KGC Mededelingen - Karel de Grote College

Examenreglement
2014-2015
Karel de Grote College
Scholengemeenschap voor voortgezet vrijeschoolonderwijs
Inhoud
I
ALGEMENE BEPALINGEN ........................................................................................... 3
II
SCHOOLEXAMEN EN CENTRAAL EXAMEN........................................................................ 4
III BECIJFERING EN UITSLAGEN...................................................................................... 6
IV
HERKANSINGSREGELING VOOR HET SCHOOLEXAMEN ....................................................... 9
V
HERKANSINGSREGELING VOOR HET CENTRAAL EXAMEN ................................................. 10
VI
ONREGELMATIGHEDEN ............................................................................................ 10
KLACHTENREGELING 12
Bijlage 1 .................................................................................................................... 13
HERKANSINGSREGELMENT IVO-PROEVEN 2015 ................................................................ 13
BIJLAGE 2 .................................................................................................................. 14
REKENTOETS ............................................................................................................... 14
2
September 2014
Het examenreglement van het Karel de Grote College,
voor het schooljaar 2014-2015 per 1 oktober 2014 vastgesteld door de rector, daartoe
gemandateerd door de bestuurder van de Stichting Scholengemeenschap voor Voortgezet
Vrijeschoolonderwijs, Wilhelminasingel 13-15, 6524 AJ Nijmegen,
legt vast dat schoolexamens en centrale examens worden afgelegd met inachtneming van
de volgende bepalingen.
I
ALGEMENE BEPALINGEN
I.1
Het eindexamenreglement is geregeld in het eindexamenbesluit 1989 vwo-havomavo-vbo en de daarop volgende wijzigingen tot en met 1 augustus 2008 (hierna te
noemen: eindexamenbesluit) 1.
Het examenreglement van het Karel de Grote College vormt als zodanig een gedeeltelijke
uitwerking, aanvulling en samenvatting van het eindexamenbesluit en de daarop volgende
wijzigingen en laat de algemene geldigheid van dit besluit onverlet. In gevallen, waarin
het schooleigen examenreglement niet voorziet, geldt eerst en vooral de tekst van het
eindexamenbesluit (inclusief de wijzigingen).
I.2
Het eindexamen wordt afgenomen onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd
gezag van de scholengemeenschap. Het bevoegd gezag draagt deze verantwoordelijkheid
over aan de rector; deze belast de examencommissie met de organisatie van de afname
van de examens.
Daadwerkelijke afname van examens gebeurt door de examinatoren (docenten in de
examenfase van het onderwijs).
I.3
De examencommissie bestaat uit:
- de coördinator voor de theoretische leerweg van vmbo, mw. L. Belger
- de coördinator voor de tweede fase van havo en vwo, mw. M. Verbeeten
- de algemene onderwijscoördinator (rector, tevens voorzitter), mw. W. Kasbergen
- de examensecretaris, mw. L. Bongers.
I.4
Het examenreglement van het Karel de Grote College vormt samen met de
programma’s van toetsing en afsluiting een onlosmakelijk geheel.
1
Zie www.examenblad.nl voor een volledige weergave van de laatste wijzigingen. Andere belangrijke wetsteksten in
verband met dit examenreglement: Inrichtingsbesluit W.V.O. (versie 1 augustus 2008) en Wet op het Voortgezet
Onderwijs (W.V.O., versie juli 2009).
3
September 2014
I.5
Het examenreglement van het Karel de Grote College wordt jaarlijks vóór 1 oktober
door het bevoegd gezag vastgesteld, nadat eventuele wijzigingen en bijstellingen zijn
verwerkt.
I.6
In alle gevallen, waarin het eindexamenbesluit en het examenreglement van het
Karel de Grote College niet voorzien, beslist het bevoegd gezag. Deze
beslissingsbevoegdheid wordt overgedragen aan de rector van het Karel de Grote College.
II SCHOOLEXAMEN EN CENTRAAL EXAMEN
II.1 Het eindexamen voor havo en vwo bestaat uit twee delen: het schoolexamen (SE)
en het centraal schriftelijk examen (CE). In de tweede fase van havo en vwo heeft het SE
de vorm van een examendossier. Het is een verzameling van afsluitende toetsen,
opdrachten en werkstukken; zie voor deze verzameling de programma’s van toetsing en
afsluiting.
In het eindexamen wegen het SE en het CE even zwaar voor die vakken, waarin een CE
wordt afgenomen. Sommige vakken worden alleen met een SE afgesloten. Het
examendossier moet compleet zijn, wil men een diploma behalen.
Het eindexamen voor de theoretische leerweg van het vmbo, hierna te noemen vmbo-t
(ivo-mavo) wordt afgelegd volgens het ivo-proevensysteem en bestaat voor een aantal
vakken slechts uit één deel: het schoolexamen. Het heeft de vorm van een examendossier.
Het is een verzameling van afsluitende toetsen, opdrachten en werkstukken, de
zogenaamde proeven; deze zijn opgenomen in de programma’s van toetsing en afsluiting.
De vakken Nederlands, Engels en wiskunde, en voor de leerlingen die in 2013-2014 zijn
begonnen aan dit traject, ook het vak economie of Nask1, kennen zowel een SE als een CE.
In Nederland zijn meerdere scholen, ook niet Vrijescholen, die de leerweg vmbo-tl mogen
afsluiten volgens het ivo-systeem. Hiertoe hebben de scholen van het ministerie van
OC&W een beschikking (licentie) gekregen. Mocht u hier inzage in willen hebben, dan kunt
u dit bij de school opvragen. De slaag-en zakregeling van een ivo-school wijkt af van de
reguliere slaag- en zakregeling.
II.2 Het bevoegd gezag van het Karel de Grote College, stelt jaarlijks vóór 1 oktober een
programma van toetsing en afsluiting vast, dat in elk geval geldig is voor de leerlingen
die in het betreffende jaar met hun examendossier starten. In het programma wordt in elk
geval aangegeven welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen
worden getoetst, de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen, de wijze waarop het
schoolexamen plaatsvindt, de tijdvakken waarbinnen de toetsen van het schoolexamen
plaatsvinden, alsmede de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen
voor een kandidaat tot stand komt.
4
September 2014
II.3 De kandidaat kan alleen tot het CE worden toegelaten, indien aan alle eisen, die in
de programma’s van toetsing en afsluiting zijn vermeld, is voldaan. Een kandidaat, die in
gebreke blijft bij het voldoen aan de in de programma’s van toetsing en afsluiting
genoemde verplichtingen, wordt geacht zich onttrokken te hebben aan het schoolexamen.
Een aparte vermelding verdienen hier de handelingsopdrachten (handelingsdelen); deze
vormen bij veel vakken een onlosmakelijk deel van het programma van toetsing en
afsluiting. Deze opdrachten kunnen pas worden afgetekend als zij naar behoren zijn
afgesloten. Dat betekent, dat handelingsdelen, die nog niet zijn afgesloten, ervoor
kunnen zorgen dat een kandidaat niet tot het CE kan worden toegelaten.
II.4 Uiterlijk twee weken vóór aanvang van het eerste tijdvak deelt de examencommissie
aan de kandidaten een aantal zaken mee, die als ‘huishoudelijk reglement centraal
examen’ gelden. Hierin legt de school alle praktische regels en procedures vast, die
bedoeld zijn om ongelijkheid en onregelmatigheid tijdens zittingen van het centraal
examen te voorkomen. Deze regels en procedures worden opgesteld door de
examencommissie en op papier uitgereikt aan de kandidaten.
5
September 2014
III BECIJFERING EN UITSLAGEN
III.1 Definities:
• SE-cijfer: schoolexamencijfer, cijfer met 1 decimaal
• CE-cijfer: cijfer behaald op het centraal schriftelijk examen, cijfer met 1 decimaal
• Eindcijfer: gemiddelde van SE en CE-cijfer, cijfer zonder decimalen. Indien een vak
geen centraal schriftelijk examen heeft is het eindcijfer gelijk aan het afgeronde
SE-cijfer.
• Combinatiecijfer: het gemiddelde van de eindcijfers voor de vakken
maatschappijleer, literatuur, eindwerkstuk en (voor het vwo) ANW. Dit cijfer telt als
één eindcijfer mee in de slaag-zakregeling.
III.2 De rector en de secretaris van de examencommissie stellen de uitslag van het
eindexamen vast met inachtneming van de artikelen 48, 49 en 51 van het
Eindexamenbesluit 2008 en de volgende artikelen.
III.3 VMBO
De kandidaat is geslaagd als voldaan is aan de volgende voorwaarden:
1)
Het gemiddelde van alle CE-cijfers is minstens 5,50. Het gaat dus om het
gemiddelde van de cijfers behaald op alle centraal examens (schooljaar 2014-2015
zijn dit 4 vakken).
2)
De kandidaat heeft deelgenomen aan de rekentoets.
3)
De vakken CKV en LO zijn beoordeeld als voldoende of goed.
4)
Het SE-cijfer behaald voor de vakken maatschappijleer, kunstvak, en één van de
vakken Duits of biologie is minimaal een 5,5.
5)
voor alle vakken waarin centraal schriftelijk examen is gedaan moet bovendien
gelden:
• alle eindcijfers zijn 6 of hoger, of
• hoogstens één eindcijfer is een 5 en de overige eindcijfers zijn 6 of hoger, of
• hoogstens één eindcijfer is een 4 en het gemiddelde van alle eindcijfers is
tenminste 6,0, of
• hoogstens twee eindcijfers zijn een 5 en het gemiddelde van alle eindcijfers is
tenminste 6,0, of
• hoogstens één eindcijfer is een 5 en één eindcijfer is een 4 en het gemiddelde van
alle eindcijfers tenminste is 6,0.
6
September 2014
III.4 HAVO/VWO
De kandidaat is geslaagd als voldaan is aan de volgende voorwaarden:
1)
Het gemiddelde van alle CE-cijfers is minstens 5,50. Het gaat dus om het
gemiddelde van de cijfers behaald op alle centraal examens (7 of 8 vakken).
2)
De vakken Nederlands, Engels en wiskunde bevatten maximaal één 5 als eindcijfer,
geen van de eindcijfers voor deze vakken is lager dan een 5.
3)
De kandidaat heeft deelgenomen aan de rekentoets.
4)
Geen enkel eindcijfer dat gebruikt is om het combinatiecijfer te bepalen, is 3 of
lager.
5)
De vakken CKV en LO zijn beoordeeld als voldoende of goed.
6)
Daarnaast moet gelden:
•
•
•
•
•
alle eindcijfers zijn 6 of hoger, of
hoogstens één eindcijfer is een 5 en de overige eindcijfers zijn 6 of hoger, of
hoogstens één eindcijfer is een 4 en het gemiddelde van alle eindcijfers is
tenminste 6,0, of
hoogstens twee eindcijfers zijn een 5 en het gemiddelde van alle eindcijfers is
tenminste 6,0, of
hoogstens één eindcijfer is een 5 en één eindcijfer is een 4 en het gemiddelde
van alle eindcijfers tenminste is 6,0.
III.6.1
Van iedere beoordeling die voor het schoolexamen meetelt, stelt de docent
of examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk in kennis. De school houdt in een
cijferadministratieprogramma deze beoordelingen en cijfers bij.
III.6.2
Zo kort mogelijk na elke schoolexamenperiode (te zien als schooljaren)
worden de kandidaten en hun ouders door de examencommissie of de mentoren op de
hoogte gebracht van de tot dan toe behaalde resultaten.
III.6.3
Tegelijk met de schriftelijke mededeling van de behaalde resultaten in de
laatste schoolexamenperiode, die in ieder geval voor de aanvang van het eerste tijdvak
van het centraal examen wordt gedaan, worden eveneens schriftelijk de eindcijfers van het
schoolexamen meegedeeld, met inachtneming van het bepaalde in III.1.
III.6.4
Wanneer een kandidaat van mening is, dat een cijfer of beoordeling op de
cijferoverzichten niet juist is, neemt hij contact op met de betreffende docent om de
(on)juistheid te verifiëren en indien mogelijk tot een vergelijk te komen. Als de kandidaat
en de docent verschil van mening hebben over de juistheid van cijfers of beoordelingen,
dient de kandidaat zo snel mogelijk na het in ontvangst nemen van het cijferoverzicht
contact op te nemen met de secretaris van de examencommissie. Als termijn, binnen
7
September 2014
welke bezwaar tegen juistheid of becijfering kan worden aangetekend, geldt de termijn
van twee werkweken; in deze termijn worden vakantieweken uitgesloten.
III.6.5
De secretaris van de examencommissie legt het bezwaar ter beoordeling voor
in de examencommissie en handelt vervolgens naar bevind van zaken.
8
September 2014
IV HERKANSINGSREGELING VOOR HET SCHOOLEXAMEN
IV.1 Deze herkansingsregeling geldt ook voor de examenvakken, waarvoor geen centraal
examen behoeft te worden gedaan.
IV.2 Deze herkansingsregeling geldt uitsluitend voor de onderdelen, die vermeld staan in
de programma’s van toetsing en afsluiting. Per vak kan een aanvullende regeling
betreffende herkansingen vermeld staan, die het herkansingsrecht nader bepaalt.
IV.3 Het herkansingsrecht bestaat uitsluitend voor toetsen en / of praktische
opdrachten, waarvoor een cijfer lager dan 5,5 werd behaald.
IV.4 In geval van herkansing geldt het hoogst behaalde resultaat als definitief cijfer
voor het betreffende onderdeel.
IV.5 De herkansingstoets betreft dezelfde stof als de oorspronkelijke toets. De wijze van
toetsing kan afwijken van de wijze van de oorspronkelijke toets.
IV.6. Wanneer een kandidaat voor een bepaalde periode geen gebruik maakt van de
herkansingsmogelijkheid, kan daar in een later stadium niet op teruggekomen worden.
IV.7 Bij onrechtmatige afwezigheid tijdens een schoolexamen wordt het cijfer 1.0
toegekend.
IV.8
De examencommissie maakt geen onderscheid tussen inhalen en herkansen.
IV.9 Als een kandidaat op de afgesproken datum en tijd niet deelneemt aan de
herkansing (bijvoorbeeld door ziekte), vervalt daarmee zijn recht op herkansing.
IV.10 Als een kandidaat door ziekte of een andere ernstige reden niet in staat is een
toets van het schoolexamen bij te wonen, moet dit telefonisch of schriftelijk gemeld
worden vóór aanvang van de toets. Bij deze absentiemelding moet vermeld worden dat de
leerling een onderdeel van het schoolexamen mist. Indien een leerling door ziekte of een
andere ernstige reden een niet herkansbaar onderdeel heeft gemist moet hiervoor een
herkansing worden aangevraagd bij de examencommissie.
IV.11 Indien een kandidaat een niet-herkansbaar onderdeel wil herkansen dient hiertoe
een schriftelijk verzoek met opgaaf van reden ingediend te worden bij de
examencommissie, bij voorkeur via de e-mail: [email protected]. Dit
verzoek dient binnen één werkweek na het moment van toetsing bij de examencommissie
ingediend te worden. De examencommissie onderzoekt de geldigheid van het verzoek. De
examencommissie doet uiterlijk vier werkweken na ontvangst van het schriftelijk verzoek
uitspraak over de mogelijkheid om te herkansen. Alleen verzoeken betreffende onderdelen
van het lopende schooljaar worden in behandeling genomen. Indien het verzoek niet
wordt ingewilligd, kan de examencommissie besluiten het cijfer 1.0 aan het betreffende
onderdeel toe te kennen.
9
September 2014
V HERKANSINGSREGELING VOOR HET CENTRAAL EXAMEN
V.1 De kandidaat heeft voor één vak waarin hij reeds examen heeft afgelegd het recht
om opnieuw deel te nemen aan het centraal examen.
V.2 De kandidaat stelt de rector vóór een door deze laatste te bepalen dag en tijdstip
schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het in artikel V.1 bedoelde recht.
V.3 Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde
centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen.
V.4 Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met
overeenkomstige toepassing van artikel 48 van het eindexamenbesluit 1989 en wordt deze
schriftelijk aan de kandidaat bekendgemaakt.
VI ONREGELMATIGHEDEN
VI.1 Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel
ten aanzien van een aanspraak op vrijstelling aan enige onregelmatigheid schuldig maakt
of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de rector maatregelen
nemen.
VI.2 De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de
onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn:
a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal
examen,
b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van
het schoolexamen of het centraal examen,
c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het
schoolexamen of het centraal examen,
d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een
hernieuwd examen in door de rector aan te wijzen onderdelen.
Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer
onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend
tijdvak van het centraal examen.
VI.3 Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt
tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat
minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat.
10
September 2014
VI.4 De kandidaat kan tegen een beslissing van de rector (zoals bedoeld in artikel VI.1)
in beroep gaan bij de bovenschoolse commissie van beroep, bij welke het bevoegd gezag
van de school zich aangesloten heeft (zie de klachtenregeling). Van deze commissie van
beroep mag de rector van een school voor voortgezet onderwijs geen deel uitmaken.
In overeenstemming met artikel 30a van de Wet op het Voortgezet Onderwijs wordt het
beroep binnen drie dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt,
schriftelijk ingesteld bij de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en
beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn
gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken.
De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in
de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen
onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt
haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers
van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de rector en aan de inspectie.
11
September 2014
KLACHTENREGELING
Een kandidaat of ouder, die in beroep wil gaan tegen de vaststelling van de uitslag van
het eindexamen (zoals bedoeld in de artikelen 48, 49 en 51 van het Eindexamenbesluit
2008), of tegen een beslissing van de rector (zoals bedoeld in artikel VI.1), wendt zich
schriftelijk tot de centrale Commissie van Beroep voor Eindexamens, Regio Nijmegen
Het beroepschrift dient vijf dagen, nadat de beslissing ter kennis van de kandidaat is
gebracht, schriftelijk bij de Commissie te worden ingediend. Het beroep wordt
geadresseerd aan het secretariaat, Postbus 40020, 6504 AA te Nijmegen t.n.v. de
Commissie van Beroep.
Het volledige reglement rondom het indienen van een beroepsschrift is te vinden op onze
website.
Alle andere protocollen en procedures met betrekking tot het examenreglement zijn
opvraagbaar bij de examencommissie. Voor deze en andere verzoeken kan gebruik worden
gemaakt van het volgende e-mailadres: [email protected]
Nijmegen, 30 september 2014
12
September 2014
Bijlage 1
HERKANSINGSREGELMENT IVO-PROEVEN 2015
2e tijdvak voor vmbo-t
Na deadline voor de ivo-cijfers staan de SE-cijfers voor de ivo-vakken voor de leerlingen
vast. Indien een leerling gezakt is (bijvoorbeeld door het niet voldoende afsluiten van een
of meer ivo-vakken), mag hij gebruik maken van het 2e tijdvak voor een ‘herexamen’. Het
tweede tijdvak begin op 16 juni 2015.
Eén van de vakken Nederlands, Engels, Duits, Frans, biologie, wiskunde, aardrijkskunde,
Nask1 of economie mag gekozen worden om tijdens het 2e tijdvak van de centraal
schriftelijke examens herkanst te worden, dus op 16, 17 of 18 juni 2015. De vakken
Nederlands, Engels, wiskunde, nask1 en economie zijn daarbij centraal (landelijk)
geregeld.
Voor de ivo-vakken geldt de volgende regeling:
• Alleen een onvoldoende mag herkanst worden (dus lager dan 5,5)
• De herkansing bestaat uit een 2-uurs toets, die representatief is voor stof uit de 10e
klas.
• Het behaalde cijfer voor de herkansingstoets wordt gemiddeld met het (niet
afgeronde) SE-cijfer indien het cijfer van de herkansingstoets niet lager is dan het
SE-cijfer.
Procedure: de leerling krijgt na de deadline zijn SE-cijfers te horen. Als hij dan gezakt
blijkt voor het ivo-gedeelte dan moet hij beslissen of hij voor één van die ivo-vakken een
her wil doen. De leerlingen zullen door de examencommissie benaderd worden om dit te
bespreken. Deze herkansing zal plaatsvinden tijdens het 2e tijdvak (van het Centraal
Schriftelijk Examen, 16 t/m 18 juni). Hij krijgt schriftelijk bericht wanneer het herexamen
ingepland is. Hij heeft dan een aantal (2 of 3) weken om zijn her voor te bereiden. Het
kan zijn dat hij op de uitslagendag CSE te horen krijgt dat Engels, Nederlands, wiskunde of
Nask1/economie ook onvoldoende gemaakt is. De leerling is dan definitief gezakt omdat
hij maar één vak mag herkansen, maar mag uit portfoliomotieven deze herkansing wel
gebruiken.
De docenten van de ivo-vakken stellen een 2-uurs toets samen, die representatief is voor
behandelde stof uit klas 10. De toets telt uiteindelijk voor 50% mee in het SE-cijfer van
de leerling, dus is qua zwaarte vergelijkbaar met een vmbo-t examen voor dat vak.
Let wel: deze regeling is alleen bedoeld om leerlingen een extra slaagkans te geven, en is
dus alleen geldig voor leerlingen die anders gezakt zouden zijn. De regeling is dus per
definitie niet om cijfers op te halen voor de overgangsregeling.
13
September 2014
BIJLAGE 2
Rekentoets
De rekentoets is een verplicht onderdeel van het eindexamen. Leerlingen uit het vmbo
traject maken de rekentoets (niveau 2F) in maart. Zij kunnen de rekentoets eind mei
herkansen. Examenkandidaten havo en vwo uit de de 12e klas hebben de rekentoets
(niveau 3F) vorig jaar gemaakt. Zij mogen deze dit jaar herkansen, deze herkansing is in
maart.
De rekentoets wordt digitaal afgenomen. De gang van zaken tijdens de afname van de
rekentoets is vergelijkbaar met die tijdens de zittingen van het centrale examen. De regels
die bij deze zittingen gelden, gelden ook tijdens de afname van de rekentoets. Bij de
rekentoets mag je geen gebruik maken van een rekenmachine.
De uitslag van de rekentoets speelt dit jaar nog geen rol bij de uitslagbepaling. De uitslag
van de rekentoets wordt door het CITO bekend gemaakt. Deze uitslag komt niet op de
cijferlijst te staan, iedereen ontvangt een aparte cijferlijst met daarop het behaalde
resultaat.
Met ingang van schooljaar 2015-16 gaat de rekentoets deel uitmaken van de
uitslagbepaling, hetgeen een verdere verzwaring van de uitslagregel inhoudt. Op het
vmbo-t zal dan gelden dat de eindcijfers voor Nederlands en rekenen minimaal een 5 en
een 6 moeten zijn, op havo en vwo zal het cijfer van de rekentoets meewegen in de
kernvakkenregel. Deze informatie is op basis van de laatste mededelingen van het
ministerie. Het kan zijn dat hier nog verandering in komt.
Karel de Grote College
Regionale vrijeschool voor voortgezet onderwijs
Adres
Karel de Grote College
Wilhelminasingel 13-15,
6524 AJ Nijmegen
Tel. 024 382 04 60
Fax. 024 382 04 61
Website
E-mail
IBAN
www.kgcnijmegen.nl
[email protected]
NL30 RABO 0129 885 134