5VWO - Vlietland College

Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1
Inleiding op de studiegids
Hoofdstuk 2
Zo leer je
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
- 8.
- 9.
- 10.
- 11.
- 12.
- 13.
- 14.
- 15.
- 16.
- 17.
Hoofdstuk 3
bijlagen
bladzijde
3
op het Vlietland College
Inleiding
Het examendossier
Inleveren werkstukken voor het schoolexamen
Leerlingbegeleiding
Het mentoruur
6.1 Toetsing
6.2 Dyslexie
Reglement m.b.t. niet gemaakte voortgangstoetsen
Schoolexamen dossier herkansing/inhalen
Hulpmiddelen
Rapportcijfers, cijferrapportage en
overgangsregeling
Eventuele vrijstelling bij doubleren
Vrijstelling voor doorstromers van HAVO-5 naar Atheneum-5
Procedure bij doubleren
Afronding schooljaar
Studiewijzers
Tijdens de lessen
Het centraal examen rekenen
4
4
5
5
6
6
7
7
8
10
10
13
14
14
14
14
15
15
Het examenreglement voor het
schoolexamen en het centraal examen
17
Aanhangsel Commissie van Beroep
22
tabel 1:
tabel 2:
tabel 3:
tabel 4:
tabel 5:
overzicht van de vakken en het examen
overzicht van vakken naar toetsen
praktische opdrachten en handelingsdeel
A. weging van de praktische opdrachten
en toetsen bij eindcijfer schoolexamen
B. Aantal en weging examentoetsen per vak
C. Weging praktische opdrachten van de kunstvakken
lessentabel
examenrooster rekenen
25
26
27
27
27
28
30
Hoofdstuk 4
Het PTA per vak
A. Het gemeenschappelijk deel
B. Het profieldeel + keuze-examenvakken
C. Het vrije deel
D. Profielwerkstuk
31
32
43
61
68
Hoofdstuk 5
Het jaarrooster
71
Appendix
73
~2~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
HOOFDSTUK 1
INLEIDING OP DE STUDIEGIDS
In deze studiegids vind je alle informatie over de manier waarop op het Vlietland College het onderwijs
in de Tweede Fase in VWO-5 is georganiseerd. Deze gids beschrijft uitvoerig wat je zoal dit jaar te
wachten staat. Al is het niet altijd makkelijk leesbare kost, toch raad ik je aan de teksten zorgvuldig te
lezen en bij vragen zeker contact op te nemen met je mentor en/of docent.
In het mentoruur zal deze gids ook regelmatig ter sprake komen.
Deze studiegids is dus voor jou het komend jaar echt bedoeld als “Gids”, die je zal leiden langs alle
eisen, toetsen, opdrachten, afspraken, etc., uiteindelijk is het de bedoeling dat je veel kennis opdoet en
ook veel vaardigheden, zoals het maken van verslagen, het houden van presentaties, samenwerken en
vooral ook het zelfstandig leren.
Alle onderwijsactiviteiten die je dit jaar gaat ondernemen staan in het teken van deze doelen met
hopelijk als uiteindelijk resultaat een overgang naar de examenklas.
Deze studiegids zal daarbij voor je beslist een belangrijke steun zijn.
In hoofdstuk 2 vind je veel algemene informatie over afspraken, toetsen, herkansing, zelfstandig werken
en leren etc.
Gedurende het gehele schooljaar krijg je voortdurend te maken met zaken die in dit hoofdstuk worden
toegelicht. Neem dus goed kennis van de inhoud ervan en je moet soms dit hoofdstuk een paar keer
doorlezen voordat alles in je hoofd zit.
Hoofdstuk 3 is een samenvatting van het (school)examenreglement met daarin de belangrijkste
afspraken, regels en wettelijk vastgelegde besluiten. Het is wat droge kost, maar heel belangrijk omdat
je er in terug vindt welke rechten en plichten je hebt (bv. bij ziekte e.d.) als je examenonderdelen
aflegt.
Hoofdstuk 4 bevat allemaal schema’s per vak; dit deel van deze gids heet het “Plan van toetsing en
afsluiting per vak” (het PTA) en vermeldt voor elk vak welke examenonderdelen je dit jaar zult doen,
waarvoor, hoelang etc. Ik raad je aan met je docent het PTA zo snel mogelijk te bespreken en te laten
toelichten. Voor je mentormap (zie hoofdstuk 2) moet je met behulp van het PTA voor elk vak een
dossierkaart invullen. Voor de overzichtelijkheid is dit hoofdstuk verdeeld in drie delen: het PTA voor de
vakken in respectievelijk het gemeenschappelijk deel, het profieldeel en het vrije deel en het
profielwerkstuk.
Er zijn ook activiteiten die wel beschouwd worden als schoolexamenonderdelen, maar niet bij een
bepaald vak horen: het bufferdeel en oriëntatie op vervolgopleiding (ovo). Het PTA voor deze
activiteiten staat in het vrije deel. Let op: dit zijn echte examenonderdelen die mede bepalen of je wel
of niet straks overgaat en een diploma krijgt!
De studiegids eindigt met het jaarrooster voor Atheneum-5 (hoofdstuk 5) Alle belangrijke data en daarbij
behorende activiteiten voor dit cursusjaar staan er vermeld (vakanties, ouderavonden,
examentoetsperioden, rapporten, etc.)
We hopen van harte dat deze gids je helpt dit ‘tweede fase jaar’ met succes te doorlopen.
Ik wens je daarbij alvast alle sterkte toe.
mevrouw I. Klijnhout
afdelingscoördinator Atheneum bovenbouw
mevrouw R. Keizer
conrector
~3~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
HOOFDSTUK 2
ZO LEER JE OP HET VLIETLAND COLLEGE
1. Inleiding
Met de invoering van de Tweede Fase verandert het onderwijs in de bovenbouw van het HAVO en het
Atheneum:
1.
De keuze is gestroomlijnd door vier profielen: Cultuur & Maatschappij, Economie en Maatschappij,
Natuur en Gezondheid en Natuur en Techniek. Binnen deze profielen is voor elk vak vastgelegd welke
stof en hoeveel stof er door de leerling verwerkt wordt.
2.
Het zogenaamde studiehuis wordt ingevoerd. Met het studiehuis wordt bedoeld: het
onderwijskundige klimaat waarin je als leerling leert. Het gaat dus niet alleen om het ‘huis’ (de
inrichting met een mediatheek, studiehallen etc.), maar ook om de manier waarop de lessen
georganiseerd worden en de manier waarop je les krijgt. Op de vormgeving van dit studiehuis hebben
de scholen zelf veel invloed kunnen uitoefenen.
Het doel van de Tweede Fase is o.a. om de aansluiting op het vervolgonderwijs (HBO en universiteit) te
verbeteren. Het gaat dan niet alleen om een betere aansluiting wat betreft kennis, maar vooral om de
manier van werken. Voor het studiehuis zijn o.a. de volgende uitgangspunten geformuleerd:
* er wordt leerlinggericht onderwijs gegeven
* er wordt tegemoet gekomen aan verschillen tussen leerlingen.
De consequentie voor de lessen is dat de docent minder nadrukkelijk aanwezig is en je meer
verantwoordelijkheid voor je leertaken zult moeten dragen. Het accent wordt verlegd van zelfstandig
werken naar zelfstandig leren; de leerling krijgt steeds meer gelegenheid om zelf dingen te plannen.
Hieronder kun je lezen hoe het studiehuis bij ons op school is vormgegeven of anders gezegd hoe je op
onze school kunt leren.
2. Het examendossier
In het laatste jaar van je opleiding wordt in de maand mei het Centraal (Schriftelijk) Eindexamen (CE)
afgenomen. Om tot dit CE te worden toegelaten moet je voor elk vak alle onderdelen afgerond hebben. De
verzameling van al deze toetsen, werkstukken, opdrachten en de daarbij behorende beoordelingen noemen
we het examendossier.
In elk “2e fase” jaar ontvang je een studiegids met per vak een plan van toetsing en afsluiting (het PTA),
waarin precies vermeld staat welke onderdelen in het examendossier zijn opgenomen (zie hoofdstuk 4 en 5
van deze gids).
Er kunnen vier soorten onderdelen in het PTA opgenomen worden:
1.
examentoetsen - schriftelijke of mondelinge toetsen waarmee een onderdeel wordt afgesloten; de
beoordeling bestaat uit een cijfer;
2.
praktische opdrachten - opdrachten die een onderzoekend karakter hebben en afgerond worden met
een presentatie. Deze (schriftelijke) presentatie moet voldoen aan een door de school
voorgeschreven model. De beoordeling bestaat uit een cijfer (zie verder bij 8.3);
3.
opdrachten uit het handelingsdeel - opdrachten die je ‘naar behoren’ (of voldoende) moet
uitvoeren. In het examendossier krijg je een aantekening dat je de opdracht hebt uitgevoerd (de
opdracht wordt ‘afgevinkt’). Opdrachten die je niet ‘naar behoren’ hebt uitgevoerd dien je opnieuw
uit te voeren. Voor de handelingsdelen bij ckv en lo krijg je een eindbeoordeling (onvoldoende,
voldoende of goed); deze eindbeoordeling wordt vermeld op je eindlijst bij je diploma;
4.
het profielwerkstuk - je rondt je studie in een profiel af met een werkstuk waaraan je 80 uren bezig
bent. Je krijgt als eindbeoordeling een cijfer, dat meetelt in een zogenaamd combinatiecijfer (zie
verder bij 10a).
Bij een resultaat lager dan 3,5 (afgerond 3) krijg je de gelegenheid om het werkstuk alsnog op het
niveau van minimaal 4 te brengen (zie hoofdstuk 4 van deze gids).
~4~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
Al het werk dat verricht is als onderdeel van het examendossier wordt door jezelf of de docent bewaard.
De docent bepaalt dit. Zo moet je na afloop van een klassikale nabespreking van een examentoets jouw
toets inleveren bij de docent. Je houdt natuurlijk wel de mogelijkheid om je werk op een later tijdstip
nog eens in te zien. Bij sommige vakken moet je het werk dat je gedaan/gemaakt hebt voor een bepaald
onderdeel van het handelingsdeel bewaren in een zgn. dossier; zo heb je bij Nederlands een lees- en een
schrijfdossier en bij de moderne vreemde talen een leesdossier. Bij ckv-1 leg je een kunstdossier aan en
samen met je decaan en je mentor werk je de komende jaren aan je toekomstdossier. Je docent zal je
wel precies vertellen wat er bij elk dossier van je verwacht wordt (hoe, wat, waar, wanneer).
3. Inleveren werkstukken voor het schoolexamen
Werkstukken, praktische opdrachten, (delen van) profielwerkstuk, handelingsdelen, ALTIJD PERSOONLIJK
aan je docent geven! Nooit via via en nooit in kastje docent laten leggen! Zorg ervoor dat je ALTIJD over
een eigen exemplaar beschikt (en een back up hebt op de computer/usb stick)!
4. Leerlingbegeleiding
Naast je vakdocenten is er nog een docent die zich speciaal bezighoudt met jouw begeleiding: je mentor.
De mentor is een docent die de mentoruren geeft (zie bij 5). Onderwerpen die in dit mentoruur aan de
orde kunnen komen zijn o.a.:
- voorlichting over organisatorische zaken
- afname van een test die inzicht geeft in jouw manier van studeren
- bespreking over de aanpak en voortgang van je studie
- afname van beroepskeuzetests
- voorbereiding op de keuze van een vervolgopleiding en/of een beroep
- voorbereidingen op de werkweek (indien van toepassing).
Als er op een bepaald moment voor een mentoruur geen programma is dan wordt dit uur automatisch een
uur waarin je met je werk aan de gang kunt.
Aan het begin van het schooljaar wordt je een mentor toegewezen, meestal is dat dezelfde als je in
ATHENEUM-4 had. Het is de bedoeling dat deze mentor je begeleidt gedurende het cursusjaar. Je mentor
houdt je resultaten in de gaten, spreekt je aan op absentie, is de contactpersoon van school voor je
ouders. Voor persoonlijke problemen kun je ook bij je mentor terecht. Je voert regelmatig een gesprek
met je mentor. Soms gebeurt dat individueel, soms in een mentorgroep met ± 20 andere leerlingen die ook
door jouw mentor begeleid worden.
De aanwezigheid tijdens het mentoruur is verplicht; als je mentor niets met je “te bespreken” heeft, dan
ga je aan de studie voor een vak! Neem dus altijd je boeken mee!
Daarnaast kun je ook terecht bij:
1.
elke vakdocent - als het gaat om de voortgang bij een bepaald vak
2.
de afdelingsleider voor vragen over school organisatorische zaken
3.
de decaan - als het gaat om informatie over studie en/of beroep
4.
een van de vertrouwenspersonen bij wie je met algemene problemen ‘in vertrouwen’ terecht kunt.
Daarbij kun je denken aan problemen die van invloed zijn op je welbevinden en je prestaties op
school.
~5~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
5. Het mentoruur
Aan het begin van het jaar wordt je, zoals gezegd, een mentor toegewezen. In het lesrooster staat een
keer per week een mentoruur. Aan het begin van dit uur meld je je altijd bij je mentor in het aangegeven
lokaal.
Het is de bedoeling, dat je tijdens dit uur met je mentor je studievoortgang bespreekt ( b.v. aan de hand
van je dossierkaart); ook je studieplanning en je manier van leren en werken komen in deze gesprekken
aan de orde.
In verband met de voorbereiding op je vervolgopleiding zal de decaan regelmatig dit uur gebruiken om je
in dit verband opdrachten te geven en ze met je door te nemen (zie hoofdstuk 5 van deze gids).
De aanwezigheid tijdens dit uur is verplicht; als je mentor niets met je ‘te bespreken’ heeft, dan ga je aan
de studie voor een vak! Neem dus altijd je boeken mee!
6.1. Toetsing
Toetsing van je kennis en vaardigheden gebeurt meestal in allerlei soorten toetsen en/of praktische
opdrachten e.d.
Globaal kennen we op school drie soorten toetsen: de examentoetsen (al genoemd bij 2.2), de
voortgangstoetsen en de diagnostische toetsen.
a. Examentoetsen (et)
Met ‘examentoetsen’ worden toetsen bedoeld die een bepaald onderwerp afsluiten. Het voor een
examentoets behaalde cijfer telt mee voor je eindexamendossier. Het behaalde cijfer telt ook mee voor
de overgang. De leerstof voor de examentoetsen omvat in ieder geval alle domeinen die niet op het
centraal examen worden getoetst.
Het niveau van een examentoets is zodanig dat dit ook meestal het eindniveau is dat je bereikt moet
hebben.
In het algemeen wordt een (groot) deel van de leerstof voor de examentoets niet mee getoetst tijdens het
centraal examen m.u.v. het vak wiskunde (zie het PTA per vak, hfdst. 4 van deze studiegids bij domein);
deze verdeling van de leerstof over het schoolexamen en het centraal examen is wettelijk vastgelegd.
Een examentoets wordt voor alle leerlingen op hetzelfde moment afgenomen, in het algemeen tijdens een
examentoetsperiode (zie hoofdstuk 5).
In het zgn. plan van toetsing en afsluiting (het PTA; zie hfdst. 4 van deze studiegids) wordt per vak
vermeld hoeveel examentoetsen er worden afgenomen en over welke schoolexamenonderdelen. Daarnaast
vindt men in het PTA andere belangrijke zaken, zoals wel of geen herkansing, tijdsduur, wegingsfactoren
e.d.
Aan het begin van een examentoetsperiode worden de examentoetsen voor verschillende vakken door de
afdelingsleider in een toetsenrooster ingeroosterd.
In ATHENEUM-4 is er één lesvrije toetsdag, naast de toetsweek aan het eind van het cursusjaar. In HAVO-4
en ATHENEUM-5 zijn er twee en in HAVO-5 en ATHENEUM-6 zijn er drie examentoetsperioden (maar niet
elk vak maakt van al deze 3 mogelijkheden gebruik).
b. Voortgangstoetsen (vt)
‘Voortgangstoetsen’ zijn toetsen die:
- over kleinere hoeveelheden stof gaan of .......
- over delen van examenstof gaan die niet meetellen voor het examendossier.
Voortgangstoetsen worden meestal beoordeeld met een cijfer.
De resultaten van deze toetsen:
- geven je inzicht in je vorderingen en leerprestaties
- zijn van invloed bij een beoordeling door het docententeam of je genoeg en voldoende prestaties hebt
geleverd om ‘door te kunnen gaan’ (bijvoorbeeld naar de volgende klas) en tellen dus mee voor het
rapportcijfer
Van de cijfers voor de voortgangstoetsen wordt een voortschrijdend gemiddelde (voortgangscijfer vc)
gemaakt dat samen met eventuele po- en et-cijfers je rapportcijfer bepaalt.
~6~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
Voortgangstoetsen moeten niet verward worden met examentoetsen. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan
dat een cijfer voor een examentoets bepaald wordt door het gemiddelde van een aantal voortgangstoetsen
te nemen.
Een voortgangstoets wordt tijdens een gewoon lesuur afgenomen. Het precieze moment (dag en uur) wordt
door de coördinator/conrector ingeroosterd in een toetsenrooster.
Er zijn geen voortgangstoetsen in de examenklassen!
c. Diagnostische toetsen/zelf-evaluatie-toetsen etc.
Met diagnostische toetsen kun je nagaan of je bepaalde stof voldoende beheerst. Na de afname van een
diagnostische toets is er soms gelegenheid om door middel van extra oefeningen zwakke punten weg te
werken.
Een diagnostische toets kan beoordeeld worden met een cijfer of een beschrijving in woorden, maar dat
hoeft niet. De resultaten voor een diagnostische toets tellen niet mee voor het rapportcijfer.
De les waarin de diagnostische toets wordt afgenomen wordt meestal in de studiewijzer van het vak
aangegeven. Soms is het mogelijk dat je na overleg met de docent de diagnostische toets op een ander
moment maakt.
NB
Naast bovengenoemde 3 toetsvormen kunnen bij bepaalde vakken ook andere onderwijsactiviteiten
van je verlangd worden waar je een cijfer voor krijgt (bv. korte practica, schriftelijke overhoringen,
verslaggeving van kleine onderzoekjes, presentaties en ook voor handelingsdelen). Deze cijfers tellen
niet mee voor het examen, wel voor het rapportcijfer!
6.2. Dyslexie
Op het Vlietland College is een dyslexiebeleid vastgesteld in de vorm van een dyslexieprotocol.
Uitvoering ervan ligt in handen van de zorgcoördinator.
Indien een leerling als dyslectisch is gediagnosticeerd, kan deze in aanmerking komen voor faciliteiten.
Ook om andere redenen kan een leerling in aanmerking komen voor tijdsduurverlenging van
examentoetsen; dit ter beoordeling van de rector.
Er zijn faciliteiten voor examentoetsen en voortgangstoetsen; een daarvan is verlenging van de tijdsduur
van een toets met 30 minuten en geldt uitsluitend voor examentoetsen en bij het centraal examen (zie
hfdst. 3 §3.6). Het dyslexieprotocol wordt jaarlijks verspreid onder de docenten.
7. Reglement met betrekking tot niet gemaakt voortgangstoetsen
1. Aan het begin van het cursusjaar ontvangt elke leerling per afdeling een jaarrooster van alle vt’s
voor alle desbetreffende vakken (tijd, plaats, vak). Dit rooster komt ook op de schoolsite.
2. Het vt-rooster ligt voor het gehele cursusjaar vast (zie 2). Op een uur (of uren) dat een vt wordt
afgenomen wordt daarom niet geaccepteerd dat er door de leerling ‘van te voren’ afspraken
gemaakt worden met bv. de huisarts, specialist, opticien, orthodontist, testen, rijexamens,
bezoek vervolgopleidingen etc., etc., zonder dat de docent en afdelingsleider ruimschoots van te
voren op de hoogte zijn gesteld. Met andere woorden de docenten willen niet geconfronteerd
worden met ‘onverwacht’ absenteïsme. Wanneer een leerling toch om dit soort redenen afwezig
is bij een vt, wordt voor dit vt blijvend een “1” genoteerd.
3. Als een leerling buiten zijn schuld, bv. omdat ziekenhuisbezoek echt niet op een ander moment
kan, tijdens een vt afwezig is, maakt hij het vt zo spoedig mogelijk daarna op dezelfde dag of
voordat hij de school verlaat voor zijn afspraak. Wie dit niet vooraf geregeld heeft met de
docent en/of afdelingsleider, krijgt een “1” voor dit vt.
4. Een leerling die om een van tevoren niet bekende reden een vt niet heeft gemaakt, krijgt
(voorlopig) geen cijfer. De docent kan een 0,1 in de cijferlijst zetten. Als binnen twee dagen na
terugkomst op school de leerling nog geen contact heeft opgenomen met de desbetreffende
docent, dan wordt het cijfer 1 genoteerd en telt als zodanig mee in de uiteindelijke berekening
van het voortgangscijfer (vc).
5. Een zieke leerling kan ook meteen op de dag van een vt al per mail een afspraak met de docent
maken, over het inhaalmoment.
6. Bij leerlingen die regelmatig absent zijn tijdens vt’s, kan de afdelingsleider besluiten om van
bovenstaande regel af te wijken en de leerling geen gelegenheid geven vt’s in te halen. De
~7~
Studiegids 2e fase
7.
8.
9.
2014 - 2015
Atheneum-5
leerling heeft dan voor gemiste vt’s het cijfer 1 en krijgt aan het eind van het jaar eventueel de
gelegenheid enkele van de vt’s in te halen (als dat nog van belang is voor eventuele overgang).
Indien een leerling een vt mag inhalen (vanwege geoorloofd verzuim e.d.), krijgt hij slechts één
keer de gelegenheid deze vt in te halen op een door de school aangewezen tijdstip. Indien de
leerling om welke reden dan ook niet van deze gelegenheid gebruik maakt, vervalt het recht op
inhaal! Het cijfer blijft een 1.0 en aan het eind van het jaar wordt bekeken of er mogelijk sprake
is van verzachtende omstandigheden en/of kennelijke onbillijkheid.
Mocht m.b.t. regel 2 sprake zijn van duidelijk overmacht, dan verwacht de afdelingsleider te
voren of uiterlijk op de dag van de toets een schriftelijke verklaring van de ouders.
Bij kennelijke onbillijkheden beslist de afdelingsleider.
8. Schoolexamendossier (SE) Herkansing/inhalen
Algemeen:
a: leerlingen, die in ATHENEUM-5 examenonderdelen van ATHENEUM-4 niet hebben afgerond, mogen niet
deelnemen aan die van ATHENEUM-5 en krijgen in het uiterste geval daarvoor het cijfer 1,0, tenzij
hierover voor de start van het cursusjaar afspraken zijn gemaakt;
b. alleen examentoetsen en handelingsdelen kunnen worden herkanst. Indien een examentoets wordt
herkanst, geldt: het definitieve cijfer is het hoogste cijfer van de twee behaalde cijfers. Zie voor verdere
regelgeving hoofdstuk 3 punt 2.3.
8.1. Examentoetsen
8.1.1. Algemeen
a. Indien een leerling door ziekte zijn examentoets niet heeft kunnen maken, mag deze worden
ingehaald in overleg met de afdelingsleider. Voorwaarde hiervoor is een doktersverklaring en/of
een verklaring van de ouder(s) én toestemming van de afdelingsleider.
b. Na de eerste examentoetsperiode volgt een herkansing voor maximaal 1 vak uit deze periode.
De herkansing na de tweede examentoetsperiode voor maximaal 1 vak uit deze periode vindt
plaats tijdens de 1e et-week in het volgend (examen)jaar!
c. In lokalen waar examentoetsen worden afgelegd mogen geen jassen en tassen mee naar binnen
genomen worden. Elektronische apparatuur zoals telefoons moeten bij de surveillant vóór
aanvang worden afgegeven.
d. Beschermde weken
Een lesweek voor de start van een examentoets- en vt periode is een zgn. “beschermde week”.
In deze week:
1. worden geen (leer) vt’s/po’s, spreekbeurten/betogen en hd’s afgenomen;
2. vinden geen buitenlesactiviteiten plaats.
In deze week:
1. wordt wel huiswerk opgegeven (en gemaakt/geleerd!);
2. kunnen so’s worden afgenomen en vt’s waar geen leerwerk aan vooraf gaat of waarvan de
stof overeen komt met die van het ET;
8.1.2. Examentoetsen van vakken met uitsluitend een schoolexamen
Het ATHENEUM kent een aantal examenvakken met uitsluitend een schoolexamen, de zogenaamde
niet-centraal examenvakken. Het gaat hier om de vakken anw, ma, gl, ckv, lo en in. De vakken ANW
en MA worden in Atheneum-4 afgesloten, gl en ckv worden in Atheneum-5 afgesloten en in en lo
worden eind Atheneum-6 afgesloten (zie tabel 1).
~8~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
8.2. Handelingsdelen
a. Welke vakken in hun examendossier handelingsdelen kennen, staat vermeld in het PTA , met
inhoud, vorm, inleverdata, etc.
b. Indien een leerling door ziekte (doktersbezoek + verklaring ouders!) of andere vorm van
overmacht zijn handelingsdeel niet heeft kunnen maken, heeft hij “recht van inhaal” in overleg
met zijn docent.
c. Indien een leerling ten onrechte een handelingsdeel niet op tijd af heeft/heeft gemaakt etc. dan
krijgt hij de beoordeling ‘niet naar behoren’ voor dat handelingsdeel. De leerling heeft het
desbetreffende handelingsdeel met een onvoldoende afgerond.
d. Leerlingen die één of meer handelingsdelen met een onvoldoende hebben afgerond, moeten deze
handelingsdelen zo spoedig mogelijk inhalen. Dit vindt plaats in overleg met de betrokken
docent.
e. Begin mei ontvangen de leerlingen een overzicht (cijferkaart of -rapportage 3) van de
beoordelingen van alle tot op dat moment uitgevoerde handelingsdelen.
f. Voor de handelingsdelen 1 en 2 en 3 van ckv gelden uiterste inleverdata. Na deze data dienen
leerlingen ’s middags op school te werken aan het handelingsdeel tot dit naar behoren is
afgerond.
g. Indien aan het eind van het cursusjaar nog niet alle handelingsdelen zijn afgerond of “niet naar
behoren” zijn afgerond, is de leerling verplicht dat af te maken vóór de laatste dag van de
toetsweek. De rest van het schooljaar dient de leerling op school alle betreffende
handelingsdelen alsnog “naar behoren” af te ronden, iedere lesdag van 8.15 tot 17.00 uur (zie bij
§ 14).
h. een leerling kan pas bevorderd worden indien alle handelingsdelen ‘naar behoren’ zijn afgerond
(zie overgangsreglement, 10 C).
i. Indien bij een handelingsdeel fraude geconstateerd is, wordt betreffend handelingsdeel
beoordeeld als zijnde “niet afgelegd” en met een 1 (indien van toepassing).
j. De handelingsdelen bij ckv en lo worden beoordeeld met onvoldoende, voldoende of goed. Deze
beoordeling wordt vermeld op je cijferlijst bij je diploma.
Niet werkende pc apparatuur, printers, gecrashte computer etc, etc. kunnen nooit als excuus
worden ingebracht bij te laat of niet inleveren van hd’s.
NB. Een leerling kan pas bevorderd worden indien alle handelingsdelen van dat jaar (zie hfdst. 4, het
PTA per vak) “naar behoren” zijn afgerond.
8.3. Praktische opdrachten
Praktische opdrachten kunnen niet worden herkanst. De opdrachten dienen uiterlijk af te zijn in de
week zoals aangegeven in het PTA (zie hfdst. 4) van het desbetreffende vak.
Voor elke week waarin de po te laat wordt ingeleverd, zoals aangegeven in het PTA, wordt van
de eindbeoordeling een punt in mindering gebracht, tot een minimum van 1,0. Indien een po
niet vóór de laatste toetsperiode is ingeleverd, is het cijfer definitief een 1. Niet werkende pc
apparatuur, printers, gecrashte computer etc, etc. kunnen nooit als excuus worden ingebracht
bij te laat of niet inleveren van po’s (voor correct inleveren van po bij de docent; zie § 3 van dit
hoofdstuk).
LET OP: Indien men voor een po lager dan een 3,0 scoort voldoe je niet aan de
overgangsnormen.
8.4
Voortgangstoetsen
Voor voortgangstoetsen hoeft in principe geen herkansingsmogelijkheid worden aangeboden (ze
tellen immers niet mee voor het examendossier).
Toch zullen er soms vakken zijn die zo nu en dan een herkansingsmogelijkheid (al dan niet onder
bepaalde voorwaarden) aanbieden.
8.5
Profielwerkstuk
Het profielwerkstuk is een onderdeel van het schoolexamen. In Atheneum-5 wordt er een start
gemaakt met de voorbereidingsfase. Daarvoor ontvang je een uitgebreide handleiding en een
~9~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
logboek en krijg je een vak en begeleider toegewezen. Het profielwerkstuk maak je samen met een
medeleerling buiten de lessen om en je hebt er in totaal 80 studielasturen voor. In Atheneum-6 rond
je het profielwerkstuk af met een presentatie.
Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer en vervolgens samen met de eindcijfers voor
gl, ma en anw omgerekend tot het combinatiecijfer (zie verder hfdst. 4: het PTA per vak, deel c en
hfdst. 3 § 3.4).
Indien bij de totstandkoming van het pws fraude geconstateerd is, wordt het pws beoordeeld met
een 1,0. Je kunt dan niet meer slagen voor je ATHENEUM eindexamen (zie hfdst. 3, art. 1.4).
9. Hulpmiddelen
Tijdens examentoetsen en praktische opdrachten zijn bij de verschillende vakken soms bepaalde
hulpmiddelen toegestaan (woordenboeken, tabellenboekje, grafische rekenmachine etc.). Bij elke
examentoets is het gebruik van een woordenboek Nederlands toegestaan. De docent bepaalt welke
hulpmiddelen zijn toegestaan bij welk onderzoek en/of praktische opdracht.
De leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor het in bezit hebben van deze hulpmiddelen tijdens de toets
en/of praktische opdracht.
Tijdens het Centraal Examen geldt een speciale regeling voor de toegestane hulpmiddelen per vak per
afdeling. De leerlingen worden in het examenjaar van deze regeling op de hoogte gesteld.
10. Rapportcijfers, cijferrapportage en overgangsregeling
a. Rapportcijfers
Zoals vermeld bij 2.2 - examendossier - en 2.6 - toetsing - haal je cijfers voor de examenonderdelen
(voor examentoetsen en voor praktische opdrachten) en voor niet-examenonderdelen
(voortgangstoetsen, verslagen van kleine practica enz., enz. Let op: ook voor bepaalde handelingsdelen
kan de docent cijfers geven).
Al deze cijfers bepalen uiteindelijk je rapportcijfer. De manier waarop verschilt per vak en wordt
vermeld in het ‘overgangsreglement’ (zie 10c.)
NB De cijfers voor de examenonderdelen neem je, nadat je bent overgegaan, mee naar je
examenjaar; deze cijfers immers tellen ook mee bij de bepaling van het eindcijfer voor je diploma,
samen met de cijfers voor de examenonderdelen die je na dit jaar nog zult afleggen.
Overzicht berekening cijfers voor de verschillende toetsonderdelen, eindcijfers schoolexamen en definitief
diploma-eindcijfer
1.
VC:
voortschrijdend gemiddelde van de voortgangstoetsen (en evt. so’s)
- cijfer, één decimaal; docent berekent het cijfer.
ET-cijfer: gemiddeld schoolexamentoetscijfer
- cijfer, één decimaal, d.m.v. afronding
PO-cijfer: gemiddeld cijfer praktische opdracht
- cijfer, één decimaal, d.m.v. afronding
2.
R:
rapportcijfer overgang
Atheneum-4  Atheneum-5
Atheneum-5  Atheneum-6
HAVO-4  HAVO-5
- cijfer wordt berekend per vak met gewogen vc en/of et en/of po (zie
overgangsreglement)
- cijfer is een geheel cijfer (tussen 0 en 10)
- cijfer wordt (indien van toepassing) berekend d.m.v. afronding (dus 5,45 wordt 5,5
wordt 6)
- het rapportcijfer Rekenen telt niet in het overgangsreglement; het dient als indicatie
voor het rekenniveau van de desbetreffende leerling.
3.
Diploma-eindcijfer voor vakken zonder CE (zie tabel 1)
- cijfer wordt berekend per vak met gewogen et-cijfer en po cijfer (conform tabel 3)
- cijfer is een geheel cijfer (tussen 0 en 10)
- cijfer wordt berekend d.m.v. afronding (dus 5,45 wordt 5,5 wordt 6 etc.)
~ 10 ~
Studiegids 2e fase
4.
SE-cijfer:
5.
2014 – 2015
Atheneum-5
eindcijfer schoolexamencijfer voor vakken met CE (zie tabel 1)
- cijfer wordt berekend per vak met gewogen et-cijfer en po-cijfer (conform tabel 3)
- cijfer, één decimaal d.m.v. afronding (dus 5,45 wordt 5,5).
- het zogenaamde combinatiecijfer wordt gevormd door het rekenkundig gemiddelde van
de op helen afgeronde eindcijfers voor de vakken anw, ma, gl en het profielwerkstuk
(pws).
Voor doorstromers van HAVO-5 naar Atheneum-5 geldt een andere berekening van het
combinatiecijfer. Voor de berekening van het combinatiecijfer zie hoofdstuk 3 artikel
2.2.b en 2.2.c.
Diploma-eindcijfer voor vakken met CE
- cijfer berekend uit rekenkundig gemiddelde voor SE-cijfer en CE-cijfer (centraal
examencijfer)
- cijfer is een geheel cijfer (tussen 0 en 10) en wordt verkregen middels afkapping. Dus
5,45 wordt 5,4 wordt 5 en 5,55 wordt 5,5 wordt 6.
NB. Er zijn ook ‘vakken’ die geen (eind)cijfer kennen:
CKV en LO. Voor deze vakken geldt dat je alleen kunt slagen als deze ‘vakken’ zijn beoordeeld met
‘voldoende’ of ‘goed’. Zie voor slaag/zakregeling, hfdst. 3, artikel 3.4.
b. Cijferrapportage
Drie keer per jaar krijg je een cijferrapportage mee naar huis. Op deze rapportages staan de cijfers
en/of handelingsdelen, behaald voor je examenonderdelen en van de niet-examenonderdelen.
Bovendien staat er bij elk vak, indien mogelijk, een (geheel) rapportcijfer vermeld. De derde
rapportage is de eindrapportage. De rapportcijfers op deze eindrapportage zijn bepalend voor je
overgang naar de volgende klas. Op de website van school heb je gedurende het hele schooljaar onder
je persoonlijke leerlingweb inzage in al je behaalde cijfers.
c. Overgangsreglement
Het overgangsreglement bestaat uit de overgangsnormen (I) en de berekening van de rapportcijfers (II).
De overgangsnormen zijn gebaseerd op de gevolgde vakken, rekening houdend met het gekozen profiel.
Om te kunnen overgaan
a. moeten je cijfers in orde zijn én
b. moeten alle examenonderdelen waar je géén cijfer voor krijgt (de handelingsdelen), maar die
minstens ‘naar behoren’ of voldoende moeten zijn gedaan, ook in orde zijn. In het PTA bij elk vak
staat vermeld welke onderdelen van het handelingsdeel dat zijn. Dit geldt zowel voor
vakonderdelen als niet-vakgebonden onderdelen zoals: oriëntatie op vervolgopleiding (ovo),
profielwerkstuk (zie PTA aldaar) en het bufferdeel.
In het overgangsreglement staat precies beschreven wanneer je wel of niet over bent.
Bevordering van klas Atheneum-5 naar Atheneum-6
I. Overgangsnormen
Bevorderd (eventueel met een taak):
de leerling die gelet op zijn vakken in het gemeenschappelijk deel, profieldeel en vrije deel,
voldoet aan:
a. cijfermatig criterium;
b. eisen m.b.t. uitgevoerde handelingsdelen.
ad a.
1.
2.
3.
4.
een leerling voldoet aan het cijfermatig criterium als:
alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of
er 1x5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, of
er 1x4 of 2x5 of 1x5 en 1x4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij
het gemiddelde tenminste 6,0 is.
er maximaal één tekort (=5) is bij de eindcijfers voor de (kern)vakken Nederlands, Engels
en wiskunde.
~ 11 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
NB 1. Het rapportcijfer voor het vak gl levert geen compensatie op indien het eindcijfer 7 of hoger
is. Echter, bij een eindcijfer 4 of 5 dient zij wel te worden gecompenseerd middels regel 3 (het
eindcijfer van het vak gl (= se-cijfer) is het gemiddelde cijfer van alle in Atheneum-4 en
Atheneum-5 behaalde cijfers).
NB 2. Elke po afzonderlijk moet met minimaal een 3,0 zijn beoordeeld.
ad b.
Een leerling voldoet aan de eisen t.a.v. de uitgevoerde handelingsdelen indien alle in het
PTA opgenomen handelingsdelen, zowel voor de vakken als de niet-vakgebonden
onderwijsactiviteiten naar behoren zijn gedaan.
niet bevorderd:
de leerling is niet bevorderd als
a. niet voldaan is aan het cijfermatig criterium
b. als 1 of meer handelingsdelen niet naar behoren zijn uitgevoerd
bespreekmarge:
de leerling zit in de bespreekmarge als
a. voldaan is aan het cijfermatige criterium
b. 1 of meer handelingsdelen niet naar behoren zijn uitgevoerd
beleid t.a.v. onvoldoende handelingsdelen wordt bij 14. Afronding schooljaar besproken.
NB.1. Deelname aan de schoolexamentoetsen in Atheneum-6 is alleen toegestaan indien de leerling alle
schoolexamenonderdelen in Atheneum-5 heeft gedaan c.q. naar behoren heeft afgerond. Eventuele
uitzonderingen moeten in de overgangsvergadering worden vastgelegd en op het overgangsrapport worden
vermeld.
NB.2.De herkansing van de 2de toetsperiode vindt plaats tijdens de eerste et-week in het najaar in
Atheneum-6. Dit herkansingscijfer telt dus uitsluitend mee voor het examendossier (dus niet voor de
overgang naar Atheneum-6).
Wanneer bij toepassing van bovenbeschreven regels een kennelijke onbillijkheid wordt gesignaleerd, heeft
de docentenvergadering het recht van deze regels af te wijken.
~ 12 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
II. Berekening rapportcijfer
Vak
WA, WC, WB
Toetsvormen
vt’s, po’s en et’s
Formule rapportcijfer
NA, SK, BI, AK
vt’s, po’s en et’s
2 VC  PO  2  ET
5
GS
vt’s en et’s
VC  2  ET
3
EC, M&O
vt’s en et’s
VC ET
2
KUDR
KUBV
et’s en po’s: KUV*
vt’s: KUA*
ET  3  PO  4 VC
8
IN
vt’s, po’s en et’s
VC  PO 2  ET
4
NE
et, vt’s en evt. so’s
5.VC1.ET
6
EN***, FA, DU
vt’s
afgerond voortgangscijfer (=VC)
Rekenen
hd’s en vt’s
afgerond voortgangscijfer (=VC)
4 VC  4.ET  PO
9
OVO, LO, CKV, hd’s
PWS, bufferdeel
GEEN rapportcijfer
GL**
gemiddeld cijfer = et-2 cijfer = rapportcijfer
presentatie/vt’s
SE-cijfer = gem. examentoetscijfers Atheneum-4 en
Atheneum-5
*
KUV: kunstvariant (praktisch deel)
KUA: kunst algemeen (thematisch deel)
** zie overgangsreglement § 10.c. bij bevordering van klas Atheneum-5 naar Atheneum-6, Ia NB 1
*** et-1 cijfer Engels is vt cijfer in Atheneum-5 (zie PTA Engels).
11. Eventuele vrijstelling bij doubleren
Als je aan het eind van het jaar niet voldoet aan de overgangsnormen, dan blijf je zitten.
Voor leerlingen die ATHENEUM-5 over mogen doen geldt het volgende:
1 vrijstelling van alle praktische opdrachten met een 6,0 of hoger (naar keuze van de leerling). Dit geldt
niet voor de vakken kudr, kubv en in.
2 alle et’s, vt’s, hd’s en po’s (zie echter bij 1) moeten opnieuw worden afgelegd, m.u.v. KUDR: voor
KUDR geldt – naar keuze van de leerling – vrijstelling voor alle et’s met een 6,0 of hoger.
3 voor CKV geldt een vrijstelling voor 6 culturele activiteiten (mits in de voorafgaande jaren er 8 gedaan
zijn). Er moeten dus 2 (naast de activiteiten behorende bij de lessen) nieuwe culturele activiteiten
gedaan worden. Ook het eindbalans verslag moet aangevuld worden.
~ 13 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
4. rekentoets (1): de algemene lijn die OCW in de regelgeving wil gaan opnemen is zowel bij doubleren in
het voor-examenjaar als bij zakken in het eindexamenjaar de volgende: het eerder behaalde resultaat
vervalt, de leerlingen krijgen weer twee nieuwe kansen en de rekentoets moet tenminste één keer
opnieuw gemaakt worden. Dit komt overeen met wat er met de resultaten van andere vakken gebeurt
bij doubleren of zakken.
Wij gaan er vanuit dat OCW dit gaat regelen door middel van een wijzigingsbesluit op het
Eindexamenbesluit VO. Als dat wordt goedgekeurd door de Tweede Kamer dan is het vastgelegd (en
terug te vinden) in de regelgeving.
Gaat een leerling zijn vo-diploma afronden via het VAVO dan kan hij of zij het cijfer voor de rekentoets
meenemen, mits dat een vier of hoger is. Met een drie of lager moet de rekentoets in het VAVO
opnieuw worden afgelegd.
Als vanaf 2015-2016 het cijfer van de rekentoets meetelt in de slaag/zak-regeling dan kan een leerling
met een vier voor de rekentoets niet meer slagen. In dat geval zal de rekentoets bij een vier of lager
ook opnieuw moeten worden afgelegd in het VAVO.
5. rekentoets (2): leerlingen die in hun 1e Atheneum-5 leerjaar niet deelgenomen hebben aan de
herkansing van de rekentoets kunnen dit alsnog doen in hun 2e Atheneum-5 leerjaar (1e óf 2e tijdvak:
zie tabel 5 voor het rooster). Zij mogen er ook voor kiezen de herkansing uit te stellen naar hun
examenjaar (1e of 2e tijdvak; zie studiegids 2014-2015 Atheneum-6 2.12 voor de regelgeving daarvoor).
12. Vrijstelling voor doorstromers van HAVO-5 naar Atheneum-5
Voor leerlingen die na het behalen van hun HAVO-5 diploma zijn doorgestroomd naar Atheneum-5 gelden
bepaalde vrijstellingen zoals geformuleerd in inrichtingsbesluit Atheneum, hfdst. 111, § 3, artikel 26e.
Deze vrijstellingen staan vermeld in deze studiegids, hoofdstuk 3, § 2.2.c (blz. 18).
13. Procedure bij doubleren
Indien een leerling niet bevorderd is naar ATHENEUM-6 beslist de docentenvergadering of de leerling
ATHENEUM-5 doubleert, of dat de leerling (bij uitzondering) in HAVO-5 geplaatst wordt.
Een leerling die twee achtereenvolgende jaren in dezelfde klas niet is bevorderd, wordt verwezen naar een
andere vorm van onderwijs. Hetzelfde geldt voor een leerling die in twee opeenvolgende leerjaren niet
bevorderd is.
14. Afronding schooljaar
Na de 2e examentoets periode moeten direct, in volle dagen op school, alle nog niet afgeronde zaken
worden afgerond:
- het inhalen van onderdelen van het examendossier, die minimaal naar behoren dienen te zijn afgerond
om te kunnen overgaan (de handelingsdelen); zie bij 10 c: overgangsreglement
- het inhalen van voortgangstoetsen, examentoetsen e.d.
Verder kunnen leerlingen ook worden verplicht aan bepaalde taken te werken op aangeven van hun
docent(en); het gaat hierbij om opgelopen achterstanden in (een) bepaalde vak(ken) of om vak(ken) waar
extra ondersteunende taken nodig worden geacht ter voorbereiding van het volgende
(examen/school)jaar.
Tenslotte worden nog gemaakte et’s en vt’s besproken en vindt de overgangsrapportvergadering plaats.
Sommige leerlingen zullen pas kunnen worden bevorderd na het afronden van genoemde werkzaamheden,
mits dat vóór de docenten-slotvergadering plaatsvindt. Dat kan dan alleen als zij echt de hele dag op
school aan het werk zijn geweest na de toetsweek.
15. Studiewijzers
Bij elk vak ontvang je studiewijzers. De lay-out is voor elk vak hetzelfde, met de volgende rubrieken:
- datum/ les-/weeknummer
- titel/globale inhoud
- taken
- opmerkingen/aanwijzingen
~ 14 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
Deze studiewijzers stellen je in staat je leer- en maakwerk te plannen en verder te werken, ook als lessen
voor een bepaald vak door omstandigheden een keer komen te vervallen. Ook bij ziekte van een docent
geldt dat je voor dat vak verder werkt aan de hand van de studiewijzer.
Zorg dat je je studiewijzers handig opbergt (bijv. door ze in een snelhechter te verzamelen) en regelmatig
raadpleegt.
De studiewijzers zijn ook digitaal via SOM today beschikbaar.
16. Tijdens de lessen
A. Werkplekken in de school
Tijdens lesuren waarop je geen les hebt kan het aantrekkelijk zijn om even van de vrijheid te genieten,
maar vaak is het verstandiger om ze te benutten. Dat scheelt weer (t)huiswerk!
Om er voor te zorgen dat je op school ook buiten de leslokalen aan het werk kunt, is er bij de inrichting
van het gebouw een aantal werkplekken gecreëerd:
a. de mediatheek
Ten eerste is er natuurlijk de mediatheek. In de mediatheek kun je boeken lenen, naslagwerken
bekijken, gebruik maken van computers, alleen of met een medeleerling, opdrachten uitvoeren
etc. Er is een apart reglement voor het gebruik van de mediatheek.
b. de studiehallen (115/122 en 208/213)
In de studiehallen is het stil en kun je in stilte werken. Ook hier is eten en/of drinken niet
toegestaan, net zoals in de mediatheek.
De studiehallen zijn alleen toegankelijk voor leerlingen uit de bovenbouw.
c. studieplaatsen in de gangen en op andere plaatsen in het gebouw
Naast de mediatheek en de studiehallen staan er hier en daar groepjes tafels en stoelen opgesteld
waar je aan het werk kunt. Hier mag je zachtjes praten. Als je echter even gezellig met iemand
wilt bijkletsen of een boterham wilt eten dan ga je naar de plaza.
Soms kan het leerlingen worden toegestaan tijdens de les op de studiehal te werken. Echter uitsluitend
op de volgende voorwaarden:
de betreffende docent moet hiervoor toestemming geven aan het begin van het lesuur;
de leerling werkt in de hal bij het lokaal van de docent;
de leerling meldt zich aan het eind van het lesuur bij de docent.
B. Wat te doen bij ziekte van de docent of een andere reden van lesuitval
Het lesuur gaat dan gewoon door, ook al is de docent er niet. De bij de les horende opdrachten staan altijd
in je studiewijzer (zie bij § 15) en die hoor je voor een volgende keer af te hebben. Je kunt zelf bepalen
waar je die opdrachten uitvoert (zie bij A - de werkplekken).
Bedenk dat je dit jaar heel veel werk moet verzetten voor veel vakken. Benut de uren dat je geen les hebt
(de su-uren) en de uren dat je docent er niet is zo nuttig mogelijk.
C. Voor de klassen/groepen in de 2e fase geldt geen huiswerkvrij na bijv. een vakantieperiode.
17.
Het centraal examenvak rekenen
In cursusjaar 2013 – 2014 is het centraal examen voor het VO (MAVO, HAVO, Atheneum) uitgebreid met het
centraal examenvak rekenen. Dit onderdeel wordt afgenomen in de vorm van een rekentoets.
Invoering van het examenvak rekenen brengt voor 5 Atheneum leerlingen de volgende maatregelen met
zich mee:
1. vanaf 2015 – 2016 wordt de rekentoets opgenomen in de zgn. kernvakken (ne, wi, en); vanaf dit
cursusjaar mogen leerlingen niet meer dan één 5 halen voor deze 4 kernvakken (dus inclusief de
rekentoets). Dit geldt dus voor deze Atheneum-5 jaarlaag als eerste in Atheneum-6;
2. in het ( huidige) vóór examenjaar 2014-2015 kunnen leerlingen al deelnemen aan de rekentoets,
inclusief de herkansing (zie tabel 5: examen rooster rekentoets 2014-2015). Let op: Atheneum-5
leerlingen die in hun vóór- examen jaar de rekentoets, inclusief de herkansing, al hebben gedaan,
mogen niet alsnog in Atheneum-6 de rekentoets één of twee keer doen, bv. om hun cijfer te
verbeteren;
~ 15 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
3. de rekentoets wordt centraal ontwikkeld en digitaal centraal afgenomen. Het cijfer voor de centraal
ontwikkelde rekentoets is tevens het eindcijfer van dit examenonderdeel;
4. alle leerlingen hebben één herkansingsmogelijkheid. Deze herkansingsmogelijkheid geldt specifiek voor
de rekentoets en staat los van de eventuele herkansing bij het centraal examen en wordt uiterlijk
afgenomen tijdens het examenjaar 2015-2016;
5. voor leerlingen met dyscalculie en leerlingen met ernstige rekenproblemen zijn er aangepaste toetsen
en/of aangepaste hulpmiddelen die bij de rekentoets gebruikt kunnen worden. Er komt een protocol
dyscalculie als aanvulling op het bestaande protocol dyslexie;
6. het eindcijfer rekenen staat los van alle andere eindcijfers. Het eindcijfer rekenen wordt dus NIET
betrokken bij de slaag/zak regels betreffende de andere eindcijfers (de zgn. compensatieregeling).
Ook wordt dit eindcijfer niet meegenomen bij de berekening van het gemiddelde van de centraal
examen cijfers (de zgn. CE-regeling).
7. voor Atheneum-5 leerlingen die doubleren geldt de (mogelijke) regelgeving zoals staat geformuleerd in
hoofdstuk 2.11: ”eventuele vrijstelling bij doubleren”, punt 4, rekentoets (1).
8. voor een Atheneum-5 leerling, die overstapt naar HAVO-5 blijft zijn rekencijfer staan en komt t.z.t. op
de eindlijst van zijn HAVO diploma. Mocht hij in Atheneum-5 één keer de rekentoets hebeen gedaan,
dan mag hij in HAVO-5 alsnog herkansen (1e of 2e tijdvak); heeft hij in Atheneum-5 twee keer de
rekentoets gedaan (dus inclusief de herkansing) dan heeft hij alle kansen gebruikt en telt het hoogste
cijfer.
Uiteraard neemt de leerling deel aan minimal één rekentoets in HAVO-5, indien hij in Atheneum-5 niet
heeft deelgenomen aan de rekentoets.
~ 16 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
HOOFDSTUK 3
HET EXAMENREGLEMENT VOOR HET SCHOOLEXAMEN EN HET CENTRAAL EXAMEN
Het examenreglement van Het Vlietland College is vastgesteld op grond van het Examenbesluit ATHENEUM
- HAVO - MAVO – VBO van augustus 1994 (staatsblad 624) en de wijzigingen op dit eindexamenbesluit. Een
integrale en geactualiseerde versie van het eindexamenbesluit is uitgegeven door het Tweede Fase
Adviespunt en de VMBO projectorganisatie: Eindexamenbesluit Atheneum-havo-mavo-vmbo, isbn90-7472342-x.
Protocollen VO-raad
Door de VO-raad zijn protocollen vastgesteld, die deels ook betrekking kunnen hebben op de handelwijze
van scholen bij het centraal examen, zoals bijvoorbeeld de tweede correctie. De bedoeling van deze
protocollen is zorgdragen voor adequate vastlegging op schoolniveau van zaken die niet centraal zijn
geregeld. De school maakt gebruik van deze protocollen bij de uitvoering van het examenreglement (zie de
protocollen op de website van de VO-raad).
Hieronder volgt een verkort examenreglement HAVO/ATHENEUM van Het Vlietland College.
1. Algemeen
1.1
Examenreglement
Dit verkort examenreglement geeft de belangrijkste bepalingen weer. De tekst van het uitgebreide
examenreglement is echter altijd doorslaggevend en ligt te allen tijde ter inzage bij de
schoolleiding. Mocht een bepaling van het reglement voor een individuele leerling een kennelijke
onbillijkheid opleveren, dan kan de (con)rector anders beslissen.
1.2
Examen
Voor sommige vakken geldt dat deze alleen een schoolexamen kennen, voor andere vakken bestaat
er naast het schoolexamen ook een centraal examen (zie tabel 1 van deze gids). Het
profielwerkstuk maakt deel uit van het schoolexamen. Delen van het schoolexamen kunnen worden
getoetst en beoordeeld in en vanaf het vierde leerjaar.
1.3
Het schoolexamen in de vakken wordt ingesteld overeenkomstig hetgeen voor ieder vak
afzonderlijk in het PTA van deze regeling is aangegeven. Als een kandidaat niet verschijnt bij enig
deel van het schoolexamen, krijgt hij voor dit onderdeel het cijfer 1,0.
NB
De afspraken met betrekking tot de inleverdata van literatuurlijsten, scripties,
werkstukken en het afleggen van practica, zijn bindend. Indien daar niet aan wordt
voldaan, wordt dit opgevat als een onregelmatigheid in de zin van artikel 1.4.
1.4
Onregelmatigheden
1. De rector kan maatregelen nemen indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het
schoolexamen of van het centraal examen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft
gemaakt of zonder geldige reden afwezig is.
2. De maatregelen bedoeld in het eerste lid die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid
ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn:
a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen,
b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer toetsen van het
schoolexamen of het centraal examen,
c. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het
schoolexamen of het centraal examen,
d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de rector aan te wijzen onderdelen.
Indien het hernieuwd examen, bedoeld in de vorige volzin, betrekking heeft op één of meer
onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van
het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie.
~ 17 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
De leerling die met deze maatregelen dreigt te worden geconfronteerd moet de gelegenheid
krijgen om zijn versie van het gebeurde te vertellen bij de rector of bij de examencommissie
(artikel 2.9) en zich bij te laten staan door een volwassene en daarna eventueel tegen een
beslissing in beroep te gaan bij de commissie van beroep (zie website van de school).
1.5
Instroom vanuit HAVO-5 in Atheneum-5
Voor leerlingen die uit HAVO-5 in Atheneum-5 instromen gelden bepaalde vrijstellingen en de
vaststelling van vervangende studielast bij bepaalde vakken (artikel 26 e lid 2 van het
Examenbesluit).
1.6
Examendossier
Van elke leerling wordt een examendossier aangelegd: dit bestaat soms uit het werk dat in het
kader van het schoolexamen is gemaakt en uit de daarvoor gegeven beoordelingen en cijfers. Op
zijn vroegst een half jaar na het verlaten van de school kan de leerling het in het examendossier
opgeslagen werk opvragen. Het examendossier wordt niet langer dan een jaar na vertrek van de
leerling bewaard.
2. Schoolexamen
2.1
Beoordelingen schoolexamen
Vóór het centrale examen wordt de leerling schriftelijk meegedeeld wat de beoordelingen zijn voor
het schoolexamen. Hierbij geldt dat vakken die alleen maar een schoolexamen kennen een geheel
cijfer van 1 t/m 10 krijgen, bij de (deel)vakken ckv en lo-1 wordt de aanduiding naar behoren
toegekend. Vakken die naast een schoolexamen ook een Centraal Examen kennen krijgen een cijfer
met 1 decimaal achter de komma (zie tabel 1).
2.2
a.- Het schoolexamencijfer voor een vak wordt indien van toepassing berekend uit het gemiddelde
cijfer van de examentoetsen (op 1 decimaal) en het gemiddelde cijfer van de praktische
opdrachten (op 1 decimaal) en op een decimaal achter de komma afgerond. De weging van
beide gemiddelde cijfers is per vak bij wet geregeld (zie tabel 3). Het schoolexamencijfer
wordt via afronding (niet via afkapping) verkregen (zie ook hfdst. 2
§ 10a).
De wegingsfactoren van de examentoetsen en de praktische opdrachten onderling staan
vermeld bij de PTA van het desbetreffende vak (zie hoofdstuk 4).
- Het op deze wijze verkregen schoolexamencijfer voor vakken zonder Centraal Examen wordt
d.m.v. afronding omgezet in een eindcijfer (een geheel cijfer tussen 0 en 10).
b. Het combinatiecijfer (cc).
Het combinatiecijfer is een schoolexamencijfer dat wordt gevormd door het rekenkundig
gemiddelde van de op helen afgeronde schoolexamencijfers voor alleen de vakken anw, ma, gl
en het profielwerkstuk. Met dien verstande, dat voor elk vak het (afgeronde) eindcijfer niet
lager dan een vier mag zijn (3,5 onafgerond), zelfs als het gemiddelde (= het combinatiecijfer)
een zes of hoger is. In de slaag-/zakregeling (zie 3.4) telt het combinatiecijfer even zwaar mee
als de eindcijfers behaald voor alle overgangsvakken.
Voor het berekenen van het combinatiecijfer telt elke cijfer even zwaar mee en worden de
afgeronde cijfers (bestaande uit gehele getallen) gemiddeld. Vervolgens wordt het gemiddelde
verder afgerond op het nabij gelegen gehele getal: 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 wordt een 5.
c. Voor doorstromers van HAVO-5 naar Atheneum-5 geldt een aangepast combinatiecijfer. Deze
leerlingen hebben wettelijk vrijstelling voor ANW, maatschappijleer en ckv. Op de diploma
eindlijst zullen deze vakken niet voorkomen.
Het combinatiecijfer voor deze leerlingen is een schoolexamencijfer dat wordt gevormd door
het rekenkundig gemiddelde van de op helen afgeronde schoolexamencijfers voor alleen het vak
gl en het profielwerkstuk. Met dien verstande, dat voor elk vak het (afgeronde) eindcijfer niet
lager dan een vier mag zijn (3,5 onafgerond), zelfs als het gemiddelde (= het combinatiecijfer)
een zes of hoger is. In de slaag-/zakregeling (zie 3.4) telt het combinatiecijfer even zwaar mee
als de eindcijfers behaald voor alle overgangsvakken.
~ 18 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
Voor het berekenen van het combinatiecijfer worden de afgeronde cijfers (bestaande uit gehele
getallen) gemiddeld. Vervolgens wordt het gemiddelde verder afgerond op het nabij gelegen
gehele getal: 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 wordt een 5.
De rekentoets: voor doorstromers van HAVO-5 naar Atheneum-5 geldt een vrijstelling voor de
rekentoets. Zie verder hfdst.2 par. 17, lid 8).
2.3
Herkansing en inhalen van examentoetsen en handelingsdelen
A. Herkansing
1. Algemeen: in principe kan iedere examentoets en handelingsdeel worden herkanst; in het PTA
staat vermeld wanneer dit wel/niet het geval is. Bij een examentoets geldt dat het hoogst
behaalde cijfer het definitieve cijfer is.
2. Voor elke afdeling is er een herkansingsregeling. Deze staat beschreven in de desbetreffende
studiegids hoofdstuk 2.
3. Kijk- en luistertoetsen worden niet herkanst.
4. Praktische opdrachten worden niet herkanst.
5. Als je niet in staat bent om deel te nemen aan de herkansing (bv. door ziekte), heb je geen
recht op inhalen van deze herkansing. Alleen in geval van langdurige ziekte, bijzondere
familieomstandigheden of indien sprake is van kennelijke onbillijkheid kan de rector toestaan
dat de herkansing wordt uitgesteld.
B. Inhalen
1. Wanneer je om wat voor geldige reden dan ook (bv. door ziekte), een examentoets niet hebt
kunnen maken, dien je deze toets in te halen.
Daarbij onderscheiden we drie momenten:
a. het inhalen vindt plaats vóór de herkansing van de examentoetsen; in dat geval kan de
leerling deze examentoets ook herkansen (zie verder bij A);
b. het inhalen vindt plaats tegelijk met de herkansing; de leerling kan deze examentoets niet
meer herkansen;
c. het inhalen vindt plaats ná de herkansing; de leerling kan deze examentoets niet meer
herkansen.
Het hangt telkens van de situatie en omstandigheden af wanneer een examentoets wordt
ingehaald. Samen met de afdelingsleider neemt de leerling hierover een beslissing.
Bij kennelijke onbillijkheid kan de rector afwijken van bovenstaande regel.
PS-1. Het inhalen van examentoetsen is mogelijk tot uiterlijk het moment waarop de
schoolexamenresultaten naar de inspectie moeten worden doorgegeven, vlak voor de start van
het CE.
PS-2. Handelingsdelen worden ingehaald in overleg met de desbetreffende docent.
2.4
Het recht op een herkansing vervalt als naar het oordeel van de in artikel 2.9 genoemde commissie
ongeoorloofd schoolverzuim is geconstateerd; hetgeen aan betrokkene en diens ouders/verzorgers
moet zijn meegedeeld. De maatregel wordt genomen door het lid van de schoolleiding dat belast is
met de leiding van de afdeling, waarvan de kandidaat deel uitmaakt; de beslissing wordt aan de
kandidaat en ouders/verzorgers schriftelijk bevestigd.
Ook vervalt het recht op herkansing als de kandidaat naar het oordeel van de examencommissie, in
de periode die aan het schoolexamen vooraf gaat duidelijk aantoonbaar niet voor het betreffende
onderdeel heeft gewerkt, door opdrachten bij herhaling niet of zeer onvoldoende uit te voeren. Dit
ter beoordeling door de examencommissie.
Een herkansing moet binnen de gestelde regels en binnen de gezette tijd aangevraagd worden. Het
daartoe bestemde formulier wordt uitgereikt nadat de cijfers definitief zijn vastgesteld en aan de
kandidaat zijn meegedeeld.
Bij de herkansing geldt het hoogst behaalde cijfer.
Wie tijdens de herkansing in enig vak afwezig is, verliest daarmee de mogelijkheid tot herkansing
in dat vak. Alleen in geval van langdurige ziekte of zeer bijzondere familieomstandigheden kan de
examencommissie toestaan dat een herkansing wordt uitgesteld of dat een extra herkansing wordt
toegestaan. De kandidaat dient in zo een geval een schriftelijk verzoek met argumenten in bij de
examencommissie.
~ 19 ~
Studiegids 2e fase
2.5
2014 - 2015
Atheneum-5
In het geval dat ziekte de oorzaak is van absentie bij het schoolexamen, wordt deze uitsluitend
geaccepteerd indien een arts is geraadpleegd.
De volgende procedure dient gevolgd te worden:
- ouders of verzorgers van de betrokken leerling dienen zo spoedig mogelijk de school op de
hoogte te stellen van het ziek zijn. N.B. Boodschap NIET inspreken, maar via persoonlijk
contact met de conciërge.
- diezelfde dag of anders zo spoedig mogelijk daarna dient de huisarts of een arts van de
huisartsenpraktijk te worden geraadpleegd;
- bij terugkeer op school geeft de kandidaat een schriftelijke verklaring van zijn ouders of
verzorgers of aan de conrector/coördinator; in deze verklaring wordt mededeling gedaan
m.b.t. de ziekte (tijdstip, duur, datum) onder vermelding van naam, adres en telefoonnummer
van de geraadpleegde arts;
- in overleg met de conrector/coördinator wordt datum en tijdstip van “inhaal” van de gemiste
examentoetsen afgesproken. Handelingsdelen worden ingehaald in overleg met de betrokken
docenten. Indien organisatorisch mogelijk vindt “inhaal” plaats voor de datum van de
herkansing; zie echter hfdst. 3, artikel 2.3;
- de rector kan de aan de school verbonden controlerend geneesheer inschakelen.
Indien de leerling de toets reeds heeft afgelegd, kan de ziekte achteraf niet als excuus worden
aangemerkt. In dat geval kan, bv. bij duidelijk aantoonbare afwijkende score, een beroep worden
gedaan bij de examencommissie.
2.6
Indien de kandidaat door een andere vorm van overmacht niet in staat is aan een
schoolexamenonderdeel deel te nemen, stellen de ouders of verzorgers de rector schriftelijk in
kennis van de afwezigheid van de kandidaat, onder vermelding van de reden daarvan voor de
aanvang van de toets en het schoolexamen.
2.7
Indien de kennisgeving mondeling geschiedt, dient ze binnen 24 uur schriftelijk te worden
bevestigd.
2.8
Wanneer het verzuim als wettig wordt erkend door de daartoe aangewezen commissie (zie 2.9)
stelt de examencommissie de kandidaat in de gelegenheid het gemiste onderdeel (of gemiste
onderdelen) tijdens of vlak na of voor de herkansing in te halen (zie 2.3 bij f).
2.9
De examencommissie benoemt jaarlijks uit haar midden een evenwichtig samengestelde commissie
bestaande uit minimaal 3 docenten -over de vakken verdeeld- de conrector van de afdeling
(voorzitter), die alle kwesties (uitleg en toepassing van juridische en zakelijke aard) het reglement
betreffende behartigt. Deze commissie is ook bevoegd speciale gevallen te beoordelen en stelt
onafhankelijk de rechtmatigheid van schoolverzuim vast. Een kandidaat heeft het recht zijn zaak
in deze commissie te bepleiten, ook kan hij daarvoor een docent aanwijzen. Leden van deze
commissie kunnen door de rector worden gewraakt. Vergaderingen van de commissie zijn niet
openbaar. De commissie brengt advies uit aan de rector. Deze neemt –eventueel na het horen van
de betrokkenen- een besluit.
Tegen dit besluit kan beroep bij de commissie van beroep aangetekend worden. Dit beroep dient
twee schooldagen na het voorkomende geval schriftelijk bij de commissie te worden ingediend. De
uitspraak van deze commissie is bindend.
(NB. met het woord dagen wordt steeds bedoeld schooldagen)
2.10
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de rector.
2.11
De rector is gemachtigd in bijzondere gevallen een examenkandidaat ontheffing te verlenen voor
een of meer schoolexamenonderdelen of daarbij af te wijken van het PTA.
~ 20 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
3. Centraal examen
3.1
toegang tot het centraal examen
Aan het centraal examen kan de leerling slechts deelnemen als ook de programmaonderdelen die
geen centraal examen kennen ‘naar behoren’ zijn afgesloten (zie PTA).
3.2
Tweede tijdvak
Als een leerling om geldige redenen niet in staat is om in het eerste tijdvak al zijn toetsen van het
centraal examen af te leggen, dan kan hij zijn examen voltooien in het tweede tijdvak. Is hij dan
ook afwezig of kan hij dan niet alle toetsen van het centraal examen voltooien, dan krijgt hij de
gelegenheid om dat te doen in het derde tijdvak voor een staatsexamencommissie.
3.3
Uitslag
De eindbeoordeling van het examen wordt uitgedrukt in gehele cijfers op een schaal van 1 tot en
met 10, of met de aanduiding ‘goed’ of ‘voldoende’ of met de aanduiding ‘naar behoren’.
Als een vak zowel een school- als centraal examen kent, dan is het eindcijfer het gemiddelde van
het cijfer voor het schoolexamen en het centraal examen. Is dit niet een geheel getal, dan wordt
afgerond naar een geheel getal: bij cijfers achter de komma tot 4,9… vindt de afronding naar
beneden en bij cijfers achter de komma van 5,0… en hoger vindt de afronding naar boven plaats.
Als een vak geen centraal examen kent is het afgerond cijfer voor het schoolexamen het eindcijfer.
Als onderdelen van het examen niet centraal worden getoetst en in het schoolexamen geen cijfer
kennen, dan dienen zij de aanduiding ‘goed’ of ‘voldoende’ of ‘naar behoren’ te krijgen.
3.4
Uitslagregels (cursusjaar 2015-2016):
De slaag-/zakregeling is vastgelegd in artikel 49 van het Eindexamenbesluit.
Een examenkandidaat is geslaagd als geldt:
 het gemiddelde van alle CE-cijfers moet minimaal 5,5 zijn.
 in de eindcijfers van de (kern)vakken Nederlands, Engels, rekenen en wiskunde mag maximaal
één tekort (=5) voorkomen.
Daarnaast gelden de voorwaarden:
 alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of
 er 1x5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, of
 er 1x4 of 2x5 of 1x5 en 1x4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het
gemiddelde tenminste 6,0 is.
 Daarnaast moeten ckv en lo zijn beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’.
De cijfers voor algemene natuurwetenschappen, maatschappijleer, het profielwerkstuk en
godsdienst/levensbeschouwing maken deel uit van het combinatiecijfer (cc), dat even zwaar
meetelt als de overige cijfers.
Een eindcijfer van een 3 of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet geslaagd is. Dit
geldt ook voor de verschillende onderdelen, die meewegen in het combinatiecijfer.
Voor alle duidelijkheid: als één van de onderdelen van het combinatiecijfer een 3 of lager is, is
de leerling niet geslaagd, zelfs als het gemiddelde (oftewel: het combinatiecijfer) een 6 of
hoger is.
PS. Voor doorstromers van HAVO-5 naar Atheneum-5 geldt een aangepast combinatiecijfer (zie
artikel 2.2.c)
3.5
Herexamen van een vak waarin centraal examen is afgelegd
Iedere leerling kan herexamen doen in een vak waarin hij in het eerste tijdvak een examen heeft
afgelegd. Bij de vaststelling van de definitieve uitslag geldt het hoogste cijfer.
Verlaat een leerling de school zonder geslaagd te zijn, dan kan de eindlijst voor wat betreft de
vakken die tenminste het cijfer 6 hebben opgeleverd als een certificaat worden beschouwd.
3.6
Afwijking van de wijze van examineren
Bij lichamelijke en/of geestelijke handicaps kan de manier van examen doen worden aangepast.
Is een leerling hoogstens vier jaar in Nederland en is Nederlands niet zijn moedertaal dan kan van
de gebruikelijke wijze van examineren worden afgeweken (verlenging van de examenzittingen met
hoogstens 30 minuten en toestaan van het gebruik van een verklarend woordenboek Nederlands).
Van alle aanpassingen en afwijkingen in de normale wijze van examineren wordt de inspectie tijdig
op de hoogte gesteld.
3.7
Bewaren werk centraal examen
Van elke leerling wordt het werk van het centraal examen tot tenminste 6 maanden na de uitslag
bewaard, ter inzage voor belanghebbenden. Daarna wordt het vernietigd.
~ 21 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
Aanhangsel 1 – Commissie van Beroep
REGLEMENT VOOR DE COMMISSIE VAN BEROEP DIE IS INGESTELD OP GROND VAN HET
EXAMENREGLEMENT VAN HET VLIETLAND COLLEGE
Artikel 1. Algemene bepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder
a. bevoegd gezag:
Het bestuur van de Stichting voor Voortgezet Onderwijs op Interconfessionele Grondslag te Leiden
b. commissie:
de Commissie van Beroep als bedoeld in het eindexamenreglement en art.
3.6 in de studiegids met het plan van toetsing en afsluiting
c. kandidaat:
de leerling die tegen een beslissing in beroep komt bij de Commissie van
Beroep
d. rector:
de schoolleider in de zin van de Wet op het Voortgezet Onderwijs
e. examencommissie:
de examencommissie van de school
f. examinator :
degene die de kandidaat het eindexamen afneemt
g. medezeggenschapsraad:
de op grond van de Wet Medezeggenschap Onderwijs aan de school verbonden raad
h. medezeggenschapsreglement:
het door het bevoegd gezag met toepassing van de Wet Medezeggen
schap Onderwijs aan de school vastgestelde reglement
Artikel 2. Bevoegdheid
1.
2.
De Commissie is bevoegd kennis te nemen van een ingesteld beroep dat zich richt tegen een
beslissing van de examencommissie (art.5.11 in het eindexamenreglement) of een beslissing van de
rector gedaan op basis van dit examenreglement
Indien de Commissie zich ambtshalve onbevoegd verklaart, stelt zij de kandidaat hiervan
onverwijld schriftelijk op de hoogte.
Artikel 3. Samenstelling Commissie
1.
2.
3.
4.
5.
De
De
-
commissie bestaat uit 3 leden en 3 plaatsvervangende leden.
leden en plaatsvervangende leden worden aangewezen door:
het bevoegd gezag: 1 lid en 1 plaatsvervangend lid;
het deel van de medezeggenschapsraad dat door de ouders is gekozen: 1 lid en 1
plaatsvervangend lid;
het deel van de medezeggenschapsraad dat door het personeel is gekozen: 1 lid en 1
plaatsvervangend lid.
Niet tot lid of plaatsvervangend lid van de Commissie kunnen worden aangewezen de leden van de
examencommissie, de rector en de examinatoren.
De Commissie wijst uit haar midden een voorzitter en een secretaris aan.
De leden van de Commissie treden na 3 jaar af.
~ 22 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
Artikel 4. Wraking en verschoning
1.
2.
3.
4.
De leden van de Commissie kunnen worden gewraakt:
a. indien ze aan de kandidaat dan wel aan degene(n) tegen wiens beslissing het beroep zich richt
in bloed- of aanverwantschap staan tot en met de vierde graad;
b. in andere gevallen, waarin daarvoor ernstige redenen bestaan.
In gevallen als bedoeld in het voorgaande lid kunnen de leden van de Commissie zich verschonen.
Over de wraking of verschoning wordt zo spoedig mogelijk door de overige leden van de Commissie
beslist.
Bij wraking of verschoning treedt het plaatsvervangend lid op.
Artikel 5. Beroepschrift
Het beroep wordt binnen 3 dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht,
schriftelijk bij de Commissie ingesteld.
Artikel 6. Onderzoek
1.
2.
3.
4.
De Commissie kan al dan niet op verzoek getuigen of deskundigen horen.
Alvorens tot een uitspraak te komen hoort de Commissie in ieder geval:
de voorzitter van de examencommissie of
de rector en/of
de betrokken examinator(en) alsmede
de kandidaat.
De kandidaat kan zich gedurende het onderzoek van de Commissie door een door hem aan te wijzen
meerderjarige persoon laten bijstaan.
De Commissie betrekt in haar onderzoek de, na het verweer als bedoeld in het eindexamenbesluit,
aan de kandidaat toegezonden mededeling en zo mogelijk het van dat verweer opgemaakte procesverbaal.
Artikel 7. Hoorzitting
1.
2.
3.
De hoorzitting vindt plaats zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen 2 weken na ontvangst
van het beroepschrift.
De voorzitter bepaalt de plaats, de dag en het uur van de zitting.
De zitting is openbaar, tenzij de Commissie, al dan niet op verzoek, anders beslist.
De Commissie beraadt zich in beslotenheid.
Artikel 8. Besluitvorming
1.
Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen.
Zij zijn echter slechts van kracht indien ze worden genomen door ten minste 2 leden die de zaak
hebben behandeld; in dit laatste geval kunnen besluiten slechts worden genomen met eenparigheid
van stemmen.
Artikel 9. Uitspraak
1.
De Commissie kan het bij haar ingestelde beroep:
niet-ontvankelijk verklaren
ongegrond verklaren
gegrond verklaren.
~ 23 ~
Studiegids 2e fase
2.
3.
4.
5.
2014 - 2015
Atheneum-5
De Commissie deelt haar beslissing onverwijld mede aan de kandidaat, de inspectie en aan
degene(n) tegen wiens beslissing het beroep zich richt, zo mogelijk mondeling en in ieder geval
schriftelijk.
De schriftelijke bekendmaking van de uitspraak vindt in ieder geval plaats binnen 2 weken na
ontvangst van het beroepschrift.
De Commissie kan met redenen omkleed besluiten, deze termijn met ten hoogste 2 weken te
verlengen.
In haar schriftelijke uitspraak motiveert de Commissie haar beslissing en stelt ze zo nodig vast op
welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of
gedeeltelijk af te leggen of opnieuw af te leggen.
De uitspraak van de Commissie is voor alle betrokkenen bindend.
Artikel 10. Wijziging en aanvulling reglement
1.
2.
Dit reglement kan met inachtneming van de bepalingen van het examenreglement door het bevoegd
gezag worden gewijzigd en aangevuld.
Onverminderd het bepaalde in het medezeggenschapsreglement, legt het bevoegd gezag een
voorstel tot wijziging en/of aanvulling van het reglement voor advies voor aan de Commissie.
COMMISSIE VAN BEROEP CURSUSJAAR 2014/2015
Correspondentie adres:
het Vlietland College
t.a.v. de commissie van beroep
Apollolaan 262
2324 BZ Leiden
~ 24 ~
Studiegids 2e fase
BIJLAGEN
2014 – 2015
Atheneum-5
bij het schoolexamen in de 2e fase Atheneum
Tabel 1
Overzicht van de vakken en het examen
VAKKEN
NE
- Nederlands
EN
- Engels
FA
- Frans
DU
- Duits
SCHOOLEXAMEN
X
X
X
X
ANW
MA
GL
CKV
LO
- algemene natuurwetenschappen
- maatschappijleer
- godsdienst en levensbeschouwing
- cultureel kunstzinnige vorming
- lichamelijke opvoeding
X
X
X
X
X
IN
- informatica
X
Rekenen
CENTRAAL EXAMEN
X
X
X
X
X
Kunstvakken:
drama/beeldende vormgeving/muziek
- algemeen
- kunstvariant
X
Alle overige vakken:
GS/AK/EC/M&O/WA/WB/WC/NA/SK/BI
X
X
~ 25 ~
X
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
Tabel 2
EXAMENDOSSIER
Overzicht van vakken naar toetsen, praktische opdrachten en handelingsdeel in ATHENEUM-4, 5 en 6
examentoetsen
Nederlands
moderne vreemde talen
wiskunde A, B, C
natuur-, scheikunde en biologie
algemene natuurwetenschappen
aardrijkskunde
geschiedenis
maatschappijleer
economie
management en organisatie
informatica
LO
CKV
kunstvak
godsdienst/levensbeschouwing
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
praktische opdrachten
handelingsdeel
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
~ 26 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
Tabel 3
A.
Weging van de praktische opdrachten en toetsen bij eindcijfer schoolexamen
Gewicht examentoetsen
wiskunde A, B, C
algemene natuurwetenschappen
natuurkunde
scheikunde
biologie
geschiedenis
aardrijkskunde
economie
management en organisatie
informatica
kunstvariant (dr)
90%
67%
80%
80%
80%
80%
80%
100%
100%
50%
30%
40%
kunstvariant (bv)
B.
10%
33%
20%
20%
20%
20%
20%
n.v.t.
n.v.t.
50%
70%
60%
Aantal en weging van de examentoetsen per vak in Atheneum-4, 5 en 6
Atheneum-4 (’13-’14)
et-1
et-2
ak
anw
1
2
bi
du
ec
en
fa
gs
gl
1
in
kubv
ma
5
5
mo
na
ne
1
sk
wi a,b,c
*Onder voorbehoud
C.
Gewicht praktische
opdrachten
et-3
Atheneum-5 (’14-’15)
et-4
et-1
et-2
2
et-3
Atheneum-6 (’15-’16)
et-1
et-2
et-3
et-4
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
4
1
1
1
1
2
4
1
1
1
1
2
4
1
1
1
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
2
1
2
1
1
2
1
4
1
1
et-5
et-6
3
6
1
3
1
4
1
1
2
4
Weging van de praktische opdrachten van de kunstvakken
po
1
kubv
1
* onder voorbehoud
Atheneum-5 (’14-’15)
2
3
1
2
4
3
~ 27 ~
Atheneum-6 (’15-’16)*
5
6
7
2
2
2
8
3
Studiegids 2e fase
Tabel 4
2014 - 2015
Atheneum-5
Lessentabel
ATHENEUM 2e fase
NATUUR & GEZONDHEID
klas klas klas
4
GEMEENSCHAPPELIJK DEEL
Nederlands
Engels
Frans of Duits
maatschappijleer
lichamelijke opvoeding (LO)
CKV
ANW
PROFIEL DEEL
wiskunde A&B (A4), A5: wiA of wiB
biologie
scheikunde
klas 4:
natuurkunde
klas 5 keuze uit:
aardrijkskunde of
5
klas klas klas
6
SBU
480
400
480
120
160
160
120
3
2
3
2
2
2
2
3
3
3
3
3
3
2
1
1
600
480
440
4
3
2
4
3
3
4
3
3
480
3
3
3
4
4
440
NATUUR & TECHNIEK
natuurkunde continueren
GEMEENSCHAPPELIJK DEEL
Nederlands
Engels
Frans of Duits
maatschappijleer
lichamelijke opvoeding (LO)
CKV
ANW
PROFIEL DEEL
wiskunde A&B (A4), daarna wiB
natuurkunde
scheikunde
klas 4:
biologie
klas 5 keuze uit:
informatica
wiskunde D
4
5
6
SBU
480
400
480
120
160
160
120
3
2
3
2
2
2
2
3
3
3
3
3
3
2
1
1
600
480
440
4
3
2
4
3
3
4
3
3
480
3
3
3
440
4
3
440
3
4
4
4
3
4
4
4
3
3
5
4
of biologie continueren
Profielwerkstuk
VRIJE DEEL
1. Keuze-examenvak
management & organisatie (m&o)
informatica (inf)
wiskunde d (in combi met wb)
Economie
Latijn (incl. kcv)
80
Profielwerkstuk
80
440
440
440
480
760
VRIJE DEEL
1. Keuze-examenvak
management & organisatie (m&o)
informatica (inf)
economie
Latijn (incl. kcv)
aardrijkskunde
440
440
480
760
440
3
4
4
4
3
3
4
en alle niet gekozen profielkeuzevakken (zie boven)
3
4
en alle niet gekozen profielkeuzevakken (zie boven)
2. Schoolgebonden deel
loopbaanoriëntatie (ovo)
godsdienst/levensbeschouwing (gl)
werkweek
mentoruur
buffer:
4
3
4
3
5
2. Schoolgebonden deel
40
80
60
40
220
0
1
0
1
0
1
1
Loopbaan oriëntatie (ovo)
godsdienst/levensbeschouwing (gl)
werkweek
mentoruur
buffer:
TOTALEN:
30
31
27 TOTALEN:
4800
NB. Alles onder voorbehoud van onvoorziene omstandigheden, financiële haalbaarheid, groepsgrootte etc.
~ 28 ~
40
80
60
40
140
0
1
0
1
0
1
4800
30
31
1
27
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
ATHENEUM 2e fase
CULTUUR & MAATSCHAPPIJ
klas klas klas ECONOMIE & MAATSCHAPPIJ
4
GEMEENSCHAPPELIJK DEEL
Nederlands
Engels
Frans of Duits
maatschappijleer
lichamelijke opvoeding (LO)
CKV
ANW
PROFIEL DEEL
wiskunde A&C (A4), A5: wiC of wiA
geschiedenis
klas 4:
economie
klas 4 keuze:
3e mvt of Latijn (600)
klas 5 keuze uit:
aardrijkskunde of economie continueren
kunstvak of 3e mvt/Latijn continueren ka:
kunstvak (bv/dr/mu)
kv:
Profielwerkstuk
VRIJE DEEL
1. Keuze-examenvak
management & organisatie (m&o)
informatica (inf)
Latijn (incl. kcv)
biologie
aardrijkskunde
SBU
480
400
480
120
160
160
120
3
2
3
2
2
2
2
5
3
3
3
2
1
1
3
3
3
3
480
3
3
480
3
3
4
2
2
440
200
280
6
3
3
3
480
480
klas klas klas
GEMEENSCHAPPELIJK DEEL
Nederlands
Engels
Frans of Duits
maatschappijleer
lichamelijke opvoeding (LO)
CKV
ANW
PROFIEL DEEL
3 wiskunde A&C (A4), A5: wiA *)
3 economie
geschiedenis
3
klas 4:
3 3e mvt
klas 5 keuze uit:
4 aardrijkskunde of 3e mvt continueren
2 m&o of 3e mvt continueren
2
4
5
6
SBU
480
400
480
120
160
160
120
3
2
3
2
2
2
2
3
3
3
3
3
3
2
1
1
520
480
440
3
3
3
3
3
3
3
3
3
480
3
3
3
4
4
4
4
4
4
4
3
4
4
3
5
3
4
440
440
80
Profielwerkstuk
80
440
440
760
480
440
VRIJE DEEL
1. Keuze-examenvak
management & organisatie (m&o)
informatica (inf)
Latijn (incl. kcv)
biologie
kunstvak (algemeen+variant)
440
440
760
480
480
4
3
4
4
4
3
4
en alle niet gekozen profielkeuzevakken (zie boven)
4
3
5
3
4
4
3
en alle niet gekozen profielkeuzevakken (zie boven)
2. Schoolgebonden deel
2. Schoolgebonden deel
loopbaanorientatie (ovo)
godsdienst/levensbeschouwing (gl)
werkweek
mentoruur
buffer:
40
80
60
40
220
0
1
0
1
0
1
TOTALEN:
4800
30
30
1
loopbaanorientatie (ovo)
godsdienst/levensbeschouwing (gl)
werkweek
mentoruur
buffer:
26 TOTALEN:
NB. Alles onder voorbehoud van onvoorziene omstandigheden, financiële haalbaarheid, groepsgrootte etc.
~ 29 ~
40
80
60
40
220
0
1
0
1
0
1
4800
30
30
1
26
Studiegids 2e fase
Tabel 5 Examenrooster
2014 - 2015
Atheneum-5
Rekenen
Examenrooster 2014 – 2015
1e en 2e tijdvak
datum
periode 11 maart t/m
24 maart 2015
vak
rekenen toets 1e
tijdvak
tijdsduur
120 min.
referentieniveau
3F
hulpmiddelen
geen
periode 28 mei t/m 9 juni
2015
rekenen toets 2e
tijdvak
120 min.
3F
geen
- De rekentoets wordt digitaal afgenomen.
- Alle leerlingen kunnen zowel aan het 1e tijdvak als het 2e tijdvak deelnemen in dit vóórexamenjaar
2014-2015.
- Elke leerling heeft recht op één herkansing: men kan kiezen uit het 2e tijdvak in 2014-2015 of het
1e of 2e tijdvak in 2015-2016.
- Het hoogste cijfer telt.
- Op de eindlijst van je Atheneum diploma mag je maar één tekort hebben in de vakken ne, en, wi
en rekenen om te kunnen slagen. Het rekencijfer levert daarbij geen compensatie.
- Nadere invulling van het rooster en de organisatie van dit examen volgt in de loop van het
cursusjaar.
~ 30 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
HOOFDSTUK 4
HET PTA PER VAK
In dit hoofdstuk vind je per vak schematisch welke schoolexamenonderdelen wanneer worden
afgenomen of moeten zijn ingeleverd. Ook staan in elk schema belangrijke zaken vermeld met
betrekking tot de stofonderdelen, presentatievorm, wel of geen herkansing, wel of geen cijfer,
wegingsfactor, etc.
Dit hoofdstuk is in vier stukken opgedeeld.
A.
Het gemeenschappelijk deel:
met de vakken: en, ne, ckv, gl en lo.
B.
Het profieldeel + keuze-examenvak:
ak, bi, ec, fa, gs, in, kunstvak: bv, m&o, na, sk, wa, wb, wc.
C.
Het vrije deel:
1. Keuze examenvak: zie deel B, het profieldeel
2. Schoolgebonden deel:
- godsdienst/levensbeschouwing (zie deel A, het gemeenschappelijke deel)
- rekenen
- bufferactiviteit
- oriëntatie op vervolgopleiding
D.
Profielwerkstuk
~ 31 ~
Studiegids 2e fase
Deel A
2014 - 2015
HET GEMEENSCHAPPELIJK DEEL
Engels
Nederlands
Culturele en Kunstzinnige Vorming
Godsdienst /Levensbeschouwing
Lichamelijke Opvoeding
~ 32 ~
Atheneum-5
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
ENGELS
Examentoets:
ET 1
Periode/planning: week 36 (2014) t/m week 26 (2015)
Moment van afname:
week 26
Domein: E: Literatuur
Subdomeinen VWO:
1.) Literaire ontwikkeling (leesmaak, beargumenteerd verslag uitbrengen, persoonlijke
leeservaringen bechrijven, verdiepen, vergelijken en evalueren)
2.) Literaire begrippen (begrippenaparaat kunnen toepassen op het gelezene en kunnen
analyseren, interpreteren en waarderen)
3.) Literatuurgeschiedenis (kennis opdoen van eigentijdse literatuur en proza, drama
en poëzie uit literair-historische perioden. De kenmerken/schrijvers/genres hiervan
herkennen en benoemen).
Onderwerp/leerstofblok:
Voor het onderdeel moeten een aantal nader op te geven korte fragmenten en
gedichten en korte verhalen gelezen zijn en diverse opdrachten gemaakt o.a. uit
Eldorado. Daarnaast worden het klassikaal gelezen boek (Romeo and Juliet) en het
eigen gekozen boek (van de literatuurlijst en niet eerder gelezen in 4VWO) van ten
minste 250 blz. beoordeeld.
De kandidaat wordt, naast bovenstaande, beoordeeld op zijn/haar kennis van de
volgende perioden uit de literatuurgeschiedenis:
1. De vroege geschiedenis
2. De periode van William Shakespeare (1564-1616)
3. Deel van de 19e eeuw
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Tijdsduur toets:
Herkansing:
Mondeling
1 (VT cijfer V5)
15 min.
ja
Hulpmiddelen: géén
Domein: E: Literatuur
~ 33 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
NEDERLANDS (Gemeenschappelijk deel)
Examentoets:
ET 2 Letterkunde (boeken, poëzie, literatuurgeschiedenis 17e en 18e eeuw)
Periode/planning:
Week 26
Lezen tijdens schooljaar 1415
Onderwerp:
Kennis van de vijf in A5 gelezen boeken. Theorie uit syllabus
literatuurgeschiedenis (17e en 18e eeuw), theorie uit syllabus letterkunde.
Toelichting: De boekenlijst en de bijbehorend opdrachten moeten afgerond en
goedgekeurd zijn aan het eind van week 36. DEADLINE. Indien de boekenlijst en de
bijbehorende opdrachten niet naar behoren zijn afgerond heeft dit consequenties
voor het cijfer van het ET.
De zelfgekozen boeken moeten minimaal niveau 3 hebben (lezenvoordelijst.nl)
Soort toetsing: Wegingsfactor:
Schriftelijk
1
Hulpmiddelen: geen
Tijdsduur toets:
100 min.
Domein: E
~ 34 ~
Herkansing:
Ja.
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
CULTURELE EN KUNSTZINNIGE VORMING (Gemeenschappelijk deel)
Handelingsdeel:
HD 3
Periode/planning:
Week 36 t/m week 51, resp. week 2 t/m 26
Onderwerp/leerstofblok:
Thema 3
Moment van afname:
Week 51 resp. 26
(inleveren week 51/ resp. week 23)
Culturele activiteiten aanvullen tot minimaal 8 (verdeeld over de verschillende
disciplines, max. 2 per discipline, minimaal 1 wereldliteratuur)
Balansverslag
Top 3 per discipline
afsluitend gesprek
Dit hd moet in week 51 resp. 23 ingeleverd worden en kan na correctie t/m week 3
resp. 23 aangevuld en verbeterd worden.
Soort toetsing:
Wegingsfactor: Tijdsduur toets: Herkansing:
HD afsluitend gesprek
n.v.t.
20 min.
n.v.t.
Hulpmiddelen: Géén
Domein:
Wie Atheneum-5 doubleert, doet naast de al gemaakte 8 hd nog twee nieuwe
culturele activiteiten en vult het balansverslag aan. Hij volgt alle lessen en doet
mee aan eventuele culturele activiteiten buiten (en binnen) school
De eindbeoordeling over de 3 hd samen moet voldoende of goed zijn. Bij een
onv.hd kan geen bevordering plaatsvinden.
Een “goed” wordt gegeven als minstens twee van de drie hd als goed beoordeeld
zijn.
De handelingsdelen worden beoordeeld op inhoud, compleetheid en verzorging
(netheid, spelling etc.)
~ 35 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
Vervolg CULTURELE EN KUNSTZINNIGE VORMING (Gemeenschappelijk deel)
Bijlage:
a.
b.
Eisen kunstdossier
Afsluiting CKV
ad a. Het kunstdossier moet aan de volgende eisen voldoen:
1. De leerling moet minimaal 10 culturele activiteiten hebben uitgevoerd, verdeeld over de
verschillende disciplines (muziek, dans, literatuur, drama, film, beeldend). De eerste activiteit
bestaat uit "Kunstshot'.
Van deze activiteiten wordt volgens de kijk-, lees- en luisterwijzers een verslag gemaakt,
waarbij kennis van de bij de discipline behorende begrippen duidelijk blijkt en wordt toegepast.
Deze culturele activiteiten moeten van een redelijk niveau zijn, dit ter beoordeling van
kunstmentoren.
2. De leerling bestudeert in VWO-4 twee thema’s en in VWO-5 één thema en voert bijbehorende
opdrachten uit (zie de opdrachtenwijzer bij de thema’ s).
3. De leerling heeft, individueel of in een groepje van maximaal 4 leerlingen, per thema minimaal
één praktische activiteit uitgevoerd, aansluitend bij het thema of bij een culturele activiteit.
De praktische activiteit bij het tweede resp. derde thema dient een andere discipline te
beslaan.
Deze praktische activiteiten worden gepresenteerd op middagen in januari en juni. Voor de
mogelijke presentatievormen verwijs ik naar de methode en de toelichting in de
kunstdossiermap.
4. Daarnaast bevinden zich in het kunstdossier de kunstautobiografie, het eindbalansverslag, een
top drie, logboek en documentatiemateriaal.
ad b.
In 5-VWO vindt bij voorkeur in het bijzijn van een tweede kunstmentor ter afsluiting van ckv
een gesprek plaats gedurende 20 minuten (de reflectie) over het kunstdossier.
In dit gesprek moet de leerling
voldoende kennis van het begrippenapparaat tonen,
relaties kunnen leggen tussen zijn eigen mening en relevante kenmerken van
kunstuitingen
kunnen reflecteren op zijn eigen keuzes en ervaringen
inzicht in zijn eigen leerproces tonen.
Indien een leerling op enig van de bovenstaande onderdelen onvoldoende presteert, is een
herkansing of aanvullende activiteit nodig.
Het ckv kunstdossier moet naar behoren zijn afgesloten voordat de leerling deel kan nemen
aan het CSE
De leerling wordt beoordeeld op:
het kunnen aangeven van relaties tussen verschillende kunstdisciplines.
het correct gebruiken van het begrippenapparaat .
het kunnen geven van voorbeelden die de (wederzijdse) beïnvloeding van culturen laten
zien.
het kunnen aangeven van vorm, inhoud, functie en historische achtergronden van de
onderzochte kunstuitingen.
De beoordeling per culturele activiteit, thema, practische opdracht, totale kunstdossier is
steeds: voldoende of onvoldoende.
~ 36 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
GODSDIENST / LEVENSBESCHOUWING (Gemeenschappelijk deel)
Periode 1
Periode/planning:
I week 36 tm 42
II week 4 tm 12
Onderwerp/leerstofblok:II
1. Presentaties Boeddhisme
2. Presentaties H.4 Agressie/Geweld
3. Toets Boeddhisme
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Toets
1
Presentaties
1
Hulpmiddelen: Géén
Periode 2
Periode/planning: I week 44 tm 50
II week 13 tm 21
Onderwerp/leerstofblok:II
1. Presentatie Niet rel. levensbesch.
2. Presentaties H.5 Vrijheid
3. Presentaties Hindoeïsme
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Toets
1
Presentaties
1
Hulpmiddelen: Géén
Moment van afname
(1x)
week 40
(1x)
week 41
(1x)
week 42
Tijdsduur toets:
50 min.
week 10
week 11
week 12
Herkansing: nee
Domein:
Moment van afname
(1x)
week 44
week 13
(1x)
week 47
week 16
(week 50 week 21
Tijdsduur toets: Herkansing: nee
50 min.
Domein:
Periode 3
Periode/planning: I week 51 tm 3
Moment van afname
II week 22 tm 25
Onderwerp/leerstofblok:II
1. Toets Hindoeïsme
(1x)
week 2
week 23
2. Presentaties H.6 Waarheid
(1x)
week 3
week 24
3. Levensvisie Document II + deelnamecijfer (1x)
week 51 week 25
Soort toetsing:
Wegingsfactor: Tijdsduur toets: Herkansing: nee
Toets
1
50 min.
Presentaties
1
LevensvisieDoc II
1
Hulpmiddelen: Géén
Domein:
Het gemiddelde van alle behaalde cijfers in Atheneum-5 vormt afgerond het overgangscijfer voor
het vak gl (zie bij bevordering van klas Atheneum-5 naar Atheneum-6).
Het gemiddelde van de behaalde cijfer voor het vak gl in zowel Atheneum-4 als Atheneum-5, telt in.
Atheneum-6 in combinatie met de afgeronde se-cijfers voor ma, anw en het profielwerkstuk als
afgerond se cijfer voor het combinatiecijfer op de eindlijst behorende bij het diploma.
~ 37 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
LICHAMELIJKE OPVOEDING + bijlage
Handelingsdelen:
HD 10
Periode/planning: Week: 40 t/m 48
Onderwerp/leerstofblok:
“Onderlinge instructie”
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
praktijktoets
n.v.t.
Hulpmiddelen:
informatie op SOM Today
HD 11
Periode/planning: Week 35 t/m 48
Moment van afname: Week: 40 t/m 48
Tijdsduur Herkansing: ja
100 min.
Domein: Bewegen en regelen
Moment van afname: Week 35 t/m 48
Onderwerp/leerstofblok:
“Deelname LO-lessen” 1e periode (aanwezigheid)
Soort toetsing: Wegingsfactor:
Tijdsduur toets:
Praktijk
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen geen
Domein: Bewegen
HD 12
Periode/planning: week 51
Herkansing:
Ja (TON-1)
Moment van afname: week 51
Onderwerp/leerstofblok:
Inleveren opdracht: "Mijn favoriete sport"
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Tijdsduur toets:
Herkansing:
werkstuk
n.v.t.
n.v.t.
ja
Hulpmiddelen: informatie op SOM
Domein: Bewegen en Samenleving
Today
HD 13
Periode/planning: week 2 t/m 10
Moment van afname: week 2 t/m 10
Onderwerp/leerstofblok:
Bewegen en gezondheid
A Praktijkdeel: week 2 t/m 7,
B Toets: Bewegen en Gezondheid
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Tijdsduur B
Herkansing:
Schriftelijke toets n.v.t.
toets: 50 Min.
A en B: ja
Hulpmiddelen: Reader:”Bewegen en
Domein: Bewegen en Gezondheid
Gezondheid”, Reader: “Train jezelf”
~ 38 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
LICHAMELIJKE OPVOEDING + bijlage
Handelingsdelen:
HD 14
Periode/planning: Week: 8-11
Moment van afname: Week: 8-11
Onderwerp/leerstofblok:
“Deelname aan eigen binnen sportdag”
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Tijdsduur
Herkansing: ja
praktijk
n.v.t.
lesdag van 6
uur
Hulpmiddelen: Géén
Domein: Bewegen
HD 15
Periode/planning: Week 49 t/m 11
Moment van afname: Week 49 t/m 11
Onderwerp/leerstofblok:
“Deelname LO-lessen” 2e periode (aanwezigheid)
Soort toetsing: Wegingsfactor:
Tijdsduur toets:
Praktijk
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen: geen
Domein: Bewegen
Herkansing:
ja
HD 16
Periode/planning:
Moment van afname:
week 13-16
Week 13-16
Onderwerp/leerstofblok:
toets Bewegen regelen: “Toernooiorganisatie”
Soort toetsing:
Wegingsfactor: Tijdsduur toets: Herkansing: ja
schriftelijke toets
n.v.t.
50min
Hulpmiddelen: Reader “Ik regel het
Domein: Bewegen en Regelen
zelf wel “
HD 17
Periode/planning: Week: 20-25
Onderwerp/leerstofblok:
“Assisteren buitensportdag klas 3”
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
praktijk
n.v.t.
Hulpmiddelen: informatiestencil op
SOM Today
Moment van afname: 20 - 25
Tijdsduur
Herkansing: ja
Lesdag van 6 uur
Domein: Bewegen en regelen
~ 39 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
LICHAMELIJKE OPVOEDING + bijlage
Handelingsdelen:
HD 18
Periode/planning: Week 12 t/m 25
Moment van afname: Week 12 t/m 25
Onderwerp/leerstofblok:
“Deelname LO-lessen” 3e periode (aanwezigheid)
Soort toetsing: Wegingsfactor:
Tijdsduur toets:
Praktijk
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen geen
Domein: Bewegen
Herkansing:
ja
HD 19
Periode/planning: Hele cursusjaar
Moment van afname: Hele cursusjaar
Onderwerp/leerstofblok:
“ Werkhouding LO-lessen” *
Soort toetsing: Wegingsfactor:
Praktijk
n.v.t.
Hulpmiddelen geen
Tijdsduur toets:
n.v.t.
Domein: Bewegen
Herkansing:
n.v.t.
HD 20
Periode/planning: Week: 27
Moment van afname: Week: 27
Onderwerp/leerstofblok:
“Deelname aan eigen buiten sportdag”
Soort toetsing: Wegingsfactor:
Tijdsduur
praktijk
n.v.t.
Lesdag van 6 uur
Hulpmiddelen: Géén
Domein: Bewegen
~ 40 ~
Herkansing: ja
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
Vervolg LICHAMELIJKE OPVOEDING + bijlage
Bijlage:
Uitgangspunt:
-
Het wettelijke vastgestelde lo programma bestaat voor het overgrote deel uit
contacturen. Iedere leerling is daarom verplicht, verschillend per afdeling, een
vastgesteld aantal contacturen lo te volgen.
Deelnameregel lo: (Aanwezigheid)
-
Iedere leerling is verplicht aanwezig bij alle contacturen lo ( inclusief sportdagen )
Bij het missen van een contactuur (-uren) moet de leerling deze inhalen, dus ook als
de absentie wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld ziekte.
Hoe deze lessen worden ingehaald, gebeurt in overleg met de docent lo.
De leerling neemt het initiatief tot dit overleg.
Blijft de leerling in gebreke, ook na herhaaldelijke aanmaningen van de docent lo,
dan wordt er contact opgenomen met de desbetreffende afdelingsleider.
Mocht er geen oplossing gevonden worden dan beslist de afdelingsleider op welke
wijze de gemiste contacturen worden ingehaald.
Inhalen van de lessen:
-
Er wordt gezocht naar een oplossing die in verhouding ligt met het aantal uren en de
aard van de absentie;
Dit betekent, dat dit per leerling kan verschillen;
Ook de wijze van het inhalen kan variëren:
De leerling:
 hoeft niet direct in te halen maar op een later tijdstip;
 hoeft niets in te halen;
 haalt in bij een andere lo-groep of andere lo-docent;
 maakt een vervangende schriftelijke opdracht;
 assisteert bij een les lo of een sportactiviteit (bv. sportdag, sporttoernooi
van het basisonderwijs, fietsenrally brugklassen, watersportdag 3 e klassen,
etc.)
Eindbeoordeling LO in A6:
- Van de 24 handelingsdelen in de bovenbouw van het atheneum kan er voor 11 niet
alleen een Voldoende worden gescoord, maar ook een Goed. Dit is van belang voor je
eindbeoordeling van LO (zie onder).
-
Voor een voldoende als eindbeoordeling geldt:
 Alle Handelingsdelen in A4, A5 en A6 zijn Voldoende.
Voor een Goed als eindbeoordeling geldt:
 De Handelingsdelen Werkhouding in A4, A5 en A6 zijn Goed.
 Alle overige Handelingsdelen zijn voldoende.
 Indien in A4, A5 en A6 voor de Werkhouding 2 keer Goed en 1 keer
Voldoende gescoord wordt dan moeten er minimaal 4 van de 8
andere Handelingsdelen uit A4, A5 en A6 samen afgesloten zijn met
een Goed voor de eindbeoordeling Goed.
~ 41 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
Vervolg LICHAMELIJKE OPVOEDING
Bijlage:
Doublanten:
-
Leerlingen die A5 overdoen volgen alle lessen en hebben vrijstelling voor
handelingsdeel 12, 13b en 16.
Werkhouding:
Een leerling krijgt de kwalificatie voldoende voor werkhouding als hij/zij:
 10 minuten na de bel in de zaal of op het sportveld aanwezig is
 De gymspullen meestal in orde heeft
 Actief en op een positieve manier deelneemt aan de lessen LO
 Meestal gericht is om zichzelf te verbeteren.
 Zich ook wel, m.b.v. de docent, inzet bij activiteiten die door deze leerling als minder
uitdagend worden ervaren.
 Opdrachten (theorie) naar behoren uitvoert en inlevert
 Op een redelijk zelfstandige wijze een activiteit kan starten en uitvoeren; Waarbij de
leerling soms gestimuleerd moet worden.
 Op een positieve manier kan functioneren in (vaak vrienden-) groepjes.
 Helpt bij het klaarzetten en opruimen van materialen als de docent daarom vraagt.
Een leerling krijgt de kwalificatie Goed voor werkhouding als hij/zij:
 10 minuten na de bel in de zaal of op het sportveld aanwezig is en direct start met een
activiteit (“inballen”).
 De gymspullen altijd in orde heeft.
 Zelfstandig, actief en op een positieve manier deelneemt aan de lessen LO
 Bewust en gedreven is om zich te verbeteren.
 Deze instelling ook laat zien bij voor deze leerling minder uitdagende activiteiten
 Opdrachten (theorie) op een hoog niveau uitvoert en altijd op tijd inlevert.
 Zonder enige vorm van inbreng van de docent zelfstandig een activiteit kan starten en
uitvoeren en daarbij medeleerlingen kan stimuleren.
 Op motiverende manier kan functioneren in verschillende groepjes (niveau, interesse)

Zelf initiatief neemt bij klaarzetten en opruimen van materialen.
~ 42 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
DEEL B
HET PROFIELDEEL
+ keuze-examenvakken
aardrijkskunde
biologie
economie
Frans
geschiedenis
informatica
kunstvak beeldende vormgeving
management en organisatie
natuurkunde
scheikunde
wiskunde A
wiskunde B
wiskunde C
~ 43 ~
Atheneum-5
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
AARDRIJKSKUNDE (Profieldeel / Keuze-examenvak)
Examentoetsen:
ET 1
Periode/planning:
Moment van afname: et-week 8
09-2014 tot 02-2015
Onderwerp/leerstofblok:
Aarde: Klimaatvraagstukken en Wereld: Arm en rijk.
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Tijdsduur toets:
Herkansing:
Schriftelijk
2
100 m.
ja
Hulpmiddelen: conform basislijst CSE
Domein: C2 (SE) en B2 (SE)
ET 2
Periode/planning:
Moment van afname: et-week 26
02-2015 tot 07-2015
Onderwerp/leerstofblok:
Gebieden: Zuidoost Azië actueel en Zuidoost Azië in beeld.
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Tijdsduur toets:
Herkansing:
Schriftelijk
2
100 m.
ja
Hulpmiddelen: conform basislijst CSE
Domein: D1 (CSE) en D2 (SE)
Praktische opdracht:
PO 1
Periode/planning:
1e trimester 2014-2015
Onderwerp/leerstofblok:
Geografisch onderzoek in de eigen omgeving.
Soort toetsing: variabel
Wegingsfactor:
1
Hulpmiddelen: nvt
~ 44 ~
Moment van afname: nvt
Tijdsduur toets:
Herkansing:
n.v.t.
nee
Domein: A2 en E2
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
BIOLOGIE (Profieldeel / Keuze-examenvak)
Examentoetsen:
ET 1
Periode/planning:
Moment van afname:
week 36 t/m week 7
Week 8
Onderwerp/leerstofblok:
Biologie Nectar 5 vwo hoofdstuk 9 t/m 13
Soort toetsing: Schriftelijk,
Wegingsfactor:
Tijdsduur toets: Herkansing:
open/gesloten vraagstelling
1
100 min.
ja
Hulpmiddelen: Géén
Domein D3, E4, E5
ET 2
Periode/planning:
Moment van afname:
week 10 t/m week 25
Week 26
Onderwerp/leerstofblok:
Biologie Nectar 5 vwo hoofdstuk 14 t/m 16
Soort toetsing:
Wegingsfactor: Tijdsduur toets:
Herkansing:
Schriftelijk,
1
100 min.
ja
open/gesloten vraagstelling
Hulpmiddelen: Géén
Domein D4, E4
Praktische opdrachten:
PO 1
Periode/planning:
Moment van afname:
rond week 36 t/m 50
rond week 37-39
Onderwerp/leerstofblok:
Biologie Nectar vwo 5 hoofdstuk 9
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Tijdsduur toets:
Herkansing:
Snijpracticum hart,
1
5 uur
nee
practicum, presentatie
Hulpmiddelen: Binas
Domein: A
PO 2
Periode/planning:
Moment van afname:
rond week 20 t/m 24
rond week 24
Onderwerp/leerstofblok:
Practicum bij Biologie Nectar vwo 5 hoofdstuk 12 t/m 16
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Tijdsduur toets:
Herkansing: nee
Eigen practicum
1
5 uur
ontwerpen en uitvoeren.
Hulpmiddelen: Geen
Domein: A
~ 45 ~
Studiegids 2e fase
ECONOMIE
2014 - 2015
Atheneum-5
(Profieldeel / Keuze-examenvak)
Examen toetsen:
ET 1
Periode/planning:
t/m week 7
Onderwerp/leerstofblok:
Levensloop (ce)
Vraag en aanbod (ce)
Marktgedrag (ce)
Monetaire zaken (se)
Experimenten (se)
Soort toetsing:
Moment van afname:
week 8
Wegingsfactor: Tijdsduur toets: Herkansing:
1
100 min.
ja
Hulpmiddelen:
grafische rekenmachine NIET toegestaan
“gewone”rekenmachine toegestaan!
ET 2
Periode/planning:
t/m week 25
Onderwerp/leerstofblok:
Arbeidsmarkt (ce)
Mobiliteit (ce)
gedragseconomie (se)
Experimenten (se)
Soort toetsing:
Moment van afname:
week 26
Wegingsfactor: Tijdsduur toets: Herkansing:
1
100 min.
Hulpmiddelen:
grafische rekenmachine NIET toegestaan
“gewone”rekenmachine toegestaan!
~ 46 ~
ja
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
FRANS (Profieldeel / Keuze-examenvak)
Handelingsdelen:
HD 1
Periode/planning:t/m week 17
Onderwerp/leerstofblok:
2 boeken lezen of literaire films kijken + verwerkingsopdracht uitvoeren.
Soort toetsing:
Wegingsfactor: Tijdsduur
Herkansing: n.v.t.
HD
n.v.t.
toets: n.v.t.
Hulpmiddelen: Géén
Domein: E : Literatuur
~ 47 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
GESCHIEDENIS (Profieldeel / Keuze-examenvak)
Examentoetsen:
ET 1
Periode/planning:
week 36 t/m week 7
Onderwerp/leerstofblok:
Oriëntatiekennis
Soort toetsing: ET
Wegingsfactor:
1
Hulpmiddelen: Géén
Moment van afname: week 8
Tijdsduur toets:
100 min.
Domein: A + B
ET 2
Periode/planning:
week 8 t/m week 25
Onderwerp/leerstofblok:
Staatsinrichting
Soort toetsing: ET
Wegingsfactor:
1
Hulpmiddelen: Géén
Herkansing: ja
Moment van afname: week 27
Tijdsduur toets:
100 min.
Domein: A + D
~ 48 ~
Herkansing: ja
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
INFORMATICA + bijlage (Profieldeel / Keuze-examenvak)
Examentoetsen:
ET 1:
Periode/planning:
Week 36 - 4
Onderwerp/leerstofblok:
Sbu’ s: 70
Moment van afname:
week 8
Deel 1: Module 1 en 2
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Schriftelijk
1
Hulpmiddelen: geen
Tijdsduur toets:
Herkansing: ja
100 min.
Domein: A, B, C
ET 2:
Periode/planning:
week 5 - 25
Onderwerp/leerstofblok:
Sbu’ s: 70
Deel 1: Module 3 en 4
Soort toetsing:
Schriftelijk
Hulpmiddelen: geen
Moment van afname:
Week 26
Wegingsfactor:
1
Tijdsduur toets:
Herkansing: ja
100 min.
Domein: A, B, C
Praktische opdrachten:
PO 1:
Periode/planning:
29 sept / 23 nov 2014
Onderwerp/leerstofblok:
Sbu’ s: 60
Website bouwen
Soort toetsing:
werkstuk
Hulpmiddelen: PC
Moment van afname:
Week 40 - 47
Wegingsfactor:
1
~ 49 ~
Tijdsduur toets:
n.v.t.
Domein: B
Herkansing: nee
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
Vervolg INFORMATICA + bijlage (Profieldeel / Keuze-examenvak)
Praktische opdrachten:
PO 2:
Periode/planning:
2 maart – 15 mei 2015
Onderwerp/leerstofblok:
Sbu’ s: 60 / 70
Programmeren
Soort toetsing:
werkstuk
Hulpmiddelen: PC
Moment van afname:
Week 10 - 20
Wegingsfactor:
1
Tijdsduur toets:
n.v.t.
Domein: B
Herkansing: nee
Bijlage
Programma van toetsing en afsluiting voor het vak informatica
Het vak informatica bestaat uit de volgende domeinen:
A.
Informatica in perspectief
B.
Basisbegrippen en vaardigheden
C.
Systemen en hun structurering
D.
Toepassingen in samenhang
De totale studielast bedraagt 440 sbu, 273 in VWO-5 en 167 in VWO-6.
De methode die we gebruiken is ‘Fundament Informatica’ van uitgeverij lnstruct.
Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen
Het schoolexamen bestaat uit een examendossier met de volgende onderdelen:
•
Eindexamentoetsen.
Vijf eindexamentoetsen bestaande uit open en/of gesloten vragen, waarvan twee in het
voorexamenjaar en drie in het examenjaar. Elke toets telt voor één vijfde mee voor dit
onderdeel. De toetsen tellen gezamenlijk voor 50% mee voor het SE cijfer.
•
Praktische opdrachten.
Drie praktische opdrachten, waarvan twee in VWO-5 en één in VWO-6.
Elke opdracht telt voor één derde mee voor dit onderdeel.
De opdrachten tellen gezamenlijk voor 50 % mee voor het SE cijfer.
Er zullen voor de te behandelen stof, verdeeld in modules en hoofdstukken, nadere aanwijzingen
gegeven worden, o.a. via studiewijzers. Ook zal er gebruik worden gemaakt van diverse programma’s,
websites en boeken voor de praktische opdrachten.
~ 50 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
KUNSTVAK BEELDENDE VORMGEVING (profieldeel / keuze-examenvak)
Examen toetsen:
ET 1
Periode/planning:
Moment van afname:
week 36 t/m 6
week 8
Onderwerp/leerstofblok:
Kunst BV •Toets: Beeldende Vormgeving Algemeen
Globale algemene kennis; de betekenis van beeldend werk, de vormgeving.
Reader blz. 3 t/m 18
Vorm. De beeldende middelen; lijn, vorm, kleur, compositie. Reader blz. 20 t/m 44
Toelichting: Theorie: reader via docent.
Soort toetsing:
Schriftelijk, open vragen
Wegingsfactor
:
1
Hulpmiddelen: géén, eventueel potloden
Tijdsduur toets:
50 min.
Herkansing:
ja
Domein: A Vaktheorie (A1
onderzoeken, interpreteren beeldend
werk van anderen)
ET 2
Periode/planning:
Moment van afname:
week 11 t/m 26
week 26
Onderwerp/leerstofblok:
Kunst BV •Toets: Analyse beeldend werk via vorm en functie. Reader blz. 8 t/m 11
Kunst
De betekenis van beeldend werk, de vormgeving, de functie. Reader blz. 20 t/m 67
De beeldende middelen; lijn, vorm, kleur, compositie, licht, ruimte en textuur.
Het Modernisme. Reader blz. 69 t/m 74
Algemeen •Toets: Burgerlijke cultuur van Nederland & Romantiek en Realisme
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Schriftelijk, open vragen
2
n.a.v. digitale beelden
Hulpmiddelen: géén, eventueel potloden
computerprogramma met beeldmateriaal
~ 51 ~
Tijdsduur toets: Herkansing:
100 min.
ja
Domein: A Vaktheorie (A1
onderzoeken, interpreteren
beeldend werk van anderen)
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
Vervolg KUNSTVAK BEELDENDE VORMGEVING (profieldeel / keuze-examenvak)
Practische opdrachten:
PO 1
Periode/planning:
week 36 t/m 42
Onderwerp/leerstofblok:
Moment van afname:
week 42
•ELEMENTEN (beeldaspecten, technieken, materialen, proces)
• korte opdrachten, verschillende technieken, korte procesduur.
Toelichting: Opdrachten uit werkboek maken, inclusief bijhouden reflectie in map en
opdrachtenstencils.
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
werkstukken
1
Hulpmiddelen: werkboek,
onderzoeksmateriaal, tekenkist, verf
PO 2
Periode/planning:
week 44 t/m 50
Onderwerp/leerstofblok:
Tijdsduur toets:
Herkansing:
n.v.t
nee
Domein: A Vaktheorie (A3 proces en
evaluatie), B Praktijk (proces en
uitvoering)
Moment van afname:
week 50
• BEELDASPECTEN: opdrachten in relatie met lijn en vorm, onderzoek inspiratie mogelijkheden
• Filosofie onderzoek naar de waarde van kunst, hieraan verbonden een interpretatie opdracht.
• Fotografie als verhalend medium.
Aanvullend;
Opbouw en weging van de PO; (voor)onderzoek (4x), (eind)werkstuk (6x), bronnen (1x), portfolio
(2x), proces (3x).
Je portfolio is een neerslag van je werk en denkproces in zowel je map als je reflectie in je
opdrachtenstencils.
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
werkstukken
1
Hulpmiddelen: werkboek,
onderzoeksmateriaal, tekenkist, verf,
stiften,
Tijdsduur toets:
Herkansing:
n.v.t
nee
Domein: A Vaktheorie (A2 relatie eigen
werk versus werk van andere
kunstenaars, A3 proces en evaluatie),
B Praktijk (proces en uitvoering)
~ 52 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
Vervolg KUNSTVAK BEELDENDE VORMGEVING (profieldeel / keuze-examenvak)
Practische opdrachten:
PO 3
Periode/planning:
week 2 t/m 11
Onderwerp/leerstofblok:
Moment van afname:
week 11
• DE CONSTRUCTIE (architectuur, bouwvormen, structuur, perspectief etc)
• Een serie onderzoeken met afsluitend een perspectief presentatie en 3d product ontwerp.
• Beeldaspecten: museumbezoek 22 jan. met analyse opdracht rond vorm en functie.
Aanvullend; Opbouw en weging van de PO; (voor)onderzoek (4x), (eind)werkstuk (6x), bronnen (1x),
portfolio (2x), proces (3x).
Je portfolio is een neerslag van je werk en denkproces in zowel map als in je opdrachtenstencils.
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
werkstukken
2
Hulpmiddelen: werkboek,
onderzoeksmateriaal, tekenkist, verf,
keuze materiaal 3d werk
Tijdsduur toets: Herkansing:
n.v.t
nee
Domein: A Vaktheorie (A2 relatie eigen
werk versus werk van andere
kunstenaars, A3 proces en evaluatie), B
Praktijk (proces en uitvoering), C
Oriëntatie op studie en beroep
PO 4
Periode/planning:
week 12 t/m 25
Onderwerp/leerstofblok:
Moment van afname:
week 25
• BEELDASPECTEN: opdrachten in relatie tot de hedendaagse beeldcultuur,
onderzoek en verwerking in een schilderij.
• Modernisme opdracht, lijn en vorm
• KUNST NAAR KUNST
• Een serie onderzoeken naar het werk van andere kunstenaars afsluitend met eigen werk.
Opbouw en weging van de PO; (voor)onderzoek (4x), (eind)werkstuk (6x), bronnen (1x), portfolio
(2x), proces (3x).
Je portfolio is een neerslag van je werk en denkproces in zowel dummy als in je opdrachtenstencils.
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
werkstukken
2
Hulpmiddelen: werkboek,
onderzoeksmateriaal, tekenkist, verf,
keuze materiaal 3d werk
Tijdsduur toets: Herkansing:
n.v.t
n.v.t.
Domein: A Vaktheorie (A2 relatie eigen
werk versus werk van andere
kunstenaars, A3 proces en evaluatie),
B Praktijk (proces en uitvoering)
~ 53 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
MANAGEMENT EN ORGANISATIE (Profieldeel / Keuze-examenvak)
Examentoetsen:
ET 1
Periode/planning:
Moment van afname: week 8
week 35 t/m week 6
Onderwerp/leerstofblok:
De Vereniging en de Stichting
De Eenmanszaak 1
Marketing
Soort
Wegingsfactor: 1 Tijdsduur toets:
Herkansing: ja
toetsing: ET
100 min.
Hulpmiddelen: rekenmachine
Domein:
A vaardigheden
C financiering van activiteiten
D marketingbeleid
ET 2
Periode/planning:
week 9 t/m week 26
Onderwerp/leerstofblok:
De Eenmanszaak 1
De Eenmanszaak 2
Personeel en Organisatie
Soort
Wegingsfactor: 1
toetsing: ET
Hulpmiddelen: rekenmachine
Moment van afname: week 26
Tijdsduur toets: Herkansing: ja
100 min.
Domein:
A vaardigheden
C financiering van activiteiten
B interne organisatie en personeelsbeleid
~ 54 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
NATUURKUNDE (Profieldeel / Keuze-examenvak)
Examentoetsen:
ET 1:
Periode/planning:
Moment van afname:
week 8
Onderwerp/leerstofblok:
Vwo 5 NOVA
hoofdstuk 8: Trillingen en golven
hoofdstuk 9: Elektromagnetische straling en materie
hoofdstuk 10: Medische beeldvorming
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Tijdsduur toets:
Herkansing:
Schriftelijk, open vragen
1
100 min.
ja
Hulpmiddelen:
Domein:
e
B1: Informatieoverdracht
BINAS (5 druk) en een grafische
E2: Elektromagnetische straling en materie
rekenmachine
B2: Medische beeldvorming
A: Vaardigheden
ET 2:
Periode/planning:
Moment van afname:
week 26
Onderwerp/leerstofblok:
Vwo 5 NOVA
hoofdstuk 7: Elektrische en magnetische velden
hoofdstuk 10: Medische beeldvorming
hoofdstuk 11: Stofeigenschappen
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Tijdsduur toets:
Herkansing:
Schriftelijk, open vragen
1
100 min.
ja
Hulpmiddelen:
Domein:
e
D2: Elektrische en magnetische velden
BINAS (5 druk) en een grafische rekenmachine
B2: Medische beeldvorming
E1: Eigenschappen van stoffen en
materialen
A: Vaardigheden
~ 55 ~
Studiegids 2e fase
Vervolg NATUURKUNDE
2014 - 2015
Atheneum-5
(Profieldeel / Keuze-examenvak)
Praktische opdracht:
PO
Periode / planning:
Moment van afname: Week 1 t/m
22
Onderwerp/leerstofblok:
In de loop van het jaar heb je kunnen trainen in verschillenden vaardigheden:
a. Het gebruik van verschillende meetinstrumenten.
b. Het bedenken van een hoofdvraag (onderzoeksvraag) en deelvragen.
c. Uitleggen hoe je aan een formule kunt zien met welk verband je te maken hebt:
evenredig, lineaire, kwadratisch, omgekeerd evenredig enz..
Zonodig een “coördinaten transformatie” uitvoeren zodat een niet lineair
verband wordt omgezet in een wel lineair verband.
d. Bedenken hoe je door metingen de informatie kunt vinden om je deelvraag te
beantwoorden.
e. Het verwerken van je meetgegevens met de computer en het vinden van een
wiskundige verband tussen de onderzochte grootheden.
f. Het trekken van conclusies.
g. Het schrijven van een verslag.
Bij deze praktische opdracht krijg je een onderwerp op. Je bedenkt zelf de
onderzoeksvraag, de deelvragen en de proefopstelling.
Soort toetsing: Wegingsfactor: 1
Tijdsduur
Herkansing: nee
Verslag
toets: n.v.t.
Hulpmiddelen: Geen beperkingen
Domein: A en I
~ 56 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
SCHEIKUNDE (Profieldeel / Keuze-examenvak)
Examentoetsen:
ET 1
Periode/planning:
Moment van afname:
week 36 t/m 6
week 8
Onderwerp/leerstofblok:
Alle hieronder genoemde onderwerpen gelden voor het CE, tenzij anders staat
aangegeven.
Chemie VWO, deel 1 hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 6
Soort toetsing:
Wegingsfactor: Tijdsduur toets: Herkansing:
ET
1
100 min.
ja
Hulpmiddelen:
Domein:
Binas 5e druk Grafische rekenmachine
B, C, E, F, G
ET 2
Periode/planning:
Moment van afname:
week 9 t/m week 26
week 26
Onderwerp/leerstofblok:
Alle hieronder genoemde onderwerpen gelden voor het CE, tenzij anders staat
aangegeven.
Chemie VWO, deel 1 hoofdstuk 7, 8
Chemie VWO, deel 2 hoofdstuk 9, 12
Soort toetsing:
Wegingsfactor: Tijdsduur toets: Herkansing:
ET
1
100 min.
ja
Hulpmiddelen:
Domein:
e
Binas 5 druk Grafische rekenmachine
A, B, C, D, E, F
Praktische Opdracht:
PO 1
Periode/planning:
week 45 t/m 48
Onderwerp/leerstofblok:
Wordt in nader overleg vastgesteld.
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
PO
1
Hulpmiddelen: géén
Moment van afname:
n.v.t.
Tijdsduur toets: Herkansing:
n.v.t.
nee
Domein: A
~ 57 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
WISKUNDE A (Profieldeel / Keuze-examenvak)
Examentoetsen:
ET 1
Periode/planning:
Moment van afname: week 8
week 41 t/m week 6
Onderwerp/leerstofblok:
Deel vwo AC 2-H8 “De Normale verdeling” CE
Deel vwo A 3-H9 “Rijen en goniometrie” CE
Keuzeonderwerp: “Grafen en matrices” SE
Soort toetsing:
Wegingsfactor: 1 Tijdsduur toets:
Herkansing: ja
open
100 min.
Hulpmiddelen: Grafische rekenmachine
Domein: Fa, Cg en G
ET 2
Periode/planning:
Moment van afname: week 26
week 12 t/m week 26
Onderwerp/leerstofblok:
Deel vwo A 3-H10 “Allerlei functies” CE
Deel vwo A 3-H11 “Kansverdelingen” CE
Examenopgaven redeneren en exponentiële functies CE
Soort toetsing:
Wegingsfactor: 1 Tijdsduur toets:
Herkansing: ja
open
100 min.
Hulpmiddelen: Grafische rekenmachine
Domein: A5, Bg en Fa
Praktische opdrachten:
PO
Periode/planning:
Moment van afname:
week 46
vrijdag 14 nov. 2014
Onderwerp/leerstofblok:
Wiskunde A-lympiade:
Groepswerk (4 personen)
Opdracht verzorgd door het Freudenthal Instituut (RU Utrecht)
Soort toetsing: Wegingsfactor: 1
Tijdsduur toets:
Herkansing: nee
open
7 sbu
Hulpmiddelen: Grafische rekenmachine,
Domein: A
Wiskunde-boeken, evt. computer met internet
~ 58 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
WISKUNDE B (Profieldeel / Keuze-examenvak)
Examentoetsen:
ET 1
Periode/planning:
Moment van afname: week 8
week 45 t/m week 7
Onderwerp/leerstofblok:
Deel vwo B 2-H7 “Differentiaalrekening” CE
Deel vwo B 3-H9 “Exponentiële en logaritmische functies” CE
Keuzeonderwerp “Kansrekening” SE
Soort toetsing: Wegingsfactor: Tijdsduur toets:
Herkansing: ja
open
1
100 min.
Hulpmiddelen: Grafische rekenmachine
Domein: Bb, Bg en F
ET 2
Periode/planning:
Moment van afname: week 26
Week 13 t/m week 25
Onderwerp/leerstofblok:
Deel vwo B 2-H6 “Goniometrische functies” CE
Deel vwo B 3-H10 “Integraalrekening” CE
Deel vwo B 3-H11 “Goniometrie en beweging” CE
Soort toetsing: Wegingsfactor:
Tijdsduur toets:
Herkansing: ja
open
1
100 min.
Hulpmiddelen: Grafische rekenmachine
Domein: Bb en Db
Praktische opdrachten:
PO
Periode/planning:
Moment van afname:
week 46
vrijdag 14 nov 2014
Onderwerp/leerstofblok:
Wiskunde B-dag:
Groepswerk (4 personen)
Opdracht verzorgd door het Freudenthal Instituut (RU Utrecht)
Soort toetsing: Wegingsfactor:
Tijdsduur toets:
Herkansing: nee
open
1
7 sbu
Hulpmiddelen: Grafische rekenmachine,
Domein: A
Wiskunde-boeken, evt. computer met internet
~ 59 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
WISKUNDE C (Profieldeel / Keuze-examenvak)
Examentoetsen:
ET 1
Periode/planning:
Moment van afname: week 8
week 42 t/m week 7
Onderwerp/leerstofblok:
Deel vwo AC 2-H8 “De Normale verdeling” CE
Deel vwo C 3-H9 “Rijen” CE
Deel vwo C 3-H12 “Grafieken en matrices” SE
Soort toetsing:
Wegingsfactor: Tijdsduur toets:
Herkansing: ja
open
1
100 min.
Hulpmiddelen: Grafische rekenmachine Domein: Fa, Cg en Ea
ET 2
Periode/planning:
Moment van afname: week 26
week 12 t/m week 26
Onderwerp/leerstofblok:
Deel vwo C 3-H10 “Kansverdelingen” CE
Deel vwo C 3-H11 “Allerlei functies” CE
Deel vwo C 4–H13,§13.4-6 “”Logaritmen” CE
Examenopgaven redeneren en exponentiële functies CE
Soort toetsing:
Wegingsfactor: Tijdsduur toets:
Herkansing: ja
open
1
100 min.
Hulpmiddelen: Grafische rekenmachine Domein: A5, Bg en Fa
Praktische opdrachten:
PO
Periode/planning:
week 46
Moment van afname:
vrijdag 14 november
2014
Onderwerp/leerstofblok:
Wiskunde A-lympiade:
Groepswerk (4 personen)
Opdracht verzorgd door het Freudenthal Instituut (RU Utrecht)
Soort toetsing:
Wegingsfactor: Tijdsduur toets:
Herkansing: nee
open
1
7 sbu
Hulpmiddelen: Grafische rekenmachine,
Domein: A
Wiskunde-boeken, evt. computer met internet
~ 60 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
DEEL C
Atheneum-5
HET VRIJE DEEL
1. KEUZE EXAMENVAKKEN: ZIE DEEL B, het profieldeel
2. SCHOOLGEBONDEN DEEL
-
godsdienst/levensbeschouwing (zie deel A, het gemeenschappelijk deel)
-
rekenen
-
bufferactiviteit
-
oriëntatie op vervolgopleiding
~ 61 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
REKENEN
Handelingsdelen:
HD
Periode/planning:
Moment van afname: oktober/
Trimester 1
november
Onderwerp/leerstofblok:
Rekenen, gehele stof die in A4 behandeld is
Soort toetsing: Wegingsfactor: Tijdsduur toets:
Herkansing: ja
schriftelijk
1
max 2 lesuren
Hulpmiddelen: pen en papier, bij sommige opgaven rekenmachine
~ 62 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
BUFFERDEEL (schoolgebonden)
Handelingsdelen:
HD
Periode/planning:
gehele cursusjaar
Onderwerp/leerstofblok:
Zie toelichting.
Soort toetsing:
n.v.t.
Hulpmiddelen:
Wegingsfactor:
n.v.t.
Moment van afname: n.v.t.
Tijdsduur
toets: n.v.t.
Herkansing: n.v.t.
Domein:
Na aftrek van de studiebelastingsuren uit het Vrije Deel blijft voor elke leerling een restant sbu's
over. Dit nader in te vullen aantal sbu's wordt het bufferdeel genoemd en wordt ingevuld met
activiteiten. Deze activiteiten hebben een link met het onderwijs op het VLC en kunnen een
waardevolle aanvulling zijn op je schoolloopbaan. Je mentor ziet erop toe dat je één of meer
bufferactiviteiten onderneemt.
Het handelingsdeel Bufferactiviteit moet met een positief resultaat worden afgesloten en maakt
onderdeel uit van de overgangsnormen in de bovenbouw.
Elke activiteit wordt begeleid door een docent of een afdelingsleider. Deze begeleider houdt
toezicht op de juiste afhandeling van de activiteit en bepaalt wie wordt toegelaten tot deze
activiteit.
Hieronder volgt een lijst van mogelijke activiteiten. Voor sommige activiteiten is een beperkt aantal
plaatsen beschikbaar. Hiervoor geldt “vol is vol” De onderstaande lijst is niet volledig. Je mag zelf
ook activiteiten voordragen als invulling voor je bufferdeel. Mevrouw Van der Vlist, mevrouw
Klijnhout of de decanen beslissen of zo'n activiteit als bufferdeel invulling geldt.
Omdat het bufferdeel een zekere omvang heeft van circa 20 sbu’s zal een leerling in de praktijk
soms aan meerdere activiteiten dienen deel te nemen.
Voorbeelden van gewone Bufferactiviteiten en de begeleiders

Lid van de leerlingenraad (mw. Wijnholds)

Lid van de feestcommissie (mw. Koppert)

Lid van de techniekcommissie (mw.Keizer)

Lid van de sportcommissie (dhr. Bosman)

Lid van de cultuurcommissie(mw. Smit)

Lid van de schoolkrantredactie (mw. Klijnhout)

Lid van de sollicitatiecommissie (mw. Bruggeman)

Assistentie en organisatie van de reli-dag en schrijfactie voor Amnesty International (mw. Van
Valkenburg)

Deelnemen aan een stoomcursus (VWO-5) aan een universiteit (mw. van Berkel)

Deelnemen aan een aansluitingsmodule (Univ. Leiden), een webclass (UvA), een
masterclass(VU) o.i.d. (mw. van Berkel)

Deelnemen aan de Taalolympiade georganiseerd door universiteit Leiden. (mw. van Berkel)

Organisatie presentatie Profielwerkstukken en Profielwerkstuk Award (inschrijving hiervoor in
de voor- examenklas) (mw.Keizer)

Deelnemen en in VWO-5 afsluiten van bufferdeel Praktijk Drama (mw. van Basten)

Deelnemen en in VWO-5 afsluiten van bufferdeel Praktijk Beeldende Vorming (mw. van Kester)

Zelfstandig bestuderen van een extra vak in VWO-5 (vakdocent)

Voorbereiden en organisatie van de Sinterklaasviering (mw. Klijnhout/mw. Wijnholds)

Leerling bemiddelaar (mw. Koppert)

Leerling mentoraat ten behoeve van onderbouw leerlingen. In totaal geef je minstens 15 uur
ondersteuning aan één of meer leerlingen (dhr. Muires)
~ 63 ~
Studiegids 2e fase






2014 - 2015
Atheneum-5
Leerling mentoraat ten behoeve van bovenbouw leerlingen In totaal geef je minstens 15 uur
ondersteuning aan één of meer leerlingen (afdelingsleider)
Ondersteuning organisatie bij schoolavonden, bijv. open dag, muziekavond, toneelvoorstelling
en feestavonden (afdelingsleider)
Begeleiding Sportinstuif gedurende één schooljaar (dhr. Reijnierse)
Snoep route begeleiding (mw.Keizer)
Assistentie bij schoolboekenorganisatie (mw. Smit/rector)
Cambridgeprogramma.
Steractiviteit
Een belangrijke en bijzondere schoolactiviteit wordt aangeduid met “steractiviteit”. Een activiteit
heet steractiviteit als je meerdere leerjaren daaraan deelneemt. Zo'n activiteit vraagt meer tijd en
energie. Aan het eind van je schoolloopbaan ontvangt je een certificaat van het VLC, waarop staat
aangegeven aan welke steractiviteit je hebt deelgenomen. Vervolgopleidingen kunnen waarde
hechten aan zo'n certificaat.
Voorbeelden van Steractiviteiten en de begeleiders

Voorzitter van de leerlingenraad (mw. Wijnholds)

Voorzitter van de feestcommissie (mw. Koppert)

Voorzitter van de techniekcommissie (mw.Keizer)

Voorzitter van de sportcommissie (dhr. Bosman)

Hoofdredacteur van de schoolkrant (mw. Klijnhout)

Lid van medezeggenschapsraad (mw. Bruggeman)

Lid van een commissie gedurende drie jaar voor het VWO (mw.Klijnhout)

Lid van een commissie gedurende drie jaar voor het VWO (mw.Klijnhout)

Lid van een commissie gedurende twee jaar voor het HAVO (mw. Van der Vlist)

Deelnemen aan het Comenius Project gedurende meerdere jaren (mw. Smit)

Deelnemen aan het PRE University College van de universiteit Leiden (mw. van Berkel)

Deelnemen aan het LAPP-Top programma van de universiteit Leiden (mw. van Berkel)

Deelnemen aan een oriëntatie cursus van een Kunstacademie (mw. van Berkel)

Zelfstandig bestuderen en afsluiten van een extra vak

Deelnemen en in VWO-6 afsluiten van bufferdeel Praktijk Drama (mw. van Basten)

Deelnemen en in VWO-6 afsluiten van bufferdeel Praktijk Beeldende Vorming (mw. van Kester)
Maatschappelijke stage
Leerlingen kunnen maatschappelijke stage activiteiten als bufferdeel activiteiten opvoeren (bv.
trainen van een jeugdvoetbalelftal/helpen in een verzorgingshuis, onbetaald, e.d.). De leerling dient
deze activiteit vooraf te melden bij de MaS-coordinator (dhr. Jetten). Hij bepaalt of de activiteit als
MaS kan gelden en/of de omvang van de activiteit wel of niet voldoende is voor het vullen van het
gehele bufferdeel.
Aan deze MaS-activiteiten worden de volgende voorwaarden gesteld:
 De stage is onbetaald
 De stage is geen vervanger voor betaald werk
 De stage wordt doorgaans gelopen bij een non-profit organisatie
 De stage wordt doorgaans niet bij familie gelopen
 De “stage” wordt niet tijdens schooluren/lessen gelopen
 Op school moet bekend zijn waar en bij wie de stage gelopen wordt
 Op school moet de stage goedgekeurd zijn voordat je er aan begint
 Er moet een begeleider op de stageplaats bereikbaar zijn voor school en de leerling
~ 64 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
Organisatie
Het verwerken van de Bufferdeel activiteit gaat in 3 stappen.
Bij de start van het mentoraat in HAVO-4,Atheneum-4 en Atheneum-5 ontvangt de mentor voor elke
leerling een A4 snelhechter met formulier “activiteit in het Bufferdeel”.
1. In overleg met de mentor en de begeleider kiest de leerling een activiteit. Dit gebeurt in
september en na de kerstvakantie een 2e keer voor leerlingen die op dat moment nog geen
keuze hebben gemaakt. Voor sommige activiteiten is een beperkt aantal plaatsen
beschikbaar. Hiervoor geldt “vol is vol”. De leerling meldt zich zo spoedig mogelijk bij de
desbetreffende begeleider. Hij of zij bepaalt wie wordt toegelaten tot deze activiteit. De
begeleider zet zijn handtekening/paraaf in de rechterkolom onder het kopje “vóór de
activiteit”. De leerling bewaart het formulier in zijn portfolio.
2. Bij afronding van de activiteit laat de leerling het formulier door de begeleider aftekenen.
3. De mentor verwerkt dit handelingsdeel bufferdeel (bd) in SOM aan het eind van het
cursusjaar
Als de activiteit tot de Steractiviteiten behoort, levert de mentor na de afsluiting in het examenjaar
een kopie van het Bufferdeel formulier in.
~ 65 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
Atheneum-5
Oriëntatie op vervolgonderwijs (OVO)
De leerlingen krijgen vanaf september informatie via http://www.vlietlandcollege.dedecaan.net
In Atheneum-4 heb je je definitieve profiel gekozen.
OVO in vwo-5 is daarop het vervolg. Je zet opnieuw een volgende stap. Het stappenplan dat in
samenwerking met universiteiten en hogescholen is ontwikkeld, ga je verder doorlopen. Elke stap
brengt je dichter bij de keuze van een bij jouw interessen en capaciteiten passende
vervolgopleiding.
De stappen die je gaat doorlopen zijn: oriënteren, verkennen, verdiepen en de knoop doorhakken.
Bij elke stap horen activiteiten, die je in het verband met OVO kunt vastleggen in je portfolio. Met
behulp van Keuzeweb (zie decanensite) stel je het portfolio samen.
Bijvoorbeeld:
- je zoekt uit, welke opleidingen mogelijk zijn met het door jou gekozen profiel en de
invulling van de vrije ruimte;
- je verzamelt over die opleidingen informatie;
- daaruit maak je een keuze van voor jou interessante opleidingen bij het HBO en/of WO;
- je bezoekt open dagen e.d. om beter geïnformeerd te worden, praat met oudleerlingen, studenten, studievoorlichters;
- op grond daarvan neem je deel aan proefstuderen, meeloopdagen, snuffelstages;
- je kunt je inschrijven voor een aansluitingsmodule bij de verschillende universiteiten.
In Atheneum-4 was je vooral bezig met het oriënteren. In 5-vwo ben je hoofdzakelijk aan het
verkennen en verdiepen.
Je decaan en mentor begeleiden je bij het stappenplan. Als het goed gegaan is heb je de stappen
"Oriënteren" (fase1) en "Verkennen" (fase 2) afgerond en de resultaten daarvan genoteerd en
verzameld in je portfolio. Natuurlijk heb je ook deelgenomen aan algemene
voorlichtingsactiviteiten, zoals de Leidse Voorlichtingsavonden.
Nodig dus: informatie, het ontwikkelen van zelfkennis, voortdurend je bezinnen op de toekomst.
Via de site http://www.vlietlandcollege.dedecaan.net vind je onder het kopje KIEZEN “KEUZEWEB”
informatie en opdrachten. Alle opdrachten die bij keuzeweb staan ga je in de loop van dit
schooljaar bekijken en maken. Je kunt ook eenvoudig via het forum vragen stellen en een e-mail
sturen aan je decaan.
Wat wordt er van je verwacht
1 je onderzoekt in welke sectoren je geïnteresseerd bent.
2 je zoekt uit, welke opleidingen mogelijk zijn met het door jou gekozen profiel/vrije ruimte
3 je verzamelt over die opleidingen informatie;
4 je onderzoekt de verschillen tussen het HBO en het WO;
5 je bezoekt minstens 1 algemene voorlichtingsdag van een universiteiten en/of hogeschool,
maar meer mag ook. Van dat bezoek maak je een verslag in Keuzeweb.
6 je maakt alle opdrachten in Keuzeweb
Je krijgt in de loop van het jaar
 brochure voorlichtingsdagen WO van het VSNU.
 Informatie over de voorlichtingsactiviteiten.
 Het programma van de Leidse Voorlichtingsavonden in november.

overzicht van mogelijkheden van aansluitingsmodules, proefstuderen en meeloopdagen.
~ 66 ~
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Activiteitenoverzicht leerlingen
(v = verplicht/k = keuze)
ACTIVITEITENOVERZICHT LEERLINGEN
V/K
V
K
V
TAAK
Leerlingen maken een plan van voortgang in het kader van
OVO (met als uitgangspunt het al dan niet bereikte, aan
het einde van 4-vwo.

welke keuzes moeten (nog) gemaakt worden

welke vragen beantwoord

welke informatie verkregen

welke informatiemogelijkheden moeten daartoe
gebruikt worden

maken de opdrachten die bij KEUZEWEB VWO-5
staan.
mentor/decaan
decaan
Voor wie nog geen idee heeft:
Bezoek de Leidse Voorlichtingsavonden (planning via
programma + inlezen + verslag
Algemene voorlichtingsactiviteiten van HBO en/of
WO + verslag
Mentor/decaan
Bezoek minimaal 2 voorlichtingsactiviteiten HBO/WO
Na het bezoek aan algemene informatiebijeenkomsten,
zoals hierboven aangegeven moet het mogelijk zijn meer
specifiek naar bepaalde opleidingen te kijken en
informatie in te winnen.
Daarbij kun je denken aan:
- voorlichtingsactiviteiten van specifieke opleidingen
voorlichting op locatie
proefstuderen
meeloopdagen
meedoen met een aansluitingsmodule
een dag meelopen met een beroepsbeoefenaar
Mentor/decaan
Mentor/decaan
De decaan moet toestemming geven voor je afwezigheid,
dus vergeet niet een bezoekbriefje te halen.
V
In de maand mei en/of juni een beoordeling van de
opdrachten in Keuzeweb en een eindgesprek over de OVO
activiteiten van dit jaar.
~ 67 ~
decaan
Atheneum-5
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
DEEL D PROFIELWERKSTUK
~ 68 ~
Atheneum-5
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
PROFIELWERKSTUK
Handelingsdelen:
HD
Periode/planning:
Week 11 t/m week 28
Onderwerp/leerstofblok:
Moment van afname:
n.v.t.
- voorbereidingsfase, waaronder valt het verplicht bijwonen van de pwspresentatieavond op12 maart 2015
- werkplan opstellen
- zie hieronder tijdschema
Soort toetsing:
Wegingsfactor:
Tijdsduur toets:
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Hulpmiddelen: o.a. handleiding profielwerkstuk
Herkansing: n.v.t.
Domein:
2. Profielwerkstuk (zie hfdst. 2, § 8.5)
Wat is een profielwerkstuk (PWS)?
Een PWS kun je vergelijken met een grote praktische opdracht. Elke leerling moet in de 2e fase een
pws voor een profielvak maken. Dit gebeurt in VWO-5 én VWO-6. Je moet een zgn. groot vak kiezen
(minimaal 440 sbu’s). Bij Nederlands en de moderne vreemde talen geldt dat je een onderzoek doet
naar een taalkundig of literair onderwerp. Het pws is een onderdeel van het examendossier.
Rond de voorjaarsvakantie in VWO-5 (zie tijdschema) ontvang je een uitgebreide handleiding voor
het maken van een pws. In elk hoofdstuk van deze handleiding wordt ingegaan op wat er van je
verwacht wordt en hoe je het werk het beste kunt aanpakken.
Op Het Vlietland College hebben we de volgende afspraken over het pws gemaakt:
 Voor het pws heb je (per leerling) 80 studielasturen. Deze sbu’s worden in mindering
gebracht op het schoolgebonden deel.
 Je maakt het pws in een tweetal. Op verzoek mag je het profielwerkstuk ook alleen maken,
mits daar voldoende begeleiding voor is. Direct na de voorlichting, die na de
voorjaarsvakantie gepland is, worden de koppels gevormd en het vak gekozen.
 De keuze van het onderwerp is in principe vrij. Natuurlijk kan het door jou gekozen
onderwerp op vakinhoudelijke gronden worden afgewezen. Het kan bijvoorbeeld te
makkelijk of te moeilijk zijn of er is te weinig materiaal over te vinden.
 Je maakt je pws onder begeleiding van een docent. Wie je begeleider zal zijn wordt snel na
de voorlichting bekend gemaakt. Deze docent zal ook jouw pws beoordelen.
 Bij de tussentijdse beoordelingen moet je telkens naast de nieuwe versie ter vergelijking
ook de eerder gecorrigeerde versie bij je begeleider indienen.
 Tijdens het werken aan je pws moet je een zgn. logboek bijhouden waarin je alles aantekent
wat van belang is voor de totstandkoming van je pws.
 Naast een schriftelijk verslag vindt er aan het eind een presentatie plaats van je pwst. Het
pws kan op allerlei manieren gepresenteerd worden bijvoorbeeld d.m.v. een mondelinge
presentatie. Je kunt ook denken aan een computerdemonstratie of het vertonen van video
opnamen of aan het maken van een maquette voorzien van toelichting, etc.
 Ieder is verantwoordelijk voor een deel van het pws. Het moet dus duidelijk zijn wie
verantwoordelijk is voor welk gedeelte van het pws.
~ 69 ~
Studiegids 2e fase


2014 - 2015
Atheneum-5
Bij het werken aan het pws hoort een tijdschema, waarin een stappenplan is opgenomen.
Het je houden aan dit stappenplan is belangrijk voor de waardering van je pws; eventuele
problemen worden voorgelegd aan de examencommissie (zie hfdst. 3 art. 2.9)
Voor je profielwerkstuk krijg je (in VWO-6) een cijfer. De wijze waarop dit cijfer tot stand
komt staat in de handleiding beschreven. Het cijfer voor je profielwerkstuk is een van de
cijfers waarmee het combinatiecijfer voor je eindlijst op je diploma wordt berekend (zie
hfdst. 3, art. 2.2.b).
Tijdschema pws 2014-2015
STAP
Atheneum-5
1
2
voor Atheneum- en Atheneum-6
WAT TE DOEN?
Planning
VOORBEREIDINGSFASE:
Introductieles week van 2/3
Voorbeeldpresentaties 19/3
Week 11
Inleveren keuzeformulier
Toewijzing vak en (voorlopige) begeleider
uiterlijk 23/3
24/3 – 27/3
3
Je denkt na over het onderwerp. Je bedenkt de
hoofdvraag en de deelvragen. Je bestudeert H2 en H3
van de handleiding. Je vult het voorlopige werkplan (=
plan van aanpak) in.
4
Je hoort of je hoofd- en deelvragen zijn goedgekeurd.
Zo niet dan herstel je de fouten. Je levert een
definitief werkplan in.
Beoordelingsmoment 1
Atheneum-6 ONDERZOEKSFASE:
Toewijzing definitieve begeleider
5
Je verzamelt, selecteert en ordent informatie.
Je beantwoordt de deelvragen en de hoofdvraag.
Met je begeleider heb je regelmatig gesprekken over
de voortgang.
Beoordelingsmoment 2
SCHRIJFFASE:
6
Je werkt het gevonden materiaal uit, je kiest een
presentatievorm en werkt deze uit.
Je levert de voorlopige (klad)versie van je pws in. Na
goedkeuring van je begeleider verder gaan, anders
herzien.
Beoordelingsmoment 3
7
Je levert na alle verbeteringen
de definitieve versie van het pws in op:
Beoordelingsmoment 4
8
Eindgesprek en beoordeling door begeleider;
Presentatie in aula of lokaal.
~ 70 ~
30/3 – 24/4
12/5 – 26/6
vrijdag 27 juni
Week 35
22/6 – 14/10
vrijdag 16 oktober
26/10 – 18/12
vrijdag 18 december
4-1 – 15/2
19 februari
uiterlijk 19
februari
in week 9 of 10:
29 febr. – 14 maart
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
HOOFDSTUK 5
NB.
Controleer altijd de actuele informatie op de website; data kunnen veranderd zijn.
Het jaarrooster: belangrijke data 2014-2015
19 - 9
22 - 9
schoolfeest – 1
informatieavond decaan en mentor
3 – 10
20 t/m 24 - 10
Leidens ontzet
herfstvakantie
11, 12,18, 19 - 11
14 – 11
voorlichtingsavonden vervolgopleidingen in Leiden (CSVB)
wiskunde A-lympiade / B-dag
3 - 12
8 – 12
11 - 12
11, 12 – 12
19 – 12
19 - 12
22 - 12 t/m 2 -1
TON-1: terug-op-niveau dag
ouderavond
JSL excursie biologie na 4e uur (o.v.)
proefstuderen Hogescholen Den Haag
kladversie PWS af
kerstactie/kerstviering
kerstvakantie
19 – 1
27 – 1
wisseling CKV/GL (geldt voor A5a en A5b)
contactouderavond
9 t/m 13 – 2
16 t/m 20 – 2
17 - 2 t/m 21 - 2
beschermde week
1e examentoets periode (indien nodig ook 13-2)
voorjaarsvakantie
2–3
9–3
10 – 3
11 - 3
11 - 3 t/m 24 - 3
12 – 3
17 – 3
start pws
mentoravond op afroep
herkansing et-periode
sportdag binnen
in deze periode rekentoets
bijwonen presentaties pws ATHENEUM6 (in de avond)
TON-2
2–4
3–4
27 - 4 t/m 8 - 5
bovenbouwfeest (o.v.)
Goede Vrijdag, leerlingen vrij (RVD*)
meivakantie
14, 15 - 5
25 - 5
27 - 5
27, 28 - 5
28 - 5 t/m 9 - 6
hemelvaart, leerlingen vrij (vrijdag RVD : docenten studiedag)
2e Pinksterdag lesvrij
sportdag buiten
schooltoneel
in deze periode herkansing rekentoets
4-6
11 - 6
19 - 6
15 -6 t/m 18 - 6
18 - 6
19 - 6
22 - 6 t/m 26 - 6
assistentie A5 bij sportdag klas 3
reserve sportdag 3e klas met assistentie van 5 ATHENEUM
beoordelingsmoment 1 PWS
beschermde week
TON-3
uiterste dag afronding hd
2e examentoetsperiode (en ook 19-6 indien nodig)
~ 71 ~
Studiegids 2e fase
2014 - 2015
26 -6
30 - 6
30 - 6 en 1 - 7
eindfeest In casa
publicatie cijfers et-2
bespreking examentoetsen/mentorgesprekken
3 - 7 o.v.
6-7
10 – 7
13 - 7 t/m 21 - 8
boeken inleveren
slotvergadering/eindrevisie
promotie/eindrapport
afsluiting schooljaar
zomervakantie
24 - 8
start ATHENEUM-6 schooljaar 2015 - 2016
*RVD = roostervrije dag, d.w.z. geen lesdag
~ 72 ~
Atheneum-5
Studiegids 2e fase
2014 – 2015
Atheneum-5
Appendix
Alfabetische afkortingen 2e fase
ANW
BSA
BV
BW
CE
CKV
CM
DR
EM
ET
GL
HBO
HD
KCC
LCV
LO
M&O
MA
MR
NG
NT
OVO
PO
PTA
PWS
SBU
SE
VC
VT
algemene natuurwetenschappen
bindend schooladvies
beeldende vormgeving
beschermde week
centraal examen
culturele kunstzinnige vorming
profiel Cultuur en Maatschappij
drama
profiel Economie en Maatschappij
examentoets
godsdienst en levensbeschouwing
hoge beroeps opleiding
handelingsdeel
klein combinatiecijfer
leerlingcommissie Vlietland College
lichamelijke opvoeding
profiel Management en Organisatie
maatschappijleer
medezeggenschapsraad
profiel Natuur en Gezondheid
profiel Natuur en Techniek
oriëntatie op vervolgopleiding
praktische opdracht
plan van toetsing en afsluiting
profielwerkstuk
studiebelasting uur
schoolexamen
gemiddeld voortgangscijfer (cijfer gebaseerd op toetsen die niet tellen
voor het schoolexamen)
voortgangstoets (toets waarvan het cijfer alleen geldt voor de bevordering,
niet voor het schoolexamen)
~ 73 ~