2014 Pedagogisch Beleidsplan Kanti Peuteropvang Kanti peuteropvang Sonja van den Hoven Locatie BS KlimOp Anjerstraat 4 a 5171 BM Kaatsheuvel Tel.: 06 - 44 81 58 50 [email protected] Versie: 1.1 Voorwoord Waarom Peuteropvang? Om peuters binnen een vertrouwde en leerrijke omgeving optimaal in hun ontwikkeling te stimuleren, ze kennis te laten maken met uitdagende (ontwikkelings)materialen en activiteiten en om de naderende stap naar de basisschool te vergemakkelijken is Kanti Peuteropvang opgericht. Kinderen kunnen spelenderwijs nieuwe dingen ontdekken en nieuwe vaardigheden leren. En ze ontmoeten leeftijdsgenootjes. Binnen ons kinderdagverblijf is het programma afgestemd op de wensen van de peuter. We willen peuters dan ook echt iets bieden. Naast de verzorgende taak zien wij duidelijk nog een andere taak: We proberen peuters uit te nodigen om op ontdekkingsreis te gaan en om zich op een prettige manier te ontwikkelen. Het is voor ieder kind van belang dat het de ruimte krijgt om zijn eigen weg te vinden. Kinderen zijn van nature leergierig en grijpen nieuwe kansen aan, zodra ze worden uitgedaagd. Het is aan ons om hen hierin te voorzien. Vandaar Kanti peuteropvang en vandaar dit pedagogisch beleidsplan. Iedere kinderopvangorganisatie moet conform de Nederlandse wet- en regelgeving beschikken over een pedagogisch beleidsplan. Kinderopvang houdt namelijk meer in dan het bieden van een dak boven het hoofd en het geven van een maaltijd. In een pedagogisch beleidsplan beschrijft de kinderopvangorganisatie, naast de wettelijke bepalingen vanuit de Rijksoverheid, de opvoedkundige gedragslijnen. Dit zijn de richtlijnen volgens welke de pedagogisch medewerkers dient te werken. Pedagogiek is eigenlijk een ander woord voor opvoedkunde. Goede kinderopvang draagt dus bij aan het welbevinden van het kind, de persoonlijke en sociale ontwikkeling en de participatie in de omgeving. Hiervan kunnen de pedagogische doelen worden afgeleid. In de kinderopvang staan de volgende vier pedagogische doelen centraal: 1. 2. 3. 4. het bieden van emotionele veiligheid; een bijdrage leveren aan de persoonlijke competentie; een bijdrage leveren aan de sociale competentie; overdracht van waarden en normen. Deze doelen zijn in 2000 geformuleerd door J.M.A Riksen-Walraven, professor ontwikkelingspsychologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, en opgenomen in de 'Wet Kinderopvang' (VWS 2004). Daarmee zijn de vier doelen leidend geworden voor de pedagogische beleidsplannen van alle organisaties voor kinderopvang. In dit pedagogisch beleidsplan laten wij bij Kanti ook zien wat ónze visie is met betrekking tot kinderopvang. Een visie waarin Kanti richting geeft aan het opvoedkundig handelen van de pedagogisch medewerkers. Voor Kanti is dit pedagogisch beleidsplan geen vrijblijvende handleiding. Wij verwachten van al onze pedagogisch medewerkers dat zij de richtlijnen in dit plan als basis zullen gebruiken voor de omgang met de kinderen, én met hun ouders. In de dagelijkse praktijk dient dit plan als houvast voor alle partijen. Als pedagogisch medewerker zul je je moeten conformeren aan het opvoedkundig beleid van Kanti, een beleid dat tevens bijdraagt aan het vertrouwen van de ouders in de opvang van hun kind bij Kanti. Overtreden van dit beleid, ofwel schaden van dit vertrouwen, heeft consequenties voor het voortbestaan van de relatie tussen de verschillende partijen. Het pedagogisch beleidsplan zal bij inschrijving overhandigd worden. Pagina 2 Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1 Kanti Peuteropvang Inhoud Voorwoord .........................................................................................................................................2 Inhoud ................................................................................................................................................3 Hoofdstuk 1 Kanti Peuteropvang..................................................................................................4 Hoofdstuk 2 De visie van Kanti .....................................................................................................4 Hoofdstuk 3 De pedagogische doelen ..........................................................................................4 Hoofdstuk 3.1 Het bieden van emotionele veiligheid .................................................................4 Hoofdstuk 3.1.1. Geborgenheid & veiligheid tegenover uitdagingen ......................................5 Hoofdstuk 3.1.2. Waardering & respect tegenover duidelijke grenzen ...................................5 Hoofdstuk 3.2 Een bijdrage leveren aan de ontwikkeling ...........................................................7 Hoofdstuk 3.2.1. Persoonlijke en Sociale competenties ..........................................................7 Hoofdstuk 3.2.2. Het overbrengen van waarden en normen ..................................................7 Hoofdstuk 3.2.3. De ontwikkelingsgebieden...........................................................................7 Hoofdstuk 3.2.4. Signaalfunctie van de pedagogisch medewerker..........................................8 Hoofdstuk 4 Werkwijze, groep & leeftijdsopbouw........................................................................9 Hoofdstuk 4.1 De dagindeling van de groep ...............................................................................9 Hoofdstuk 4.2 Ondersteuning op de groep............................................................................... 10 Hoofdstuk 4.2.1. Ondersteuning door vrijwilligers................................................................ 10 Hoofdstuk 4.2.2. Ondersteuning van de beroepskracht ........................................................ 10 Hoofdstuk 4.3 Het vier ogen principe ....................................................................................... 11 Hoofdstuk 5 Het wenbeleid........................................................................................................ 11 Hoofdstuk 6 Hygiëne.................................................................................................................. 11 Hoofdstuk 7 Algemeen............................................................................................................... 11 Hoofdstuk 7.1 verzekeringen ................................................................................................... 11 Hoofdstuk 7.2 Klachtenreglement.......................................................................................... 122 Hoofdstuk 7.3 Privacy .............................................................................................................. 12 Hoofdstuk 7.4 Oudercommissie ............................................................................................... 12 Hoofdstuk 8 Protocollen Kanti ................................................................................................... 12 Pagina 3 Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1 Kanti Peuteropvang -Hoofdstuk 1- Kanti Peuteropvang Kanti is een combinatie van 2 soorten opvang; enerzijds peuterspeelzaalwerk en anderzijds kinderopvang. Kinderen krijgen een educatief programma aangeboden ter voorbereiding op het naar school gaan en genieten daarbij mede het verzorgende aspect van de kinderopvang. In de basis is Kanti een kinderdagverblijf voor peuters van 2 en 3 jaar oud. Per 2016 is het landelijk vastgelegd dat peuterspeelzaalwerk wordt overgenomen door de kinderopvang. Kanti speelt hier op in en biedt daarom al in 2014 een educatief programma binnen een kinderdagverblijf speciaal voor peuters . -Hoofdstuk 2- De visie van Kanti Binnen Kanti richten wij ons op het unieke van het kind. Wij streven ernaar om (rook)signalen van kinderen op te merken en deze te vertalen naar de juiste opvang en begeleiding. Een peuter bevindt zich in de “IK-fase”, wat betekent dat hij zijn eigen ikje ontdekt. “Wie ben ik eigenlijk? Waar ben ik goed in? Wat wil ik graag leren en wat vind ik leuk?” Om dat te kunnen ontdekken is je omgeving erg belangrijk. Je hebt als peuter een vertrouwde, liefdevolle en leerrijke omgeving nodig. We bieden een veelzijdige dagprogramma en streven ernaar om uitdaging te bieden aan alle peuters. Van peuters met een taalachterstand tot en met peuters met een ontwikkelingsvoorsprong. De opvang is kleinschalig, waardoor peuters dezelfde leidsters treffen. Om je eigen ikje te kunnen ontdekken is het belangrijk dat je ook ècht jezelf durft te zijn. Dat wordt makkelijker als je voelt dat de mensen om je heen je waarderen zoals je bent. Zeker bij jonge kinderen is het gevoel nog heel puur. Zij voelen feilloos aan of je respectvol met hen omgaat. Ook de sfeer van de ruimte bepaalt of je jezelf comfortabel voelt. Een sfeervolle ruimte doet iets met je. Wij noemen dat: “Leer méér in sfeer.” Tijdens het vrije spel is het van belang dat peuters uitgenodigd worden om te spelen. Het moet er aantrekkelijk uitzien en iets aan hun fantasie overlaten. Vanuit onze visie "leer meer in sfeer" halen wij de natuur naar binnen. Plastic is zeker niet "verboden" binnen onze ruimte, maar we streven ernaar om een zo natuurlijk mogelijke omgeving te creëren. -Hoofdstuk 3-Hoofdstuk 3.1- De pedagogische doelen Het bieden van emotionele veiligheid Kinderen zijn onderzoekers. Enerzijds hebben zij behoefte aan geborgenheid en veiligheid, anderzijds staan zij tegenover uitdagingen. Aan hun behoefte om te onderzoeken stel je duidelijke grenzen als opvoeder, terwijl je aan de andere kant dit gedrag juist aanmoedigt, en het kind in zijn waarde laat en respecteert. Hoe ga je hier in de praktijk mee om? Het bieden van een gevoel van veiligheid is de meest basale pedagogische doelstelling voor alle vormen van kinderopvang. Je kunt veiligheid bieden door vaste en sensitieve verzorgers, aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten en de inrichting van de omgeving. Kinderen moeten zich thuis kunnen voelen bij Kanti. Juist vanuit een gevoel van veiligheid kan een kind komen tot Pagina 4 Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1 Kanti Peuteropvang ontwikkeling door te ontdekken, te exploreren en te spelen. De pedagogisch medewerkers spelen hierin een cruciale rol, door te werken vanuit een sensitieve benadering van de kinderen. -Hoofdstuk 3.1.1.- Geborgenheid & veiligheid tegenover uitdagingen Kinderen hebben van kleins af aan al behoefte aan geborgenheid en veiligheid. De eigen ouder(s) en andere gezinsleden, aan wie het kind zich hecht, kunnen het kind een liefdevolle en veilige basis bieden. Vanuit deze basis kan een kind ook met andere volwassenen en kinderen een veilige vertrouwensrelatie opbouwen. Het is belangrijk dat het kind zich ook bij de pedagogisch medewerkers veilig en vertrouwd voelt. Continuïteit en regelmaat in de opvang door de vaste pedagogisch medewerkers zijn hiervoor essentieel. Daarnaast biedt de pedagogisch medewerkers ook fysieke veiligheid en bescherming. Het kind en de pedagogisch medewerkers raken als het goed is steeds meer op elkaar ingespeeld. De pedagogisch medewerker leert het gedrag van het kind adequaat te interpreteren, en het kind ervaart dat het met zijn gedrag de pedagogisch medewerker kan bereiken. Het kind kan dan troost en veiligheid vinden. Zo krijgt het kind vertrouwen in zichzelf, en durft het zijn omgeving te gaan onderzoeken. Een kind heeft uitdagingen nodig om te groeien en ontwikkelen. Als pedagogisch medewerker stimuleer je hiermee het ontwikkelingsniveau en de belangstelling van het individuele kind. Het versterkt hun zelfvertrouwen. Het is belangrijk dat de pedagogisch medewerker zelfredzaamheid aanmoedigt. Een kind mag experimenteren, zo leert een kind keuzes maken. -Hoofdstuk 3.1.2.- Waardering & respect tegenover duidelijke grenzen De manier waarop een pedagogisch medewerkers het kind waardering geeft, heeft in vloed op het zelfvertrouwen van het kind. Het helpt bij de ontwikkeling van een positief zelfbeeld. Het kind heeft behoefte aan aandacht, en een pedagogisch medewerker besteedt vooral aandacht aan positief gedrag bij het kind. De pedagogisch medewerker kijkt en luistert goed naar de behoeftes van het kind, speelt hierop in, en stimuleert zo de mogelijkheden van het kind om te ontdekken en zich te verder ontplooien. Een kind heeft er recht op met respect behandeld te worden en serieus genomen te worden, en leert zo ook anderen te respecteren. Kinderen hebben daarnaast ook duidelijk grenzen nodig, omwille van: de veiligheid; het bieden van een zekere mate van rust en regelmaat; het leren rekening houden met de behoeften van anderen; het overdragen van normen en waarden; het leren dragen van verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag. Als het kind iets doet wat niet mag, dan kan een pedagogisch medewerker ervoor kiezen om dit te negeren. Hij kan bijvoorbeeld wachten of twee kinderen zelf hun ruzie kunnen oplossen. De wijze waarop gehandeld wordt als een kind gedrag vertoont dat niet wordt goedgekeurd, wordt op voorhand al besproken door de ouder(s) met de pedagogisch medewerker. Wanneer de pedagogisch medewerker het kind corrigeert, dan moet voor het kind duidelijk zijn dat het niet als persoon wordt afgewezen, maar dat bepaald concreet gedrag wordt afgekeurd. Pas die regels als pedagogisch medewerker ook consequent toe. Morele regels moeten helder zijn en voortkomen uit een aantal (voor kinderen begrijpelijke) basisregels, zoals “Wij doen een ander geen pijn”. Kinderen zullen proberen de grenzen van deze regels af te tasten. Zij moeten ervaren wat er gebeurt als die grenzen Pagina 5 Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1 Kanti Peuteropvang overschreden worden. Door kinderen hierop aan te spreken, leren zij verantwoordelijkheid te dragen voor hun gedrag. Kanti hanteert de stelregel dat de pedagogisch medewerker nooit en te nimmer zal corrigeren door het geven van een tik. Nogmaals, met de ouders wordt besproken op welke wijze de pedagogisch medewerker het gedrag van het kind corrigeert. Pagina 6 Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1 Kanti Peuteropvang -Hoofdstuk 3.2- Een bijdrage leveren aan de ontwikkeling -Hoofdstuk 3.2.1.- Persoonlijke en Sociale competenties Persoonlijke en sociale competenties van het kind, ofwel de bekwaamheden van het kind als persoon én in groepsverband. Belangrijk is de ruimte voor ontplooiing in eigen tempo enerzijds, en anderzijds stimulering van de ontwikkelingen. Met persoonlijke competentie worden persoonskenmerken zoals bijvoorbeeld veerkracht, zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit bedoeld. Dit stelt een peuter in staat om allerlei problemen op te kunnen lossen en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Bij peuters zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om grip te krijgen op hun omgeving. Exploratie en spel worden bevorderd door: - inrichting van de ruimte en aanbod van materialen en activiteiten - vaardigheden van pedagogisch medewerkers in het uitlokken en begeleiden van spel. Pedagogisch medewerkers scheppen condities voor spel door aanbod van materialen en activiteiten dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau en de interesse van de peuter, zonder de peuter initiatief uit handen te nemen. - Aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. Het begrip sociale competentie omvat een scala aan sociale kennis en vaardigheden, zoals zich in een ander kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen, het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. De interactie met leeftijdsgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt kinderen een leefomgeving voor het opdoen van sociale competenties. Het geeft aan kinderen kansen om zich te ontwikkelen tot evenwichtige personen die functioneren in de samenleving. -Hoofdstuk 3.2.2.- Het overbrengen van waarden en normen Het overbrengen van waarden en normen kan plaats vinden als de sociale en persoonlijke competenties van de peuters goed zijn aangeleerd. Een peuter moet leren dat samenleven betekent dat er sociale verkeersregels zijn, dat er waarden en normen gelden. Pedagogisch medewerkers zijn voor het overdragen hiervan heel belangrijk. Wij dragen in onze houding en werkwijze onze waarden en normen uit en stimuleren dat de peuters deze waarden en normen overnemen, zodra en voor zover zij hiervoor al de benodigde competenties bezitten. Dit doen we door de waarden en normen te benoemen en uit te leggen waarom ze in verschillende situaties belangrijk zijn. -Hoofdstuk 3.2.3.- De ontwikkelingsgebieden De verschillende ontwikkelingsgebieden van het kind worden hieronder benoemd en verduidelijkt. Functieontwikkeling kent oneindig veel variaties en verschilt per kind. De Motorische ontwikkeling Dit betreft de groei van het lichaam, de spierontwikkeling en ontwikkeling van de zintuigen. Bij de spierbeheersing kunnen wij onderscheiden: I. De grove motoriek: bewegingen van armen en benen zoals trappelen, kruipen, lopen, springen en fietsen. Pagina 7 Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1 Kanti Peuteropvang II. De fijne motoriek: alle kleine bewegingen van handen, vingers en tenen zoals grijpen, vasthouden, kleine kraaltje oppakken en knippen. Bij deze functieontwikkeling maken we onderscheid in de verstandelijke, en de emotionele en sociale ontwikkeling. De verstandelijke ontwikkeling, daarmee wordt bedoeld de ontwikkeling van het denken. Het leren, het geweten en de taalontwikkeling. Terwijl de emotionele ontwikkeling zich meer richt op het gevoelsleven van het kind. De sociale ontwikkeling, daarbij leert het kind omgaan met andere kinderen, en volwassenen. De peuter heeft veel ruimte nodig om zijn grove motoriek verder te ontwikkelen. Peuters rennen, klauteren en klimmen en spelen graag buiten. Bij zoveel drang tot bewegen is het belangrijk te letten op de veiligheid van de peuter. Denk bijvoorbeeld aan traphekjes en stopcontactbeveiligers. De fijne motoriek is nog minder ontwikkeld. Dat zijn bewegingen van met name de handen, zoals het vasthouden van een potlood, het bouwen met duplo of het rijgen van kralen. De verstandelijke ontwikkeling Peuters begrijpen en ontdekken de wereld om hen heen via de zintuigen. Ze zitten overal aan en steken veel in de mond. Zo leren ze steeds beter gladde, ruwe, zachte en andere voorwerpen van elkaar te onderscheiden en vormen kennen. De ontwikkeling van taal betekent een grote verandering voor de verstandelijke ontwikkeling. Een ander kenmerk van de peuterleeftijd is dat voor kinderen fantasie en werkelijkheid nog door elkaar lopen. We spreken wel van de magische wereld van het kind, een wereld waarin alles kan. Deze magische wereld blijft bestaan tot het kind ongeveer 6 jaar is. Tijdens de ontwikkeling leert het kind fantasie en werkelijkheid steeds beter scheiden. Peuters ontdekken dat ze macht kunnen hebben over hun wereld. Door steeds “nee” te zeggen tegen hun moeder, kunnen ze haar tot wanhoop drijven. Daarom wordt deze fase ook wel de koppigheidsfase genoemd. De peuter ontdekt dat hij iemand is, met een eigen naam en een eigen ik met een eigen wil. “ikke zelf doen” zeggen peuters vaak. Het kind kan alleen nog vanuit zichzelf denken en kan zich niet inleven in een ander. Daarom wordt deze fase ook wel de fase van het egocentrisme genoemd. De basisveiligheid van het kind ontwikkelt zich verder. Als er sprake is van een veilige hechting dan krijgt de peuter vertrouwen in volwassenen. Bij onveilige hechting kan wantrouwen ontstaan. Bekend zijn ook de “”peuterangsten” Een peuter kan bang zijn voor mensen die raar gekleed zijn of er vreemd uit zien. Het kind kan nog niet bedenken dat het hiervoor niet bang hoeft te zijn. -Hoofdstuk 3.2.4.- Signaalfunctie van de pedagogisch medewerker Door middel van observaties volgen de pedagogisch medewerkers de peuters in hun ontwikkeling en welbevinden. Alle peuters worden jaarlijks via een vastgestelde methodiek geobserveerd en zo nodig extra bij opvallend gedrag. Tevens is er contact met het consultatiebureau over een regelmatig bezoek aan onze peutergroep. Wanneer pedagogisch medewerkers gedrag waarnemen dat opvallend is, dan behoort het tot onze taak om dit vroegtijdig te signaleren. De pedagogisch medewerker gaat in gesprek met de ouders en de leidinggevende. Bij vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld hebben wij ook de plicht actie te ondernemen. De procedure die wij hierbij hanteren is de meldcode Kindermishandeling, welke wordt overhandigd bij inschrijving. Pagina 8 Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1 Kanti Peuteropvang -Hoofdstuk 4- Werkwijze, groep & leeftijdsopbouw -Hoofdstuk 4.1- De dagindeling van de groep Het is belangrijk om een vaste dagindeling aan te houden, het geeft kinderen structuur en herkenning geeft een veilig gevoel. We werken bij Kanti met dagritmekaarten. Zo kunnen de peuters zelf ook zien wat er die dag gaat gebeuren. De pedagogisch medewerkers scheppen de voorwaarden en bieden kinderen gedurende de dag voortdurend de ruimte om hun talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen. Dit gebeurt op de eerste plaats door het aanbieden van zeer uiteenlopende vrije en meer gestructureerde activiteiten, waarbij het ontdekken van de peuter centraal staat. Theater, yoga, verven, bouwen, werken met diverse (natuurlijke) materialen, zowel binnen als buiten, fantasiespel, muziek, zang en dans zijn hiervan enkele voorbeelden. Bij het aanbieden van de activiteiten zoeken de pedagogisch medewerkers zoveel mogelijk aansluiting bij de initiatieven van de kinderen. Ze geven de initiatieven de ruimte door de voorwaarden te creëren, waarin ontdekken mogelijk wordt. Tijdens het spel observeren de pedagogisch medewerkers de kinderen nauwlettend en kijken ze waar ze het spel eventueel kunnen verdiepen en verbreden. Het gaat dus om kansen grijpen en creëren! Niet alleen tijdens de spelactiviteiten maar ook tijdens alle andere momenten van de dag, de zgn. verzorgingsactiviteiten krijgen de kinderen volop ruimte om hun talenten te ontdekken. Peuters vinden het vaak geweldig om mee te helpen met de activiteiten van volwassenen; ze ontwikkelen hiermee de verschillende vaardigheden en het versterkt hun zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsgevoel. Tevens bieden deze activiteiten veel gelegenheid voor interactie met de pedagogisch medewerkers. Voorbeelden van verzorgingsactiviteiten zijn het tafel dekken, de zorg voor het lokaal en de materialen, het naar buiten gaan en de lichamelijke verzorging. De peuters worden gestimuleerd om hierin op een speelse manier actief mee te doen. We hebben een voorkeur voor vaste haal- en brengtijden, omdat in de tussengelegen tijd activiteiten met de peuters plaats vinden. Maar we beseffen ons dat het voor ouders soms wenselijk is dat kinderen flexibele opvangtijden krijgen. Om het programma niet te veel te storen is het niet mogelijk om te halen/ brengen tussen 9:00 en 12:00 en tussen 13:30 en 16:00 uur. Het is prettig en beter voor de kinderen dat de pedagogisch medewerkers hun aandacht dan volledig kunnen besteden aan de kinderen. Een dagindeling zou kunnen zijn: 8.00 – 9.00 De peuters worden gebracht en mogen vrij spelen 9.00 – 9.30 In de tipi gaan we in de kring. We maken Woutertje Kaboutertje wakker en zingen voor hem. We bespreken de dag. 9.30–10.00 Beeldende kunst (tekenen, schilderen, kleien) 10.00–10.30 Fruit eten en drinken, wc/verschoonmoment 10.30–11.00 Buiten spelen 11.00– 12.00 Thema activiteiten 12.00– 12.30 Lunch 12.30– 13.30 Ontspanning (een dutje in de tipi / yoga) 13.30– 14.30 Vrij spel 14.30– 15.00 In de tipi gaan we in de kring en luisteren naar een verhaal of een theaterspel met Doortje (onze superslimme handpop). 15.30-16.00 Wc / verschoonmoment Pagina 9 Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1 Kanti Peuteropvang 16.00-16.30 16.30-17.00 17.00-18.00 Buiten spelen Filmpje kijken Vrij spel , halen peuters Er zal geregeld met thema’s gewerkt worden. Ook is er altijd ruimte voor eigen creaties, als de peuter geen paashaas wil knutselen is dat zeker geen verplichting. De peuter zal alle vrijheid hebben om zijn creativiteit te kunnen uiten. De grootte van de groep zal maximaal 16 peuters bedragen. Dit is gebaseerd op de afmetingen van het lokaal. Mocht blijken dat een bepaalde groep bij een kleiner aantal kinderen voldoende is, doordat bijvoorbeeld sommige peuters veel aandacht vragen, dan zal de groep niet uitgebreid worden tot het maximale aantal van 16. Het welzijn van de peuters staat voorop. Ook voor de pedagogisch medewerkers moet het werkbaar blijven. De groepen bestaan allemaal uit peuters van 2 en 3 jaar oud. Jongere peuters worden op een wachtlijst geplaatst. De verdeling van 2 en 3 jarigen zal afhankelijk zijn van de aanvragen van de ouders. De pedagogisch medewerkers streven er naar alle peuters ook op maat uitdaging te kunnen bieden. Een peuter van drie, bijna vier heeft immers behoefte aan andere activiteiten dan een peuter van net twee. Op deze locatie zal er één groep peuters draaien per dag, meer groepen is gezien de locatie niet haalbaar. Bij de inschrijving kunnen de ouders aangeven welke dagen / dagdelen zij de peuter willen laten opvangen. Flexibiliteit is mogelijk. De groepsgrootte bepaalt uiteraard hoeveel flexibiliteit we kunnen bieden. Spelactiviteiten buiten de groep zouden kunnen bestaan uit samen buiten spelen met de kleuters, groep 1 en 2, van BS KlimOp. Kanti verzorgt ook theatervoorstellingen voor de peuters en nodigt groep 1 en 2 van BS uit om hier van mee te genieten. Verdere gezamenlijke activiteiten zijn niet afgesproken op dit moment. -Hoofdstuk 4.2- Ondersteuning op de groep -Hoofdstuk 4.2.1.- Ondersteuning door vrijwilligers Tijdens de dagelijkse werkzaamheden kunnen de pedagogisch medewerkers worden ondersteund door vrijwilligers. Zij zullen structureel tegen een vrijwilligersvergoeding de pedagogisch medewerkers ondersteunen. Dit zal gebeuren tijdens het middageten met de peuters, wat extra handen om de tafel te dekken en de peuters te helpen met het eten. Ook het afruimen en poetsen daarna is belangrijk. Ook kunnen de vrijwilligers ingezet worden tijdens een knutselactiviteit, een uitstapje, een viering bijvoorbeeld Kerst. -Hoofdstuk 4.2.2.- Ondersteuning van de beroepskracht Er kan sprake zijn van één pedagogisch medewerker op de groep met als ondersteuning een vrijwilliger of groepshulp. Kanti is gesitueerd in een schoolgebouw. Afgesproken is dat de conciërge en de directeur regelmatig een blik in het lokaal werpen en binnen lopen. Het lokaal is voorzien van diverse ramen, op ooghoogte van volwassenen. Tijdens de opvang wordt er ook les gegeven in school, zodoende lopen er ook diverse leerkrachten langs het lokaal. Pagina 10 Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1 Kanti Peuteropvang Kanti maakt gebruik van een invalpool met pedagogisch medewerkers. Zij kunnen ingeval van nood of ziekte ingezet worden. In geval van nood zijn er uiteraard leerkrachten in te schakelen. -Hoofdstuk 4.3- Het vier ogen principe Bij Kanti zullen altijd vier ogen aanwezig zijn. Mocht de groep klein zijn, dan kan het gaan om een vrijwilliger, groepshulp of stagiaire samen met de pedagogisch medewerker. Is de groep groter, meer dan 7 bij een gemengde groep 2-4 jaar, dan zijn er altijd twee pedagogisch medewerkers aanwezig, aangevuld met een groepshulp of vrijwilliger. De opvang is gesitueerd in school en door de aanwezige leerkrachten, directrice en conciërge kan er ook meegekeken en geluisterd worden. -Hoofdstuk 5 Het wenbeleid Peuters kunnen ieder moment van de maand instromen. Na plaatsing van een peuter vindt er een gesprek plaats met de ouders. Samen vullen we een uitgebreid formulier in. Mag het bepaalde voeding niet eten in verband met een allergie, heeft de peuter veel behoefte aan zijn knuffel etc. We vragen de ouders de peuter de eerste keer wat later te brengen zodat de andere peuters al aan het spelen zijn en het rustig is op de groep. In overleg met de ouders bepalen we of de ouders bij de groep blijven, en hoe dit afgebouwd zal worden. We proberen de nieuwe kinderen het gevoel te geven dat zij welkom zijn en zich veilig voelen, ook al zijn ze in een nieuwe omgeving. Dit proberen we o.a. te bereiken door verschillende dingen. De pedagogisch medewerker speelt zelf mee met het kind en zij vertelt duidelijk wat er gaat gebeuren. Als de peuter naar papa of mama vraagt, vertellen de pedagogisch medewerkers dat papa of mama altijd weer terug komt om de peuter op te halen. Ook helpen de pedagogisch medewerkers als blijkt dat afscheid nemen lastig is. We spreken af dat papa of mama duidelijk afscheid neemt en gaat. De peuter en de pedagogisch medewerker zwaaien samen papa of mama uit. Papa of mama mag altijd bellen, als het afscheid moeilijk was maar ook op andere momenten om te informeren hoe de opvang verloopt. -Hoofdstuk 6 Hygiëne Een hygiënische opvangomgeving en een goede lichamelijke verzorging, zorgen ervoor dat onnodige ziektes zoveel mogelijk worden uitgesloten. Ouders en pedagogisch medewerkers maken hier ook afspraken over. Pedagogisch medewerkers beschikken over het protocol hygiëne. Kanti verwacht van haar pedagogisch medewerkers dat zij hiervan op de hoogte zijn en ook volgens dit protocol werken. -Hoofdstuk 7-Hoofdstuk 7.1- Algemeen verzekeringen Kanti draagt zorg voor de verzekeringen van de peuters in de opvang. Pagina 11 Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1 Kanti Peuteropvang -Hoofdstuk 7.2- Klachtenreglement De medewerker Kanti informeert over de klachtenregeling. Deze regeling geldt voor aspecten van Kanti en de dienstverlening. Ouders kunnen met klachten bij de pedagogisch medewerkers terecht. De klacht wordt naar behoren behandeld. Verder is Kanti aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK). De SKK kan een officiële uitspraak doen over de afhandeling van de betreffende klacht. De klager heeft zelf de keuzemogelijkheid om de klacht intern bij Kanti of via de SKK te laten behandelen. -Hoofdstuk 7.3- Privacy Binnen Kanti hanteren we de regels conform de privacywetgeving. Kinderen vertellen echter in hun onschuld een pedagogisch medewerker, met wie zij een band hebben opgebouwd, soms zaken over hun thuissituatie. Zaken die mogelijk gevoelig van aard zijn. Hierbij kun je denken aan ziektes, financiële situatie, vakanties, ruzies, gewoonten, en dergelijke. Als pedagogisch medewerker weet je hier op een juiste wijze mee om te gaan, en kun je goed inschatten welke informatie je als vertrouwelijk kunt bestempelen. Hiermee bedoelen we dat mogelijk gevoelige informatie tussen vier muren blijft. Je deelt deze vertrouwelijke informatie dus niet met anderen. -Hoofdstuk 7.4- Oudercommissie Deze commissie wordt regelmatig geïnformeerd door Kanti over de gang van zaken binnen het bureau. De commissie heeft het recht om advies te vragen en geven. Het reglement waarbinnen de commissie actief is, wordt opgesteld door de medewerker van Kanti, en de commissie stelt vervolgens zelf haar huishoudelijk reglement op. De leden van de oudercommissie worden door de ouders zelf gekozen. Kanti houdt rekening met de bescherming van de persoonlijke gegevens. Dit is mede opgenomen in het huishoudelijk reglement van de oudercommissie. Het algemene reglement van de commissie is in te zien en te downloaden op de website van het bureau. www.kantikind.nl -Hoofdstuk 8- Protocollen Kanti peuteropvang Op de website van Kanti (www.kantikind.nl) zijn de volgende protocollen en formulieren in te zien en te downloaden: Hygiëne Gebruik Geneesmiddelen Gebruik medische hulpmiddelen Kindermishandeling Zieke kinderen en medicijnen Mocht je nog vragen hebben naar aanleiding van deze protocollen dan horen wij dit graag. Kanti Peuteropvang Locatie BS KlimOp Anjerstraat 4a 5171 BM Kaatsheuvel Tel: 06 - 44 81 58 50 Sonja van den Hoven - Ribbers E-mail: [email protected] KvK nr. 50486640 Pagina 12 Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1 Kanti Peuteropvang
© Copyright 2024 ExpyDoc