achtergrond AWVN-onderzoek naar differentiatie in arbeidsvoorwaarden De cao hoeft helemaal niet te knellen De cao staat onder druk. Is de cao voor deze tijd niet te klemmend, te star en te weinig flexibel geworden? Is er nog wel draagvlak voor? AWVN onderzocht dit jaar 108 grotere bedrijfstak- en ondernemings-cao’s. Daaruit bleek dat er voldoende mogelijkheden zijn om tot maatwerk te komen. De cao biedt werkelijk ieder wat wils. Tekst: Evelien Zielschot; beeld: Shutterstock O ndanks de toenemende individu alisering, blijft het collectieve karakter van de cao nog steeds van waarde. De voordelen zijn groot: de cao biedt duidelijkheid en voorspelbaar heid, lagere transactiekosten, zekerheid en ordening. Maar nadelen zijn er ook: de cao kan gaan knellen doordat er onvoldoende oog is voor individuele behoeften – zowel van werknemers als van werkgevers. Werknemers willen tegenwoordig meer inspraak in hun arbeidsvoorwaarden. Werkgevers zien de markt verand eren door globalisering, flexibiliser ing en individualisering; zij voelen de noodzaak om organisaties, arbeids verhoudingen en arbeidsvoorwaarden anders in te richten. Het is wel degelijk mogelijk om aan die behoeften van werknemers én werk gevers tegemoet te komen door in de cao’s meer te differentiëren in zaken als beloning, arbeidsduur en werktijden. cao’s wel degelijk grote kansen liggen om meer maatwerk te leveren. Er zijn grofweg twee mogelijkheden om tot maatwerk te komen. De eerste manier is dat partijen gedifferentieerde afspraken vastleggen in de centrale cao. Voorbeelden van centrale differentiatie zijn de cao’s van Contractcatering, Bak kersbedrijf, ANWB en NS. NS bijvoorbeeld, hanteert één centrale cao, met voor dertien verschillende groepen werknemers (zoals rijdend personeel, perronpersoneel en servicepersoneel) bedrijfsspecifieke bepalingen, met name op het gebied van arbeidsduur en de arbeids- en rusttijden. De tweede manier om te differentiëren is dat centrale partijen meer aan het decentrale overleg in de bedrijfstak of onderneming over laten. Voorbeelden zijn het opsplitsen van cao’s, persoon lijke budgetten en decentrale afspraken, zoals hieronder wordt toegelicht. Weinig moeite Een bedrijfstak-cao kan worden opgesplitst in verschillende onder nemings- en/of subsectorcao’s die los van elkaar voortbestaan. Het kan zijn Tot nu steken cao-partijen er niet veel tijd en moeite in om meer maatwerk afspraken te maken, terwijl er in veel Opsplitsen dat de oorspronkelijke cao helemaal ophoudt te bestaan (zoals in de zorg sector) of dat deze in kleinere vorm blijft bestaan. Een voorbeeld van dat laatste komen we tegen in de bankensector. De algemene bankencao was voorheen van toepas sing op alle bankbedrijven (125.000 werknemers). Er waren echter te veel verschillen tussen de grotere en kleinere banken, waardoor de grotere (ING, ABN AMRO, Rabobank en SNS REAAL) uit de bedrijfstak-cao zijn gestapt en eigen ondernemingscao’s gingen afsluiten. Daardoor vallen tegenwoordig alleen de kleinere bankbedrijven nog onder de bedrijfstak-cao. Persoonlijke keuzebudget Een persoonlijk keuzebudget (in som mige cao’s nog cao à la carte genoemd) is een in de cao opgenomen regeling waarbij werknemers individuele keuzes kunnen maken in hun arbeidsvoor waarden. Hoewel de bronnen en keuze mogelijkheden vooraf zijn gedefinieerd door centrale cao-partijen, is het effect hiervan wel dat er differentiatie in de arbeidsvoorwaarden van werknemers ontstaat. Driekwart van de cao’s kent een dergelijke regeling, zo blijkt uit het AWVN-onderzoek. Decentrale afspraken In de cao Grafimedia staat dat partijen op het lagere niveau van subsectoren, ondernemingen of afdelingen afspraken mogen maken volgens een vastgelegde procedure. Deze decentrale afspraken worden vervolgens in de centrale cao geïncorporeerd en krijgen daardoor de kracht van een cao-afspraak. In cao’s kan ook zijn geregeld dat werk gever en OR, personeelsvertegenwoor Cao-partijen steken weinig tijd en moeite in de mogelijkheden om te differentiëren in arbeidsvoorwaarden diging of individuele werknemer op bepaalde onderwerpen samen nadere afspraken mogen maken. De decentrale afspraken passen wel binnen de kaders van de cao, maar hebben niet de status van een cao. Dit is in nagenoeg alle cao’s mogelijk op terreinen als arbeidsduur en werk tijden. Zo staat in de cao van UWV: ‘De aanvangs-, rust- en beëindigingstijden worden door de werkgever vastgesteld in overleg met de ondernemingsraad.’ Hierdoor is het mogelijk rekening te houden met zowel de wensen van werk gevers als werknemers. Evelien Zielschot is beleidsmedewerker bij AWVN Decentrale cao’s Cao-partijen kunnen in de centrale cao regelen dat decentrale partijen onder bepaalde voorwaarden en over bepaalde onderwerpen decentrale cao’s mogen overeenkomen. Voorbeelden hiervan zijn de cao’s van Metalektro, Welzijn en Kinderopvang. In de cao Metalektro zijn er zogeheten A-bepalingen die een minimumkarakter hebben (onder andere het salaris) en B-bepalingen waarbij afwijkingen zowel ten gunste als ten ongunste van de Werk geven nummer 3 8|9 De helft van de doorzochte cao’s biedt mogelijkheden om af te wijken ten gunste van de werknemer werknemer mogelijk zijn. Ongeveer 90 procent van de bepalingen in deze cao is een B-bepaling. Willen partijen van de B-bepalingen afwijken, dan dient men een decentrale B-cao overeen te komen met de vakverenigingen die bij het afsluiten van de Metalektro-cao betrok ken waren. Partijen moeten vervolgens de decentra le cao aanmelden bij het ministerie van SZW, zodat de B-cao ook rechtsgeldig is. Als partijen geen decentrale cao over eenkomen, dan gelden de B-bepalingen van de centrale cao. Afwijkingen Naast de hierboven genoemde mogelijk heden, zijn er nog andere manieren om maatwerk te realiseren. In de helft van de doorzochte cao’s zijn er mogelijkhe den om af te wijken ten gunste van de werknemer (minimumkarakter). Dit gaat bijvoorbeeld om het salaris of om arbeidstijden die de medewerker beter passen. In vier op de tien cao’s staan algemene bepalingen die afwijkingen mogelijk maken, zoals in de cao van het beroepsgoederenvervoer: ‘De bepalin gen in deze cao hebben een standaard karakter, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven.’ Daarnaast zijn er ook veel afwijkings mogelijkheden in afzonderlijke caobepalingen. Op het gebied van beloning biedt het grootste deel van de cao’s de mogelijkheid om de beloning aan te pas sen aan individuele prestaties of team prestaties. Verder blijkt dat de meeste cao’s een gemiddelde arbeidsduur per week hanteren, waarmee de flexibiliteit van zowel de werkgever als werknemer groot is. Er zijn dus veel manieren om te diffe rentiëren in arbeidsvoorwaarden. Vrij wel alle cao’s bieden mogelijkheden om maatwerk te leveren. In algemene zin is de cao dus niet te klemmend, te star of te inflexibel. Voor zover dit wel het geval is bij afzonderlijke cao’s, zijn er allerlei manieren om tot meer maatwerk te komen. Een blauwdruk om tot maatwerk te komen bestaat echter niet. Het hangt onder meer af van de voor- en nadelen van de huidige cao, zowel wat betreft de vorm als de inhoud. En natuurlijk ook van de specifieke kenmerken van het bedrijf of de bedrijfstak. Maatwerk creë ren is dus op zichzelf al maatwerk. p Het rapport ‘De cao voor elk wat wils’ is te vinden op de website van AWVN. Klik op Actueel en vervolgens op Publicaties. De cao bestaat al meer dan 100 jaar De eerste cao in Nederland stamt uit het jaar 1894. Tienduizend Amsterdamse diamant werkers staakten toen tegen slechte arbeidsomstandigheden, waaronder uitbuiting, en kre gen hun gelijk. In 1907 volgde de wettelijke erkenning van de cao, in 1927 werd de Wet betref fende de Collectieve Arbeidsovereenkomsten (Wet cao) aangenomen. Na de Tweede Wereldoorlog bleek de cao door het collectieve karakter een handig instrument om de lonen te beheersen. Daarnaast zorgde de cao voor redelijke stabiliteit op de arbeids markt. Vanaf de jaren tachtig kwam de cao meer onder druk te staan. De organisatiegraad van vakbonden daalde. Ook veranderde de beroepsbevolking: werknemers werden mondiger en steeds hoger opgeleid. Ze willen meer inspraak in hun arbeidsvoorwaarden. Werkgevers op hun beurt zagen de markt veranderen door globalisering, technologische ontwikkelingen, flexibilisering en individualisering, wat een andere inrichting van organisaties, arbeidsverhou dingen en arbeidsvoorwaarden vereist. Door al die veranderingen is de roep om decentralisa tie en differentiatie in arbeidsvoorwaarden steeds luider geworden. Meer weten over de dienstverlening van AWVN op het gebied van (maatwerk binnen) cao’s ? Kijk op www.awvn.nl of neem contact op met de AWVN-werkgeverslijn.
© Copyright 2025 ExpyDoc