Pedagogisch Beleidsplan

2014
Pedagogisch Beleidsplan
Kanti Peuteropvang
Kanti peuteropvang
Sonja van den Hoven
Locatie BS KlimOp
Anjerstraat 4 a
5171 BM Kaatsheuvel
Tel.: 06 - 44 81 58 50
[email protected]
Versie: 1.1
Voorwoord
Waarom Peuteropvang?
Om peuters binnen een vertrouwde en leerrijke omgeving optimaal in hun ontwikkeling te stimuleren, ze
kennis te laten maken met uitdagende (ontwikkelings)materialen en activiteiten en om de naderende stap
naar de basisschool te vergemakkelijken is Kanti Peuteropvang opgericht. Kinderen kunnen spelenderwijs
nieuwe dingen ontdekken en nieuwe vaardigheden leren. En ze ontmoeten leeftijdsgenootjes.
Binnen ons kinderdagverblijf is het programma afgestemd op de wensen van de peuter. We willen
peuters dan ook echt iets bieden. Naast de verzorgende taak zien wij duidelijk nog een andere taak: We
proberen peuters uit te nodigen om op ontdekkingsreis te gaan en om zich op een prettige manier te
ontwikkelen. Het is voor ieder kind van belang dat het de ruimte krijgt om zijn eigen weg te vinden.
Kinderen zijn van nature leergierig en grijpen nieuwe kansen aan, zodra ze worden uitgedaagd. Het is aan
ons om hen hierin te voorzien.
Vandaar Kanti peuteropvang en vandaar dit pedagogisch beleidsplan.
Iedere kinderopvangorganisatie moet conform de Nederlandse wet- en regelgeving beschikken over een
pedagogisch beleidsplan. Kinderopvang houdt namelijk meer in dan het bieden van een dak boven het
hoofd en het geven van een maaltijd. In een pedagogisch beleidsplan beschrijft de
kinderopvangorganisatie, naast de wettelijke bepalingen vanuit de Rijksoverheid, de opvoedkundige
gedragslijnen. Dit zijn de richtlijnen volgens welke de pedagogisch medewerkers dient te werken.
Pedagogiek is eigenlijk een ander woord voor opvoedkunde. Goede kinderopvang draagt dus bij aan het
welbevinden van het kind, de persoonlijke en sociale ontwikkeling en de participatie in de omgeving.
Hiervan kunnen de pedagogische doelen worden afgeleid. In de kinderopvang staan de volgende vier
pedagogische doelen centraal:
1.
2.
3.
4.
het bieden van emotionele veiligheid;
een bijdrage leveren aan de persoonlijke competentie;
een bijdrage leveren aan de sociale competentie;
overdracht van waarden en normen.
Deze doelen zijn in 2000 geformuleerd door J.M.A Riksen-Walraven, professor ontwikkelingspsychologie
aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, en opgenomen in de 'Wet Kinderopvang' (VWS 2004). Daarmee
zijn de vier doelen leidend geworden voor de pedagogische beleidsplannen van alle organisaties voor
kinderopvang.
In dit pedagogisch beleidsplan laten wij bij Kanti ook zien wat ónze visie is met betrekking tot
kinderopvang. Een visie waarin Kanti richting geeft aan het opvoedkundig handelen van de pedagogisch
medewerkers. Voor Kanti is dit pedagogisch beleidsplan geen vrijblijvende handleiding. Wij verwachten
van al onze pedagogisch medewerkers dat zij de richtlijnen in dit plan als basis zullen gebruiken voor de
omgang met de kinderen, én met hun ouders. In de dagelijkse praktijk dient dit plan als houvast voor alle
partijen. Als pedagogisch medewerker zul je je moeten conformeren aan het opvoedkundig beleid van
Kanti, een beleid dat tevens bijdraagt aan het vertrouwen van de ouders in de opvang van hun kind bij
Kanti. Overtreden van dit beleid, ofwel schaden van dit vertrouwen, heeft consequenties voor het
voortbestaan van de relatie tussen de verschillende partijen.
Het pedagogisch beleidsplan zal bij inschrijving overhandigd worden.
Pagina 2
Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1
Kanti Peuteropvang
Inhoud
Voorwoord .........................................................................................................................................2
Inhoud ................................................................................................................................................3
Hoofdstuk 1
Kanti Peuteropvang..................................................................................................4
Hoofdstuk 2
De visie van Kanti .....................................................................................................4
Hoofdstuk 3
De pedagogische doelen ..........................................................................................4
Hoofdstuk 3.1
Het bieden van emotionele veiligheid .................................................................4
Hoofdstuk 3.1.1.
Geborgenheid & veiligheid tegenover uitdagingen ......................................5
Hoofdstuk 3.1.2.
Waardering & respect tegenover duidelijke grenzen ...................................5
Hoofdstuk 3.2
Een bijdrage leveren aan de ontwikkeling ...........................................................7
Hoofdstuk 3.2.1.
Persoonlijke en Sociale competenties ..........................................................7
Hoofdstuk 3.2.2.
Het overbrengen van waarden en normen ..................................................7
Hoofdstuk 3.2.3.
De ontwikkelingsgebieden...........................................................................7
Hoofdstuk 3.2.4.
Signaalfunctie van de pedagogisch medewerker..........................................8
Hoofdstuk 4
Werkwijze, groep & leeftijdsopbouw........................................................................9
Hoofdstuk 4.1
De dagindeling van de groep ...............................................................................9
Hoofdstuk 4.2
Ondersteuning op de groep............................................................................... 10
Hoofdstuk 4.2.1.
Ondersteuning door vrijwilligers................................................................ 10
Hoofdstuk 4.2.2.
Ondersteuning van de beroepskracht ........................................................ 10
Hoofdstuk 4.3
Het vier ogen principe ....................................................................................... 11
Hoofdstuk 5
Het wenbeleid........................................................................................................ 11
Hoofdstuk 6
Hygiëne.................................................................................................................. 11
Hoofdstuk 7
Algemeen............................................................................................................... 11
Hoofdstuk 7.1
verzekeringen ................................................................................................... 11
Hoofdstuk 7.2
Klachtenreglement.......................................................................................... 122
Hoofdstuk 7.3
Privacy .............................................................................................................. 12
Hoofdstuk 7.4
Oudercommissie ............................................................................................... 12
Hoofdstuk 8
Protocollen Kanti ................................................................................................... 12
Pagina 3
Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1
Kanti Peuteropvang
-Hoofdstuk 1-
Kanti Peuteropvang
Kanti is een combinatie van 2 soorten opvang; enerzijds peuterspeelzaalwerk en anderzijds
kinderopvang. Kinderen krijgen een educatief programma aangeboden ter voorbereiding op het naar
school gaan en genieten daarbij mede het verzorgende aspect van de kinderopvang.
In de basis is Kanti een kinderdagverblijf voor peuters van 2 en 3 jaar oud. Per 2016 is het landelijk
vastgelegd dat peuterspeelzaalwerk wordt overgenomen door de kinderopvang. Kanti speelt hier op
in en biedt daarom al in 2014 een educatief programma binnen een kinderdagverblijf speciaal voor
peuters .
-Hoofdstuk 2-
De visie van Kanti
Binnen Kanti richten wij ons op het unieke van het kind. Wij streven ernaar om (rook)signalen van
kinderen op te merken en deze te vertalen naar de juiste opvang en begeleiding. Een peuter bevindt
zich in de “IK-fase”, wat betekent dat hij zijn eigen ikje ontdekt. “Wie ben ik eigenlijk? Waar ben ik
goed in? Wat wil ik graag leren en wat vind ik leuk?” Om dat te kunnen ontdekken is je omgeving erg
belangrijk. Je hebt als peuter een vertrouwde, liefdevolle en leerrijke omgeving nodig.
We bieden een veelzijdige dagprogramma en streven ernaar om uitdaging te bieden aan alle peuters.
Van peuters met een taalachterstand tot en met peuters met een ontwikkelingsvoorsprong.
De opvang is kleinschalig, waardoor peuters dezelfde leidsters treffen.
Om je eigen ikje te kunnen ontdekken is het belangrijk dat je ook ècht jezelf durft te zijn. Dat wordt
makkelijker als je voelt dat de mensen om je heen je waarderen zoals je bent. Zeker bij jonge
kinderen is het gevoel nog heel puur. Zij voelen feilloos aan of je respectvol met hen omgaat.
Ook de sfeer van de ruimte bepaalt of je jezelf comfortabel voelt. Een sfeervolle ruimte doet iets met
je. Wij noemen dat: “Leer méér in sfeer.”
Tijdens het vrije spel is het van belang dat peuters uitgenodigd worden om te spelen. Het moet er
aantrekkelijk uitzien en iets aan hun fantasie overlaten.
Vanuit onze visie "leer meer in sfeer" halen wij de natuur naar binnen. Plastic is zeker niet
"verboden" binnen onze ruimte, maar we streven ernaar om een zo natuurlijk mogelijke omgeving te
creëren.
-Hoofdstuk 3-Hoofdstuk 3.1-
De pedagogische doelen
Het bieden van emotionele veiligheid
Kinderen zijn onderzoekers. Enerzijds hebben zij behoefte aan geborgenheid en veiligheid, anderzijds
staan zij tegenover uitdagingen. Aan hun behoefte om te onderzoeken stel je duidelijke grenzen als
opvoeder, terwijl je aan de andere kant dit gedrag juist aanmoedigt, en het kind in zijn waarde laat
en respecteert. Hoe ga je hier in de praktijk mee om?
Het bieden van een gevoel van veiligheid is de meest basale pedagogische doelstelling voor alle
vormen van kinderopvang. Je kunt veiligheid bieden door vaste en sensitieve verzorgers,
aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten en de inrichting van de omgeving. Kinderen moeten zich
thuis kunnen voelen bij Kanti. Juist vanuit een gevoel van veiligheid kan een kind komen tot
Pagina 4
Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1 Kanti Peuteropvang
ontwikkeling door te ontdekken, te exploreren en te spelen. De pedagogisch medewerkers spelen
hierin een cruciale rol, door te werken vanuit een sensitieve benadering van de kinderen.
-Hoofdstuk 3.1.1.- Geborgenheid & veiligheid tegenover uitdagingen
Kinderen hebben van kleins af aan al behoefte aan geborgenheid en veiligheid. De eigen ouder(s) en
andere gezinsleden, aan wie het kind zich hecht, kunnen het kind een liefdevolle en veilige basis
bieden. Vanuit deze basis kan een kind ook met andere volwassenen en kinderen een veilige
vertrouwensrelatie opbouwen.
Het is belangrijk dat het kind zich ook bij de pedagogisch medewerkers veilig en vertrouwd voelt.
Continuïteit en regelmaat in de opvang door de vaste pedagogisch medewerkers zijn hiervoor
essentieel. Daarnaast biedt de pedagogisch medewerkers ook fysieke veiligheid en bescherming. Het
kind en de pedagogisch medewerkers raken als het goed is steeds meer op elkaar ingespeeld. De
pedagogisch medewerker leert het gedrag van het kind adequaat te interpreteren, en het kind
ervaart dat het met zijn gedrag de pedagogisch medewerker kan bereiken. Het kind kan dan troost
en veiligheid vinden. Zo krijgt het kind vertrouwen in zichzelf, en durft het zijn omgeving te gaan
onderzoeken.
Een kind heeft uitdagingen nodig om te groeien en ontwikkelen. Als pedagogisch medewerker
stimuleer je hiermee het ontwikkelingsniveau en de belangstelling van het individuele kind. Het
versterkt hun zelfvertrouwen. Het is belangrijk dat de pedagogisch medewerker zelfredzaamheid
aanmoedigt. Een kind mag experimenteren, zo leert een kind keuzes maken.
-Hoofdstuk 3.1.2.- Waardering & respect tegenover duidelijke grenzen
De manier waarop een pedagogisch medewerkers het kind waardering geeft, heeft in vloed op het
zelfvertrouwen van het kind. Het helpt bij de ontwikkeling van een positief zelfbeeld. Het kind heeft
behoefte aan aandacht, en een pedagogisch medewerker besteedt vooral aandacht aan positief
gedrag bij het kind. De pedagogisch medewerker kijkt en luistert goed naar de behoeftes van het
kind, speelt hierop in, en stimuleert zo de mogelijkheden van het kind om te ontdekken en zich te
verder ontplooien. Een kind heeft er recht op met respect behandeld te worden en serieus genomen
te worden, en leert zo ook anderen te respecteren.
Kinderen hebben daarnaast ook duidelijk grenzen nodig, omwille van:
 de veiligheid;
 het bieden van een zekere mate van rust en regelmaat;
 het leren rekening houden met de behoeften van anderen;
 het overdragen van normen en waarden;
 het leren dragen van verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag.
Als het kind iets doet wat niet mag, dan kan een pedagogisch medewerker ervoor kiezen om dit te
negeren. Hij kan bijvoorbeeld wachten of twee kinderen zelf hun ruzie kunnen oplossen. De wijze
waarop gehandeld wordt als een kind gedrag vertoont dat niet wordt goedgekeurd, wordt op
voorhand al besproken door de ouder(s) met de pedagogisch medewerker. Wanneer de pedagogisch
medewerker het kind corrigeert, dan moet voor het kind duidelijk zijn dat het niet als persoon wordt
afgewezen, maar dat bepaald concreet gedrag wordt afgekeurd. Pas die regels als pedagogisch
medewerker ook consequent toe. Morele regels moeten helder zijn en voortkomen uit een aantal
(voor kinderen begrijpelijke) basisregels, zoals “Wij doen een ander geen pijn”. Kinderen zullen
proberen de grenzen van deze regels af te tasten. Zij moeten ervaren wat er gebeurt als die grenzen
Pagina 5
Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1
Kanti Peuteropvang
overschreden worden. Door kinderen hierop aan te spreken, leren zij verantwoordelijkheid te dragen
voor hun gedrag.
Kanti hanteert de stelregel dat de pedagogisch medewerker nooit en te nimmer zal corrigeren door
het geven van een tik. Nogmaals, met de ouders wordt besproken op welke wijze de pedagogisch
medewerker het gedrag van het kind corrigeert.
Pagina 6
Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1
Kanti Peuteropvang
-Hoofdstuk 3.2- Een bijdrage leveren aan de ontwikkeling
-Hoofdstuk 3.2.1.- Persoonlijke en Sociale competenties
Persoonlijke en sociale competenties van het kind, ofwel de bekwaamheden van het kind als persoon
én in groepsverband. Belangrijk is de ruimte voor ontplooiing in eigen tempo enerzijds, en anderzijds
stimulering van de ontwikkelingen.
Met persoonlijke competentie worden persoonskenmerken zoals bijvoorbeeld veerkracht,
zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit bedoeld. Dit stelt een peuter in staat om
allerlei problemen op te kunnen lossen en zich goed aan te passen aan veranderende
omstandigheden. Bij peuters zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om grip te krijgen op
hun omgeving.
Exploratie en spel worden bevorderd door:
- inrichting van de ruimte en aanbod van materialen en activiteiten
- vaardigheden van pedagogisch medewerkers in het uitlokken en begeleiden van spel.
Pedagogisch medewerkers scheppen condities voor spel door aanbod van materialen en
activiteiten dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau en de interesse van de peuter, zonder de
peuter initiatief uit handen te nemen.
- Aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. Goede relaties met leeftijdsgenoten
bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel.
Het begrip sociale competentie omvat een scala aan sociale kennis en vaardigheden, zoals zich in een
ander kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten
voorkomen en oplossen, het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. De interactie met
leeftijdsgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt
kinderen een leefomgeving voor het opdoen van sociale competenties. Het geeft aan kinderen
kansen om zich te ontwikkelen tot evenwichtige personen die functioneren in de samenleving.
-Hoofdstuk 3.2.2.- Het overbrengen van waarden en normen
Het overbrengen van waarden en normen kan plaats vinden als de sociale en persoonlijke
competenties van de peuters goed zijn aangeleerd. Een peuter moet leren dat samenleven betekent
dat er sociale verkeersregels zijn, dat er waarden en normen gelden. Pedagogisch medewerkers zijn
voor het overdragen hiervan heel belangrijk. Wij dragen in onze houding en werkwijze onze waarden
en normen uit en stimuleren dat de peuters deze waarden en normen overnemen, zodra en voor
zover zij hiervoor al de benodigde competenties bezitten. Dit doen we door de waarden en normen
te benoemen en uit te leggen waarom ze in verschillende situaties belangrijk zijn.
-Hoofdstuk 3.2.3.- De ontwikkelingsgebieden
De verschillende ontwikkelingsgebieden van het kind worden hieronder benoemd en verduidelijkt.
Functieontwikkeling kent oneindig veel variaties en verschilt per kind.
De Motorische ontwikkeling
Dit betreft de groei van het lichaam, de spierontwikkeling en ontwikkeling van de zintuigen. Bij de
spierbeheersing kunnen wij onderscheiden:
I.
De grove motoriek: bewegingen van armen en benen zoals trappelen, kruipen, lopen,
springen en fietsen.
Pagina 7
Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1 Kanti Peuteropvang
II.
De fijne motoriek: alle kleine bewegingen van handen, vingers en tenen zoals grijpen,
vasthouden, kleine kraaltje oppakken en knippen.
Bij deze functieontwikkeling maken we onderscheid in de verstandelijke, en de emotionele en sociale
ontwikkeling. De verstandelijke ontwikkeling, daarmee wordt bedoeld de ontwikkeling van het
denken. Het leren, het geweten en de taalontwikkeling. Terwijl de emotionele ontwikkeling zich
meer richt op het gevoelsleven van het kind. De sociale ontwikkeling, daarbij leert het kind omgaan
met andere kinderen, en volwassenen.
De peuter heeft veel ruimte nodig om zijn grove motoriek verder te ontwikkelen. Peuters rennen,
klauteren en klimmen en spelen graag buiten. Bij zoveel drang tot bewegen is het belangrijk te letten
op de veiligheid van de peuter. Denk bijvoorbeeld aan traphekjes en stopcontactbeveiligers. De fijne
motoriek is nog minder ontwikkeld. Dat zijn bewegingen van met name de handen, zoals het
vasthouden van een potlood, het bouwen met duplo of het rijgen van kralen.
De verstandelijke ontwikkeling
Peuters begrijpen en ontdekken de wereld om hen heen via de zintuigen. Ze zitten overal aan en
steken veel in de mond. Zo leren ze steeds beter gladde, ruwe, zachte en andere voorwerpen van
elkaar te onderscheiden en vormen kennen.
De ontwikkeling van taal betekent een grote verandering voor de verstandelijke ontwikkeling.
Een ander kenmerk van de peuterleeftijd is dat voor kinderen fantasie en werkelijkheid nog door
elkaar lopen. We spreken wel van de magische wereld van het kind, een wereld waarin alles kan.
Deze magische wereld blijft bestaan tot het kind ongeveer 6 jaar is. Tijdens de ontwikkeling leert het
kind fantasie en werkelijkheid steeds beter scheiden.
Peuters ontdekken dat ze macht kunnen hebben over hun wereld. Door steeds “nee” te zeggen
tegen hun moeder, kunnen ze haar tot wanhoop drijven. Daarom wordt deze fase ook wel de
koppigheidsfase genoemd.
De peuter ontdekt dat hij iemand is, met een eigen naam en een eigen ik met een eigen wil. “ikke zelf
doen” zeggen peuters vaak. Het kind kan alleen nog vanuit zichzelf denken en kan zich niet inleven in
een ander. Daarom wordt deze fase ook wel de fase van het egocentrisme genoemd.
De basisveiligheid van het kind ontwikkelt zich verder. Als er sprake is van een veilige hechting dan
krijgt de peuter vertrouwen in volwassenen. Bij onveilige hechting kan wantrouwen ontstaan.
Bekend zijn ook de “”peuterangsten” Een peuter kan bang zijn voor mensen die raar gekleed zijn of
er vreemd uit zien. Het kind kan nog niet bedenken dat het hiervoor niet bang hoeft te zijn.
-Hoofdstuk 3.2.4.- Signaalfunctie van de pedagogisch medewerker
Door middel van observaties volgen de pedagogisch medewerkers de peuters in hun ontwikkeling en
welbevinden. Alle peuters worden jaarlijks via een vastgestelde methodiek geobserveerd en zo nodig
extra bij opvallend gedrag. Tevens is er contact met het consultatiebureau over een regelmatig
bezoek aan onze peutergroep. Wanneer pedagogisch medewerkers gedrag waarnemen dat
opvallend is, dan behoort het tot onze taak om dit vroegtijdig te signaleren. De pedagogisch
medewerker gaat in gesprek met de ouders en de leidinggevende. Bij vermoedens van
kindermishandeling of huiselijk geweld hebben wij ook de plicht actie te ondernemen. De procedure
die wij hierbij hanteren is de meldcode Kindermishandeling, welke wordt overhandigd bij
inschrijving.
Pagina 8
Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1
Kanti Peuteropvang
-Hoofdstuk 4-
Werkwijze, groep & leeftijdsopbouw
-Hoofdstuk 4.1- De dagindeling van de groep
Het is belangrijk om een vaste dagindeling aan te houden, het geeft kinderen structuur en
herkenning geeft een veilig gevoel. We werken bij Kanti met dagritmekaarten. Zo kunnen de peuters
zelf ook zien wat er die dag gaat gebeuren. De pedagogisch medewerkers scheppen de voorwaarden
en bieden kinderen gedurende de dag voortdurend de ruimte om hun talenten te ontdekken en
verder te ontwikkelen.
Dit gebeurt op de eerste plaats door het aanbieden van zeer uiteenlopende vrije en meer
gestructureerde activiteiten, waarbij het ontdekken van de peuter centraal staat. Theater, yoga,
verven, bouwen, werken met diverse (natuurlijke) materialen, zowel binnen als buiten, fantasiespel,
muziek, zang en dans zijn hiervan enkele voorbeelden. Bij het aanbieden van de activiteiten zoeken
de pedagogisch medewerkers zoveel mogelijk aansluiting bij de initiatieven van de kinderen. Ze
geven de initiatieven de ruimte door de voorwaarden te creëren, waarin ontdekken mogelijk wordt.
Tijdens het spel observeren de pedagogisch medewerkers de kinderen nauwlettend en kijken ze
waar ze het spel eventueel kunnen verdiepen en verbreden. Het gaat dus om kansen grijpen en
creëren!
Niet alleen tijdens de spelactiviteiten maar ook tijdens alle andere momenten van de dag, de zgn.
verzorgingsactiviteiten krijgen de kinderen volop ruimte om hun talenten te ontdekken. Peuters
vinden het vaak geweldig om mee te helpen met de activiteiten van volwassenen; ze ontwikkelen
hiermee de verschillende vaardigheden en het versterkt hun zelfvertrouwen en
verantwoordelijkheidsgevoel. Tevens bieden deze activiteiten veel gelegenheid voor interactie met
de pedagogisch medewerkers. Voorbeelden van verzorgingsactiviteiten zijn het tafel dekken, de zorg
voor het lokaal en de materialen, het naar buiten gaan en de lichamelijke verzorging. De peuters
worden gestimuleerd om hierin op een speelse manier actief mee te doen.
We hebben een voorkeur voor vaste haal- en brengtijden, omdat in de tussengelegen tijd activiteiten
met de peuters plaats vinden. Maar we beseffen ons dat het voor ouders soms wenselijk is dat
kinderen flexibele opvangtijden krijgen. Om het programma niet te veel te storen is het niet mogelijk
om te halen/ brengen tussen 9:00 en 12:00 en tussen 13:30 en 16:00 uur. Het is prettig en beter voor
de kinderen dat de pedagogisch medewerkers hun aandacht dan volledig kunnen besteden aan de
kinderen.
Een dagindeling zou kunnen zijn:
8.00 – 9.00
De peuters worden gebracht en mogen vrij spelen
9.00 – 9.30
In de tipi gaan we in de kring. We maken Woutertje Kaboutertje wakker en zingen
voor hem. We bespreken de dag.
9.30–10.00
Beeldende kunst (tekenen, schilderen, kleien)
10.00–10.30 Fruit eten en drinken, wc/verschoonmoment
10.30–11.00 Buiten spelen
11.00– 12.00 Thema activiteiten
12.00– 12.30 Lunch
12.30– 13.30 Ontspanning (een dutje in de tipi / yoga)
13.30– 14.30 Vrij spel
14.30– 15.00 In de tipi gaan we in de kring en luisteren naar een verhaal of een theaterspel met
Doortje (onze superslimme handpop).
15.30-16.00
Wc / verschoonmoment
Pagina 9
Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1
Kanti Peuteropvang
16.00-16.30
16.30-17.00
17.00-18.00
Buiten spelen
Filmpje kijken
Vrij spel , halen peuters
Er zal geregeld met thema’s gewerkt worden. Ook is er altijd ruimte voor eigen creaties, als de peuter
geen paashaas wil knutselen is dat zeker geen verplichting. De peuter zal alle vrijheid hebben om zijn
creativiteit te kunnen uiten.
De grootte van de groep zal maximaal 16 peuters bedragen. Dit is gebaseerd op de afmetingen van
het lokaal. Mocht blijken dat een bepaalde groep bij een kleiner aantal kinderen voldoende is,
doordat bijvoorbeeld sommige peuters veel aandacht vragen, dan zal de groep niet uitgebreid
worden tot het maximale aantal van 16. Het welzijn van de peuters staat voorop. Ook voor de
pedagogisch medewerkers moet het werkbaar blijven. De groepen bestaan allemaal uit peuters van 2
en 3 jaar oud. Jongere peuters worden op een wachtlijst geplaatst. De verdeling van 2 en 3 jarigen zal
afhankelijk zijn van de aanvragen van de ouders. De pedagogisch medewerkers streven er naar alle
peuters ook op maat uitdaging te kunnen bieden. Een peuter van drie, bijna vier heeft immers
behoefte aan andere activiteiten dan een peuter van net twee. Op deze locatie zal er één groep
peuters draaien per dag, meer groepen is gezien de locatie niet haalbaar.
Bij de inschrijving kunnen de ouders aangeven welke dagen / dagdelen zij de peuter willen laten
opvangen. Flexibiliteit is mogelijk. De groepsgrootte bepaalt uiteraard hoeveel flexibiliteit we kunnen
bieden.
Spelactiviteiten buiten de groep zouden kunnen bestaan uit samen buiten spelen met de kleuters,
groep 1 en 2, van BS KlimOp. Kanti verzorgt ook theatervoorstellingen voor de peuters en nodigt
groep 1 en 2 van BS uit om hier van mee te genieten. Verdere gezamenlijke activiteiten zijn niet
afgesproken op dit moment.
-Hoofdstuk 4.2-
Ondersteuning op de groep
-Hoofdstuk 4.2.1.- Ondersteuning door vrijwilligers
Tijdens de dagelijkse werkzaamheden kunnen de pedagogisch medewerkers worden ondersteund
door vrijwilligers. Zij zullen structureel tegen een vrijwilligersvergoeding de pedagogisch
medewerkers ondersteunen. Dit zal gebeuren tijdens het middageten met de peuters, wat extra
handen om de tafel te dekken en de peuters te helpen met het eten. Ook het afruimen en poetsen
daarna is belangrijk. Ook kunnen de vrijwilligers ingezet worden tijdens een knutselactiviteit, een
uitstapje, een viering bijvoorbeeld Kerst.
-Hoofdstuk 4.2.2.- Ondersteuning van de beroepskracht
Er kan sprake zijn van één pedagogisch medewerker op de groep met als ondersteuning een
vrijwilliger of groepshulp. Kanti is gesitueerd in een schoolgebouw. Afgesproken is dat de conciërge
en de directeur regelmatig een blik in het lokaal werpen en binnen lopen. Het lokaal is voorzien van
diverse ramen, op ooghoogte van volwassenen. Tijdens de opvang wordt er ook les gegeven in
school, zodoende lopen er ook diverse leerkrachten langs het lokaal.
Pagina 10
Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1
Kanti Peuteropvang
Kanti maakt gebruik van een invalpool met pedagogisch medewerkers. Zij kunnen ingeval van nood
of ziekte ingezet worden. In geval van nood zijn er uiteraard leerkrachten in te schakelen.
-Hoofdstuk 4.3-
Het vier ogen principe
Bij Kanti zullen altijd vier ogen aanwezig zijn. Mocht de groep klein zijn, dan kan het gaan om een
vrijwilliger, groepshulp of stagiaire samen met de pedagogisch medewerker. Is de groep groter, meer
dan 7 bij een gemengde groep 2-4 jaar, dan zijn er altijd twee pedagogisch medewerkers aanwezig,
aangevuld met een groepshulp of vrijwilliger. De opvang is gesitueerd in school en door de
aanwezige leerkrachten, directrice en conciërge kan er ook meegekeken en geluisterd worden.
-Hoofdstuk 5
Het wenbeleid
Peuters kunnen ieder moment van de maand instromen. Na plaatsing van een peuter vindt er een
gesprek plaats met de ouders. Samen vullen we een uitgebreid formulier in. Mag het bepaalde
voeding niet eten in verband met een allergie, heeft de peuter veel behoefte aan zijn knuffel etc. We
vragen de ouders de peuter de eerste keer wat later te brengen zodat de andere peuters al aan het
spelen zijn en het rustig is op de groep. In overleg met de ouders bepalen we of de ouders bij de
groep blijven, en hoe dit afgebouwd zal worden.
We proberen de nieuwe kinderen het gevoel te geven dat zij welkom zijn en zich veilig voelen, ook al
zijn ze in een nieuwe omgeving. Dit proberen we o.a. te bereiken door verschillende dingen. De
pedagogisch medewerker speelt zelf mee met het kind en zij vertelt duidelijk wat er gaat gebeuren.
Als de peuter naar papa of mama vraagt, vertellen de pedagogisch medewerkers dat papa of mama
altijd weer terug komt om de peuter op te halen.
Ook helpen de pedagogisch medewerkers als blijkt dat afscheid nemen lastig is. We spreken af dat
papa of mama duidelijk afscheid neemt en gaat. De peuter en de pedagogisch medewerker zwaaien
samen papa of mama uit. Papa of mama mag altijd bellen, als het afscheid moeilijk was maar ook op
andere momenten om te informeren hoe de opvang verloopt.
-Hoofdstuk 6 Hygiëne
Een hygiënische opvangomgeving en een goede lichamelijke verzorging, zorgen ervoor dat onnodige
ziektes zoveel mogelijk worden uitgesloten. Ouders en pedagogisch medewerkers maken hier ook
afspraken over.
Pedagogisch medewerkers beschikken over het protocol hygiëne. Kanti verwacht van haar
pedagogisch medewerkers dat zij hiervan op de hoogte zijn en ook volgens dit protocol werken.
-Hoofdstuk 7-Hoofdstuk 7.1-
Algemeen
verzekeringen
Kanti draagt zorg voor de verzekeringen van de peuters in de opvang.
Pagina 11
Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1
Kanti Peuteropvang
-Hoofdstuk 7.2- Klachtenreglement
De medewerker Kanti informeert over de klachtenregeling. Deze regeling geldt voor aspecten van
Kanti en de dienstverlening. Ouders kunnen met klachten bij de pedagogisch medewerkers terecht.
De klacht wordt naar behoren behandeld. Verder is Kanti aangesloten bij de Stichting
Klachtencommissie Kinderopvang (SKK). De SKK kan een officiële uitspraak doen over de afhandeling
van de betreffende klacht. De klager heeft zelf de keuzemogelijkheid om de klacht intern bij Kanti of
via de SKK te laten behandelen.
-Hoofdstuk 7.3- Privacy
Binnen Kanti hanteren we de regels conform de privacywetgeving. Kinderen vertellen echter in hun
onschuld een pedagogisch medewerker, met wie zij een band hebben opgebouwd, soms zaken over
hun thuissituatie. Zaken die mogelijk gevoelig van aard zijn. Hierbij kun je denken aan ziektes,
financiële situatie, vakanties, ruzies, gewoonten, en dergelijke. Als pedagogisch medewerker weet je
hier op een juiste wijze mee om te gaan, en kun je goed inschatten welke informatie je als
vertrouwelijk kunt bestempelen. Hiermee bedoelen we dat mogelijk gevoelige informatie tussen vier
muren blijft. Je deelt deze vertrouwelijke informatie dus niet met anderen.
-Hoofdstuk 7.4-
Oudercommissie
Deze commissie wordt regelmatig geïnformeerd door Kanti over de gang van zaken binnen het
bureau. De commissie heeft het recht om advies te vragen en geven. Het reglement waarbinnen de
commissie actief is, wordt opgesteld door de medewerker van Kanti, en de commissie stelt
vervolgens zelf haar huishoudelijk reglement op. De leden van de oudercommissie worden door de
ouders zelf gekozen.
Kanti houdt rekening met de bescherming van de persoonlijke gegevens. Dit is mede opgenomen in
het huishoudelijk reglement van de oudercommissie. Het algemene reglement van de commissie is in
te zien en te downloaden op de website van het bureau. www.kantikind.nl
-Hoofdstuk 8-
Protocollen Kanti peuteropvang
Op de website van Kanti (www.kantikind.nl) zijn de volgende protocollen en formulieren in te zien en
te downloaden:


Hygiëne
Gebruik
Geneesmiddelen


Gebruik medische
hulpmiddelen
Kindermishandeling

Zieke kinderen en
medicijnen
Mocht je nog vragen hebben naar aanleiding van deze protocollen dan horen wij dit graag.
Kanti Peuteropvang
Locatie BS KlimOp
Anjerstraat 4a
5171 BM Kaatsheuvel
Tel: 06 - 44 81 58 50
Sonja van den Hoven - Ribbers
E-mail: [email protected]
KvK nr. 50486640
Pagina 12
Pedagogisch beleidsplan versie 2014 1.1
Kanti Peuteropvang