350
300
250
Machtigingen
200
Handelingen
150
Regulatie
100
50
0
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014
Grafiek 3.7.2: Geregistreerde machtigingen, handelingen en regulatie in de afgelopen 5 jaar
Conclusie uitgevoerde handelingen roek
In 2013 zijn slechts enkele machtigingen afgegeven voor het verjagen met behulp van ondersteunend afschot
van roeken. Huidige ontheffing biedt voldoende mogelijkheid om belangrijke schade aan gewassen te
voorkomen.
35
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.8 Holenduif (Columba oenas)
Referentiehoofdstuk fbp 2011-2016; 3.13
Beheerperiode:
- 1-4 / 31-10
- 1-01 / 31-01 (alleen koolzaad)
Ontheffing gebieden:
Steenbergen e.o.;
De Haagse Beemden; Taxandria; Hilvarenbeek; Diesen; Maaskant; 't Elsbosch; Groot Ravenstein; Heesch;
Oploo-Wanroij en Boxmeer.
Belang:
Schade aan gewas
Gewassen:
Bloemen, granen, vollegrondgroenten (waaronder peulvruchten) en koolzaad.
Figuur 3.8.1: Overzichtskaart ontheffing schadebestrijding holenduif
36
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Holenduif
60
50
40
30
Regulatie
20
Handelingen
10
Ontheffingsperiode
0
Grafiek 3.8.1: Overzicht uitgevoerde handelingen en regulatie gedurende het beheerjaar 2013-2014.
Holenduif
250
200
150
Machtigingen
Handelingen
100
Regulatie
50
0
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014
Grafiek 3.8.2: Geregistreerde machtigingen, handelingen en regulatie in de afgelopen 5 jaar
Conclusie uitgevoerde handelingen holenduif
De landelijke trend van de populatie holenduiven is er een die gestaag stijgende is.
De huidige populatie geeft nog geen stijging van schademeldingen te zien.
Wel een soort die gemonitord dient te worden.
Huidige ontheffing geeft voldoende mogelijkheid om de schade te beperken.
37
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.9 Spreeuw (Sturnus vulgaris)
Referentiehoofdstuk fbp 20111-2016: 3.14
Beheerperiode:
- 1-4 / 30-09
Ontheffing gebieden:
Enkele percelen gelegen binnen de werkgebieden van de wildbeheereenheden; Moerstraten e.o., Roosendaal
e.o., Oranje en van Glymespolders, de Moer en Deurne.
Belang:
Schade aan gewassen
Gewassen:
Kleinfruit
In de beheerperiode 2013-2014 zijn geen machtigingen verleend.
Overzichtskaart ontheffing
Er hebben in het beheerjaar 2013-2014 geen handelingen plaatsgevonden, derhalve is geen overzichtskaart
beschikbaar.
Afschot per maand per diersoort
Er hebben in het beheerjaar 2013-2014 geen handelingen plaatsgevonden, derhalve is geen registratie van
handelingen beschikbaar.
Spreeuw
400
350
300
250
Machtigingen
200
Handelingen
150
Regulatie
100
50
0
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014
Grafiek 3.9.1 Geregistreerde machtigingen, handelingen en regulatie in de afgelopen 5 jaar
Conclusie uitgevoerde handelingen spreeuw
In het beheerjaar 2013-2014 heeft geen machtigingverlening plaats gevonden.
38
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.10 Haas (Lepus europaeus)
Referentiehoofdstuk fbp 2011-2016: 3.20
Ontheffing:
In het verleden is door de Faunabeheereenheid ontheffing op voorhand aangevraagd voor het doden van hazen
ter beperking van schade aan gewassen. Onder het nieuwe faunabeheerplan is dit niet het geval als gevolg van
de uitspraak over het gebruik van kunstlicht. De ontheffing was er alleen op gericht om schadeveroorzakende
dieren na zonsondergang op het schadeperceel te doden.
Overzichtskaart ontheffing
Er hebben in het beheerjaar 2013-2014 geen handelingen plaatsgevonden, derhalve is geen overzichtskaart
beschikbaar.
Afschot per maand per diersoort
Er hebben in het beheerjaar 2013-2014 geen handelingen plaatsgevonden, derhalve is geen registratie van
handelingen beschikbaar.
Haas
35
30
25
20
Machtigingen
15
Handelingen
Regulatie
10
5
0
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014
Grafiek 3.10.1: Geregistreerde machtigingen, handelingen en regulatie in de afgelopen 5 jaar
Conclusie uitgevoerde handelingen haas
In het beheerjaar 2013-2014 zijn buiten het jachtseizoen geen machtigingen verleend ter voorkoming van
belangrijke schade.
39
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.11 Konijn (Oryctolagus cuniculus)
Referentiehoofdstuk fbp 2011-2016: 3.21
Beheerperiode:
- 15-08/31-1 m.b.t. sportvelden
- Gehele jaar m.b.t. de openbare veiligheid
Ontheffing gebieden en belang:
- Schade aan sportvelden in de gehele provincie Noord-Brabant
- Alle in de provincie Noord-Brabant gelegen infrastructurele dijklichamen, zoals een spoordijken, rivier
en kanaaldijken, maar ook taluds en viaducten van wegen.
- Schade en overlast op begraafplaatsen in de gemeenten; Bladel, Boxtel, Cranendonk, Deurne, GeldropMierlo, Helmond, Heusden, Landerd, Oss, Rucphen, Valkenswaard en Waalwijk.
Figuur 3.11.1: Overzichtskaart ontheffing schadebestrijding konijn
40
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Grafiek 3.11.1: Overzicht uitgevoerde handelingen en regulatie gedurende het beheerjaar 2013-2014.
Konijn
1400
1200
1000
800
Machtigingen
Handelingen
600
Regulatie
400
200
0
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014
Grafiek 3.11.2: Geregistreerde machtigingen, handelingen en regulatie in de afgelopen 5 jaar
Conclusie uitgevoerde handelingen konijn
De populatie konijnen is grillig met veel pieken en dalen. Lokaal kan schade optreden als gevolg van sterke
groei. In veel gevallen biedt de vrijstelling voldoende mogelijkheid om schade te voorkomen. Wanneer dit
onvoldoende is kan aanvullend machtiging/ontheffing worden aangevraagd.
Het niet verlenen van ontheffing voor het beheer van konijnen buiten de jachtperiode heeft tot gevolg dat er
minder dieren voor schade op sportvelden worden geregistreerd. Handelingen worden nu veelal op basis van de
vrijstelling uitgevoerd. Dit is een ernstig gemis in de registratie.
41
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.12 Vos (Vulpes vulpes)
Referentiehoofdstuk fbp 2011-2016; 3.23
Beheerperiode:
- Jaarrond (openbare veiligheid)
- 1-10/28-2 (schade aan fauna)
Ontheffing gebieden:
- WBE Midden Brabant (weidevogel)
- Alle infrastructurele dijklichamen, zoals een spoordijken, rivier en kanaaldijken, maar ook taluds en
viaducten van wegen.
Belang:
- Schade aan Fauna (weidevogels)
- Openbare veiligheid (dijklichamen)
Figuur 3.12.1: Overzichtskaart ontheffing openbare veiligheid en schade aan fauna
42
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Grafiek 3.12.1: Geregistreerde machtigingen, handelingen en regulatie in de afgelopen 5 jaar
Conclusie uitgevoerde handelingen vos
Vossen worden hoofdzakelijk beheerd op basis van de vrijstelling.
De ontheffing is voor incidentele gevallen.
Het additioneel beheer van de vos in weidevogelgebieden ligt als gevolg van de uitspraak RVS geheel stil.
Jaarlijks worden op basis van de vrijstelling ca 3000 vossen in Noord-Brabant geschoten.
43
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.13 Ree (Capreolus capreolus)
Referentiehoofdstuk fbp 2011-2016; 3.17
Beheerperiode:
- 1-4 / 31-03
Ontheffing gebieden:
Het beheer van reeën vindt in de gehele provincie plaats op basis van op WBE niveau vastgestelde
doelstellingen welke zijn opgenomen in het faunabeheerplan.
Belang:
Afgeleid doel op basis van populatiebeheer gecorrigeerd met overige wettelijke belangen.
- Openbare veiligheid
- Schade aan gewassen
- Schade aan fauna
- Ter voorkoming van onnodig lijden.
Grafiek 3.13.1: Ontwikkeling reeënpopulatie in Noord-Brabant
44
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
WBE nr
WBE naam
1 Westerkempen
2 Berlicum
3 Hubertuspeel
14 Het Elsbosch
16 't Mastbos
35 De Weerijs
42 De Donge
50 Z.U.V.O.
55 Niervaart
65 Zuid-Plantage
69 Moergestel e.o.
85 Reusel
101 Neerkant
103 Baronie van Cranendonk
112 Den Ouwe Peel
122 Roosendaal
123 Laarbeek Veghel
138 Noord-west Kempen
139 De Overlaat
144 Taxandria
147 De Heidse Peel
150 Bruggen
155 Diesen
165 Steenbergen
175 Nuenen 's Wildbeheer
177 Zundert
179 Langstraat
181 Diana Someren
191 De Haagse Beemden
198 Groot Ravenstein
207 De Dongemond
212 De Peelrand
220 Brabantse Wal
227 Utrecht/Welleseind
248 Baarle-Nassau
269 Hilvarenbeek
298 De Moer e.o.
318 Midden-Brabant
320 Eymerick
326 Land van Altena
331 Sint Hubertus Schijndel
339 Broek en Duin
342 Asten
348 Oploo Wanroij
354 Moerstraten
358 Nistelrode
361 Maashorst
365 Heesch
368 De Amerkant
370 Aa en Leygraaf
418 De Helm
429 Boxmeer
440 Zuid-Oost Kempen
444 's-Hertogenbosch
Totaal
toew
25
3
18
2
9
28
30
34
19
30
104
26
6
70
25
23
11
74
52
87
7
25
9
18
22
28
11
31
40
8
12
46
44
61
39
12
24
85
49
9
26
37
36
41
29
14
20
5
18
22
21
61
97
2
1685
Bok
Geit
Totaal
BK
JRL BOK tot. toew VK SMR Geit tot. toew real
0
8
14
22
34
9
6
7
22
59 44
0
0
2
2
5
0
0
0
0
8
2
0
4
6
10
20
3
4
6
13
38 23
0
0
1
1
3
2
0
0
2
5
3
0
3
6
9
10
0
1
2
3
19 12
1
12
12
25
30 16
5
5
26
58 51
0
15
13
28
30
5
4
15
24
60 52
0
13
12
25
36 14
4
5
23
70 48
1
2
11
14
26
6
6
11
23
45 37
0
2
24
26
34
7
7
14
28
64 54
3
29
50
82
101 31
16
23
70
205 152
0
9
12
21
25 15
2
4
21
51 42
0
2
4
6
6
1
1
2
4
12 10
4
27
35
66
80 23
15
23
61
150 127
0
7
16
23
29 10
3
9
22
54 45
0
5
12
17
29
7
2
9
18
52 35
0
2
8
10
11
4
1
2
7
22 17
3
17
49
69
74 29
17
21
67
148 136
2
9
30
41
51 19
15
12
46
103 87
2
14
63
79
103 34
27
29
90
190 169
0
1
2
3
5
0
1
0
1
12
4
0
6
18
24
31 11
10
7
28
56 52
0
1
4
5
12
1
2
3
6
21 11
0
4
5
9
18
4
3
5
12
36 21
0
11
10
21
28
7
2
12
21
50 42
1
11
15
27
32 10
4
11
25
60 52
0
1
9
10
11
5
2
0
7
22 17
0
12
15
27
41 15
8
13
36
72 63
0
7
20
27
41
9
5
15
29
81 56
0
0
2
2
8
3
1
3
7
16
9
0
3
4
7
13
4
3
3
10
25 17
2
5
32
39
47 18
7
15
40
93 79
0
11
19
30
51 13
7
7
27
95 57
0
26
31
57
68 23
11
25
59
129 116
1
7
28
36
43 23
8
8
39
82 75
0
2
7
9
11
3
1
4
8
23 17
1
6
14
21
25
6
3
11
20
49 41
2
8
37
47
77 17
7
8
32
162 79
2
10
27
39
75 26
13
20
59
124 98
0
2
5
7
34
2
12
16
30
43 37
0
6
14
20
26 11
4
5
20
52 40
1
6
27
34
70 15
6
23
44
107 78
0
9
16
25
44 14
11
12
37
80 62
1
8
24
33
42 14
10
10
34
83 67
0
8
8
16
33
9
5
6
20
62 36
1
6
4
11
12
1
3
7
11
26 22
1
4
11
16
18
3
6
3
12
38 28
0
0
3
3
4
1
1
0
2
9
5
0
2
12
14
24
3
5
9
17
42 31
0
5
11
16
26
7
7
3
17
48 33
0
4
14
18
23
3
5
10
18
44 36
5
17
38
60
69 21
14
21
56
130 116
4
23
59
86
140 48
34
34 116
237 202
0
1
1
2
3
0
1
1
2
5
4
38 413 926 1377 1942 585 358 529 1472 3627 2849
Tabel 3.13.1: Overzicht toegekend en gerealiseerd afschot beheer reewild.
45
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Grafiek 3.13.2.Geregistreerde regulatie in de afgelopen 9 jaar
Grafiek 3.13.3: Ontwikkeling geregistreerde aanrijdingen met reeën.
Conclusie beheer reewild
De reeënpopulatie in Noord-Brabant verkeerd in een stabiele situatie. Zowel het afschot als de valwildcijfer (op
basis van aanrijdingen) blijven op stabiel niveau.
De populatie is ligt stijgend maar nagenoeg stabiel.
46
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
3.14 Wild zwijn (Sus scrofa)
Referentiehoofdstuk fbp2011-2016; 3.18
Beheerperiode:
Jaarrond (1-4 / 31-03)
Ontheffing gebieden:
Gehele provincie
Belang:
Ter voorkoming van: Openbare veiligheid, schade aan gewassen, schade aan vee, dierenwelzijn
Figuur 3.14.1: Overzichtskaart afschotlocaties nulstand wild zwijn
47
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
WBE naam
Reusel
De Baronie van Cranendonck
De Peelrand
Asten
Oploo-Wanroij
Zuid-Oost Kempen
Totaal
MB
0
19
2
6
0
1
28
Big
VB
0
22
0
5
1
0
28
tot.
0
41
2
11
1
1
56
Overloper
MO VO
tot.
0
0
0
35
25
60
2
1
3
8
4
12
0
1
1
1
0
1
46
31
77
Zeug
Keiler
3
11
0
1
0
2
17
1
11
1
4
1
2
20
tot.
4
123
6
28
3
6
170
Tabel 3.14.1: Regulatie in het beheerjaar 2013-2014
Grafiek 3.14.1: overzicht gerealiseerd afschot gedurende het beheerjaar
Grafiek 3.14.2: Jaarrond afschot in de afgelopen jaren
48
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Grafiek 3.14.3: Geregistreerde regulatie aanrijdingen en dood gevonden dieren in de afgelopen 9 jaar
Conclusie nulstandbeleid wilde zwijnen
De populatie wilde zwijnen is Noord-Brabant vertoond nog altijd een stijgende lijn. Onnatuurlijke verspreiding
en inloop van buiten de provincie (Limburg en België) maken dat de populatie nog altijd onwenselijk stijgt en
de gewenste nulstand ver weg is. Beter afstemming tussen partijen in het veld alsmede met Limburg en België is
essentieel.
49
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
4 Valwildregistratie
Per 1 november is de provinciale valwild regeling operationeel geworden.
Op 26 juni 2013 is door G.S. een aanwijzing verleend aan de Stichting afhandeling en monitoring faunaaanrijdingen (SAMF). De aanwijzing houdt in dat deelnemers van deze stichting in geval van een aanrijding met
een inheemse beschermde diersoort gerechtigd zijn deze, wanneer noodzakelijk te euthanaseren en/of te
vervoeren. De handeling vindt plaats op basis van de verkeersveiligheid waarmee onnodig lijden wordt
voorkomen.
De registratie heeft betrekking op de vastgelegde aanrijdingen in Noord-Brabant. Per 1 november 2013 is hierbij
ook de melding via de meldkamer van politie geborgd.
Diersoort
Bever
Boommarter
Damhert
Das
Nerts
Ree
Steenmarter
Vos
Wild zwijn
Overige (klein)
Totale registratie
Aantal geregistreerde dieren
3
1
3
55
2
577
4
32
13
98
758
Tabel 4.1: Overzicht van alle geregistreerde aanrijdingen in beheerjaar 2013-2014
Figuur 4.1: Verspreiding geregistreerde aanrijdingen met diersoorten in Noord-Brabant.
Figuur 4.2: legenda
50
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Figuur 4.3: Geregistreerde aanrijdingen met reeën
Figuur 4.4: Geregistreerde aanrijdingen met wilde zwijnen
51
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Figuur 4.5: Geregistreerde aanrijdingen met vossen
Figuur 4.6: Geregistreerde aanrijdingen met dassen
52
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
5 Eindtotaal op basis van aanwijzing
Registratie op basis van de provinciaal verleende aanwijzing artikel 67.
Jachtaktehouders zijn verplicht de door hun gerealiseerde aantallen geschoten/gevangen dieren te rapporteren.
Zij hoeven de betreffende handeling echter niet op datum te vermelden.
Het betreft hier dus provinciaal brede totalen van de geschoten/gevangen dieren in de
periode 1 april 2013-31 maart 2014.
Diersoort
Aantal geschoten/ gevangen
8
Damhert
1
Muntjak
2848
Nijlgans
0
Rosse stekelstaart
78
Verwilderde Amerikaanse nerts
517
Verwilderde duif
716
Verwilderde Kat
Zie rapportage ontheffing
Wild zwijn
Tabel 5.1: Overzicht regulatie op basis van de aanwijzing.
53
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Bijlage 1: WBEgrenzen
54
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Bijlage 2: Rapportage KLU
Koninklijke Luchtmacht
Verantwoording over het jaar 2013 van het gebruik van de ontheffing Flora & Faunawet zoals verstrekt d.d. 20
maart 2012 met brief nr C2058071/2869800 op de vliegbasis Eindhoven,
Gilze-Rijen, Volkel, Woensdrecht en De Peel.
De Lt Generaal Best Kazerne (voormalige vliegbasis De Peel) is in 2013 niet als
vliegbasis gebruikt en daarmee is de ontheffing in 2013 ook niet gebruikt.
De vogelaanvaringspreventie werd in 2013 uitgevoerd door de vogelwachten.
Op de verschillende velden werd gebruik gemaakt van een vervangende vogelwacht.
Deze (vervangende) vogelwachten houden zich bezig met monitoring, inspecties en verjaging van aanwezige
dieren.
In onderstaand schema is over 2013 vermeld hoeveel baaninspecties zijn uitgevoerd en in hoeveel gevallen dit
leidde tot een vogelstatus KRITIEK, waarbij vliegbeperkingen gelden. Behalve in Eindhoven (eenmaal vanwege
de onveilige situatie m.b.t. vogels) hebben zich geen baan- of
baankopsluitingen voorgedaan.
Baaninspecties
Status Kritiek
Verjaagacties
Eindhoven
3555
18
535
Gilze-Rijen
967
9
50
Volkel
1425
17
156
Woensdrecht
1113
48
110
De meest verjaagde soorten tijdens de verjaagacties waren:
Eindhoven
Canadese gans
Holenduif
Kauw
Kievit
Kokmeeuw
Roek
Spreeuw
Wilde eend
Wulp
Zwarte kraai
58
140
37
Gilze-Rijen
Volkel
6
11
64
11
39
11
Woensdrecht
8
18
7
196
22
23
18
12
12
8
83
Naast het afspelen van soort specifieke angstkreten werd bij de verjaagacties gebruik gemaakt van :
Kaliber 12
knalpatronen
Screechers’gillende
keukenmeiden
1 inch knalpatronen
Eindhoven
176
Gilze-Rijen
15
Volkel
80
Woensdrecht
113
162
12
53
47
162
3
9
49
Behalve in Volkel (het nest van 1 Wulp langs de startbaan) was het niet nodig nesten te verstoren.
In een aantal gevallen was afschot noodzakelijk.
55
Jaarrapportage conform artikel 69
Faunabeheereenheid Noord-Brabant
Blauwe reiger
Buizerd
Holenduif
Houtduif
Kauw
Kokmeeuw
Nijlgans
Torenvalk
Wulp
Zilvermeeuw
Zwarte kraai
Eindhoven
1
1
8
2
2
8
Gilze-Rijen
Volkel
4
Woensdrecht
1
14
2
5
4
1
24
1
In Eindhoven werden met de kraaienvangkooi 105 vogels gevangen, onderverdeeld naar
Buizerd (69), Zwarte Kraai (26), Havik (10) en Gaai (4). Met een klapkooi werden
3 Torenvalken gevangen. De Buizerds en Torenvalken zijn allen verplaatst en
losgelaten, Havik en Gaai zijn direct losgelaten. De Zwarte kraaien werden
gedood.
Op de andere vliegvelden is geen gebruik gemaakt van de kraaienvangkooi, klapkooi en bal-Chatri.
Hoewel het gebruik van kunstlicht is toegestaan in de ontheffing, wordt dit niet
gebruikt om konijnen te bejagen. Afschot van reeën in verband met de
vliegveiligheid was niet nodig.
56
Jaarrapportage conform artikel 69