140206-0004 Definitief rapport KDV De Zandbak te Duiven

Inspectierapport
De Zandbak (KDV)
Mondriaanstraat 16
6921MJ DUIVEN
Registratienummer 440135722
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden
DUIVEN
21-01-2014
Regulier onderzoek
Definitief
06-02-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4
Personeel en groepen ....................................................................................................... 6
Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7
Ouderrecht ..................................................................................................................... 8
Inspectie-items ................................................................................................................... 9
Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12
Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 13
2 van 13
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014
De Zandbak te DUIVEN
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten
risicogestuurd toezicht. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald.
Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld
met aandachtspunten uit vorige inspecties.
Beschouwing
Kinderdagverblijf De Zandbak maakt onderdeel uit van welzijnsorganisatie Stichting Mikado te
Duiven. Het kinderdagverblijf biedt opvang aan maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar.
Het betreft op deze locatie verlengde peuteropvang, dat betekent dat de visie en doelen gelijk zijn
aan die van het peuterspeelzaalwerk, maar door de verlengde openingstijden kunnen kinderen
langer worden opgevangen en is het voor ouders makkelijker te combineren met werk.
Tijdens het bezoek heeft er een gesprek plaatsgevonden met de aanwezige beroepskrachten en er
is geobserveerd in de groep. De sectormanager was niet aanwezig, maar heeft de benodigde
documenten toegestuurd.
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
3 van 13
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014
De Zandbak te DUIVEN
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:
- emotionele veiligheid
- persoonlijke competentie
- sociale competentie
- overdracht van normen en waarden
Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaaakt van het
Veldinstrument observatie kindercentrum.
Pedagogisch beleid
De houder heeft een algemeen pedagogisch beleid voor de kinderopvang en een pedagogisch
werkplan dat specifiek voor deze locatie geschreven is.
Pedagogische praktijk
Emotionele veiligheid
Beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij de taken; er is een gedeelde
verantwoordelijkheid waar kinderen feedback en waardering op krijgen.
Voorbeeld:
Een groepje kinderen had geplakt en daarvoor kwasten gebruikt. De beroepskracht vroeg aan een
kind dat de handen aan het wassen was of het ook even de kwasten wilde schoonspoelen. Het kind
kreeg na afloop een compliment.
Persoonlike competentie
Er zijn speelhoeken die goed en aantrekkelijk ingericht zijn voor het speeldoel.
Voorbeeld:
Zo is er een huishoek met keuken die je kunt binnengaan door een deur met deurbel; er is een
leeshoek met comfortabele zitkussens en een bank; er is een babykamer ingericht in het kader van
het thema 'baby' waar de beroepskrachten de komende weken aandacht aan besteden.
Sociale competentie
De beroepskrachten dragen actief bij aan een positieve groepssfeer door grapjes te maken,
behulpzaam te zijn, gerichtheid op alle kinderen, aandacht en zorg voor individuele kinderen.(...)
Overdracht van normen en waarden
In de ruimte is op specifieke plaatsen informatie aanwezig (pictogram, woord, slogan, lijstje)
waardoor kinderen weten welke afspraken of regels op die plaatsen en in de gehele ruimte gelden.
Voorbeeld:
Er hangen pictogrammen met het dagschema aan een lijntje, zodat kinderen weten wat de
volgorde van activiteiten is (vrij spelen, in de kring, buiten spelen, eten/drinken, etc.)
Er hangen foto's aan de muur met namen van de aanwezige kinderen .
Voorschoolse educatie
Kinderdagverblijf De Zandbak werkt met het educatieve programma Startblokken. De houder heeft
een opleidingsplan opgesteld; 1 beroepskracht is hierin geschoold, de andere beroepskracht is in
opleiding en zal in juni 2014 een certificaat behalen.
Op moment van inspectie besteedt men aandacht aan het thema 'baby'. Er is een babykamer
gecreeerd in de groepsruimte en er zijn levensechte babypoppen aangeschaft. Er zal ongeveer 6
weken gewerkt worden rondom dit thema.
Gebruikte bronnen:
•
Interview anderen
•
Observaties
4 van 13
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014
De Zandbak te DUIVEN
•
•
•
Pedagogisch beleidsplan
Pedagogisch werkplan
Opleidingsplan voorschoolse educatie
5 van 13
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014
De Zandbak te DUIVEN
Personeel en groepen
Binnen dit domein zijn de beroepskrachten gecontroleerd op een geldige verklaring omtrent
gedrag, en op een passende beroepskwalificatie.
Verklaring omtrent het gedrag
De aanwezige beroepskrachten beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag.
Passende beroepskwalificatie
De aanwezige beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie.
Beroepskracht-kindratio
Er waren op de dag van inspectie 12 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten.
De houder voldoet hiermee aan de voorwaarde.
Opvang in groepen
Kinderdagverblijf De Zandbak heeft 1 stamgroep voor de opvang van maximaal 14 kinderen in de
leeftijd van 2-4 jaar.
Gebruikte bronnen:
•
Interview anderen
•
Observaties
•
Verklaringen omtrent het gedrag
•
Diploma's beroepskrachten
•
Presentielijsten
•
Personeelsrooster
6 van 13
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014
De Zandbak te DUIVEN
Veiligheid en gezondheid
Binnen dit domein is gekeken naar de datum van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
en of de inhoud de actuele situatie betreft. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode
kindermishandeling en het vierogenprincipe.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De meest recente risico-inventarisaties zijn uitgevoerd op 26-03-2013. Een plan van aanpak is
daarbij ook opgesteld.
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling gebaseerd op de Meldcode
Kindermishandeling van de Branchevereniging Kinderopvang, juli 2013.
Beroepskrachten hebben in 2013 een scholingsdag gehad en in januari 2014 volgt een tweede
scholingsdag.
Vierogenprincipe
De houder heeft het beleid ten aanzien van het vierogenprincipe zo georganiseerd dat
beroepskrachten te allen tijde gezien of gehoord kunnen worden. Het vierogenprincipe is in het
pedagogisch beleidsplan beschreven.
De houder zorgt er o.a. voor dat:
- als er een beroepskracht alleen op de groep staat een vrijwilliger en/of stagiaire wordt ingezet
- de groepsruimte is voorzien van ramen , zodat controle van buitenaf mogelijk is
- er een raam zit tussen de sanitaire ruimte en de groepsruimte
- beroepskrachten elkaar aanspreken op ongewenst gedrag
Gebruikte bronnen:
•
Interview anderen
•
Risico-inventarisatie veiligheid
•
Risico-inventarisatie gezondheid
•
Huisregels/groepsregels
•
Meldcode kindermishandeling
7 van 13
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014
De Zandbak te DUIVEN
Ouderrecht
Oudercommissie
Ondanks alle inspanningen van de houder is er voor deze locatie nog geen oudercommissie
ingesteld.
Wel kan de sectormanager laten zien dat inspanningen worden geleverd om ouders voor de
oudercommissie te werven: ouders worden gevraagd tijdens de intake, er is aandacht voor in
nieuwsbrieven en er wordt gebruik gemaakt van social media.
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan:
De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen:
•
Interview anderen
•
Informatiemateriaal voor ouders
•
Website
8 van 13
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014
De Zandbak te DUIVEN
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie
op de omgang met kinderen is beschreven.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het
vierogenprincipe is vormgegeven.
(art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie
Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per
week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen
taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de
groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig
gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
9 van 13
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014
De Zandbak te DUIVEN
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één
module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op
het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en
vroegschoolse educatieprogramma’s.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en
samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen,
motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie
aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum
exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang
van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten
berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt
afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014
De Zandbak te DUIVEN
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot
1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe
De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in
opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden
door een andere volwassene.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht
Oudercommissie
De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 13
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014
De Zandbak te DUIVEN
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
:
:
:
:
De Zandbak
http://www.mikado-welzijn.nl
16
Nee
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
Website
KvK nummer
:
:
:
:
:
Stichting Mikado
Kastanjelaan 3a
6921ER DUIVEN
www.mikado-peuterspeelzalen.nl
09159628
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden
Postbus 5364
6802EJ ARNHEM
0800-8446000
Els Berghuis
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: DUIVEN
: Postbus 6
: 6920AA DUIVEN
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercomissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
21-01-2014
04-02-2014
04-02-2014
06-02-2014
06-02-2014
: 06-02-2014
: 13-02-2014
12 van 13
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014
De Zandbak te DUIVEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Zienswijze kindercentrum De Zandbak
Kindercentrum De Zandbak is een vorm van halve dagopvang voor peuters in de leeftijd van 2 – 4
jaar in de gemeente Duiven. De opvang is geopend van 7.30 – 13.00 uur en ’s middag van 13.0016.00 uur.
De opvang combineert de voordelen van kinderopvang met de sterke kanten van het
peuterspeelzaalwerk. Dit laatste staat bekend om zijn ontwikkelingsgerichte activiteiten en wordt
door ouders vaak gezien als een goede voorbereiding op de basisschool. Kinderen worden in al
hun facetten van de ontwikkeling gestimuleerd. Dit gebeurt op een speelse wijze individueel als
ook in groepsverband.
De verlengde peuteropvang is een vorm van kinderopvang. Hiermee is het voor ouders mogelijk
om hun kind vroeger naar de speelzaal te brengen en deze ook weer later op te halen. Op deze
manier krijgen ouders bijvoorbeeld tijd om in de ochtend te werken/studeren of kunnen ze het
wegbrengen van de peuters beter combineren met het naar school brengen of ophalen van
kinderen op de basisschool.
Op De Zandbak is nog steeds geen oudercommissie actief. Op diverse manieren worden ouders
geprikkeld om zitting te nemen in de oudercommissie. Het gebruik van social media is de laatste
interventie.
13 van 13
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-01-2014
De Zandbak te DUIVEN