download hier

Kernaspecten
spirituele ontwikkeling
Kernaspecten
spirituele ontwikkeling
Peter Geraedts
Schrijver: Peter Geraedts
Coverontwerp: Peter Geraedts
Uitgegeven via: Uitgeverij Universum Nieuwegein
© Peter Geraedts
Vandaag de dag zijn er genoeg mensen in de hele wereld die een verandering
teweeg kunnen brengen in de houding van de mens en in de publieke opinie,
als ze het op kunnen brengen om dat wat ze weten en geloven ook werkelijk
in daden om te zetten.
Uit Serving Humanity, Alice Bailey
Noot 1: Met toestemming van uitgeverij Betelgeuze zijn twee teksten gedeeltelijk overgenomen uit
mijn zelfontwikkelingboek voor gescheiden vaders “Schaduwvader in het licht” (2007)
Noot 2: Overal waar in dit boek wordt gesproken over een ‘hij’, kan dit veelal net zo goed vervangen
worden door ‘zij’.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
5
Inhoud:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Inleiding
Spiritualiteit
Holisme
De rol van synchroniciteit
Energetische communicatie
Intuïtie
Kernaspect Merkaba + uitleg aspecten
a. De eerste piramide
b. De tweede piramide
c. Keuze en synthese
Het achtvoudige pad als leefregels
De grote Oostelijke Zon, wijsheid Shamballa
Een psychosynthetisch ontwikkelingsmodel
Innerlijke dialoog en uiterlijk gedrag
De ontwikkeling van innerlijke autonomie
Geestelijke helpers
Literatuurlijst
Gegevens over de auteur
6
7
9
14
15
18
22
24
25
31
39
40
46
49
52
58
63
67
70
1. Inleiding
Spirituele ontwikkeling heeft te maken met beantwoording van je essentiële levensvragen op een no-nonsens manier. Dat wil zeggen dat de begeleiding of het
zelfonderzoek uitgaat van de realiteit, concreet en praktisch toepasbaar moet zijn,
maar vanuit de essentie, vanuit hart en ziel van de persoon. In dit boek worden
kernaspecten van ontwikkeling geboden die kunnen dienen als fundamenten van
het leven van mensen als ze ermee aan het werk gaan. In het lange proces van
overdenken en creëren heb ik die kernaspecten ook in mezelf moeten herkennen
en moeten activeren. Dit proces heeft uiteindelijk geleid naar wat ik de kernaspect-merkaba heb genoemd. Daarover later meer.
Om de ziel en om de ontwikkeling van die ziel gaat het bij spirituele groei. Uiterlijk
gedragsmatig handelen is een resultaat van innerlijke vooronderstellingen en
overtuigingen en van de persoonlijke opdracht van de ziel van een persoon. Persoonlijke spirituele groei leidt tot mooie resultaten. Het leidt tot zingeving en vervulling van je levenstaak, als onze ziel ons handelen bestuurt in plaats van ons onderbewuste. Dat betekent dat je als mens een verbinding ‘moet’ hebben tussen de
ziel en de persoonlijkheid met inbegrip van het ego. Die ziel laat zichzelf niet zomaar zien.
De kernaspect-merkaba, een model gebaseerd op de ‘ruimtelijke’ Davidsster, geeft
inzicht in die aspecten die volgens mij in deze tijd bijdragen aan de ontwikkeling
van zowel de persoonlijkheid als de ontwikkeling van de ziel, tevens van de verbinding tussen die twee.
Het eerste gedeelte gaat in op die merkaba en de bijbehorende aspecten van ziel,
geest, lichaam, god/onnoembare en communicatie, bewustzijn, verantwoordelijkheid en liefde.
Daarnaast worden er in dit boek als basis van spirituele ontwikkeling belangrijke
aspecten besproken zoals het Boeddhistische achtvoudige pad en de ontwikkelingstheorie uit de psychosynthese.
Alle producten van de menselijke geest komen voort uit het wereldbeeld van de
bedenker. Mijn levensvisie kenmerkt zich in kort bestek door respect voor ieder
mens, ieder levend wezen. We zijn allen uniek en elk ‘levend’ organisme is een cel
in het lichaam van God, het Al, het Onnoembare, het Mysterie, enz.
De ziel van de mens reïncarneert telkens weer tot ze geleerd heeft wat ze wil of
moet leren. Dat betekent, dat ik niemand kan en wil veroordelen, omdat ik niet
weet welk levenspad de ziel van die persoon heeft gekozen en waarom dat zo is.
Jarenlang waren er junks aanwezig in de catacomben van winkelcentrum Hoog Catharijne in Utrecht. Vele mensen ergerden zich daaraan en veroordeelden de levenswijze van de verslaafden. In een discussie daarover merkte iemand eens op,
dat die verslaafden goed werk hadden verricht, omdat ze al die jaren aan langslo-
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
7
pende mensen en vooral jongeren door hun leefwijze duidelijk maakten dat het
beter is niet aan drugs te beginnen. Wellicht is als voorbeeld laten zien aan de wereld van hun ellende hun eigen bijdrage als ziel aan de wereld.
We komen namelijk niet zomaar in een leven op aarde. Vooraf hebben we met behulp van onze spirituele gidsen en raadgevers een levensplan opgesteld en hebben
we ons leven in grote lijnen uitgestippeld en vastgelegd. Niet alle ervaringen en
personen zijn even belangrijk, maar ze zijn wel spiegels voor ons levenspad en
onze ontwikkeling als mens en als ziel en dus belangrijk voor het leren en ervaren
van onze levenslessen. In deze ‘blauwdruk’ staan de leerpunten, leerervaringen,
belangrijkste bijbehorende ervaringen en ook de personen die we tegen moeten
komen om die ervaringen mee uit te werken en in welke fase van ons leven we dat
doen. Uiteraard staat in die blauwdruk ook onze levenstaak.
Alice Bailey heeft deze visie gechanneld van de overleden Tibetaanse meester Djwal Khul en in haar vele boeken verwerkt. Dit idee of concept is een heel mooie leidraad voor mijn leven. Het geeft mijn leven meer zin, relativeert moeilijkere periodes en gebeurtenissen beter en stuurt mijn persoonlijke ontwikkeling in positieve
zin.
Vanuit dit concept gezien bestaat er dan ook eigenlijk geen toeval wat betreft de
belangrijke gebeurtenissen, ervaringen en ontmoetingen in het leven. Jungs wet
van de synchroniciteit -toeval bestaat niet- helpt zelfs om processen te spiegelen,
te beschouwen en introspectie te plegen zodat onze persoonlijkheid uiteindelijke
kan samenvallen met onze ziel.
Eckart Tolle heeft met zijn promotie van leven in het hier-en-nu, met mindfulness,
veel goed werk gedaan. Het gaat bij persoonlijke ontwikkeling om aandacht. Aandacht voor een laag onder de dagelijkse werkelijkheid, aandacht voor ons diepere
zelf dat zich ‘normaal’ niet zomaar openbaart, maar ontdekt of beter gezegd ontwikkeld dient te worden. Vrijgemaakt van de vele doctrines, vooronderstellingen,
inprentingen, vrijgemaakt van opvoeding, van aangeprate of opgelegde normen en
waarden, vrijgemaakt voor ons eigen unieke zelf, ons I AM.
‘We creëren onze eigen werkelijkheid’ wordt in spirituele kringen regelmatig als
overtuiging beleden. Sommige denkers en schrijvers gaan daarin heel ver, alsof we
elk moment alles kunnen creëren of veranderen wat we willen. Door onze manier
van denken en voelen kunnen we grote invloed uitoefenen op onze werkelijkheid,
maar dat we daarin toch deels gebonden zijn aan de afspraken die we zelf in onze
blauwdruk hebben neergelegd in de vorm van leerprocessen, ervaringen en ontmoetingen. Voor alles is een tijd. Je kunt niet sneller creëren dan je met jezelf hebt
afgesproken. Forceren helpt dus niet. Een grassprietje groeit niet sneller door eraan te trekken.
In de tussentijd zijn er nog vele andere levensaspecten die we kunnen verrijken,
waarin we kunnen groeien. Het proces wat we intussen doormaken op weg naar
de volgende stap, is in feite het eigenlijke werk. Vaak moeten geduld en vertrouwen geleerd worden als onderdeel van ons spiritueel proces. En willen we echt
een spiritueel geïnspireerde wereld creëren, dan is het uitoefenen van dienstbaarheid absoluut noodzakelijk.
8
2. Spiritualiteit
Spiritualiteit is een hoogst persoonlijke ontwikkeling van alle aspecten van onszelf. Het is het blootleggen en ontginnen van onze kwaliteiten en onze mogelijkheden. Het is de zingeving ontdekken van het ‘waarom’ we hier op deze aarde zijn en
dit leven leiden.
Hoe kunnen we ervaren en voelen dat ons leven zin heeft, een doel heeft? Hoe
gaan we om met de mysteries van ons leven? Wat biedt ons inspiratie en hoop?
Waaruit bestaat onze passie? Voelen we ons verbonden met een hogere macht?
Hoeveel ‘macht’ kennen we toe aan het Hogere? Voelen we ons verbonden met
deze wereld en met de mensen die ons omringen?
Er zijn nog veel meer vragen te stellen in het kader van spirituele ontwikkeling en
vooral veel en veel meer antwoorden te geven. Elk van ons heeft zijn eigen innerlijke waarheid, zijn eigen antwoorden. Want spiritualiteit is een individuele beleving in vrijheid. Los van dogma’s en religieuze doctrines. Wel eventueel met religiositeit. Het gaat erom te ontdekken wat ons vervulling geeft.
Sta er nu even bij stil wat voor jou spiritualiteit inhoudt.
Spiritualiteit is de hoogstpersoonlijke intieme ervaring van ons diepere zelf, dat
deel dat vervulling geeft, dat zin geeft aan het leven. De relatie met dat diepere zelf,
onze eigenlijke ‘natuur’, is bepalend voor het pad dat we gaan. Uiteraard in samenhang met ons ‘rugzakje’. Dat rugzakje bevat ons karma, alle ervaringen, gedachten
en gevoelens uit dit en vorige levens.
Iedereen komt naar de aarde om bepaalde dingen te leren en te realiseren. We
hebben allemaal een ingeschapen hoger doel. Of dat werkelijk bewijsbaar is, vind
ik minder belangrijk dan het besef, dat het me helpt in mijn zingeving van de wereld om me heen en van mijn innerlijke wereld van gedachten, ideeën, gevoelens.
Bovendien geeft het me de mogelijkheid om doelgericht mijn leven te beïnvloeden
in overeenstemming met mijn eigen wensen. Die wensen zijn proefondervindelijk
en intuïtief tot stand gekomen. Het schrijven van dit boek is een deel van mijn levenspad. Geloven en accepteren van ons eigen levensdoel geeft ons innerlijke
kracht, door Gandhi als zielskracht benoemd.
Wat ons hogere doel is, is verschillend. Het hoeft niet zoiets te zijn als het schrijven
van een boek, of het opzetten van een centrum voor spirituele ontwikkeling. Het
kan ook zijn dat ons doel is om ondanks onze moeilijke positie als gescheiden vader een ‘thuis’ te creëren voor onze kinderen en voor hen een baken van vertrouwen te zijn. Of leren dat we geen slachtoffer hoeven te zijn van de omstandigheden
waarin we terecht komen.
Onderstaande lijst geeft ons nog meer indicaties, maar is absoluut voor veel aanvulling vatbaar.
 Leren hoe we moeten lief hebben na een ‘emotioneel arme’ jeugd
 Leren onvoorwaardelijk van onszelf te houden
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
9













Leren spelen en plezier maken
Leren onze kwaliteiten te delen met anderen
Onze gaven ontwikkelen voor creativiteit, muziek, dans
Leren samenwerken
Een bijdrage leveren aan het welzijn van anderen
Een bijdrage leveren aan het welzijn van het aardse milieu
Leren vergeven
Leren voor onszelf op te komen
Leren onszelf te zijn
Leren dienen
Leren leidinggeven
Leren aarden
Leren te accepteren dat we hier op aarde zijn
Het ene doel is niet beter dan het andere, het gaat erom te ontdekken wat ons eigen specifieke doel is. Ik gun je dat de volgende visualisatie een bijdrage zal leveren aan ‘het ontdekken van je levensdoel’. Begin eraan met die intentie.
Lees eerst de hele tekst van de visualisatie door zodat je vertrouwd bent met elke
stap. Het beste werkt de visualisatie als je de tekst op een bandje opneemt. Ga je
opnemen, lees de tekst dan langzaam voor met na elke instructie een kleine pauze.
Als het te snel praat, kun je straks je eigen tempo tijdens de visualisatie niet bijhouden. En dat is nou juist wél de bedoeling.
Heb je geen cassetterecorder vraag dan iemand waar je vertrouwd mee bent om je
te begeleiden.
1. Ga ergens rustig zitten en ontspan je lichaam en je geest. Zet meditatieve
muziek op als het helpt om je beter en dieper te ontspannen.
2. Start de cassetterecorder en luister aandachtig naar de tekst of laat je ‘helper’ rustig de tekst voorlezen.
• Stel jezelf voor op een pad ergens in een landschap. Het mag een
landschap naar eigen keuze zijn. Kijk uitvoerig rond in de omgeving, hoor de geluiden, voel de zon op je huid, de wind op je gezicht
en in je haren.
• Als je diverse indrukken hebt opgedaan, begin je het pad af te lopen
dat je naar een oeroud bos brengt. Je loopt verder over het bospad
het bos in. Daar verandert de omgeving, het is donkerder. De geluiden in het bos zijn anders dan daarstraks en het is er koeler.
• Als je aan de nieuwe situatie gewend bent, loop je verder het pad
af. Na enkele bochten in het pad, zie je dat er een zilverkleurige
mist over het pad hangt, die het uitzicht belemmert.
• Je loopt naar die mist. Voel er maar aan, hij blijkt zacht te zijn, niet
eens nat. Je loopt de mist in en gaat verder, ook als je even helemaal niets meer ziet en hoort. Vertrouw erop dat je de weg weet.
Het is tenslotte jouw pad.
10
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Even later wordt de mist dunner. Je ziet het pad weer en ook de
omgeving wordt steeds duidelijker. Weer bevind je je in een ander
landschap. Blijf even staan om de eerste indrukken op te doen. Kijk,
luister en voel.
Als je in de verte kijkt, zie je naast het pad een huis staan. Ga erheen, het is niet ver en je verplaatst je hier vrij snel. Bekijk het huis
rustig als je er bent aangekomen. Dit is jouw huis, een beeld van
jouw innerlijke huis. Wat zijn je eerste indrukken?
Loop eens om je huis heen, kijk eens naar de tuin, de begroeiing.
Ga daarna naar de voordeur en open die deur. Lukt dat niet, dan
blijkt er een sleutel in je zak te zitten. Maak daarmee je voordeur
open. En ga de gang in die leidt naar meerdere kamers. Je kunt de
deuren zien.
Wat er verder ook op de deuren staat, op één ervan staat “levensdoel”. Ga daar naar binnen en bekijk, beluister en voel wat er in die
kamer allemaal te ervaren valt.
Liggen er teksten en voorwerpen voor je klaar? Is er wellicht een
persoon die je ontvangt en die jou antwoord kan geven op je vraag?
Komen er specifieke gedachten in je op die te maken hebben met je
leven, met je vragen, met je levensdoel, met een terugkerend thema
in je leven? Neem de tijd om deze dingen te gaan zien en ervaren.
Neem de tijd om alle indrukken op te doen en op te slaan in je geheugen. Verlaat daarna de kamer. Neem afscheid van de kamer, de
spullen, de persoon en loop het huis weer uit.
Als je nog een andere boodschap uit dit huis mee moet nemen, dan
staat een van de andere deuren half open. Ga daar dan ook naar
binnen en herhaal de procedure van de vorige kamer.
Verlaat daarna het huis en begeef je weer op de terugweg, over het
pad, door de mist, over het bospad, terug naar het beginpunt.
Realiseer je daar aangekomen dat je in je kamer, op je stoel zit in
het hier-en-nu als ………………..(eigen naam) op……………………..(datum van die dag) te ……………………….(plaats waar je de visualisatie
doet).
Noteer je bevindingen en gevoelens om er eventueel later nog mee
bezig te kunnen zijn of om het ervarene te delen met iemand.
Centraal in het scheppen van een spiritueel pad staat een verbinding met het onbekende, het ongekende, met de verwondering, met de eenheid, met respect voor
het leven. We moeten een persoonlijk gevoel ontwikkelen dat we een zijn met alle
creaties in het universum. We moeten een vorm van overgave creëren met iets dat
onze werkelijkheid, ons verstandelijk begrip overstijgt.
Door bepaalde ervaringen die te maken hebben met onze zingeving, met onze passie, met onze intuïtie, met bewustwording van onszelf, met het voelen van verbondenheid met anderen, verbinden we ons steeds sterker met ons spirituele pad. Het
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
11
betreft ervaringen die onze alledaagse werkelijkheid overstijgen en ons vervullen
van respect, ontzag, verwondering. Zoals momenten dat we verliefd waren, momenten waarop we in dankbaarheid samen waren met onze kinderen en voelden
dat het goed was. Of momenten waarop we helemaal alleen van muziek konden
genieten of alleen ergens in een mooi landschap liepen en genoten van onszelf als
enige gezelschap. Vaak wordt diepe meditatie ook ervaren als zo’n moment.
Je spirituele pad
Met kennis van ons hogere doel, met onze innerlijke gaven en met de intentie om
ons te verbinden met het ongekende, bezitten we alles wat we nodig hebben voor
onze spirituele reis. Hoe snel onze reis gaat bepalen we zelf. De snelheid heeft te
maken met de snelheid van onze bewustwording. Een bewustwording die gevoed
kan worden door het lezen van boeken, door televisieprogramma’s, door gesprekken met lotgenoten en andere spirituele medereizigers, door cursussen van een
spiritueel begeleider of leraar, door meditatie, yoga, regressie- en reïncarnatietherapie, Feng Shui, door religie en door nog vele andere zaken rond bewustwording
en spiritualiteit.
Door verantwoordelijkheid te nemen voor ons spirituele pad, blijft onze motivatie
sterk genoeg om te doen wat we moeten doen: een zo sterk mogelijke verbinding
met ons innerlijke zelf, met ons diepste verlangen, met ons ‘Goddelijke zelf’, met
onze ziel of met dat deel in ons waarvoor we een eigen speciale naam hebben bedacht. Al weten we niet altijd hoe we een en ander moeten doen, we hebben in
elke geval een richting. Daarnaast kunnen we oefenen om onszelf bij diverse dagelijkse bezigheden af te vragen of we wel afgestemd zijn op ons hogere doel. Die afstemming kunnen we ervaren als: “Het voelt goed”. We hebben innerlijke voldoening van dat wat we doen. En in de praktijk blijkt, dat we daar ook andere mensen
blij mee maken.
Belangrijk voor het ‘goed’ lopen van ons spirituele pad is niet alleen een duurzame
relatie met ons Hogere Zelf, ons I AM-deel, maar eveneens het feit of we ons denken en voelen, ons gedrag en handelen in overeenstemming kunnen brengen met
dat hogere doel. De ervaring leert dat het ons niet alleen veel tijd kost om via introspectie, meditatie en gesprekken ons doel te ontdekken, maar ook dat het nog
niet gemakkelijk is om de eerder genoemde zaken onder regie van dat doel te gebruiken. Lukt dat in toenemende mate wel, dan is dat voor die persoon zeer bevredigend. Het voelt goed te ontdekken dat we zicht krijgen en ‘grip’ krijgen op de lessen die onze ziel ons wil leren in dit leven.
Anderen laten delen in onze ervaringen is verrijkend voor onszelf en voor de ander. We kunnen veel leren van elkaars verworvenheden, spirituele ontdekkingen,
manieren om blokkades weg te werken, hoe iemand te vergeven, hoe van onszelf
te houden. Ondersteunend in deze processen is, als we geestelijk zo flexibel zijn
dat we geen vastomlijnd pad bewandelen, maar ons in goed vertrouwen laat leiden door onze innerlijke stem, onze spirituele gidsen en onze blauwdruk, zoals die
zich via synchroniciteit openbaart.
12
Ik heb ontdekt dat vertrouwen en overgave de sleutelwoorden zijn in mijn spirituele ontwikkeling. Door geen enkele vooronderstelling meer te accepteren en zoveel mogelijk te leven in het hier-en-nu, ontstaat er een spanningsveld waarin de
potentie van mijn ziel kan materialiseren naar een nieuwe werkelijkheid. Door de
signalen te zien, te horen, te ervaren die via mensen en gebeurtenissen worden
aangereikt, kan ik keuzes maken die mijn pad beter begaanbaar maken. Als zodanig ben ik een medeschepper van mijn alledaagse werkelijkheid. Die werkelijkheid
komt meer overeen met onze droom-werkelijkheid of met het doel van de ziel
naarmate er spirituele rijping van de ziel ontstaat. Of misschien moet ik zeggen, als
we in staat zijn om beter te ervaren wat we in wezen al zijn: deel van god.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
13
3. Holisme
Een van de definities van holisme is: het idee dat de eigenschappen van een systeem niet kunnen worden verklaard door de som van alleen zijn componenten te
nemen. Kort gezegd: het geheel is meer dan een samenvoeging van de delen.
Holisme wordt hier echter gebruikt als een levensovertuiging die zegt, dat alles
onlosmakelijk met elkaar is verbonden. Dat kan bijvoorbeeld binnen een mens zijn
zoals in de holistische geneeswijzen. Maar dat kan ook binnen het universum zoals
bij de kwantumfysica waar alles uit energie bestaat. Als je de mens als voorbeeld
neemt, dan is de levende mens die kan handelen, kan denken, kan voelen veel
meer dan een samenvoeging van geest, organen, botten, huid, bloed, enz. Juist door
de combinatie is er een systeem ontstaan dat als zelfstandige eenheid een veelvoud aan mogelijkheden biedt dan de afzonderlijke delen als longen of hart.
Dat holisme is geen recentelijke uitvinding. De aloude esoterische wetenschappers
gaven al aan, dat alles uit energie bestaat en dat tevens geldt “ zo boven, zo beneden” en “ zo groot, zo klein”. De microkosmos van onze atomen, moleculen, cellen
is een afspiegeling van vorm en krachten in de kosmos.
Het afgescheiden zijn dat we ervaren als mens wordt door ons denken gecreëerd.
Vooral in het Westerse denken is de dualiteit, dat werken met delen, de basis. Het
Oosten kent van oudsher al veel meer het eenheidsdenken.
In het holisme is de mens een levend systeem, waarbinnen onscheidbaar van elkaar mentale, emotionele, geestelijke en spirituele aspecten en processen ervoor
zorgen, dat we zijn, zoals we zijn en doen wat we doen. Het holisme benadert bijvoorbeeld ziek zijn als een ‘aandoening’ van de gehele persoon en niet alleen als
het disfunctioneren van bijvoorbeeld een specifiek orgaan of door beïnvloeding
van virussen of bacteriën. Dat is in detail natuurlijk wel zo, maar er speelt in je
mens-zijn zoveel meer waardoor je bevattelijk kan worden voor de desbetreffende
ziekte.
Datzelfde geldt voor je menselijke ervaringen. Je bent geen geïsoleerd individu, je
bent een sociaal wezen dat in contact staat met anderen, beïnvloed wordt door anderen, op de een of andere manier communiceert met die ander en handelt in de
wereld. Zelfs als je alleen zou wonen, niet zou werken en geen vrienden of bekenden meer zou hebben, dan nog ben je deel van een familiesysteem, ga je naar de
supermarkt om boodschappen te doen, enz. Je bent dus altijd verbonden met iets
of iemand en daardoor met het geheel.
14
4. De rol van synchroniciteit
Bij de opvatting dat we vanuit de Goddelijke onzichtbare sferen ‘begeleid’ worden,
hoort ook het besef dat zaken niet zomaar gebeuren maar deel zijn van ons ingeschapen levensplan, van onze blauwdruk die we mee hebben genomen toen we
naar deze wereld kwamen. Toeval is niet alleen ‘datgene wat je toevalt’, maar datgene wat een spiegel kan zijn voor die zaken die we in ons leven moeten ‘leren’.
Carl Gustav Jung, vooraanstaand psychiater en grondlegger van een eigen psychologische stroming, was degene die de wet van synchroniciteit introduceerde, de
wet van het betekenisvol toeval. Betekenisvol toeval is een samenloop van omstandigheden, gelijktijdig, die een verband leggen met ons levensdoel en met zaken die zich buiten ons afspelen maar bijdragen aan onze heling. Voorop staat wel,
dat de ‘toevalligheden’ een betekenis hebben in ons leven.
Heb je wel eens ervaren dat je werd gebeld door degene waaraan je net dacht? Heb
je wel eens ervaren, dat er precies op het juiste moment een baan kwam of een
persoon op je levenspad kwam die je net nodig had? Heb je wel eens ervaren dat je
met een probleem worstelde en dat je net tegen een boek opliep waarin een tekst
stond die je antwoord gaf op je vraag?
We kunnen zeggen, dat het gewoon toeval is. We kunnen ook zeggen dat het een
facet is dat ons van hogerhand op het juiste moment werd aangereikt.
Ik had na mijn scheiding op korte termijn een huis nodig, wat in de plaats waar ik
woonde een onmogelijkheid was. Toen ik bij een collega op bezoek was, kwam het
gesprek op huizen en hij vertelde me dat ik daarvoor bij een specifieke makelaar
moest zijn. Ik vulde de bon in, maar de sluitingstijd voor aanmelding voor die huizen was al voorbij. Toen ik me bij de receptioniste van de makelaar meldde, was ze
net bezig met het verwerken van de aanvragen en was ze bereid mijn aanvraag
alsnog mee te nemen. De makelaar zelf had in een soortgelijke situatie gezeten en
zorgde er bij de gemeente voor dat ik een eengezinswoning kreeg toegewezen. Zodoende kon ik mijn kinderen in het weekend een ‘thuis’ geven. Toeval? Of vielen
alle puzzelstukjes gewoon op hun plaats?
Bij synchroniciteit gaan we ervan uit, dat de combinatie van factoren er al ‘was’ en
dat die op dat moment voor ons pas zichtbaar werd.
Ik was op zoek naar een cursus of training voor mijn eigen persoonlijke ontwikkeling. Ik kocht nooit het blad ‘Onkruid’. Toch had ik die ene keer in de winkel het gevoel, dat ik dat toen wel moest doen. Thuis bleek, dat daar een advertentie instond
van de cursus die precies aansloot bij mijn wensen. Toeval?
Als we naar de wereld en naar de gebeurtenissen in ons leven gaan kijken vanuit
de optiek van synchroniciteit, dan kunnen we daarin na enige tijd patronen ontdekken. Soms moeten we meerdere malen dezelfde ervaring meemaken. Als we later terug kijken naar die ervaringen, dan blijkt dat die een onderdeel waren van
die zaken die we in ons leven moesten leren om vooruit te komen, om een nieuwe
baan of zelfs een nieuwe partner te vinden.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
15
Synchroniciteit is de verrassing dat ineens iets past in de puzzel van ons leven. We
spreken van toeval als er twee gebeurtenissen gelijktijdig plaatsvinden die geen
betekenis voor ons hebben. Hebben ze dat wel, dan wordt het synchroniciteit.
Ik hoorde het verhaal van iemand die onderweg naar zijn werk een klapband
kreeg. Toen hij de band had verwisseld en verder reed, bleek enkele kilometers
verderop, dat er een ernstig ongeluk gebeurd was waar ruim dertig auto’s bij betrokken waren. Toeval?
Een kennis brak vier jaar achter elkaar in de laatste maanden van het jaar haar enkel of kneusde een been, zodat ze weken verplicht was om thuis te blijven en kalmer aan te doen. Toen ze zich eindelijk realiseerde dat ze in een te hoog tempo
leefde en zorgvuldiger met zichzelf moest omgaan, gebeurde er niets vervelends
meer. Toeval?
Synchroniciteit zegt ons iets over de diepe onderstroom van doel en betekenis in
het heelal en de invloed daarvan op ons leven.
Want alle leven bestaat als hulpmiddel voor je eigen schepping en alle gebeurtenissen doen zich slechts voor als kansen voor jou om te beslissen en te
zijn ‘wie je bent’.
Een gebeurtenis kan ingrijpend maar ook onbeduidend zijn, er kan verlies of winst
zijn, we kunnen een juiste of een verkeerde beslissing nemen. Heel vaak hoor ik
mensen die een burnout hebben gehad zeggen, dat ze dat nodig hadden om eindelijk hun leven een andere wending te geven die meer voldoening opleverde. Toeval?
Synchroniciteit kun je herkennen door een aantal ‘signalen’ zoals:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
16
Omstandigheden vallen samen, weer een puzzelstukje gelegd
Een gebeurtenis blijkt een keerpunt met verstrekkende gevolgen
Er gebeuren zaken die precies passen bij datgene waar je op dat
moment mee bezig bent
Spontane gebeurtenissen maken ons bewust van iets, zodat we verder kunnen
We ‘vinden’ teksten, zien een programma, horen een opmerking
die precies antwoord geeft op een levensvraag die ons bezighoudt
Het ‘verlies’ van iets blijkt ongekende en betere mogelijkheden op
te leveren
Er valt je iets positiefs toe op het moment dat je in een negatieve situatie zit.
Bepaalde dingen willen maar niet lukken, hoe hard en vaak je dat
ook probeert.
herhalende patronen in werk en relaties
film, songtekst of toneelstuk dat steeds in hoofd blijft spelen
•
•
•
•
boek, radiobericht of iets dergelijks waarbij je de indruk hebt dat
het rechtstreeks tegen jou gezegd wordt, voor jou bedoeld is.
plaatsen waar je telkens weer naar terugkeert
verlangens die jaren lang aanhouden
ziektesymptomen die herhalen
Door open te staan voor synchroniciteit laten we de controle over ons leven los en
anticiperen we veel meer op wat zich aandient. Onze innerlijke blik geeft een beperkt kader van waaruit we denken, handelen en creëren. Synchroniciteit geeft
ons een onbeperkt kader, omdat we toestaan dat zaken uit ‘onverwachte hoek’ in
ons leven komen. Durf jij je te laten verrassen?
Hoe pijnlijk ik mijn scheiding ook vond en het verlies van mijn baan, hoe pijnlijk ik
het vind om mijn kinderen minder te zien dan me lief is, het heeft ervoor gezorgd
dat ik een liefdevolle nieuwe partner heb, werk doe dat ik graag doe en dat ik dit
boek schrijf.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
17
5. Energetische communicatie
Aantrekking of afstoting tussen mensen, het aanvoelen van stemmingen, het aanvoelen van de sfeer in een ruimte. We hebben er allemaal onze eigen ervaringen
mee. Bij de ene persoon voel je je op je gemak, bij de ander erg ongemakkelijk. In
die ene ruimte voel je je prettig, terwijl je onrustig wordt ergens anders.
Hoe zijn dergelijke nuances in aanvoelen te verklaren? Uiteraard is een deel ervan
te verklaren door non-verbale communicatie tussen mensen. Maar is er niet meer
dan dat? Is het haalbaar om het subtiele spel van menselijke communicatie enkel
te herleiden uit verbale en non-verbale communicatie? Mijns inziens zou er nog
een derde gebied aan toegevoegd moeten worden: de energetische communicatie.
Wat bedoel ik met het begrip energetische communicatie?
Energetische communicatie is interactie tussen mensen waarbij ze voortdurend op
energetisch niveau signalen naar elkaar uitzenden en signalen van elkaar opvangen.
Het achterliggende idee is de hypothese dat alles uit energie bestaat. Deze stelling,
die reeds vele eeuwen eerder in de ‘geheime’ esoterische wetenschappen bekend
was, wordt tegenwoordig steeds meer onderschreven door de moderne natuurwetenschappelijke onderzoekers. Alles bestaat uit energie, echt alles. Een voor velen
wat onwennige gedachte. Maar toch, veronderstel dat het zo is. In deze visie is materie een zeer verdichte en compacte vorm van energie met een lage trillingsfrequentie en zijn gedachten zeer ijle energievormen met een hoog trillingsniveau.
Een gedeelte van de trillingsfrequenties is maar voor de mens waarneembaar met
onze gewone zintuigen. Toch zit ook daar verschil in van mens tot mens. De ene
mens kan gevoeliger aanvoelen dan de ander.
Laat ik het eens vergelijken met een radio. Afhankelijk van de kwaliteit van de radio-ontvanger zijn de signalen helderder en exacter te ontvangen of juist minder.
Bij een goed toestel kan de afstemming fijner gedaan worden. De vergelijking met
een radio-ontvanger kan nog verder doorgetrokken worden. Radiogolven omringen ons voortdurend. Toch merken de meesten van ons niets van deze golven. We
hebben een radiotoestel nodig als intermediair tussen de golven en ons gehoor.
Het toestel ‘vangt’ de golven en maakt ze voor ons waarneembaar. Iets soortgelijks
geldt voor de gsm-telefonie.
Ook gedachten zijn energetische golven, net als radiogolven, die door de ether
zweven en erop wachten om ‘ingetund’ te worden door een ontvanger. Velen zullen de ervaring hebben dat het verrassend is om te constateren dat mensen, bij
wie we ons al direct op ons gemak voelen, dezelfde ideeën blijken te hebben of dezelfde ervaringen hebben meegemaakt. Is het niet logisch te veronderstellen dat
we elkaar energetisch ‘gescand’ hebben en elkaar als geestverwant herkend hebben? Bij mensen waar we al direct een soort antipathie tegen hebben, blijken vaak
de overtuigingen, opvattingen en zelfs gevoelens ver van de onze af te staan.
Energetische communicatie is een soort afstemming van ons ‘Ik’ op anderen en
wel op diverse niveaus. Niet alleen op gedachteniveau, maar ook op emotioneel en
18
zelfs op lichamelijk niveau. Ter verduidelijking enkele alledaagse voorbeelden. We
kennen allemaal wel uit onze familie- of kennissenkring een voorbeeld van iemand
die voortdurend nadrukkelijk aanwezig is, heel veel aandacht nodig heeft en waarbij een gesprek eruit bestaat dat je naar hun stroom van lichamelijke klachten en
ongemakken luistert. Na 10 minuten voel je je down en ben jij al je energie kwijt
voor langere tijd, maar gaat die ander monter op weg naar de volgende persoon
om zijn of haar relaas te vertellen. Of een collega op je werk is op zijn gebruikelijke manier binnen gekomen, gaat op zijn normale manier aan het werk en toch heb
je sterk het gevoel dat er ‘iets aan de hand is’. Niet echt benoembaar waargenomen, maar toch. Je hebt het geregistreerd. Of je komt thuis en je voelt een soort onrust bij een van je huisgenoten zonder dat er iets gezegd of gedaan wordt waaruit
dat blijkt. Als je eenmaal rustig zit na het eten, dan komt er ‘alsnog’ een probleem
of iets enerverends boven tafel. Of je hebt zelf iets spannends meegemaakt, voelt
jezelf te gek, maar besluit om dat pas later met iemand te delen, om het op het juiste moment naar buiten te brengen. Wellicht is er intussen al gevraagd wat er toch
met je is, maar je besluit om te wachten.
In al deze gevallen is er dus al op een energetisch niveau een boodschap overgebracht die echter niet op de juiste wijze is ’gedecodeerd’ en herkend. Mensen die
sterk intuïtief zijn zullen die verborgen boodschappen overigens eerder herkennen. Veel communicatieproblemen tussen mensen zijn terug te voeren op zogenaamde dubbele boodschappen waarbij de directe verbale én de non-verbale communicatie de ene boodschap uitzenden en de andere boodschap overgebracht
wordt op energetisch niveau. Dat gebeurt op energetisch niveau, omdat onze verbale en non-verbale communicatie beïnvloedbaar zijn door ons directe bewustzijn.
Zij zijn namelijk aan te leren en dus te ‘manipuleren’ om onze rol te kunnen spelen
of onze beschermende houding te versterken bijvoorbeeld uit onzekerheid.
Wat gebeurt er nu in feite bij energetische communicatie?
Als twee mensen in contact met elkaar komen dan wisselen ze energie uit in de
vorm van gedachten, gevoelens, intimiteit, oogcontact, lichamelijke aanrakingen.
Elke persoon is een energetische eenheid die aan beïnvloeding onderhevig is en
die zelf ook voortdurend verandert, doordat gevoelens en gedachten veranderen
en zelfs doordat ons lichaam zich biologisch telkens vernieuwt. Wanneer ik bijvoorbeeld met iemand praat, dan worden mijn gedachtegolven opgenomen door
de ander en ik neem de energie van de gedachten van de ander tot me. Op dat moment word ik dus een beetje anders. Daar is op zich niets mis mee, omdat dat de
wijze is waarop we als mens groeien. Groei ontstaat tenslotte door verandering en
toevoeging.
Anders is het echter als ik in een situatie kom, waarin ik niets van de ander op ‘wil’
nemen, omdat dat niet goed voor me voelt. In de praktijk blijkt dat veel mensen
dan toch onbewust wel gedachten en gevoelens overnemen. Denk hierbij maar aan
de wijze waarop kinderen opgevoed worden en vooral aan de misvorming door
sommige soorten van communicatie tussen ouder en kind. Een ouder die zeer re-
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
19
gelmatig boos is op zijn kind en daarbij ook nog negatief geladen opmerkingen
maakt tegen dat kind, stort dus een overmaat aan energie over dat kind heen. Het
kind kan zich hiertegen niet verweren, kan het niet verwerken en op energetisch
niveau zal die ouderenergie deel gaan uitmaken van het energiesysteem van het
kind. In feite wordt het kind opgezadeld met niet-persoonseigen energie en die zal
daarom storend gaan werken in de gehele groei van het kind. Vooral op de subtielere niveaus van emoties en gedachten. Het kind reageert met emoties als angst en
met lichamelijke reacties die energetisch gevoegd worden bij de ontvangen ouderenergie. Ze zullen als een blokkade in het systeem van het kind blijven zitten.
Het kind heeft niet alleen ‘iets’ ontvangen van die ouder, het is ook ‘iets’ kwijtgeraakt. Dat kan van alles zijn: zekerheid, veiligheid, vertrouwen. Het uitwisselen in
dit soort gevallen wordt karmische transacties genoemd. Door middel van diverse
therapievormen kan deze energie-uitwisseling weer ongedaan worden gemaakt.
Je zou het ook nog anders kunnen omschrijven: Bij de ideale energetische communicatie probeert een persoon zo afgestemd te geraken op de andere persoon dat ze
in een gezamenlijke trillingsfrequentie komen die voor hen beiden goed voelt. Een
en ander heeft te maken met onze eigen toonzetting. Is onze eigen trillingsfrequentie dusdanig dat hij overeenkomt met onze natuurlijke trilling dan zijn we dicht bij
onszelf. Bij een gezamenlijke frequentie hebben we dan niet het gevoel dat we iets
van onszelf kwijt raken, maar juist dat er iets wordt toegevoegd.
Anders is het als iemand niet goed in zijn eigen toonzetting kan blijven en wordt
overspoeld door de energie van een ander die een veel sterkere toonzetting heeft
en daar wel aan vast kan houden. In dat geval zal de eerste persoon wel het gevoel
hebben dat hij iets van zichzelf verliest en dat hij opgezadeld wordt met de energie
van die ander. De zwakkere persoon krijgt dan ongewenste energie over zich heen.
In het ouder-kindvoorbeeld is er duidelijk sprake van een situatie waarin vervormingen een rol kunnen spelen. In de dagelijkse algemene communicatie ligt het
niet zo zwaar, maar toch kunnen er op subtieler niveau wel degelijk energieën aan
het werk zijn die manipulerend zijn of die de lichamelijke, geestelijke en emotionele gezondheid van iemand beïnvloeden. Ik denk hierbij aan verplegend personeel
in een ziekenhuis of in een psychiatrisch ziekenhuis.
Zieke mensen hebben een energie die niet optimaal is, die hen verhinderd om
‘heel’ te zijn als we ervan uitgaan dat een persoon een zelfstandige energetische
eenheid is. Doordat verpleegkundigen voortdurend in contact staan met de energie van zieken, zal hun eigen persoonsgebonden energiesysteem voortdurend beïnvloed worden door dat van hun patiënten. Een ‘ziek’ energiesysteem zal streven
naar opwaardering van het te lage energieniveau en naar verbetering van het
soort energie. Het wil weer terug naar de optimale situatie. Deze zieken trekken
daarom bij gezonde verpleegkundigen energie weg zodat deze moe worden. Uiteraard wordt kan iemand moe van hard werken worden, of van stresssituaties zoals
we die formeel onderkennen. Mijns inziens is het probleem van de vermoeidheid
van verpleegkundigen meer te wijten aan het uitwisselen van hun gezonde energie
met de zieke energie van patiënten. Zo lang een persoon zich niet bewust is van
20
deze energieoverdracht, zal hij/zij er zich niet tegen kunnen afschermen. Dat laatste is wel degelijk mogelijk.
‘Energiedenken’ als basis van alle hulpverlening
Wanneer we accepteren dat alles uit energie bestaat en dat we voortdurend onderhevig zijn aan energetische communicatie, dan biedt dat een heel nieuwe kader
waarbinnen we kunnen kijken naar diverse aspecten van hulpverlening. Energiedenken, zoals ik deze denkwijze graag wil noemen, richt de aandacht op dat gebied
van de menselijke communicatie dat mijns inziens een belangrijke bijdrage levert
aan genezing van allerlei lichamelijke en geestelijke aandoeningen, maar dat zelden als zodanig onderkend wordt in de reguliere manier van hulpverleningsdenken.
Allereerst is het voor een persoon, of die nu hulpverlener is of niet, belangrijk dat
hij zijn eigen energie kent, herkent en kan bewaken. Diegenen die geleerd hebben
om dicht bij zichzelf te blijven, zullen daar geen probleem mee hebben. Maar veel
‘helpers’ hebben van nature een instelling die erop gericht is vanuit hun hart veel
aandacht en energie te besteden aan de ander. Ze willen de ander vanuit hun bezieling van dienst zijn, willen de ander helpen in zijn persoonlijke ontwikkeling en
bekommeren zich vrijwel niet om hun eigen welzijn. Het toppunt van onbaatzuchtigheid in deze is moeder Theresa die tot ze er dood bij neer viel in Calcutta gewerkt heeft met melaatsen en andere zieken.
Hoe mooi en bewonderenswaardig deze instelling ook is, er zit ook een keerzijde
aan. Wanneer de helpers niet voortdurend hun eigen energie bewaken en ervoor
zorgen dat ze zelf energetisch opgeladen zijn, dan plegen ze in feite roofbouw op
hun eigen energiestelsel en daarmee op hun eigen gezondheid. De krachtigste helpers zijn mijns inziens diegenen, die goed bij zichzelf kunnen blijven en met een
grote mate van betrokkenheid toch een zekere afstand kunnen houden tot degenen die ze willen helpen. Dat geldt mijns inziens zowel voor een verpleegkundige
als een psychotherapeut om maar twee willekeurige voorbeelden te noemen. Er
moet uiteraard altijd een zekere mate van ‘rapport’ zijn, van afgestemdheid op de
cliënt, maar de helper mag zich energetisch niet zozeer openstellen dat zijn eigen
energie wordt weggehaald. En veel van de ‘helpers vanuit het hart’ stellen hun
aura en energiestelsel zover open dat de cliënt of zieke, die juist behoefte heeft aan
fysieke of aan emotionele energie , die gemakkelijk kan opzuigen. Het resultaat
voor de helper is in eerste instantie moeheid, in latere instanties uitputting, stress
en ziekteverschijnselen.
Wie vanuit zijn hart werkt met mensen zal in de loop van de tijd een grotere gevoeligheid ontwikkelen om mensen aan te voelen. Omdat dat aanvoelen deels gebeurt door het ‘aanraken’ van de aura en de persoonseigen energie van de ander,
zal er door die verhoogde gevoeligheid ook een grotere kans bestaan dat iemand
zich teveel openstelt en zich daardoor ‘verliest’ in die ander.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
21
6. Intuïtie
Intuïtie is een innerlijk gevoel dat ons aangeeft wat goed voor ons is en wat niet,
wat we moeten doen en wat niet. Het is een innerlijk weten dat uitgaat boven de
zintuigen die we normaal als informatiebronnen gebruiken. Intuïtie kan zich uiten
als een soort fluistering, maar ook als een gevoel van absoluut zeker weten, ook bij
zaken waar we pas net iets mee te maken hebben gekregen. Het kan een innerlijke
conclusie zijn van wat we al aan informatie hebben verzameld, maar vaak is het
ook een ‘donderslag bij heldere hemel’.
Er gaat ons in elk geval ‘een licht op’. Intuïtie betekent letterlijk ‘innerlijk zien’, inzicht dus zonder denken. Het woord is afgeleid van het Latijnse ‘in tueri’ wat
‘waarnemen met de geest’ betekent.
Mensen die niet zoveel ervaring hebben met luisteren naar hun intuïtie verbazen
zich over het verschijnsel, zoals in het geval van een werknemer die ’s avonds zeker wist dat hij de volgende dag ontslagen zou worden. Wat uitkwam. Of iemand
die sterk het gevoel had die dag iemand te ontmoeten die erg belangrijk voor hem
werd. Wat klopte. Intuïtie klopt altijd! In die gevallen dat het niet lijkt te kloppen,
hebben we onze intuïtie niet zuiver genoeg gebruikt en heeft ons denken teveel ingevuld in de vorm van wishfull thinking. Want dat is de moeilijkheid: intuïtie hoort
niet gestoord te worden door redeneringen. Het gevoel, het helder weten is er ineens!
Intuïtie is een oud verschijnsel, dat in oude tijden als zeer belangrijk werd erkend
en veelvuldig voor belangrijke zaken werd gebruikt. Veel van de ‘her-ontdekkingen’ van de moderne tijd die toegeschreven worden aan wetenschappers, zijn ontstaan door zo’n heldere ingeving en niet door redenaties of conclusies.
Shakti Gawain schrijft in haar boek ‘ Intuïtie’ dat we in feite allemaal intuïtief zijn,
maar dat we verleerd zijn om de gave te vertrouwen en te gebruiken. Aangezien
intuïtie zich vaak aandient als een korte eerste indruk of eerste gevoel, wordt hij
door velen niet eens opgemerkt. Dat is heel jammer, omdat onze intuïtie eigenlijk
een sterk gevoel van verbondenheid is met de creatieve kracht van het universum.
Volgens mij werkt de intuïtie via ons I AM-deel, dat verbonden is met het kosmische goddelijke bewustzijn. Ook wel de Akashakronieken genoemd. Aangezien
daar alle kennis ‘opgeslagen’ ligt, kunnen we daar dus ook kennis vandaan halen,
of wordt ons kennis van daaruit aangereikt door onze gidsen in de spirituele wereld.
Intuïtie is belangrijk, omdat het ons laat weten wat goed voor ons is en voor onze
zielsontwikkeling. Wat goed is voor onze persoonlijkheid hoeft nog niet goed te
zijn voor onze ziel. Wellicht is intuïtie de ‘stem van de ziel’.
Intuïtie laat zich niet dwingen, maar kan wel versterkt worden door te leren er
meer op te vertrouwen, er beter naar te luisteren. Door dat ‘ene moment van zekerheid’ niet te overvleugelen door redenaties als “Dat kan toch niet!” of door dat
moment te laten verdwijnen in een gevoel van angst voor het onbekende. Intuïtief
verkregen kennis en wijsheid kan namelijk heel onlogisch zijn in de gang van ons
22
dagelijkse leven. Intuïtie kan signalen geven dat we ons vertrouwde en beschermde leven moet verruilen voor het pad van onze ziel, het volgen van onze dromen.
Met alle gevolgen van dien.
Belangrijk voor het versterken van ons intuïtief vermogen, voor het meer toelaten
van intuïtieve kennis en wijsheid, is het ‘schoonhouden’ van ons lichaam. We vervuilen ons lichaam door alcohol, nicotine, medicijnen, drugs. Die middelen tasten
de energie van het lichaam aan en aangezien intuïtie via energie-impulsen werkt,
wordt de intuïtie geblokkeerd.
Een ander handicap is de enorme hoeveelheid impulsen en beelden waarmee we
dagelijks te maken hebben. Al die info beslaat ook veel van onze gedachten. Tussen
die vele gedachten vallen de soms ‘zachtere’ signalen van de intuïtie niet op. Vandaar dat stilte, innerlijke rust en een open houding bevorderlijk zijn voor het ontvangen van intuïtieve signalen. Onze vooronderstellingen, overtuigingen en gewoontepatronen laten weinig ruimte voor iets nieuws. En juist dat ‘nieuws’ komt
vaak via onze intuïtie.
Lastig is soms dat onze intuïtie geen volledig beeld geeft van wat er gaat gebeuren.
Aangezien velen graag controle willen over wat er in hun leven gebeurt of in elk
geval willen weten wat er precies gebeurt, betekent het volgen van onze intuïtie
dat we los moeten laten, moeten vertrouwen op de sturing van onze ziel en moeten volgen.
Als we leren vertrouwen op onze intuïtieve impulsen, dan is het een onmisbaar
hulpmiddel om ons levenspad te lopen.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
23
7. De kernaspectmerkaba.
De kernaspect-merkaba is in feite het model van een wiskundige tetraëder met
een omschrijvende bol, maar dan geprojecteerd in het platte vlak zoals op onderstaande afbeelding te zien is. De mantel van de bol is het aspect synthese, het samenbrengende, verbindende principe waardoor heelheid ontstaat, waardoor geluk ontstaat. Het fluïdum in de bol bestaat uit pure potentie. Potentie is de basiskracht van het universum, die door menselijke intentie omgezet wordt naar werkelijkheid. In ‘ de 7 wetten van succes’ van Deepak Chopra is de wet van potentie
zelfs de eerste wet. Elk van de afzonderlijke kernaspecten heeft een relatie, een
verbinding met dit aspect van potentie. Iedereen heeft bijvoorbeeld in potentie niveaus van bewustzijn. Iedereen heeft een ziel, een geest, maar de nog onontgonnen
kwaliteiten van die ziel en geest behoren nog tot het domein van potentie.
De tetraëder bestaat uit 2 drievlakkige piramides die in elkaar geschoven zijn.
Hoewel een drievlakkige piramide elk vlak als grondvlak kan hebben, heb ik daar
een keuze in gemaakt met betrekking tot de gebruikte kernaspecten. Bij de eerste
piramide is het grondvlak de samenhang van ziel-geest-god met als naar beneden
wijzende punt het lichaam. Hiervoor is gekozen, omdat het lichaam het sterkst materieel is van de aspecten. De tweede piramide heeft communicatie, verantwoorde24
lijkheid en bewustzijn als basis en als top de alles overkoepelende onbaatzuchtige
liefde.
Voor een tetraëdervorm is gekozen, omdat deze vorm een der heilige geometrische vormen is waaruit het universum lijkt te zijn opgebouwd. De verklaring van
de samenhang tussen de kernaspecten per piramide komt bij de afzonderlijke bespreking van die kernaspecten ter sprake.
2a. De eerste piramide
Het lichaam
We leven ons hele leven in een lichaam. Maar hoe bewust zijn we ons daarvan? Is
het lichaam dat levende stuk materie waarmee we kunnen lopen, springen, rennen, waarmee we alle handelingen kunnen verrichten en dat het ook regelmatig
laat afweten? Is het lichaam het omhulsel van onze geest of zelfs van onze ziel? Is
dat omhulsel belangrijk en dienen we er goed voor te zorgen of is het slechts een
tijdelijke en onbelangrijke verblijfplaats?
Hoe goed kun wij ons eigen lichaam ervaren? Hebben we veel of weinig lichaamsbewustzijn? Dat wil zeggen, kunnen we ook ons lichaam van binnenuit voelen?
Kunnen we niet alleen aanrakingen voelen maar ook de spanning ervaren die
stress ons geeft? Zijn we ervan overtuigd dat ervaringen en voeding beide onze gezondheid bepalen of overkomen alle ziektes ons gewoon ‘toevallig’?
De esoterische leer onderscheidt naast het fysieke lichaam ook nog energetische lichamen. De energetische lichamen doordringen en omsluiten het fysieke lichaam
en zijn alleen voor mensen met helderziende gaven zichtbaar. Wat deze energetische lichamen betreft zijn er diverse en elkaar tegensprekende theorieën. Hier
volg ik de indeling van Barbara Ann Brennan die een zeer belangrijke bijdrage
heeft geleverd aan de ontwikkeling van healing van het lichamelijke energieveld.
Als eerste laag onderscheidt zij het etherisch lichaam, een energievorm waarop
het fysieke lichaam gevormd en verankerd wordt. Zonder dit energieveld kunnen
de weefsels niet bestaan en niet functioneren. Het etherisch lichaam breidt zich uit
tot 5 cm voorbij het fysieke lichaam en pulseert. Voor meer informatie verwijs ik
naar Brennans boek ‘Licht op de aura’.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
25
Het emotionele lichaam is de tweede laag. Die is verbonden met onze gevoelens.
Het volgt in grote lijnen het fysieke lichaam als een duplicaat. Tot 7,5 cm vanaf het
fysieke lichaam.
De derde laag is het mentale lichaam. Het omgeeft het emotionele en is samengesteld uit een nog fijnere substantie. Dit lichaam is verbonden met onze gedachten
en mentale processen en kan bij veel mentale inspanning uitdijen tot 20 cm vanaf
het fysieke lichaam. Gedachten zijn voor helderzienden zichtbaar als kleuren.
De eerste drie lagen behoren tot het fysieke gebied. De vierde laag van het astrale
lichaam is verbonden met het hartchakra en heeft tot doel spirituele energieën te
transformeren. Het astrale energielichaam heeft een veel hoger trillingsniveau dan
de andere lichamen. Alle materie heeft een trillingsgetal waardoor eigenlijk de
vorm en de soort bepaald wordt. Lagere en vaste materie heeft een laag trillingsgetal, hogere en subtielere materie zoals gedachten hebben een hoog trillingsgetal.
Het astrale lichaam is verbonden met de hartenergie en dus met zuivere liefdesenergie. De energie van dit lichaam reikt tot 30 cm buiten het fysieke en laat zich
als roze licht zien. Op dit astrale niveau vindt er veel energetische uitwisseling tussen mensen plaats die we vaak niet bewust ervaren.
Het etherisch-causaal lichaam bevat de blauwdruk van alle lichaamsvormen op het
fysieke vlak. Het is de basisenergie van de andere. Het reikt tot 60 cm buiten het
fysieke lichaam.
De twee laatste lichamen zou ik samenvattend spiritueel lichaam willen noemen.
Dat is het gebied van onvoorwaardelijke liefde voor onszelf, voor de ander en voor
god of het Al.
Al die lichamen samen noemen we de aura, voor zover ze het fysieke lichaam omsluiten. Bedenk dat al die lichamen met hun energieën ook in het fysieke lichaam
aanwezig en werkzaam zijn.
De ziel
In de piramide van ziel, geest, lichaam en god is de ziel waarschijnlijk het aspect
dat voor de meeste mensen het meest abstract is. Zelfs van god hebben we via de
godsdiensten een beeld voorgeschoteld gekregen, hoe primitief wellicht ook.
Er zijn verschillende opvattingen over het al of niet bestaan van de ziel en over wat
ze nu precies is. Of ze een zelfstandig aspect is van de mens of juist niet, al of niet
blijvend na de dood, welke kwaliteiten de ziel heeft, waar ze in ons gesitueerd is,
enzovoort.
Laat ik daarom een eigen definitie geven van wat ik onder de ziel versta. De ziel is
dat deel van ons hele zijn, dat blijvend is na de dood, dat drager is van de ervaringen van al onze levens, dat kan ontwikkelen op aarde en in het ‘hiernamaals’ of in
de wereld van de subtiele materie die voor ons menselijk oog niet zichtbaar is. De
ziel wordt door verschillende denkers geplaatst in het etherisch lichaam, een van
de energetische lichamen die deel uitmaken van ons totale aardse lichaam. De ziel
is dat aspect van ons zijn, dat op diep niveau of hoger niveau ons leven stuurt, dra26
ger en beheerder is van onze blauwdruk. Dat deel dat weer naar ons volgende leven meegaat als we reïncarneren.
De ziel is niet op een plek gelokaliseerd in ons lichaam, maar is aanwezig in elke
cel. Als we een cel van iemands lichaam eruit nemen, die klonen en uit laten groeien tot een volwaardig mens, dan zal die kloon exact hetzelfde zijn als de originele
mens. Zowel wat betreft lichaam, als geest, als ervaringen. In elke cel is dus ons gehele mens-zijn opgeslagen en dus ook onze ziel, want ook de gegevens over onze
vorige levens zouden dan weer beschikbaar zijn.
Bijna onlosmakelijk verbonden met de discussie over de ziel is die over het zogenaamde Hogere Zelf en het Zelf.
De afbeelding maakt duidelijk hoe ik de samenwerking van ziel en zelf zie.
De ziel heeft een karmisch deel of zelf en een goddelijk deel of hoger zelf. Dat karmische deel heeft vier lagen: het lichamelijke, emotionele, verstandelijke en persoonlijke zelf. Dat persoonlijke zelf is het centrale gedeelte van het karmische zelf
en zorgt voor coördinatie en vertaling van signalen vanuit het hogere zelf. Deel van
het persoonlijke zelf is het ego, dat als subpersoonlijkheid bestaat naast de vele
andere subpersoonlijkheden, zoals de bemiddelaar, de liefhebbende, de drammer.
Het karmische zelf heeft te maken met de gevolgen van onze eerdere ervaringen,
daden, handelingen, gedachten, alles zowel in ons huidige als in onze vorige levens. Elke gedachte, elke daad, elke ervaring laat sporen na, heeft op verschillende
niveaus van ons bestaan gevolgen, waarmee we iets zullen moeten doen willen we
groeien, genezen en gelukkig worden.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
27
Het hogere zelf is deel van de ziel en tevens deel van de goddelijke, kosmische eenheid, het Al. Het hogere zelf is het I AM-gedeelte van elk mens, het goddelijke bewustzijn, dat zich in elk levend wezen manifesteert.
Daarom is dat deel ook alwetend, want het heeft toegang tot de Akasha-kronieken,
tot de morfogenetische velden of tot hoe de kosmische eenheid en kosmische wijsheid nog meer genoemd worden.
Vanuit die goddelijke eenheid krijgt het hogere zelf en dus de gehele ziel impulsen
om zich verder te ontwikkelen. Is de ziel nog niet zover ontwikkeld, of jong zoals
dat genoemd wordt, dan is het hogere zelf nog klein, evenals de verbinding en de
invloed van het goddelijk bewustzijn. Daarom is de mogelijkheid om signalen door
te geven aan het karmische zelf van de ziel geringer. Naarmate een ziel zich verder
ontwikkelt, wordt het hogere zelf groter, invloedrijker en een beter kanaal om hogere energieën en intuïtie door te geven. Eindstadium van deze ontwikkeling is,
dat het hogere zelf zo groot is geworden, dat het karmische zelf erin verdwijnt.
De cirkel van het karmische zelf-gedeelte in de tekening moet we ons niet plat
voorstellen, maar als een bol waarin de zwaardere en materiëlere energieën zich
op de bodem bevinden en de subtielere spirituelere energieën bovenin, in aanraking met het hogere zelf.
Intuïtie is de mogelijkheid signalen vanuit de goddelijke eenheid via het hogere
zelf door te geven en aan te passen aan ieders eigen trillingsfrequentie of ontwikkelingsniveau.
Gezien vanuit ieders trillingsfrequentie behoort het hogere zelf tot het gebied van
ons lichtlichaam, terwijl het karmische zelf de aardse lichamen omvat, zoals fysiek,
astraal, mentaal en etherisch.
Hoe sterker het karmische zelf is, hoe groter de dualiteit, de tweeslachtigheid en
de twijfel die we als mens ervaren. Hoe sterker het hogere zelf, hoe sterker het
lichtlichaam en het gevoel van eenheid en verbondenheid van alles.
Wellicht wekt de beschrijving van het karmische zelf de indruk dat het ‘ lager’ is
dan het ‘hogere’ zelf. Gezien vanuit het eindpunt van onze spirituele ontwikkeling
is dat ook zo, maar we hebben als mens dat karmische zelf nodig om te kunnen
functioneren in deze wereld en hier op aarde.
Gereïncarneerd mens zijn betekent een karmisch zelf hebben. Juist daar liggen
onze uitdagingen, onze mogelijkheden tot groei, maar ook onze nog onontdekte
kwaliteiten. Onze schaduwkant heeft bij nadere bestudering en bij acceptatie ongekende mogelijkheden tot bewustwording en tot heling, heelwording. Ik zou het
karmische zelf niet lager maar schaduwrijker willen noemen dan het lichte hogere
zelf. Maar ook daar zit een tegenstelling in en daardoor wellicht een onbedoeld
waardeoordeel.
De geest
Ook over de geest hebben denkers, filosofen en esoterisch studerenden veelvuldig
geschreven. Ik laat al die theorieën hier achterwege en verwijs naar de literatuur28
opgave achterin het boek en naar vele bronnen op bijvoorbeeld internet. De geest
is het mentale aspect van de mens, zijn denken. Nu kunnen we dat denken opvatten als een zakelijk onspiritueel geheel, voor velen als gevoelloos, gezien de traditionele tegenstelling tussen denken en voelen of tussen hoofd en hart. Zo zie ik dat
niet. Ook ons denken kent een wat ik zou willen noemen I AM-deel. De mens is spiritueel wezen en daarom zal ook zijn denken, zijn geest beïnvloed worden door
zijn hogere zelf.
Het zou zo maar kunnen, dat in het I AM-deel ons geweten is gesitueerd, ons geheugen en onze inspiratie. Misschien komt daar dat ene heldere moment vandaan
dat tot een nieuw idee of inzicht leidt.
Naast het I AM-deel heeft de geest nog het persoonlijkheids- of ego-deel, dat uit
verschillende subpersoonlijkheden bestaat. De effectiviteit van de werking van
onze geest hangt o.a. af van de samenwerking tussen de subpersoonlijkheden, zoals de leider, de creator, de dienstbare, de respectvolle, maar ook de drammer, de
twijfelaar, de egoïst. De helingmethode Voice dialogue werkt met deze afzonderlijke subpersoonlijkheden bij denk- en gedragsveranderingen.
Het ego werkt als een soort regisseur, coördinator van al onze subpersoonlijkheden. Is deze regisseur niet sterk genoeg, dan zal een andere deelpersoonlijkheid de
regie overnemen en dus de geest eenzijdig beïnvloeden via vooronderstellingen,
vastgezette ideeën en denkpatronen. In feite is de geest dan niet meer vrij, maar
geprogrammeerd. Daardoor worden in het denken vele mogelijkheden, opties buitengesloten met alle gevolgen van dien voor het leven van iemand.
De Boeddhistische dharma (leer) leert ons, dat het goede en het slechte voortkomen uit onze geest en geconditioneerd is door onze denkbeelden. Onze geest bestuurt ook onze gevoelens, hoewel dat tegenstrijdig lijkt. Dat betekent, dat onze
denkbeelden, onze overtuigingen eigenlijk ons hele leven besturen.
Elk moment van de dag wordt onze geest beïnvloed door externe prikkels, zoals
beelden, geluiden, geuren en energieën van anderen. Bij hoogsensitieve personen
werken die prikkels zelfs nog sterker.
De geest is dus tot alles in staat, zowel tot wonderen als tot verstrikkingen. Belangrijk is daarom hoe we onze geest gebruiken en of we ontdekken waardoor onze
geest intern wordt bestuurd. Onze geest met daarin ons ego is een waardevol, zelfs
noodzakelijk aspect van ons leven, maar het hoort wel een dienend aspect te zijn.
De leiding over ons leven hoort bij ons hogere zelf, bij ons I AM-deel te liggen die
dan de geest kan inschakelen wanneer nodig. Want als we naar het dagelijkse gebruik van onze geest kijken, dan moeten we constateren dat die veel tijd gebruikt
om volledig irrelevante gedachten in ons bewustzijn te brengen of gedachten die
we nou juist niet willen, omdat ze ons in een negatieve stemming brengen. Velen
van de 45.000 gedachten die we per dag hebben zijn stuurloos, nutteloos en houden ons af van datgene wat we echt willen in ons leven. Niet voor niets pleit de
Boeddhistische leer al eeuwen voor ‘het temmen van de geest’ .
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
29
Daaronder valt ook het uitzoeken hoe onze geest werkt, waarom we denken wat
we denken, wat we echt belangrijk vinden in ons leven. Hoe leren we beter te leven en lief te hebben?
Temmen van de geest gaat via zelfkennis en het tegenstrijdige is, dat we daarvoor
nou juist die geest nodig hebben. Willen we ons leven vereenvoudigen en verdiepen, dat moeten we dat eerst met onze geest doen. Dan moeten we meer ruimte
geven, meer de leiding geven aan het I AM-deel van de geest, aan de positieve opbouwende krachten. En daarnaast meer ruimte geven aan rust.
God
Het is moeilijk om ons los te maken van de eeuwenoude beelden die de mensen en
vooral de kerken hebben gecreëerd over God. In de oude culturen werd de zon als
god vereerd, want die bracht levenskracht. De mensen aanbaden de zon, omdat ze
anders bang waren dat hij de volgende morgen niet terug zou keren. In sommige
culturen werden dieren als god vereerd. Sommige culturen kennen vele goden, andere maar één. In sommige culturen bestaan er ook vrouwelijke goden of is de belangrijkste god zelfs vrouwelijk. God wordt ook bij vele namen genoemd zoals Allah, Jahweh, Tao, Brahman, Shiva, terwijl velen het erover eens zijn dat ze allen namen zijn voor één en dezelfde god.
Wat al deze culturen en godsdiensten gemeen hebben is, dat ze god erg menselijk
en soms zelfs kleinmenselijk voorstellen, hem zo hebben ‘gemaakt’. Laten we eerlijk zijn: we zijn niet geschapen naar godsbeeld, maar hebben god naar ons kleinmenselijke beeld geschapen. Zou dat niet gebeurd zijn, dan had god veel te ver afgestaan van de mens en konden de kerken de ‘regulerende’ functie van god niet
gebruiken. Een abstracte god deelt geen verboden uit, bemoeit zich niet met mensen. We hebben god vermenselijkt als een vader die voor zijn kinderen zorgt. In
het oude testament is god zelfs een boze en wrekende god, als de mens niet naar
hem luistert en niet doet wat hij wil. Hoe ongelooflijk kleinmenselijk! Hoe beperkt!
Godsbeelden zijn projecties van de geest en van de geestelijke gesteldheid van de
leiders van een kerk of geloof. Godsbeelden zijn ondergeschikt gemaakt aan de
wensen van de godsdienstige leiders met betrekking tot het gewenste gedrag van
gelovigen. Ik heb het in de RK-kerk altijd een gruwel gevonden, dat je ‘ zondig’ gedrag kon afkopen door middel van zogenaamde aflaten. Als je maar betaalde aan
de priesters en bisschoppen en een eredienst voor jezelf liet houden, dan waren je
zonden vergeven. Geen boetedoening, gen verantwoordelijkheid afleggen of nemen voor je zondig gedrag. Hoezo is onze wereld voor een deel corrupt geworden!
Wat is god dan wel? Mij spreekt de visie van het Taoïsme wel aan. God is daar een
abstractie, een universeel levensbeginsel, een kosmische energie die alles en iedereen doordringt, begeestert en levend maakt. God is de universele liefde die als basisbeginsel het universum bijeenhoudt.
Als god alles is, dan zijn wij en alle levende organismen een cel in het lichaam van
god. Misschien is alles wat er bestaat zo’n cel. En zoals ook bij ons cellen een verschillende betekenis hebben, zo ook de cellen in het lichaam van god. Dat maakt
30
dat alle dingen en mensen anders zijn. We hebben niet alleen een godsvonk in ons,
we hebben goddelijkheid in ons. Zoals elke cel in ons lichaam weet heeft van het
geheel, zo heeft elk mens diep van binnen weet van ‘god’.
Voor meester Djwal Khul, de Tibetaan, die veel heeft gesproken via de boeken van
Alice Bailey, is god degene die niet genoemd mag worden. Zelfs daar is er een zekere mate van vermenselijking aanwezig.
Ik begrijp uiteraard wel dat we als mens geen persoonlijke relatie met een abstractie kunnen en willen onderhouden. Vandaar die verpersoonlijking. Maar we kunnen als beperkt denkend mens toch geen echt beeld krijgen van wat god nou is.
Vandaar dat ik het belangrijk vind om te werken met de energie van god die zowel
‘mannelijk’ als ‘vrouwelijk’ is. Of die nou in het universum is, of in mij is of in jou
maakt niet uit. Het ervaren van die liefdevolle energie en van het bijbehorende bewustzijn, brengt me dichter bij ‘ god’, dichter bij de eenheid.
Maar als god een abstractie is, hoe kun je dan god ervaren? Door stilte en meditatie kunnen we ons bewustzijn zo veranderen, dat we de eenheid van alles gaan ervaren. Dat we energie voelen die ons diep gelukkig maakt, omdat we ervaren dat
we zijn zoals we zijn en dat is een deel van god.
Om toch een “persoonlijke” relatie met de goddelijke wereld of met god te kunnen
hebben, kunnen we een relatie aangaan met de intelligentsia als de zogenaamde
verheven meesters en onze spirituele gidsen in de onzichtbare wereld. Zij hebben
een hoger weten over ‘de energie van god’ en zijn zelf in een of meerdere levens
als mens op aarde geweest. Ze zijn ons ver vooruit in zielsontwikkeling.
Een van de bekendste opgestegen meesters is Gautama Boeddha, die ongeveer
2500 jaar geleden als prins Sidhartha in Azië leefde. Door Boeddhisten wordt hij
als een ‘verlicht’ mens gezien, niet als god, een mens die zijn goddelijke natuur volledig heeft ontdekt en die ook kan leven. Zo’n opgestegen meester kan energetisch
intermediair zijn tussen ons en ‘god’.
Andere opgestegen meesters zijn Sananda (Jezus), Djwal Khul die uitgebreid gechanneld werd door Alice Bailey, Kuthumi en Xing Ling de Manu.
Daarnaast kunnen onze persoonlijke gidsen, onze engelbewaarder volgens katholieken, intermediair zijn omdat ze de ‘goddelijke’ wereld kennen, maar ook de
menselijke. Zij hebben ervoor gekozen om dicht bij ons te staan en ons te helpen.
In het hoofdstuk over geestelijke begeleiders zal ik daar uitvoeriger op in gaan.
2b. De tweede piramide
Verantwoordelijkheid
De term verantwoordelijkheid wordt in het woordenboek omschreven als: de
plicht om verantwoording af te leggen, om rekenschap af te leggen, om iets te
rechtvaardigen. Tevens betekent het grote zorg en toewijding voor iets hebben. Je
kunt verantwoordelijkheid ontvangen van iemand en ook geven aan een ander.
Mensen die zich bewust zijn van die verantwoordelijkheid en er ook bewust en
zorgvuldig mee omgaan hebben verantwoordelijkheidsbesef. Die kwaliteit wordt
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
31
in onze maatschappij ten zeerste gewaardeerd, maar niet altijd op de wijze waarop
het mijns inziens zou moeten en ook niet op het niveau waarop het zou moeten.
We nemen het woord snel in de mond vooral als we er een ander mee kunnen beïnvloeden, maar hoe staat het met de meesten van ons met verantwoordelijkheid
naar zichzelf, naar onze diepste verlangens, onze dromen?
In de loop van de eeuwen hebben de godsdiensten of in feite de gezagsdragers
daarvan de verantwoordelijkheid voor het moreel en de denk- en gedragswijzen
van mensen overgenomen. Via geboden, verboden, kerkelijke wetten werd mensen duidelijk gemaakt, dat de enige verantwoordelijkheid die ze hadden die naar
god was. Let wel naar die god die volgens die godsdienst het voor het zeggen had
en in feite de monopolypositie op juist denken en gedrag had. Mijns inziens heeft
dat tot gevolg gehad, dat de verantwoordelijkheid van mensen gekaderd werd en
vooral van toepassing op plichten ten opzichte van kerk, wetgever en werkgever.
Het principe dat tot de zestiger jaren voor dienstplichtige militairen in Nederland
gold “ Je hoeft helemaal niet te denken, dat doen wij wel voor je” is ook eeuwenlang het motto van de kerken geweest.
De consequentie hiervan is, dat de mens is gaan geloven dat anderen het altijd beter weten dan hijzelf. Tevens dat het zelfbeeld van de gemiddelde mens dramatisch laag is, omdat de verantwoordelijkheid verliezen voor eigen welzijn, geest, en
ziel in feite betekent dat we tot een ‘ dierlijk’ niveau wordt gereduceerd, verlaagd
tot geestelijk slavendom.
Een andere aspect van deze denkwijze is, dat velen geneigd zijn om bij moeilijkheden, zowel privé als in de werksituatie, de ‘schuld’ en dus de verantwoordelijkheid
af te schuiven naar anderen. We willen het nooit gedaan hebben, nooit de oorzaak
zijn van iets vervelends. Want als we wel de fout of de moeilijkheid krijgen ‘toegewezen’ dan wordt ons sluimerende minderwaardigheidsgevoel geactiveerd en dat
voelt niet goed.
In zekere zin heeft de verzorgingsstaat zoals wij die kennen ook verantwoordelijkheid overgenomen van ons als individu. Vanuit het oogpunt van zorg voor elkaar
terecht, maar gezien vanuit ons zelfgevoel betekent dat een gemiste kans tot zelfverwerkelijking en groei. Omdat ik toch wil dat die zorgzaamheid voor elkaar blijft
bestaan vanuit een socialistische en Boeddhistische visie betekent dat, dat ik als
mens mijn zelfverwerkelijking op een andere manier moet verwerven dan via
staatsbemoeienis en kerkbemoeienis.
Verantwoordelijkheid nemen betekent aan de kant van de oorzaak gaan staan,
juist handelen zoals de Boeddhisten dat noemen. Alles wat ik goed heb gedaan
geeft mij positief krediet. Alles wat ik fout heb gedaan daarvan heb ik de gevolgen
te dragen of ervoor te zorgen dat het aangerichte leed of de aangerichte schade
hersteld of in elk geval verminderd wordt.
Velen staan aan de andere kant, de gevolgkant. Dat betekent, dat we als mens, als
partner, als werknemer, als ‘wat-dan-ook’ niet geconfronteerd willen worden met
de gevolgen van ons handelen. We schuiven schuld af op bijvoorbeeld een collega,
of als dat niet kan of niet netjes is, op interpretatie van de opdracht. Dat we het
32
niet goed begrepen hebben. We reageren dan alleen op iets en nemen ons leven
niet in eigen hand.
Verantwoordelijkheid kent vele gradaties en vele vormen. Een ervan is verantwoordelijkheid naar ons zelf. Op fysiek niveau naar onze gezondheid en de conditie van ons lichaam. Hoe en wat eten we? Hoeveel bewegen we recreatief? Hoe verzorgen we ons lichaam? Zijn we ons bewust van de daarin aanwezige spanningen
en de gevolgen daarvan?
Op een ander niveau hebben we verantwoordelijkheid naar wat we eigenlijk met
ons leven willen. Blijven we in die goedbetaalde baan of nemen we financieel genoegen met minder maar wel in een baan die vervulling, voldoening brengt? Leven
we onze droom of dromen we ons leven?
Ik ga er vanuit dat veel van de onvrede die er in onze maatschappij momenteel
heerst een gevolg is van gebrek aan verantwoordelijkheid. De verkeerde manier
bijvoorbeeld waarop we in ons werk die verantwoordelijkheid moeten dragen.
Hoeveel taken worden er door leidinggevenden niet doorgeschoven aan ondergeschikten, terwijl ze er eigenlijk zelf mee aan de slag zouden moeten? Hoeveel managers denken wel te weten wat hun werknemers willen of denken dat te kunnen
bepalen. Als voorbeeld schets ik de reorganisatie van een groot bedrijf met diverse
vestigingen in het land. De verantwoordelijke manager drukte het plan door om de
diverse locaties te centraliseren. Hij werd gewaarschuwd dat het geen ideale oplossing was, maar hij wilde dat niet horen. Na centralisatie bleek, dat het merendeel van de werknemers de afstand tot de nieuwe locatie te groot vond en ontslag
nam om elders te gaan werken. Belangrijke opdrachten voor het bedrijf konden ineens niet meer uitgevoerd worden. De manager verweerde zich door te stellen dat
hij niet verantwoordelijk was voor het gedrag van zijn werknemers!
Maar ook op kleine schaal speelt hetzelfde. Hoe vaak hebben we niet de neiging
om excuses te zoeken als we ergens op worden aangesproken? Verantwoordelijkheid nemen is volgens Nathaniel Branden een daad van intelligentie en integriteit,
niet van zelfopoffering.
In veel werksituaties wordt er al gewerkt met competentiemodellen, met persoonlijke ontwikkelingsgesprekken(pop) en met feedbackmodellen. Dat allemaal om de
verantwoordelijkheid van werknemers en werkgevers te vergroten. Mijns inziens
een goede zaak mits het zinvol wordt uitgevoerd en niet als een zwaard van
Damokles wordt gebruikt om mensen uit te melken ten behoeve van hun werk.
Verantwoordelijkheid is een kernaspect juist omdat het nemen van eigen verantwoordelijkheid de mens weer waardevoller maakt, weer zin geeft. Dat klinkt tegenstrijdig, maar is het dat wel? Denk je eens in wat het betekent om klakkeloos te
moeten doen wat een ander je opdraagt of om zelf de keuze te maken om een klus
te doen, daar betrokken bij te zijn en daarover in goed overleg uitleg te geven wat
je hebt gedaan en waarom. We kunnen erg veel leren van het nemen en dragen van
verantwoordelijkheid als dat op een menswaardige en respectvolle manier gebeurd door alle betrokkenen in welke situatie dan ook.
Tevens is het een kernaspect omdat het de basis is voor onze eigen zielsontwikkeling. Als we niet zelf verantwoordelijk zijn voor ons eigen proces, dan kan ons le-
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
33
ven ook nooit evolueren naar een hoger plan en kunnen we nooit onze ingeschapen droom verwezenlijken. Een ander heeft er normaal gesproken geen belang bij
dat wij onze dromen verwezenlijken, hooguit belang bij zijn eigen droomrealisatie.
Intelligentie en integriteit zijn volgens Branden de pijlers van verantwoordelijkheid. Intelligentie in de zin van inzicht in wat er speelt en hoe we daarmee moeten
omgaan, overzicht. Integriteit in de betekenis van ons leven in eigen hand nemen
door bewust te zijn van zaken en er ook bewust voor te kiezen. Dat kan na zorgvuldige afweging zelfs voor zaken waar we minder blij mee zijn. Dan hebben we de
verantwoordelijkheid over de morele kant van de zaak. Doen we iets toch ondanks
dat we er absoluut niet achter staan?
Integriteit betekent in feite onszelf uiterst serieus nemen, kiezen wat wij vinden
dat er gedaan moet worden of gebeuren moet, zoveel van onszelf houden dat we
een balans zoeken tussen werk en privé, tussen inspanning en zorg voor de conditie van lichaam en geest. Verantwoordelijkheid is het fundament van een gezond
denk-, gedrags- en gevoelsleven. En wat als we die verantwoordelijkheid niet nemen?
Zelfverantwoordelijk
Er wordt van ons verwacht dat we verantwoordelijkheid nemen voor ons leven.
Dat is niet altijd de basishouding waarmee mensen in het leven staan. Het lijkt me
voor de hand liggen, dat het individualisme waarop onze samenleving momenteel
gebaseerd lijkt, is ontstaan door een gebrek aan individuele verantwoordelijkheid.
Iedereen zal weer vertrouwd moeten raken met het denkbeeld, dat het individu
een grote mate van zelfbeschikking heeft en dat daaruit voortvloeit dat zijn of haar
functioneren niet afgeschoven kan worden op een ander. Niet alleen in maatschappelijke posities, maar vooral ook in persoonlijke relaties, is het van belang dat we
begrijpen dat we als individu een veel grotere rol spelen dan we denken. Vooropgesteld, dat we aangesproken mogen worden op onze keuzes en op ons gedrag.
Pas door ons leven in eigen hand te nemen, zullen we in staat zijn om zicht te krijgen op onszelf, op onze kwaliteiten en mogelijkheden. Pas dan kunnen we helder
kiezen wat we met ons leven willen. Want laten we eerlijk zijn, worden we er gelukkiger van als we ons leven laten bepalen door een ander? Soms kan dat niet anders en is het onoverkomelijk dat we een adequate reactie moeten vinden op wat
door anderen bij ons wordt neergelegd. Denk hierbij maar aan allen die onvrijwillig hun baan op hebben moeten geven. Toch zal de reactie die we dan geven bepaald worden door de mate waarin we verantwoordelijkheid nemen voor onszelf,
onze gevoelens en ons gedrag. Als we reflexmatig reageren op het leed dat ons is
aangedaan, zullen we in de slachtofferpositie blijven. Als we zelfverantwoordelijkheid nemen, zullen we oog krijgen voor onze eigen behoeften en
voor de wijze waarop wij die zelf kunnen vervullen. Alternatieven worden pas geboren als iemand wordt uitgedaagd om het anders te doen.
Jij alleen bent degene die verantwoordelijk is voor jezelf, voor je welzijn, voor je
hoop, je handelingen, voor dat wat je werkelijk wilt. Dat neemt niet weg dat som34
mige ervaringen erg pijnlijk kunnen zijn. Neem maar een scheiding als voorbeeld.
Blijf je in de slachtofferpositie of neem je zelfverantwoordelijkheid? Zie jij je eigen
inbreng in de scheiding of ligt het geheel aan de ander?
Velen verwachten in een relatie dat de andere partij voorziet in hun behoeften op
allerlei manieren en op allerlei gebieden. Dat is een zware last die iemand dan op
de schouders van zijn of haar partner legt. En dat heeft niets te maken met hoeveel
hij of zij van de partner houdt. Laten we maar eens bij onszelf nagaan of we wel
eens in een situatie terecht zijn gekomen, waarin we verantwoordelijk werden gesteld voor iets waar we niet verantwoordelijk voor waren. Hoe voelde dat?
Zolang alles goed gaat, voelt het wel acceptabel. Maar wat gebeurt er als de ander
ontevreden wordt en daar tegenover ons over klaagt zonder er zelf iets aan te
doen? Te vaak vinden partners het vanzelfsprekend dat samen een relatie hebben,
betekent dat er de verplichting bestaat verantwoordelijk te zijn voor het welzijn
van de ander. Geven kan nooit verplicht zijn in een relatie. Dat hoort vrijwillig en
uit liefde te gebeuren.
Natuurlijk is het goed en wenselijk dat een partner de helpende hand uitsteekt
waar dat nodig is, maar ons eigen welzijn is en blijft onze eigen verantwoordelijkheid. Als beide partners hun eigen verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen
welzijn, zal dat ook de relatie voeden. We kunnen alleen geven wanneer we zelf
‘gevuld’ zijn. Uit een leeg vat kunnen we niet geven of zoals de Amerikaanse
schrijfster Shakti Gawain eens in een lezing zei: ‘Je kunt niet alleen maar uitademen!’
Zelfverantwoordelijkheid nemen voor onszelf kan iets alledaags of iets essentieels
betreffen. Het kan bijvoorbeeld betekenen dat we zelf zorg dragen voor het
schoonhouden en strijken van onze kleren of dat we regelmatig communiceren
over zaken die ons emotioneel en geestelijk bezighouden om zodoende de relatie
met anderen goed te houden. Nogmaals: verantwoordelijkheid nemen betekent
geenszins dat we geïsoleerd en egoïstisch in het leven staan. Het betekent alleen
dat we ons bezinnen op onze eigenheid, op onze eigen kracht om van daaruit de
wereld en de mensen daarin tegemoet te treden. En tevens dat we weten welke
keuzes we maken en waarom en dat we de gevolgen moedig accepteren.
Communicatie
We leven in een wereld waarin enorm veel gecommuniceerd wordt. Heb je net als
ik ook het idee, dat veel van die communicatie nogal inhoudsloos is. Natuurlijk, we
gebruiken allemaal ‘social talk’ in onze dagelijkse contacten of bijvoorbeeld op
feesten. Je kunt niet altijd diepgaand over zaken praten. Toch kan ik me niet aan de
indruk onttrekken, dat er veel woorden worden gebruikt om niets te zeggen. Soms
zelfs om niets werkelijks te hoeven zeggen. Kijk maar naar de politiek. De ene
vooronderstelling na de andere wordt aan de kijker en hoorder gepresenteerd als
waarheid door economen en maatschappelijke hervormers die denken dat hun
zienswijze dé oplossing is van het probleem.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
35
In het hoofdstuk over ‘innerlijke dialoog en uiterlijk gedrag’ wordt uitvoerig ingegaan op de diverse aspecten van communicatie. Wat ik hier wil duidelijk maken is,
dat we beter, inhoudsvoller en eerlijker moeten communiceren, willen we een gezonde leefbare samenleving creëren. Als ik trainingen geef in communicatie begin
ik meestal met de stelling “communicatie is manipulatie”. Sommige cursisten verzetten zich hier in eerste instantie hevig tegen, omdat ze dat erg negatief vinden.
Maar als we ervan uitgaan dat communicatie betekent het overbrengen van een
boodschap op een ander en dat manipulatie beïnvloeding inhoudt, dan komt er
een heel andere betekenis te voorschijn. Wie van ons kan zeggen, dat hij nooit bewust of halfbewust bezig is geweest om zo tegen iemand te praten dat je uiteindelijk je zin krijgt? Of een zaak zo voor te stellen, dat je weet dat het niet helemaal
klopt, maar dat je anders de ander niet kunt overtuigen? Of dat je verantwoording
moet afleggen, maar sommige relevante aspecten in jouw functioneren niet vermeldt? Of in de relatiesfeer, dat je tegen iemand zegt dat hij of zij er mooi uitziet,
maar dat je dat niet vindt.
“Zeggen wat je bedoelt en doen wat je zegt”, juist spreken en juist handelen zijn
leefregels van het Boeddhisme die door westerlingen zijn omgezet in hun context.
Als ik het heb over communicatie als kernaspect, dan bedoel ik deze zienswijze,
deze leefwijze. In het hoofdstuk over de acht leefregels ga ik daar uitvoeriger op in.
Deze regels lijken een eenvoudige waarheid, maar ze hebben veel diepgang. En ze
zijn nog niet zo gemakkelijk te handhaven. Deze vorm van eerlijk en open communiceren vraagt veel van onze integriteit. Te allen tijde de waarheid zeggen vergt
moed. Eerlijk zijn als we iets niet willen doen, vraagt moed. Te snel zeggen we ja
en proberen we er daarna ongemerkt vanaf te komen, hebben we de nodige excuses als we worden aangesproken op het niet nakomen van die toezegging. Doen
wat je zegt of anders aangeven hoe je ertegenover staat. In situaties die geen of
nauwelijks consequenties hebben, zal het wel meevallen. Maar wat als we op ons
werk worden gevraagd om iets te doen waar we niet achterstaan? Dan is het voor
velen van ons al lastiger om zich uit te spreken. Want daar gaat het om: je uitspreken. Vanuit onszelf communiceren met de ander en de wereld. Onszelf laten zien
in communicatie.
Dat betekent echter dat het nodig is om ook een dergelijke communicatie te hebben met Onszelf. Doe jij voor jezelf wat je jezelf hebt beloofd? Ben je zo assertief,
dat je je grenzen bewaakt en kiest voor jezelf? Wat zeg je de dag door tegen jezelf,
wat is je innerlijke dialoog? Zend jij positieve boodschappen uit naar je bewustzijn
of kleinerende?
In mijn netwerk is iemand die ik al heel lang ken. Ik hoor haar al meer dan 25 jaar
regelmatig zeggen dat ze iets leuks met haar leven wil doen. Ze neemt zich voor
om iets te ondernemen, maar doet vervolgens niets. Wat zegt ze tegen zichzelf innerlijk? Hoe is de communicatie over haar zelfbeeld? Zegt ze wat ze doet? Doet ze
wat ze zegt? OK, het valt inderdaad niet mee om dat consequent te doen, maar iedereen die zichzelf willen leren kennen, iedereen die graag zijn droom wil gaan leven of gewoon meer uit het leven wil halen zal een heldere ondubbelzinnige com36
municatie moeten aangaan met zichzelf en daarna met anderen. En daarvoor is bewustwording van het hoe en wat over onszelf heel belangrijk.
Bewustzijn
Bij bewustzijn is niet zo gemakkelijk echt uit te leggen wat het precies is. Bewustzijn is eigenlijk weten dat je iets doet, weten dat je denkt, weten dat je ervaart, dat
je voelt. Weten dat je weet. Maar niet iedereen heeft evenveel ‘weet’ van de wereld
of van zichzelf. Dat weten heeft ook met intelligentie te maken, met inzicht. Bewustzijn is wetend inzicht en overzicht.
Dat bewustzijn is dus niet bij iedereen hetzelfde en bovendien is het verschillend
in diverse leefsituaties en in de diverse periodes van ons leven. Een baby heeft een
heel primair bewustzijn dat gericht schijnt te zijn op een aantal voor hem of haar
basale aspecten. Hoewel, als je uitgaat van het feit dat we reïncarneren, dan is het
bewustzijn van een baby volwassen in waarnemen en ervaren. Wellicht alleen niet
in denken. Over de verschillende bewustzijnsniveau zijn meerdere visies bekend.
Er zijn wetenschappers die beweren dat we helemaal geen bewustzijn hebben,
maar dat het gewoon bepaalde chemische stimulus-responsreacties zijn. De traditionele indeling van het bewuste en het onbewuste werd door psychiater Carl G.
Jung uitgebreid met het collectief onderbewuste. Dat laatste is volgens Jung alles
wat alle levende wezens gedacht, ervaren, gevoeld hebben vanaf de oorsprong van
de mens. Ergens is dat alles bewaard gebleven, zeg een soort kolossaal kosmisch
geheugen. In de esoterie, de leer die zich bezighoudt met de verborgen aspecten
van de werkelijkheid, wordt dat geheugen de Akasha-kroniek genoemd. In de
kwantumtheorie spreekt men van kosmogenetische energievelden.
Hoewel ik niet zo veel weet van de Kaballa kwam ik daar toch een bewustzijnstheorie tegen die me aanspreekt. De Kaballa werkt met de zogenaamde levensboom.
Mooi beeld, want leven heeft alles te maken met de inhoud van ons bewustzijn. In
die levensboom worden de manifestaties van het leven als 10 bollen voorgesteld
die elk een andere kwaliteit van leven vertegenwoordigen. Liefde, wijsheid, begrip,
kracht, gronding zijn enkele van de Kaballa-aspecten. De levensboom van boven
naar beneden symboliseert het scheppingsproces en onze weg naar persoonlijk
meesterschap. De levensboom symboliseert dus verschillende niveaus van bewustzijn. Hoewel alle aspecten in elk mens aanwezig zijn, zijn we ons die aspecten
niet allemaal bewust.
Wie persoonlijk meesterschap wil bereiken, spiritueel wil groeien en het beste uit
zichzelf wil halen ten dienste van de ander én van zichzelf, heeft met de volgende
bewustzijnsniveaus te maken: Lichamelijk bewustzijn, psychologisch-emotioneel
bewustzijn, ethisch bewustzijn, niveau van zelfreflectie, niveau van ware zelf,
transpersoonlijk en universeel bewustzijn.
Bij lichamelijk bewustzijn hoort de wil om te overleven door voeding, voortplanting en zorg voor wonen. Maar er hoort ook bij de sensitiviteit naar ons lijf. Hoe gevoelig kunnen we ons lichaam en alle signalen die dat voortdurend geeft ervaren
en benoemen. Wat doet stress? Wat ontspanning? Wat sport? Wat te veel voedsel?
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
37
Wat doet het met je lichaam als je vleeseter bent of vegetariër? Al deze zaken behoren tot lichamelijk bewustzijn.
Psychologisch-emotioneel bewustzijn, ons ego-niveau, is bewustzijn over ons denken en voelen, over onze visies op de wereld en de werkelijkheid, onze visies op
mensen, volkeren, rassen. Dit bewustzijn is in hoge mate afhankelijk van opvoeding, scholing, leefmilieu. In veel levens is er veel herhaling, veel patronen die bepalen hoe we zijn, hoe we ons voelen, hoe we denken. Zicht krijgen op die vaak
verborgen aspecten van onze persoonlijkheid en ons leven gebeurt grotendeels
binnen dit bewustzijn. De wil om iets te bereiken, vaardigheden op te bouwen, relaties goed te laten verlopen behoort eveneens tot dit bewustzijn.
Ethisch bewustzijn is eigenlijk ons geweten, onze eerlijkheid, onze diepste waarden die als aansturing en als correcties van ons gedrag werkzaam zijn en het corrigeren van onjuist handelen vanuit die waarden. Zodra we ons bewust worden van
die waarden, zullen we meer verbanden in ons leven gaan zien, meer zien waarom
we hebben gehandeld zoals we dat hebben gedaan. Bovendien zullen we vanuit dit
bewustzijn ons meer afvragen of we op een goede manier met anderen, met ons
werk en met onszelf omgaan. Tot dit niveau behoort integriteit.
Dit ethisch bewustzijn is nauw verbonden met het niveau van zelfreflectie, wat we
ook mentaal bewustzijn zouden kunnen noemen. Door zelfreflectie worden we ons
bewust van patronen, vooronderstellingen, gedrags- en handelwijzen, manier van
denken, voelen, waarnemen. Kortom van ons hele functioneren als mens. Dat betekent dat we een soort innerlijke waarnemer hebben die vanuit dat ethisch bewustzijn in de gaten houdt wat we doen, hoe we dat doen. Tevens houdt de waarnemer
in de gaten hoever we af zijn of blijven van onze eigen zelfverwerkelijking, zeg
maar het verwezenlijken van onze droom.
De Kaballa kent ook een niveau van het ware zelf, het niveau van onze innerlijke
gids. In dit niveau regeert het bewustzijn over onze persoonlijke groei en over dat
wat we ten diepste willen in ons bestaan en vormt de poort naar de spirituele wereld.
Op het niveau van transpersoonlijk bewustzijn voelt iemand zich verbonden met
het grote geheel, het Al. Hij is zich bewust van de functie die hij als deel van dat geheel heeft. Hij is individu maar zijn bewustzijn is collectief. Accepteren dat de zaken gaan zoals ze gaan is een kenmerk van dit bewustzijn.
Universeel bewustzijn heeft de individualiteit losgelaten. Dit is het gebied van het
Mysterie, het onnoembare.
De levensboom van de Kaballa is natuurlijk een symbolische voorstelling van de
werkelijkheid. Het is een kaart en niet het gebied zelf. Het geeft wel een helder
beeld van de verschillende aspecten en fases die we als mens zullen moeten gaan
willen we onze spiritualiteit ten volle leven. Als we een bepaald aspect van bewustzijn leven, gaan er nieuwe innerlijke poorten voor ons open en doen we nieuwe ervaringen op.
Een andere vorm van transpersoonlijk bewustzijn is kwantumbewustzijn. De
kwantumbenadering van bewustzijn gaat ervan uit dat je als mens inzicht moet
bereiken in en moet leven vanuit de verbondenheid in jezelf, zoals bij holisme en
38
niet vanuit afzonderlijke delen of niveaus. Het gaat om herkennen en ervaren van
de onderliggende eenheid van alles, waar dan werkelijke heling kan plaatsvinden.
Er wordt van uitgegaan dat die eenheid bestaat en dat we onze relatie met die eenheid en binnen die eenheid moet vinden. Bewustzijn van iets levert dan een kwantumsprong op naar een hoger niveau van weten en van verbondenheid. Problemen
die mensen hebben worden in dit systeem veroorzaakt door gedachten en gevoelens van gescheidenheid. Belangrijk hierbij is dat we leren om de waarnemer in
onszelf te ervaren en hem een nadrukkelijke rol te geven. De waarnemer is eigenlijk degene die ons leven creëert.
2c. Keuze en synthese
De twee piramides vormen ineengeschoven een wiskundige tetraëder. Die wordt
op zijn beurt omgeven door een dubbele bolvorm (in de figuur als platte cirkels getekend). De energetische essentie van de mantel is synthese. Waarom? Omdat de
kernaspecten niet als afzonderlijke eenheden in ons leven en in de wereld werkzaam zijn, maar juist aan die samenwerking, aan die verbondenheid een extra
kracht ontlenen. Spiritualiteit is de groei, de beweging naar eenheid, naar kosmische verbondenheid. Verbondenheid niet alleen van mensen maar van alle energieën die deel uitmaken van het universum.
Zelfontwikkeling is bezig zijn met die verschillende kernaspecten in ons leven en
vanuit de potentie die onderdelen eerst verbinden in onszelf en daarna of misschien wel daardoor met anderen, met de wereld, met het universum. Op zielsniveau is dat al een feit, maar omdat we grotendeels nog bepaald worden en bestuurd worden door onze persoonlijkheid zullen we op dat vlak nog werk te doen
hebben. Om daar onze weg in te vinden hebben we de ‘keuze’ nodig. Het is aan ons
waar we accenten leggen, welke aspecten we wanneer ontwikkelen, of we ze wel
willen ontwikkelen en hoe we dat doen.
Als we de eerste piramide van ziel-geest-lichaam-god in balans hebben, dan ontstaat onze ware identiteit als samenhangende energie. Bij de tweede piramide van
communicatie-bewustzijn-verantwoordelijkheid-liefde ontstaat dan een immens
vertrouwen. Allemaal aspecten van de mens die samen bepalen wie we zijn, hoe
we handelen en ons gedragen, hoe we denken en ons uitspreken, hoe we luisteren
en onszelf vormgeven.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
39
8. Het achtvoudige pad als leefregels
De acht leefregels
Als basis van veel wetgeving worden in de Westerse wereld de 10 geboden van
christelijke oorsprong gebruikt. Voor veel mensen zijn die regels ook hun leefregels. Het Boeddhisme kent eveneens een aantal leefregels, die echter minder geboden en verboden zijn. Minder verplichting, maar meer richtlijnen om onze eigen
verantwoordelijkheid uit te oefenen zowel in onze spirituele ontwikkeling als in
ons leven. De acht leefregels of paramita’s staan qua inhoud ook niet in strikte zin
vast. Het zijn levensaspecten die geleerd, ontwikkelt dienen te worden om gelukkig te zijn, de wereld beter te maken en om uiteindelijk verlichting te bereiken.
Dat verlichting bereiken is een weg die gaat over meerdere levens, een ideaal, dat
echter toch als zinvol kader kan dienen voor iemands ‘ gewone’ leven. Als velen ze
zouden toepassen, dan zou de samenleving liefdevoller, vrediger en mooier zijn.
De paramita’s zijn: juist zien, juist denken, juist spreken, juist handelen, juist levensonderhoud, juiste inspanning, juiste opmerkzaamheid en juiste concentratie.
Zoals je ziet, hebben ze een andere inhoud en betekenis dan de 10 geboden. Het
begrip ‘juist’ is natuurlijk rekbaar en voor discussie vatbaar. Elk individu dat het
spirituele pad bewust loopt, zal in elke bewustzijnsfase van zijn leven opnieuw inhoud moeten geven aan die begrippen. Dat geeft een grote verantwoordelijkheid
en vergt veel introspectie. Zelfonderzoek is zonder meer de basis voor persoonlijke groei. Dat aftasten, dat onderzoeken maakt het spirituele pad nou net boeiend.
Juist zien
Juist zien betekent, dat we de wereld zien zonder vervormingen van en misvattingen over de werkelijkheid. Dat betekent, dat we accepteren dat alles is zoals het is.
Telkens weer. En dat we ons iedere keer opnieuw afvragen “Wat het is” “Hoe het
werkt” en welke rol we zelf spelen of welke invloed we zelf hebben, welke onderliggende overtuigingen en denkpatronen we gebruiken.
Juist zien is een zelfontwikkelingsproces naar persoonlijke wijsheid. Wijsheid is
kennis die we hebben geïntegreerd als deel van onszelf. Kennis over onszelf en de
wereld. Bij juist zien worden we uitgedaagd om bijna ‘ onpersoonlijk’ naar de werkelijkheid te kijken, als toeschouwer, als observator om vervolgens dat te veranderen wat ons belemmert om de ‘waarheid’ te zien in ons leven.
Anders gezegd: het is helder zicht op zaken, inzicht in zaken, inzicht in de diepere
lagen van de mens en van de wereld om ons heen, zowel zichtbaar als onzichtbaar.
Het is authentiek zijn door het oneigenlijke af te pellen.
Laten we ons leiden door het materiële en het ego of door het spirituele en de ziel?
Het materiële, de wereld van samsara, illusie, volgens de Boeddhisten, is een
schijnwereld die lijden veroorzaakt en afzondering. Daarin zijn we gegijzelden van
onze verlangens en begeertes. Door juist zien als eerlijkheid tegenover onszelf
kunnen we andere keuzes maken, andere beslissingen nemen die beter leiden naar
zinvolheid en geluk.
40
Juist denken
Bij juist denken, juiste intenties en motivatie, gaat het erom onze gedachten te zuiveren en een andere houding te creëren. Dat houdt in, dat we oprecht en eerlijk
moeten zijn én blijven tegen onszelf en anderen en dat we mededogen en empathie moeten ontwikkelen voor alle wezens. Kort gezegd: we moeten de vermogens
van hart en geest ontwikkelen.
Bij de 45.000 gedachten die er per dag door ons heengaan zijn veel waanideeën,
verkeerde vooronderstellingen, verkeerd begrepen communicatie, maar ook veel
aspecten van zelfbedrog naar ons eigen handelen en naar ons zelfbeeld. Eerlijkheid is een kernaspect van juist denken. Echt eerlijk zijn tegenover onszelf en anderen gaat heel ver. Wat vertellen we onszelf in ons hoofd over zaken die belangrijk zijn of die ons raken? Vaak is het zien wat we willen zien en denken wat we
willen denken.
Juist denken betekent, dat we allereerst helemaal in het hier-en-nu komen zonder
oordeel naar wie of wat dan ook. Dan bezien we zaken vanuit een win-winsituatie,
dus minder zelfzuchtig.
Hoe doen we dat dan? Een van de methodes is ons bewustworden dat de dingen
niet zijn zoals ze lijken te zijn. We hebben ons oordeel zo snel klaar over iemand
die bijvoorbeeld de ‘ verkeerde’ kleren draagt, het ‘verkeerde’ kapsel heeft of de
‘verkeerde’ huidskleur, dat we geen kans meer zien om de persoon nog echt te leren kennen, echt te ontmoeten. Onze overtuigingen sturen ons denken naar een
‘veilige’ setting. Ik heb vele malen ontdekt dat mijn denken voor oordelen zorgde,
die later volledig mis bleken te zijn. Zo ontmoette ik iemand die geblondeerd haar
had, opzichtige kleding, behangen was met goud. Wat schetst mijn verbazing toen
ik ontdekte dat de man zeer spiritueel was, veel kennis had van esoterie en spiritualiteit, in vele opzichten leefde volgens de Boeddhistische leefregels en niet behoorde tot de categorie ‘aardsen’ waar mijn denken hem had ingedeeld. Schijn bedriegt, alles is illusie volgens Boeddha.
Een treffende uitspraak met betrekking tot juist denken is: Er zijn altijd drie kanten aan een zaak: de jouwe, de mijne en de waarheid.
Juist spreken
Simpel gezegd: Spreek de waarheid, vertel het zoals het is. Er is geen echte reden
om het anders te doen. Vanuit juist denken betrachten we mededogen naar anderen. Dat kunnen we ook vanuit ons spreken doen. Alles wat we zeggen, heeft (karmisch) invloed. Met onze woorden geven we aan wat we belangrijk vinden in alle
opzichten. Juist spreken gaat over de kracht, de impact, de gevolgen van onze
woorden naar anderen maar ook naar onszelf.
Veel woorden worden enkel gebruikt ter bevestiging van ons ego, of om ons zelfbeeld op te krikken, ons beter voor te doen dan we zijn of soms zelfs om anderen
te manipuleren.
Juist spreken, optimaal uitgevoerd, gaat heel ver. Het betekent dat we nooit meer
bewust liegen of onwaarheid spreken, noch over onszelf noch over anderen. Onszelf anders voordoen is ook een vorm van liegen. Oneerlijkheid, gedachten of ware
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
41
gevoelens achterhouden eveneens. Evenals een mening uitspreken zonder die
vooraf te controleren.
De waarheid spreken begint met bewustwording van wat we intern tegen onszelf
zeggen. Gebruiken we woorden verhullend, beïnvloedend? Spreken we ons eigen
authentieke zelf uit?
Juist spreken mag nooit kwetsend zijn, nooit beschadigend voor iemand. Roddelen
of kwaadspreken is geen juiste vorm van spreken. Het over een ander hebben, terwijl die persoon er zelf niet bij is, wordt ook gezien als onjuist spreken.
Belangrijk bij juist spreken is niet alleen wat we zeggen, maar ook hoe, wanneer en
waar we dat zeggen. De waarheid spreken kan kritisch zijn maar hoort wel opbouwend bedoeld te zijn.
Vaak is ons spreken een manier om op een dieper niveau gezien en gehoord te
worden. Naarmate we ons meer bewust zijn van ons spreken, gaan we meer luisteren. Oprecht luisteren met de bedoeling de ander te begrijpen. Niet zo zeer in wat
hij zegt, maar in wat hij bedoelt te zeggen. Kun je aanvoelen waar iemands woorden vandaan komen? Kun je horen wat er tussen de regels door gezegd wordt?
Een bijzondere vorm van juist spreken is bidden en mantra’ s zingen.
Juist handelen
Juist handelen gaat erover hoe je je leven leeft. Gedragen we ons zoals we dat willen, zoals echt bij ons authentieke zelf hoort? Creëren we het leven dat we willen?
Zijn we verantwoordelijk voor het effect en het resultaat van ons handelen?
Juist handelen is cultiveren van het goede, van mededogen, van dienstbaarheid in
onze relatie naar anderen. Het is het principe van ‘doe een ander niet aan, wat je
niet wilt dat jou wordt aangedaan’. Doel van juist handelen is zowel anderen helpen als positief karma opbouwen. Beide zijn hoge waarden.
Juist handelen brengt geen schade toe. Noch aan de mens noch aan een dier, noch
aan de natuur! Dus doodt geen dieren. Dat is strikt genomen heel moeilijk, want
tijdens een autorit in de zomer overlijden er vele insecten op de voorruit.
Lama Surya Das zegt in de ‘Ontwakende Boeddha’ : “Elk van ons moet in zijn eigen
hart zoeken naar de meest wijze, meest meedogende, zorgvuldige en respectvolle
houding”. Daarom is het belangrijk dat we ons bewust worden van zowel onze
licht- als schaduwkant.
Juist handelen is ook, dat we niets van een ander nemen dat niet van ons is. Dat
geldt niet alleen voor materiële dingen, maar ook voor aandacht, liefde, seks, milieu.
Denk in dit verband maar eens aan de slogans en partijleer van politieke partijen,
denk aan verdeling van de welvaart, denk aan inkomensverhoudingen, maar ook
aan verdeling van voedsel, van het gebruik van graan voor biologische autobrandstof in plaats van voor voeding van de derde wereld.
42
Juist handelen gaat ook over leren accepteren wat op ons pad komt. Kunnen we
ons openstellen voor elke ervaring en elk moment zoals het is? Kunnen we van
daaruit eerlijkheid betrachten over onze eigen en andermans handelwijzen?
Onze tijd vraagt herziening van zaken. Niet alleen op het financiële vlak, maar
meer nog op het persoonlijke vlak. Esoterisch psycholoog Dethlefsen zegt het treffend:” Er valt in de wereld niets te veranderen, alleen in elk van ons zelf”. We kunnen onze houding wijzigen door zelfreflectie, door eigen attitude- en gedragsverandering, door verandering van het eigen denken en voelen ten gunste van mededogen, empathie en luisteren.
Juist levensonderhoud
Lama Das omschrijft dit aspect als “de wereld liefhebben door ons werk en het
vermijden van beroepen en activiteiten waarin we anderen schaden”. Dat in de zin
van misleidend, ongezond, immoreel, milieuschaden handelen of werk, evenals
toebrengen van dierenleed en/of menselijk leed.
Bij juiste levensonderhoud zetten we onze innerlijke positieve overtuigingen in op
ons werk, om onze collega’s of management bewust te maken van hun eigen rol en
handelwijze. Het gaat dan om integratie van mededogen, om tegengaan van intimidatie, om zorgvuldigheid in de menselijke omgang met betrekking tot jaloezie,
trots, vijandigheid, intimidatie en eigenbelang.
Door zelfonderzoek naar ons handelen en naar onze drijfveren daarvoor, kunnen
we elk aspect van ons werk tot een onderdeel van ons spirituele levenspad maken.
Juist levensonderhoud is werk dat zich met ons mee ontwikkelt. De zin en het doel
van ons werk vinden is een belangrijk onderdeel van onze spiritualiteit.
De volgende leefregels hebben in het Boeddhisme betrekking op meditatie en
mindfulness. Toch zijn ze ook te ‘vertalen’ naar de alledaagse leefsituatie buiten
meditatie. Naar mijn idee wordt de impact daardoor groter.
Juiste inspanning
Bij juiste inspanning gaat het om mentale discipline, om aandacht voor het huidige
moment met oplettend bewustzijn.
Juiste inspanning is dus in feite spirituele inspanning. Toch kun je dit aspect ook
uitleggen als aandacht voor hoe je omgaat met je eigen energie. Werk je te veel of
juist te weinig in verhouding tot je beloning? Neem je je eigen verantwoordelijkheid voor je geestelijke en lichamelijk welzijn?
Vroeger leefde de mensen om te werken, nu werken ze om te leven. Ik weet dat dit
een enorme stigmatiserende uitspraak is, een dooddoener. In het kader van juiste
inspanning is hij echter te gebruiken. Hoe zit het met de juiste inspanning in dit kader van leven en werk? Hoeveel werknemers worden er opgejaagd om meer te
doen dan eigenlijk zorgvuldig is? In het huidige human resource management
staat de ontwikkeling van persoonlijke kwaliteiten centraal. Dat zou positief moeten zijn, maar de ontwikkeling komt enkel ten goede aan het bedrijf of de organisa-
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
43
tie en niet aan de persoon zelf en aan diens welzijn. Vaak is het daarom een simpele taakverzwaring die door onjuist spreken leuk is uitgelegd.
Welk doel hebben je inspanningen? Jezelf? Je gedachten? Je lichaam? Je partner en
vrienden? De ander? De wereld? Juiste inspanning is een samenspel van volharding, energie, enthousiasme en waardigheid voor ieder van ons als mens! In combinatie met de eerdere aspecten zou veel meer moeten gelden: “Doe het gewoon
en walk your talk!”
Juiste opmerkzaamheid
Mindfulness is het bewust aanwezig zijn in het hier-en-nu. Wat doe je en waarom
doe je dat? Niets is moeilijker dan langere tijd achter elkaar bewust aanwezig te
zijn. We hebben de neiging voortdurend af te dwalen en elders te zijn met onze
aandacht, gedachten en energie. In het verleden of in de toekomst, bij wat geweest
is of wat er nog zal gebeuren. Verdriet, angst en de behoefte aan controle zijn daarbij de boosdoeners. Resultaat van de aandacht voor elders is, dat we ons vaak niet
meer bewust zijn van ons lichaam en van wie we zijn. We praten wel, maar we horen zelf niet wat we eigenlijk zeggen. We handelen maar doen dat veel te veel op
de automatische piloot.
Ons gebrek aan aandacht maakt ons onachtzaam, we zien de uitwerking van onze
daden op anderen niet. Het initiatief om mensen bewust te maken van hun handelen via “onbewust asociaal” is een aanzet tot aandachtig handelen, tot juiste opmerkzaamheid.
Tevens zijn we niet waakzaam naar de effecten van ons handelen op ons eigen gevoelsleven, op ons zelfbeeld. Zijn we wel zo blij met hoe we ons gedragen? Beoefening van mindfulness geeft een helder beeld, maakt jezelf wakker.
Juiste opmerkzaamheid is waarnemen wat er is. Het is zoals het is en niet anders!
Idealiter toegepast betekent het dat we ons ieder moment bewust zijn van ons lichaam, van onze gevoelens en emoties, van onze gedachten en van de gebeurtenissen zoals ze zich aan ons voordoen.
Thich Nhat Hanh, Boeddhistisch lama en spiritueel leraar, zegt: ”Het leven is alleen in het heden te vinden”. Dat is ook zo. Het vorige moment is alleen herinnering, het volgende moment bestaat voor ons nog niet. Mindfulness is dus ook het
loslaten van verleden én toekomst en van de gehechtheid daaraan.
Opmerkzaamheid biedt veel meer keuzemogelijkheden. Bij het begin van mijn opleiding tot Feng Shuiconsultant benadrukte de docent voortdurend, dat we als beoefenaar van Feng Shui, maar ook als mens, heel erg lang moeten blijven waarnemen. Conclusies trekken en een oordeel geven, blokkeren de verdere waarneming
en het bewustzijn en dus wellicht het vinden van de juiste oplossing!
Juiste concentratie
Boeddha zei over dit aspect: ”Aandachtig zijn, waakzaam zijn, oplettend en volhardend zijn”. Concentratie is een lastig iets voor de meeste mensen. Ik bedoel dan
44
niet het ‘ geconcentreerd’ lezen van een boek of het kijken en meeleven met een
film. Ik bedoel bewuste concentratie op iets waarop je je aandacht richt en vasthoudt. Velen kunnen dat maar enkele seconden zonder af te dwalen, vele meditatiebeoefenaars enkele minuten. We worden snel afgeleid door vele vormen van
communicatie, zoals televisie, radio, internet, telefoon. Voortdurend wordt er een
appèl gedaan op onze aandacht. Daardoor versnippert de concentratie met bijbehorende staat van bewustzijn.
Concentratie is grotendeels afhankelijk van de interesse in wat we doen en het
kunnen leven vanuit het hier-en-nu. Concentreren is te leren. Kleine kinderen en
ook pubers hebben van nature een kleinere concentratie dan volwassenen. Dat leren vereist dan wel mentale discipline. Meditatie is een uitstekende manier om zowel mindfulness als concentratie te leren.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
45
9. De grote Oostelijke zon, de wijsheid van Shamballa
Shamballa is een legendarisch koninkrijk, een ideale samenleving, die volgens
sommigen nog zou bestaan in een afgelegen vallei in de Himalaya. De Shamballaheersers: de Rigden koningen. De eerste koning Dawa Zangpo zou de grondslag
hebben gelegd, nadat hij tantrische leringen van Shakyamuni Boeddha had gekregen. Deze zijn bewaard als de Kalachakra.
De Boeddhistische stroming van de Grote Oostelijke zon, kent een aantal principes.
Het eerste Shamballaprincipe is eenvoudig wat structuur betreft, maar lastiger
wat betreft de uitvoering:
Heb geen vrees voor wie je bent
Dat is gemakkelijk gezegd, maar veel mensen hebben daar nu juist angst voor.
Angst om jezelf werkelijk te laten zien zoals je bent. Twintig eeuwen religieuze
Westerse traditie met de erfzonde centraal hebben een diep verankerd negatief
zelfbeeld geschapen. De Shamballastroming gaat ervan uit, dat ieder mens van nature fundamentele goedheid in zich heeft, vol zachtmoedigheid en genegenheid. In
de psychologie is het principe van projectie algemeen geaccepteerd. Jouw opvattingen zorgen ervoor dat je op een bepaalde manier naar de werkelijkheid kijkt.
Gevoelens en gedachten die je zelf hebt, worden op die manier toegeschreven aan
een ander en daar vaak bestreden zonder dat we doorhebben dat het onze eigen
verborgen opvattingen, ideeën en wensen zijn. Volgens de Shamballastroming ontstaat overeenkomstig de chaos in de wereld door gebrek aan zelfwaardering. Onze
eigen chaos wordt dus uitgestraald en geprojecteerd in de wereld.
Voor de manier van omgaan met medemensen en met de wereld heeft dat dus vergaande consequenties. Projecties werken dus altijd, maar niet alleen de negatieve.
Ook onze diepste positieve aspecten zoals zelf waardering, liefde, mededogen, enz.
worden naar de wereld geprojecteerd. Kortom: fundamentele goedheid komt tevoorschijn door zelfwaardering, door openheid naar jezelf.
De Shamballavisie kent enkele kenmerken die ons uitnodigen om op een positieve
manier met mens en wereld om te gaan:
1. We stemmen ons zelf af op ons vermogen onszelf wakker te schudden en
te zien dat er goedheid in ons is. Dit is een doorgaand proces van zelfreflectie en verandering van innerlijk en uiterlijk gedrag. De innerlijke goedheid
werkt als een soort licht dat in ons schijnt en het duister verdrijft.
2. We herontdekken de humor als lichtvoetige toon van de werkelijkheid. Velen zijn nogal serieus, vooral wat betreft het handhaven van eigen principes, opvattingen, meningen. Als we met humor onszelf gadeslaan en vanuit
de innerlijke goedheid dan zullen we vaak met mildheid om onszelf kun46
nen lachen. We bedoelen het zo goed, zijn zo ijverig en soms is er niet meer
nodig dan “zijn” en leven in het hier-en-nu met acceptatie van alles wat er
is.
3. We krijgen en/of hebben inzicht in ons bestaan en in onze relatie met de
dagelijkse werkelijkheid. Inzicht ontstaat door zelfreflectie, door het op afstand bekijken van wat er met ons en in ons gebeurt en hoe we van daaruit
reageren op mens en wereld. Door mildheid en mededogen wordt onze
blik op mens en wereld egolozer, zodat we werkelijk kunnen zien hoe het
is.
4. We mogen mensen en situaties nooit in de steek laten. We leven in een wereld waarin er heel snel toezeggingen gedaan worden om iets te doen voor
iemand. Even vaak komen we dan die toezeggingen niet na, omdat ze te
achteloos gedaan zijn en we ons later pas realiseren wat de toezegging inhoudt. Als we vanuit onze eigen verantwoordelijkheid eb bewust iets toezeggen, dan gaan we met iemand een dieper commitment aan. Dat kan op
zakelijk gebeid zijn, maar zeker ook in relaties.
5. We helpen om de wereld te redden van de ondergang. We zijn naar mijn
opvatting naar de aarde gekomen met een opdracht. We hebben elk, hoe
groot of klein dan ook, onze opdracht te vervullen. De wereld wacht op die
bijdrage. Hoe meer we meegaan met de ideeën en opvattingen van anderen, hoe minder we onze specifieke opdracht aan de wereld kunnen nakomen. Hoe authentieker we zijn, hoe groter de kans dat we in onze opdracht
slagen. De wereld redden van de ondergang klinkt zwaar, maar als elk
mens individueel helpt vanuit zelfverantwoordelijkheid om de wereld
mooier te maken, dan gaat dat lukken.
Deze visie komt tot uitdrukking in de Shamballaprincipes:
•
We vragen ons af hoe we deze wereld kunnen helpen. Als ik het niet doe,
dan voert niemand mijn taak uit. De wereld heeft die hulp nodig. We onderzoeken wat wij, vanuit ons diepere zelf, de wereld te bieden hebben.
•
Er is iets fundamenteel goeds aan ons bestaan als mens. Alleen als we die
goedheid in onszelf vinden, kunnen we het leven van anderen verbeteren.
•
Door ons af te stemmen op de natuurlijke orde, kunnen we leren zien wat nodig is.
De wereld is van nature schoon, dus moeten we haar weer schoon maken! Dat
geldt niet alleen concreet naar ons leefmilieu, maar ook in de omgang met onze
medemensen. Voor onszelf is ‘schoon maken’ hetzelfde als de waarheid spreken.
Een van de Boeddhistische leefregels is, dat je niet mag liegen, de waarheid moet
spreken. Liegen vervuilt de waarheid, vervuilt de positieve energie die er tussen
mensen is. Liegen vertroebelt de innerlijke goedheid.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
47
Shamballa krijgerschap
De Grote Oostelijk Zon kent het krijgerschap. De fundamentele discipline voor een
krijger is verbreiding van gezondheid in de wereld. Dus let de krijger op zijn eigen
fysieke, geestelijke en emotionele gezondheid. Dat doet de krijger vanuit oprechtheid, zachtheid en onderscheidend gewaarzijn. De Shamballakrijger traint zichzelf
in het ontwikkelen van zachtmoedigheid, echtheid en tederheid in zijn hart. Hij
voelt zich verantwoordelijk voor zichzelf en wil als mens iets betekenen voor anderen.
De Shamballatraining is gericht op écht mens te worden, vrij van een ‘kunstmatige’
wereld, een mens die de werkelijkheid onder ogen ziet en bereid is problemen uit
te werken. Als je bent wie je bent, dan ben je betrouwbaar voor jezelf en dat geeft
onvoorwaardelijk vertrouwen. Dan zijn we niet alleen trots op onszelf maar ook
trouw aan onszelf.
Fundamentele goedheid is jezelf en anderen geen pijn doen. Dat betekent dat je alles van jezelf waardeert!
Omdat we hier eenmaal in dit leven zijn gekomen, wat doen we dan met ons leven?
Er komt geen hulp van buiten om ons te verlossen!!!! We moeten leren hoe we met
ons leven door kunnen gaan. Onze situatie niet onder ogen zien, brengt angst en
bezorgdheid. Shamballa is niet het probleem uit de weg gaan, maar iets positiefs
opbouwen en/of planten. Het is uit je cocon komen. Shamballatraining is iets concreets en fundamenteels doen. Niet toegeven aan negatieve aspecten van de wereld; dat betekent moedig zijn.
Shamballakrijgerschap houdt ook in, dat je je met een gebroken hart om het leed
van de wereld bekommert en om het gebrek aan bewustheid van de mensen t.o.v.
positiviteit en echtheid.
Willen we aan het welzijn van anderen werken, dan moeten we aan onszelf werken. We moeten van onszelf houden, zacht zijn voor onszelf. Dat is echtheid.
48
10. Psychosynthetisch ontwikkelingsmodel
De psychosynthese is een holistisch systeem gecreëerd door Roberto Assagioli.
Het is een transpersoonlijk systeem, waarbij de persoonlijkheid wordt opgevat als
een energetisch systeem dat bewust of onbewust op zoek is naar balans. Ook hier
geldt: Alles is energie, maar in verscheidene verdichtingen. Rotsen zijn dichte materiële energie met een laag trillingsgetal, gedachten zijn ijle energie met een hoog
trillingsgetal.
In de psychosynthese wordt gebruik gemaakt van de energielichamen van de menselijke aura. Gevoelens, emoties zijn ook energie. Aangezien alles met elkaar samenhangt, zullen die dus invloed hebben op die energielichamen en via die op de
gehele mens. Heling, genezing hoort dus ook vanuit dat geheel te gebeuren. Belangrijk bij die holistische heling is zingeving van wat er gebeurd is en wat er nu
gebeurt.
De psychosynthese onderscheidt 2 hoofddimensies in die zingeving, de persoonlijke en de transpersoonlijke-spirituele dimensie. In de oude dualiteit zorgden de diverse ‘natuurwetenschappen’ voor de persoonlijke aspecten, de religies voor de
spirituele. Holistisch gezien heeft de mens beide dimensies in zich en ook beide
nodig om goed te kunnen functioneren. De mens zoekt zijn weg tussen deze twee
uitersten en heeft vaak een voorkeur voor een van beide.
De persoonlijke dimensie legt veel nadruk op activiteiten, functioneren, resultaten,
vaardigheden en succes. De spirituele dimensie legt de nadruk op helderheid van
visie, liefde, mededogen, vreugde, harmonie en eenheid. Het gaat dan om beheersen van de innerlijke processen en om vergroting van het bewustzijn. Beide dimensies zijn echter essentieel voor onze groei als mens.
De persoonlijke dimensie laat ons bezig zijn met de materiële kant van de wereld.
Dat is iets wat ons de moeite waard lijkt om voor te werken. De beloning ligt in lichamelijk comfort en tijdelijk fysiek en emotioneel welzijn.
Mensen die hierop gefixeerd zijn komen in hun leven zeer waarschijnlijk in een
crisis terecht na een traumatische ervaring als een scheiding of baanverlies, of
door bijvoorbeeld overspannen te raken door stress. De hoogste fase van ons
mens-zijn is volgens Maslow de zelfverwerkelijking. En juist dat blijkt niet goed
mogelijk via materiële zaken. Hoe meer je hebt, hoe minder de zin ervan wordt en
het genoegen dat je eraan beleeft. De gezochte ultieme bevrediging blijft uit. Dan
komen de onvermijdelijke gedachten: “Is dit alles?”
Dan begint de soms jarenlange zoektocht naar “wat mist er?” Crisis, verwarring is
de doorgang naar ander bewustzijn. Dan komen vragen op als “ Wat is de zin van
mijn leven?” “Wat doe ik hier?” “ Waar word ik gelukkig van?”. Bezig gaan met de
antwoorden op deze vragen zorgt ervoor dat we opschuiven naar de spirituele dimensie. Op zoek naar dat dieper verlangen, dat we lang, te lang hebben genegeerd.
Mensen die dat proces zijn aangegaan, hebben allemaal een andere kijk op het leven ontwikkeld, een andere kijk op het belang van rijkdom.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
49
Belangrijk wordt dan de zijnskwaliteit en het zelfontwikkelingsproces om die kwaliteit te vergroten. Acceptatie of het besef van het bestaan van iets ‘ hogers’ of van
een ziel komt dan in beeld. Onze intuïtie en innerlijke stem zijn daarbij de instrumenten.
Onderstaande tekening geeft een schematisch beeld van de twee uitersten en van
de andere factoren. Uiteraard is er een wisselwerking tussen de uitersten. Als het
‘goed’ is, dan handelt de persoon vanuit beide aspecten naar de ander en naar de
wereld. Ieder bepaalt zelf waar echter het accent ligt.
Transpersoonlijk bewustzijn kunnen we op verschillende manieren en tijdstippen
ervaren en realiseren. Zoals velen zullen herkennen is het vaak een onbewust en
sluimerend proces dat zich ineens openbaart. Wat we nodig hebben is een juist gevoel voor verhoudingen, het vermogen om dat te hanteren en heel veel geduld.
De wisselwerking tussen de twee dimensies is uiteraard energetisch van aard.
Gaandeweg zijn ontwikkeling stromen de hogere energieën door iemand heen. In
dat toenemende spirituele proces absorberen het ego en onze subpersoonlijkheden de hogere energieën om zo in balans te komen.
In de psychosynthese is het transpersoonlijke zelf, wat ik I AM-deel heb genoemd,
een zijnswerkelijkheid met een eigen bewustzijn en eigen wil en is het de bron van
onze energie. Het heeft intenties waaronder het sturen van het lagere zelf naar heling en groei. Groei is dus eigenlijk het karmische zelf dat hogere energieën toelaat,
50
zodat door die bewustwording trauma’s, onverwerkte emoties, belastende herinneringen, kortom karma, kan helen. Dus weer aspect van het geheel kan worden.
Een deel van ons spirituele proces is het ondergeschikt maken van de persoonlijkheid, het karmische zelf, aan de leiding van het I Am-deel. Zelfrealisatie als hoogste
vorm van menselijk zijn, ontstaat doordat die hogere energieën door de persoonlijkheid stromen. Kenmerkend voor die zelfrealisatie is een dieper gevoel van verantwoordelijkheid voor onszelf, voor de ander en voor de wereld.
Groei betekent, dat we onze patronen, onze vooronderstellingen, gevoelens in
overeenstemming brengen met de transpersoonlijke dimensie. In dat proces moeten we onderzoeken of de belangrijkste obstakels voor het belemmeren van een
optimale energiestroom liggen tussen het bovenbewuste I AM-deel en de persoonlijkheid of tussen de persoonlijkheid en de leefwereld.
Zelfrealisatie als proces kent eigenlijk drie aspecten:

Groei in persoonlijke zin door zelfreflectie, meditatie en/of gebed.

Het begrijpen van onze persoonlijkheid, onze wereld en ons I AM-deel,
evenals de relatie ertussen en de onderlinge beïnvloeding.

Dienstbaarheid in het helpen creëren van het hoogste welzijn voor allen
vanuit inzicht en begrip, liefde en mededogen naar onze eigen ervaringen,
bewustzijn, verstand en naar die van anderen
Zelfrealisatie betekent uiteindelijk samenvallen met het geheel, de eenheid.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
51
11. Innerlijke dialoog en uiterlijk gedrag
Dit hoofdstuk dat is overgenomen uit mijn zelfontwikkelingboek voor gescheiden
vaders “Schaduwvader in het licht”, (uitgeverij Betelgeuze) vind ik zo belangrijk
dat ik het vrijwel ongewijzigd hier weer gebruik. Belangrijk omdat het beschrijft
hoe het komt, dat we ons gedragen zoals we ons gedragen. Op zich is het antwoord
op die vraag heel eenvoudig: We reageren voortdurend op interne en externe prikkels die binnen in ons neurologisch verbonden zijn of verbonden worden met elkaar.
Zelden is de werkelijkheid even eenvoudig als de theorie. Ook in dit geval. Aan de
hand van onderstaand communicatiemodel leg ik uit hoe een externe prikkel, bijvoorbeeld in de vorm van een gebeurtenis of als gedrag van een ander, effect heeft
op onze gedragsmatige reactie.
We nemen een gebeurtenis waar door middel van onze zintuigen: ogen (=visueel),
oren (=auditief tonaal), tast/gevoel (=kinesthetisch), geur en smaak. Tevens zijn
onze hersenen voortdurend in de weer om die prikkels te ordenen, betekenis te
geven, enz. (=auditief digitaal). De hersenen spelen een fundamentele rol in het tot
stand komen van het uiteindelijke gedrag dat we laten zien. In de hersenen spelen
zich allerlei processen af die te maken hebben met wat we onze filters noemen.
52
Als we bijvoorbeeld fietsen hebben geleerd, dan trekken onze hersenen de conclusie dat we elke keer als we op de fiets stappen nog steeds kunnen fietsen. We hoeven dat dus niet meer bewust te doen. Dat geldt eigenlijk voor vele vaardigheden
die we ons eigen hebben gemaakt. Er heeft zich in de hersenen een proces van generaliseren afgespeeld. Zou dat niet gebeuren, dan zouden we alle handelingen die
we nu automatisch doen, telkens opnieuw bewust moeten doen. Stel je maar eens
voor hoe vermoeiend het zou zijn voor een timmerman als hij bij elke spijker die
hij slaat zich er heel bewust van moet zijn hoe hij dat doet en in welke volgorde.
Een ander proces dat zich afspeelt in de hersenen is weglaten. Van de overvloedige
informatie die we elk moment weer ontvangen via onze zintuigen laten we dus een
deel weg. We kunnen eenvoudigweg onze aandacht niet op alles richten, dat zou
dodelijk vermoeiend zijn. Stel dat je de hele dag je eigen aftershave of parfum zou
ruiken, je de hele dag alle geluiden om je heen zou horen, je voortdurend zou zien
wat er om je heen gebeurt, je je telkens bewust zou zijn van je hartslag of je ademhaling. Hoe zou dat zijn?
Heb je wel eens meegemaakt dat je naar een televisieprogramma hebt gekeken
met een aantal mensen en dat ze achteraf allemaal een andere visie hadden en
zelfs dat ze andere dingen gezien hadden dan jijzelf? En heb je wel eens meegemaakt dat je gesprekspartner zich totaal andere dingen herinnerde van een feest
of een vergadering dan jij? Dat verschil wordt veroorzaakt door het proces van
vervormen.
Wat gebeurt er nu als we iets meemaken? We nemen bijvoorbeeld gedrag van een
ander waar. Bijvoorbeeld: je bent op een ouderavond van een van je kinderen met
je ex-vrouw.Zij praat uitbundig, lacht veelvuldig ondanks dat er over de slechte
leerresultaten van jullie kind moet worden gesproken. Jij ziet alleen de ernst van
de situatie en vindt dat zij het gesprek vertroebelt of erger nog zich uitslooft om
aardig gevonden te worden. Je probeert telkens het gesprek serieuzer te maken,
maar de docente gaat mee met de humor van je ex-vrouw. Ze sluiten af met een afspraak over intensievere begeleiding en een indringend gesprek met jullie kind.
Achteraf krijgen jullie ruzie. Jij verwijt haar dat ze zinloze gesprekken houdt over
niet ter zaken doende gegevens. Zij verwijt jou een starre onbuigzame houding,
terwijl jij je overbodig voelde in het gesprek.
Door de processen van de filters ontstaat er een gedachte of een beeld in ons, de
zogenaamde interne voorstelling. Uit eigen ervaring zoel je wel weten dat, als je
aan iets prettigs denkt, je je ook prettig zal gaan voelen. Denk je aan iets vervelends, dan ga je je rot voelen. De interne voorstelling bepaalt de stemming. Op haar
beurt bepaalt de stemming onze fysiologie. Met fysiologie bedoelen we niet alleen
de lichaamshouding en de gezichtsexpressie maar ook de interne lichamelijke processen. We zien aan de lichaamshouding hoe het met iemand is. Als iemand blij is,
staat hij meestal rechtop of beweegt op een wat drukkere manier. Is iemand depressief dan zit die persoon heel vaak in een wat gebogen houding met het hoofd
naar beneden en beweegt haast niet. Is iemand ziek of geblesseerd, dan zal de kans
groot zijn dat zijn stemming niet zo best is en dat die persoon ook geen opwekken-
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
53
de gedachten heeft op dat moment. Je hebt vast wel eens meegemaakt, dat als je je
niet zo optimaal voelde je stemming allengs verbeterde als je iets leuks ging doen.
Er is een voortdurende wisselwerking tussen onze interne voorstelling, onze stemming en onze fysiologie. De wisselwerking tussen die drie elementen bepaalt welk
soort gedrag wij naar buiten laten zien. Hoe gedraag je je als je net iets heel vervelends hebt meegemaakt? Hoe is dat te zien in je houding, te horen aan je stem en te
merken aan je stemming? Hoe gedraag je je als je net te horen hebt gekregen dat je
een prijs hebt gewonnen, een examen hebt gehaald of een goede presentatie hebt
gehouden? En hoe is dat te zien aan je houding, te horen aan je stem en te merken
aan je stemming?
Welke filters hebben we als mens?
Allereerst hebben we als mens te maken met de materie en de energie van ons lichaam, met alle processen die zich daarin afspelen en ook met de factor tijd. We
worden tenslotte allemaal ouder.
Herinneringen van dingen die we hebben meegemaakt zijn ook een belangrijk filter. Als we bijvoorbeeld eerder een vervelende ervaring hebben gehad, dan zal een
soortgelijke ervaring die we daarna hebben de eerdere ervaring weer oproepen.
Zo kan er bv. angst ontstaan om iets te ervaren of juist blijheid.
Beslissingen die we door die ervaringen hebben genomen zijn van blijvende invloed als we er ons niet van bewust zijn. Door dit waarnemingsfilter gaan we zaken die we minder prettig vinden bij voorbaat uit de weg of zoeken we zaken die
we plezierig vonden juist op, zelfs onbewust.
Taal is een volgend filter. Een groot deel van wat we leren komt tot ons via de taal.
Heel belangrijk bij taalcommunicatie is de wijze waarop iets gezegd wordt. Uit de
wijze waarop iets gezegd werd door onze ouders, trokken we als kind al conclusies
over hun stemming, over wat ze wilden dat we moesten doen. Je hebt vast wel een
keer meegemaakt dat je vader of moeder aan je vroeg of je iets wilde doen, maar
dat je aan de stem hoorde dat je dat absoluut niet kon weigeren om te doen. Door
taal worden boodschappen overgebracht op verschillende niveaus.
Heel belangrijk is ons waarden en overtuigingenfilter. Onze onbewuste waarden
en overtuigingen bepalen hoe we naar de wereld en naar mensen kijken. Hebben
we als overtuiging dat mensen niet te vertrouwen zijn, dan vallen ons altijd die
mensen en gebeurtenissen op waaruit dat blijkt. Wellicht zien we dan niet de grotere hoeveelheid mensen en gebeurtenissen waaruit het tegendeel zou blijken.
Ook onze gewoontes spelen een rol in de wijze waarop we waarnemen en informatie toelaten. Daarnaast zijn er nog de zogenaamde metaprogramma’s, maar behandeling daarvan zou te ver voeren in dit kader.
Als je dit model toepast op instandhouding van overtuigingen kom je op onderstaand schema. Je innerlijke voorstelling of monoloog bepaalt niet alleen direct je
stemming, maar ook je zelfbeeld, ook de mening die je over jezelf hebt. Als je de cy54
clus niet onderbreekt zoel je je hele gedachtesysteem over jezelf keurig in stand
houden. Pas als je deze cyclus doorbreekt door bewustwording van je patronen,
ontstaat de mogelijkheid tot verandering.
Mijn innerlijke dialoog
Ik praat tegen mezelf
daarover
Versterkt
Bepaalt
Mijn zienswijze, denkwijze,
handelwijze
Mijn zelfbeeld, mijn
overtuiging wie ik ben
Als we spirituele componenten willen meenemen in onze communicatie, dan moeten we het schema enigszins aanpassen. Naast de traditioneel onderscheiden vormen van communicatie, verbaal en non-verbaal, bestaat er naar mijn overtuiging
ook nog zoiets als energetische communicatie. Daarmee bedoel ik het energetische
contact dat we met elkaar maken doordat onze aura en energetische lichamen elkaar raken. In dat contact wisselen we onbewust energie uit met elkaar over wie
we zijn, hoe we denken en handelen.
Aangepast gaat het communicatiemodel er dan als volgt uitzien:
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
55
Deze energetische input komt tot ons via ons voorhoofdchacra of ‘derde oog’ en
via ons kruinchacra. Het derde oog is ons zintuig voor buitenzintuiglijke waarneming, die bij helderzienden heel sterk ontwikkeld is maar werkzaam bij ieder van
ons. Ons kruinchacra is de doorgangspoort voor hogere energieën die tot ons komen. Beide informatiebronnen geven helderheid op dieper niveau, zodat we van
daaruit anders kunnen reageren op wat zich in ons leven aandient.
Anders reageren kunnen we ook wanneer we ons in contact, in communicatie, realiseren dat er verschillende standpunten bestaan over bijvoorbeeld een probleem.
Treffend wordt dat uitgedrukt in de uitdrukking: “ Er zijn altijd 3 kanten aan een
zaak, de jouwe, de mijne en de waarheid”. In de communicatieleer noemt men die
verschillende standpunten de waarnemingsposities. Dat zijn Ik, Jij en de zogenaamde meta- of overzichtspositie.
Wanneer we vanuit de ik-positie reageren, dan hebben we enkel oog voor onszelf
en onze eigen belangen. Wanneer we vanuit de jij-positie reageren, dan hebben we
begrip voor die ander en houden we rekening met zijn wensen. We doen wat die
ander wil zonder dat we rekening houden met onszelf. Normaal gesproken is onze
waarnemingspositie ergens tussen ik en jij in. We houden rekening met wat de ander vindt of ervaart én houden vast aan een gezonde vorm van eigenbelang. Regelmatig komt het voor, dat mensen denken dat ze in het belang van de ander iets
doen, maar in feite reageren ze vanuit een ‘ verborgen’ ik. We hebben allemaal wel
eens meegemaakt, dat iemand iets voor ons geregeld had, maar dat wij daar absoluut niet blij mee waren. In zo’n situatie is er vaak ook geen overleg geweest. Soms
hebben ouders dat naar kinderen of volwassen kinderen naar hoogbejaarde ouders: “ Ik weet wel wat goed voor jou is!” Het eigenbelang van de ‘gever’ is daarbij
erg groot.
56
In conflictsituaties is het handig om naar de metapositie te gaan. Dat betekent concreet, dat we afstand nemen van het conflict en van de bijbehorende spanningen
en emoties en zakelijk neutraal kunnen kijken naar wat er zich afspeelt tussen de
ander en onszelf. Vaak is dat heel verrassend. Zodra emoties worden vermeden of
overwonnen dan wordt ons beeld weer helder en kunnen we voor beide partijen
juiste oplossingen bedenken. Einstein gaf dat eens als stelling:” De oplossing van
een probleem ligt altijd op een hoger niveau dan het probleem zelf”.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
57
12. De ontwikkeling van innerlijke autonomie
Het Nederlands woordenboek definieert autonomie als ‘zelfbestuur’, als ‘zelfstandigheid van de menselijke wil’ en als ‘onafhankelijkheid van de geest’. Innerlijk autonoom zijn betekent dus, dat je zelfverantwoordelijkheid neemt voor je volledige
functioneren als mens. Als zodanig heeft het dus te maken met keuzes maken, met
assertief zijn, met zijn wie je werkelijk bent.
Gebrek aan autonomie ontstaat vaak op jeugdige leeftijd na een ingrijpende of
traumatische gebeurtenis. Van vrije keuze is er dan vaak geen sprake. Een emotionele en of psychische wond is het gevolg. In het ontwikkelingsproces dat hoort bij
het terugvinden van je autonomie zijn een aantal fasen te onderscheiden.
Iedere fase beslaat een tijdsspanne, waarin bepaalde ervaringen centraal staan.
Deze ervaringen hebben betrekking op de dagelijkse werkelijkheid van het bestaan, echter ingekleurd door het onderliggende probleem. Door meer bewustzijn
te ontwikkelen op de oorzaken en ook op je houding binnen die ervaringen, krijg je
meer keuzemogelijkheden en daardoor meer innerlijke vrijheid. Je autonomie
wordt groter.
In de praktijk blijkt dat, zodra je je bewust wordt van datgene wat er werkelijk
speelt, er meer vragen opdoemen die een antwoord vereisen. Die vraag-en-antwoordwisseling leidt tot telkens grotere helderheid. Je ontwikkelt meer mogelijkheden om met de problematiek aan de gang te gaan.
Een voorbeeld. Een kind is emotioneel beschadigd door een agressieve en overheersende ouder. Door aangepast gedrag te vertonen, kan het kind overleven in de
gezinssituatie. Uiteraard heeft dit alles effect op de psychische en emotionele ontwikkeling van het kind. Het wordt bijvoorbeeld een stil en zichzelf wegcijferende
persoon, die daardoor nog meer schade leidt. Door zich te realiseren hoe de problematiek is ontstaan, door eraan te werken om meer zelfvertrouwen te krijgen,
door eraan te werken om assertiever te reageren wanneer er ongewenste zaken
gebeuren, kan zo iemand zijn of haar psychische en emotionele aspecten helen.
Joke de Vries heeft in haar boek ‘Staan in het onmogelijke’ de fasen beschreven die
mensen doorlopen naar innerlijke autonomie. De beschrijving in dit boek zijn
daaraan ontleend.
De eerste fase is die van het je ‘speelbal’ voelen in de omstandigheden en relaties.
Innerlijke keuzes zijn er voor je gevoel dan niet. In stand houden van het bekende,
het vertrouwde is kenmerkend voor deze fase. Je leeft volgens eigen patronen en
in de zin van ‘zo hoort het nu eenmaal, zo ben ik nou eenmaal’ zonder zich overigens daarvan bewust te zijn. Doordat je onbewust leeft en geen reflectie pleegt op
eigen situatie en op wat zich aandient in de vorm van processen en invloeden, ben
je eigenlijk een speelbal in het geheel.
Angst is de belangrijkste drijfveer voor het in stand houden van deze situatie.
Angst voor nieuwe ontwikkelingen, angst voor het onbekende, angst voor het on58
der ogen zien van de eigen werkelijkheid, angst voor relaties met anderen, angst
voor het leven zelf. Door deze angst worden veel ervaringen gekleurd beleefd en
worden veel emoties onderdrukt. Leven van die emoties zou namelijk het oorspronkelijke probleem omhoog halen en dat is niet acceptabel, te verwarrend, te
onveilig.
Wanneer je iets ervaart wat vervelend is en waar je je machteloos bij voelt, ben je
slachtoffer (2), omdat je nog geen zinvolle manier hebt gevonden om ermee om te
gaan. Verdriet, boosheid, pijn en onmacht kunnen daarbij naar voren komen.
Vaak wordt in deze fase de hulp ingeroepen van iemand anders. De persoon die
slachtoffer is, ervaart zichzelf door die hulp nog steeds als slachtoffer. Hij is en
blijft afhankelijk van anderen in vele aspecten van zijn leven, van zijn emotioneel
functioneren en zijn functioneren en handelen in relaties. Bovendien blijft hij onzelfstandig in eigen keuzes die nodig zijn voor zijn eigen welzijn. Pas als hij zich
bewust wordt van zijn eigen gevoelens, van zijn eigen reacties, van de reacties van
de omgeving, van andere mensen, kan er voortgang bereikt worden in het helingsproces.
Belangrijk daarbij is het onderscheid tussen de ervaring van ‘mij’ en van ‘datgene
wat mij overkomt’. Het loskoppelen van de strikte identificatie van de persoon met
zijn probleem opent de mogelijkheid afstand te nemen en naar oplossingen te zoeken.
Als je je ervaart als ‘ik’ en als zelfbewust, weet dat je meer bent dan alleen je emoties, meer dan alleen je gedachten. In de dagelijkse praktijk betekent dat vaak, dat
iemand zich realiseert dat de wereld niet vergaat als hij ergens ‘nee’ tegen zegt of
als hij zijn gevoelens uit tegen een partner, kind, collega, enz. Dit ervaren van positieve reacties op een kwetsbare opstelling is helend voor je gewonde kind.
Op een bepaald moment maken de meeste mensen die ziek zijn of slachtoffer zijn
geworden van iets tragisch de innerlijke keuze om zelf iets te gaan doen, te gaan
vechten tegen de ziekte, strijder (3) te worden tegen het ervaren geweld, de scheiding, enz. Het besef dat anderen uiteindelijk niets voor jou kunnen oplossen,
draagt bij aan verdere bewustwording en aan andere keuzes. Bijvoorbeeld de keuze dat je zelf invloed kunt uitoefenen op iets door er anders tegenaan te kijken en
er anders mee om te gaan. Zelfs bij traumatische ervaringen kan het leed en de
pijn zo verzacht worden. Wat weer kan leiden tot een verdere heling en tot een gezonde modus om ermee te kunnen omgaan.
In deze fase begint iemand duidelijk ‘nee’ te zeggen tegen afhankelijkheid van anderen en wil hij zelf bepalen wat er met zijn leven gebeurt. Die eigen mening en
dat ‘nee’ geven een zekere mate van vrijheid. Een ‘vrijheid van’ en een vrijheid om
op een andere manier met het probleem om te gaan.
Vaak komt de onderliggende boosheid te voorschijn en richt zich tegen de boosdoeners, maar helaas ook tegen naasten en tegen de hulpverleners. Het slachtoffer
wil de pijn, de afhankelijkheid en de machteloosheid van het ‘slachtoffer-zijn’ oplossen door het weg te werken, door ertegen te vechten. Het gevaar ontstaat dat de
boosheid van het slachtoffer ervoor gaat zorgen, dat hij een destructieve strijder
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
59
wordt tegen alles en allen die hem in contact kunnen brengen met pijn en lijden.
Dan kan hij zelf genadeloos worden naar zichzelf, bijvoorbeeld naar het eigen lijf.
Vaak is het zo dat de persoon zich dan gaat focussen op genoegdoening, haat,
wraak en vernietigen. Deze houding van ‘strijden tegen’ is weliswaar onderdeel
van het groeiproces naar het gewenste doel, maar hoort wel een tijdelijke periode
te zijn. Anders ontstaan er processen die ongewild weer tot andere vervelende en
misschien traumatische ervaringen kunnen leiden, maar dan met het oorspronkelijke slachtoffer als dader. Het is niet altijd gemakkelijk voor iemand om in zo’n
fase de grens te voelen van assertiviteit en agressiviteit, tussen strijden voor een
‘gezond eigenbelang’ en strijden vanuit blinde onbewuste woede om niet verwerkte pijn en verdriet.
De grote doorbraak komt eigenlijk als de ‘bestrijder van’ overgaat naar ‘de strijder
voor’(4). De werkelijkheid wordt dan erkend en de persoon wil zich meer en meer
bezig houden met wat hij wel wil. Na de fase van ‘nee’ gaat men nu een stap verder. Bij de ‘boze bestrijder’ die zichzelf onderuit haalt, is deze stap minder gemakkelijk, omdat het onderliggende patroon niet zo eenvoudig doorbroken kan worden. Deze categorie zal eerst een andere basishouding in zichzelf moeten ontwikkelen over hun ‘gewond-zijn’.
Aangezien dit proces zich onbewust afspeelt, is bewustwording ervan cruciaal
voor de heling. Meestal gebeurt die bewustwording niet zonder confrontaties.
Deze confrontaties met zichzelf of met anderen is noodzakelijk, omdat achter de
bestrijder het ‘boze slachtoffer’ zit, dat zichzelf afschermt. Door het ‘gewond-zijn’
als werkelijkheid te accepteren, ontstaat de mogelijkheid te stoppen met de boosheid en zacht te worden, allereerst naar zichzelf. Door die acceptatie ontstaat de
verschuiving naar ‘vechten voor’. Onderdeel van dat ‘vechten voor’ is de bereidheid om het eigen ’gewond-zijn’ te ervaren waardoor het kan genezen. Je kunt nou
eenmaal niet iets veranderen, als je niet eerst accepteert dat het er is!
Als de werkelijkheid als zodanig geaccepteerd wordt zonder die te ontkennen of te
willen veranderen, word je deelnemer (5) in je eigen en andermans leven. Het gaat
er nu om te ervaren wat er is. Dat ervaren kan te maken hebben met het hier-ennu of met het verleden. Het kan te maken hebben met ervaringen binnen jezelf, zoals gevoelens, lichamelijke ervaringen, vragen, gedachten, intuïtie, of met de leefomgeving, zowel dichtbij als verder weg.
Willen weten hoe je werkelijkheid is, hoe pijnlijk of beangstigend ook, kenmerkt
deze fase. Evenals ervaringen toe laten in plaats van ze weg te stoppen. Het betekent, willen onderzoeken om te ontdekken wat zich aandient en wat nodig is.
Door bewustwording van het ‘innerlijke ik’ wordt de eigen autonomie verder ontwikkeld. Autonomie in de zin van een innerlijk vermogen om op eigen wijze en
zelfstandig in het leven te staan.
Als slachtoffer onderging je de pijnlijke ervaringen van vroeger, als bestrijder
ageer je en reageer je op de ervaringen, als deelnemer kan je de ervaringen weer
ervaren, maar vanuit een innerlijke onafhankelijkere positie. De pijn en het verdriet ervaren, wetend dat die van vroeger komen en restanten hebben in het hieren-nu.
60
Die ervaring van de onafhankelijke positie is de kern van de autonomie. Vanuit die
positie kun je onderscheid maken tussen gevoelen van toen en het Nu.
Daardoor kun je kiezen hoe je met zaken omgaat. Dit vraagt echter wel zelfbewustzijn en innerlijke kracht om uit de oude overlevingspatronen en strategieën te blijven. Het vergt ook veel moed, want in eerste instantie sta je met lege handen, weet
je niet of de nieuwe aanpak vruchten afwerpt. Bovendien is er moed voor nodig
om te kunnen kijken naar die opgebouwde patronen van de tussenfases, zoals
slachtofferschap en strijderschap en het aandeel dat je daarin zelf hebt gehad.
Door die schaduwkant van jezelf te leren kennen en hanteren krijg je niet alleen
meer zicht op jezelf maar ook op anderen.
Al met al is de deelnemerfase die fase waarin je de pijn van wat er gebeurd is met
je pas echt tot op diep niveau kunt ervaren en daardoor verwerken. Daardoor ontstaat er ruimte voor compassie, mildheid, naastenliefde.
Een volgende stap is actief onderzoeker (6) worden naar manieren om op een andere wijze om te gaan met de werkelijkheid. Iemand experimenteert en maakt
keuzes in hoe om te gaan met datgene wat hij ervaart en of hij zich openstelt voor
die ontmoeting. Iemand maakt ook keuzes hoe hij omgaat met zijn innerlijke ontwikkelingsprocessen zoals zijn heling. Al doende leert hij antwoorden en reacties
te vinden op wat het leven aandient.
Door deze ‘zelfzorg’ begint iemand te vertrouwen op zijn oordeel, los van de oordelen van anderen. In feite neem je in deze fase écht de verantwoordelijkheid voor
je eigen bestaan.
Door het ervaren van de spanning tussen enerzijds het toelaten van het verleden
en anderzijds de neiging om dat niet te willen doen, ontstaat de mogelijkheid bewust te kiezen voor wat er dan nodig is. Door dat te doen kun je contact maken
met de eigen intuïtie, het eigen innerlijk weten.
De eigen innerlijke autonomie vormt de basis van waaruit een ieder op zoek gaat
naar de eigen individuele zingeving in de ontmoeting met de concrete dagelijkse
werkelijkheid. Dit vraagt eerlijkheid ten opzichte van eigen motieven en het ‘waarom’ daarvan. Constante zelfreflectie als middel tot bewustwording en zingeving.
Vanuit innerlijke autonomie (7) overkomt de wereld je niet meer, maar ben je bewust en proactief deelnemer aan relaties, aan ervaringen, aan het leven.
Als we zelfverantwoordelijk vanuit autonomie leven en onszelf volledig accepteren en respecteren en we combineren dat met een gezonde wijze van omgaan met
onze emoties, dan leven we de vijf vrijheden. Dat zijn een soort universele rechten
van onze ziel.
•
•
De vrijheid om te zien en horen wat we zelf zien en horen op dit moment in
plaats van datgene wat ons wordt voorgehouden of opgedrongen.
De vrijheid om te denken en uit te spreken wat we zelf denken en willen
zeggen in plaats van datgene wat we geacht worden te denken en te zeggen.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
61
•
De vrijheid te voelen wat we zelf voelen en daar achter te mogen staan in
plaats van dat gevoel te moeten verbergen en in te ruilen voor wat we geacht worden te voelen.
• Willen wat we zelf willen en daarom durven vragen om dat wat we nodig
hebben in plaats te willen wat men voor ons bedacht heeft en te moeten
wachten op toestemming
• Ons voorstellen wat vanuit ons zelf komt en uit eigen verantwoordelijkheid daar iets mee te doen in plaats van dat wat we geacht worden om ons
voor te stellen.
Zingeving is dus nauw verbonden met de beweging en de intenties van de ziel, zoals het ook verbonden is met onze kernwaarden. Die waarden die verbonden zijn
met het diepste wezen van ons bestaan. Willen we helderheid krijgen over onze
zingeving en over de situatie met betrekking tot de vijf vrijheden en onze autonomie, dan moeten we ons vragen gaan stellen over alle aspecten van ons leven. Niet
alleen de hoe-vraag, maar ook de waarom-vraag, de wat-vraag, de wanneer-vraag,
de waar-vraag. Antwoorden vinden op deze levensvragen is onze spirituele ontwikkelingsweg, want de vragen moet je niet alleen intellectueel stellen, maar juist
vanuit je intuïtie, waarbij je je denken op de achtergrond schuift. Op die manier
kom je dichter bij je ‘zijn’ .
62
13. Geestelijke helpers
Geestelijke helpers of spirituele gidsen zijn spiritueel ver gevorderde zielen van
overleden mensen, die niet meer hoeven te incarneren en die een hoger trillingsgetal hebben dan de meeste van ons. Als een ziel ver gevorderd is in zijn ontwikkeling dan gaat hij naar het ‘gidsenbestand’. Dat zijn die entiteiten of intelligentsia
die vanuit de goddelijke wereld mensen nabij zijn en helpen. De aloude katholieke
engelbewaarder is zo’n persoonlijke gids. Het is vaak iemand die je in een vorig leven heel goed hebt gekend en waar je een bijzondere band mee hebt opgebouwd.
Zo’n band kan natuurlijk ook met nog levende mensen, maar deze intelligentie is
‘klaar’ met incarneren en jijzelf kennelijk niet.
Soms zijn er intelligentsia die niet meer hoeven te incarneren en zelfs verlicht zijn,
maar er toch voor kiezen om als mens een bijzondere taak hier op aarde te verrichten. Deze geïncarneerde hoge spirituelen worden in het Boeddhisme boddhisattva’s genoemd.
Een band met je persoonlijke gids kan over zeer vele levens gaan. Bedenk daarbij
dat in de goddelijke wereld waar de intelligentsia ‘leven’ er geen tijd bestaat. Het is
een afspraak tussen jullie, dat je gids je zal bijstaan in dit leven. Dat betreft dan
niet alleen de ‘grote’ levenszaken, maar ook meer alledaagse zaken als bescherming bieden, raad geven, enzovoort. Jaren geleden heeft mijn gids mij voor een
ernstig auto-ongeluk behoed. Ik reed ergens en ineens was er vlakbij een auto op
mijn weghelft die me tegemoet reed met hoge snelheid. Enkele tellen later stond ik
geparkeerd in een zijstraat en had geen idee wat ik had gedaan om daar te komen
en de auto te ontwijken.
Ook veel simpelere zaken. Ik had een korte broek nodig voor mijn vakantie. In de
stad waar we winkelden, was het winkelgebied vanaf de parkeerplaats rechtsaf.
Toen ik dat wilde doen zei een innerlijke stem ‘ga linksaf’. Dat heb ik toen op mijn
logica niet gedaan, want daar was alleen een kort doodlopend straatje. En je raadt
het al. Na een uur zoeken in het uitgebreide winkelgebied, vond ik precies de
broek die ik zocht in een winkel in het doodlopende straatje.
Gidsen ‘gidsen’ ons en ons leven. Ze zijn erg verbonden met ons, trouw aan ons
over vele levens, geheel voor ons welzijn werkend. Wat een genade! Onze gids zal
ons nooit ergens toe dwingen. Net als een goede vriend zal hij ons raad geven en in
mededogen volgen wat we ermee doen.
Met onze gids kun we dus communiceren. Het lijkt soms alsof we onze eigen gedachten ‘horen’. Kenmerkend daarbij is het gevoel van ‘het klopt’. Voor contact is
niet alleen openheid nodig, maar ook eerlijkheid. Openheid om te kunnen ontvangen wat geboden wordt en eerlijkheid om naar waarde het belang in te schatten of
te ervaren wat ons als raad wordt gegeven. Moeilijkheid hierbij is het ‘herkennen’
van de signalen. Ons denken ‘praat’ zoveel in ons hoofd tegen ons, dat we de stem
van onze gids moeilijk kunnen horen. Maar omdat gidsen zo nauw met onze zielsontwikkeling verbonden zijn, kunnen we de boodschappen uiteindelijk wel horen.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
63
In het begin als een ‘flits’ van enkele seconden lang. Later als heldere en uitvoerige
boodschappen of zelfs in de vorm van een gesprek.
Een gids helpt ons ook bij het realiseren van onze blauwdruk of van onze droom
en levenstaak. Soms is zo’n taak zo omvangrijk of belangrijk voor algemeen nut,
dat zich meerdere gidsen daarmee bezig houden. Er wordt wel gezegd, dat het
aantal gidsen dat ons bijstaat afhankelijk is van onze spirituele ontwikkeling. Als
dat zo is, dan heeft elke gids een eigen takenpakket of een eigen gebied waarop hij
werkzaam is.
Het kan zijn dat al die gidsen ons hele leven bij ons zijn, maar ook dat ze in een latere fase van ons leven komen om ons dan bij te staan. Soms ook alleen in een zware levensfase bij ziekte of tijdelijk bij een zware klus die we op welk gebied dan
ook hebben te klaren. Is dat proces ten einde, dan gaan ze weer terug naar ‘huis’.
Het hoeft niet zo te zijn dat mannen mannelijke gidsen hebben en vrouwen vrouwelijke gidsen. Ikzelf heb al vele levens een man als hoofdgids, maar recentelijk is
daar een vrouwelijke gids bijgekomen om mijn ‘zachte’ en spirituele ontwikkeling
te stimuleren en te leiden. Een andere gids helpt me specifiek bij het schrijven van
spirituele verhalen. Weer een andere gids helpt me bij het ontwikkelen van een
nieuw healingsysteem, de Uniki Circle voor healing en meditatie.
De werkzaamheid van een gids is niet afhankelijk van het soort contact tussen
onze gidsen en onszelf. De effectiviteit is dat wel. Hoe meer we vertrouwen op
onze gidsen, naar hem/haar luisteren en daarna handelen, hoe groter het spirituele en daadwerkelijke alledaagse rendement is. Hun hulp is echter niet altijd dat
wat we graag wilden. Soms wordt hun houden van ons zo ingevuld dat ze juist duidelijke grenzen stellen aan ons gedrag. Het komt voor dat onze gids aangeeft dat
we ons leven volledig ‘verkeerd’ leven, gezien de afspraken in onze blauwdruk.
Een gids heeft als taak om ons te coachen en een goede coach schept duidelijkheid,
helderheid, geeft structuur. Ze gaan hoe dan ook integer met ons om vanuit mededogen en onvoorwaardelijke liefde voor ons. Dus zullen ze ons nooit dwingen,
maar kunnen ze wel de vinger op de zere plek leggen.
Dat alles is mede afhankelijk van welke ‘opdracht’ we onze gidsen geven of welke
vraag we graag beantwoord willen hebben in ons leven. Ik heb eens mijn gidsen
gevraagd me te helpen mijn verleden te helen. Dat heb ik geweten! De ene na de
andere gebeurtenis diende zich aan om mijn inzicht te vergroten over wat er gebeurd was in het verleden, me duidelijk te maken dat ik mijn slachtofferschap cultiveerde om me vervolgens vol liefde de weg te wijzen naar heling en naar versterking van mijn eigenwaarde. “Vraag en er zal je worden opengedaan”. Lichtzinnig
omspringen met verzoeken aan gidsen kan voor onverwachte effecten leiden als
de deur dan opengaat. Maar altijd is er het mededogen en de liefde van je gids.
Naast gidsen kunnen we als spiritueel levend mens ook een relatie hebben met
een zogenaamde opgestegen meester, zoals Djwal Khul, Kuthumi, El Morya of St.
Germain. Opgestegen meesters ‘leven’ in de onzichtbare wereld en hebben spiritu64
ele scholen met duizenden leerlingen die regelmatig onderricht van hen ontvangen. Vaak gebeurt dat ’s nachts als het lichaam slaapt en de geest kan uittreden. Als
we een bijzondere aantrekking ervaren door een opgestegen meester dan is de
kans redelijk groot, dat we zijn of haar aspirant-leerling zijn of een aangenomen
discipel. Dat is afhankelijk van het spirituele pad dat we al hebben afgelegd. Onze
ziels- en persoonsontwikkeling drukken zich uit in de zogenaamde zeven stralen,
die meester Djwal Khul aan Alice Bailey heeft geopenbaard. Het soort straal bepaalt onze hoofdtaak en is daardoor bepalend voor wie onze spirituele meester is.
Zo’ n opgestegen meester staat in trillingsgetal en in spirituele ontwikkeling hoger
in de goddelijke hiërarchie dan onze eigen gidsen die veel 'aardser’ zijn. Meesters
beperken zich niet meer tot een persoon om te begeleiden. Hun energie is zo sterk
en hoog dat ze een veel en veel groter ‘bereik’ hebben. Onze eigen gids kan en zal
wel als intermediair werken voor een meester en ons begeleiden als we ’s nachts
‘naar school’ gaan.
De informatie die de meesters hebben doorgegeven via diverse mediums is niet altijd even toegankelijk in de aardse werkelijkheid. Om de boeken van Alice Bailey te
doorgronden, is veel studie nodig om de geopenbaarde informatie te overdenken
en te doorvoelen op de betekenis voor je zelf.
Contact met onze gidsen en met een meester krijgen we via ‘stilte’. Als we in staat
zijn ons hoofd leeg te maken, dus weinig gedachten toe te laten, dan is er een open
energiekanaal waar we zowel informatie als helende energie door kunnen ontvangen.
Allereerst is meditatie daarvoor geschikt. Zijn we wat verder gevorderd, dan kunnen we ook op elk willekeurig moment ons openen voor informatie en energie van
onze gidsen. Vaak is het al genoeg om samen met onze gids een ‘vriendensamenzijn’ te hebben, want vrienden zijn de meeste van onze gidsen.
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
65
66
Literatuurlijst
Adrienne, C
Anderson, W
Assagioli, R
Leven als bestemming (Forum 1998)
Zelfvertrouwen, de cursus (Naarden, 1997)
Psychosynthese (Servire)
Bauer, W.
Blaser,N
Boer, B. de
Bolen, J
Bont, C
Branden, N
Branden, N
Brandl, K
Bryan, M
Buscaglia, L
Durf te vertrouwen (Longman 1996)
Familieopstellingen (Amsterdam 2001)
De bijzondere reis van een prikkel (Limmen 2001)
Goden in elke man
(Rotterdam 1989)
Een nieuwe werkelijkheid (Kosmos)
Persoonlijk everantwoordelijk (Baarn 1996)
Op weg naar zelfrespect en zelfvertrouwen (Baaarn 1994)
Ik kan niet zonder jou (Deventer 1997)
Taal van de liefde (Vianen 2000)
De weg naar jezelf (Baarn 1978)
Canfield, K
Charlish, A
Coleman, D
Covey, St
Het hart van een vader (Heereveen 1996)
Het kind van de rekening (Warnsveld 1998)
Emotionele intelligentie (Olympus/Contact)
De 7 eigenschappen van effectief leiderschap (Amsterdam 1993)
Dana, D
Dainow, S
Deida, D
Dewulf, D
Driesen, L
Duindam, V
Dyer,W
“
“
“
Conflictoplossing (Schoonhoven 2001)
Emotioneel en geestelijk in evenwicht (Aartselaar 1998)
De kracht van echte mannen (Amsterdam 2003)
Mindfulness (Acco Leuven)
Kinderen en echtscheiding (Apeldoorn 2002)
Handboek voor gescheiden vaders (Amsterdam 2001)
Het heft in eigen handen (Utrecht 1978)
Geen zee te hoog (Utrecht 1981)
Eerst geloven dan zien (Utrecht 1989)
Niet morgen maar nu (Utrecht 1976)
Fijlstra, R
No nonsense met een hart (Schiedam 1996)
Gafni, M
Gawain, S
Gendlin, E
Gils, Tr. Van
Gray, J
“
Vingerafdrukken van de ziel (Servire)
Intuitie (Ankh Hermes)
Focussen (Haarlem 1991)
Verlies en rouw (Baarn 2000)
Praktische levenslessen (Utrecht 2000)
Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus ((Utrecht 1997)
Hanna, P
Hellinger,B
Hoffman, K
Holden, R
Hopcke, R
Howell,P
Succes zit in ieder van ons (Aartselaar 1997)
De verborgen dynamiek van familiebanden (Amsterdam 2001)
Werken met NLP (Schors)
Vandaag nog gelukkig zijn (Aartselaar 1998)
De zin van toeval (Bruna)
Partners (Baarn 2001)
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
67
Holwerde, B
Hopcke, R
Man en macht (Zoetermeer 1996)
De zin van toeval (Utrecht 1998)
Jeffers,S
Niet durven, toch doen (Helmond 1987)
Kalse, J
Kalse, J
Keen, L
Keyes, K
Kirschenbaum, M.
Kirschner, J
Knoope, M
Kojc, M
Creëren vanuit je bron (Ankh hermes 1998)
De kracht van Ja (Ankh Hermes)
Intuitieve ontwikkeling (Ankh Hermes)
Leven is zo gek nog niet (Deventer 1990)
Vergroot je emotionele energie
Leid je eigen leven (Baarn)
De creatiespiraal (Nijmegen 1998)
Het leerboek des levens (Katwijk aan Zee 1982)
Laszlo, E
Lauren, P
Liekens, P
Lindenfeld, G
Loew, Th
Lubeck, W
Het chaospunt (Ankh Hermes)
Worden wie je werkelijk bent (Deventer 1998)
Het spel tussen bewuste en onbewuste (Deventer 1992)
Leer van je tegenslagen (Vianen 2000)
Als je ziel je lichaam ziek maakt (Amsterdam 2000)
Handboek voor spirituele NLP (Schors)
Maris, A en M
Morningstar,J
Münchhausen, M.van
Murphy, J
Gestaltpraktijk (Boltboek 1992)
Spirituele psychologie (Groningen 1993)
Je leven in balans (Schiedam 2003)
De kracht in jezelf (Haarlem 2000)
O’Connor,J
NLP-gids voor optimaal functioneren (Haarlem 1997
Parker, G
Peirce, P
Het grote boek van de creativiteit ((Archipel Amsterdam)
De weg naar innerlijke wijsheid (Kosmos)
Quilliam
De lichaamstaal van uw kind (Alphen aan den Rijn 1994)
Rico, D
Robbins, A
Roman, S
Ryborz, H
Onverwachte wonderen (Deveneter 2000)
Je ongekende vermogens
(Utrecht 1988)
Kracht door bewustwording (Deventer 1995)
De geheime kracht van uw verlangens (Bussum 1979)
Seagal, J
Selby, J
Snelders, H
Smith, S
Sprenger, R
Stemerding, A
Schuijt, L
Sunith, S
Surya Das, lama
Surya Das, lama
Werkboek emotionele intelligentie (Servire)
De kunst van het alleen-zijn (Utrecht 2003)
Wie ben je? Deel 1 (Eyeopener)
Persoonlijk leiderschap (Zaltbommel 2001)
Verantwoordelijkheid geven en nemen (Amsterdam 1996)
Groei en evenwicht (Samsom 1981)
De kracht van bezieling (Lannoo)
Persoonlijk leiderschap (Thema)
De ontwakende boeddha (Forum)
Het ontwakende hart (Forum)
68
Swan, J & Sterk.F
Swet, J.van
Emotioneel in balans (Utrecht 1998)
Kinderen en hun ouders na scheiding (Amsterdam 2003)
Tolle, E
Turner, C
De kracht van Nu (Ankh Hermes)
Het Eureka-principe (Utrecht 1999)
Ufmann, A
Door het labyrinth, hulp bij rouwverwerking (Rijswijk 1998)
Veenbaas, W
Veenbaas, W
Persoonlijke leiderschap (Baarn 1997)
Op verhaal komen, werken met metaforen (Scheffers, Utrecht)
Wetering, J.W. van de
Wiest, B. van
Wilber, K
Het enneagram als weg naar verandering (Andromeda)
Volkomen in je kracht staan (Andromeda)
Zonder grenzen (Karnak)
Zeff, T
Overlevingsgids voor hoogsensitieven (Altamira Becht)
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
69
70
Peter Geraedts (Roermond 1950)
Peter Geraedts (1950) schreef eerder het spirituele verhaal Asanja’s reis (Uitgeverij Petiet 2005), het zelfontwikkelingsboek voor gescheiden vaders ‘Schaduwvader
in het licht’ (Uitgeverij Betelgeuze 2006) en het spirituele verhaal ‘Geleende tijd’
(Uitgeverij Anay Capelle a/d IJssel 2008), de gedichten- en verhalenbundel ‘gedragen door woorden’ (Uitgeverij Boekscout 2011) en de geillustreerde gedichtenbundel ‘Tussen Maas en Mergel’(Limburger 2012)
Hij houdt zich bezig met trainingen, workshops, coaching en lezingen op het gebied van persoonlijke ontwikkeling, bewustwording, zingeving, communicatie, spiritualiteit en toegepaste esoterie. Hij is tevens docent aan een opleiding voor energetische natuurgeneeswijzen.
Om zijn eigen persoonlijke en spirituele ontwikkeling vorm te geven, volgde hij na
zijn lerarenopleidingen voor Tekenen en Nederlands beroepsopleidingen tot regressie- en reïncarnatietherapeut (bij Hans ten Dam), tot aurahealer, Feng Shuiconsultant, NLP masterpractitioner en -trainer, natuurgeneeskundig therapeut,
werd hij Reikigrootmeester en Magnified Healing master en ontving hij de Munay
Ki Inca-inwijdingen en de Nusta Karpay.
Samen met Peter Groeneveld channelde en ontwikkelde hij in 13 jaar tijd de UniKi
Circle® voor healing en meditatie, een energiesysteem dat zelf de helende energie
genereert. Naast zijn passie voor schrijven, houdt hij zich bezig met Healing Art.
www.kernaspect.nl
Kernaspecten spirituele ontwikkeling © Peter Geraedts 2014
71