Inspectierapport KDV - Kinderdagverblijf Prinsjeshof Breda

Inspectierapport
Prinsjeshof (KDV)
Overakkerstraat 188
4834XP BREDA
Registratienummer 221617206
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
KZ ID 121070
GGD West-Brabant
BREDA
08-07-2014
Regulier onderzoek
Definitief
22-08-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................3
Observaties en bevindingen ...............................................................................................4
Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4
Personeel en groepen....................................................................................................5
Inspectie-items................................................................................................................6
Gegevens voorziening.......................................................................................................8
Gegevens toezicht............................................................................................................8
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................9
2 van 9
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-07-2014
Prinsjeshof te BREDA
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Beschouwing
Algemeen:
Kinderdagverblijf Prinsjeshof is gevestigd aan de Overakkerstraat in Breda. Op het
kinderdagverblijf worden maximaal103 kinderen opgevangen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Het
kinderdagverblijf is smaakvol ingericht. Er is ruim voldoende spelmateriaal aanwezig voor de
ontwikkeling van kinderen tussen de 0 en 4 jaar. Voor het buitenspelen maken de kinderen gebruik
van de fantasievol ingerichte buitenruimte waar de kinderen naar hartenlust kunnen spelen en
ravotten. Het kinderdagverblijf biedt de mogelijkheid de kinderen te laten slapen in de buitenlucht.
Om de overgang van de peutergroep naar de BSO gemakkelijker te laten verlopen heeft de
peutergroep haar groepsruimte naast de BSO. Via een fantasievol ingericht speelhuis kunnen de
kinderen zelf de deur openen naar de BSO om daar aan te schuiven en mee te doen aan de BSO
activiteiten.
Ruimtes:
Het kinderdagverblijf heeft 7 groepen:
Ridderzaal: heeft inclusief de speelhal een bruto speeloppervlak van 60m²
Parkzicht : heeft een bruto speeloppervlak van 32m²
Schatkamer: heeft een bruto speeloppervlak van 50m²
Loge: heeft een bruto speeloppervlak van 58m²
Troonzaal: heeft een bruto speeloppervlak van 59m²
Salon: heeft een bruto speeloppervlak van 60m²
Torenkamer: heeft een bruto speeloppervlak van 60m²
Inspectiehistorie:
Het kinderdagverblijf is op 17 januari 2013 voor het laatst bezocht voor een onaangekondigd
regulier
inspectiebezoek. Er zijn geen overtredingen geconstateerd.
Huidig inspectiebezoek:
Het huidig inspectiebezoek betreft een onaangekondigd risico gestuurd inspectiebezoek. Er zijn
geen overtredingen geconstateerd op de geïnspecteerde items.
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
3 van 9
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-07-2014
Prinsjeshof te BREDA
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:

emotionele veiligheid;

persoonlijke competentie;

sociale competentie;

overdracht van normen en waarden.
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument
observatie kindercentrum.
Daar de locatie een subsidie ontvangt Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE) zijn de voorwaarden
met betrekking tot de VVE beoordeeld.
Pedagogische praktijk
Het kinderdagverblijf heeft een pedagogisch beleidsplan. Pedagogisch medewerksters zijn op de
hoogte van het pedagogisch beleidsplan.
Op het kinderdagverblijf heerst een open en prettige sfeer. De kinderen maken van de hele
groepsruimte gebruik om te spelen
Beroepskrachten reageren op signalen van de baby door zelf ook geluidjes te maken, aan te raken
en emoties te laten zien. Tijdens het verschoonmoment reageert de beroepskracht op het
brabbelen van de baby. De beroepskracht benoemt haar handelen en praat op een zachte toon
tegen de baby.
De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen mogen; ze geven complimentjes, maken
grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. De
kinderen benaderen de beroepskracht en gaan bij hen zitten of klimmen op schoot.
De groepssamenstelling is constant gedurende de dag. Er wordt gewerkt met vaste groepen en
vaste beroepskrachten.
De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze signalen correct
interpreteren en sluiten hier tijdig en adequaat op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen.
De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en
aankleding van ruimte en activiteiten. De groep is opgeruimd en er hangen knutselwerkjes en
foto's van de kinderen.
Op het kinderdagverblijf heerst een open en prettige sfeer. De kinderen maken van de hele
groepsruimte gebruik om te spelen.
Voorschoolse educatie
Kinderdagverblijf Prinsjeshof biedt alle kinderen voorschoolse educatie aan.
Voor dit doel volgen de pedagogisch medewerksters een opleiding voor het VVE programma Ko
totaal. Men verwacht in september 2014 de opleiding af te ronden
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatieverantwoordelijke)

Observaties (Praktijktoets tijdens onderzoek)
4 van 9
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-07-2014
Prinsjeshof te BREDA
Personeel en groepen
Binnen dit domein zijn de medewerkers steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende
beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.
De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters,
presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.
Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
Verklaring omtrent het gedrag
De beroepskrachten zijn in het bezit van een VOG die voldoet aan de eisen vanuit de Wet
Kinderopvang
Passende beroepskwalificatie
De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de CAO
kinderopvang is opgenomen
Opvang in groepen
Binnen het kinderdagverblijf zijn 7 stamgroepen.
Babygroep Ridderzaal voor de opvang van maximaal 8 kinderen van 0 jaar
Babygroep Parkzicht voor de opvang van 10 kinderen van 0 jaar
Verticale groep Schatkamer voor de opvang van 11 kinderen tussen de 0 en 4 jaar
Verticale groep De Salon voor de opvang van 16 kinderen tussen de 1 en 4 jaar.
Verticale groep De Troonzaal voor de opvang van kinderen tussen de 1 en 4 jaar.
Verticale groep De Loge voor de opvang van 16 kinderen tussen de 1 en 4 jaar.
Peutergroep en peutertuin de Torenkamer voor de opvang van 16 kinderen tussen de 3 en 4 jaar.
Beroepskracht-kindratio
De planningslijsten van verschillende dagen ingezien. Daarnaast is het personeelsrooster bekeken.
Uit het documentenonderzoek en uit de observatie in de praktijk is gebleken dat er wordt voldaan
aan het beroepskracht-kind-ratio.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatieverantwoordelijke)

Observaties (Praktijktoets tijdens onderzoek)

Verklaringen omtrent het gedrag

Diploma's beroepskrachten

Presentielijsten

Personeelsrooster
5 van 9
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-07-2014
Prinsjeshof te BREDA
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie
Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per
week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen
taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de
groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig
gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één
module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op
het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en
vroegschoolse educatieprogramma’s.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
6 van 9
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-07-2014
Prinsjeshof te BREDA
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en
samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen,
motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang
van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee
jaar.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot
1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten
berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt
afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 9
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-07-2014
Prinsjeshof te BREDA
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
:
:
:
:
Prinsjeshof
http://www.prinsjeshof.nl
117
Nee
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
KvK nummer
:
:
:
:
Prinsjeshof
Baronielaan 2
4818RA BREDA
50725726
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
GGD West-Brabant
Postbus 3024
5003DA TILBURG
076-5282000
K Zonneveld
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: BREDA
: Postbus 90156
: 4800RH BREDA
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
08-07-2014
24-07-2014
22-08-2014
25-08-2014
28-08-2014
: 28-08-2014
: 15-09-2014
8 van 9
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-07-2014
Prinsjeshof te BREDA
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Zienswijze Prinsjeshof.
Graag maken wij van deze gelegenheid gebruik een verdere toelichting te geven op het rapport
dat voor u ligt en dat door de inspectrice van de GGD zorgvuldig is samengesteld:
Binnen Prinsjeshof Kinderopvang werken alleen gekwalificeerde medewerkers. Deze Pedagogisch
Medewerkers beschikken minimaal over het SPW3 certificaat of zijn afgestudeerd in o.a.
pedagogiek, orthopedagogiek en kinderpsychologie. Ook een verpleegkundige maakt deel uit van
het Prinsjeshof Team.
De mix van deze diverse kennisgebieden staat garant voor een hoge mate van kwaliteit in het
pedagogisch begeleiden van uw kind en zorgt ervoor dat u bij ons mag rekenen op persoonlijke
aandacht en begeleiding voor elk kind. Alle ontwikkelingsgebieden komen binnen Prinsjeshof
uitgebreid aan bod zoals daar zijn de cognitieve ontwikkeling, motorische en
taal/spraakontwikkeling, sociaal-emotionele vaardigheden en het leren van waarden en normen.
Alle medewerkers zijn verder door "Edux Onderwijsadvies" geschoold in het werken met een VVE
methode die is vastgelegd in de Prinsjeshof Methode. Zowel voor de baby's alsook voor de peuters
en kleuters komen hierbij een uitgebreid gamma van thema's en activiteiten aan de orde.
Graag nodigen wij u uit voor een bezoek aan Prinsjeshof Kinderopvang, een plek waar u uw kind
met een gerust gevoel kunt achterlaten om uw werkdag te beginnen en waar u in de avond een
uitermate tevreden kind weer mee naar huis neemt.
Wij heten u alvast van harte welkom bij Prinsjeshof!
Namens het Team van Prinsjeshof
Karen Oostwouder
9 van 9
Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 08-07-2014
Prinsjeshof te BREDA