t Muizehol - Mikado peuterspeelzalen

Inspectierapport
't Muizehol (PSZ)
Catrijnestraat 1
6923BS GROESSEN
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden
DUIVEN
10-07-2014
Regulier onderzoek
Definitief
31-07-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen .... 4
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5
Personeel en groepen ....................................................................................................... 7
Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 9
Ruimte en inrichting ........................................................................................................ 10
Ouderrecht .................................................................................................................... 11
Inspectie-items .................................................................................................................. 12
Gegevens voorziening ......................................................................................................... 17
Gegevens toezicht .............................................................................................................. 17
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 18
2 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Op 10 juli 2014 is een onaangekondigd regulier inspectiebezoek gebracht aan PSZ 't Muizehol.
Tijdens deze inspectie zijn alle voorwaarden die op deze locatie van toepassing zijn onderzocht. De
locatiemanager was tijdens het onaangekondigde bezoek niet aanwezig maar de toezichthouder
heeft enkele dagen erna telefonisch gesproken.
Beschouwing
Peuterspeelzaal 't Muizehol is een onderdeel van Stichting Mikado en is gevestigd in Groessen. De
peuterspeelzaal bestaat uit één groep voor de opvang van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van
2 tot 4 jaar en is sfeervol ingericht met diverse speelhoekjes.
De inspectie heeft plaatsgevonden met de beroepskrachten. Een kleine week later is een gesprek
gevoerd met de manager Mevr Arts. De inspectie is in een prettige sfeer verlopen.
Er wordt door Mikado ook verlengde peuteropvang geboden in Duiven en Westervoort De
verlengde peuteropvang is er voor kinderen in de leeftijd van 2 - 4 jaar en de opvang is van 7.30 13.00 uur.
De kern van de opvang is het dagprogramma, zoals dit op de peuterspeelzaal wordt uitgevoerd.
De visie en doelen van de verlengde peuteropvang zijn gelijk aan die van het peuterspeelzaalwerk.
Aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen wordt voldaan.
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
3 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
Observaties en bevindingen
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet
Op de peuterspeelzaal wordt verzorgen en opvoeding geboden en een bijdrage aan de ontwikkeling
van de kinderen.
Peuterspeelzaal 't Muizehol is gericht op de opvang van kinderen van 2 jaar tot het tijdstip waarop
zij aan het basisonderwijs kunnen deelnemen.
Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving
Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen tegen de vestiging van de houder.
Gebruikte bronnen:
Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen.
4 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:
•
emotionele veiligheid;
•
persoonlijke competentie;
•
sociale competentie;
•
overdracht van normen en waarden.
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument
observatie kindercentrum ( versie September 2013). De cursief gedrukte tekst hieronder is
afkomstig uit dit document. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het
beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid.
De observatie vond plaats tijdens het ochtendprogramma.
Er waren 12 kinderen aanwezig, met twee beroepskrachten en een vrijwilliger.
Pedagogisch beleid
Er wordt gebruik gemaakt van het pedagogische beleidsplan Kindercentrum Mikado voor
peuterspeelzalen en verlengde peuteropvang, versie maart 2011, bijgesteld in augustus 2013.
In het beleidsplan is voor deze locatie een locatiespecifiek werkplan geïntegreerd.
Pedagogische praktijk
Het pedagogisch beleid wordt elke twee maanden met de beroepskrachten doorgenomen tijdens
een teamoverleg. UIt interview blijkt dat de beroepskrachten het pedagogisch plan kennen.
Bevorderen van emotionele veiligheid
"De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen en naar elkaar (...)".
De beroepskrachten gaan door de knieen om op ooghoogte van het kind te komen. Ze maken
oogcontact terwijl ze met het kind praten. Ze kennen het kind bij naam en wachten op antwoord.
Als het kind niet praat met woorden, zoeken ze naar de behoefte van het kind door vragen te
stellen. Een kind dat bij de kleitafel komt staan wordt gezien.
'(naam kind) Wil je ook knutselen met ons?" Dat wil het kind wel en schuift aan. De beroepskracht
zegt; "Wat gezellig ( naam kind) dat je bij ons komt kleien. Hier is voor jou klei" Ze geeft het kind
d klei, het kind pakt het aan.
" Er is een dagschema waarin de dagelijkse routines en activiteiten plaatsvinden in een herkenbare
en zelfde vertrouwde volgorde en dat de kinderen herkennen (...)"
De beroepskracht geeft aan dat een dagprogramma wordt gevolgd in een vaste volgorde. In de
observatie is dit zichtbaar, na het vrij spelen is het opruimen, vanzelfsprekend naar de toilet en
verschoon ronde en dan de kring.
Bevorderen van de persoonlijke competentie
'De beroepskrachten sluiten op een passende wijze aan bij het ontwikkelingstempo en - niveau
van een kind (...)
De beroepskracht geeft aan een kind die met een speelgoed camera loopt, de vraag, "Wil je van
mij een foto maken alsjeblieft?". Het kind lijkt het niet bebegrijpen het niet en kijkt haar aan. Ze
herhaalt de vraag en doet het voor met een ander stuk speelgoed. "Kijk ( naam kind) je kan de
camera voor je ogen houder, ja kijk, draai hem maar om, en dan je spelen dat je van mij een foto
maakt" Het kind speelt mee en speelt dat hij an haar een foto maakt.
Hieruit blijkt dat de beroepskracht aansluit bij de mogelijkheden van dit kind.
De beroepskracht benoemt tegen een kind bij het spelen een aantal onderwerpen in de buurt. Een
eend, een grote of een kleine.
5 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
Bij het boekje lezen vraagt de beroepskracht aan de kinderen terwijl ze plaatjes toont;'Wat zie je
hier" Wie is dit? '.
Een ander kind huilt. De beroepskracht gaat erheen en vraagt; "Wat is er gebeurt?" Het kind praat
niet. "Ben je gevallen?" "Heb je je pijn gedaan?" Het kind knikt. "Waar heb je je pijn gedaan? En ze
noemt een aantal lichaamsdelen. "Je hoofd? Heb je je bolletje gestoten?"
De beroepskracht past zich aan het kind. Het kind laat zich troosten door de beroepskracht.
'Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor de kinderen(...)'.
De groepsruimte is overzichtelijk en ruim ingedeeld in verschillende hoeken. Deze doen ieder een
beroep op de verschillende ontwikkelingsgebieden. Er is een bouwhoek, een leeshoek, een bank,
een huishoek en een construtie plek.
Er zijn kasten waar kinderen speelgoed uit mogen halen, wel eerst opruimen waar je mee bezig
was, dan nieuwe doos.
Bevorderen van de sociale competentie
"De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer (...)."
De beroepskrachten en de vrijwilligers laten een warme en positieve toon horen.
Zij laten de basis contact principes zien, ze praten rustig, zeggen alsjeblieft en dankjewel, laten de
ander uitpraten, overleggen, kijken elkaar aan.
Ze geven op een rustige wijze uitleg aan de kinderen.
Wanneer er een klein conflikt is tussen twee kinderen over een autootje legt de beroepskracht uit
: "(naam kind)Wat is er ? Heb je dat autootje gepakt? Dat vindt J. niet zo leuk. Wil je aan ( naam
kind) vragen of jij zo met dit autootje mag?". De uitleg is kort. Het kind doet het. De beroepskracht
herhaalt het conflict en de geboden oplossing.
De overdracht van normen en waarden
" De beroepskrachten hanteren de regels, afspraken en omgangsvormen(...)".
Tijdens de observatie is gezien dat de geldende omgangsregels en huisregels nageleefd worden
door zowel de beroepskrachten als de kinderen. Zo is bijvoorbeeld de regel dat er drie kinderen in
de huishoek mogen spelen. De kinderen komen dan beter tot spel geeft de beroepskracht aan.
De regel wordt tijdens de observatie gehanteerd. De beroepskracht; "Wil je ook in de huishoek
spelen?. Dat kan nu niet, er zijn al drie kinderen, kijk maar ( ze noemt de namen van de kinderen
en telt) Na de kring mag jij in de huishoek, is dat goed?". Het kind antwoord; "Ja".
Tegen een kind dat tegen de kast schopt legt de beroepskracht uit. "( naam kind, Wil je niet tegen
de kast schoppen alsjeblieft ?". "Dan gaat de kast stuk.
Tegen een ander kind;"( naam kind) Wil je de autootjes opruimen?" Ze legt uit aan het kind dat ze
samen in de kring gaan en het speelgoed dan straks voor een andere kind klaar ligt.
Gebruikte bronnen:
•
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr I. Arts)
•
Interview anderen (beroepskrachten op de groep)
•
Observaties (Binnen)
•
Pedagogisch beleidsplan (Mikado 2013)
6 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
Personeel en groepen
Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende
beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.
De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters,
presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.
Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaringen omtrent gedrag van de beide beroepskrachten en de hulpmoeder/vrijwilliger zijn
de volgende dag nagestuurd en beoordeeld.
De verklaringen omtrent gedrag voldoen aan de eisen.
Passende beroepskwalificatie
Van de twee beroepskrachten is het diploma ingezien, deze voldoen aan de voorwaarden
Vrijwilligersbeleid
De houder heeft de beschikking over een 'Vrijwilligersbeleid intern Mikado' en een 'profiel
De gemeente Duiven heeft voor alle vrijwilligers een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering
afgesloten bij Centraal Beheer Achmea.
Hierin staat de informatie over de voorwaarden en afspraken die gemaakt zijn voor het werken op
de peuterspeelzaal.
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Er werken dagelijks twee vaste beroepskrachten en een vrijwilliger op de peuterspeelzaal.
De kindbezettingslijsten en het personeelsrooster zijn ingezien.
Datum:
10-072014
Aantal aanwezige
kinderen:
12
Aantal aanwezige
beroepskrachten:
2
Aantal benodigde
beroepskrachten:
2
De voorwaarde van de achterwacht is niet beoordeeld, omdat er altijd twee beroepskrachten
aanwezig zijn op de locatie. Niettemin is er achterwacht geregeld.
Opvang in groepen
De peuterspeelzaal bestaat uit één groep voor de opvang van maximaal 16 kinderen in de leeftijd
van 2 tot 4 jaar.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
Tijdens de opvang wordt Nederlands gesproken.
Gebruikte bronnen:
•
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr I. Arts)
•
Interview anderen (beroepskrachten op de groep)
7 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
•
•
•
•
•
Observaties (Binnen)
Verklaringen omtrent het gedrag (10-09-2013 en 11-12-2012)
Diploma's beroepskrachten (MBO KV JV- MDGO AW)
Vrijwilligersbeleid (Mikado)
Presentielijsten
8 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
Veiligheid en gezondheid
Binnen dit domein zijn de documenten over de veiligheid en gezondheid beoordeeld op inhoud en
uitvoering.
Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken
naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om
kennis te kunnen nemen van de meldcode.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
Voor het uitvoeren van de risico-inventarisaties is gebruik gemaakt van de risicomonitor.
deze is voornamelijk digitaal beschikbaar. Alle genomen en te nemen maatregelen zijn vastgelegd.
Voor de praktische dagelijkse gang van zaken is bijvoorbeeld een schoonmaakschema gemaakt
waarop de activiteiten worden afgevinkt.
Een eindverantwoordelijke wordt benoemd tijdens de volgende vergadering.
De beroepskracht vertelt dat de risico-inventarisatie wordt besproken tijdens het teamoverleg.
Tijdens het interview met beroepskrachten en de observatie op de groep is gebleken dat
beroepskrachten voldoende op de
hoogte zijn van - en handelen conform het plan van aanpak.
Meldcode kindermishandeling
De overkoepelende organisatie Mikado hanteert een meldcode kindermishandeling.
De werknemers hebben dit document ontvangen en gelezen. In november 2013 hebben zij een
scholing gevolgd. De handleiding is ingevuld. Uit intervieuw met de beroepskrachten blijkt dat de
aandachtsfunctionaris bekend is.
De beroepskrachten zijn op de hoogte van observeerbare signalen en weet hoe zij in mogelijke
situaties dienen te handelen.
Gebruikte bronnen:
•
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr I. Arts)
•
Interview anderen (beroepskrachten op de groep)
•
Risico-inventarisatie veiligheid (risico monitor 10 september 2013)
•
Risico-inventarisatie gezondheid (risico monitor 10 september 2013)
•
Actieplan veiligheid (risico monitor 10 september 2013)
•
Actieplan gezondheid (risico monitor 10 september 2013)
Huisregels/groepsregels
•
•
Meldcode kindermishandeling (JSO 2013 Mikado)
9 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
Ruimte en inrichting
Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het
aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten.
Binnenruimte
De ruime groepsruimte bedraagt 66 m2 en is ingericht met diverse speelhoekjes zoals:
- een huishoek
- een bouwhoek
- een leeshoek.
Tevens zijn er een;
- lage tafel en stoelen
- hoge tafel en stoelen
- een bank en kasten met speelgoed.
Buitenspeelruimte
De ruime buitenruimte, (meer dan 100 m2) die voor peuterspeelzaal ligt, is ingericht met een
zandbak en een speelhuisje.
Ook zijn er diverse sport- en spelmaterialen aanwezig.
Gebruikte bronnen:
•
Observaties (Binnen)
•
Plattegrond (Muizehol)
10 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
Ouderrecht
Bij dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en informeert
over het beleid. Ook is gekeken naar de klachtenprocedure van het kindercentrum.
Informatie
De houder informeert de ouders over het te voeren beleid middels:
- een informatieboekje
- de website
- een intakegesprek
- het pedagogisch beleidsplan.
Het rapport staat op de website van Mikado.
Klachten
De houder is aangesloten bij de Klachtencommissie Welzijn, Maatschappelijke Dienstverlening en
Kinderopvang Gelderland en Overijssel.
Het klachtenjaarverslag over 2013 is 27 mei 2014 ontvangen.
Gebruikte bronnen:
•
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr I. Arts)
•
Informatiemateriaal voor ouders (folders Mikado)
•
Website (Mikado)
•
Klachtenregeling (SKK)
•
Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Mikado mei 2013)
11 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
Inspectie-items
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet
Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een
bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.
(art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze
toezichthouder)
Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar
tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.
(art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze
toezichthouder)
Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving
Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.
(art 2.5 Wet kinderopvang; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende
visie op de omgang met kinderen is beschreven.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende
beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de
mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en
de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de
maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop
beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet
structureel ingezette personen.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten
in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen
signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning
kunnen bieden.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten
in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke
wijze zij daarbij ondersteund worden.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
12 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie
aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal
exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.
(art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang
van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd.
(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vrijwilligersbeleid
De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan minimumeisen waar een in de peuterspeelzaal werkzame vrijwilliger
aan dient te voldoen.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen))
In het vrijwilligersbeleid staan afspraken die de houder met vrijwilligers maakt.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
In het vrijwilligersbeleid staan de taakomschrijvingen waarin wordt omschreven welke bijdrage aan
het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers wordt verwacht en op welke wijze dit
samenhangt met het pedagogisch beleid.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat alle vrijwilligers werkzaam bij de peuterspeelzaal tegen
wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:
- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;
- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede
beroepskracht.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15
minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de
beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 19 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één
werkzaam is op de groep van het kind.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
(art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF
Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze
specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde
gedragscode.
(art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid
1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking,
valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin
het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid
1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu,
buitenmilieu en medisch handelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting
Binnenruimte
Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind.
De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen
kinderen en het pedagogisch beleid.
Buitenspeelruimte
Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.
15 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar.
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen
kinderen en het pedagogisch beleid.
Ouderrecht
Informatie
De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.
(art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort
en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke
vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn.
(art 2.6 lid 2 en 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk
na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een
afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.
(art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de
beschreven eisen.
(art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.
(art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.
(art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een
oordeel van de klachtencommissie.
(art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder leeft geheimhoudingsplicht na.
(art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders
wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
(art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar
aan de GGD.
(art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
16 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
:
:
:
:
't Muizehol
http://www.mikado-peuterspeelzalen.nl
16
Nee
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
Website
KvK nummer
:
:
:
:
:
Stichting Mikado
Kastanjelaan 3a
6921ER DUIVEN
www.mikado-peuterspeelzalen.nl
09159628
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden
Postbus 5364
6802EJ ARNHEM
0800-8446000
Ine Horstink
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: DUIVEN
: Postbus 6
: 6920AA DUIVEN
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
10-07-2014
28-07-2014
30-07-2014
31-07-2014
31-07-2014
: 31-07-2014
: 08-08-2014
17 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Peuterspeelzaal Het Muizenhol is een voorschoolse voorziening voor alle kinderen in de leeftijd van
2 - 4 jaar in Groessen. Binnen deze voorziening kunnen alle peuters zich op een speelse en
educatieve manier ontwikkelen. Begeleiding van zowel de peuters als hun ouders vindt op een
verantwoorde en professionele wijze plaats door goed opgeleide en gekwalificeerde leidsters.
Voor peuterspeelzaal Het Muizenhol geldt dat alle kinderen welkom zijn, ongeacht hun sociale
status, afkomst of beperking. Samen spelen is immers samen opgroeien. De peuterspeelzaal is
een afspiegeling van de samenstelling van de wijk of het dorp.
De sfeer op de groepen zorgt ervoor dat kinderen zich prettig en veilig voelen. Dit is de basis
waarop kinderen zich kunnen ontwikkelen. Ouders voelen het vertrouwen om hun kinderen met
een gerust hart naar de peuterspeelzaal te brengen.
18 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-07-2014
't Muizehol te GROESSEN