Is nachtcrème anders dan dagcrème?

DE VOLKSKRANT
MAANDAG 5 MEI 2014
17
Wetenschap
Oude Nederlandse ‘kleurenwaaier’ lag
onopgemerkt in Franse bibliotheek
‘Heel bijzonder’ noemen verrukte historici de ontdekking van een antiek
leerboek over waterverf. Het werk was onbekend bij Nederlandse kunsthistorici.
Van onze verslaggeefster
Rineke Voogt
amsterdam De staalkaart met verfkleuren bij de plaatselijke bouwmarkt
is er niets bij: alle denkbare tinten zijn
vertegenwoordigd in een tot voor kort
onbekend Nederlands boek. De kleurnamen, wellicht minder fantasierijk
dan die van de doorsnee moderne
kleurenwaaier, staan ernaast: broodzwart, wijnrankzwart, beenzwart,
mummiezwart.
Het boek, uit 1692, vertelt de lezer
welke kleuren de voorkeur verdienen
en in welke verhoudingen de pigmenten gemengd behoren te worden voor
het beste resultaat. Maar wie was die
beoogde lezer? En wie heeft het boek
geschreven?
De Leidse boekhistoricus Erik Kwakkel stuitte bij toeval op dit bijzondere
boek in een Franse gegevensbank. Opmerkelijk genoeg is het geschreven in
het Nederlands, maar totaal onbekend,
aldus Kwakkel. In de vakliteratuur die
hij doorvlooide vond hij er nergens een
verwijzing naar.
Het ruim 700 bladzijden tellende
werk met de titel De klaarlichtende spiegel der verfkunst is een 17de-eeuws leerboek over waterverf, ‘ter vermaak en
onderwijs voor onkundigen’. Links
staat de uitleg, rechts heeft de auteur,
een zekere A. Boogert, de kleuren zelf
minutieus aangebracht. Dat verklaart
meteen waarom het boek niet is gedrukt, maar met de hand geschreven:
de drukpersen waren natuurlijk niet
geavanceerd genoeg om al die prachtige kleuren op papier te krijgen.
‘Ik heb nog nooit zoiets gezien’, zegt
Kwakkel. Hij vermoedt dat het boek
uniek is. ‘Dit lijkt iets anders dan andere oude verfreceptenboeken: het
gaat niet zozeer over hoe de verf gemaakt moet worden, maar vooral over
de talloze verschillende kleuren die
men bij het schilderen kan gebruiken,
en hoe ze heten.
Het werk ziet er wat onbeholpen uit,
Bladzijde uit de index van het verfboek (links). Bladerend door dit kleurenpalet kon men een gewenste
kleur kiezen en er vervolgens meer informatie over opzoeken op het betreffende paginanummer. Rechts:
titelblad van het boekje met vlinder.
Foto e-corpus.org
‘Opeens zag ik al
die kleurtjes’
Erik Kwakkel Boekhistoricus
Foto WassinkLundgren
met die handgeschreven notities en
het rommelige titelblad. Het is dan ook
zeker niet door een kunstenaar geschreven, denkt Leidse kunsthistorica
Marion Boers. Toch lijkt het gemaakt
door iemand die wel degelijk verstand
van zaken had. ‘De auteur heeft flink in
het werk geïnvesteerd. De vlinder is bijvoorbeeld heel mooi.’
Dat zette Boers aan het denken: ‘Misschien is het boek wel geschreven door
een vrouw, want vooral dames deden
dat: bloemen en insecten schilderen.’
Of was auteur A. Boogert toch Adriaan
Boogert, die zoon van een regent uit
Delft? In ieder geval iemand uit de hogere kringen, en dat is ook waarvoor
het boek was bedoeld, denkt Boers.
‘Professionele schilders hadden dit
niet nodig. Geheime recepten werden
van meester op leerling overgedragen;
die vind je niet terug in een boek.’
Bovendien gaat dit over waterverf,
‘dus het kan nooit professioneel zijn
geweest, want beroepsschilders gebruikten olieverf’, zegt Boers. ‘Aquarelleren was echt iets voor rijke dames, die
met schilderen lieten zien dat ze beschaafde mensen waren. Het was toentertijd erg modieus om de wonderen
van Gods schepping op het doek te krijgen.’ Voor die stillevens was een grote
verscheidenheid aan kleuren nodig –
precies zoals in het boek.
De functie van het boek is te vergelijken met een staalkaart. Het laat zien
welke verfkleuren er zijn, en welke het
best kunnen worden gebruikt. Met de
kennis uit dit boek kon de amateurschilder naar de apotheek of schilderijenhandel om het pigment van zijn
keuze te bestellen. ‘Het boek is heel
praktisch bedoeld’, zegt Boers. ‘Er zijn
wel wat manuscripten waarin hetzelfde wordt gedaan, maar dit boek is
veel omvangrijker.’
Het boek zelf ligt in de Zuid-Franse
stad Aix-en-Provence in de bibliotheek.
Kwakkel wil er graag eens heen om het
met eigen ogen te aanschouwen. ‘En
vanwege de 12de-eeuwse handschriften, die daar ook liggen.’ Kwakkel ontdekte het boek dan ook terwijl hij op
onderzoek was bij de middeleeuwse
geschriften. ‘Vaak klik ik dan voor de
aardigheid nog een beetje door. En
toen zag ik opeens al die kleurtjes,’ vertelt hij. ‘En ontdekte ik tot mijn
stomme verbazing dat het nog een Nederlands boek was ook.’
Het boek is in zijn geheel online te
bekijken: www.e-corpus.org/
notices/102464/gallery/
Gezond
Is nachtcrème anders dan dagcrème?
O
f ik de nachtcrème al ken, vraagt de
medewerkster van de niet nader te
noemen geurstokken, foams en
bodybutters verkopende winkel.
Nachtcrème is wat de huid nodig heeft,
want daarin zitten heel andere werkzame
bestanddelen dan in de dagcrème, zegt ze.
En u gebruikt ook geen aparte oogcrème?
Je kunt je al snel een mishandelaar van je
eigen huid voelen, in zo’n situatie.
Daarom vandaag de vraag: moeten wij
verschillende potjes crème kopen voor de
dag en de nacht?
‘Nee, dat is totale onzin’, zegt onderzoeksarts cosmetische dermatologie Jetske Ultee.
‘Dat is helaas een zeer geslaagde pr-mythe
die lastig te doorbreken lijkt.’ Ultee hield
een aantal jaar geleden een enquête onder
500 vrouwen. Een grote meerderheid dacht
dat het noodzakelijk was om zowel dag- als
nachtcrème te gebruiken, en weer een ander smeerseltje voor onder de ogen.
Vroeger had je gewoon gezichtscrème.
Die smeerde je moeder een keer per dag op
haar gezicht, dat rook lekker en het stond
heel volwassen. Maar nu moet je je als
vrouw een weg door een onoverzichtelijk
woud van huidverwennerij banen.
Oogcrème? ‘Dezelfde crème in een kleinere tube.’ En het mysterieus klinkende serum? ‘Als je het vergelijkt met soep is een serum de heldere paddestoelensoep en een
crème de romige champignoncrèmevariant’, zegt Ultee. ‘Alleen de basis is anders.
Een serum wordt gemaakt op water-, olieof siliconenbasis, een crème is een mengsel
van olie, water en een emulgator, die zorgt
dat de twee mengen. Verder zijn de ingrediënten identiek.’
Kortom, we laten ons massaal voor de gek
houden door de cosmetica-industrie. Dat
wisten we natuurlijk wel, dankzij al die
claims van drie keer langere wimpers met
3D-effect of het magisch verdwijnen van
jeugdpuistjes na een paar verfrissende wasbeurten met een lichtblauw goedje. Maar
het fabeltje van de dag- en nachtcrème is
hardnekkig, meent ook Ultee.
‘Als ik de ingrediëntenlijsten van een
crème bekijk kan ik niet zien of het een dagof nachtcrème is. De huid heeft in de nacht
geen andere ingrediënten nodig dan overdag. Je kunt dus precies hetzelfde op je gezicht smeren en ook onder je ogen. Dat
scheelt een hoop geld.’
Het enige verschil is vaak de toevoeging
van een uv-filter, zegt de dermatoloog. En
dat is weer een ander verhaal. Wie goed tegen de zon beschermd wil worden kan be-
ter een aparte zonnebrandcrème gebruiken en niet vertrouwen op het uv-filter in
een dagcrème.
‘Om beschermend te werken heb je 2 milligram per vierkante centimeter nodig’,
zegt Ultee. ‘Dat is een behoorlijk dikke laag.
Als de laag dunner is, daalt de beschermingsfactor. Bovendien moet je voor een
goede bescherming om de twee uur smeren – dat doet niemand met een dagcrème.
Het is niet erg om een crème met een uv-filter te gebruiken, maar het levert wel schijnveiligheid op.’
Waarover Ultee zich ook kan opwinden:
zonnebrandcrèmes die de hele dag zouden
beschermen. ‘Die claim zetten ze vooral op
producten voor kinderen. Maar het kan helemaal niet. Er wordt een hoop onzin verkocht.’
Ianthe Sahadat
Ook een vraag voor deze rubriek?
Mail naar [email protected]